Spuitadvieskaart aardbei

Download Report

Transcript Spuitadvieskaart aardbei

geïntegreerd
versie mei 2016
Veiligheidstermijn in
dagen
Max. aantal
behandelingen per
teelt /jaar (7)
LVM
per 1000 m²
hoeveelheid
spuitvloeistof
werkzame stof
dosering
foggen
per 1000 m²
(4)
spuiten
per 100 liter
(3)
werkingswijze
middel (2)
Toelating
Toelating
* let op herbetredingstijd
onbedekte teelt
ziekte / plaag
(1)
chemische
groep
Spuitadvieskaart aardbei
opmerkingen
(6) zie opmerking lozingsbesluit
insecticiden en acariciden
Aardbeibloesemkever
Algemeen: hang lokvallen op.
lokvallen
Anthonomus rubi
Decis vlb.
X
X
deltamethrin 25 g/l
Spruzit vlb.
X
X
pyrethrinen 40 g/l
piperonylbutoxide 160 g/l
3a
Drosophila suzuki
5
Tracer
Bladluis
X
X
spinosad 480 g/l
X
Pirimor *
c/m
c
**
20 ml
---
---
3
**
100 ml
---
---
2
3/teelt Alleen vóór de eerste bloei toepassen. Verspuiten met maximaal 1000 liter spuitvloeistof/ha.
-
c/m
**
0,15 l / ha
---
---
1
3 / jr
c/m
**
50 g
---
---
3
2 / jr
Maximaal 0,6 kg/ha/keer. Minimale interval tussen de toepassingen 7 dagen. Geen werking tegen
katoenluis. (6)
c/m
**
50 g
---
---
3
2 / jr
1 rookontwikelaar per 400 m2
3
2 / jr
**
100 ml
2
-
**
25 ml
1
2 / jr
Maximaal 0,25 l/ha/keer. Mimimale inteval tussen de toepassingen 7 dagen. Neveneffect op
aardbeibloesemkever en wantsen. (6)
3
2 / jr
Maximaal 0,25 l/ha/keer. Mimimale inteval tussen de toepassingen 7 dagen. Neveneffect op
aardbeibloesemkever en wantsen. (6)
Maximaal 0.5 l/ha/keer. Minimale interval tussen de toepassingen 14 dagen. Toegelaten in
vermeerderingsteelt en wachtbedden. (6)
pirimicarb 50 %
Aphididae spp.
X
1a
Pirimor rookontwikkelaar *
X
3a
Spruzit vlb.
X
4a
Calypso
pirimicarb 10 %
X
c/m n.v.t.
pyrethrinen 40 g/l
piperonylbutoxide 160 g/l
c
thiacloprid 480 g/l
ls
X
X
23
Rupsen
Movento (vermeerderingsteelt en
wachtbedden)
X
spirotetramat 150g/l
Decis vlb.
X
X
deltamethrin 25 g/l
Spruzit vlb.
X
X
pyrethrinen 40 g/l
piperonylbutoxide 160 g/l
3a
5
---
s
**
0,5l/ha
---
---
-
2 / jr
c/m
**
20 ml
---
---
3
3/teelt Alleen vóór de eerste bloei toepassen. Verspuiten met maximaal 1000 liter spuitvloeistof/ha.
c
**
100 ml
---
---
2
-
X
spinosad 480g/l
c/m
**
0,15 l / ha
---
---
1
3 / jr
X
X
Bacillus thuringiensis subsp.
Kurstaki 32000 IU/MG
c/m
**
1 kg / ha
---
---
-
3 / jr
Maximaal 1 kg/ha/keer. Minimale interval tussen de toepassingen 7 dagen.
Bacillus thuringiensis subsp.
aizawai 15000 IU/MG
c/m
**
100 g
---
---
-
8 /jr
Maximaal 1,5 kg/ha/keer. Minimale interval tussen de toepassingen 5 dagen. Toepassen bij een
temperatuur boven de 15 graden. pH-gevoelig.
