Tentamentijd voor docenten - TU Delta

Download Report

Transcript Tentamentijd voor docenten - TU Delta

NR.12
4 APRIL
2016
onafhankelijk universiteitsblad
Avonden doorhalen
Tentamentijd voor
docenten
Laura Ramirez Elizondo:
‘Wisselspanning is een
erfenis uit het verleden’
Rubicon
Naar het buitenland met
een beurs
LEVEN IN
VRIJHEID
4 april 2016
Delta
08
COVER
STUDYING
UNDER CHAOS
A growing number of
students is coming here
from countries in conflict.
What is it like when you
come from a country where
war, political or social
unrest is part of your
personal experience?
12
INTERVIEW
LAURA RAMIREZ
ELIZONDO
Onze elektriciteitsvoorziening
gaat enorm veranderen,
denkt elektrotechnicus Laura
Ramirez Elizondo (EWI). Ze
kreeg twee miljoen euro subsidie om uit te zoeken hoe.
VERDER
04
06
15
16
17
22
25
27
30
31
Column
Nieuws
Master
Sport
Lifestyle
Rubiconbeurzen
Sonnet
Desgevraagd
Survival Guide
Science
18
REPORTAGE
TENTAMENTIJD
Ook docenten hebben
tentamenstress. Vragen
bedenken, toezicht houden,
nakijken en studenten te
woord staan; veel gebeurt
tussen het college geven en
onderzoek doen door. Of
’s avonds, in het weekend
en tijdens vakanties.
3
TU Delft
COVER
Een bijzonder beeld op de cover.
Bijzonder omdat we het jongste ‘covermodel’ in de geschiedenis van Delta
hebben: de zoon van Amjad Majid. En
natuurlijk bijzonder omdat de uit Irak
afkomstige Amjad met zijn gezin in
vrijheid en veiligheid bij TU Delft kan
bouwen aan een mooie toekomst.
Voor dit artikel portretteerden we vier
mensen die vanuit een conflictsituatie
nu hun leven weer kunnen richten
op de toekomst.
(Fotograaf Marcel Krijger)
COLOFON
REDACTIE
Frank Nuijens (hoofdredacteur),
Saskia Bonger, Tomas van Dijk,
Dorine van Gorp, Connie van Uffelen,
Jos Wassink, Katja Wijnands
MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER
Jorinde Benner, Ailie Conor, Brandon
Hartley, Auke Herrema, Erik Huisman,
Job Hogewoning, Christian Jongeneel,
Heather Montague, Molly Quell, Bauke
Steenhuisen, Jimmy Tigges, Caroline
Vermeulen, Marco Villares
FOTO’S
Marcel Krijger, Sam Rentmeester
BLADCONCEPT EN VORMGEVING
Maters & Hermsen, Leiden
LAY-OUT
Liesbeth van Dam, Saskia de Been
REDACTIE-ADRES
Universiteitsbibliotheek,
Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft,
015 278 4848, [email protected]
ADVERTENTIES
H&J Uitgevers, 010 451 5510,
[email protected]
DRUK
Quantes Grafimedia b.v.
Oplage 4.500
Jaargang 48
ISSN 2213 8838
Meld je aan voor de wekelijkse
nieuwsbrief op de website.
MEER INFORMATIE OP
www.delta.tudelft.nl/colofon.
REAGEER!
Design with kids
Kinderen van basisschool Het Talent storten zich op de Memo, een speeltoestel
bestaande uit palen met gekleurde LED-schermen en aanraaksensoren. Maker
Yalp zoekt een nieuwe variant op de spelletjes: een mooie klus voor Co-design
with kids. Meer over dit TU-project in Delta 14 (2 mei).
Foto: Marcel Krijger
Syrië
Verschoolsing
Wildgroei
Raad van toezicht
Wanbetalers
Zuid-Korea
Het
Ingenieur
Korea Advanced Institute of
Voor
Modulaire
de lezing
curricula,
‘Hoezo:
meer
Syrië’
verplichte
van
aanwezigheid en
toetsen,
de verhoNRC-columnist
Carolien
Roelants
moest
Studium
Generale
woensdag
ging van
het bindend
studieadvies:
uitwijken
naar
groterevijf
collegede TU heeft
de een
afgelopen
jaar alzaal
lerleiom
maatregelen
alle geïnteresseerden
genomen om
eenstuzitplaats
te geven.
Het verhaal
datNu
zij
denten sneller
te laten
studeren.
hoorden
was weinig
hoopvol.start,
de universiteit
een evaluatie
vraagt de studentenraad opnieuw
aandacht voor verschoolsing.
delta.tudelft.nl/31362
De Dienst Uitvoering Onderwijs
(DUO) heeft 25 duizend oud-studenten in het buitenland opgespoord die
hun
Achtstudieschuld
boeken maarniet
liefstterugbetaalpresenteerde
hoogleraar
Micksamen
Eekhout
in maart
bij
den.
Ze lossen
alsnog
twaalf
Bouwkunde.
miljoen
euroDie
af. heeft hij allemaal afdelta.tudelft.nl/30521
gelopen jaar, het eerste jaar van zijn
emeritaat, geproduceerd. Verrassing:
er zitten er nóg vier in de pijplijn.
delta.tudelft.nl/31341
Stapel boeken
Steeds
Gijsbertmeer
de Zoeten
medewerkers
is met ingang
nemenvan
hun
1 meieigen
doorwaterkoker
minister Bussemaker
of koffiezetapparaat
benoemdmee
als lid
naar
vandedeTU.
raad
Gevaarlijk,
van
vindt
de onderdeelcommissie
(odc)
toezicht
van de TU Delft. Hij volgt
van
de universiteitsdienst.
Maarten
Schönfeld op wiens tweede
delta.tudelft.nl/30453
en laatste termijn verstrijkt.
delta.tudelft.nl/31352
Science
Tim Horeman
and Technology
is in maart(KAIST)
gekozen
wiltot
samen
Ingenieur
metvan
de het
faculteit
Jaar. Horeman
Luchtvaartis
en
onderzoeker
Ruimtevaarttechniek
en docent bij
enbiomechahet Nederlandse
nical engineering
Lucht- en
aan
Ruimtevaartde TU Delft,
technischeen
directeur
van MediShield
centrum
onderzoekscentrum
en van Surge-On
Medical. Volgens de
opzetten
in Zuid-Korea.
jury heeft hij ‘het vermogen om zijn
delta.tudelft.nl/30528
innovatieve ideeën om te zetten in
echte producten’.
delta.tudelft.nl/31332
Rectificatie
Collegetijden
In
Delftse
de infographic
studentenbij
zien
hethet
artikel
verrui‘Bsa
omhoog:
selecteren ofniet
motiveren’
men van collegetijden
als oplos(Delta
3) staat
een fout. Er staat dat
sing voor
de capaciteitsproblemen
43%
de eerstejaars
studenten
die zevan
ervaren
aan de TU,
blijkt uit
van
de faculteit
Elektrotechniek,
onderzoek
van Oras.
De studentenWiskunde
raadsfractie
enonderzocht
Informaticabegin
(EWI)maart
een
positief
per faculteit
bindend
waarstudieadvies
studenten tegen
kreeg
afgelopen
capaciteitsproblemen
studiejaar. Dat
aanlopen
percentage
en
slaat
of verruiming
echter opvan
ééncollegetijden
van de bacheloreen
opleidingen
oplossing zouvan
zijn.
EWI:
Eenelektrotechniek
uurtje later
(ET).
beginnen
De andere
en eindigen
twee opleidingen,
met colleges
technische
ziet een meerderheid
wiskunde (TW)
van 1275
en ontechnische
dervraagdeinformatica
studenten niet
(TI),zitten.
kwamen
op
Slechts
percentages
vijftien procent
van respectievelijk
vindt het in54%
en van
47%.avondcolleges
Dat brengt het
gemidvoeren
een
oplosdelde
sing voor
vancapaciteitsproblemen
de faculteit op 48%. ronddelta.tudelft.nl/30468
om collegezalen. Iets meer dan een
kwart vindt colleges tijdens de lunch
een goed plan.
delta.tudelft.nl/31390
4
Delta
Cijfer
Column
Erik Huisman
4000
Resetten
Ik heb een plan. Werken aan een nieuwe set normen. En grenzen
aangeven. Eindelijk grenzen aangeven. Zo moet het lukken.
