Geachte heer Van Roon, Op 27 maart 2015 is uw aanvraag voor een

Download Report

Transcript Geachte heer Van Roon, Op 27 maart 2015 is uw aanvraag voor een

Bezoekadres: Wilhelminakade 179
3072 AP ROTTERDAM
Postadres: Postbus 6575
3002 AN ROTTERDAM
Aan Multi Veste 276 B.V.
T.a.v. de heer F.D. van Roon
Postbus 875
2800 AW Gouda
Website: www.rotterdam.nl
E-mail : [email protected]
Afdeling: Bouw -en Woningtoezicht
Telefoon: 14010
Ons kenmerk: OMV.15.03.00462
Aantal bijlagen: 2
Betreft: besluit aanvraag
omgevingsvergunning
Datum: 22 juni 2016
Geachte heer Van Roon,
Op 27 maart 2015 is uw aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor de locatie
gelegen aan de Coolsingel 119 te Rotterdam. Het voormalige bankgebouw (ABN-AMRO bank)
is een rijksmonument. De aanvraag betreft de herontwikkeling van het stadsblok Coolsingel –
Oldenbarneveltsplaats -Lijnbaan-Binnenwegplein tot multifunctioneel binnenstedelijk complex
met detailhandel, horeca, woningen en kantoren (Forum II).
Uw aanvraag omvat de volgende activiteiten:
Handelingen met gevolgen voor een beschermd monument;
Bouwen;
Afwijking van de planregels;
Het plaatsen van handelsreclame.
Hierbij ontvangt u de door u aangevraagde omgevingsvergunning. In deze
omgevingsvergunning komen de volgende onderwerpen aan de orde:
-
-
-
Omschrijving van het bouwplan;
Coördinatieregeling/Toets aan het bestemmingsplan;
Activiteit Handelingen met gevolgen voor beschermde monumenten;
o Omschrijving werkzaamheden;
o Advies Commissie voor Welstand en Monumenten;
o Advies van de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap;
o Overweging;
o Voorschriften;
o Mededeling;
o Uitvoering.
Activiteit Bouwen;
o Toets bodemonderzoek;
o Archeologische monumentenzorg;
o Toets aan redelijke eisen van welstand;
o Parkeereis;
o Toets aan en afwijking van het Bouwbesluit 2012;
o Voorschriften voor de activiteit bouwen;
Activiteit Afwijken van planregels;
Activiteit Handelreclame;
Besluit;
Inwerkingtreding besluit.
Blad: 2/12
Kenmerk: OMV.15.03.00462
Omschrijving van het bouwplan
Gezien uw aanvraag en de daarbij ingediende stukken is het de bedoeling de voormalige
ABN-AMRO locatie te herontwikkelen. Het betreft het bouwblok gelegen tussen de Lijnbaan,
het Binnenwegplein, de Coolsingel en de van Oldenbarneveltplaats.
De oude ABN kantoortoren wordt getransformeerd tot een woontoren met 103 woningen.
Deze woontoren behoudt de huidige hoogte van 51,910 meter (dakvoetniveau) maar krijgt een
andere verschijningsvorm. Er is sprake van een programma van circa 60.000 m² bruto
vloeroppervlak (bvo) met een diversiteit aan functies (detailhandel: 31600m² bvo,
kantoor:10.300m² bvo, wonen: 12800m² bvo en horeca 2500 m² bvo ).
Het voormalige ABN-AMRO gebouw (rijksmonument) wordt herontwikkeld. Op een deel van
de begane grond komt een moderne bankshop. De overige ruimte op de begane grond en de
eerste etage worden herontwikkeld voor detailhandel/horeca/kantoor. De ruimte tussen het
oude ABN-AMRO gebouw tot de uitbreiding van de Lijnbaanwinkels wordt een winkel. De
winkel krijgt twee entrees, een aan de zijde van de ”Koopgoot” en een aan de zijde van het
Binnenwegplein/voormalig Jungerhanspand. De bebouwing aan de Lijnbaan wordt als
onderdeel van het nieuwe plan herontwikkeld en aan de achterzijde uitgebreid met ruimte op
het binnenterrein.
Coördinatieregeling/Toets aan het bestemmingplan
Op basis van artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening heeft de Gemeenteraad op 4 juni
2015 besloten om de gemeentelijke coördinatieregeling toe te passen voor het project “Forum
Rotterdam” (Forum II”).
Dit door de gemeenteraad genomen besluit maakt het mogelijk om gecoördineerd over deze
aanvraag omgevingsvergunning, het (project)bestemmingsplan “Forum Rotterdam” en het
besluit hogere waarden Wet geluidhinder te besluiten.
