NL NL ONTWERPVERSLAG

Download Report

Transcript NL NL ONTWERPVERSLAG

Europees Parlement
2014-2019
Begrotingscommissie
2016/2214(BUD)
8.9.2016
ONTWERPVERSLAG
over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad
betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor
aanpassing aan de globalisering (aanvraag van Zweden – EGF/2016
SE/002/Ericsson)
(COM(2016)0554 – C8-0355/2016 – 2016/2214(BUD))
Begrotingscommissie
Rapporteur: Esteban González Pons
PR\1101069NL.docx
NL
PE587.430v01-00
In verscheidenheid verenigd
NL
PR_BUD_Funds
INHOUD
Blz.
ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT .........................................3
BIJLAGE: BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD .......................7
TOELICHTING .....................................................................................................................9
PE587.430v01-00
NL
2/2
PR\1101069NL.docx
ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende
de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de
globalisering (aanvraag van Zweden – EGF/2016 SE/002/Ericsson)
(COM(2016)0554 – C8-0355/2016 – 2016/2214(BUD))
Het Europees Parlement,
–
gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad
(COM(2016)0554 – C8-0355/2016),
–
gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17
december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering
(2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/20061,
–
gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot
bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-20202, en met name
artikel 12,
–
gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees
Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de
samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer3, en met name punt 13,
–
gezien de trialoogprocedure als bedoeld in punt 13 van het IIA van 2 december 2016,
–
gezien de brief van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,
–
gezien de brief van de Commissie regionale ontwikkeling,
–
gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A8-0000/2016),
A.
overwegende dat de Unie wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft
geroepen om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele
veranderingen in de wereldhandelspatronen of de wereldwijde financiële en
economische crisis ondervinden, en hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;
B.
overwegende dat financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel moet
zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld,
overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de
Commissie die is goedgekeurd tijdens het overleg van 17 juli 2008, en met
inachtneming van het IIA van 2 december 2013 met betrekking tot het nemen van
besluiten om middelen beschikbaar te stellen uit het Europees Fonds voor aanpassing
aan de globalisering (EFG);
C.
overwegende dat de vaststelling van de EFG-verordening vorm geeft aan de
1
PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.
PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
3
PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
2
PR\1101069NL.docx
3/3
PE587.430v01-00
NL
overeenkomst tussen het Parlement en de Raad om het criterium "crisisafwijking"
opnieuw in te voeren, de financiële bijdrage van de Unie te verhogen tot 60 % van de
totale geraamde kosten van de voorgestelde maatregelen, de efficiëntie van de
behandeling van EFG-aanvragen in de Commissie en door het Parlement en de Raad te
verhogen door de termijn voor beoordeling en goedkeuring te verkorten, de subsidiabele
maatregelen en begunstigden uit te breiden door zelfstandigen en jongeren toe te voegen
en stimuleringsmaatregelen voor de oprichting van een eigen bedrijf te financieren;
D.
overwegende dat Zweden aanvraag EGF/2016/002 SE/Ericsson heeft ingediend voor
een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van ontslagen in de economische
sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2 - afdeling 26 (Vervaardiging van
informaticaproducten en van elektronische en optische producten) voornamelijk in de
regio's van NUTS-niveau 2 Stockholm (SE11), Östra Mellansverige (SE12), Sydsverige
(SE22) and Västsverige (SE23), en dat 918 van de 1556 ontslagen werknemers die voor
de EFG-bijdrage in aanmerking komen naar verwachting aan de maatregelen zullen
deelnemen;
E.
overwegende dat de aanvraag is ingediend op grond van de criteria voor steunverlening
van artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening, die vereisen dat binnen een
referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste
500 werknemers gedwongen zijn ontslagen, met inbegrip van werknemers die
gedwongen zijn ontslagen bij leveranciers, respectievelijk downstreamproducenten
en/of zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd;
F.
overwegende dat Ericsson in verband met de stagnerende groei bij gelijktijdig
toenemende concurrentie door Aziatische producenten de productie van
telecommunicatiehardware heeft teruggeschroefd, een proces dat al twee decennia
geleden van start ging;
1.
is het met de Commissie eens dat is voldaan aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in
artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening en dat Zweden bijgevolg recht heeft
op een financiële bijdrage uit hoofde van die verordening ter hoogte van
3 957 918 EUR, wat neerkomt op 60 % van de totale kosten van 6 596 531 EUR;
2.
stelt vast dat Zweden de aanvraag voor een financiële bijdrage uit het EFG op 31 maart
2016 heeft ingediend, en dat de beoordeling van deze aanvraag door de Commissie op
5 september 2016 is afgerond en op dezelfde dag aan het Parlement is meegedeeld;
3.
