Factsheet Statushouders

Download Report

Transcript Factsheet Statushouders

factsheet
Statushouders
De rol van gemeenten in de ondersteuning van statushouders
mei 2016
Aantallen
Sinds 2014 is het aantal vluchtelingen in
Nederland door oorlog in onder andere
het Midden Oosten gestegen. In Nederland zijn in de periode 1 januari 2015 tot
1 februari 2016 58.880 asielaanvragen
geregistreerd (bron: CBS). Aan ongeveer
70% van de asielzoekers wordt een tijdelijke verblijfsvergunning van maximaal 5
jaar toegekend.
Herkomst
De meeste vluchtelingen die een
asielaanvraag indienen zijn afkomstig
uit Syrië (ongeveer 44%) en Eritrea
(ongeveer 17%) (zie Vluchtelingenwerk).
Gemeentelijke ondersteuning van
statushouders
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de ondersteuning van statushouders. Die verantwoordelijkheid start bij het organiseren van pas-
Wachttijd asielprocedure
De wachttijd voor het indienen van
een asielaanvraag duurt gemiddeld 7
maanden. Voor de behandeling van een
asielaanvraag geldt een wettelijke beslistermijn. Deze is in februari 2016 verruimd van zes naar vijftien maanden, met
de mogelijkheid om die termijn te verlengen met nog eens drie maanden als
dat nodig is. Dat kan dus betekenen dat
asielzoekers na aankomst in Nederland
ongeveer 2 jaar wachten op de beslissing
op hun asielaanvraag.
sende huisvesting en het bieden van een inkomen aan degenen die
hier zelf niet in kunnen voorzien. Nadat statushouders hun basis in
de gemeente hebben gelegd, begint een traject gericht op inburgering,
integratie en participatie. Ook hiervoor zijn gemeenten grotendeels
verantwoordelijk.
In de begeleiding en ondersteuning van statushouders liggen voor
gemeenten grote uitdagingen, vanwege de groeiende omvang en de
specifieke problematiek van deze groep. Statushouders hebben een
aantal kenmerken die ze onderscheidt van andere migranten en doelgroepen, zoals:
t
In tegenstelling tot migranten zijn statushouders hier op
basis van humanitaire in plaats van economische gronden.
t
Statushouders hebben veelal te maken met
een traumatisch verleden.
factsheet Statushouders
1
Definities
Asielzoeker
Persoon die een aanvraag om toelating
als vluchteling heeft ingediend.
Statushouder/ Vergunninghouder
Asielzoeker van wie het asielverzoek is
ingewilligd en die een (legale)
verblijfsstatus heeft gekregen.
Vluchteling
Niet-Nederlander die naar Nederland is
gekomen en van wie op grond van het
Vluchtelingenverdrag van Genève van
1951 is vastgesteld dat hij of zij in het
herkomstland gegronde vrees heeft voor
vervolging, vanwege een godsdienstige of
politieke overtuiging, nationaliteit, ras of
het behoren tot een bepaalde sociale
groep (zie CBS).
t
Statushouders hebben een gebrek aan een netwerk: zij kunnen
beperkt gebruik maken van een sociaal vangnet.
t
Statushouders komen als asielzoeker Nederland binnen en zijn
gemiddeld 21 maanden in afwachting van hun procedure. In die periode is er weinig aandacht voor inburgering, integratie en participatie.
Deze kenmerken vragen gemeenten om kritisch te bekijken of hun
beleid en geboden voorzieningen voldoende aansluiten op de ondersteuning van statushouders. Lessen uit het verleden kunnen helpen
bij het ontwikkelen van een duurzame aanpak, waarbij voorzieningen
niet volgtijdelijk, maar gelijktijdig worden ingezet (zie ook de policybrief van de WRR).
Deze factsheet biedt een overzicht van de taken en verantwoordelijkheden binnen het sociaal domein die gemeenten hebben in de
ondersteuning van statushouders die ontstaan zodra het Centraal
Orgaan opvang Asielzoekers (COA) een statushouder aan een gemeente heeft toegewezen. Tevens wordt een overzicht gegeven van
relevante informatiebronnen.