Na anderhalve week was het beeld me wel duidelijk. Het moet …
Nee. Misschien zo:
“Ik herken het helemaal”, zegt collega A. “Je kunt overwegen er
een tijdje helemaal uit te stappen. Ik heb er veel baat bij gehad.”
Alles in mij verzet zich. Ze ziet het. Ze herhaalt: “Je kunt er even uit
stappen. Ik kan een afspraak maken.”
We zitten in de koffiehoek van de Library. Ze zou feedback geven
voor m’n R&O. Door wat me een week geleden gebeurde, is het
een ander gesprek. Ik …
Of nee. Zo:
Het gaat veranderen. Er zijn veel plannen voor het central international office. Goede plannen. We hadden een heidag. Uitdagingen zat. Almaar groei van het aantal studenten. Huisvesting merkt
het. Het introduction program. De HR-afdeling ploetert nog met
losse systemen. Front office wordt meer spin in het web. We gaan
minder improviseren en gaten vullen.
Dat laatste komt mij goed uit, want …
Twitter bestaat tien jaar. TU praktijkdocent interactie ontwerpen @ianus (Ianus Keller) was in juli 2006
een van Nederlands eerste twitteraars. Met ruim 7200
tweets noemt hij zichzelf een ‘rustige twitteraar’. Hij
volgt 547 mensen en heeft 1387 volgers. Omdat Twitter
tien jaar geleden vroeg: What are you doing? luidde zijn
allereerste tweet: I am at home. “Ik had niet het idee dat
ik iets heel bijzonders had gedaan.”
Of misschien zo:
Met een stralend gezicht vreselijke dingen zeggen. Daar is collega
B goed in. Even uitvallen? Kan gebeuren. “Maar er is er maar één
verantwoordelijk en dat ben jij. Je had eerder aan de bel moeten
trekken. Grenzen moeten stellen.”
Ik sputter. Zij maakt korte metten. Het is twee weken na …
wen, wellicht verdeeld over twee nieuwe gebouwen. Dat meldde
collegelid Anka Mulder tijdens een overleg met de studentenraad.
De dienst facilitair management en vastgoed onderzoekt hoe die
nieuwe ruimtes eruit zullen zien en waar ze komen. Momenteel
laat de universiteit het nieuwe onderwijsgebouw Pulse neerzetten
waarin verschillende soorten collegezalen en zelfstudieplekken
komen voor ruim duizend man. In de nieuwe plannen gaat het om
1.
Twitter is ideaal als
nieuwsmedium
Nee joh. Zo maar:
Dus een blind paard kon het zien aankomen. De kribbigheid. De
vermoeidheid. De geuite onmacht. Wie kan elke week dagdelen inspringen, taken overnemen, zijn eigen taken op tijd blijven
doen, foutjes recht breien, overzicht houden, een collega inwerken, je ook nog verantwoordelijk voelen voor ….?
Nou? Wie? Superman! Maar kijk in de spiegel. Staat daar …
De TU is van plan vierduizend extra onderwijsplekken bij te bou-
JA
3.
Twitter is ook in te
zetten bij onderwijs en
onderzoek
JA
2.
De lol is er vanaf nu
Twitter steeds meer
wordt vervuild met
reclame
vier maal deze capaciteit.
delta.tudelft.nl/31358
NEE
4.
Over vijf jaar bestaat
Twitter nog
Tweet
JA
Nee, toch maar:
Hoog tijd om eindelijk consequent grenzen aan te geven. En te
stoppen met minstens een 8,5 te halen. En op te houden elk probleem te willen oplossen. Op naar een nieuwe norm. Moeilijk ja.
Maar als ik mijn collega’s nou vraag om …. Dat als tóch weer per
ongeluk te snel, te gretig …. Dat ze dan roepen: Hé
Huisman, kappen nou!
Ik ben op weg terug. Terug van bijna niet weggeweest.
Vrij naar: ‘Mijn eeuwige begin’ van Rabih
Alameddine.
Erik Huisman is frontman bij het central
international office. Als oud-journalist kijkt
hij graag over muurtjes.
Op welke stelling wil je
terugkomen?
“Op stelling 4. Twitter zal veranderen en het moeilijk krijgen, maar de waarde
die het heeft voor nieuws is groot. Ik zeg niet dat het over vijf jaar alleen een
journalistenplatform wordt, maar Twitter blijft in een andere vorm bestaan.
Alles waarvan je denkt ‘dat blijft eeuwig bestaan’, zoals Facebook, Google en
Twitter, zal veranderen of verdwijnen. Waar Twitter nu op wordt afgerekend is
dat het niet groeit. Dat vind ik irrelevant. Je merkt als gebruiker niet dat er
honderdduizend mensen minder zijn. Facebook heeft daar wel last van, daar is
volledigheid essentieel. Net als bij Skype.”
Hoogleraar bio-elektronica prof.dr.ir. Wouter Serdijn hield woensdag 30 maart
zijn intreerede over elektroceutica. “Dat zijn elektrische medicijnen: kleine
elektrische apparaatjes die in het lichaam een interactie aangaan met weefsel.
Dat kan neuraal weefsel zijn, maar ook spier- of hartweefsel. Het oudste voorbeeld is een pacemaker: die stimuleert het hart om op een regelmatige manier
samen te trekken, zodat de bloedsomloop beter wordt. In hersenweefsel zijn
elektroceutica in te zetten voor bijvoorbeeld epilepsie, oorsuizen of de ziekte van
Parkinson. Bij Parkinson trillen mensen vanwege een verstoring die in de hersenen heeft plaatsgevonden. Die verstoring kun je onderdrukken via elektrische
stimulatie. Een andere toepassing is een bionisch oor bij doof geboren kinderen.
Probleem is dat die apparaten vrij fors zijn. Wij willen ze kleiner en slimmer maken. Ze moeten zich aanpassen aan hoe de patiënt op de behandeling reageert.
Je krijgt als het ware een soort dokter in je hoofd.”
TU Delft
De week
van...
Hoogleraar reactorfysica prof.dr.ir. Jan-Leen Kloosterman gaf
vrijdagmiddag 1 april zijn intreerede. In de week ervoor heeft hij
zitten schaven aan de voordracht nadat hij een oefensessie had
gedaan in de Aula. “Ik moest nog wat meer loskomen van het papier”, vertelt hij. “Het moet meer mijn eigen verhaal worden en
minder voorlezen.” Ook is hij nog op zoek naar betere plaatjes
voor zijn slides. Door thuis te oefenen hoopt hij ook in de formele setting van de inaugurele rede gewoon spreektaal te kunnen
gebruiken. De slides zijn een houvast, maar hij neemt wel een
tekst mee. “Over gesmolten zout en thoriumreactor heb ik al zo
vaak verteld, dat moet wel goed gaan.” Aan een uitsmijter heeft
hij ook gedacht, maar die wil hij niet verklappen. Kloosterman
is hoogleraar bij de afdeling radiation science and technology
(RST) binnen de faculteit Technische Natuurwetenschappen.
(Foto: Jan-Leen Kloosterman)
“Laten we ervoor zorgen dat de kindersterfte in Afrika net zo laag
wordt als in Nederland.” Met die uitsmijter rondde Tim Cheung
op woensdag 30 maart zijn presentatie af van het onderzoek
waar hij samen met vijf medestudenten enkele maanden aan
werkte. Met hun project BabyShell wonnen de studenten van
EWI de eerste prijs, vijfduizend euro, bij de jaarlijkse Damen
Bachelor Awards voor beste afstudeerprojecten van TU-bachelorstudenten. De jonge ingenieurs maakten een apparaat dat
zwangere vrouwen en moeders met kleine kinderen in afgelegen
gebieden kan helpen bij het diagnosticeren van ziektes via een
vraag-antwoordproces. Ook moet BabyShell in staat zijn om
taken te verrichten zoals tijd bijhouden, temperatuur opnemen
en reminders versturen voor belangrijke gebeurtenissen zoals
prenatale doktersbezoeken en vaccinaties.
(Foto: Tomas van Dijk)
5
6
Delta
‘We moeten meer
keuzes maken’
Eén van de missies van Tim van der
Hagen zal zijn om de werkdruk bij medewerkers te verlagen, vertelt hij tijdens een kort telefonisch interview.
“Ze moeten nog meer lol krijgen in
hun werk.”
Welke plannen heeft u voor de TU de komende jaren?
