Gedeputeerde Joke Geldhof spreekt op de Dag van het Wonen

Download Report

Transcript Gedeputeerde Joke Geldhof spreekt op de Dag van het Wonen

Samen bouwen
Dames en heren,
Het Parool kent de rubriek ‘wooncarrière’. Daarin kun je zien hoe het
bekende Amsterdammers verging tijdens hun zoektocht naar een
geschikte woning. Waar hebben zij in de loop van de jaren
gewoond?
Van klein naar groot, of groter, is vaak een constante.
Ik ben een rasechte Amsterdammer. Ik ben opgegroeid in West,
mijn ouders kwamen van Prinseneiland en Kattenburg, en ik heb de
stad zien transformeren tot wat het nu is: een metropool in
beweging.
De ontwikkeling van Amsterdam-Noord, met EYE, Overhoeks en
NDSM, is een mooi voorbeeld van industriële bedrijvigheid ‘aan de
overkant’ die heeft plaats gemaakt voor een sprankelend stadsdeel
van internationale allure.
Daar ben ik trots op! Het is een illustratie van hoe wonen, werken,
recreëren en mobiliteit kunnen samengaan en de Metropoolregio
zich ontwikkelt tot dé plek waar je moet zijn.
We staan voor een uitdagende woonopgave.
Na magere jaren, is de woningmarkt volop in beweging. In het
zuidelijk deel van de provincie neemt de druk op de markt toe met
vooral in de historische steden steeds verder stijgende huizenprijzen
tot gevolg. Er is een tekort aan betaalbare woningen in het
middensegment, wat de doorstroming belemmert en leidt tot
tekorten in de sociale voorraad. Er ligt een bouwopgave in de
provincie van ruim 230.000 woningen tot 2040, waarvan 210.000 in
het Noord-Holland deel van de MRA – tien keer zo veel als in NoordHolland Noord. Om die opgave te kunnen uitvoeren, hebben we
realistische plannen nodig en voldoende locaties.
Tegenover groei in het zuidelijk deel van de provincie staat vanaf
2030 een licht krimpende woningmarkt in Noord-Holland Noord. Hier
ligt de uitdaging in het op peil houden van de kwaliteit en vitaliteit
van woonmilieus en ruimte voor investering in verduurzaming.
Laten we ons even richten op de bouwopgave in het zuidelijk deel
van de provincie, waar we een flinke inhaalslag moeten maken. De
vraag is natuurlijk: waar? Ik begrijp dat ú het liefst een weiland
volbouwt – hoewel, als ik de laatste geluiden van de NEPROM hoor,
heb ik wel door dat er een verandering gaande is. Als provincie
hebben we de verantwoordelijkheid om integraal te kijken.
Dat brengt mij op de woningbouwprogrammering. Daarin komen de
kwantitatieve opgave en de kwalitatieve vraag naar woonmilieus en
ruimte bij elkaar. De provincie zet in op regionale samenwerking in
woningbouwprogrammering en op een goed functionerende
woningmarkt. Ik wil u kort vertellen hoe we dit aanpakken.
In Noord-Holland kennen we het fenomeen RAP’s: Regionale
Actieprogramma’s Wonen. Daarin maken we afspraken met
gemeenten over woningbouwprogramma's. Wij leveren kennis en
prognoses over bevolkings- en huishoudensontwikkeling en over
kwaliteit, de woonmilieus die ‘de markt’ – te weten de toekomstige
bewoners - vraagt. Vraaggestuurd én toekomstbestendig is wat mij
betreft het uitgangspunt. Het gaat niet alleen om de actuele
2
woningvraag, maar ook om een passende woningvoorraad op de
lange termijn.
De gemeenten maken op regionaal niveau afspraken over aantallen
en typen woningen, locaties en woonmilieus. Als provincie
ondersteunen we deze samenwerking – onder meer met circa 10
miljoen euro– en zetten we in op specifieke thema's, zoals zelfbouw,
verduurzaming van de woningvoorraad en levensloopbestendig
bouwen.
Maar wíj bouwen geen huizen! Dat doet u!
U maakt plannen, ontwikkelt bouwprojecten en stapelt de stenen. En
daar heeft u natuurlijk de ruimte voor nodig. In de praktijk lopen we
tegen dilemma’s aan. Bouwen in de groene gebieden direct rond
Amsterdam lijkt aantrekkelijk om snel slagen te maken, maar is op
de lange termijn niet goed voor het vestigingsklimaat en onze
internationale concurrentiepositie. De provincie stimuleert dat
gemeenten verder kijken dan alleen hun eigen woningbehoefte maar
dat meenemen in een integrale belangenafweging.