Taakstelling
Zodra een asielzoeker een (tijdelijke) verblijfsvergunning heeft gekre-
Betrokken partijen
gen, wordt hij of zij door het COA gekoppeld aan een gemeente. De
De Wetenschappelijke Raad voor Rege-
koppeling van statushouders aan gemeenten gebeurt op grond van
ringsbeleid heeft in december 2015 een
een halfjaarlijkse taakstelling die door het Rijk wordt opgelegd. De
Policy-brief opgesteld waarin lessen uit
taakstelling is gebaseerd op het aantal inwoners in een gemeente. In
het verleden zijn uitgewerkt die kunnen
de eerste helft van 2016 moeten de gemeenten gezamenlijk 20.000
helpen om de integratie van statushou-
statushouders huisvesten. In de tweede helft van 2016 gaat het om
ders nu te bespoedigen. Een van de les-
23.000 statushouders.
sen vormt het creëren van een sluitende
aanpak waarin de gemeente een regierol
Gemeenten hebben 12 weken de tijd om toegewezen statushouders
neemt en samenwerkt met de betrokken
huisvesting te bieden. Veel gemeenten hebben een gebrek aan goed-
partijen, zoals:
kope woonruimten en zijn er niet in geslaagd om de taakstelling voor
het eerste half jaar van 2016 te realiseren. Om de uitstroom uit de
t Werkgevers
asielzoekerscentra naar de gemeenten te bevorderen en gemeenten in
t Onderwijsinstellingen
de gelegenheid te stellen passende woonruimten te organiseren, kun-
t Corporaties
nen zij gebruik maken van het Gemeentelijk Versnellingsarrangement
t Maatschappelijke organisaties
(GVA) en de Tijdelijke regeling stimulering huisvesting vergunning-
(waaronder vluchtelingenwerk)
houders.
t COA
t Organisaties van vluchtelingen
en vrijwilligers
t Rijksoverheid
factsheet Statushouders
2
Huisvesting organiseren
Inburgering en participatie
Bij het organiseren van passende huisves-
Alle statushouders vanaf 16 jaar tot en met de pensioengerechtigde
ting voor statushouders kunnen gemeen-
leeftijd zijn op grond van Wet Inburgering verplicht om in te burge-
ten gebruik maken van het Gemeentelijk
ren. Statushouders zijn zelf verantwoordelijk voor het volgen van een
Versnellingsarrangement (GVA) en een
inburgeringscursus (dit is niet verplicht), het behalen van het inbur-
tijdelijke subsidieregeling om versneld
geringsexamen en de bekostiging hiervan. Zij hebben tot 3 jaar na
huisvestingscapaciteit te realiseren.
ontvangst van de verblijfsvergunning de tijd om het examen te halen.
Statushouders die het examen niet binnen deze periode afronden,
Gemeentelijk
Versnellingsarrangement
kunnen een boete krijgen van maximaal 1.250 euro.
Statushouders kunnen voor de bekostiging van een cursus en het examen een lening afsluiten bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)
t
t
t
t
Via het GVA kunnen gemeenten tijde-
van maximaal 10.000 euro. Wanneer de statushouder het examen
lijke huisvesting bieden in woonruim-
binnen 3 jaar na verstrekking van zijn verblijfsvergunning haalt, wordt
ten zonder reguliere woonfunctie.
de lening kwijtgescholden.
De gemeente ontvangt een vergoeding van 50 euro per volwassen
Het participatieverklaringstraject
statushouder en 25 euro per kind per
Van statushouders wordt verwacht dat zij zo snel mogelijk na ves-
week van het COA voor de kosten
tiging in een gemeente meedoen aan de Nederlandse samenleving
van de woonruimte. De statushouder
en zelfredzaam zijn. Om dit te bereiken wordt het volgen van een
betaalt geen huur aan de gemeente.
participatieverklaringstraject per 1 juli 2017 een verplicht onderdeel van
De statushouder ontvangt eet- en
het inburgeringsexamen. In een participatieverklaringstraject staat de
leefgeld van het COA
kennismaking met en de verdieping in de Nederlandse basisprinci-
Statushouders die geplaatst worden
pes, normen en waarden centraal. In het traject volgen statushouders
via het GVA tellen mee voor de taak-
een workshop waarin met de Nederlandse waarden en normen wordt
stelling (zie VNG).
geoefend. Het traject wordt afgesloten met de ondertekening van de
participatieverklaring. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het orga-
Tijdelijke regeling stimulering
huisvesting vergunninghouders
niseren van de workshops en een ondertekeningsmoment.
