Hst3 - ashramgeschiedenis.nl

Download Report

Transcript Hst3 - ashramgeschiedenis.nl

De Verenigde Staten en hun
federale overheid 1865 - 1965
© Sectie geschiedenis Ashram College
methode: Geschiedeniswerkplaats
De periode 1918-1945
3.1 Welvaart in de jaren 1920
1919-1920 Red Scare
• Na Russische Revolutie
 aanhang com./soc. 
• Recessie na WO I > stakingen 
Reactie overheid scherp (zie cartoons): arrestaties, rem immigratie
Invloed Progressive Movement kwijnt weg, ook door:
Jaren 20 “booming business”. Onder Harding en Coolidge blind vertrouwen
Extra
in vrije markt.
2 min
1
Economie: Rationele en efficiënte bedrijfsvoering >
Extra
Lagere prijzen, hogere lonen > welvaart  > consumptie 
2
(ook door invloed reclame)
Kenmerken groeiende welvaart: enorme groei autobezit, opkomst film en
radio, gebruik elektriciteit.
Mentaliteit: optimisme, geloof in harmoniemodel (socialisme niet nodig!) =
New Capitalism …… MAAR ….!?
De periode 1918-1945
3.2 De crisis van de jaren 1930
Structurele zwaktes:
•
•
•
•
Landbouw (export daalt door herstel Europese landbouw)
textiel, spoorwegen, mijnen (verval en werkeloosheid)
ongelijke inkomens (velen lenen geld om “mee te komen”)
Overproductie (productie stijgt meer dan inkomens)
1929 storten aandelen in (beurskrach) ->
• recessie wordt depressie
• faillissementen banken
• Hoover weet geen antwoord (wil marktmechanisme
behouden, geen overheidsingrijpen, wel
“zelfhulporganisaties”) -> toename problemen
De periode 1918-1945
3.2 De crisis van de jaren 1930
F.D. Roosevelt: New Deal brengt actieve rol overheid:
wetten; organisaties
New Deal
19 min
New Deal oppositie:
• Afkeuring zakenlieden (te veel belasting, te veel vakbond),
maar steun electoraat
• Hooggerechtshof: ‘wetten (NRA) ongrondwettig’
Hervormingen tweede New Deal (na herverkiezing
1936) geen succes: Blokkade REP. + Zuid. DEM en FDR
bezuinigt.
WO II: einde werkloosheid -> Productieverdubbeling,
tekort arbeidskrachten -> vrouwenarbeid, vakbeweging
meer macht
De periode 1918-1945
De ontwikkeling van de burgerrechten
3.3 Moeizame strijd tegen rassendicriminatie
In WO I en daarna zwarte migratie: van zuidelijke platteland
(weg van armoede, geweld, discriminatie) naar noordelijke
steden
• gettovorming
• zwarten ongeschoold werk
Blanken voelen zich bedreigd door “negerinvasie”
rassenrellen en discriminatie -> protestacties, rechtszaken
(NAACP, emancipatieverlangen groeit)
Ondanks discriminerende overheid (hard ingrijpen) en
rechterlijke macht stijgt levensstandaard zwarten
…… tot 1930!
De periode 1918-1945
De ontwikkeling van de burgerrechten
3.3 Moeizame strijd tegen rassendicriminatie
1929 beurskrach: zwarten de dupe
New Deal: Zwarten uiten waardering én ontevredenheid
Discriminatie zwarte werklozen door uitkeringsbureaus
Roosevelt moet blanke kiezers naar de ogen zien
37 zelfhulporganisaties voor/door zwarten gerechtelijke
discriminatie: blanke jury’s
WO II: Federaal beleid: in legeronderdelen toenemende
rechtsgelijkheid blank/zwart
De periode 1918-1945
Het buitenlands beleid
3.4 Jaren van isolationisme
1919 Wilson te Versailles:
Veertien Punten:
• - internationaal rechtssysteem
• - zelfbeschikkingsrecht volkeren
• - afzien van oorlog
• - Volkenbond
(1919) Congres verwerpt ‘Versailles’
> angst voor verlies soevereiniteit, terugkeer
gematigd isolationisme
De periode 1918-1945
Het buitenlands beleid
3.4 Jaren van isolationisme
Jaren 1920: gematigd isolationisme
Handelspolitiek protectionistisch, maar te veel belangen om
buitenland te verwaarlozen.
Kenmerk: Open Door Policy, wel afspraken, maar geen
(militaire) verplichtingen. (vb Japan-China en vgl. 2.4)
Europa blijft in beeld vanwege oorlogsschulden (o.a. Plan
Dawes)
T.a.v. Latijns Amerika nog steeds economische imperialisme
(breuk verleden : militair ingrijpen niet meer populair,
troepen na 1920 teruggetrokken)
1933 FDR met Good Neighbour Policy (door crisis geen
buitenlandse avonturen, wel economische samenwerking)
De periode 1918-1945
Het buitenlands beleid
3.5 De VS en de Tweede wereldoorlog
Isolationisme jaren 1930 naar hoogtepunt.
1935 neutraliteitswet: geen wapens naar oorlogvoerenden,
later aangescherpt: ook geen leningen!
Maar wat te doen met opkomend fascisme in Dld. en
Japan? Pas na herkiezing 1940 (3e x) kan Roosevelt iets
doen:
1941 Lend Lease Act (“uitlenen” militair materieel)
Veel contacten FDR en Churchill > Atlantisch Handvest
(voor wereldwijde democratie, tegen fascisme)
Grote ommekeer: Pearl Harbour (dec. 1941)
De periode 1918-1945
Het buitenlands beleid
3.5 De VS en de Tweede wereldoorlog
VS na P. Harbour onderdeel “Grote Drie”.
Anders dan in 1919 VS nu initiatiefnemer nieuwe
volkerenorganisatie > Verenigde Naties
Veiligheidsraad (5 permanente leden) krijgt
leidende rol.
In Jalta (br. 1945) ook steun van Stalin, maar wel
toestaan van invloedssferen na de oorlog.
Onderlinge verschillen steeds duidelijker (o.a. over
Polen, toekomst Duitsland, enz)
Kortom: de Koude Oorlog komt er aan!