Bacillus thuringiensis subsp.
aizawai 15000 IU/MG
c/m
**
1 kg / ha
---
---
-
8 /jr
Maximaal 1 kg/ha/keer. Minimale interval tussen de toepassingen 6 dagen. Toepassen bij een
temperatuur boven de 15 graden. pH-gevoelig.
ls
**
50ml
---
---
-
-
Toegestaan tot aan de bloei en na de pluk en de vermeerdering van aardbeiplanten. De behandeling na
7 tot 10 dagen herhalen. (6).
abamectine 18 g/l
c/m
**
0,5l / ha
---
---
3
3 / jr
Maximaal 0,5 l/ha/keer. Minimale interval tussen de behandelingen 7 dagen. Niet toepassen tijdens de
bloei. (6)
abamectine 18 g/l
c/m
**
0,5 l/ ha
---
---
3
1 / jr
Maximaal 0,5 l/ha/keer. Niet toepassen tijdens de bloei. (6).
clofenterin 500 g/l
c
**
30 ml
---
---
-
-
hexythiazox 250 g/l
c/m
***
20 ml
---
---
3
1 / jr
Maximaal 0,24 l/ha/keer. Trage aanvangswerking. Werkt tegen eieren en het eerste larvale stadium.
X
Milbeknock
X
Vertimec Gold/ Vectine Plus
X
Apollo
milbemectine 10 g/l
X
X
X
10a
X
hexythiazox 250 g/l
c/m
***
20 ml
---
---
3
1 / jr
Maximaal 0,2 l/ha/keer. Trage aanvangswerking. Werkt tegen eieren en het eerste larvale stadium.
zie opm.
acequinocyl 164 g/l
c
***
100 ml
---
---
-
3 / jr
Toegelaten in de onbedekte vermeerderingsteelt. Cantack niet vaker toepassen dan 3 blokbehandelingen
per kalenderjaar (een blokbehandeling bestaat uit 2 of 3 bespuitingen met een interval van 7 dagen).
Envidor
X
spirodiclofen 240 g/l
c
***
40 ml
---
---
-
2/teelt
Maximaal 0,4 l/ha/keer. Behandeling zonodig herhalen na 7-10 dagen. Toegestaan in productieteelt en
vermeerderings en wachtbeddenteelt. In productieteelt alleen vóór de bloei toegestaan. (6)
Oberon
X
spiromesifen 240 g/l
c
**
50 ml
---
---
1
2/teelt
Laatste bespuiting voor dat de bloemknoppen zichtbaar worden. Geen uitvloeier gebruiken niet mengen
met andere middelen. Herhalen na 7-10 dagen. Max. 1000l/ha
bifenazate 240 g/l
c
**
40 ml
---
---
1
4 / jr
Max 0,4 l/ha/keer. Toepassen 2 keer 2 blokken. Interval tussen de behandelingen 7 dagen en tussen de
blokken 56 dagen. pH gevoelig range 5,5-6.
aangieten
-
-
Aaltjespreparaat. Ook geschikt voor lagere temperaturen. Raadpleeg uw Brinkman-adviseur voor de juiste
dosering.
X
23
Taxuskever
Otiorhynchus sulcatus
B
3a
Trips
Floramite *
Nemasys-L
X
X
Steinernema kraussei
c
n.v.t.
Nemasys-H
X
X
Heterorhabditis megidis
c
n.v.t.
aangieten
-
-
Bio 1020
X
X
Metarhizium anisopliae s tam
FS2 9 x 10^8 CFU/G
c
n.v.t.
0,5 kg / m3 door de potgrond
mengen
-
2 / jr
c
Spruzit vlb.
X
X
pyrethrinen 40 g/l
piperonylbutoxide 160 g/l
Decis vlb.
X
X
deltamethrin 25 g/l
Spruzit vlb.