Het plan past voor wat betreft de beoogde functies (detailhandel, horeca, woningen en
kantoren) binnen het bestemmingsplan Coolsingel e.o. (onherroepelijk 10-12-1997). Op enkele
punten is het plan echter in strijd met de regels van dit bestemmingsplan:
-De balkons van het tot woningen te transformeren bestaande kantoorgebouw zijn gelegen in
Stadcentrum zone III alwaar een toegestane hoogte geldt van 40 meter;
-De entree van de “G-Star” krijgt een andere verschijningsvorm en komt gedeeltelijk te liggen
in Stadscentrum zone I alwaar een toegestane hoogte geldt van 5 meter;
-Ondergronds bouwen (de kelderverdiepingen van Forum);
-De gevel van de winkels gelegen aan de Lijnbaan komt circa 0,50 meter naar voren te liggen
in Stadscentrum zone I.
Echter, ingevolge artikel 3.30, lid 3, van de Wet ruimtelijke ordening vormt het
bestemmingsplan dat ingevolge het coördinatiebesluit gelijktijdig wordt voorbereid met de
aanvraag omgevingsvergunning het toetsingskader voor de aanvraag als bedoeld in artikel
2.1, lid 1, sub c, en artikel 2.10 Wabo. De aanvraag omgevingsvergunning past in de
bestemming Centrum-I en voldoet aan artikel 4 (Waarde Archeologie) van het (project)
bestemmingsplan “Forum Rotterdam”. Dit bestemmingsplan is 2 juni 2016 vastgesteld door de
Raad van de gemeente Rotterdam.
In het door de Raad van de gemeente Rotterdam vastgestelde (project)bestemmingsplan
“Forum Rotterdam” is de ontwikkeling van Forum II getoetst aan de diverse beleidsmatige,
economische, planologische, verkeerskundige en milieutechnische aspecten. Daarbij is
geconcludeerd dat de ontwikkeling van Forum zal bijdragen aan een verrijking van het
Rotterdamse stadscentrum, waarbij niet alleen een stevige versterking wordt gegeven aan het
bestaande voorzieningenniveau, maar tevens de ruimtelijke kwaliteit in het (openbare) gebied
een impuls krijgt.
Blad: 3/12
Kenmerk: OMV.15.03.00462
De leefbaarheid van het stadscentrum wordt verbeterd, niet alleen overdag, maar juist ook in
de avonduren door het toevoegen van woningen.
Forum II geeft mede invulling aan het gemeentelijk ambitieniveau waarbij de uitstraling en
sfeer van een Europese top binnenstad wordt nagestreefd.
In het bestemmingsplan wordt aangetoond dat het project voldoet aan de diverse
randvoorwaarden, op zowel stedenbouwkundig, economisch, verkeers- als milieutechnisch
gebied.
Activiteit Handelingen met gevolgen voor beschermde monumenten;
Omschrijving van de werkzaamheden
Gezien de aanvraag en de daarbij ingediende stukken is het de bedoeling om het
rijksmonument Coolsingel 119 (voormalig kantoorgebouw ABN AMRO) te transformeren tot
een winkelgebouw met een gedeeltelijke kantoorfunctie. De wijziging van het rijksmonument
(monumentnummer: 530919) vormt onderdeel van een grotere ontwikkeling op
bouwblokniveau die het gebied tussen de Coolsingel, de Van Oldenbarneveltplaats, de
Lijnbaan en het Binnenwegplein betreft.
De bankbebouwing aan de Coolsingelzijde, van Oldenbarneveltplaats en Binnenwegplein blijft
behouden. In de expeditiehof wordt nieuwbouw voorgesteld die gevolgen heeft voor het
monument. Voorgesteld wordt om aan deze zijde de klerkenhal te slopen en nieuwbouw te
realiseren.
Het voormalige bankgebouw zal heringericht worden ten behoeve van nieuwe winkel- en
kantoorruimten. Hiertoe worden ook een aantal inmiddels verdwenen onderdelen van het
interieur gereconstrueerd. Verder worden er aanpassingen voorgesteld aan de gevels, het dak
en het interieur.
Advies Commissie voor Welstand en Monumenten
Het advies van de commissie voor Welstand en Monumenten van 30 september 2015 is
positief onder voorwaarde. Deze voorwaarde is -tevens- opgenomen bij de activiteit bouwen.
Een afschrift van het advies is bij dit besluit gevoegd.
Advies van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap heeft op 27 oktober 2015 positief
geadviseerd. Ten aanzien van een aantal planoordelen zijn aanbevelingen gedaan voor
nadere uitwerking/aanpassing. Een afschrift van het advies van de Minister aan de Gemeente
Rotterdam is bij dit besluit gevoegd.
Beoordeling bureau Monumenten
Bureau Monumenten en Cultuurhistorie volgt de adviezen van de commissie voor Welstand en
Monumenten en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Een aantal
aanbevelingen uit de adviezen worden als voorschrift aan deze vergunning verbonden.