In lijn met het rijksbeleid geven we prioriteit aan het benutten van
binnenstedelijke locaties. Daar ligt nu de vraag van de consument.
En vooral in de regio Amsterdam. Daar gebeurt het! Steden zijn
booming. Amsterdam kan de concurrentie met wereldsteden als
Londen, Parijs en New York aan. Dat zie je alleen al aan de
prijsontwikkeling. Ik hoef u dat bericht van € 62.000 voor een
kamer van 9 m2 – in West! en met een eigen wastafel, dat wel –
niet te noemen.
3
Om de positie van Amsterdam en de MRA vast te houden, moeten
we blijven investeren in kwalitatief goede woonmilieus en voldoende
woningen in de juiste segmenten. Daarbij hoort ook aandacht voor
mobiliteit en een hoogwaardig OV. Het duurt nog even, maar met de
oplevering van de Noord-Zuidlijn ligt Amsterdam-Noord straks in het
hart van de stad.
Naast woonmilieus dragen ook andere factoren bij aan de sterke
positie van de MRA. Amsterdam staat volgens
PriceWaterhouseCoopers op de 5e plek in een lijst van 30
wereldsteden - als het gaat om gezondheid, veiligheid,
duurzaamheid, natuur, techniek en innovatie. De gateway-functie
van Schiphol op steenworpafstand van de binnenstad is van hoge
kwaliteit en essentieel voor het functioneren van de metropoolregio.
Een blijvend sterke positie is niet vanzelfsprekend. Laten we er met
elkaar aan werken dat we blijven meedraaien in de top. Daar
hebben we allemaal belang bij.
Wat we daarbij niet moeten onderschatten, is de waarde van het
omliggende Noord-Hollandse landschap. De groenblauwe scheggen
die zo ver Amsterdam in reiken, dat je in een mum van tijd vanuit
de stad buiten kunt zijn: ook dát is van ongekende waarde voor de
internationale concurrentiepositie. Immers: een aantrekkelijk
leefmilieu is een van de belangrijkste vestigingsplaatsfactoren. Ook
daarom zijn we zo gebrand op het goed benutten van de
mogelijkheden binnen de bestaande stad.
4
Ook de Provincie is voortdurend op zoek naar ruimte voor de
opgaven waar we voor staan. Een mooi voorbeeld is de doorbraak
die we hebben bereikt bij en samen met Minister Blok en
Staatsecretaris Dijksma, de luchtvaartsector en gemeenten over
wonen rondom Schiphol. Kern is de opheffing van irreële,
belemmerende regels voor nieuwe woningbouw en transformatie
binnen de 20KE-contour. Woningen bijvoorbeeld waarmee wordt
bijgedragen aan de vitaliteit van de kernen. Straks kunnen binnen
het bestaande stedelijke weefsel kantoorgebouwen en
bedrijventerreinen transformeren tot woongebieden, waar dat tot nu
niet kon, met in sommige gevallen leegstand en achteruitgang tot
gevolg. Gemeenten en ook u als ontwikkelaars moeten zich er wel
rekenschap van geven dat er sprake is van gebieden met meer
geluidsoverlast en dat toekomstige bewoners daarover goed worden
geïnformeerd.
Terugkomend op het investeren in wonen en OV: in ons programma
OV-knooppunten verbinden we mobiliteit met wonen en werken,
bijvoorbeeld door actief aan de slag te gaan met ontwikkeling,
transformatie en herinrichting van stationsomgevingen. Daarmee
vergroten we de bereikbaarheid en toegankelijkheid van het OV voor
heel veel inwoners van deze provincie.
Uit onderzoek blijkt namelijk dat men graag in de buurt van stations
woont. Wist u dat nu 58% van de treinreizigers met de fiets naar het
station komt? En we mogen verwachten dat vanwege demografische
ontwikkelingen en trends als afnemend autobezit onder jongeren dit
aandeel alleen maar toeneemt. We zien daarin de bevestiging van
5
ons beleid om op OV-knooppunten in te zetten. En dus volop kansen
voor u om de binnenstedelijke mogelijkheden daar te benutten!
Zoals in de Zaancorridor, een pilot waar we met de aan de spoorlijn
Amsterdam-Heerhugowaard gelegen gemeenten en NS en ProRail
werken aan het optimaliseren van de bereikbaarheid en kwaliteit van
stationsomgevingen. De Provincie heeft 10 miljoen euro beschikbaar
voor het stimuleren van binnenstedelijk bouwen, 5 miljoen als
bijdrage aan de ontwikkeling van locaties bij OV-knooppunten en we
investeren 4 miljoen in de transformatie van erfgoed.
