emiel hullebroeck

Download Report

Transcript emiel hullebroeck

9)icianciereno
aiel en geed
EEN AVOND BIJ
EMIEL
HULLEBROECK
Voorwoord
Een yolk dat zichzelf eerbiedigt, eert zijn eigen kunstenaars, omdat zij tot de waardevolste vertegenwoordigers behoren van de volksgeest. Elk yolk strijdt om het behoud van
zijn eigen aard in het gezelschapsleven en zingt bij voorkeur
zijn eigen oude liederen die door de traditie werden bewaard
en nieuwe die door moderne componisten werden geschreyen. Vlaanderen heeft de laatste 50 jaar mooie volkse liederen
verspreid. Tussen de componisten die, in deze, blijvende faam
verwierven, staat Emiel Hullebroeck !
Meerdere instellingen uit zijn initiatief geboren, lieten
hem de onverdeelde dank vernemen van al onze kunstenaars.
In de kultuurgeschiedenis van Vlaanderen blijft zijn naam
vooral verbonden als schrijver van zeer karaktervolle gezelschapsliederen, die reeds van nu of in de overlevering van
Dns volksleven vastgeankerd zitten.
Prof. Dr. Floris Van der Mueren
Schoon Vlaanderland.
1k houd van U
DE KEMPEN
V J. Dumoulzn
Emiel Hullebroeck
Wat zijt gij schoon, o Kempenland,
Met uw vlakke heiden,
Met uwe dreven, bos en land,
Met uwe groene weiden.
0 land waar ik geboren ben,
Gij zijt het schoonste dat ik ken.
Uw torens prijken over 't veld
Zo lachend ons in d'ogen,
Waar gij de werkman hoop voorspelt
En troostend wijst ten hoge.
Gij schenkt uw kinderen kracht en moed
En maakt de arbeid licht en zoet.
Uw echte kinderen blijven trouw
Aan deugd en taal en zeden.
Daarom is uwe lucht zo blauw
En leeft men hier tevreden.
Ja, daarom blijft uw vroom geslacht
Begaafd met wijsheid, moed en kracht.
Klavierpartij : 10 Fr. Afzonderlijk lied.
Voor de muziek van de E.H. liederen kan men zich wenden:
(('t SNEEUWWIT VOGELTJE»
Borgerhout-Antwerpen
William Woodstraat 12
Op aanvraag wordt U kosteloos een katalogus toegezonden
van een reeks schone Vlaamse volksliederen, bestemd voor
onze katholieke huisgezinnen, scholen en jeugdverenigingen
BRABANT
Emiel Hullebroeck
Clem De Ridder
Rijk in de gouw van ons Brabantse land,
Welige tuin in het voorjaar.
Honigaroom na de zomerse brand,
Heuvel en delling zijn vruchtbaar.
Brueghel verkoos u, land van mijn jeugd,
Land van de jubel en land van de vreugd.
Brabant, vreugdeland, Edele Brabant, Were di !
Tegen de glooi-ing bloeit geurend de hop,
Gelende, trillende bellen.
Meiden en knapen de heuvelen op !
Weg nu de zorgen die kwellen.
Straks is het pluktijd, 't grote festijn.
Boer, schenk ons cider- en appelenwijn.
Brabant, vreugdeland, Edele Brabant, Were di !
Volk van mijn Brabant, zo vroom en zo schoon,
Eert uwe Brabantse zeden.
Die gij geerfd hebt van vader op zoon,
Wilt er een wapen uit smeden.
Draagt uwe koppen fier in de lucht,
'n Brabander is voor geen vijand beducht,
Brabant, vreugdeland, Edele Brabant, Were di !
Melodic : Bundel «Schoon Vlaanderland» — Prijs : 10 fr.
Klavierpartij : Bundel «Met Wakker Hart !» — Prijs : 20 fr.
.MMITIINEOVAMIMMAM
Wie stelt er belang in de meerstemmige bewerkingen van de
Emiel Hullebroeck-liederen ?
1)
2)
Voor 2 gelijke stemmen
Moederke alleen. — Op Kerstdag. — Van 't schone
Wiedsterke. — Voor 't Kantkusseii. — Koninginnelied. — Speldewerksterslied.
Voor 4 gemengde stemmen :
Slape zacht. — Hemelhuis. Pasen.
Lieve Vrouw
van Groeninge.
3) Voor 4 mannenstemmen :
Noordzee. Vlaamse Kermis. — Tineken van Heule.
6
DE WASE KLOMPENBOER
Emiel Hullebroeck
V. Waegemans
Doorheen het Land van Waas,
Waar zich de weien reien,
Langs bollige kasseien.
Daar stapt ons boerke Naas,
Met kloeken kleppertred.
Zo komt hij op zijn schuiten,
Ons boerke van den buiten.
Van boter is zijn hert.
Keersvers
Van klop, klop, klop,
Van klepper, klapperklop,
Van wilgen zijn zijn blokken
Maar van eik is zijn kop.
Van klop, klop, klop,
Van klepper, klapperklop,
En waar zich een niet voegen wil
Legt hij de klomp er op !
Hij heeft met zijn boerin,
Wel zeven kleine boerkens.
Al blozend blije broerkens.
Die maken 't naar zijn zin,
Dat kleffert door de klei.
Bij eggen en bij ploegen.
Dat ploetert met genoegen,
En moeder kookt de brij.
En 's Zondags gaat hij rond,
Langs klaver, biet en koren,
Een lekker pijpke smoren.
Hij stapt op eigen grond.
En als het kermis luidt,
Uit zware Wase klokken.
Dan schuurt de boer zijn blokken,
En haalt de hespen uit.
Melodie : Bundel «Als de Winden vrij»
Prijs : 10 tir
DE JONCENS VAN HET WAASLAND
M. Burvenich
Emiel Hullebroeck
Stoere knapen van het Waasland,
Blakend in uw voile kracht
Koene schare van het Waasland,
Wie de toekomst tegenlacht.
Zonder vreze, zult gij wezen
Bouwers van een nieuwe tijd,
Gij zult strijden t' alien tijde.
Offervaardig en bereid.
Sterke zonen van het Waasland,
Ruwe kerels goud gemoed ;
Boeren van het vruchtbaar Waasland,
Die ons steden leven doet.
Op uw krachten rust ons trachten,
Naar een toekomst, schoon en groot,
Kerels groeien, sterk en bloeien
't Waasland trouw tot in de dood.
Blije schippers van het Waasland,
Voeren immer rijkdom aan
Werkers, wroeters van het Waasland,
Zulk een yolk kan nooit vergaan.
Bei hun handen zijn de panden,
Van een woest, maar schoon bestaan,
Gi j, de sterken, gij zult werken,
En op nieuwe wegen gaan.
91.11171111.MPIPPF •IMPF.111111MINIMWMINIIM•111111.
VOOR ONZE JEUGDVERENIGINGEN
1.
2.
3.
4.
De Kl. A. Preud'homme Garve I
De Kl• A. Preud'hornme Garve II
Zestien nieuwe A. Preud'homme-liederen
Schoon Vlaanderland
••• ••• ••• •••
••
15 nieuwe heimatliederen.
5. Jeugd Liederen voor onze Jeugdkampen
6. De Vedel aan de Zijde • •••
7. Peter Benoit ter ere !
• ••
•••
••
8.
Were di !» Levensvreugd, Arbeid en Strijd
9. «Vlaenderen die Leeu !» ..• ••• ••• ••• •••
10. Als de Winden vrij
• ••
• ••
Melodie : Bundel «Schoon, Vlaanderland» — Prijs : 10 fr.
8
20 fr.
20 fr.
15 fr.
10 fr.
10 fr.
10 fr.
10 fr.