Met betrekking tot de opmerking van de Minister over het gebruik van de oude dienstenentree
als opgang voor de nieuw te bouwen woningen, is de gemeente van mening dat het inzetten
van deze entree kan zorgen voor een passende, levendige invulling van dit deel van het
gebouw. De historische entree geeft het bovengelegen woongebouw een entree met allure die
in de vorm van nieuwbouw moeilijk realiseerbaar is, waarbij bovendien de monumentwaarde
van het gebouw ook bij deze wijziging leidend is.
Met betrekking tot de nieuwbouw aan de Lijnbaanzijde en de zijde aan de Beurstraverse is de
uitwerking van de bebouwing uitgebreid bestudeerd en op stedelijk niveau besproken, ook op
basis van cultuurhistorische en ruimtelijke analyses en waarbij de samenhang met het
monumentale deel van de Lijnbaan centraal stond.
Blad: 4/12
Kenmerk: OMV.15.03.00462
Geconstateerd is dat de Van Oldenbarneveltplaats inmiddels een andere positie in het
stedelijk weefsel heeft gekregen waarbij de Beurstraverse is veranderd van een stadstraat die
de Lijnbaan kruist tot hét hart van het kernwinkelapparaat van Rotterdam.
De schaalsprong in de bebouwing wordt door de stad gezien als een passend antwoord op
deze vernieuwde stedenbouwkundige positie in de stad. Het voorstel voor Forum past qua
architectuurbeeld goed bij de Rotterdamse modernistische context in dit gebied.
De gewenste samenhang met het monumentale deel van de Lijnbaan wordt gevonden in een
aantal andere elementen, zoals het (kleinschalige) maatsysteem van de gevel en het thema
van de luifels.
Voorschriften
De volgende gegevens dienen te worden voorgelegd aan bureau Monumenten en
Cultuurhistorie vóórdat wordt begonnen met de werkzaamheden. In de te overleggen
gegevens dienen de opmerkingen van de Commissie voor Welstand en Monumenten en van
de rijksdienst te worden verwerkt.
1. een nadere uitwerking van de aan te brengen overkapping aan de achtergevel waarin
inzichtelijk wordt gemaakt hoe regelmatige bouwkundige inspecties en onderhoud
uitgevoerd kunnen worden;
2. een uitwerking van de hemelwaterafvoeren ter plaatse van de aansluiting van de
overkapping op de achtergevel, waarin inzichtelijk is gemaakt hoe de overstort is
geregeld;
3. een nader onderzoek dat verduidelijkt hoe de beleving van het kunstwerk (A.D.Copier)
in het trappenhuis beïnvloed zal gaan worden door de nieuwe toevoegingen en
waarbij ook het verlichtingsaspect wordt betrokken;
4. een nader herplaatsingsvoorstel voor de historische glasramen van Copier die uit de
hoogbouw van het bankgebouw terug wordt geplaatst in het monument;
5. De oorspronkelijke dienstentree met trappenhuis in de noordgevel dient in uitstraling,
materialisatie, inrichting en reclamevoering nadrukkelijk onderdeel uit te blijven maken
van het rijksmonument;
6. een reclameplan waarin de voorgestelde reclames van het gehele complex qua
positie, vorm en afmetingen nader worden omschreven.
7. de technische uitwerking en de bevestigingsmethoden (incl. details) van de aan te
brengen reclame-uitingen;
8. een glasmonster inclusief specificaties van de nieuw toe te passen ramen;
9. een proefopstelling met toelichting van een deskundige met betrekking tot het reinigen
van de gevels;
10. een bemonstering van de toe te passen granieten sierlijsten boven de winkelpuien;
11. een inrichtingsplan van de bouwplaats waarin aangeven wordt hoe de monumentale
interieuronderdelen en exterieuronderdelen tijdens de uitvoering van de
werkzaamheden worden beschermd.
Mededeling
Voor de uitvoering van werkzaamheden die niet onder deze vergunning vallen moet contact
worden opgenomen met bureau Monumenten & Cultuurhistorie, beoordeeld zal worden of
nadere plangoedkeuring nodig is. Dit geldt ook als tijdens de uitvoering tot dan toe onbekende
onderdelen van het monument, die mogelijk (cultuur)historische waarde bezitten, worden
aangetroffen.
Uitvoering
De controle op de uitvoering van het monumenten onderdeel van de vergunning is
toegewezen aan de inspecteur van bureau Monumenten & Cultuurhistorie de heer L. Haaring.
