2 Van de redactie 3 Een hoop taal: Niet

Download Report

Transcript 2 Van de redactie 3 Een hoop taal: Niet

VakTaal
2 Van de redactie
3 Een hoop taal: Niet onvervelend
4Neerlandistiek in Midden-Europa
6 Literatuur en media
in onderzoek en onderwijs
7Literatuur en media
in onderzoek en onderwijs
8Dag Truus
10 Galaxies Apart
11Grammatica in het wild II
12Is the man who is tall happy?
13Onderwijs Nederlands
als Tweede Taal
14Triage à sec
Tijdschrift van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek • acht-en-twintigste jaargang – nr 4 – 2015
1
VakTaal – NR 4 2015
door: Callum Simpson en Henriëtte Louwerse
‘Galaxies Apart’
of toch ‘Tot het verschil over sterrenstelsels gaat’?
Studenten Nederlands vertalen literatuur
Het grote voordeel van Nederlands
studeren buiten Vlaanderen en Nederland is dat je zo nu en dan bezoek
krijgt dat wat langer blijft hangen.
Geen gastspreker die na afloop snel
de trein moet halen, nee, een auteur
die drie weken blijft, die je leert kennen en met wie je echt kan werken. In
Groot-Brittannië hebben we deze luxe
te danken aan het gastschrijversprogramma van de Taalunie: ieder jaar
krijgen de University van Sheffield
en Nottingham en University College
London een auteur op bezoek die de
drie locaties aandoet. Dit jaar viel de
keuze op de jonge auteur en theatermaker Rebekka de Wit. In Sheffield
en Nottingham stond de tekst over
Antwerpen die Rebekka schreef
voor het citybooks.eu project van het
Vlaams-Nederlandse cultuurhuis deBuren centraal. 38 studenten van Nottingham en Sheffield bogen zich over
de vertaling van de tekst in het Engels.
Een van de deelnemers, Callum Simpson uit Sheffield doet verslag. Callum
studeert Frans en Nederlands als
hoofdvak en Italiaans als bijvak.
“De eerste stap bij de vertaling van een
literair-existentialistische tekst zoals die
van Rebekka de Wit is dat je de tekst
goed leest en begrijpt, wat voor ons al
redelijk lastig was, aangezien niemand
van ons Nederlands als moedertaal
heeft. Sommige zinnen, zoals die waarin
de titel letterlijk voorkomt, zijn niet meteen te begrijpen. De brontekst gebruikt
veel mooie, interessante maar ongewone
zinnen, uitdrukkingen en termen. Bovendien moet je voor een vertaling de
tekst heel precies lezen. Toen ik mijn
eerste vertaalpoging deed, had ik misschien de tekst nog een keer door moeten lezen, want ik had het woord ‘zwijgt’
10
onterecht als ‘zwaait’ gelezen. Daarom
stond er in mijn eerste vertaling te lezen: “She says ‘gehakkelde aurelia [zie
hieronder]’ and then waves”. Mysterieus
maar niet echt de bedoeling. Nog een
voorbeeld van de termen die behoorlijk
moeilijk te vertalen waren, was de naam
van het vlindersoort die net hierboven
werd genoemd: “Gehakkelde aurelia”.
Door dat even te googlen ontdek je
de wetenschappelijke naam van deze
vlinder: Polygonia c-album. ‘Jeetje, dat
is toch iets té wetenschappelijk’, dacht
ik. Vooral omdat het in de tekst een
kind is dat het zegt. Maar ik worstelde
door, en ietsje dieper in het onderzoek
vond ik wat de ‘gewone’ naam voor
onze Polygonia is: Comma. Ja. Comma
butterfly. Dit was me toch niet specifiek
of poëtisch genoeg; het klonk ongemakkelijk en vreemd. Maar als dat de
juiste vertaling is, wat kan ik er dan nog
aan doen? Ik stond op het punt om op
te geven toen ik nog een andere, minder-bekende naam tegen: Anglewing,
en toen nog beter Satyr Anglewing. Die
naam heeft het juiste evenwicht tussen
wetenschappelijkheid (dat is een woord,
ik beloof het) en kinderlijke, poëtische
schoonheid. Dus daar ben ik persoonlijk
voor gegaan.