“Natuurlijk ga ik daar rustig naar kijken. Ik weet alles van Technische Natuurwetenschappen, maar
ik heb nog minder zicht op wat er breder speelt. Ik
weet wel dat we er fantastisch voor staan als universiteit, maar natuurlijk zijn er altijd kansen en uitdagingen. Zo vind ik dat we beter gebruik moeten
maken van onze diversiteit aan disciplines: science,
engineering en design. Hoewel wetenschappers al
geregeld samenwerken, denk ik dat veel van hen
toch nog te vaak in hun eigen gebouw blijven zitten.
Zij kunnen meer samenwerken.”
Dat is een kans. Wat is een uitdaging?
“De werkdruk verminderen. Medewerkers moeten
nog meer lol krijgen in hun werk. Ze mogen er trotser op zijn. We hebben de neiging om steeds meer
werk naar ons toe te trekken. Ik vind dat we meer
keuzes moeten maken en meer focus moeten hebben. We moeten het ook van bovenaf mogelijk maken dat medewerkers die keuzes maken.”
Waar vindt u dat de focus moet liggen?
“Waardering voor onderwijs is er één. De onderwijskant van wetenschappelijke carrières moet worden
verbeterd. Ik weet nog niet zo goed hoe. Als groepsraad (het overlegorgaan van de decanen met het college van bestuur, red.) zijn we daar al mee bezig en
zijn er goede stappen gezet. Zoals de benoeming van
onze eerste onderwijshoogleraar, Arno Smets.
Ik denk ook dat we goed moeten luisteren naar studenten. Zij weten waar het onderwijs beter kan.
Mijn zoon studeert op de TU. Van hem alleen al
hoor ik allerlei kleine details waar we wat mee kunnen doen.”
Minder werkdruk én meer aandacht voor onderwijs.
Dat klinkt als een moeilijke combinatie.
“Er moet zeker niet meer werk bij. Als die extra aandacht voor onderwijs ten koste gaat van onderzoek
dan is dat maar zo. Maak er ruimte voor. Ik zie dat
de tijdsverdeling bij veel medewerkers tachtigtwintig is: tachtig procent van de tijd zit in onderzoek, twintig procent in onderwijs. Maak van die
twintig procent dertig procent. Dan doe je al de
helft meer aan onderwijs en is er nog steeds genoeg tijd over voor onderzoek. Dat is een bewuste
keuze.”
Tim van der Hagen
nieuwe collegevoorzitter
Tim van der Hagen wordt
de nieuwe collegevoorzitter
van de TU Delft. Het college
van bestuur bestaat dan uit
twee voormalige decanen
van de faculteit Technische
Natuurwetenschappen.
“We hebben de neiging om steeds meer werk naar ons toe
te trekken.” (Foto: Sam Rentmeester)
Student kan docent soms moeilijk bereiken
Veel TU-studenten hebben moeite om in contact te
komen met docenten. Een wekelijks spreekuur is een
oplossing, zegt Lijst Bèta.
Studentenraadsfractie Lijst Bèta hield een enquête over het contact met
docenten. 351 Studenten vulden hem in. Van hen heeft 61 procent geen
problemen met contact leggen met hun docenten en 39 procent wel, of
dat nu persoonlijk is of per e-mail.
Lijst Bèta stelt voor dat meer docenten een wekelijks spreekuur houden.
Nu heeft maar twintig procent dat, aldus de fractie. Docenten die daar
geen tijd voor hebben, zouden meer student-assistenten kunnen aanstellen om vragen te beantwoorden.
Lijst Bèta presenteerde het onderzoek vorige week tijdens een overlegvergadering met het college van bestuur. Cvb-lid Anka Mulder vond de
resultaten meevallen, zei ze. Ze zegde toe om samen met de directeuren
onderwijs 'te kijken waar ruimte is voor verbetering'.
delta.tudelft.nl/31360
Fikse tegenvallers bij de
sloop van twee TU-gebouwen. Het voormalige onderkomen van
YesDelft en de oude Stevin IV-hal zitten ondergronds ingewikkelder in
elkaar dan gedacht.
Met welke houding zorgt een wielrenner voor de laagste luchtweerstand en hoe aerodynamisch is zijn rennerstenue eigenlijk? Die vragen wil
promovendus ir. Wouter Terra onder meer beantwoorden tijdens zijn promotieonderzoek. Hij heeft een pop van een wielrenner met fiets en
al in de windtunnel van L&R geplaatst en blaast er miljoenen minuscule zeepbelletjes met helium langs. Door deze te beschijnen met lasers
kan hij de luchtstroming langs de atleet nauwkeurig in kaart brengen. (Foto: Sam Rentmeester)
Uw benoeming heeft lang op zich laten wachten. In
juni 2015 kondigde toenmalig collegevoorzitter Dirk
Jan van den Berg zijn vertrek al aan. Waarom duurde
het zo lang?
“Dat moet je aan de raad van toezicht vragen.”
Maar was u niet meteen enthousiast over de functie?
“Ik heb al een aantal jaren interesse in een functie in het college van bestuur. Dit is een hele mooie
plek. Ik ken de andere twee collegeleden heel erg
goed en ik zie ernaar uit om het met zijn drieën te
Sloop van
panden
valt tegen
gaan doen. Als decaan heb je een managementteam, maar draag je de verantwoordelijkheid alleen. In het cvb doe je het samen. Nu komt het erop
aan hoe we tot een optimale verdeling van portefeuilles komen. Welke past wie het beste? Externe
relaties zitten bij de voorzitter, wetenschap bij de
rector, onderwijs bij het derde lid, Anka Mulder. Dat
ligt wel vast. Over de rest moeten we het hebben.
Human resources zou ik zelf wel willen doen. Daarvan ben ik nu domeindecaan. Ik vind dat interessant, want het gaat om de mensen op de universiteit.” (SB)
U bent het tweede collegelid dat eerder TNW-decaan
was. De ondernemingsraad noemt dat een aandachtspunt. Is dat inderdaad zo?
“Ik snap dat ze dat zeggen. Maar Karel (Luyben, rector, red.) is al zes jaar weg bij TNW. Misschien dat hij
in zijn eerste jaar meer wist van TNW dan van de andere faculteiten, maar daarna niet meer. Ook ik ken
TNW natuurlijk goed. Ik ga me inwerken in de rest,
ga op bezoek bij alle andere faculteiten en ondersteunende diensten, zien hoe zij dingen doen. En ik
denk dat ik er na een jaar vooral op moet letten dat
ik ook TNW aandacht moet geven.”
7
TU Delft
Prof.dr.ir. Van der Hagen zal aantreden per 1 mei, acht maanden nadat
de vorige collegevoorzitter vertrok.
Rector Karel Luyben nam de functie
sindsdien waar. Volgens de raad van
toezicht is Van der Hagen degene die
‘in staat is de positie van de TU Delft
als internationaal vooraanstaande
technische universiteit verder te
versterken’.
De ondernemingsraad sprak met de
toen nog kandidaat-voorzitter, vertelt voorzitter Danko Roozemond. Hij
denkt dat Van der Hagen ‘een prima
voorzitter’ zal zijn. “Ik ben benieuwd
naar de samenwerking. We zijn blij
dat het college van bestuur straks
weer voltallig is, zeker met grote
agendapunten als vastgoed en
financiën.”
Is het goed dat de nieuwe collegevoorzitter van binnen de TU komt?
“Aan de ene kant is het een voordeel.
Maar het had wat ons betreft ook een
externe kandidaat kunnen worden”,
aldus Roozemond.
En wat vindt hij ervan dat er nu twee
voormalige TNW-decanen in het driekoppige college van bestuur zitten?
Van der Hagen volgde in 2010 Karel Luyben op als decaan. De laatste
werd toen rector en is dat nu nog.
“Dat is een aandachtspunt. Wij gaan
ervan uit dat ook de nieuwe collegevoorzitter een brede kijk zal hebben.
Hem moeten alle faculteiten even lief
zijn. En hij heeft aangegeven dat dat
wat hem betreft hem geval is.”
Ook het feit dat Luyben en Van der
Hagen elkaar erg goed kennen, is
onderwerp van gesprek geweest, aldus Roozemond. Hij is gerustgesteld.
“Uit de gesprekken is niet gekomen
dat we dit niet moeten doen. En trouwens, Van der Hagen wordt nu de
baas van het cvb.”