X
X
pyrethrinen40 g/l
piperonylbutoxide 160 g/l
Tracer
X
X
Vertimec Gold/ Vectine Plus
X
3a
Thysanoptera
5
6
Vertimec Gold/ Vectine Plus
Witte vlieg
X
B
BotaniGard WP
X
D
SB Plant Invigorator
X
4a
Calypso
X
**
100 ml
---
---
2
c/m
**
20 ml
---
---
3
c
**
100 ml
---
---
2
spinosad 480g/l
c/m
**
0,15 l / ha
---
---
1
3/j
abamectine 18 g/l
c/m
**
0,5l/ha
---
---
3
3/ jr
abamectine 18 g/l
c/m
**
0,5l/ha
---
---
3
Beauveria bassiana stam GHA
4,4x10^10 CFU/G
c
**
62,5 g
75 g
75 g
0
Natriumlaurylethersulfaat
c
***
100 ml
---
---
-
thiacloprid 480 g/l
ls
**
---
---
X
25 ml
X
23
Wantsen
3
Toegestaan op produktievelden tot het opengaan van de eerste bloemen, of ná de pluk en op selectie-,
vermeerderingsvelden en op wachtbedden. Een behandeling uitvoeren wanneer de eieren van het
bonenspint wordt waargenomen.
Cantack (vermeerdering onbedekt)
Nissorun vlb.
UN
Indien nodig toepassing na een week herhalen. Niet in bloeiende gewassen. Opgebruiken voor 28-022017.
X
Vertimec Gold/ Vectine Plus
20b
---
Tracer
X
6
0,25 l / ha
---
Lepinox Plus
Xen Tari WG
Tetranychidae
**
---
Maximaal 0,3 kg/ha/keer. Minimale interval tussen de toepassingen 7 dagen. Geen werking tegen
katoenluis. (6)
Maximaal 25 kaarsen/ha/keer. Minimale interval tussen de toepassingen 7 dagen. Ruimte 3-6 uren na
het roken gesloten houden. Geen werking tegen katoenluis. (6 Let op verscherpte lozingsvoorschriften!
vanaf etiket W5 )
Veiligheidstermijn: november t/m februari = 14 dagen en van maart t/m oktober = 7 dagen
Indien nodig toepassing na een week herhalen. Niet in bloeiende gewassen. Opgebruiken voor 28-022017.
Maximaal 0,15 l/ha/keer. Minimale interval tussen de toepassing 7 dagen. Niet toepassen tijdens de
bloei. (6).
11
Spint
Indien nodig toepassing na een week herhalen. Niet in bloeiende gewassen. Opgebruiken voor 28-022017.
Maximaal 150 ml/ha/keer. Minimale interval tijdens de toepassingen 7 dagen. Niet tijdens de bloei
toepassen. (6)
Oberon
0,25 l / ha
-
Aaltjespreparaat. Raadpleeg uw Brinkman-adviseur voor de juiste dosering.
Maximaal 0,5 kg/m3/potgrond. Minimale interval tussen de behandelingen 7 dagen.
Indien nodig toepassing na een week herhalen. Niet in bloeiende gewassen. Opgebruiken voor 28-022017.
3/teelt Alleen vóór de eerste bloei toepassen. Verspuiten met maximaal 1000 liter spuitvloeistof/ha.
-
Indien nodig toepassing na een week herhalen. Niet in bloeiende gewassen. Opgebruiken voor 28-022017.
Maximaal 150 ml/ha/keer. Minimale interval tijdens de toepassingen 7 dagen. Niet tijdens de bloei
toepassen. (6)
Maximaal 0,5 l/ha/keer. Minimale interval tussen de behandelingen 7 dagen. (6)
Maximaal 0,5 l/ha/keer. (6)
Maximaal 0,75 kg/ha/keer. Minimale interval tussen de toepassingen 5 dagen. Werkt tegen de larven.
12/teelt Behandeling 3 tot 4 keer herhalen met een interval van 5 tot 7 dagen. Nevenwerking op trips en
wantsen
SB Plant Invigorator beheerst een reeks belangrijke insecten waaronder wittevlieg, wol-, dop- en
schildluis door uitsluitend fysische werking. Heeft ook een uitvloeiend effect.
1 / jr
1
2 / jr
Maximaal 0,25 l/ha/keer. Mimimale inteval tussen de toepassingen 7 dagen. Neveneffect op
aardbeibloesemkever en wantsen. (6)
3
2 / jr
Maximaal 0,25 l/ha/keer. Mimimale inteval tussen de toepassingen 7 dagen. Neveneffect op
aardbeibloesemkever en wantsen. (6)
Laatste bespuiting voor dat de bloemknoppen zichtbaar worden. Geen uitvloeier gebruiken niet mengen
2/teelt
met andere middelen. Herhalen na 7-10 dagen. Max. 1000l/ha
X
spiromesifen 240 g/l
c
**
50 ml
---
---
1
Spruzit vlb.