10 fr.
10 fr.
10 fr.
IN DE VLAAMSE ARDENNEN
Emiel Hullebroeck
0. Waegeman
Onder 't blauw der Vlaamse Ardennen,
Waait een kloeke brede wind.
In de dalen, over d'heuvels,
Klinkt een helder lied gezwind.
Hal-la-li ! Hal-la-li ! Ha-li Ha-la
Rustig stuwt de trouwe Schelde,
Door het dal met zacht geruis.
Aan uw haarden, in uw velden,
Voelde zich een Keizer thuis.
Hal-la-li ! Hal-la-li ! Ha-li Ha-la !
Hoor aan de einder 't diepe schallen :
Horens roepen tot de jacht !
Hop ! En laat de roeren knallen,
Dat de zon u tegenlacht !
Hal-la-li ! Hal-la-li ! Ha-li Ha-la !
WERE DI, KERELS !
Steven Debroey
Emiel Hullebroeck
Were di, Kerels uit Kerlingaland !
Tegen onrecht, tegen laagheid,
Voor uw eer en voor uw gaafheid,
Weert u scherp en weert u trouw,
Smeedt een band van gouw tot gouw !
Were di, Kerels uit Kerlingaland !
Hoog in de toren het noodvuur brandt !
Were di, Kerels uit Kerlingaland !
Zonder wrok en zonder wrake,
Laat niet aan uw vrijdom raken !
Steunt op God en op uw recht :
Kerels waren nimmer knecht !
Were di, Kerels uit Kerlingaland !
Hoog in de toren het noodvuur brandt !
Were di, Kerels uit Kerlingaland !
Denkt aan alien die eens vielen,
Trouwe harten, dappre zielen !
Voor hun yolk in harde strijd,
Kop omhoog ! En blijft bereid :
Were di, Kerels uit Kerlingaland
Over heel Vlaandren het noodvuur brandt
Melodie : Bundel «Schoon Vlaanderland» — Prijs : 10 fr.
9
NOORDZEE
Emmanuel Hiel
Emiel Hullebroeck
Wie kust er zo driftig der duinen zand ?
Wie klotst er zo bij, zo juichend aan ons strand ?
Wie geeft er ons zout in het bloed,
En moed in het krachtig gemoed ?
Hoezee ! dat is de Noordzee !
De zee van Nederland !
Wordt ze ooit door de vijanden aangerand,
Dan waist, rood van bloed haar zilvren golvenbrand.
We weren de vijanden of
Of zinken met hen in het graf !
Hoezee ! der wilde Noordzee !
De zee van Nederland !
Uit de 5e reeks liederen van Emiel Hullebroeck.
Kent U de populairste cantates van Ernie! Hullebroeck ?
En zijn sukses-operetten ?
1)
2)
3)
4)
BRAND LOS !
Kleine Gezelle-cantate voor tweestemmig koor, declamator en klavierbegeleiding. Stemmig en dichterlijk koorwerkje. Duur : ongeveer 10 minuten. —
Prijs : 50 frank.
ZEE-CANTATE.
Tweestemmige kindercantate, met klavierbegeleiding. — Prijs : 50 frank.
TE WEER.
Tweestemmige Guldensporen-cantate met klavierbegeleiding op tekst van Clem De Ridder. Duur : ongeveer 12 minuten. — Prijs : 60 frank.
HULLEBROECK's SUKSES-OPERETTEN :
SEPP'L — CUPIDO-DICTATOR
KNOKKELBEEN — HET MEISJE VAN ZAVENTEM — DRIE
HARTJES VERLI EFD (Huurmateriaal)
Zich to bevragen :
Uitgave «De Schalmei», Woudlaan 107, Brussel.
10
HET LIED VAN NELE
Johan De Illaeqt
Emiel Hullebroeck
Ik zie er dat Vlaandren zo geren !
Kent gij de Taal van mijn land ?
De taal is het niet van de Heren,
Ik weiger die Heren mijn hand.
Mijn Taal is de zon van mijn gaarde,
Mijn Taal is een lied van de Mei
Mijn Taal is 't gebed van ons aarde
En die er op trapt, trapt op mij !
Ik sta voor mijn Vlaams,
't Vlaams van mijn land,
van Vlaandren !
Ik zie er dat Vlaandren zo geren !
Kent gij het yolk van mijn land ?
Het wroet om verlost van de Heren,
Het eet er zijn roggenen kant.
Het zendt naar de IJzer zijn helden
En Vlaanderen oogst er zijn loon :
Een kruisken van hout in de velden,
Met spot voor zijn Klauwaarts tot loon !
Ik sta voor mijn Volk,
't Volk van mijn land,
van Vlaandren !
Ik zie er dat Vlaandren zo geren !
Kent gij dat Vlaandren, mijn land ?
Mijn toren, die lacht om de Heren,
Is daar bij mijn bomen geplant,
Mijn dak is er rood als mijn rozen,
Mijn rozen, ze bloeien voor mij ;
En 't windeken speelt met mijn dromen :
Ik droom er mijn Vlaanderen vrij
Ik sta voor mijn Land,
't Land van mijn hart,
Mijn Vlaandren !
tit de 19e reeks liederen van Emiel Hullebroeck.
11
Stemmingsliederen
ZOMERVREUGDE
Steven Debroey
Emiel Hullebroeck
'k Hoor de wind vertrouw'lijk fluistren
In de heesters langs de baan,
Door de twijgen van de bomen
Die weer fris to groenen staan.
Alles groeit nu, alles bloeit nu
En de Zomer komt weer aan
'k Zie de berk in 't zonlicht glanzen,
Knapen stoeien op het duin ;
Bietjes zoemen op de heide,
Urn de bloemen in de tuin.
Suskewietje zingt zijn liedje
In 'n hoge dennekruin
Sloeg de tijd sours diepe wonden;
Bracht hij menig donker uur,
'k Wee-t in 't hart van oud en jong nu
Weer ontgloeien 't levensvuur.
Zorgen wijken, d'ogen kijken
Vrolijk naar bet hel azuur.
Melodie : Bundel «De Vedel aan de zijde !» — 17 liederen —
Klavierpartij : Nieuwe Bundel met 21 E.H. liederen. Prijs : 70 fr.
Steven Debroey
AVONDLIED
Emiel Hullebroeck
De dag heeft weer zijn taak volbracht ;
Het gouden licht wijkt voor de nacht,
En alle vogels zwijgen.
Laat ons een kring nu rijgen,
Rondom het knettrend sparrenvuur,
In dit gewijde avonduur.
Nu daalt de nacht ; 't is rustenstijd.
Het uur waarop van vriend men scheidt,
God geve ons zijn zegen
Wij gaan verscheidene wegen,
Maar zijn de vrienden alien heen,
De harten blijven trouw en een.
Melodic. : Bundel «Jeugdn — Prijs : 10
12
fr.
.
Zingende musgezmnen
HEMELHUIS
Rene De Clercq
Emiel Hullebroeck
Door mijn woning
Speelt een zonnig licht,
'k Voel me een kleine koning
In mijn grote plicht ;
Vrouw en kind te schragen
Op mijn sterke jeugd
En ze hoog te dragen
In mijn vreugd.
Daar, op 't schouwke,
Prijkt mijn enig kruis,
Wees mijn engel, vrouwke.
Wees mijn hemelhuis ;
Wees mijn stoutste roemen,
Wees mijn zoetste troost,
Frisse levensbloemen,
Krachtig kroost.
0, mijn kindren !
Graaggebroken brood !
Zou 't geluk vermindren
Waar de last vergroot ?
Zou men armoe lijden
Om een mondje meer ?
Och ! waar mensen strij den,
Helpt de Heer
Uit de 6e reeks liederen van Emiel Hullebroeck.