Voor de invoering van het participatieverklaringstraject als verplicht
onderdeel van het inburgeringsexamen is een wijziging van de Wet
t
t
De subsidie wordt verstrekt voor de
Inburgering noodzakelijk. De gewijzigde wet treedt naar verwachting
nieuwbouw van woonvoorzieningen
per 1 juli 2017 in werking. Vooruitlopend op deze wetswijziging wor-
of de transformatie van gebouwen
den gemeenten geacht in 2016 al te starten met het verzorgen van het
die nog geen woonfunctie hadden.
participatieverklaringstraject.
De subsidie bedraagt 6.250 euro per
statushouder vanaf 18 jaar.
factsheet Statushouders
3
Uitdagingen bij
re-integratie
Statushouders hebben over het algemeen een grotere afstand tot de arbeidsmarkt door:
t Beperkte mogelijkheden om tijdens
de asielprocedure te werken. (Deze
mogelijkheden worden naar verwachting verruimd naar aanleiding van
het Uitwerkingsakkoord Verhoogde
Asielinstroom)
t Een taalachterstand
t Diploma’s die niet voldoen aan
Nederlandse en/of Europese eisen
t Onbekendheid bij werkgevers over
de mogelijkheden om statushouders
Huisvestingswet
Gemeente die een urgentieregeling voor huurwoningen hanteren zijn
op grond van de Huisvestingswet 2014 nu nog verplicht om statushouders als voorrangscategorie aan te merken. In april 2016 heeft het
kabinet een voorstel tot de afschaffing van de automatische voorrang
voor statushouders bij de Tweede Kamer ingediend. Gemeenten behouden wel de bevoegdheid om via de huisvestingsverordening statushouders als urgente groep woningzoekenden aan te houden.
werk te bieden
t Discriminatie op de arbeidsmarkt
Inkomen en
inkomensondersteuning
t Traumatische ervaringen in het land
De arbeidsparticipatie van statushouders is laag. Ruim tweederde van
van herkomst en psychische klachten
de statushouders tussen de 15 en 64 jaar in Nederland heeft geen betaald werk. Een groot deel van de statushouders doet een beroep op
Zie voor meer informatie ook de
bijstand en inkomensondersteuning (zie CBS).
WRR-Policy Brief 4
Veel gemeenten zien de kosten van de algemene bijstand en de minimaregelingen door de toename van het aantal statushouders stijgen.
Naast de maandelijkse bijstanduitkering en de minimaregelingen
vormt de leenbijstand aan statushouders voor de inrichting van een
woning een grote extra kostenpost. De hoogte van de leenbijstand
verschilt per huishoudtypen, maar kan oplopen tot duizenden euro’s
per huishouden.
De verwachting is dat de uitgaven voor bijstand en inkomensondersteuning ook de komende jaren hoog zullen zijn. Door hun grotere
afstand tot de arbeidsmarkt is de kans op werk voor statushouders
kleiner en bestaat het risico dat veel statushouders langdurig een beroep moeten doen op de bijstand en minimaregelingen.
factsheet Statushouders
4
Handige links
De gezondheid van vluchtelingen in
gemeenten: preventie centraal
(Bron: GGD GHOR)
Factsheet
Gezondheidsbevordering van
vluchtelingen in gemeenten
(Bron: Pharos)
Factsheet Syrische vluchtelingen
(Bron: Pharos)
Factsheet Eritrese vluchtelingen
Zorg & Welzijn
(Bron: Pharos)
De gemeentelijke verantwoordelijkheden op het gebied van zorg
gelden voor álle burgers, dus ook voor statushouders. Er zijn echter
Factsheet Gezondheidszorg voor
gezondheidsrisico’s die vragen om extra aandacht voor deze groep.
