Transcript recensie

MAANDAG 10 OKTOBER 2016
Wouter Deprez vertelt verhalen over zijn en onze tuin
Pleidooi van een
pantoffel-ecologist
D5
heeft een aantal ‘getuigenissen’ over zijn
tuin neergeschreven in een boek, dat al verscheen en dat hij bij zich heeft. Een Deprez
als voorlezer lijkt maar een halve Deprez.
Lang duurt het echter niet tot hij naar
voren springt en zijn leesbeurten afwisselt
met schijnbaar spontane anekdotes, met
onder meer nonkel Wilfried en tante Gerarda vaak in de hoofdrol. Misschien ligt die
mix van structuur en improvisatie, zoals in
jazz, hem beter? Hoe dan ook, het werkt.
De voorstelling, die anderhalf uur duurt,
wordt op die manier een reeks verhalen
over een tuin aanleggen, een bijenzwerm
ophalen, paardenbloemen plukken voor ze
uitzaaien, kippen kweken, de vraag of mannen in de natuur mogen plassen en ‘stertselen’ op de yogamat. Deprez gaat de groene
toer op in een warm pleidooi om gelukkig
te zijn in ‘de tuin’, tegelijk een prozaïsche
Vlaamse realiteit en een oud epicuristisch
concept.
Borstkanker
Drie dingen doen de voorstelling boven
het niveau van een tuinrubriek uitstijgen.
Ten eerste doorweeft hij het verhaal met
het aangrijpende verslag van hoe Marianne, zijn vrouw, borstkanker kreeg. Dan verandert het licht, speelt muzikant Ruben
Focketyn indringende stemmingsmuziek.
En horen we Deprez schijnbaar spontaan
analogieën maken tussen kanker en paardenbloemen, tussen pesticide en chemotherapie en tussen vermoeide bijen en een
vermoeid, kaal lief.
Ten tweede wordt geleidelijk aan duidelijk dat zijn familieanekdotes in hoge mate
symbolisch en zelfs surrealistisch zijn. Een
potentieel lucratieve parking ruimen om er
een tuin aan te leggen? Een bijenzwerm in
je auto naar die tuin voeren? Een hectare
grond kopen om er een bos aan te leggen?
De verhalen doen dromen, laten lachen en
wekken verwondering op. Van Wouter Deprez wordt weleens gezegd dat hij te veel
moraliseert, maar in deze voorstelling gebeurt dat alvast subtiel.
Ten derde toont Bloemen, bijen en borstbollen ons ook een kleine utopie. In een utopie wordt een samenleving van de toekomst
uitgewerkt. Dergelijke grote opzetten zijn
niet meer van deze tijd. Het gaat nu veeleer
om micro-utopieën: kleine aanzetten die
ook de weg kunnen tonen, op een meer realistische, en minder totalitaire, manier.
Blinde levensstijl
Wouter Deprez beweegt zich als een jazzmuzikant: nu eens gestructureerd, dan weer improviserend.
Een tuin, een bijenkorf en
een vrouw die kanker heeft.
Vertelt Wouter Deprez in zijn
nieuwe voorstelling zomaar
wat uit zijn dagelijkse leven,
of toont hij ons een spiegel
over onze moeilijke weg naar
geluk? PETER VANTYGHEM
I
n zekere zin is Wouter Deprez (41)
een utopist. De grauwheid en oneerlijkheid in de samenleving doen hem
pijn, in kleine dingen probeert hij de
toekomst te zien die hij wil, en zoals
Thomas More denkt hij dat wij, mensen,
het geluk moeten nastreven. Hij maakt
daar avondvoorstellingen over, maar staat
ook op de barricades, zoals onlangs voor de
redding van een Limburgs bos.
Wanneer zo’n man een nieuwe voorstelling aanvat met een verhaal over de aanleg
van zijn tuin, kunnen we twee kanten op.
Eén: we luisteren naar een vermakelijke
vertelling over het wegsaneren van een parking om er een tuin met Diksmuidse aarde
(compleet met obus) aan te leggen. Twee:
we beseffen dat Deprez onder dat verhaal
een parabel vertelt over hoe een clown de
urbane grauwheid een neus zet.
Deprez beheerst de wisselwerking tussen die twee niveaus, het anekdotische en
het filosofische, erg goed. Zijn voorstelling
Bloemen, bijen en borstbollen wordt daardoor rijk en gelaagd.
Stertselen
Het is in het begin even schrikken wanneer we de doorgaans springerige Deprez
achter een standaard zien voorlezen. Hij
© Jonas Lampens
Van Wouter
Deprez wordt
weleens gezegd
dat hij te veel
moraliseert,
maar in deze
voorstelling
gebeurt dat
alvast subtiel
Wouter Deprez slaagt er mooi in om een
microkosmos te tekenen waarin hij een
aantal symptomen van de tijd aanraakt.
Soms nadrukkelijk, soms heel vluchtig. Onze overdadige vleesconsumptie en het
winstbejag, bijvoorbeeld. Hij aarzelt daarbij niet zichzelf als pantoffelecologist te
portretteren, die in het begin gillend onder
water duikt wanneer hij een bijenzwerm
ziet naderen. Maar dan wel een van goeie
wil: het doel is een pleidooi voor een andere
omgang met de natuur.
Twee ontroerende verhaaltjes geven dat
het best aan: hoe een kind zijn natuurlijke
kracht hervindt tussen een stel pompoenen, en hoe een oude oom zijn vrienden te
ruste legt bij zijn bomen.
Daarom kijkt Wouter Deprez verliefd
naar zijn bijen, die hij als een van de grote
slachtoffers ziet van onze blinde levensstijl
en wier lot in zijn geest versmelt met de
ziekte van zijn vrouw.
Het is misschien wat gezocht, maar onder alles zit het geloof dat onze omgang met
de natuur reflecteert, misschien zelfs veroorzaakt hoe koud, respectloos en zelfs zielloos we ons gedragen.
Bloemen, bijen en borstbollen is op tournee
tot mei (¨¨¨¨è ).
www.wouterdeprez.be