Een Suite van E.H. liederen, bewerkt voor 4 stemmig
gemengd koor door Gaston Feremans en verbonden
door langere of kortere tussenspelen voor kiavier.
Te bestellen bij de bewerker Gaston Feremans, Brial-
montlei 26, Antwerpen.
13
Karel Casteels
SLAPE ZACHT
Emiel Hullebroeck
Slape zacht, mijn lieveke lief,
Zoetekezoet.
Vouw uw handjes, lieveke lief,
Zoetekezoet.
Zeg de Heer uw avondgroet, Lieveke lief,
Lieveke zoet.
Goede nacht, slape zacht.
Moeders liefde houdt de wacht.
Woel zo niet, mijn lieveke lief,
Zoe tekezoet.
'k Lek u beter, Lieveke lief,
Zoetekezoet.
Bij zo 'n kou doet dat wel goed,
Lieveke lief,
Lieveke zoet.
Goede nacht, slape zacht.
Moeders liefde houdt de wacht.
Wil niet wenen, lieveke lief,
Zoeteke zoet.
Moeder blijft nog, lieveke lief,
Zoeteke zoet.
Want 't is moe die waken moet,
Lieveke lief.
Lieveke zoet.
Goede nacht, slape zacht.
Moeders liefde houdt de wacht.
Sluimer vrij, mijn lieveke lief,
Zoeteke zoet.
Al is rustig lieveke lief,
Zoeteke zoet.
Kindje door mij zelf gevoed,
Lieveke lief,
Lieveke zoet.
Goede nacht, slape zacht,
Moeders liefde houdt de wacht
Uit de 5e reeks liederen van Emiel Hullebroeck
14
MOEDERKE ALLEEN
Rend De Clercq
Emiel Hullebroeck
Wie zal er ons kindeken douwen,
En doet het zijn moederken niet ?
Wie zal er zijn dekentjes vouwen,
Dat 't schaars door een holleken ziet ?
Kleine, kleine, moederke aneen,
douw douw douw derideine,
Kleine, kleine, moederke alleen,
Kan van uw wiegske niet scheen ?
Wie zal naar ons kindeke kijken,
Dien bleuzenden stouten kapoen ?
Wie zal er zijn hemdekens strijken,
Zijn haarkens in krullekes doen ?
Kleine,...
Wie zou voor ons kindeke derven,
Haar laatste kruimelke brood ?
Wie zou er, wie zou er voor sterven,
En lachen op kind en op dood ?
Kleine,...
hit de 1ste reeks liederen van Emiel Hullebroeck.
AFRIKAANS WIEGELIENIE
C. J. Langenhoven
Emiel Hullebroeck
Lamtietie, damtietie, doedoe my liefstetjie,
Moederhartrowertjie, dierbaarste diefstetjie !
Luister hoe fluister die wind deur die boompietjie,
Heen en weer wieg by horn al oor die stroompietjie.
Doedoedoe, bladertjies, Slapenstijd nadertjies,
Doedoedoe, blommetjies, Nag is aan. 't kommetjies,
So sing die windjie vir blaartjies en blornrnetjies.
Bo in die bloue lug flikker die sterretjies,
Hemelse brandwaggies, lampies van verretjies,
Wakend oor windjies en wolkies en stroompietjies,
Wakend oor mensies en diertjies en boompietjies :
«Wees maar gerustetjies, Slaap maar met lustetjies !D
So sing die sterretjies, Stilletjies, verretjies.
Vuurvliegies, lugliggies, ewige sterretjies !
Onskuldig ogies en voetjies en handetjies,
Wie weet hoe ver moet my kleintjie nog ganetjies !
Ver deur die wereld se kronkels en gangetjies.
Bly tog maar kleintjies en bly dit maar langetjies.
Bly maar by moedertjie. Kindlief se hoedertjie,
Slaap in haar arrempies, Saggies en warrempies,
Doe kies dan, doe kies in moeder se arrempies !
flit de 16e reeks liederen van Emiel Hullebroeck.
15
Lie fde l iederen
AAN U ALLEEN
Willem Gijssels
Emiel Hullebroeck
Geen avondwind en ruist zo zoet
In 't stille van de tijd,
Dat mijn gedacht iets anders doet,
Dan zoeken waar ge zijt,
Of hij op bloemen zegepraalt,
Mij laat hij koud als steep,
Ik denk aan u, waar gij ook dwaalt,
Aan u, aan u alleen
Geen starreken verleidt er mij :
Ik zie uw ogenpaar,
Dat in mijn harte blinkt zo blij
Dan zijt ge weder daar !
Wanneer uw oog in 't mijne straalt,
Geen of stand is er neen.
Ik denk aan u, waar gij ook dwaalt,
Aan u, aan u alleen
Geen kloksken klinkt er uit de vert,
Zo vredig over 't land,
Dat het een wijlken uit mijn hert,
Uw stille stemme bant.
Wat ook zijn lieve kiank verhaalt,
Wij spreken steeds meteen :
Ik denk aan u, waar gij ook dwaalt
Aan u, aan u alleen
Uit de 2de reeks liederen van Emiel Hullcbroeck.
DE FIJNPROEVERS (Studentenlied)
Lambrecht Lambrechts
Em. Hulle broeck
Bewerking voor 4 stemmig gemengd k oor
Te bevragen : Wies Pee - Geraniumstr. 18 Antw.
16
TINEKEN VAN HEULE
Rene De Clerca
Emiel Hullebroeck
Tineken van Heule, ons maartje,
Kan werken gelijk een paardje,
Kan melken, kan rnesten,
Kan schuren gelijk de besten.
Tineken van Heule, ons maartje,
Staat hoog in de gunst van mijn vaartje,
En als moederken haar prijst,
Dat mijn zuster er om krijst,
Dan lach ik een beetje in mijn baardje.
Keervers :
Liever dan een vis die in een goudzee zwem
Liever dan een vogel, die geen sparen kent,
Liever dan een freule,
Tineken van Heule,
Tineken ons maartjen in zijn hemd
Tineken heeft geld noch goedje,
Noch landeke, noch pandeke, noch koetje,
Noch huisje, noch kruisje,
Noch een lappeke voor op mijn buisje.
Tineken heeft geld noch goedje,
Maar een hemel is haar lachen en haar groetje
Als zij trippelt naar de bron,
Met haar emmer in de zon,
En haar klompeken vast aan haar voetje
Liever, enz...
Tineken van Heule, mijn minneken,
Op u staat mijn zoetste zinneken,
U lust ik , u kust ik,
Op uw harteken bouw en rust ik,
Tineken van Heule, mijn minneken,
Mijn poezelig dubbel kinneken.
Leg uw handeke in de mijn
En een bruiloft zal het zijn
Van een boer en een schoon boerinneken !
Liever, enz...
Int de 9de reeks liederen van Emiel Hul-lebroeck.
17
DE DAHLIA
Lambrecht
Lambrechts
Emiel Hullebroeck
Gij zijt, gij, even twintig,
Daarbij, een halve heer ;
Ik ben, ik, maar een boertje,
En al zo jong niet meer.
Gij noemt uw lief een bloempje
Een roosje, ik weet het ja.
Voor mij bloeit langs de Demer
Een frisse dahlia.
Wanneer de kermis daar is,
Met vlaai en kriekenbier,
Dan gaan wij met ons meisjes
Gekoppeld op de zwier ;
Voorop gij beiden, netjes,
Wij traagjes achterna ;
Gij met uw geurig roosje,
Ik met mijn dahlia.
En wordt het eindlijk zomer,
En is de vasten uit,
Dan bindt ons de oude paster,
Tot bruidegom en bruid.