X
X
pyrethrinen40 g/l
piperonylbutoxide 160 g/l
c
**
100 ml
---
---
2
X
iprodion 500 g/l
c
**
1,5l/ha
---
---
2
4/teelt Vanaf begin bloei twee keer toepassen met een tussen ruimte van 10-14 dagen. (6)
c/s
**
50 ml
---
---
1
2 / jr
Maximaal 0,5 l/ha/keer. Minimale interval tussen de toepasingen 7 dagen. Preventieve werking. Goede
duurwerking
0,8l/ha
---
---
1
2 / jr
Maximaal 0,8 l/ha/keer. Minimum interval 7 dagen tussen de toepassingen. (6)
1,8 kg/ha
---
---
1
2 / jr
Indien nodig, na 7 dagen herhalen. Neveneffect op Alternaria en echte meeldauw.
0,9 l/ha
---
---
3
2/teelt
Eerste behandeling vanaf het moment dat de bloemstelen gaan strekken. Herhalen na ca. 7 dagen.
Afwisselen met andere middelen i.v.m. kans op resistentie.
2 l / ha
---
---
3
2/teelt
De eerste behandeling uitvoeren vanaf het moment dat de bloemstelen gaan strekken. Indien nodig de
behandeling na 7 dagen herhalen.
Vanaf het begin van de bloei toepassen met interval van 10-14 dagen.
-
Indien nodig toepassing na een week herhalen. Niet in bloeiende gewassen. Opgebruiken voor 28-022017.
fungiciden
Vruchtrot
2
Rovral aquaflo
X
Botrytis cinerea
7
Luna privilege
X
7
11
Luna sensation
7
11
fluopyram 500 g/l
X
fluopyram 250g/l
trifloxystrobin 250 g/l
s
c
Signum
X
X
boscalid 26,7% +
pyraclostrobin 6,7%
Frupica SC
X
X
mepanipyrim 440 g/l
c
X
pyrimethanil 400 g/l
s
**
fludioxonil 25% +
cyprodinil 37,5%
c
**
**
9
Scala
9
12
17
Switch
X
Prolectus
X
Teldor spuitkorrels
X
Fenpyrazamine 50%
X
fenhexamide 50 %
X
44
Serenade SC
X
m3
Thiram granuflo
X
m4
Captosan 500SC
X
Bacillus subtilus stam QST
713 1,0x10^9 CFU/G
1 kg/ha
3
3 / jr
1,2 kg/ha
1
3/teelt Maximaal 1,2 kg/ha/keer. Minimale interval tussen de toepassingen 7 dagen.
s
*
100 g
---
---
1
-
Preventieve werking. Vanaf begin bloei toepassen met interval van 7-10 dagen.
s
*
1,5kg/ha
---
---
1
-
Preventieve werking. Vanaf begin bloei toepassen met interval van 7-10 dagen.
**
8l/ha
---
---
-
6 / jr
**
200-250 g
---
---
7
3 / jr
14
2 / jr
---
---
c
thiram 80 %
c
captan 500 g/l
c
X
250 ml
Maximaal 8 l/ha/keer. Minimale interval tussen de behandelingen 5 dagen.
Maximale dosreing 3 kg/ha/keer. Vanaf het moment dat de bloemstengels zich strekken, wekelijks
toepassen. Uitsluitend vóór de eerste bloei. Het middel moet verspoten worden met automatische
spuitapparatuur.
Maximaal 3 l/ha/keer. Minimale interval tussen de toepassingen 10 dagen. Vanaf begin bloei maximaal
nog twee keer een behandeling uitvoeren.