stelt vast dat de IT- en telecommunicatiesector gedomineerd wordt door Aziatische
fabrikanten, die een bestemming voor outsourcing zijn geworden; wijst erop dat
Ericsson zijn personeelsbestand in Zweden geleidelijk heeft afgebouwd (van 21 178 in
2005 naar 17 858 in 2014), maar in dezelfde periode wereldwijd enorm is gegroeid (van
56 055 in 2005 naar 118 055 in 2014);
4.
wijst erop dat een relatief grote groep oudere werknemers met een vergelijkbare
achtergrond tegelijk is ontslagen en dat deze werknemers voor het merendeel niet over
de vaardigheden beschikken waarnaar vraag is op de lokale arbeidsmarkt;
5.
acht het een goede zaak dat de Zweedse autoriteiten hebben besloten eventuele EGFsteun vooral te gebruiken voor de vestigingen in Kista, Katrineholm en Kumla,
PE587.430v01-00
NL
4/4
PR\1101069NL.docx
aangezien de problemen daar het grootst zijn; herinnert eraan dat er daarnaast
individuele hulp moet worden aangeboden aan werknemers die in andere vestigingen
zijn ontslagen;
6.
merkt op dat er verschillende categorieën werknemers zijn ontslagen, zowel arbeiders
als hoger personeel; en is bezorgd dat sommige werknemers geconfronteerd worden met
een arbeidsmarkt waar weinig vraag is in traditionele productiesectoren; erkent dat er
grootschalige omscholingsmaatregelen nodig zouden zijn om deze werknemers kansen
in de publieke of private dienstensector te bieden;
7.
wijst erop dat Zweden vier soorten maatregelen plant voor ontslagen werknemers voor
wie in deze aanvraag steun wordt aangevraagd: i) advisering en loopbaanbegeleiding,
onderscheiden naar: gedetailleerde beoordeling en individuele planning, begeleidende
counseling, en motivatiecoaching en beroepsoriëntatie, ii) sociale werkvoorziening,
gesubsidieerde werkgelegenheid en reïntegratiemaatregelen, iii) onderwijs en opleiding,
en iv) toelagen voor het zoeken van werk;
8.
stelt vast het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening is opgesteld in
overleg met de beoogde begunstigden en hun vertegenwoordigers, alsook met de
plaatselijke overheidsinstanties;
9.
herinnert eraan dat in artikel 7 van de EFG-verordening is bepaald dat bij het
samenstellen van het door het EFG gesteunde gecoördineerde pakket van individuele
dienstverlening rekening moet worden gehouden met toekomstperspectieven op de
arbeidsmarkt en de vereiste vaardigheden, en dat het gecoördineerde pakket gericht
moet zijn op de overgang naar een grondstoffenefficiënte en duurzame economie;
10.
herinnert eraan dat de inzetbaarheid van alle werknemers moet worden verbeterd door
middel van aangepaste opleidingen en de erkenning van de in de loop van het
beroepsleven opgedane vaardigheden en bekwaamheden; verwacht dat de opleiding die
in het gecoördineerde pakket wordt aangeboden, niet alleen is afgestemd op de
behoeften van de ontslagen werknemers, maar ook op het huidige
ondernemingsklimaat;
11.
verzoekt de Commissie om in haar volgende voorstellen nader aan te geven in welke
sectoren de werknemers het meest kans op een nieuwe baan maken en of de aangeboden
opleidingen afgestemd zijn op de toekomstige economische vooruitzichten en behoeften
van de arbeidsmarkt in de regio's waar de ontslagen plaatsvonden;
12.
wijst erop dat Zweden bevestigt dat voor de subsidiabele maatregelen geen steun uit
andere financieringsinstrumenten van de Unie wordt ontvangen; herhaalt zijn oproep
aan de Commissie om in haar jaarverslagen een vergelijkende evaluatie van deze
gegevens op te nemen zodat bestaande regelingen volledig in acht worden genomen en
wordt voorkomen dat door de Unie gefinancierde diensten dubbel worden aangeboden;
13.
stelt vast dat tot op heden voor de sector "Vervaardiging van informaticaproducten en
van elektronische en optische producten" 14 EFG-aanvragen zijn ingediend, waarvan 11
gebaseerd op handelsgerelateerde globalisering en drie op de wereldwijde financiële en
economische crisis;
PR\1101069NL.docx
5/5
PE587.430v01-00
NL
14.