Gij voert uw blozend roosje
Naar Brussel of naar Spa ;
Ik leid naar Scherpenheuvel,
Mijn dikke dahlia.
Uit de ilde reeks liederen van Emiel Hullebroeck.
18
KARLIJNTJE
tambrecht Lambrechts
Emiel Hullebroeck
Zij kwamen van Ter Bosch gereden,
Waar 't grote kermis was :
De pachter en de pachteresse,
Karlijntje, blond als vlas.
De pachteresse zei bekommerd :
«Daar flikkert al een star !»
Intussen zat Karlijntje-stil te dromen
Van achter op de kar.
Een knaap trad uit het hoge koren
En wipte naderbij
Het was een stoute, vlugge kerel :
Daar zat hij aan haar zij
De boer sprak van de kermisfeeste,
Was lollig als een nar,
Terwijl de hand] es naar elkander tastten
Van achtei op de kar.
Een logge wolk kwam aangewenteld,
Zo donker als een muur
Zij scheurde plidderpletsend open
En spoog de lucht vol vuur.
Het ging te vierklauw door de bossen
Abeel voorbij en spar.
Terwijl de lipjes naar elkander zochten
Van achter op de kar.
De minnaar zei : «Adieu, Karlijntje !»
En sprong weer op de baan.
Karlijntje had in heel haar leven
Geen mooier reis gedaan.
Nog nooit gevoelde zij haar zinnen
Zo lekker in de war...
1k wens u alien zulk een leutig tochtje
Van achter op een kar.
Uit de 14e reeks liederen van Emiel Hullebroeck.
19
Jan Demets
SOLDATEN BRU !DIE
Emiel Hullebroeck
Mijn jongen, als aan 't rollen van de mars
Door 't vreemde land het «halt» een einde maakt,
Wanneer de koffie dampt en ge in haar geur
Al de oude dingen van ons huisje smaakt,
En plots in U een wild verlangen stroomt,
Naar 't blonde meisje dat ginds van u droomt,
Neem dan mijn laatste briefje
Een levend stukje mos,
Een gouden zonnescherfje,
De adem van een bos,
Nee'm een paar regendroppels,
Een bloeiend takje hei,
Een wijsken uit ons Vlaandren :
Dan hebt ge mij.
Mijn jongen, als gij op de uitkijk staat,
Hand aan 't geweer en spiedend door de nacht,
Op elk beweeg verdacht, op elk geluid,
Een zwijgend beeld, uit steep gehouwen wacht,
En in een schaduw ziet ge ineens 't gezicht
Van 't blonde bruidje ginds op u gericht,
Denk even aan dat briefje
En aan dat stukje mos,
Aan 't gouden zonnescherfje
En aan de geur van 't bos,
Aan 't schitteren van die droppels,
Aan 't bloeien van de hei,
Aan 't wijsken uit ons Vlaandren
En denk aan mij.
Mijn jongen, als de slag gestreden is
De horen over 't veld de zege zingt,
En gij, vermoeid maar trots, voor korte tijd
Tussen de kameraads to rusten zinkt.
Droom dan mijn jongen, deze goede nacht
Van 't blonde vrouwken, dat ginds op u wacht,
Droom van mijn laatste briefje,
Speel met dat stukje mos,
Waarop een zonnescherfje,
De adem legt van 't bos...
Speel met die regendroppels
Aan 't bloeiend takje hei,
Zing zacht dat vlaamse wijsje
En droom van mij.
Melodie : Bundel «De Vedel aan de zijde» - 17 liederen - Prijs 10 fr.
Klavierpartij : Nieuwe Bundel met 21 E.H. liederen. Prijs : 70 fr.
20
MARLEENTJE
Willem Giissels
Emiel Hullebroeck
Ik pakte dat Marleentje al bij de hand.
Marleentje, Marleentje vond het plezant.
Ze liet zich leiden
Langs groene weiden,
Och ! wat zijn er toch meisjes in 't land
Refrein :
Als mijn Marleentje, Marleentje, Marleentje,
Zo is er maar eentje, zo is er maar eentje !
Ik kuste dat Marleentje op hare mond.
Marleentje, Marleentje vond dat gezond.
Ze zou niet geren
Zich tegen weren,
Och, wat lopen er meisjes hier road !
Ik trouwde met Marleentje niet lang nadien
Marleentje, Marleentje werd geern gezien.
Dra zong mijn vrouwken
Een douwriedouwken,
Ja, er zijn er veel schoner misschien !
Ik wilde dat Marleentje niet sterven kon,
Marleentje, Marleentje is mijne zon.
Want viel ik zonder, ik ging ten onder,
Geen meisje wie ik mijn harte nog jon.
Uit de 3e reeks liederen van Emiel Hullebroeck.
Een model liederboek voor de onderwijsinstellingen.
DE NOTENLEER DOOR HET LIED.
Progressief handboek ten dienste van het muziekonderwijs. Een keuze van 86 liederen uit onze Vlaamse liederenschat. Aanbevolen door de Verbeteringsraad van het Muziekonderwijs. — Prijs : 35 frank.
21
Lachend door het leven
LEVENSVREUGDE
Emiel Hullebroeck
Tiji van Brabant
Waar leuke zielen zingen blij te gaar,
Daar lacht de vreugd u tegen,
Daar is geen plaats voor snob of kniezelaar,
Die gaan slechts kronkelwegen !
Keervers :
Wie lachend door het 'even gaat,
De tranen aan de kwezels laat,
Het balken aan de ezels laat,
Heeft vreugde, heeft vreugde voor het leven.
Die 't leven door trekt met een blij gemoed,
't Verdriet geen kans wil jonnen,
En moedig draagt de last en tegenspoed,
Heeft die reeds overwonnen !
Wie blij wil blijven zingt een heerlijk lied
Dat hart en ziel doet zindren.
De boze poogt wel, maar hij lukt het niet
Die vreugde te vermindren.
Melodic : Bundel «De Vedel aan de zijde» — Prijs : 10 fr.
Klavierpartij : Nieuwe Bundel met 21 E.H. liederen. Prijs : 70 fr.
.11111•11110,1111111,1111011,011ME
MET WAKKER HART !
Drie nieuwe Emiel Hullebroeck-liederen met klavierbegeleiding op tekst van Cl. De Ridder en St. Debroey
1.
2.
3.
Prijs : 20
22
Moedig Moederken.
Brabant ! (Heimatlied)
Meideken lief ! (Een liefdeliedje)
fr.
TANTE NONN EKE
Clem De Ridcler
Emiel Hullebtoeck
Ik heb een tante nonneke,
Zo zoet als een bonbOnneke,
Zij maakt zo vaak mijn hartje bli
Met speelgoed en met lekkernij,
Tante Nonneke,
Zoet bonbonneke,
Maak mij nog een popje klein.
Dan zal ik nog blijer zijn.
Ik heb een tante nonneke,
Zo stralend als een zonneke,
Zij lacht en klapt en tatert maar
Tot neef- en nichtjes altegaar.
Tante Nonneke,
Stralend zonneke,
Zing nog eens het liedje van
Poppemie en Poppejan.
Ik heb een tante nonneke,
Zo rond als een baronneke,
Haar kloosterke is haar kasteel,
Haar rozenhoedje haar juweel.
Tante Nonneke,
Rond baronneke,
Wat me 't meeste van al aat,
Is dat ge nooit frans en praat.
Prijs : 10 fr.
Melodie : Bundel «De Vedel aan de zijde»
Klavierpartij : Nieuwe Bundel met 21 E.H. liederen. Prijs : 70 fr.
VOOR DE KLEUTERS UIT ONZE KINDERTUINEN
KLAVIERBUNDEL • ePOPPENWERELD» ... 20 fr.
a) De Poppenstoet. b). Poppe-Mie. c) Van een
oude Koffiekan.