De faculteit TNW verliest intussen
een ‘gedreven’ decaan, zegt Dick de
Haas. Hij is voorzitter van het lokale
medezeggenschapsorgaan - de odc
- van de faculteit en heeft Van der
Hagen jarenlang van dichtbij meegemaakt. “Het overleg verliep altijd
goed. Van der Hagen zorgde voor een
open cultuur. Hij hield ons altijd goed
op de hoogte. Voor TNW is het jammer dat hij weg gaat.”
Volgens De Haas heeft Van der Hagen
‘veel goeds gedaan voor de faculteit’,
ook toen hij nog directeur was van
het Reactor Instituut Delft. “Dat het
RID nog bestaat, is mede aan hem te
danken.” De odc-voorzitter doelt op
het project Oyster, een grootschalige
vernieuwing van de reactor waaraan
het ministerie van OCW 38 miljoen
euro heeft bijgedragen.
Van der Hagen was volgens De Haas
ook de ‘drijvende kracht’ achter de
nieuwbouw voor de faculteit. Daarover is vele jaren gesproken. Nu is het
gebouw zo goed als klaar en verhuizen de drie betrokken afdelingen er
vanaf 9 mei aanstaande naartoe.
De Haas typeert Van der Hagen als
iemand die weet wat hij wil, met een
groot netwerk, binnen en buiten de
TU. “Hij heeft visie en weet welke
kant het op moet. Dat gold voor de
faculteit en dat zal vast ook gelden
voor de universiteit in zijn geheel.”
Tot vorig jaar sloegen studentenverenigingen hun spullen op
in de kelder van het voormalige
YesDelft-gebouw aan de
Rotterdamseweg 145. Nu blijkt
diezelfde kelder deel te zijn van
de dijkstructuur langs de Schie.
De dienst facilitair management
en vastgoed kwam daar achter
na een onderzoek aan het
gebouw.
De constatering maakt de sloop
van het ooit beschermde pand
na een reeks eerdere vertragingen ingewikkelder dan gedacht.
Hoeveel geld daarmee gemoeid
is wil FMVG niet kwijt, omdat
de aanbesteding voor de sloop
nog loopt. Hoe dan ook zal het
nodig zijn een damwand te
slaan voordat de kelder verwijderd kan worden.
Bij de oude Stevin IV-hal aan de
Keverling Buismanweg 5 achter
de faculteit CiTG is iets anders
aan de hand. Onder de grond
van het voormalige laboratorium voor gezondheidstechniek, kunststofcontructies en
weg- en spoorwegbouwkunde
zitten kabels, leidingen en
transformatoren die naar
andere gebouwen lopen. Die
moeten worden omgelegd of
afgesloten, zodat bij er eventuele toekomstige nieuwbouw op
het terrein geen verrassingen
meer zijn. Overigens zijn voor
beide terreinen nog geen
plannen bekend.
delta.tudelft.nl 31359
delta.tudelft.nl/31383
Shaped
by conflict
Text: Heather Montague
Photos: Marcel Krijger
Delta
TU Delft
9
The international student population of TU Delft has
consistently grown during the last decade. While the
majority of these students come from the EU, India and China, there is a growing number of students coming here from
countries in conflict. Adjusting to life in a new culture has
its challenges for anyone, but what is it like when you come
from a country where war, political or
social unrest is part of your personal experience?
Motasem Abushaban (Palestine)
PhD candidate, Civil Engineering
(UNESCO-IHE)
T
he first time Motasem Abushaban
remembers encountering the
Israeli army he was only four years
old. Driving home from the market
with his father, they were stopped
at a checkpoint when an Israeli soldier hit the
car window with his gun. Abushaban recalled
that was when his parents started explaining
the reality of life in Gaza.
During the war of 2008-2009, Abushaban lost
nine family members, all civilians. “It was the
most terrible time for me,” he said. “The war
started the day I finished my exams.” Leaving
on foot that night the family walked 3 km until
a relative took them to his house. “It was in fact
terrible,” said Abushaban. “There were bombs
and explosions everywhere. We had no electricity, water or gas and there was no food.”
It was not easy for Abushaban to get out of Gaza,
but with the help of a Dutch ambassador he
got a visa and a scholarship to come to Delft in
2012. A few days after he arrived here, another
war broke out at home. “It was hard to think
about my studies or focus,” he said.
‘The war started
the day I finished my
exams’
“People don’t seem to care because they think
we always have trouble there.” It got so difficult
that Abushaban stopped working and stayed
home for some time until he knew his family
was safe.
There were many adjustments for Abushaban
coming to the Netherlands. He said during the
first couple of months, the sound of planes flying overhead was terrifying. And the fireworks
during New Year’s Eve celebrations were unsettling. “Every sound makes me think of
bombs,” he said. But there were some good
things, too. “When I arrived here it felt like
paradise. In Gaza we don’t have groundwater so
a truck comes every two weeks to fill your drinking water tank. Here you always have fresh,
clean water,” said Abushaban, who is doing his
PhD in seawater desalination. He also said that
it felt very different knowing he could do what
he wanted any time. “Everything is here, available, and people are kind. But that takes time
to accept.”
Olga (Ukraine)
MSc (2015), Aerospace Engineering
A
t the age of five, Olga already
knew the word ‘shortage’. It was
common to have food shortages
at that time in Ukraine, but her family was fortunate to always have
what they needed. “In the first grade I remember we received humanitarian aid from the US
at school, including canned food,” said Olga,
who asked Delta to use only her first name. She
grew up in Kyiv, where she lived until Ukraine
declared independence from the Soviet Union
in 1991. As the child of a diplomat, Olga also experienced life abroad. She recalled the first time
her mother went to the US and entered a supermarket. “She cried,” said Olga. “It was hard to
understand why there could be places that had
so much while others were lacking so much.”
As a university student in Kyiv, Olga actively
participated in the Orange Revolution, protesting the results of the presidential election in
‘If you deal with challenges by taking one
step at time you can
get through anything’
2004 widely believed to be fraudulent. “It was
very different because it was non-violent,” she
said. “Not a drop of blood was spilled. After that
the country had high hopes. The pressure from
the protests forced the government to call for a
revote.” Later during the Euromaidan Revolution of 2014, Olga was in Delft pursuing a master’s
degree. At home Ukrainians took to the streets
in protest of then President Viktor Yanukovych, which turned out to be violent and deadly, with hundreds losing their lives. She worried
not knowing the fate of friends and family who
were involved in the protests.
Coming to the Netherlands, one of the most
striking differences for Olga was the lack of corruption. “There are rules and people behave
according to the rules,” she said. “Once you get
used to these type of things and expect them,
you go back home and get really frustrated.”
Her life experiences have taught Olga that there
are no hopeless situations. “You can spend a lot
of time worrying about things, but if you deal
with challenges by taking one step at time you
can get through anything.” >>
10
Zahrah Naankwat Musa (Nigeria)
PhD candidate, Hydro-informatics
(UNESCO-IHE)
G
rowing up in north-central
Nigeria, Zahrah Naankwat Musa
remembers a relatively happy
childhood. She explained that
conflict has come during recent
years in the form of a bad economy, struggling
democracy, a military that acts with impunity
and the extremist group Boko Haram. Although
her family was a bit more liberal, for Musa one
of the biggest life challenges was marrying into
a conservative, male-centred culture where
girls are expected to marry young and forgo
education, saying it has a lasting psychological
effect on girls in her country.
“For women it is difficult,” she said. “Even with
educated husbands, even if you have a job, that
11
shouldn’t inconvenience your role at home.” So
it was difficult for her own family to accept her
ambitions when she decided to go overseas to
study. “For women like me you either do it or
you’re damned,” said Musa. “You either make
sacrifices to get an education or you go back
to the kitchen. And my society condones that,
sanctions that.”
‘The victim is to blame’
Making the difficult decision to leave her husband and children at home, Musa, went to France to pursue a master’s degree. Despite culture
shock and what she described as a racially hostile environment, she graduated and returned
home. Later, a growing passion for using data
from space to protect water resources on earth
led Musa to further her education in the Netherlands. “It was the hardest time for me because
you are not allowed to bring your family with you
when you come for a master’s,” she explained.
Despite that challenge, Musa said coming to the
Netherlands was great compared to her time in
France. And starting her PhD meant one of her
daughters was able to join her and is now doing a
bachelor’s in aeronautics engineering here.
Musa has been inspired by recent events in
Nigeria to become a social crusader for gender, rape and family balance issues in Nigeria. She explained that rape is becoming quite
common, especially with minors. “Our society is very conservative and believes that when
things like rape happen it is because of the women,” she said. “The victim is to blame.”