herhaalt dat uit het EFG afkomstige steun niet in de plaats mag komen van maatregelen
waartoe ondernemingen verplicht zijn krachtens de nationale wetgeving of collectieve
overeenkomsten, noch van maatregelen voor de herstructurering van ondernemingen of
sectoren;
15.
waardeert de verbeterde procedure die de Commissie op verzoek van het Parlement in
het leven heeft geroepen om de toekenning van subsidies te versnellen; neemt nota van
de tijdsdruk die het nieuwe tijdschema met zich meebrengt, en van de mogelijke
gevolgen voor de doeltreffendheid van de afhandeling van dossiers;
16.
verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat de documenten in verband met EFG-zaken
openbaar toegankelijk zijn;
17.
hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;
18.
verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te
ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de
Europese Unie;
19.
verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen
aan de Raad en de Commissie.
PE587.430v01-00
NL
6/6
PR\1101069NL.docx
BIJLAGE: BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing
aan de globalisering (aanvraag van Zweden – EGF/2016 SE/002/Ericsson)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17
december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (20142020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/20061, en met name artikel 15, lid 4,
Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement,
de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in
begrotingszaken en een goed financieel beheer2, en met name punt 13,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)
Het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om steun
te verlenen aan werknemers die werkloos zijn geworden en aan zelfstandigen die hun
werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende
grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, het aanhouden van de
wereldwijde financiële en economische crisis of een nieuwe wereldwijde financiële en
economische crisis, en hen te helpen om op de arbeidsmarkt terug te keren.
(2)
Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de
Raad3 mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (in prijzen
van 2011) niet overschrijden.
(3)
Op 31 maart 2016 heeft Zweden een aanvraag ingediend om steun uit het EGF in
verband met ontslagen bij het bedrijf Ericsson (Telefonaktiebolaget LM Ericsson) in
Zweden. Hierbij werden overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU)
nr. 1309/2013 aanvullende gegevens verstrekt. De aanvraag voldoet aan de
voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG overeenkomstig artikel 13 van
Verordening (EU) nr. 1309/2013.
(4)
Er dienen dan ook middelen uit het EFG beschikbaar te worden gesteld om een
financiële bijdrage van 3 957 918 EUR te leveren met betrekking tot de door Zweden
ingediende aanvraag.
1
PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.
PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
3
Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het
meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020, (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).
2
PR\1101069NL.docx
7/7
PE587.430v01-00
NL
(5)
Teneinde zo snel mogelijk middelen uit het EFG ter beschikking te stellen, moet dit
besluit van toepassing zijn vanaf de datum waarop het wordt vastgesteld,
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Ten laste van de algemene begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2016 wordt een
bedrag van 3 957 918 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit
het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van
de Europese Unie. Het is van toepassing vanaf ... [datum van vaststelling] .
Gedaan te …
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
#

Datum in te voegen door het Parlement vóór de publicatie in het PB.
PE587.430v01-00
NL
Voor de Raad
De voorzitter
8/8
PR\1101069NL.docx
TOELICHTING
I. Achtergrond
Het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te
verlenen aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de
wereldhandelspatronen ondervinden.
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013
tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-20201 en van artikel 15 van
Verordening (EU) nr. 1309/20132 mag het jaarlijkse maximumbedrag ten behoeve van het
fonds niet meer dan 150 miljoen EUR bedragen (prijzen 2011). De benodigde bedragen
worden als voorziening opgenomen in de algemene begroting van de Europese Unie.
Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het
Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de
samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer3 verloopt de procedure om
het fonds te activeren als volgt: na een positieve beoordeling van een aanvraag legt de
Commissie een voorstel tot beschikbaarstelling van middelen uit het fonds aan de
begrotingsautoriteit voor, samen met een bijbehorend overschrijvingsverzoek. Indien er geen
eensgezindheid bestaat, wordt er een trialoogprocedure ingeleid.
II. De aanvraag voor Ericsson en het voorstel van de Commissie
Op 5 september 2016 heeft de Commissie een voorstel goedgekeurd voor een besluit
betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG aan Zweden om de
terugkeer naar de arbeidsmarkt te steunen van werknemers die gedwongen zijn ontslagen
bij Telefonaktiebolaget LM Ericsson in NACE Rev. 2 - afdeling 26 (Vervaardiging van
informaticaproducten en van elektronische en optische producten) voornamelijk in de
regio's van NUTS-niveau 24 Stockholm (SE11), Östra Mellansverige (SE12), Sydsverige
(SE22) and Västsverige (SE23).