2. KLAVIERBUNDEL : «SUSKE EN WISKE» ... 20 fr.
a) Suske en Wiske. b) Tante Sidonie. c) Lambik!
... 25 fr.
3. ONZE KLEINEN ZINGEN - Deel II
a) Karlientje Kntp b) Het Hondje in het bad. c) Ons
Poesje. d) Van Toontje die niet tellen kon. e) Pietje
eNieuwsgierig». f) Menheer Pimmel. Menheer Pommel.
23
KERMISLIED
Emiel Hullebroeck
Hubert Melis
Als 't kermis wordt, als 't kermis wordt,
In 't land van Rupelmonde,
Dan komen de schippers terug naar huis,
Van uren in bet ronde.
Dan wordt de blijde trom geroerd
En 't beste bier geschonken ;
Er wordt geflikkerd en gedanst,
Gezongen en gedronken.
Keervers :
Van klepper-klapetter, van klep klep klep,
In 't land Rupelmonde.
Een kermis maar in heel het jaar,
En drinken is geen zonde !
Dan kiest de schippersmaat zijn lief
En doet ze lustig draaien
En wie niet stram is en niet stijf,
Hij moet zijn benen zwaaien.
Een aardig lief, een kermislief,
Een lief voor twee, drie dagen :
Toe, neem dat lief, dat aardig lief,
Ze zal niet beter vragen.
Van klepper-klapetter, van klep klep klep,
In 't land van Rupelmonde,
Een kermis maar in heel het jaar.
En dansen is geen zonde
Maar als het laat en later wordt,
Dan gaan ze in stil gefluister,
De wegen langs, de dijken langs,
In eenzaamheid en duister,
Dan neemt hij 't Eel in zijnen arm
En zegt haar wondre dingen ;
En wat hij vraagt en wat hij zegt...
Dat zal ik morgen zingen !
Van klepper-klapetter, van klep klep klep,
In 't land van Rupelmonde,
Een kermis maar in heel het jaar.
En kussen is geen zonde !
Uit de 3e reeks liederen van Emiel Hullebroeck.
24
CAPPER KRISPIN
Rene De Clercq
Ernie' Hullebroeck
De schoentjes gaan er met paren,
En jammer ! de mensen ook.
't Verstand komt niet voor de jaren,De lief de ? Wat vuur en wat rook !
Ach ! Wisten 't de vliegende gaaien,
Ze werden 't vrij leven niet moe !
Ik zitte mijn schoentje te naaien,
En trekke mijn draadje toe.
Hoe groeide uit dat lustige Grietje,
Die knorrige dolle katijf ?
Een lief als een hemelbietje,
En nu zo een duivelig wijf !
Vandaag al de winden aan 't waaien,
En morgen noch ba noch boe.
Ik zitte mijn schoentje te naaien,
En trekke mijn draadje toe.
Wat heb je aan die pinten, die pijpen ?
Neem liever een druppel, een dop
Ei, moet-je dat elsje weer slijpen ?
Jees-Christus wat eeuwig gekiop !
Ik mag me noch roeren, noch draaien,
't Is al verkeerd wat ik doe,
1k zitte mijn schoentje te naaien.
En trekke mijn draadje toe.
Nu zit ze de passie te preken,
13ij Anneke van de gebuur,
En lapper geen woordje te spreken,
Is 't eten te zout of te zuur.
Straks komt ze mij kozen of aaien,
Of zoeken naar bezem of roe,
1k zitte mijn -schoentie te naaien,
En trekke mijn draadje toe.
Weet iemand — daar valt mij al weder
Dat schoenmakersraadseltje in —
Het verschil tussen vrouwen en leder ?
Voor mij is het klaar geliik tin,
De vrouwen ziin vellen van haaien,
P,n leder is vel van de koe,
1k zitte mijn schoentie te naaien,
En trekke mijn draadje toe.
Uit de Ede reeks liedEren van Emiel Hullebroeck.
25
Verhalende Liederen
DE WIEGENDE MIJNWERKER
Lambrecht Lambrechts
Emiel
Hullebroeck
Uw vader, lief kindje, zong zelden of nooit ;
Hij vond op zijn wegen geen bloemen gestrooid ;
Ellende was alles wat de aarde hem bood,
Het leven, een worstlen voor 't karige brood.
Maar gij doet hem zingen gelijk hij 't vermag :
Tralalala ! Tralalala !
Voor u zou hij zingen den godgansen dag :
Tralalala ! Tralalala !
Veel beter voor u zal het leven niet zijn
Geen zonneken lacht in die donkere mijn.
U wacht er hetzelfde worstlen voor 't brood ;
Van achter de klompen beloert u de dood.
Toch zinge mijn jongen, gelijk hij 't vermag :
Tralalala ! Tralalala !
Voor u zou hij zingen den godslieven dag
Tralalala ! Tralalala !
Uit de 3e reeks liederen van Emiel Hullebroeck.
BRIEF UIT FRANKRIJK
Theo Brakels
Emiel
Mijn vrouwke lief, ik laat u weten,
Van mijn gezondheid nu den staat ;
Als dat het op zijn Vlaams hier gaat :
Veel werken en maar weinig eten.
Maar of ik at of was op loop,
Of koren pikte of wiedde of schelfde,
'k Dacht steeds aan U en ik verhoop
Van U hetzelfde.
Wij zijn hier vele Vlaamse gasten,
Tien uren verder dan Parijs ;
Ons werk verdient een goede prijs,
Want zonder ons zou Frankrijk vasten
En vasten .geeft een flauwe kop,
Wij doer dat 's winters, niet uit boete.
Maar. als het laatste geld is op,
Omdat wij moeten.
26
Hullebroeck
Maar och ! Waarom daarover klagen ?
Want pertig toch als vlinderkes,
Zijn onze zeven kinderkes,
Met kleine mondjes, grote magen,
En is er soms wat brood te kort,
En zinkt de moed tot in de schoenen,
Wij krijgen toch, als 't avond wordt,
Elk zeven zoenen.
Doe naar school ons bloeikes stappen,
Want 'k ondervind, het is een troost,
Als men van ver aan vrouw en kroost,
Zijn hart met letters kan doen klappen.
En staat de wijsheid in een boek.
Zij zullen daar hun plicht beschouwen
En nauwelijks uit de eerste broek,
Niet lopen trouwen.
her spreekt men van de kerk te sluiten
Och, vrouwke, 't waar een droevig lot:
Te leven zonder hoop en God
Voor mensen zonder goed of dui ten.
Maar onze ploegbaas, kleine Fons,
Zei : Heeft God hier de deur gekregen,
Te liever komt hij ginds bij ons
Met zijne zeven.
Zo zit ons yolk bij avondstonden
Te praten aan de hoevepoort,
Terwijl men Fielke's trekzak hoort.
En wordt wat brood en spek verslonden.
Dan de een na de ander zoekt zijn kooi.
Geen pluimbed, hoor, maar zo genomen,
Men kan in stallen op wat strooi
Van huis toch dromen !
'k Zal ook niet Tang uit 't nestje blijven,
't Wordt donker en ik ben zo moe,
Dat schier mijn ogen vallen toe,
Wijl in de schuur ik zit te schrijven.
Zo, vrouwke, 'k heb u alien lief,
Ik werp een kus U uit de verte.
Tot wederziens, ik sluit mijn brief,
Maar niet mijn herte.
Uit de lle reeks liederen van. Em,iel Hullebroeick.,
27
VAN 'T MASEURKEN
H erman Broeckaert
Emiel Hullebroeck
Daar stak op een morgen, een jong maseurken
Zijn kapke door een spleetje van 't kloosterdeurken,
Cantemus Dominum !
