speech - Provincie Noord

Download Report

Transcript speech - Provincie Noord

Toespraak Joke Geldhof t.g.v. de uitreiking van de Arie Kepplerprijs,
23 september 2016, Plein 1945 IJmuiden, gemeente Velsen
Dames en heren,
Allereerst wil ik hier in Velsen, bij deze feestelijke laatste bijeenkomst van
OVERMOOI, de organisator adviesorganisatie MOOI Noord-Holland van
harte feliciteren met het 100-jarig bestaan en tegelijkertijd bedanken voor
alle inspanningen op het gebied van ruimtelijke kwaliteit in al die jaren.
Hier op het plein naast ons ligt de enorme prachtige, actuele kaart van de
provincie Noord-Holland. Stel je voor dat we hier een kaart uit 1916
overheen zouden kunnen leggen. Hoewel Noord-Holland er nu
onherkenbaar anders uit lijkt te zien, zijn een aantal belangrijke
elementen hetzelfde gebleven. Denk aan de rechte verkaveling van de
droogmakerijen en aan het contrast tussen de dichtbebouwde steden en
de openheid van de polders. Dat laat zien dat beschermen van landschap
en cultuurhistorie loont, want mede door de inspanningen van MOOI en
haar voorgangers zijn ons landschap en de geschiedenis daarvan nog
steeds herkenbaar en afleesbaar.
De afgelopen weken is OVERMOOI door de provincie getrokken om de
aandacht te vestigen op de ruimtelijke kwaliteit van Noord-Holland. Mijn
collega Jack van der Hoek verzorgde de aftrap in het eeuwenoude Hoorn,
vandaag houden we de laatste bijeenkomst voor een icoon van de
wederopbouw, het stadhuis van Dudok in Velsen. De bijeenkomst vandaag
is extra feestelijk, omdat ik zo dadelijk de eer heb om de Arie Keppler
Prijs 2016 uit te reiken. Een prijs waarmee we een persoon of organisatie
in de schijnwerpers willen zetten die met een gebouw of project heeft
bijgedragen aan een nog mooier Noord-Holland. En het winnen van een
Arie Kepplerprijs betekent in 2016, tijdens het jubileum van MOOI NoordHolland, misschien nog net iets meer dan in de zeven eerdere edities.
1 Het was namelijk Arie Keppler die 100 jaar geleden aan de wieg stond van
de welstandsorganisatie die nu MOOI Noord-Holland heet. Hij mag dus de
aartsvader van ruimtelijke kwaliteit in de provincie worden genoemd. Als
directeur van de Amsterdamse Woningstichting was hij een pleitbezorger
van hoogwaardige architectuur. Na de overstromingen van 1916, dit jaar
ook honderd jaar geleden, richtte hij met enkele anderen de
Adviescommissie voor de Herbouw van Overstroomde Gebieden op. Het
doel van de commissie was zorgen voor kwaliteit in de gebouwen die
werden teruggebouwd. Als gedeputeerde van de Provincie Noord-Holland
ben ik dan ook blij dat deze prijs naar Arie Keppler is vernoemd en ben ik
vereerd dat ik hier vandaag in Velsen de prijswinnaars bekend mag
maken.
De aandacht van MOOI Noord-Holland voor onze leefomgeving vinden wij
als provincie van groot belang. Het is van grote betekenis bij de zorg voor
ruimtelijke kwaliteit. Een zorg waar de provincie zich voor
verantwoordelijk heeft gesteld en die wij als hoofdbelang in ons beleid
hebben benoemd. Het doel van dat beleid is dat we er op toezien dat er
zorgvuldig wordt omgegaan met de ruimte in onze provincie. We
beschikken daarvoor over verschillende instrumenten, waaronder de
Leidraad Landschap en Cultuurhistorie. Daarin is vastgelegd wat de
kernkwaliteiten zijn van de verschillende landschappen in onze provincie.
Tegelijkertijd vinden wij dat Noord-Holland daarmee niet op slot moet
worden gezet, maar dat we ruimte bieden aan noodzakelijke
ontwikkelingen die mede de kwaliteit en de karakteristiek van onze
landschappen en cultuurhistorie versterken. Nieuwe ontwikkelingen zijn
niet slecht of bedreigend; een goed ontworpen gebouw of een zorgvuldig
ingepast complex kan een landschap verrijken. Denk maar aan de CONO
Kaasfabriek midden in de als werelderfgoed beschermde droogmakerij de
Beemster. Daar komt bij: elke tijd heeft zijn eigen iconen. Veel van wat
we nu als erfgoed in stand willen houden, was nooit als monument
bedoeld. Denk bijvoorbeeld aan de windmolens en pakhuizen langs de
Zaan die nu een visitekaartje van de provincie zijn.
2 Om ons landschap vitaal en toekomstbestendig te houden, moeten we dus
ook ruimte bieden aan nieuwe ontwikkelingen die op het eerste gezicht
misschien niet bij het huidige beeld lijken te passen. Een verstandig beleid
voor ruimtelijke kwaliteit betekent dat we ontwikkelingen toelaten als ze
bijdragen aan de kwaliteit van een gebied. Dat gebeurt niet vanzelf, maar
vraagt om een integrale afweging en samenwerking tussen partijen in een
vroege fase van de plannenmakerij planvorming ?
We hebben daarom begin dit jaar opdracht gegeven om de Leidraad te
actualiseren, zodat die nog beter past bij de rol die wij als provincie in
willen nemen. We willen eerder en beter het gesprek met onze partners
aangaan, duidelijkheid geven aan het begin van het planproces, en zo ook
een snelle planvorming mogelijk te maken.
Om toekomstbestendig te zijn dient de Leidraad daarom nog meer
ontwikkelgericht te zijn. De vernieuwde leidraad wordt –geheel in lijn met
de veranderende rol van de provincie- geen lijvige nota om plannen aan te
toetsen bij een vergunningsaanvraag, maar een bron van inspiratie en een
gedeelde start bij het begin van het gesprek met iedereen die iets wil in
het landschap.
Ik beloof u dat wij als provincie stáán voor de unieke ruimtelijke
kwaliteiten van Noord-Holland. Met de vernieuwde Leidraad, en met
andere instrumenten als de ARO, onze Provinciaal Adviseur Ruimtelijke
Kwaliteit en de Taskforce Ruimtewinst.
Daarnaast ben ik natuurlijk enorm blij met de bijzondere projecten van
personen en organisaties in Noord-Holland die we vandaag belonen,
omdat die onze prachtige provincie alleen maar mooier maken.
Dames en heren,
Laten we dan nu overgaan tot de uitreiking van de Arie Keppler Prijzen…
(Jef Mühren en/of Irmgard van Koningsbruggen komen naar voren)
Dank u wel.
3