asielzoeker in Nederland
Veel voorkomende gezondheidsproblemen onder vluchtelingen en
(Bron: Pharos)
statushouders zijn:
Factsheet voor alle kinderen
t fysieke klachten als gevolg van oorlog en geweld
(bron: VNG)
t chronische en vaak onbegrepen pijnklachten
t psychische en psychiatrische problemen zoals depressie, angst
Integratie: hand in hand met gezondheid
(Bron: GGD West-Brabant)
en posttraumatische stressstoornissen
t problematiek rond seksualiteit en voortplanting
t opvoedingsproblemen
Het briefadvies Geestelijke Gezondheid
van vluchtelingen
Gemeentelijk beleid
(Bron: Gezondheidsraad).
Welzijn en gezondheid vormen de basis voor integratie en participatie. En omgekeerd geldt dit ook: wie meedoet zit lekkerder in zijn vel.
Inzicht in tekorten van gemeenten voor
Van belang is dat gemeenten bij het opstellen en uitvoeren van ge-
maatschappelijke begeleiding voor voor-
zondheidsbeleid direct al rekening houden met de toename van het
malig asielzoekers
aantal statushouders. Zo kunnen gemeenten voorkomen dat er in de
(Bron: VNG)
toekomst (gezondheids)achterstanden bij deze kwetsbare groep ont-
Verantwoording vergoeding
staan. Vanuit gemeenten is een actieve en integrale aanpak nodig
(zie ook loketgezondleven), die onder andere gericht is op:
t Het verzorgen van passende huisvestiging vanuit de zorgbehoefte
t Het bevorderen van gezondheid vanuit eigen kracht
t Het informeren van statushouders over het zorgsysteem in
Nederland (zie GGD)
factsheet Statushouders
5
Maatschappelijke
begeleiding
Gemeenten ontvangen van het COA voor
iedere statushouder op wie de vergoeding voor maatschappelijke begeleiding
van toepassing is een schriftelijke bevestiging. Gemeenten kunnen in een reactie
op deze brief de vergoeding aanvragen.
Over de verkregen middelen hoeven gemeenten geen directe verantwoording af
Extra budget
De toename van het aantal statushouders leidt op de terreinen van
inkomen, inkomensondersteuning, werk, maatschappelijke begeleiding en zorg tot extra kosten voor gemeenten. Voor de financiering
van deze kosten heeft het Rijk in het Uitwerkingsakkoord Verhoogde
Asielinstroom met gemeenten afgesproken 353 miljoen euro extra beschikbaar te stellen. De extra middelen mogen ingezet worden op het
gebied van:
t
Bijzondere bijstand
t
Jeugdhulp
t
Infectieziektebestrijding
t
Jeugdgezondheidszorg
Afspraken budget
t
Voor- en vroegtijdige educatie
Om de hogere kosten door de ver-
t
Leerlingenvervoer
te leggen.
hoogde instroom van statushouders op
te kunnen vangen hebben het Rijk en de
Gemeenten ontvangen per statushouder een vast bedrag dat vervol-
gemeenten in het Bestuursakkoord Ver-
gens vrij besteed kan worden. De exacte systematiek voor de verdeling
hoogde Asielinstroom afspraken gemaakt
van de middelen wordt op korte termijn uitgewerkt door fondsbeheer-
op het gebied van opvang, huisvesti-
ders van het gemeentefonds.
ging, participatie en maatschappelijke
begeleiding. In het Uitwerkingsakkoord
Vergoeding maatschappelijke begeleiding
Verhoogde Asielinstroom zijn nadere
Met de invoering van het participatieverklaringstraject krijgen gemeen-
afspraken gemaakt over zorg, werk en
ten er in het kader van de maatschappelijke begeleiding een nieuwe taak
integratie (zie ‘Extra budget’).
bij. De vergoeding voor de begeleiding van statushouders is daarom
structureel verhoogd van 1.000 euro naar 2.370 euro per statushouder.