Die wangjes, ze waren zo bleek, zo bleek,
En 't draaide zijn hoofdje en het keek, het keek.
Naar alle kanten om...
Cantemus Dominum !
En ginder, ei zie ! aan de kerk bezijden,
Daar zag het er een huwelijkskoetske rijden,
Cantemus Dominum !
Hoe glimmend dat bruidjen in 't wit, helwit !
Hoe pronkend in 't zwart-gelijk-git, daar zit
De fiere bruidegom !
Cantemus Dominum !
En verder daar stak het zijn kapke door 't deurken.
En 't stond op zijn teentjes, het bleek maseurken ;
Cantemus Dominum !
«Hoe zoet is de tucht — kloeg het, aangedaan
't klooster van Sinten Arjaan, Arjaan
«0 zalig heiligdom !
Cantemus Dominum !
Toen heeft het zijn hoofdeken ingetrokken,
Om rappekes het deurke weer toe to snokken.
Cantemus Dominum !
Het kropte in zijn keelke van grote nood,
En 't krijste zijn oogjes zo rood, zo rood !
Ach ! bleke kloosterblom !
Cantemus Dominum
Uit de 9e reeks liederen van Emiel Hullebroeck
28
'T LIEDJE VAN DE BEIAARDIER
Herman Broeckaert
Emiel Hullebroeck
Als 't vaantje wappert, beiaardier,
En kermis is geboren,
Dan wacht daarboven uw trouw klavier.
Dan spoedt ge u, koene beiaardier,
En klautert naar de toren.
Dan klinken uw klokjes over de stee :
«Lieve gebureman, kom-de gij mee ?»
Dan klinken uw klokjes luid en lang,
Tingelinge, tingelang. Tingetinge-tang
En is de blijdag, beiaardier,
De Prinskensdag geboren,
Dan zit ge weder voor uw klavier,
En laat uw deuntjes, vrank en fier,
Uw schoonste deuntjes horen.
Dan klinken uw klokjes over de stee
Voor onze koning een vrome bee :
«0 Here, behoed onze Vorst nog lang !D
Tingelinge, tingelang. Tingetinge-tang
En is de Kerstnacht, beiaardier,
De Grootse Nacht geboren,
Dan rolt een traan op uw trouw klavier,
En wat ge deunt dan, beiaardier,
Dat zal wel de Hemel horen.
Dan klinken uw klokjes over de stee.
«Mensen van goeden wil zij vree !»
Dan klinkt uit uw klokjes englenzang,
Tingelinge, tingelang. Tingetinge-tang •
Maar eens ook zult gij, beiaardier.
Van op uw hoge toren,
Volkrachtig konden op uw klavier •
Sa, taaie Vlaming, wees nu fier.
Uw hoogdag is geboren
De Vlaming en is niet langer knecht :
De Vlaming bekomt zijn voile recht !
Dan deunen uw klokjes zegezang,
Tingelinge, tingelang. Tingetinge-tang !
Uit de 13e reeks liederen van Emiel Hullebroeck.
29
Studentenliederen
DE GILDE VIERT
Rene De Clercq
E oriel Hullebroeck
De gilde viert, de gilde juicht
Wat zit gij daar en blokt en buigt
Nog over uwe boeken ?
De wijsheid ligt maar in de kan,
Die ze elders zoeken wil, die kan.
Doch laat hem, laat hem zoeken.
Keervers :
Het beste biertje lust hem niet,
Het liefste liedje sust hem niet,
Het mooiste meisje kust hem niet,
Hoog het glas ! Hoog het hart ! Hoog het lied
De beker ruist, de beker schuimt !
Sa, makkers, fris en opgeruimd
Het glas aan uwe lippen !
Die op zijn kamer koekeloert,
En geestversnipp'rend, dwaasheen snoert
Drink' water als de kippen !
Het pijpke dampt in monkelmond
En spreidt wellustig in het rond
Studentikoze geuren !
Die steeds aan perkamenten kluift,
En perkamenten reuken snuff t,
Krijgt perkamenten kleuren !
De gilde juicht, de gilde viert
Hoera ! de pet omhoog gezwierd
Ern nog eens hard geklonken
De blokker ligt reeds log en loom,
Gekweld door nare blokkersdroom
Met droge keel to ronken !
Uit de 10e reeks liederen van Emiel Hullebroeck
, 30
.
BRIEF VAN EEN SCHACHT
Jan Elinckx
Emiel Hullebroeck
Lief Leentje, ik kan 't niet langer zwiigen,
Gij hebt mijn hart te diep gewond ;
Met d'eenvoud, aan de schachten eigen,
Doe ik 't U kond !
Ge kunt het zien aan heel mijn wezen,
't Glanst uit mijn ogen, stil en zacht :
Oprecht komt lief de uit 't hart gerezen
Bij 'n simplen schacht.
Ik ben geen van die roldersbazen,
'k Ben nog maar eenmaal zat geweest
'k Laat andren van de meiskes razen ;
'k Ben zo bedeesd !
Ik dierf nog nooit een les verzuimen,
Ik heb nog nooit een meid gekust ;
Ik kruip te negen in mijn pluimen
En slaap gerust.
-
Maar Gij, kind, hebt me beetgenomen,
Gij hebt mijn hart op hol gebracht :
Gij zijt, gelijk een fee, gekomen
Naar d'armen schacht.
Gij hadt zo speels niet mogen lonken,
Gij hadt zo lief niet mogen zijn ;
'k Ben, ach, verzot en minnedronken,
Het doet me pijn
Ik heb zoveel IJ nog te zeggen
Komt t' avond aan de donkre vest,
Ik zal mijn hartjen openleggen
En zeg de rest !...
Ik zal U 'lijk een Engel loven,
Ik zal U minnen dag en nacht ;
Gij moogt me, Leentje lief, geloven
'k Ben maar een schacht !
Uit de 18e reeks liederen van Emiel Hullebroeck.
31
DEFTIG DRINKLIED
Emiel Hullebroeck
Tij1 van Brabant
Marieke, vul nog eens de glazen,
Het leven lacht ons zonnig toe,
En laat de droge levers razen,
Zij worden 't moe, zij worden 't moe !
Wij zien zo geren 't gulden bierke,
Met 't sneeuwwig witte kroontje schuim,
Dat drinken is een waar plezierke,
Van lik de duim, van lik de duim !
Keervers :
Ons lieve Heerke maakt 't goe weerke
En de brouwer maakt goe bier
Laat ons klinken, laat ons drinken,
Elke pint brengt meer plezier.
Wie zit daar steen en been to klagen.
En zwemt in 't zwart miseriebad ?
Hij moet een kloeke gersten wagen,
Zo vers van 't vat, zo vers van 't vat !
Want drinken is verdraaid geen zonde,
Wel zeven kruiken heeft ons Heer
Ons uit de hemel toegezonden.
Schenk nog ne keer, schenk nog ne keer !
Melodie : Bundel «De Vedel aan de zijde» — Prijs : 10 fr.
Klavierpartij : Nieuwe Bundel met 21 E.H. liederen. Prijs : 70 fr.
VOOR ONZE VLAAMSE KOORVERENIGINGEN I
•••
Prijs 15 fr.
MET HERTEN BLI
1.
2.
3.
4.
32
Vijf oude Nederlandse Volksliederen bewerkt
voor drie gelijke stemmen.
Prijs 10 fr.
NU SINGHET SAEM
Drie oude Nederlandse Kerstliederen bewerkt
voor drie gelijke stemmen.
MET VREUCHDEN WILLEN
Prijs 50 fr.
WI SINGHEN
36 Bewerkingen voor gemengd koor.
Prijs 20 fr.