Het begrip ‘transformatie’ heb ik al enkele keren genoemd. Ik ben
ervan overtuigd – samen met velen van u – dat ook verouderde
woonwijken en gebieden, die hun oorspronkelijke functie kwijt
raken, unieke kansen bieden voor renovatie of nieuwbouw die
naadloos aansluit op de vraag van de consument naar
hoogstedelijke woonmilieus. We hebben de website ‘Handreiking
Woonmilieus’ ontwikkeld. Die site laat zien welke
transformatiemogelijkheden er zijn om ervoor te zorgen dat vraag
en aanbod van woonmilieus in de toekomst beter op elkaar
aansluiten. En er zijn al wat mooie voorbeelden van geslaagde
transformaties; denk aan het Scheepmakerskwartier in Haarlem,
aan Kaap Hoorn, en aan Holland Park Diemen en het
Hembrugterrein in Zaandam die volop in ontwikkeling zijn.
Dames en heren,
Ik noemde al even de Regionale Actieprogramma's Wonen. Ik
verwacht van gemeenten dat zij in regionaal verband met elkaar,
6
met woningcorporaties en met u als marktpartijen om de tafel gaan
om afspraken te maken over woningbouwprogramma's. Hierin wordt
op regionaal niveau de kwantitatieve én kwalitatieve
woningbouwopgave gekoppeld aan bouwlocaties. Het gaat om de
juiste product-marktcombinaties. De provincie staat voor een
zorgvuldige afweging van belangen: ten behoeve van natuur en
biodiversiteit, landbouw, aardkundige monumenten en nog meer. En
daarbij ook ruimte om te bouwen en aan de vraag te voldoen,
kwaliteit van het aanbod, overcapaciteit voorkomen en behoud van
ruimtelijke kwaliteit en een aantrekkelijke leefomgeving.
Nederland staat voor de gigantische uitdaging om in 2050
energieneutraal te zijn. Het vraagt veel van ons allemaal om onze
woningvoorraad toekomstbestendig te maken: duurzaam,
klimaatbestendig en levensloopbestendig. In het Nationaal
Energieakkoord hebben we afspraken gemaakt over de transitie
naar een duurzaam gebouwde omgeving. De provincie stelt ruim 10
miljoen euro beschikbaar voor de verduurzaming van woningen. We
werken aan regionale warmteplannen, waarmee we inzicht krijgen in
welke buurten in Noord-Holland de beste kansen liggen voor een
warmtenet in de plaats van aardgas.
En we gaan aan de slag met de Samenwerkingsagenda die we in
juni met Bouwend Nederland op de Provada hebben ondertekend.
Om de woningbouw in Noord-Holland op peil te brengen en te
houden.
7
Ik wil Bouwend Nederland een groot compliment maken. Ik heb
gezien dat BN bijzonder innovatief is, heel goed weet in te spelen
op de opgaven waar we met zijn allen voor staan en dat ook nog
eens prima weet uit te dragen naar haar achterban.
Een van de afspraken met Bouwend Nederland is om de woningen in
Noord-Holland zo duurzaam mogelijk te maken. Zowel de
nieuwbouw als bestaande woningen. Verduurzaming van de
woningvoorraad in alle opzichten, maar zeker in energetisch opzicht,
zal in belangrijke mate bijdragen aan vermindering van het
energieverbruik en de CO2-uitstoot. Niet alleen goed voor het
milieu, maar ook voor de portemonnee. Banken verstrekken al
hogere hypotheken vanwege de lagere woonlasten van 0-op-demeterwoningen. Dus in alle opzichten goed voor het klimaat, goed
voor bewoners, goed voor de bouw, goed voor u.
Daarnaast roep ik u op om behalve aan verduurzaming van de
voorraad ook uw bijdrage te leveren aan levensloopbestendig
bouwen en klimaatadaptatie. Dat is nodig, want we hebben allemaal
vorige week kunnen ervaren wat hittestress betekent.
Verder houden de afspraken in de Samenwerkingsagenda in dat we
scherper gaan kijken naar de haalbaarheid van woningbouwplannen.
We hebben realistische plannen nodig voor de bouw van ruim
230.000 woningen tot 2040. Plannen die voldoen aan de
planologische kaders – binnenstedelijk, bij OV-knooppunten – én die
financieel haalbaar zijn. En als er andere belemmeringen zijn, dan
gaan we daarmee aan de slag. Ons gezamenlijk belang is dat de
woningen die nodig zijn op tijd gebouwd kunnen worden.