De afspraken uit de akkoorden zijn ge-
Gemeenten kunnen het bedrag in 2016 aanvragen bij het COA (zie
richt op het bevorderen van de integratie
kader). De uitbetaling in 2017 en verder verloopt via een door het Rijk en
en participatie van statushouders, door
de VNG nog nader te bepalen, nieuwe financieringssystematiek.
te investeren in onderwijs, werk en gezondheidsbevordering.
Gezondsheidsbevordering en preventie
Gemeenten krijgen in 2016 3 miljoen euro en in 2017 4 miljoen euro be-
De VNG legt het Uitwerkingsakkoord in
schikbaar voor de inzet op gezondheidsbevordering en preventie gericht
mei via een ledenraadpleging voor aan
op statushouders. Met dit budget kunnen zij extra maatregelen nemen
de gemeenten. Begin juni neemt de VNG
om complexere zorgvragen op de langere termijn te voorkomen.
een definitief besluit over het akkoord.
Verhoging gebundelde uitkering Participatiewet
Het Rijk heeft bij de bepaling van het macrobudget van de gebundelde uitkering Participatiewet voor 2016 geen rekening gehouden
met de toename van het aantal statushouders. Dit heeft tot gevolg dat
gemeenten nu uitkeringen moeten financieren waarvoor zij nog geen
budget hebben ontvangen.
factsheet Statushouders
6
Factsheet Statushouders
mei 2016
Europees Sociaal Fonds
Het Europees Sociaal Fonds (ESF) stelt
via de subsidie Actieve Inclusie extra
middelen beschikbaar voor arbeidstoeleiding van mensen met een afstand tot
de arbeidsmarkt. Vanaf 14 november
2015 kunnen statushouders participeren
in de (bestaande) gemeentelijke ESFprojecten. Medio mei 2016 start een
nieuwe aanvraagronde voor ESF Actieve
Inclusie. In deze tweede tranche worden
de beschikbare budgetten verhoogd.
Voor de gemeenten is er 116 miljoen euro
beschikbaar gesteld. Deze openstelling
biedt gemeenten meer middelen om
Om te voorkomen dat gemeenten de extra kosten voor bijstandsuit-
statushouders te ondersteunen bij het
keringen zelf moeten voorfinancieren stelt het Rijk in 2016 en 2017
vinden van werk.
respectievelijk 85 miljoen euro en 90 miljoen euro extra beschikbaar.
Het gaat hier om een indicatief budget. De werkelijke hoogte van het
Door wijziging van de doelgroepbepaling
budget is afhankelijk van het daadwerkelijk aantal statushouders dat
in de Subsidieregeling ESF kan de groep
zich in een gemeente vestigt.
statushouders per direct worden betrokken bij ESF-projecten. Per arbeidsmarkt-
De verdeling van de extra middelen vindt buiten het verdeelmodel
regio bepalen de gemeenten wie zij in
voor de gebundelde uitkering om plaats. Het budget voor 2016 en
een ESF- project opnemen. De aanvraag
2017 wordt verdeeld conform de gerealiseerde taakstelling in die
wordt ingediend door de centrumge-
betreffende jaren. Vanaf 2018 vindt jaarlijks in acht gelijke delen een
meente van een arbeidsmarktregio
verrekening plaats van de extra middelen die in 2016 en 2017 beschik-
(zie Agentschap SZW).
baar zijn gesteld. Daarbij wordt rekening gehouden met eventuele
uitstroom van statushouders uit de bijstand.
Integratie en participatie
Gemeenten krijgen voor 2016 en 2017 in totaal 140 miljoen euro extra
beschikbaar voor de inzet op integratie en participatie van statushouders. Het Rijk keert per statushouder een vast bedrag uit aan gemeenten, dat vervolgens vrij besteedbaar is.
Meer informatie?
Nautus werkt samen met gemeenten aan het verkennen en oplossen van complexe vraagstukken
in het sociaal domein. Voor meer informatie kunt u vrijblijvend contact opnemen met Eveline Bal
([email protected]) of Lotte Haan ([email protected]).