OMME 'T LANT TE BESCERME !
Drie werken van Jef Van Hoof voor 3 gelijke
stemmen en een lied van Lieven Duvosel voor
2 gelijke stemmen.
STUDENTENLIED
C. F. Visser
Emiel Hullebroeck
Die studentejare gaan verbij,
Verbij studenteweelde,
Nooit keer hul'ooit terug vir mij,
Die tijd, die lieflingsbeelde.
Die koringmeul wil nie meer maal,
Mij skulde moet ik self betaal,
0, treurigheid op note,
Ik staan op eie pote.
Soos mieliepitte spat uiteen
Die oue trouwe vriende ;
Ik staan nou moedersiel alleen
En is maar net bediende.
Ik is nie meer mij eie baas,
Ik werk met Paul en Piet en Klaas
0, treurigheid op note,
Ik staan op eie pote.
Maar moe nie glo, al word ons oud,
Ons hart kan ooit verander ;
Ons liefde is nog lang nie koud,
Ons staan nog bij mekander.
Dus vriende, reik mekaar die hand,
Hernuw die heil'ge vriendskapsband.
Gaan dit met stamp' en stote,
Nog blij ons op ons pote
Uit de 16e reeks liederen van Emiel Hullebroeck.
ZINGEND VOLK I
ZINGENDE JEUGD
Vier delen — elk deel bevat de klavierbegeleiding van 24
oude Nederlandse volksliederen.
Prijs per deel : :L5 fr.
De schoonste en meest verspreide uitgave der laatste jaren !
33
BROUWERKEN BROUW ! •
Emiel Hullebroeck
fiertaat Vandaele
«Brouwerken, brouwerken brouw mij het bier»
«'k Heb er geen hop meer, geen brijzel, geen zier.»
«Ga er dan zoeken in kanten en hoeken,
of aan de staken met ranken vol zwier.»
Keervers :
Want de bellen der hop
zijn tot hoog in de top
en bij trossen, te kust en te keur,
en de rankende plant,
in het Aalsterse land,
heeft de beste van smaak en van geur.
«Brouwerken, brouwerken brouw mij het bier.»
«Ja, zegt hij blijde, de hop is al hier,
'k Heb er gevonden met honderden ponden,
hoog aan de staken en ranken vol zwier.»
«Brouwerken, brouwerken, drinken wij 't bier ?»
«Beter bestaat er geen mijlen van hier !
Laten wij ranken en bellen bedanken,
heerlijk is 't biertje en 't doet ons plezier !»
Voor onze bli j-gezonde Jongens en Meisjes
uit de Lagere School.
Prijs : 25 fr.
1) ONZE KLEINEN ZINGEN. Deel I
a) Sikkebaard. b) Scharesliep. c) De Kleine Trommelaar. d) De Bremer Muzikanten. e) Het Garnaalvrouwke. f) De Timmerman.
Prijs : 25 fr.
2) ONZE KLEINEN ZINGEN. Deel
a) Drie Puitekens. b) Blommekens lief. c) Poppeken
slaapt. d) De Mei in 't verschiet. e) Het Mierennest.
f) Kerstliedje.
3) ONZE KLEINEN ZINGEN. Deel IV ... Prijs : 25 fr.
Liedjes over St Niklaas, Kerstmis en Driekoningen.
Klavierpartij : Nieuwe Bundel met 21 E.H. liederen. Prijs
34
70 fr.
St ij dliederen
DE BLAUWVOET
Albrecht Rodenbach
Emiel Hullebroeck
Nu het lied der Vlaamse zonen,
Nu een dreunend kereislied,
Dat in wilde Noordertonen,
Uit het diepste ons herten sthiet.
Keervers :
Ei !het lied der Vlaamse zonen,
Met zijn wilde Noordertonen, .
Met het oude Vla.ams hoezee,
Vliegt de Blauwvoet ? Storm op zee !
't Wierd gezeid dat Vlaand'ren groot was
Groot scheen in der tijden wolk
Maar dat Vlaanderland nu dood was
En het vrije kerelsvolk.
Maar daar klonk een stemme krachtig
Over 't oude Noordzee-strand
En het stormde groots en machtig
In dat dode Vlaanderland
En hier staan wij, 't hoofd omhoge,
Vuisten sidd'rend, kokend bloed,
Vlamme in 't herte, vlamme in d'oge,
En ons naam ons trillen doet.
Weg de bastaards, weg de lauwaards
Ons behoort het Noordzeestrand
Ons, de Kerels, ons de Klauwaards
Leve God en Vlaanderland.
Uit de 18e reeks liederen van Emiel Hullebroeck.
35
HET LIED DER VLAAMSE MEWS
Emiel Hullebroeck
Wies Moens
Als met hun Leeuwe-vlaggen
Fris-op ons Broeders gaan,
De sterke tocht voor Vlaandren
Naar wekkende levensdaan,
Wij, meisjes, willen zeegnen
De zwarte klauwende blom,
Wij hebben zó lang vergeten,
Maar keren tot Vlaandren weerom
Wijl koen de mannen strijden
En bouwen Vlaandren groot,
Wij, vrouwen, willen breken
Ons zielen als honigbrood .
En rijst het Huis van Vlaandren
In opene luchten vrij,
Wij zullen de tinnen kronen
Met eeuwige, bloeiende mei.
Wij dragen het mild ontfarmen
Als cozen in onze schoot ;
Sint Liezebet komt wandlen
Door Vlaandrens wee en nood :
Want meisjes willen zeegnen
De zwarte, klauwende blom,
Zij hebben zó lang vergeten,
1Viaar keren tot Vlaandren weerom
MARSLIEDEREN !
-
KLAVIERBUNDEL I
Prijs 20fr.
Daglied — Als de Winden vrij — Zwervers —
Wij zingen — Staplied voor de Jeugd.
Prijs 20 fr.
— KLAVIERBUNDEL II ...
Vaar mee Kameraad — Plant de Mei — Waasland — Nieuwe Jeugd — Zing, Kameraad.
— ZINGENDE JEUGD IN 'T GELID !
Klavierbundel
••• ••• ••• ••• ••• ••• Prijs 25 fr.
5 Marsliederen : Zonnige Jeugd ! — Het Leger
uit Kerlingaland ! — Jeugd in 't gelid !
een zeel ! — Vlaamse Jeugd !
—Trek
36
Kinderliederen
K ERSTL I ENE
Ernie!
Clem De Kidder
Hullebroeck
Kindje Jezus we rd geboren
Op een nacht om twalef uur.
't Had gesneeuwd en hard gevroren.
En het Kindje had geen vuur.
.
Keervers
Kerstekindje, liefste vriendj e,
Kom maar in mijn hartje klein.
't Is zo zuiver en zo warmpjes,
't Zal voor U een kribje zijn.
Kindje Jezus was gekomen
Uit de hoge hemel schoon,
En het vond geen onderkomen,
Dan een donkre beestenwoon.
Kindje Jezus, die de hemel
En de aarde had gemaakt,
Had geen drinken of geen eten
't Lag daar in een kribbe naakt.
Klavierbegeleiding : «Onze Kleinen zingen» Deel III
Prijs : 25 fr.
.swassemeistsurtiammrxmamr,
mnxarinarwsers.".
-
VOOR ONZE VOLKSDANSGROEPEN !
«KEERSKEN IN DE LANTEERND
15 Volksdansen : muziek en beschrijving
«DE ZEVENSPRONGD
20 Volksdansen : muziek en beschrijving.
Prijs 45 fr.
Prijs 25 fr.
37
POPP EM I EKE SLAAPT
Renaat Varulaele
Emiel Hullebroeck
1k heb mijn liefste poppemie
Heel warmpjes toegedekt.