Musa, who plans to go back to Nigeria, hopes
her two teenage daughters can learn from her
experiences. “Life is not always smooth,” she
said. “You will have challenges; you can cry, but
wipe away your tears and carry on.”
Amjad Majid (Iraq)
PhD Candidate, Embedded Software Lab
F
or Amjad Majid, growing up in Iraq
was a happy time. He recalls travelling together with his family and
having frequent visitors at home.
“The social part of life there is very
good,” he explained. But those memories only
lasted until the beginning of the 1990’s, when
he said everything went bad very quickly.
In 1991 during the First Gulf War, Majid said the
situation changed dramatically. His father, a
successful businessman, lost everything in a
couple of months. “The economic part was very
difficult for people,” he recalled. Tensions continued until 2003, when the Americans waged
war to remove Saddam Hussein from power. “We
hoped the situation would be better, but it was
much worse,” said Majid. “I saw many bodies in
the street.” Majid experienced many traumatic events living in Baghdad. One of the worst
moments was the night his 27-year-old brother
was killed. His child had been sick so he went
out to buy some fresh water, but never returned.
“Where do you look? We looked all night and
found him in the morning,” he said. Along with
his family and neighbours, he also endured a 12
‘I saw many bodies in
the street’
hour terrorist attack on their homes until they
were relieved by American soldiers. “It is terrifying,” Majid said, “but what can you do but
continue with your life?”
Coming to the Netherlands in 2009, Majid went
on the do a master’s before starting his PhD. He
faced financial challenges and difficulties
getting the right to stay in the country. Majid
said it wasn’t a nice experience, but he had a
goal and was determined to succeed. Since
arriving here, he has married and now has a
child.
With family still in Baghdad, Majid says he
often calls them just to make sure they are alive.
He said the instability in Iraq prevents him
from trying to build a future there. “I have
experienced many difficult things in my life,
but it doesn’t stop me,” he said. “I feel like it is
my duty to work hard and contribute to improving life conditions wherever that is possible.”
<<
Tekst: Tomas van Dijk
Foto's: Marcel Krijger
Delta
N
u zijn ze nog onmisbaar, de grote kolen- en
gascentrales in ons land, maar over twintig
jaar spelen ze nauwelijks meer een rol van
betekenis. Onze elektriciteitsvoorziening
gaat enorm veranderen, denkt Laura Ramirez Elizondo (faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica).
In de gang van de onderzoeksafdeling van
Ramirez hangt een poster met een cartoon
die Ramirez’ toekomstvisie aardig weergeeft.
We zien industrie, een energiecentrale, een stedelijk gebied, windmolens op zee en zonne-energieparken. Op de plaat staan slechts enkele
hoogspanningskabels; ze verbinden de windparken met het vaste land
en zorgen ervoor dat de energie-centrale fabrieken kan voorzien van
elektriciteit. In of naar de stad lopen nauwelijks hoogspanningskabels.
De stedelingen zijn zelfvoorzienend en aangesloten op een gelijkspanningsnet (DC-net). Alle daken en veel muren zijn bedekt met
zonnepanelen. Hier en daar staat een windmolen op een dak of tussen
de huizen.
Wat doet een pianiste in de wereld van de elektriciteitsnetten?
Ons elektriciteitsnet moet
op de schop, vindt de
Costa Ricaanse pianiste
en elektrotechnicus Laura
Ramirez Elizondo. Ze kreeg
twee miljoen euro subsidie
om uit te zoeken hoe. “Ik wil
een draai aan de toekomst
geven.”
VAN AC
WEG MET DE
NAAR DC ADAPTERS
“Ik heb getwijfeld of ik carrière zou maken in de muziek of in de wetenschap. In 2005 ben ik afgestudeerd aan het conservatorium van San
José met piano als specialisatie. En ik heb ook een bachelordiploma
elektrotechniek aan de universiteit van Costa Rica behaald. Ik zag het
niet zitten om continu op tournee te moeten. Ik heb uiteindelijk gekozen voor de wetenschap omdat ik het zo mooi vind dat ik daardoor mee
kan helpen om een draai aan de toekomst te geven. Ik geef nog wel
pianoles. Ik mag trouwens officieel ook yogales geven, maar daarvoor
heb ik geen tijd.”
Wat bracht u naar Nederland?
“Ik ben naar de TU gekomen vanwege de grote nadruk die hier ligt op
duurzaamheidsvraagstukken. In 2007 heb ik hier mijn masterdiploma
electrical power engineering behaald (cum laude, red). Ik ben altijd
met duurzaamheid bezig geweest. Als kind was ik al betrokken bij
milieuorganisaties die afval van stranden afhaalden en voorlichting
gaven over duurzaamheid aan mensen in plattelandsgemeenschappen. Daarbij komt dat mijn man componist is. Hij wilde net als ik graag
naar Europa. Europa heeft zoveel grote componisten voortgebracht.
Alleen daarom al wilden we graag hiernaartoe komen.”
Volgens u gaan woonwijken elektriciteit zelf opwekken en met elkaar
uitwisselen via gelijkspanning smart grids; intelligente gelijkspanningsnetten van lage spanning.
Wat voor rol spelen energiebedrijven straks nog?
“Hun rol verandert enorm. De directe link tussen energiebedrijven en
de consument wordt heel anders. Ik denk dat energiebedrijven vooral als dienstverlener gaan werken. Ze kunnen helpen bij het reguleren
van de netten en bij het aansluiten van huishoudens op deze netten.
‘Ik denk dat we de wereld duurzamer kunnen maken met laagspanning intelligente DC-netten’
TU Delft
13
Jij gebruikte het woord smart grids. Dat is een vaag
begrip. Ik heb het liever over laagspanning DC-netten.”
Wisselstroom heeft volgens Ramirez ook zijn
beste tijd gehad. De eenentwintigste eeuw wordt de
eeuw van de gelijkstroom. En daarmee gat de wens
in vervulling van Thomas Edison. Edison stond aan
de wieg van 's werelds eerste elektriciteitsvoorziening. Hij voorzag vanaf 1882 enkele tientallen klanten in Manhattan van 110 volt gelijkspanning.
Het probleem met gelijkstroom was dat je het lastig over grote afstanden kon transporteren omdat
je de gelijkspanning niet kon omzetten naar hoge
voltages. Nu kan dat wel door middel van vermogenselektronica. Er ontstond een concurrentiestrijd tussen Edison (gelijkstroom) en de Amerikaanse zakenman George Westinghouse, een felle
voorstander van wisselstroom. Deze strijd zou de
geschiedenis ingaan als de ‘War of the currents’ en
werd beslecht in het voordeel van de wisselstroom.
Het lijkt erop dat Edison postuum toch nog zijn zin
krijgt, omdat we allemaal onze eigen energie gaan
opwekken.
Met collega’s van de afdeling electrical sustainable
energy onderzoekt Ramirez wat er moet gebeuren
om de transitie naar duurzame laagspanning DCnetten mogelijk te maken. Daar hebben ze net twee
miljoen euro voor gekregen van de Europese Unie.
U voorziet een toekomst waarin we gelijkspanning
uit het stopcontact krijgen.
“Ja. Wisselspanning is een erfenis uit het verleden.
Decentrale opwekkingstechnologieën zoals zonnepanelen produceren gelijkspanning, en opslagtechnologieën zoals batterijen en elektrische auto’s
werken op gelijkspanning. Dit gebeurt allemaal op
laagspanningsniveau. We kunnen de elektriciteit
ter plekke opwekken en gebruiken. Als laagspanningsnetten op gelijkspanning werken, hoeven we
de output van die technologieën niet om te zetten
in wisselspanning.”
Dan hebben we al die adapters niet meer nodig.
“Klopt. Al onze apparaten, van laptops, tot broodrooster en tv’s, werken op gelijkspanning (DC).
Omzetters veranderen nu de wisselspanning (AC,
Alternating Current) uit het stopcontact voor deze
apparaten om in gelijkspanning. En dat terwijl
zonnepanelen gelijkspanning produceren. Het is
eigenlijk heel onhandig dat we elektriciteit omzetten van DC, naar AC en weer terug naar DC.”
Lees verder op pagina 14
14
Delta
de
Dit gebruikersgemak zal niet uw enige drijfveer zijn.