Deze aanvraag is de achtste die in het kader van de begroting 2016 wordt behandeld en de 15e
voor de productie van informaticaproducten en van elektronische en optische producten, en
heeft betrekking op de beschikbaarstelling van een totaalbedrag van 3 957 918 EUR uit het
EFG voor Zweden. De aanvraag heeft betrekking op 918 werknemers die zijn ontslagen.
De aanvraag werd op 31 maart 2016 bij de Commissie ingediend, en tot en met 2 mei 2016
werd er aanvullende informatie verstrekt. De Commissie heeft overeenkomstig alle
toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat de aanvraag aan de
1
PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.
3
PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
4
Verordening (EU) nr. 1046/2012 van de Commissie van 8 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG)
nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke
nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS), wat de indiening van tijdreeksen voor de
nieuwe regionale indeling betreft (PB L 310 van 9.11.2012, blz. 34).
2
PR\1101069NL.docx
9/9
PE587.430v01-00
NL
voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG voldoet.
De Zweedse vakbond 'Unionen' verklaart dat Ericsson nog steeds personeel in Europa
aanneemt, maar dat het hierbij om werknemers met volledig andere vaardigheden gaat.
Werknemers met vaardigheden op het gebied van de productie en ontwikkeling van hardware
worden over het algemeen niet opnieuw door het bedrijf in dienst genomen1. De meeste groei
in het bedrijf vindt plaats in de sector ontwikkeling van software. Hoewel een deel van de
softwareontwikkeling in Europa gebeurt, doet de meeste groei op dit terrein zich in Azië
voor2, waar Ericsson zijn activiteiten steeds verder uitbreidt3.
De individuele dienstverlening die aan de ontslagen werknemers wordt aangeboden bestaat
uit vier soorten maatregelen: i) advisering en loopbaanbegeleiding, onderscheiden naar
gedetailleerde beoordeling en individuele planning, begeleidende counseling, en
motivatiecoaching en beroepsoriëntatie, ii) sociale werkvoorziening, gesubsidieerde
werkgelegenheid en reïntegratiemaatregelen, iii) onderwijs en opleiding, en iv) toelagen voor
het zoeken van werk.
Volgens de Commissie zijn de beschreven maatregelen actieve arbeidsmarktmaatregelen die
behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze
acties komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op een passieve sociale
bescherming.
De Zweedse autoriteiten hebben op de volgende punten de nodige garanties geboden:
–
bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen
van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd,
–
aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve
ontslagen is voldaan,
–
Ericsson heeft zijn activiteiten na de ontslagen voortgezet, is zijn wettelijke
verplichtingen bij ontslagen nagekomen en heeft voor zijn werknemers
dienovereenkomstig de nodige maatregelen getroffen,
–
de voorgestelde maatregelen zullen geen financiële steun ontvangen van andere
fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal
worden voorkomen;
–
de voorgestelde maatregelen zullen complementair zijn met acties die door de
structuurfondsen worden gefinancierd,
–
de financiële bijdrage van het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële
EU-regels inzake overheidssteun.
Zweden heeft de Commissie laten weten dat de EFG-maatregelen medefinanciering zullen
1
http://unionenopinion.se/analyser/varsel-pa-ericsson-och-sony-mobile-vad-hander-i-telekombranschenegentligen/
2
http://cio.idg.se/2.1782/1.630340/sa-sourcar-svenska-cio-er-2015
3
http://www.forbes.com/sites/greatspeculations/2015/08/19/ericsson-can-overcome-challenges-in-the-mobileinfrastructure-business/#77e6e5cb128d
PE587.430v01-00
NL
10/10
PR\1101069NL.docx
ontvangen van de Zweedse regering, die daarvoor middelen van de begroting van de Zweedse
publieke arbeidsbemiddelingsdienst (Arbetsförmedlingen) zal gebruiken.
III. Procedure
Om middelen uit het EFG te kunnen inzetten, heeft de Commissie aan de begrotingsautoriteit
een overschrijvingsverzoek doen toekomen voor een totaalbedrag van 3 957 918 EUR uit de
EFG-reserve (40 02 43) naar de EFG-begrotingslijn (04 04 01).
Dit is het achtste voorstel tot overschrijving voor de beschikbaarstelling van middelen uit het
fonds dat tot op heden in 2016 naar de begrotingsautoriteit is gezonden.
Indien er geen eensgezindheid bestaat, wordt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van de EFGverordening de trialoogprocedure ingeleid.
Overeenkomstig een interne afspraak moet de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken
bij dit proces worden betrokken, zodat zij op constructieve wijze kan bijdragen aan de
beoordeling van de aanvragen voor steun uit het EFG.
PR\1101069NL.docx
11/11
PE587.430v01-00
NL