En als ik haar daar slapen zie,
Dan ben ik opgewekt.
Keervers
Dan klopt mijn hartje, o zo blij,
Want poppemieke houdt van mij
En dit is zonneklaar,
Ik ook, ik hou van haar !
Mijn poppemieke is zo zoet,
Haar lief gezichtje lacht,
Wanneer zij braaf haar slaapje doet,
Zo lang als heel de nacht.
En als ik zelf mijn slaapje doe,
Dan is het of ik zie,
Al zijn mijn beide oogjes toe,
De lach van poppemie.
Klamerbegeleiding «Onze Kleinen zingen» Dee' 111
Prijs 25 fr.
38
KLOMPENLIEDEKE
Emiel Hullebroeck
Kenn De Clercq
Kap ik mijn wilgen blokjes.
Parenwijs uit de boom,
'k Zie ze onderbroeks of rokjes.
Haperend aan de zoom.
Refrein :
Klompen aan de voet, (bis)
Staat onze guitjes goed !
Klompen aan de voet, (bis)
Staat onze guitjes goed !
Glad om er in slieren ;
Licht om er mee te gaan
Hol om er in te tieren ;
Hard om er mee te slaan
Lijken ze plomp en pover.
Leerzekens gaan niet voor.
Aan ! En de stoppels over '
Uit ! En de beken door !
Bakt U de vorst op 't water.
Koeken van mijn fatsoen
Niets, om te glijden, gaat er
Boven een houten schoen.
Kinderen van den buiten,
Klompekens bruin van rook .
Op ! Als de leerskens sluiten
Sluiten de klompkens ook
(fit de 12e reeks liederen van Emiel Hullebroeck.
39
Godsdienstige Liederen
IN HET LAND DER LIEVE-VROUW
Etniel Hullebroeck
Dr A. Verwaest
Vlaamse moeders gaan nog trouw
Naar hun lof en congregate,
En ze bidden : Lieve Vrouw,
Wees gegroet, Gij vol van gratie
Trotse boeren op het veld,
Preev'len leunend op hun spade
Driemaal als het klokje meldt :
Wees gegroet vol van genade.
Keervers.
In dit land dat U vereert
Zijn er veel en schoon kapellen.
Waar men nog de kleintjes leert
Uwen zoeten naam to spellen.
Groet U 't yolk met vrome hand,
Biddend met devoot vertrouwen,
Want het kristen Kempenland
Blijft het land der Lieve Vrouwe.
Rond het rustig avondvuur
Zit een vrome generatie
Biddend in dit heilig uur .
Wees gegroet, Gij vol van gratie
In dit jaar der Lieve Vrouw,
Bij verdriet of ramp en schade,
Bidt ons Volk vol hoop en trouw :
Wees gegroet, vol van genade.
Klavierpartij : Bundel «Maria ter ere (12 nieuwe Marialiederen)
40
LIEVE VROUW DER LACE LANDEN
Clem. De bidder
Emiel Hullebroeck
Hoge Vrouwe in de Hemel,
's Heren Moeder, reine Maagd,
Hoor het yolk der Lage Landen
Dat U ned'rig bij stand vraagt.
't Heeft aloude adelbrieven
Van zijn godsvrucht, deugd en eer,
Wil, zo smeken wij U, Vrouwe,
Voor ons bidden bij de Heer.
Keervers :
Lieve Vrouwke, in de Hemel,
Die der Vlamen Moeder zijt,
Red uw yolk uit diepe noden,
Maak het tot de deugd bereid.
Lieve Vrouwe, zó was Vlaanderen
Hoofs, eenvoudig en devoot.
Kersten van geloof en zeden
Bleef het in zijn hoogste nood.
't Bouwde tempels en kapellen
Van de zee tot in de hei,
't Schilderd' Ti in pracht en kleuren,
't Zong U lied'ren in de Mei.
Lieve Vrouwe, zie de wonde,
Die uw dierbaar yolk ontwijdt ;
't Sloeg de hand aan eigen broeders,
't Is vol wraak en snarre nijd.
Dolend langs onveil'ge wegen
Dwaalt het verder van U af.
't Zoekt de wellust en vindt schande,
Dreigend gaapt het open graf.
Klavierpartij : 15 Fr. Afzonderlijk lied,.
ije bewerking voor 4 stemmig gemeng
e bestellen : Brialmont
door Gaston Fen.
LIEVE VROUW VAN GROENINGE
Emiel Hullebroeck
Clem De kidder
Vlaandren, hang nu gulden sporen,
Voor het beeld der Moedermaagd,
Dank Maria uitverkoren,
Want uw bee heeft haar behaagd.
Zij heeft trouw het schild gedragen,
Wijl gij vocht de goede strijd
Zing Haar lof tot 't eind der dagen
Zoete Maagd, gebenedijd
Keerzang
Klirrende blinkende Sporen,
Gouden gaven van een yolk,
Dat voor vrijheid werd geboren
Als het vecht,
Voor zijn recht,
Moeder wil het dan aanhoren.
Liefste aller Lieve Vrouwen,
Hoedster van het Groeningveld.
Laat ons vroom in vrede bouwen,
Vrij van dwang en vreemd geweld.
Na het lange, bange lijden,
Dat ons yolk tot rouwen bracht
Kom ons met uw heil verblijden,
Schenk weer hoop aan ons geslacht.
ALLELULIA ! (17e eeuw)
Tekst : Lambrecht Lambrechts.
Bewerkt voor 4-stemmig gemengd koor door
Emiel Hullebroeck.
Foto-kopij (10 fr.) to bestellen bij A.N.Z. Secretariaat.
Otto Veniusstraat 15, Antwerpen.
Melodie : Bund
Klavierpartij :
• n die Leeu !» — Prijs : 10 fr.
et 21 E.H. liederszik„Pr-
«Geen rijker kroon dan eigen schoon !»
«sta als een rots in de branding !
«Rijs alS ee;n vlag aan de mast !
«Vecht voor 't behoud van uw zeden!
«Houd aan uw leuzeln vast h>
Wie wil zich inzetten om zijn gemeente tot een
schoon zingende volksgemeenschap om te werken ?
-
Zal het een geestelijke zijn ? Een onderwijskracht of een
jeugdleider (ster) ? - Wellicht de leider van een Vlaamse kultuurvereniging of een muzikant ?
- Krijgen we alle mensen van «goleden wil» samen om dit
schone ideaal te verwezenlijke:n :
-
De
De
De
De
onderwijsinstellingen.
jeugdverenigingen.
kultuurverenigingen. -- de K.W.B. - de h..A.V.
leden der plaatselijke zanggroepen en muziekkorpsen.
Konden we de leden dezer groepen maar eens samen brengen en
geestdriftig maken voor het schone Vlaamse Volkslied ...
« Dan zou de Beiaard spelen)}
Voor de leiding van Vlaamse volkszangavonden wende men zich
tot Willem De Meyer - Verzoeningstr. 5 Borgerhout. Tel. : 35.36.24
P.C. nr 10.44.96.
Een werk over het leven van, ee.n oinze meest gevierde Vlaam·
se Toondichter : Emiel Hull,ebroeck.
«ZANG EN STRIJD«
- Gewon·e uitgave met foto - houtvrij papier - 320 bladzij·den.
Prijs : 105 frank.
- Gebonden uitgave met foto - houtvrij papier - gesigneerd
door de schrijver. - Prijs: 165 frank.
- Levensherinneringen van Emiel Hullebr~eck.
Een boek voor elke Vlaming! Een werk ,dat men leest als een
beleefde roman !
Kent U de uitgaven van
(('t Sneeuwwit Vo.geftje})
(Frans De Meyer)
William Woodstraat, 12
Borgerhout
Vraag kat~1V