X
spuiten
per 100 liter
hoeveelheid
spuitvloeistof
c
---
---
2,5 l / ha
vervolg fungiciden op bladzijde 2
geïntegreerd
Veiligheidstermijn in
dagen
Max. aantal
behandelingen per
teelt /jaar (7)
captan 500 g/l
dosering
LVM
per 1000 m²
Captosan 500SC
(4)
foggen
per 1000 m²
m4
werkzame stof
(3)
werkingswijze
middel (2)
Toelating
Toelating
* let op herbetredingstijd
onbedekte teelt
ziekte / plaag
(1)
chemische
groep
Spuitadvieskaart aardbei
14
2 /jr
versie mei 2016
opmerkingen
(6) zie opmerking lozingsbesluit
Maximaal 1,5 l/ha/keer. Minimale interval tussen de toepassingen 10 dagen. Vanaf begin bloei maximaal
nog twee keer een behandeling uitvoeren.
geïntegreerd
Veiligheidstermijn in
dagen
Max. aantal
behandelingen per
teelt /jaar (7)
LVM
per 1000 m²
foggen
per 1000 m²
dosering
spuiten
per 100 liter
(4)
hoeveelheid
spuitvloeistof
werkzame stof
(3)
werkingswijze
middel (2)
Toelating
Toelating
* let op herbetredingstijd
onbedekte teelt
ziekte / plaag
(1)
chemische
groep
Spuitadvieskaart aardbei
versie mei 2016
opmerkingen
(6) zie opmerking lozingsbesluit
schimmelziekten
Echte Meeldauw
Karma
X
X
kalium waterstofcarbonaat 85
%
c
***
3 kg/ha
1
8 / jr
X
zwavel > 99 %
c
n.v.t.
zie opmerkingen
-
-
D
Sphaerotheca aphani
Zwavel
3
X
Topaz 100 EC
X
X
Maximaal 3 kg /ha/keer. Minimale interval tussen de toepassingen 7 dagen. Niet mengen. Licht schdelijk
voor natuurlijke vijanden. Gebruik in aardbeien minimaal 600 liter water per hectare. Oplossing niet
aanzuren
Alleen preventief. Dosering: 1 verdamper per 1000m2. Potjes max. 3/4 vullen i.v.m. mogelijke schade.
penconazool 100 g/l
c/ls
**
0,5 l/ha
---
---
3
4 / jr
Maximaal 0,5 l/ha/keer. Minimale interval tussen de toepasingen 10 dagen. Toegestaan in bedekte nietgrondgebonden teelt. (6)
penconazool 100 g/l
c/ls
**
0,5 l/ha
---
---
3
2 / jr
Maximaal 0,5 l/ha/keer. Minimale interval tussen de toepasingen 10 dagen. (6)
fluopyram 500 g/l
c/s
**
50 ml
---
---
1
2 / jr
Maximaal 0,5 l/ha/keer. Minimale interval tussen de toepasingen 7 dagen. Preventieve werking. Goede
duurwerking.
Maximaal 0,8 l/ha/keer. Minimum interval 7 dagen tussen de toepassingen. (6)
7
Luna privilege
7
11
Luna sensation
X
fluopyram 250g/l
trifloxystrobin 250 g/l
s
0,8l/ha
---
---
1
2 / jr
9
Frupica SC
X
mepanipyrim 440 g/l
c
0,9 l/ha
---
---
3
2/teelt Bespuiting na ongeveer 7 dagen herhalen.
trifloxystrobin 500 g/l
Is
**
12,5 g
---
---
3
3/teelt Behandeling met interval van 7 tot 10 dagen herhalen, afhankelijk van infectiedruk
X
trifloxystrobin 500 g/l
Is
**
125 g/ha
---
---
3
3/teelt Behandeling met interval van 7 tot 10 dagen herhalen, afhankelijk van infectiedruk
kresoxim-methyl 50%
ls
**
0,3kg /ha
---
---
7
3/teelt
Behandeling indien nodig herhalen. Na 3 toepassingen overgaan op middel met ander
werkingsmechanisme.
c
**
8l/ha
-
6 / jr
Maximaal 8 l/ha/keer. Minimale interval tussen de behandelingen 5 dagen.
X
Flint
11
Stroby
X
X
44
Serenade SC
X
X
u8
Vivando
Phytophthora
Paraat (druppelen)
Bacillus subtilus stam QST
713 1,0x10^9 CFU/G
X
metrafenon 500 g/l
c/ls
**
0,3 l/ha
3
2 / jr
Bedekt, grondgebonden. Maximaal 0,3 l/ha/keer. Minimale interval tussen de behandelingen 7 dagen.