Voor vragen kunt u de monumenteninspecteur bereiken via:
telefoonnummer:
06-10092977
e-mail:
[email protected]
Blad: 5/12
Kenmerk: OMV.15.03.00462
Activiteit bouwen ;
Toets bodemonderzoek
Uit het door Envita uitgevoerde bodemonderzoek (Rapportnummer 205439-10/R01 van 17 juli
2015) volgt dat sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging, maar dat geen
sprake is van actuele humane, ecologische of verspreidingsrisico’s. De Wet
bodembescherming verplicht daarom niet tot spoedige bodemsanering. De sanering dient
uitgevoerd te worden bij herinrichting van de locatie. Omdat er op de locatie bouwwerkzaamheden worden uitgevoerd is er sprake van
herinrichting. Voorafgaande aan de bouwwerkzaamheden dient daarom een saneringsplan of
een melding in overeenstemming met het Besluit en de Regeling Uniforme Saneringen (BUS)
door het bevoegd gezag te zijn goedgekeurd. De saneringswerkzaamheden kunnen voor of
tijdens de bouw worden uitgevoerd. Na afloop van de saneringswerkzaamheden dienen deze
in een evaluatieverslag gerapporteerd te worden. Het evaluatieverslag dient ter goedkeuring
aan het bevoegd gezag te worden overgelegd. De DCMR Milieudienst Rijnmond is namens de
gemeente Rotterdam het bevoegd gezag met betrekking tot de sanering.
Archeologische monumentenzorg
Naar aanleiding van het advies van september 2012 van de adviseur Bureau Oudheidkundig
Onderzoek Rotterdam van de gemeente Rotterdam is voor wat betreft het bouwplan ‘Forum
Rotterdam’ aan de Coolsingel te Rotterdam een archeologisch verkennend en inventariserend
onderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek geven aanleiding tot het uitvoeren van
vervolgonderzoek.
Indien uit het inventariserend (vervolg)onderzoek (karterende en waarderende fasen) blijkt dat
een waardevolle archeologische vindplaats aanwezig is, dan worden aan de
omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen op basis van artikel 4.2.2. van het (project)
bestemmingsplan Forum Rotterdam de volgende voorwaarden verbonden:
a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische
waarden in de bodem kunnen worden behouden;
b. de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek (een opgraving);
c. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een
archeologisch deskundige.
Toets aan de redelijke eisen van welstand
Het door de Commissie voor Welstand en Monumenten in haar advies van 30 september 2015
ingenomen standpunt is overgenomen. Het uiterlijk en de plaatsing van het bouwwerk zijn
vooralsnog niet in strijd met redelijke eisen van welstand. Een afschrift van dit advies is bij dit
besluit gevoegd.
Bouwbesluit
Uw aanvraag is op verbouw niveau getoetst aan het Bouwbesluit 2012.
Afwijking van het Bouwbesluit 2012 (gelijkwaardigheid)
1. Het bouwplan voldoet voor wat betreft veilig vluchten en beperking van verspreiding van
rook niet aan de eis als gesteld in de artikel 2.101, lid 1 van het Bouwbesluit, omdat artikel
2.106, lid 6 van het Bouwbesluit voor deze gebruiksfunctie voorschrijft dat een besloten
vluchttrappenhuis hoger dan 20 meter in de vluchtrichting uitsluitend wordt bereikt door een
afzonderlijke vluchtroute met een loopafstand van ten minste 2 meter.
In dit geval wordt toepassing gegeven aan artikel 1.3 van het Bouwbesluit omdat, door het
toepassen van vrijloopdeurdrangers een mate van vluchtveiligheid en beperking van
verspreiding rook wordt geboden, die als gelijkwaardig wordt beoordeeld aan het beoogde in
de genoemde artikelen.
Blad: 6/12
Kenmerk: OMV.15.03.00462
Hieraan worden echter voorwaarden gebonden.
De vrijloopdeurdrangers dienen voor elke woningtoegangsdeur afzonderlijk:
- door middel van rookmelders gekoppeld te worden met een zogenaamde ‘lus’ verbinding;
- aan de hal-zijde dienen de vrijloopdeurdrangers voorzien te zijn van een visuele signalering
waarmede “buitengebruik” kan worden vastgesteld en
- een verplicht periodieke onderhouds- en controle van de deurdrangers.
Voor de uitvoering, dient de uitwerking ter goedkeuring aan Bouwtoezicht te worden
aangeboden.
2. Uw aanvraag voldoet voor wat betreft beperking van uitbreiding van brand niet aan de eis
gesteld in artikel 2.81, lid 1 van het Bouwbesluit omdat artikel 2.83, lid 1 van het Bouwbesluit
voor deze gebruiksfunctie voorschrijft dat een brandcompartiment geen groter
gebruiksoppervlakte heeft als de in de tabel 2.81 aangegeven grenswaarde.