“Ik denk dat we de wereld duurzamer kunnen maken met
laagspanning intelligente DC-netten.
Deze netten maken de overstap naar volledig duurzame
elektriciteit met wind en zon makkelijker. We hebben bovendien minder dikke kabels nodig en geen grote adapters
meer. Dat scheelt materiaal. En op plekken op de wereld
waar het geld ontbreekt om traditionele hoogspanningsinfrastructuur aan te leggen – veel plekken in Afrika – komen
elektriciteitsnetten dankzij DC toch binnen handbereik.”
Het zal nog een hele kluif zijn om over te stappen naar
gelijkspanning.
“Er zijn veel uitdagingen. We moeten er vooral voor zorgen
dat gelijkspanningsnetwerken beter bestand zijn tegen storingen zoals kortsluiting. Dat is een van de onderwerpen
waar we binnen ons Europees project aan zullen werken.
Daarnaast werken we aan algoritmes om vraag en aanbod
op DC-netten te balanceren. De elektriciteitsproductie van
zonnepanelen en windturbines varieert sterk. Daar moet je
op een handige manier mee om gaan.”
Betekent deze nieuwe focus op laagspanning dat het
hoogspanningslab van EWI op de schop gaat?
“We gaan het laboratorium de komende paar jaar anders
inrichten. Naast de huidige hoogspanningsapparatuur komen er zonnepanelen, elektrische auto’s en thuisbatterijen
te staan. Voor een van onze onderzoeksprojecten bootsen
we een huishoudelijke installatie in Nederland na. Het doel
is om te evalueren hoe effectief de thuisbatterij is voor intelligent energiebeheer.”
Wanneer kunnen we de omslag verwachten?
“Ik denk dat we over een jaar of tien de eerste nieuwbouwprojecten zien waarbij hele wijken uitgerust worden met intelligente DC-netten. Wat helpt is dat steeds meer mensen
elektrisch rijden. Het opladen van elektrische auto’s vergt
veel vermogen. Ons huidige elektriciteitsnet kan al die
elektrische auto’s op een gegeven moment niet meer aan. Je
kunt daar gedistribueerde DC-netten voor creëren. In
Amsterdam, waar men relatief veel elektrisch rijdt, begint
dat nu al problematisch te worden. Het zou me niet verbazen als daar DC-netten worden aangelegd speciaal voor
elektrische auto’s.”
CV
Dr. Laura Ramírez Elizondo
(1980) is assistant professor bij de
onderzoeksgroep DC Systems,
Energy Conversion & Storage . In
2003 behaalde ze haar bachelordiploma elektrotechniek en haar
bachelordiploma in muziek met
een specialisatie in piano aan de
universiteit van Costa Rica. In
2007 studeerde ze cum laude af
voor haar master electrical power engineering aan de TU Delft.
Tot 2011 werkte ze vervolgens als
promovenda aan de TU.
Nu is Ramírez coördinator van
een Europees project dat twee
miljoen euro heeft ontvangen
om te onderzoeken wat er moet
gebeuren om de overstap mogelijk te maken van hoogspanningsnetten naar laagspanning
DC-netten. Dat project heet ‘DC
SMART: DC Distribution Smart
Grids’. DC staat voor Direct Current, de Engelse term voor gelijkspanning. Ze werkt hiervoor onder meer samen met het bedrijf
Direct Current, het FraunhoferGesellschaft in Duitsland en het
Centre Suisse d’Électronique et
Microtechnique.
Komt er ook een soort demonstratiewijk?
“Er komt een demonstratieproject in de Haarlemmermeer.
Een aantal glastuinbouwers gaat over op een DC-net. De
tuinders gaan zelf met warmtekrachtkoppeling met een
gasturbine hun eigen warmte voor de kassen produceren
en elektriciteit opwekken. Onze inbreng in dit project is de
intelligentie. We willen de turbines dusdanig instellen dat
ze de juiste restwarmte produceren voor de kassen en tegelijkertijd zoveel mogelijk elektriciteit generen. Daarnaast
moeten we de stabiliteit van het DC-net behouden door
middel van regelingsalgoritmen.”
Jullie gaan dus geen woonwijk uitrusten met DC-netten?
“We hebben op dit moment een aanvraag lopen voor een
Marie Curie-subsidie bij de Europese Unie. Als dat doorgaat, kunnen we echt op wijkniveau verder werken aan
concepten voor intelligente DC-netten. We zullen dan naar
veel meer toepassingen kijken, zoals schepen en vliegtuigen die op gelijkstroom werken. Meer dan dertig onderzoekspartners uit Europa hebben zich voor dit project bij
ons aangesloten.” <<
‘Immigranten zijn het
minst gelukkig’
Master
Barbara Jakubowska
Als je toch eens geluk kon vinden door simpelweg rond te
lopen in het juiste gebouw. Niet je kapitale droomvillamaar een hybride pand dat kinderen aan de onderkant van
de maatschappij de juiste kansen biedt om op te klimmen
en zo gelukkig te worden. Architect Barbara Jakubowska
(27) weet zeker dat het werkt.
Ze zat zelf niet lekker in haar vel. Zocht als immigrant in
Nederland naar haar pad als architect en raakte gefascineerd
door hoe je geluk kunt afdwingen. Dat bleek goed te
combineren met haar afstuderen.
“Immigranten blijken tot de minst gelukkige groepen in
Nederland te behoren. Met name in Rotterdam-Zuid, waar ik
mijn onderzoek op richtte, leven ze aan de onderkant van de
maatschappij. Ze hebben onvoldoende toegang tot opleiding
en gezondheidszorg, en dat komt de groeiende intolerantie
van autochtone Nederlanders naar (westerse én niet-westerse) immigranten niet ten goede.” Ze kan het weten, zelf komt
Jakubowska uit Polen. “Toch beperkt het gebrek aan geluksgevoel zich in Rotterdam-Zuid niet tot die groep mensen;
autochtone gezinnen met lage inkomens lopen tegen
dezelfde beperkingen aan.”
Die problemen beginnen bij de jeugd. Geef kinderen goed onderwijs en goede gezondheidszorg, en ze ontwikkelen zich
succesvoller, stelt Jakubowska. “Daar moet ik als architect
toch aan kunnen bijdragen?” Dus ontwierp ze een gebouw
dat de kloof tussen allochtone en autochtone kinderen en
hun families moet verkleinen, om problemen in de toekomst
te voorkomen. “Wetenschappers erkennen dat de omgeving
– of die nu al bestaat of architecten hem creëren – onbewust
van invloed kan zijn op hoe gelukkig mensen zich voelen.
Idealiter richt een gebouw zich dus op lichaam, geest en ziel,
en biedt diverse mogelijkheden om alle drie te prikkelen. Doe
dat bij kinderen, en je geeft ze de kans te bloeien.”
Een multifunctioneel gebouw dus, dat onderwijs, gezondheidszorg en voeding (moestuinen) omvat, evenals gelegenheden voor ouders om elkaar te ontmoeten. Aangepast op
het reguliere onderwijssysteem in Nederland, maar met een
focus op andere sporten dan de gangbare, zoals martial arts.
“Die stimuleren focus en controle”, denkt de architect. En:
kinderen leren er vrienden maken in een veilige omgeving.
“Uiteindelijk zal zo’n gebouw ook de autochtone bevolking
aantrekken, en één grote melting pot worden die de multiculturele samenleving stimuleert.” Dat ze haar ontwerp heeft
gemaakt naast de niet meer gebruikte Hefbrug in
Rotterdam, is een metafoor. “Ooit verbond de brug noord en
zuid met elkaar. Ik wil hem een publiek pad maken naar een
nieuwe verbinding.” Natuurlijk is het niet dé oplossing voor
de immigrantenproblematiek, beseft ze. “Met mijn onderzoek wil ik vooral een statement maken, wereldwijd, en laten
zien wat momenteel ontbreekt in ons schoolsysteem en de
maatschappij.” (JB)
ONDERZOEK:
‘The ABC of Happiness’
EINDCIJFER:
9
Foto: Sam Rentmeester
‘Ons huidige elektriciteitsnet kan al
die elektrische auto's op een
gegeven moment niet meer aan’
TU Delft
16
SPORTZAKEN
UIT DE KUNST
Hans de Munnik
De verlosser
SPECS
Geboortejaar
1996
Studie:
Technische wiskunde,
bachelor
Cursus:
Trompet (individueel)
“Eén keer had ik pijn in mijn kaken
van het spelen. Dat was tijdens
een festival in Lissabon, met het
VU-orkest. We hebben daar een
week lang vijf tot zes uur per dag
staan spelen.”