X
metrafenon 500 g/l
c/ls
**
0,3 l/ha
3
2/teelt
Bedekt, niet-grondgebonden. Maximaal 0,3 l/ha/keer. Minimale interval tussen de behandelingen 7
dagen.
X
dimethomorf 50%
n.v.t.
0,1 g / 100 ml / plant
35
-
Direct na het planten een behandeling uitvoeren. Middel met de voedingsoplossing toegedienen.
dimethomorf 50%
n.v.t.
3kg /ha
35
-
Behandeling uitvoeren:bij vermeerderingsvelden; direct na het uitplanten of direct na het uitleggen van
de ranken. Bij wachtbedden en productievelden direct na het uitplanten. (6)
-
Het handmatig dompelen van planten is niet toegestaan. De planten kort voor het uitplanten gedurende
15 minuten dompelen. Het dompelbad kan slechts één dag worden gebruikt, waarbij voorkomen dient te
worden, dat het dompelbad te veel vervuilt. Na iedere dompeling de verloren gegane vloeistof aanvullen
met een oplossing van de normale sterkte (0,25%). Voor elke dompeling het bad goed oproeren. De
resterende dompelvloeistof mag uitsluitend worden verwerkt via een aangietbehandeling na het planten
(max. 100 ml per plant).
Tegen stengelbasisrot (Phytophthora cactorum): Direkt na het uitplanten en vastregenen een
rijenbehandeling uitvoeren. Op vermeerderingsvelden kan op het moment van uitleggen van de uitlopers
een volveldsbespuiting worden uitgevoerd in dezelfde dosering.
Tegen roodwortelrot (Phytophthora fragariae): In de eerste week van oktober en ca. 4 weken later een
rijenbehandeling uitvoeren. Het verdient aanbeveling om op zwaar besmette percelen een
herbehandeling uit te voeren in het voorjaar (maart). Op vermeerderingsvelden kan na het uitleggen van
de uitlopers een volvelds bespuiting worden uitgevoerd in dezelfde dosering.
40
Paraat (volvelds)
Aliette WG
(dompelen)
X
X
fosethyl-aluminium 80%
s
n.v.t.
250 g/100 l
14
11
Aliette WG
(rijenbespuiting)
X
fosethyl-aluminium 80%
s
**
7,5kg/ha
14
-
Fenomenal
(dompelbehandeling)
X
fenamidone 6% +
fosethyl-aluminium 60 %
s
n.v.t.
150 g / 100 l
35
-
Fenomenal
(aangietbehandeling)
X
fenamidone 6% +
fosethyl-aluminium 60 %
s
**
zie opmerkingen
35
-
iprodion 500 g/l
c
**
2l /ha
2
33
11
Rhizoctonia
Het handmatig dompelen van planten is niet toegestaan. Dompelbehandeling: de planten kort voor het
uitplanten gedurende 15 minuten dompelen. Het dompelbad kan slechts 1 dag worden gebruikt, waarbij
voorkomen dient te worden dat het dompelbad te veel vervuilt. Na iedere dompeling de verloren gegane
vloeistof aanvullen met een oplossing van de normale sterkte (0,15% middel). Voor elke dompeling het
bad goed oproeren.
Per plant 100 ml van een oplossing 0,075% (75 gram middel per 100 liter water) en maximaal 29,500
planten per ha. Aangietbehandeling: vlak na het uitplanten een aangietbehandeling uitvoeren. Na
behandeling het gewas met schoon water nabroesen.
Direct na het planten een bespuiting uitvoeren, gevolgd door een tweede behandeling met een interval
2/teelt van 4 weken. Bij vervroeging van de teelt door afdekken met plastic folie in het voorjaar, kort voor het
afdekken een bespuiting uitvoeren en indien nodig de behandeling na 4 weken herhalen. (6)
2
Rovral aquaflo
X
A
Centurion Plus (wachtbedden en
vermeerdering)
X
clethodim 120 g/l
1 - 2 l ha
-
1/teelt Na het uitplanten tegen eenjarige grasachtige onkruiden, 1 l /ha en kweek 2 l/ha.