Er wordt in dit geval toepassing gegeven aan artikel 1.3 van het Bouwbesluit, omdat het
gebouw gedeeltelijk wordt voorzien van een sprinklerinstallatie welke een mate van beperking
van uitbreiding van brand biedt die als gelijkwaardig is beoordeeld aan het beoogde in het
genoemde artikel. Derhalve kennen wij een vergroting van de gebruiksoppervlakte van het
brandcompartiment toe tot een grote van 17000 m2. Voor de toepassing van deze
gelijkwaardigheid verbinden wij aan deze vergunning een aantal voorwaarden.
Voordat u het gebouw in gebruik neemt moet de sprinkler installatie zijn voorzien van een
geldig inspectiecertificaat dat is afgegeven op grond van het CCV inspectieschema
Brandbeveiliging. Dit certificaat moet direct na oplevering van de installatie aan ons worden
aangeboden via www.omgevingsloket.nl.
3. Uw aanvraag voldoet voor wat betreft sterkte bij brand niet aan de eis gesteld in artikel 2.9,
lid 1 van het Bouwbesluit, omdat artikel 2.10, lid 1, 2, 3, 4 en 6 in samenhang met artikel 2.84,
lid 1 van het Bouwbesluit voor deze gebruiksfuncties voorschrijft dat de tijdsduur van de
brandwerendheid van de hoofddraagconstructie, met betrekking tot bezwijken in minuten
gedurende tenminste 90/120 minuten niet wordt overschreden.
Er wordt in dit geval toepassing gegeven aan artikel 1.3 van het Bouwbesluit, omdat het
gebouw gedeeltelijk wordt voorzien van een sprinklerinstallatie welke een mate van
constructieve veiligheid en weerstand tegen branddoorslag biedt die als gelijkwaardig wordt
beoordeeld aan het beoogde in genoemde artikelen. Derhalve kennen wij een reductie van 30
minuten op de vereiste brandwerendheid van de hoofddraagconstructie toe omdat door
toepassing van sprinkler dezelfde mate van brandwerendheid wordt geboden aan
branddoorslag als bedoeld in 2.84, lid1. Voor de toepassing van deze gelijkwaardigheid
verbinden wij aan deze vergunning een aantal voorwaarden.
Voorschriften voor de activiteit bouwen
Wegens acceptatie van het bij de aanvraag ontbreken van gegevens en stukken als bedoeld
in artikel 2.7, derde lid van de Regeling omgevingsrecht, is het noodzakelijk om aan deze
omgevingsvergunning voorschriften te verbinden.
De aanvullende gegevens moeten uiterlijk drie weken voor de start van de werkzaamheden
aan ons ter goedkeuring worden aangeboden via www.omgevingsloket.nl.
U kunt pas beginnen met de werkzaamheden als u heeft voldaan aan alle voorschriften en de
aanvullende gegevens door ons zijn goedgekeurd.
De volgende voorschriften worden aan de omgevingsvergunning verbonden:
1. Indien er in rood correcties op de tekeningen zijn aangebracht moet het plan aldus worden
uitgevoerd zodat wordt voldaan aan de bouwregelgeving.
Blad: 7/12
Kenmerk: OMV.15.03.00462
U moet nog de volgende gegevens indienen. Het kan daarbij gaan om berekeningen,
tekeningen en (test)rapporten.
2. Voor wat betreft welstand gegevens over:
-de technische uitwerking en de bevestigingsmethoden (incl. details) van de aan te brengen
reclame-uitingen;
-een glasmonster inclusief specificaties van de nieuw toe te passen ramen;
3. Gegevens over:
- de kraanfundatie;
- de voorzieningen t.b.v. de bouwput;
- de bouwmethode en de veiligheidsvoorzieningen (bouwveiligheidsplan);
- bijzondere tijdelijke constructies;
- het leidingverloop van de rioleringinstallatie.
4. Voor wat betreft de constructie gegevens over:
- een grondonderzoeksrapport en grondmechanisch advies t.b.v. de fundering;
- het gewicht en de stabiliteit (gewichts -en stabiliteitsberekening);
- de bestaande constructie(s) in relatie tot de wijzigingen (een controleberekening);
- de toe te passen palen en het palenplan;
- de constructies van beton;
- de constructies van hout;
- de constructies van metaal;
- de constructies van steenachtig materiaal;
- de constructies van glas;
- de constructies van kunststof.