Waar, bij wie:
Unit cultuur (S&C), Ellister van der Molen
Speelt bij:
O.a. Krashna Musika, Jong Nederlands
Blazers Ensemble-west
“De drie middelste vingers van
je rechterhand zijn cruciaal.
Daarmee druk je de ventielen in,
zodat je niet alleen natuurtonen
speelt.”
“Ik kan goed muziek naspelen,
maar ik had vroeger moeite
om mijn eigen gevoel erin te
leggen. Spelen met het hoofd
kan iedereen, spelen met het
hart is iets anders. Bij mijn
vorige docent heb ik daar veel
in geïnvesteerd en dat is er
ook uitgekomen. Je moet een
boeiend verhaal met je trompet
kunnen vertellen.”
Speel je al lang trompet?
“Op mijn zevende begon ik bij de
muziekvereniging in mijn Zeeuwse
geboortedorp met een blokfluit, maar
daar vond ik niet veel aan. Mijn pa nam
een keer een trompet mee naar huis, zo
is het begonnen.”
Waarom deze cursus?
“Ik kreeg veel audities en wilde beter
worden. Elke trompettist heeft zijn eigen
visie en tips voor je. Het is nuttig om
daarnaar te luisteren.”
Leer je veel?
“Ellister treedt veel op en deelt al haar
nieuwe ervaringen met je. Daar leer je
veel van. Ik wilde in drie aspecten vooruitgaan: tongslag, uithoudingsvermogen
en in een hoger register kunnen spelen.
Door speciale oefeningen lukt dat ook.”
Speel je veel?
“Per dag gemiddeld bijna twee uur. Thuis
heb ik een demper en een oortelefoon.
Daarnaast heb ik veel invalklussen en
repetities bij Krashna en het ensemble. Ik
treed best veel op, op uiteenlopende podia als Concertgebouw, AZC en festivals.”
Ambities?
“Zo goed worden dat je met de beste
orkesten en bands mag optreden.”
Repertoire?
“Klassiek, jazz, pop, ik vind het allemaal
leuk. Ik zit ook nog in een popcoverbandje en bij Krashna in het symfonieorkest.”
“Buikspieren zijn
heel belangrijk.
Via je buik moet je
kracht zetten om
een mooie toon te
houden, dat heet
‘ademsteun’.”
“Door je knieën
licht te buigen, kan
je bovenlichaam
zich ontspannen.
Op deze manier kun
je als trompettist
vrij bewegen, zodat
je heerlijk ontspannen muziek kunt
maken.”
Foto: Sam Rentmeester
Wil je er je geld mee verdienen?
“Dat doe ik al bij sommige professionele
ensembles waarvoor ik gevraagd word.”
Raad je de cursus aan?
“Ja, de docent heeft een rugzak vol
trompetkennis en -vaardigheden die ze
ook nog kan overbrengen.”
17
Wonderbaarlijke wederopstanding, voetbalsters incasseren honderdste tegendoelpunt,
Ariston’80 aast op koppositie en roeien is
goed voor de conditie, ook op de fiets.
Alsof de geest van De Verlosser Johan Cruyff rondwaart over de sportvelden van de TU, kent het
vijfde elftal van Taurus –in eigen kring doorgaand
voor Taurus 8, maar da’s logisch- een wonderbaarlijke wederopstanding. De voetballers begonnen
compleet waardeloos aan de competitie met negen
nederlagen en één gelijkspel, maar vanaf speelronde elf tapt dit bierelftal ineens uit een totaal ander
vaatje. Alsof het nooit anders is geweest werd er
ineens aan de lopende band gewonnen. Op paasmaandag voor de zesde maal op rij. ‘Reden voor
een biertje’, volgens de verslaggever op Facebook.
De studentenvoetbalclub heeft wel meer redenen
om een biertje te drinken, zo blijkt uit een ander
verhaal. Het tweede vrouwenteam zag als nooit
tevoren uit naar de eerste wedstrijd in maart:
‘Iedereen wist dat het een heel bijzondere dag ging
worden. Vol spanning voor het moment dat ging
komen werd de bal afgetrapt. De eerste tien minuten waren de langste in ons leven. Maar toen gebeurde het, al het harde werk van afgelopen seizoen kwam samen in een bijzondere gebeurtenis.
Het honderdste tegendoelpunt was een feit.’ Een
geitenkaas dus, die verdediging van Taura 2, maar
dat deert de dames geenszins: ‘Allen zijn welkom
om dit bijzondere feit met ons te vieren met een
biertje.’ Met de kusjes van Taura 2. Elk nadeel heb
zijn voordeel.
Bij Ariston’80 kijken ze erg uit naar de komst van VV
Schipluiden naar Delft, komend voetbalweekend.
De tot voor kort ongenaakbare koploper in de
afdeling speelde plots drie keer gelijk, waardoor
de afstand met runner-up Ariston’80 nog maar een
puntje is. Mits de studenten afgelopen zaterdag
hun tussentijdse wedstrijd tegen CION in winst
hebben omgezet. Tegen Schipluiden kan dan in
theorie de koppositie worden overgenomen en
komt een kampioenschap en rechtstreekse terugkeer naar de derde klasse in het vizier. Uit het ongeschreven handboek Tips van Cruyff: ‘Als je één goal
meer maakt dan de ander, dan win je’.
In maart vond ook de Head of the River plaats, een
roeiwedstrijd over acht kilometer op de Amstel te
Amsterdam. Hoogtepunt in het voorseizoen. De
mannen van Laga onderscheidden zich door binnen
de senioren-subtop alle vier de velden - lichte acht
en zware acht- te winnen. Bij Proteus, dat overigens
ook enige ‘blikken trok’, ging de hulde uit naar ‘de
vele meefietsende Proteërs die aardig wat kilometers hebben afgelegd’. Wat maar weer aangeeft
dat lid zijn van een roeivereniging goed is voor de
conditie.
Tips? [email protected]
WAT:
Festival Motel Mozaïque
WAAR:
Overal in Rotterdam
WANNEER:
Vrijdag 8 en zaterdag
9 april
PRIJS:
€12,50 (nachtticket
Annabel) € 65,- (passe-partout)
Brood maken
Het tweede deel van de doe-het-lekker-zelfcategorie
gaat over een essentieel deel van het Nederlandse leven.
Buitenlanders worden er gek van dat we het zoveel eten.
Ik heb het uiteraard over brood.
PARTYPROGNOSE
Oorlogen zijn uitgevochten om brood, denk maar aan de
Franse revolutie. Een dusdanig belangrijke plek neemt
dit ogenschijnlijke simpele eten in ons dagelijks leven
in. Brood en spelen was de oude term van het Romeinse
rijk. Echter, door een toevoer van simpel te kopen brood
zijn we helemaal vergeten hoe we het zelf moeten
bakken. Dit terwijl brood maken misschien wel een van
de simpelste dingen is om te doen.
Het volgende recept is voor zelfgemaakt
zuurdesembrood. Let op, dit is zonder het gebruik
van gedroogd gist, dus het duurt iets langer, ongeveer
een week.
8,5
Zuurdesembrood
Nodig: volkorenbloem, water, zout, olie
Materiaal: oven, pizzasteen, schaal of kom
Motel Mozaïque
Omdat de stijgende temperaturen smaken naar uitgestrekte grasvelden,
kunst, muziek en bier, zoeken de Partyspotters de lentekriebels de
komende weken buíten Delft.
De meeste veldjes zijn van beton, maar Rotterdamser kun je het niet krijgen: tijdens festival
Motel Mozaïque bivakkeer je op de vreemdste
plekken. Of je overnacht er zelfs, maar waar
precies en voor hoeveel mensen dat geschikt is,
geeft de organisatie nog niet weg. Dat je je er
snel voor moet opgeven wel: ‘Motel Mozaïque
vindt in hetzelfde weekend plaats als de Marathon van Rotterdam, en dat betekent dat er ongelooflijk veel mensen in de stad verblijven.’