A
Centurion Plus (productie)
X
clethodim 120 g/l
1 - 2 l /ha
30
1/teelt Na het uitplanten tegen eenjarige grasachtige onkruiden, 1 l /ha en kweek 2 l/ha.
A
Fusilade Max
X
fluazifop-P-butyl 125 g/l
1 - 3 l/ha
42
A
Targa Prestige
X
quizalofop-P-ethyl 50 g/l
1 l/ha
21
E
Quickdown
X
pyraflufen-ethyl 26,5 g/l
0,8 l/ha
-
C1
Asterix EC
X
fenmedifam 160 g/l
6 l/ha
-
K3
Dual Gold 960 EC
X
S-methachloor 960 g/l
0,7 l/ha
28
H
Ekomist
diethyleenglycol
D
Menno ter forte
didecyldimethyl-ammoniumchloride 320 g/l
Standaarddosering tegen algen is 650 ml/100 liter water. Niet in contact laten komen met het gewas.
D
Menno clean
benzoëzuur 90 gr/l
Ontsmetting van kasopstanden, glas, gronddoek, buitenzijde druppelsysteem en teeltsysteem. Dosering 1%.
herbiciden
Over het gewas tegen grasachtige onkruiden. Toepassing is slechts toegestaan in de periode van 1 april
1/teelt tot en met 30 september. Toepassing is alleen toegestaan vóór de bloei en/of na de oogst. Het middel
dient te worden toegepast in 400-500 liter water per hectare
Toepassen over het gewas tegen graanopslag. In aardbeien moet in verband met gewasveiligheid het
1/teelt gebruik van uitvloeiers worden afgeraden. Het middel dient te worden verspoten met minimaal 400 liter
water per hectare.
Maximaal 0,8 l/ha/keer. Minimale interval tussen de toepassingen 21 dagen. In combinatie met 1 L
minerale olie of koolzaadolie per ha. Toepassen tussen de rijen met afschermkap tegen eenjarige
2/teelt
breedbladige onkruiden. Quickdown dient verspoten te worden met een volume van 150-400 L water
/ha.
Toepassen 14-21 dagen na het uitplanten (zodra de planten goed zijn aangeslagen) tot het verschijnen
1/teelt van de eerste bloemknoppen. Tegen eenjarige breedbladige onkruiden. Dit middel mag niet handmatig
worden toegepast. Hou de spuitoplossing constant in beweging.
2/teelt Na het uitplanten tegen eenjarige onkruiden. Maximaal 0,7/l/ha/keer. Minimale interval 7 dagen. (6)
hulpstoffen
Pulsfoggen
Draagstof voor lage volume spuittechnieken (foggen,lvm). Dosering 10 % (bij hoge rv) tot 25 % (bij lage rv) van het
water door Ekomist vervangen.
reinigen
Algen
ontsmetten
Bacterien, schimmels en
virussen
(1) Chemische groepen:
Gelijke nummers geven aan dat verschillende middelen dezelfde werkingsmechanisme hebben.
Het afwisselen van middelen met dezelfde werkingsmechanisme wordt afgeraden.
Verschillende nummers geven aan dat er geen (kruis)resistentie bekend is (bron: IRAC & FRAC)
H = hulpstof
V = viruspreperaat
B = biologiche producten
D = diversen
UN = onbekende groep (niet geclassificeerd volgens FRAC / IRAC)
(2) Indeling middelen:
Herbetreding na gewasbehandeling:
Jeugdigen t/m 15 jaar mogen geen gewas- of oogstwerkzaamheden uitvoeren in behandelde gewassen.
Jeugdigen t/m 17 jaar, mogen niet onbeschermd (zonder lange broek en lange mouwen, handschoenen) en zonder deskundig toezicht
werken in of met behandelde gewassen die minder dan 14 dagen geleden zijn behandeld.
Een uitzondering geldt voor die middelen waarvan het etiket van het betreffende middel aangeeft dat na droging en ventilatie
zonder persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm-en) in het gewas gewerkt kan worden.