8
Overigens blijkt uit ónze inventarisatie uit o.a. gegevens die
gemeenten zelf aanleveren dat we voor de behoefte tot 2030 in
Noord-Holland binnenstedelijk voldoende ruimte beschikbaar
hebben: echte binnenstedelijke locaties en bestaande harde
plancapaciteit. Maar dat betekent niet dat we achterover kunnen
leunen. We moeten nadenken over de periode na 2030 en of de
huidige plannen voldoende aansluiten bij de vraag of moeten
worden geoptimaliseerd.
Al met al, gaat het om belangrijke opgaven voor nu en voor straks.
Ik blijf daar op hameren: wij hebben niet alleen een
verantwoordelijkheid om de actuele bouwopgave te realiseren, maar
we moeten ook zorg dragen voor bouwplannen die de tijd kunnen
doorstaan. Integrale plannen met aandacht voor de kwaliteit van
woonmilieus en de sociale omgeving en aansluitend op de vraag nu
en in de toekomst. Daarbij biedt de transitie naar een duurzaam
gebouwde omgeving kansen voor de markt, voor nieuwe
financieringsconstructies en voor zelfbouw.
U bouwt de woningen, wij scheppen samen met gemeenten ruimte
en dragen zorg voor een integrale afweging van belangen. Daarmee
kom ik op de Provinciale Omgevingsvisie. Dat instrument uit de
toekomstige Omgevingswet beschouw ik als revolutionair. Omdat die
visie leidt tot een echte integrale kijk op en integraal beleid voor de
“fysieke leefomgeving”. De Provinciale Omgevingsvisie heeft als
horizon 2050 en zal alleen daarom al geen blauwdrukplan kunnen
9
zijn. Zover kunnen wij echt niet kijken. We kunnen wel op basis van
ontwikkelingen en trends een koers uitzetten hoe we inspelen op die
ontwikkelingen én hoe we omgaan met onzekerheden en
belemmeringen. Met als uitgangspunt ‘Ja, mits’. We willen jadenken, wat niet betekent ja-zeggen, maar nadenken oftewel
meedenken over hoe het kan.
Dames en heren,
Het rijk heeft de zorg voor een goede Ruimtelijke Ordening aan de
provincies toevertrouwd, omdat de provinciale schaal daarvoor het
meest geschikt is. Wonen is een van de belangrijkste
functies/activiteiten in de fysieke leefomgeving. We wonen allemaal,
ons leven lang. Wat ik u heb willen meegeven is het belang van een
goede ruimtelijke afweging, kerntaak van de provincie. Kwantiteit en
kwaliteit zijn bondgenoten. Laten we inzetten op het verwezenlijken
van de actuele opgave en tegelijkertijd mooie plannen uitvoeren die
antwoord geven op de woonvraag van de toekomst. Daarbij moeten
we rekening houden met de trendbreuken1 van vergrijzing (geldt
voor alle gemeenten, bijna overal verdubbelt het aantal 75+ers in
de periode 2015-2040), een lichte daling van het aantal jongeren,
een stagnerende/dalende potentiële beroepsbevolking, en een forse
bevolkings- en huishoudensgroei, die zich vooral en steeds sterker in
NH-zuid concentreert.
Daarnaast gaat het ook om de klimaatverandering, de noodzakelijke
energietransitie, de economische transitie, zoals circulaire economie,
1
Zie notitie doorvertaling demografie, a.s. maandagavond op agenda commissie RWW
10
en om technologische vernieuwingen en mobiliteitsontwikkelingen,
die zich ook nog in een hoog tempo voltrekken.
Samenwerking en overleg in vroeg stadium zijn voorwaarden voor
het realiseren van de woonopgave. Vanuit de provincie zetten we in
op ruimte voor groei en ontwikkeling met oog voor kwaliteit,
vitaliteit en duurzaamheid. Een goed vestigingsklimaat als basis voor
een sterke internationale concurrentiepositie. We willen trends en
ontwikkelingen scherp in beeld houden. Daarvoor blijven we ook in
gesprek met de vastgoed- en bouwwereld en geven we uitvoering
aan de Samenwerkingsovereenkomst met Bouwend Nederland.
De uitdagingen waar we voor staan zijn groot, maar onze
ontwikkelkracht is dat ook. Het rijk heeft de zorg voor een goede
Ruimtelijke Ordening aan u en aan ons toevertrouwd, laten we dat
ook waarmaken. Ik nodig u uit om gezamenlijk en met alle
creativiteit de uitdagingen op te pakken. Voor behoud van ons
unieke vestigingsklimaat en toppositie van dit prachtige stuk
Nederland
Dank u wel.
11