5. Voor wat betreft de brandveiligheid gegevens over:
- de ontruimingsalarminstallatie (inclusief het PvE);
- de brandmeldinstallatie (inclusief het PvE);
- de droge blusleidingen (met capaciteitsberekening);
- de luchtbehandelingsinstallatie;
- het uitgangspunten document/inspectieplan van de sprinklerinstallatie (PvE);
- de nood- en transparantverlichtingsinstallatie;
- de certificaten van puien, deuren en bouwdelen waarvoor eisen ten aanzien van de
weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag gelden;
- de brandwerendheid (met betrekking tot bezwijken) van de hoofddraagconstructie, waarvoor
een tijdsduur voor brandwerendheid geldt;
- de rookmelders in de woningen;
- het communicatiesysteem t.b.v. van binnenhuisdekking voor de hulpdiensten (C2000);
- brandoverslag berekeningen
6. Het gebouw moet worden voorzien zijn van een ontruimingsalarminstallatie.
De signalering moet kenbaar worden gemaakt aan alle aanwezige personen (luid alarm)
De ontruimingsalarminstallatie moet zijn van het type A en voldoen aan NEN 2575.
Voordat u het gebouw in gebruik neemt moet de installatie door de Veiligheidsregio
Rotterdam-Rijnmond/ Regionale Brandweer met positief resultaat zijn getest.
Blad: 8/12
Kenmerk: OMV.15.03.00462
7. Het gebouw moet worden voorzien zijn van een brandmeldinstallatie.
De brandmeldinstallatie moet voldoen aan NEN 2535 en de omvang van de bewaking moet
voldoen aan gedeeltelijke bewaking met doormelding naar de R.A.C.
Voordat u het gebouw in gebruik neemt moet de installatie gecertificeerd zijn volgens de
'Regeling brandmeldinstallaties 2011'.De op tekening aangegeven droge blusleidingen moeten
voldoen aan NEN 1594. Het voedingspunt van de leidingen moet worden vastgesteld in
overleg met de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond/ Regionale Brandweer.
8. Voordat u het gebouw in gebruik neemt moeten de leidingen, inclusief de eventueel daarbij
behorende pompinstallaties, met positief resultaat zijn getest door een deskundige.
De resultaten van deze test moeten volgens bijlage A van NEN 1594 worden verwerkt in een
keuringsrapport, volgens bijlage B van deze norm. U moet een kopie van het rapport aan ons
aanbieden zodat wij kunnen beoordelen of de test is uitgevoerd door een deskundige.
De luchtbehandelinginstallatie moet voldoen aan NEN 1087, NEN 6076, NEN 6077 en de
praktische uitwerking daarvan in hoofdstuk 13 van het boek ‘Brandbeveiligingsinstallaties’ van
de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding.
De brandweerliften (inclusief de verkeersruimte als bedoeld in afdeling 2.16 van het
Bouwbesluit) moeten, voldoen aan NEN-EN 81-72 en hoofdstuk 17 van het boek
‘Brandbeveiligingsinstallaties’ van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en
Rampenbestrijding.
9. Voordat u het gebouw in gebruik neemt moeten de brandweerliften door het Liftinstituut zijn
goedgekeurd. Daarnaast moeten de voeding en de ventilatie moet door de Veiligheidsregio
Rotterdam-Rijnmond/ Regionale Brandweer met positief resultaat zijn getest.
De op tekening aangegeven sprinklerinstallatie moet worden ontworpen en uitgevoerd door
een bureau vermeld in de 'Regeling Blussystemen' van het NCP-LNB en voldoen aan
hoofdstuk 6 van het boek ‘Brandbeveiligingsinstallaties’ van de Nederlandse Vereniging voor
Brandweerzorg en Rampenbestrijding.
10. Voordat u het gebouw in gebruik neemt moeten wij het uitgangspunten document hebben
goedgekeurd. Daarnaast moet voor de installatie een certificaat van deugdelijkheid zijn
afgegeven volgens het 'Inspectieschema Vast opgestelde brandbeheers- en Blussystemen
2008'.
11. De op tekening met ‘V’, ‘P’ en/ of ‘E’ aangegeven deuren moeten over de minimaal
vereiste breedte kunnen worden geopend zonder dat gebruik moet worden gemaakt van een
sleutel of ander los voorwerp. (V= vluchtdeur; P= paniekdeur voorzien van panieksluiting, die
moet voldoen aan NEN-EN 1125; E= deur voorzien van automatische bediening). De deuren
moeten in de aangegeven richting draaien.
De op tekening met ANV aangegeven ruimten moeten zijn aangesloten op een voorziening
voor noodstroom. De noodverlichtingsinstallatie moet voldoen aan NEN 1010 en NEN-EN
1838.
12. De op tekening aangegeven vluchtwegaanduiding geeft de minimaal vereiste
vluchtwegaanduidingen weer op basis van de bouwkundige aspecten van het gebouw. Het
gebruik van het gebouw en de daarbij behorende nadere inrichting kan leiden tot nader
vereiste aan te brengen vluchtwegaanduidingen.
Vluchtwegaanduidingen in de met ANV aangegeven moeten zijn aangesloten op een
voorziening voor noodstroom.