Ja, persoonlijk - want het gaat niet alleen
maar om een individueel vertaalproject.
De tekst, van een stuk of zeven pagina’s,
werd voor ons in acht delen gehakt en
elk deel werd aan één groep toevertrouwd. In elk groepje zitten er 4-5 studenten, allemaal uit Nottingham en Sheffield, en iedereen moet eerste individueel
het stuk van hun groep vertalen voordat
wij een soort gezamenlijke vertaling voor
elk stuk kunnen smeden. Dus mijn Satyr
Anglewing is niet automatisch wat je in
het eindproduct gaat zien als iemand een
beter alternatief kan bedenken!
Wij arme ellendige zielen staan niet
alleen voor deze taak: Ons staat ter
beschikking Jonathan Reeder, professioneel vertaler par excellence, die wel degelijk mee aan het helpen is - uiteraard
vertaalt hij niet hele stukken voor ons,
want dit blijft toch ons project, maar hij
beschikt over expertise, inzicht en technieken die wij (nog) niet hebben.
Misschien nog wel mooier is de aanwezigheid van de schrijfster zelf, die
momenteel bij ons in Sheffield zit. Zij
kent de tekst uiteraard beter dan wie
dan ook, en kan ons dus adviseren over
hoe wij haar oeuvre wel of niet moeten
vertalen - bijvoorbeeld de titel, waar
iemand “Galaxies Apart” voor voor
had gesteld, maar volgens Rebekka is
de betekenis van de titel helemaal omgekeerd vanwege de zin waarin hij in de
tekst tevoorschijn komt - te moeilijk om
dat hier snel uit te leggen. Als je dat wilt
snappen, lees het maar!” •
De vertaling is vanaf mei te vinden op
www.citybooks.eu/Antwerpen. De
Nederlandse tekst staat er al en is als
e-boek of als luisterboek te downloaden
samen met nog honderden teksten over
‘minder’ bekende steden.
Dit project is mede mogelijk gemaakt
door de Taalunie, deBuren, de University
of Sheffield, de Nederlandse Ambassade
en de Vlaamse Vertegenwoordiging in
Londen.
Callum Simpson is student Nederlands
aan de University of Sheffield.
Henriëtte Louwerse is als senior lecturer
in Dutch verbonden aan de University
of S
­ heffield en bestuursvoorzitter van de
IVN.
Tot het verschil over sterrenstelsels gaat
Until the Difference is Between Galaxies
Rebekka de Wit
Rebekka de Wit
1
Het leek me vanzelfsprekend dat het eerste wat vreemdelingen opvalt als ze Antwerpen binnen strompelen,
het straatlicht is.
Toen ikzelf net in Antwerpen aankwam, een
vreemdeling nog, was het straatlicht het eerste wat ik
zag en ik geloof dat ik gelukkig was. Het licht deed me denken aan
Cuba, een land waar ik nog nooit was geweest. Ik had er alleen
maar een foto van gezien en sindsdien had ik zo’n groot verlangen
naar dat land dat mijn verlangens langzaam in herinneringen veranderden en het onderscheid tussen echte en verlangde herinneringen vervaagde.
Zo ging het ook met Antwerpen. Ik verlangde naar die stad en ik
denk dat ik me vooral het verlangen herinner als ik nu aan Antwerpen terugdenk. Niet wat er werkelijk gebeurde.
Ik kan me niet goed herinneren wie die persoon was die daar stilstond in het straatlicht en lachte.
Ik verstond nog nauwelijks iets van de taal om mij heen. Het enige
wat ik kon registreren was dat de klanken van Antwerpenaren door
hun neus naar buiten kwamen.