Voor volwassenen vanaf 18 jaar geldt:
Na een gewas- of ruimtebehandeling kunnen na opdrogen van de spuitvloeistof en na 2 uur luchten, werkzaamheden worden uitgevoerd zonder beschermende maatregelen.
Bij de met een * gemarkeerde middelen geldt bovendien dat:
- Tijdens gewaswerkzaamheden en oogsten/snijden gedurende 14 dagen na toepassing beschermende kleding en handschoenen dragen.
- Tijdens sorteren en verpakken geschikte handscheoen en eventueel lange mouwen dragen indien binnen 14 dagen na toepassing is geoogst.
Natuurlijke vijand
Combineerbaar met nat. vijanden
Gedeeltelijk combineerbaar met nat. vijanden
Niet te combineren met natuurlijke vijanden
(3) Werkingswijze
c = contactwerking (plagen moeten in contact komen met het middel)
s = systemisch (middel wordt in de plant opgenomen en getransporteerd)
ls = lokaal systemisch (middel wordt in de plant opgenomen en beperkt getransporteerd)
(4) Indicatie hoeveelheid spuitvloeistof
* : weinig vloeistof (Teejet groene spuitdop)
** : gebruikelijke hoeveelheid spuitvloeistof (Teejet gele spuitdop)
*** : veel spuitvloeistof (Teejet blauwe spuitdop)
(6) Lozingsbesluit:
Om in het water levende organismen te beschermen is het in de bedekte teelten niet toegestaan
ongezuiverd filterspoelwater, drainwater bij substraatteelten en drainagewater bij grondgebonden teelten
ongezuiverd te lozen op oppervlakte water of riool. Zie de voorschriften op het etiket.
Bij onbedekte teelten gelden er voor percelen die grenzen aan oppervlakte water, voorschriften voor
driftreducerende doppen en/of spuitvrije zones. Zie de voorschriften op het etiket.
(7) Max. aantal behandelingen per teelt /jaar:
De totaal toegestane hoeveelheid geldt per oppervlakte en niet per plaag.
Algemeen:
- Lees vóór het gebruik altijd de etikettekst.
- Toelatingen kunnen snel veranderen. Raadpleeg bij twijfel uw productspecialist of vertegenwoordiger.
- Voer voor het gebruik van een onbekend middel altijd eerst een proefbespuiting uit.
- Draag bij het klaar maken van spuit-oplossingen altijd beschermende kleding en een masker.
- De aangegeven middelen zijn niet gesorteerd op effectiviteit!
- Adviezen worden met grote zorg samengesteld. Royal Brinkman aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor enventuele schadelijke gevolgen.
- De neveneffectenlijst is gebaseerd op effecten van het residu en niet op contactwerking met de spuitoplossing!
- Werk altijd met de meest recente versie van deze spuitadvieskaart.
Maximum residu limiet:
Op de volgende website zijn de MRL waarden per land binnen de EU op te vragen:
http://ec.europa.eu/sanco_pesticides/public Echter hanteren Nederlandse retailers een lagere MRL norm dan wettelijk is toegestaan.
Super de Boer 50%
C1000: 70%
Albert Heijn: 50%
Lidl: 33%
Superunie-Plus: 70%
Aldi: 80%
geïntegreerd
Veiligheidstermijn in
dagen
Max. aantal
behandelingen per
teelt /jaar (7)
LVM
per 1000 m²
foggen
per 1000 m²
dosering
spuiten
per 100 liter
(4)
hoeveelheid
spuitvloeistof
werkzame stof
(3)
werkingswijze
middel (2)
Toelating
Toelating
* let op herbetredingstijd
onbedekte teelt
ziekte / plaag
(1)
chemische
groep
Spuitadvieskaart aardbei
versie mei 2016
opmerkingen
(6) zie opmerking lozingsbesluit
Wilt u een update van deze spuitadvieskaart, vraag dan uw adviseur of bel met Royal Brinkman (0174-446100). Voor de meest recente veranderingen kijk op onze website www.brinkman.nl
Royal Brinkman | Woutersweg 10 • 2691 PR ’s-Gravenzande | T 0174 - 44 61 00 | E [email protected]
Het is niet toegestaan deze lijst zonder toestemming van Royal Brinkman te verspreiden of te vermeningvuldigen