Blad: 9/12
Kenmerk: OMV.15.03.00462
12a. De verlichting van de op tekening met ANV aangegeven ruimten moeten zijn aangesloten
op een voorziening voor noodstroom. Voordat u het gebouw in gebruik neemt moet de
noodverlichtingsinstallatie te zijn getest middels een luxmeting. Van deze meting moet een
rapportage worden opgesteld. Deze rapportage moet aan ons worden aangeboden via
www.omgevingsloket.nl.
12b . Het aan te leveren uitgangspuntendocument (UPD) moet als uitzondering op de
hierboven gestelde termijn uiterlijk 8 weken van tevoren aan ons worden aangeboden via
www.omgevingsloket.nl.
13. De op tekening aangegeven brandslanghaspels mogen een maximale lengte hebben van
30 meter en moeten een inwendige diameter hebben van 19 mm en voldoen aan NEN-EN
671-1. De brandslanghaspels moeten op het drinkwaterleidingnet worden aangesloten en
tegen vorst zijn beschermd.
14. Voordat u het gebouw in gebruik neemt moeten de plaatsen door ons zijn goedgekeurd.
De op tekening met RM aangegeven ruimten moeten zijn voorzien van rookmelders die
moeten voldoen aan NEN 2555. De huisinstallatie moet voldoen aan NEN 1010.
15. Voordat u het gebouw in gebruik neemt moet de installatie door ons met positief resultaat
zijn getest.
U moet het gebouw laten voorzien van een C2000 communicatiesysteem ten behoeve van
binnenhuisdekking voor de hulpdiensten.
U bent verplicht de start van de werkzaamheden uiterlijk twee dagen voor aanvang te melden.
Hiervoor dient u gebruik te maken van het meldingsformulier op www.rotterdam.nl/downloads.
Het formulier dient op www.omgevingsloket.nl als bijlage onder vermelding van “Aanvang
bouwwerkzaamheden” van vergunning OLO kenmerk: 1644105 aangeleverd te worden. Dit
geldt ook voor de gereedmelding van de werkzaamheden. Alle later aan te leveren stukken
dienen eveneens via het Omgevingsloket te worden aangeboden.
Activiteit Afwijking van de planregels
Artikel 8.1 van de planregels van het bestemmingsplan “Forum Rotterdam” bepaalt dat het
gebruik van gronden binnen het plangebied “Forum Rotterdam” alleen is toegestaan als op
eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Op grond van artikel 8.1, sub b
van de planregels is sprake van voldoende parkeergelegenheid als deze voldoet aan de
parkeernormen en berekeningsmethode uit de Parkeernormen, die als bijlage bij de planregels
zijn gevoegd.
Artikel 8.3.1, sub d, van de planregels bepaalt dat omgevingsvergunning kan worden verleend
om van het bepaalde in artikel 8.1 af te wijken, indien kan worden aangetoond dat binnen een
loopafstand van 500 meter van de hoofdingang van het gebouw(deel), ten behoeve waarvan
in parkeergelegenheid moet worden voorzien, op andere wijze in voldoende
parkeergelegenheid wordt voorzien.
Op grond van de parkeernormen geldt voor de nieuw te realiseren woningen een
parkeerbehoefte van 78 parkeerplaatsen. Deze parkeerplaatsen zijn beschikbaar in de
Lijnbaan-en Bulgersteyngarages, die op een afstand van minder dan 500 meter van de
hoofdingang van het woongebouw zijn gesitueerd. De beschikbaarheid van de
parkeerplaatsen wordt gerealiseerd door middel van een langlopende huurovereenkomst. De
aangevraagde activiteit kan daarom worden verleend.
Hiermee wordt, in lijn met het Verkeersplan Binnenstad Rotterdam ’Citylounge Bereikt’, een
groot aantal parkeerplaatsen in een bestaande bezoekersparkeergarage in de binnenstad
omgezet in stallingparkeerplaatsen.
Blad: 10/12
Kenmerk: OMV.15.03.00462
Activiteit handelsreclame :
De activiteit handelsreclame zoals bedoeld in artikel 2.2. lid 1, sub h, van de Wet algemene
Bepalingen omgevingsrecht is welstandshalve beoordeeld in het kader van de activiteit
bouwen. Er is geen sprake van een situatie zoals bedoeld in artikel 4:15 lid 1 van de
Algemene plaatselijke verordening Rotterdam.
Ter inzagelegging
Op de behandeling van de aanvraag/besluiten is de procedure van afdeling 3.4 van de
Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Het ontwerpbesluit en de overige van belang zijnde stukken hebben van vrijdag 4 december
2015 tot en met donderdag 14 januari 2016 ter inzage gelegen. Tegen het ontwerp
bestemmingsplan “Forum Rotterdam” en daarmee mede tegen de concept
omgevingsvergunning werden 3 zienswijzen ingediend (waarvan er 1 later is ingetrokken). Als
gevolg van zienswijze 2.3 (parkeren) werd planregel 8.1 aangepast en planregel 8.3.1 sub d,
toegevoegd.