Soms heb ik heimwee naar die periode, omdat er nog geen woorden waren. Er waren alleen maar klanken die als onverstaanbare
liedjes uit opengesperde neuzen kwamen. Mensen spraken niet met
elkaar maar zongen naar elkaar zoals zangvogels. Toen ik de taal
nog niet verstond hield ik van Antwerpenaren zoals van zangvogels.
8
19
e ziet in de volgende scène van de film de baby die
J
nu een kind is zelfstandig naar school lopen. Daar zit
het in een hoekje tot het aan de beurt is om iets te vertellen, doet haar handen open en er vliegt een vlinder
uit. Het kind zegt ‘gehakkelde aurelia’ en zwijgt daarna.
Veel films eindigen bij het begin, bij de eerste
kus of de eerste huwelijksnacht. Het eindigt
vaak met een belofte, maar een belofte is
zo gemaakt.
Ik dacht dat de film misschien moest eindigen
met de jongen en het meisje, die nog steeds hand en hand lopen
en in een demonstratie terechtkomen, en na verloop van tijd niet
anders kunnen dan elkaars handen loslaten om een vuist te maken
die deelneemt, waarna ze elkaar kwijtraken. Vrij snel al werd deze
onschuldige beweging een metafoor.
De camera zoomt uit, net zolang totdat de hele demonstratie in
beeld is, net zo lang totdat de hele stad in beeld is en mensen
mieren worden en op elkaar lijken. De camera zoomt net zolang
uit tot het verschil over sterrenstelsels gaat en op de achtergrond
hoor je de cellosuites van Bach, gespeeld door de Rus die dacht
dat hij de Berlijnse muur kon laten vallen door er tegenaan te leunen en Bach onophoudelijk te spelen. Maar hij viel niet door Bach.
Noch door de militairen, maar door een schitterend misverstand.
1
It seemed obvious to me that the street light is the
first thing that strikes foreigners as they stumble into
Antwerp.
When I had just arrived in Antwerp, still a foreigner myself, the street light was also the first thing I noticed, and I think I
was happy. The light made me think of Cuba, a country I had never
been to. I had only ever seen a photo of it and ever since then I’d
wanted to go there so much that my longings slowly turned into
memories and the line between reality and the picture in my head
faded away.
It was the same with Antwerp. I longed to go to that city and now
when I cast my mind back to Antwerp, I think I remember the
longing more than anything else. Not what actually happened.
I can’t really remember who the person was that stopped in the
street light and laughed.
I barely understood any of the language around me. The only
thing I could make out was that the Antwerpers’ sounds came out
of their noses. Sometimes I miss that time, because there were no
words. There were only sounds coming from flared nostrils like
unintelligible songs. People didn’t speak to each other, they sang
to each other like songbirds. Back when I couldn’t understand the
language, I loved Antwerpers just as I loved songbirds.
8
19
In the next scene of the film you see the baby, now
a child, who is allowed to walk to school on her
own. There she sits in a corner waiting for her turn to
speak. When it comes, she opens her hands and out
flies a butterfly. ‘Spotted Anglewing’ she says, and
then sits back down.
Many films end at the beginning - with the first
kiss or with the wedding night. It often ends
with a promise, but a promise is easily made.
I thought that the film should maybe end
with the boy and the girl walking hand in hand. They wind up in a
demonstration and as time goes by they have no alternative but to
let go of each other’s hands to take part and raise their fists. Afterwards they lose each other. Pretty soon this innocent movement
becomes a metaphor. The camera zooms out until the whole
demonstration is in frame, until the entire city is in frame; the people become ants and all look the same, the difference between
them fading away. The camera zooms out until the difference is
between galaxies. In the background you can hear Bach’s Cello
Suites being played by the Russian who thinks he can make the
Berlin wall fall by leaning against it and constantly playing Bach.
But it didn’t fall because of Bach or the military. It fell because of a
brilliant misunderstanding.
11