Besluit
Gelet op het vorenstaande wordt u een omgevingsvergunning verleend op grond van artikel
2.1, eerste lid sub a en f en artikel 2.2, eerste lid, sub h, van de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht (Wabo) in samenhang met artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening
omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt mede verleend met toepassing van
artikel 8.3.1, sub d, van de planregels in samenhang met artikel 2.12, lid 1, sub a, onderdeel 1
van de Wabo.
De verlening van de omgevingsvergunning vindt tevens plaats met toepassing artikel 1.3 van
het Bouwbesluit 2012 tot het uitvoeren van het bovenomschreven plan overeenkomstig de
gewaarmerkte bescheiden en in achtneming van de in dit besluit vermelde voorschriften en
voorwaarden.
Met vriendelijke groet,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
namens deze,
clusterdirecteur Stadsontwikkeling,
voor deze,
drs. M.J. Schotman,
Hoofd Bouw- en Woningtoezicht
Blad: 11/12
Kenmerk: OMV.15.03.00462
Inwerkingtreding besluit
Op grond van artikel 6.1, tweede lid, onder b, van de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht treedt deze beschikking in werking met ingang van de dag na afloop van de
beroepstermijn, tenzij een voorlopige voorziening is ingediend.
Artikel 6.2c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht heeft aanvullende werking op
de inwerkingtreding van het besluit.
U wordt verzocht bij correspondentie ons kenmerk OMV. 15.03.00462 te vermelden.
Beroep
Binnen zes weken, ingaande de dag na de eerste dag van de terinzagelegging van dit besluit,
kan beroep worden ingesteld bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State door
een belanghebbende die:
-tijdig tegen het ontwerpbesluit zienswijzen heeft ingebracht;
-aantoont dat hij hiertoe redelijkerwijs niet in staat is geweest.
Het beroepschrift moet worden gericht aan:
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Postbus 20019
2500 EA ’s-Gravenhage
U kunt ook digitaal beroep instellen bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van
State. Kijk op www.raadvanstate.nl voor meer informatie over het instellen van digitaal beroep.
Degenen die bevoegd zijn beroep in te stellen kunnen naast het indienen van een
beroepschrift een voorlopige voorziening aanvragen bij de Voorzitter van de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als van deze mogelijkheid gebruik wordt
gemaakt, treden de besluiten niet in werking voordat op het verzoek om een voorlopige
voorziening is beslist.
NB. Op dit besluit is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent, dat de
belanghebbende in het beroepschrift moet aangeven welke beroepsgronden hij aanvoert
tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe
beroepsgronden meer worden aangevoerd. Vermeld in het beroepschrift dat de Crisis- en
herstelwet van toepassing is.
Een kopie van dit besluit is gezonden aan:
-Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen
P/A Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed ([email protected]
Blad: 12/12
Kenmerk: OMV.15.03.00462
Bijlagen:
Kenmerk
Aanvraagnummer
Datum
27-3-2015
27-3-2015
27-3-2015
27-3-2015
27-3-2015
27-3-2015
27-3-2015
9-10-2015
9-10-2015
9-10-2015
19-11-2015
5-4-2016
5-4-2016
5-4-2016
5-4-2016
5-4-2016
5-4-2016
24-6-2016
OMV.15.03.00462-02
1644105
Bestandsnaam
4-FORUM-II-5234N05a-brandoverslag-pdf
5-FORUM-II-MDC-130W3-P-PJ001B-pdf
6-FORUM II-GF-2016081-1-NO-pdf
3-3-FORUM II-BB toets-VG REVISIE-pdf
3-4-FORUM II-BB toets-VR REVISIE-pdf
3-6-FORUM II-BB toets-TS REVISIE-pdf
5-0-Ventilatieberekening appartementen
3_4_FORUM II_BB toets_VR REV2.pdf
3_3_FORUM II_BB toets_VG REV2.pdf
5_FORUM_II_MDC-130W3-P-PJ001E.pdf
365_reclameplan_20151119.pdf
1_FORUM II_doc lijst REV4.pdf
2_0_FORUM II_Tek lijst REV4.pdf
2_1_FORUM II_Plgr REV4.pdf
2_2_FORUM II_DrsnGev REV4.pdf
4_FORUM II_5234N04c-lijnbaan.pdf
4_FORUM II_5234R01d-brandveiligheid.pdf
5234N03c'-doorstroomcapaciteiten-vluchtroutesprimark
Docnum Correcties
1674976
1674978
1674980
1713608
1713610
1713614
1713616
1780109
1780111
1780112
1813472
1914932
1914933
1914934
X
1914935
1914937
X
1914938
X
1982207
X