Hoe dan ook is het kunstenfestival elk jaar weer
een avontuur. Een paar locaties: het Kleinpolderpleinpark (ja echt, onder de reusachtige flyover), het Schouwburgplein en het dakpark op
de Hofbogen. Op het programma staan muziek,
theater, dans en beeldende kunst, van onder
anderen Damien Jurado, Leon Bridges, Jamie
Woon, The Go! Team, Tourist LeMC, Protomartyr, Liima, NAO, Nneka, Pixx en De Dansers. Niet
alles bezoek je klappertandend met je billen op
het beton; veel optredens vinden gewoon plaats
in concertzaaltjes als Annabel, Rotown en de
Paradijskerk.
En dan zijn er natuurlijk nog de Gidsen van
Motel Mozaïque, een groep van zo’n dertig
creatievelingen met niet alleen een grote passie
voor het festival, maar vooral voor de stad Rotterdam. Ze laten hun gasten de tofste plekjes
zien - óók leuk als je dacht dat je de havenstad
al van binnen en buiten kende. Vermaak de festivalgasten zoals je je vrienden zou vermaken, is
het credo. Zo neemt de Bebaarde Brouwer je op
zaterdag mee langs de Hofbogen, en dan met
name naar het toekomstige Eurotrash. Dit project van Arno Coenen en Iris Roskam (die de binnenkant van de Markthal beschilderden) staat
nog op losse schroeven, maar moet deze zomer
leiden tot een bijzondere plek waar kunst en speciaal gebrouwen - bier samenkomen.
En bier drinkende vrienden kijken voetbal, dus
dat Motel Mozaïque samenvalt met de tweede
editie van het Sportfilmfestival Rotterdam, is
mooi meegenomen. In filmtheater Cinerama
kijk je talloze sportfilms en -documentaires, én
ontvangt gastheer Wilfried de Jong gasten uit
de sport- en filmwereld in zijn dagelijkse Talkshow. Dit alles met een olympisch tintje. (JB)
motelmozaique.nl
sportfilmfestivalrotterdam.nl
Om te beginnen moet je een starter maken. Dit doe je
door 100 gram bloem met 100 milliliter water te mengen
tot een dun beslag en het vervolgens op een lauwwarme
plek weg te zetten. Dit proces kan enkele dagen duren,
maar is de belangrijkste stap van het geheel. Je bent nu
een soort open huis aan het houden voor de natuurlijke
gistsoorten die in de lucht zweven om in het beslag te
gaan. Zodra het beslag flink begint te bubbelen en zurig
ruikt, moet je het kweekje weer voeden met 100 gram
bloem en 100 milliliter water. Als het kweekje te zuur is,
moet je helaas opnieuw beginnen.
Voeg wanneer je het brood gaat maken bloem en een
snufje zout aan het beslag toe tot je een
stevig deeg hebt en leg deze in een
ingeoliede schaal en laat een hele
nacht rijzen. Afbakken in een op
200 graden voorverwarmde
oven (leg het brood op de
pizzasteen) voor 30 minuten,
daarna nog 30 minuten in de nog
warme oven die uit staat.
Masterstudent civiele
techniek en amateurkok
Job Hogewoning was in
2011 verliezend finalist
van het kookprogramma
MasterChef Holland.
18
Tentamineren
met militaire
precisie
Tekst: Saskia Bonger
Foto's: Marcel Krijger
Delta
19
TU Delft
Deze week starten de tentamens. Veel studenten zijn
druk en gestrest, maar hoe gaat dat bij de mensen
die de tentamens maken en nakijken? Een kijkje in de
keuken van vier docenten die deze periode grote
tentamens afnemen.
B
lokkende studenten
aan iedere tafel, rijen
bij de betere koffietent. Het ‘straatbeeld’
op de campus verraadt de tentamentijd. Wanneer die is afgelopen kan ook dát
niemand ontgaan:
opeens zijn de zwaar
bevochten stoelen en tafels in de UB en op
de faculteiten leeg.
Docenten hebben een ander, veel minder
zichtbaar tentamenritme. Vragen bedenken, toezicht houden, nakijken en studenten te woord staan tijdens inzagedagen;
veel gebeurt tussen het college geven en
onderzoek doen door. Of ’s avonds, in het
weekend en tijdens vakanties.
Deze tentamenperiode hebben docenten
Hans Welleman (CiTG), Gerrit van
Ballegooijen (EWI), Paul Breedveld (3mE)
en Joris Melkert (L&R) één of meer grote (her)tentamens. Honderden studenten
zitten te zweten op vragen die zij hebben
bedacht. Hoe zetten ze een tentamen in
elkaar? Is dat nakijken inderdaad zo’n vervelende klus? En welke studenten willen
nadien hun tentamen inzien?
TENTAMENS MAKEN: PRECISIEWERK
Grondig, secuur, met militaire precisie. Het
in elkaar zetten van een tentamen vergt
concentratie. Het niveau van de vragen
moet kloppen, opgaven mogen niet overeenkomen met die in eerdere tentamens,
uitkomsten moeten niet te ingewikkeld
zijn. De puntentelling moet kloppen, criteria daarvoor moeten op voorhand worden opgesteld. Omdat meerdere docenten
of student-assistenten een groot tentamen
nakijken en omdat later voor studenten
duidelijk moet zijn waarom ze voor vraag
3b vier van de tien punten hebben gehaald.
Afhankelijk van de omvang van een tentamen kost het maken al gauw twee of drie
werkdagen.
Docent Hans Welleman heeft deze periode
het hertentamen van constructiemecha-
nica 3 en het tentamen constructiemechanica 4, voor tweede- en derdejaars studenten civiele techniek. “Vanaf halverwege de
periode groeit het idee wat ik tijdens het
tentamen wil vragen. Om het nakijken te
vergemakkelijken, wil ik antwoorden zoveel mogelijk in hele getallen. Dat is een gepuzzel. Van sommige tentamens maak ik
twee versies om te voorkomen dat studenten gaan ‘samenwerken’. Ik doe dat geraffineerd, zodat het niet te zien is dat het twee
verschillende tentamens zijn.”
Er zit steevast een open val in Wellemans
tentamens. “Niet dat ik studenten bewust
op het verkeerde been zet. Wie de theorie
goed heeft begrepen, zal er niet in vallen. Ik
Het in elkaar zetten
van een tentamen
vergt concentratie
wil de gelegenheidstentamenklanten in de
wielen rijden.”
Volgens docent Joris Melkert moeten tentamens niet te voorspelbaar zijn. “Dat past
niet in een academische opleiding.” En
dus komt het aan op creativiteit. Best leuk
werk, vindt Melkert, maar de bron kan na
een paar jaar uitgeput raken. “Wellicht is
het goed het vak dan door te geven aan een
ander.”
Melkert moest deze periode drie tentamens
maken: de eerstejaars herkansing dynamics, het eerstejaars tentamen aerospace
design and systems engineering elements
en het tweedejaars digitale tentamen propulsion and power. Een digitaal tentamen
is volgens hem moeilijker te maken. “Dat
vergt militaire precisie. Het systeem is gevoeliger voor fouten. Je moet alles inprogrammeren. De parameter-validatie moet
kloppen. Ik laat student-assistenten dat
checken. Daarna trek ik een weekend uit
om alle sommetjes te maken.”
Ook Paul Breedveld gaat niet over één
nacht ijs, bewust als hij is van wat er voor
studenten op het spel staat. Zijn derdejaars vak integrated mechanical systems
loopt nu voor de eerste keer. “De studenten
krijgen te maken met de harde knip. Vaak
hangt het om één vak. Het zijn slimme, volwassen mensen, die terecht kritisch kijken
naar een tentamen. Je moet het grondig in
elkaar zetten, met de onderwijsdoelen
erbij.”
Breedveld vindt dat uitdagend werk. “Je
wilt intelligente vragen stellen met subvragen die niet op elkaar voortbouwen. Ik
denk erover hoe ik studenten het antwoord
zó kan laten opschrijven dat ik zie dat ze het
begrepen hebben terwijl ik toch snel kan
nakijken.” Formuleringen moeten secuur,
vertelt hij, anders ontstaat er tijdens tentamen onduidelijkheid. “We hebben daarom
op de faculteit een toetsdeskundige, die
alle formuleringen naloopt.”
Gerrit van Ballegooijen heeft die luxe niet.
Hij maakt zijn deel van het tentamen wiskunde 2 voor eerstejaars studenten van
3mE alleen, waarna hij het rondstuurt aan
zijn collega’s. Dan verwerkt hij hun commentaar. Het tentamen begint met wat
hij noemt kort-antwoord-vragen. “Haal je
daarvoor niet genoeg punten, dan kijken
we de open vragen niet na. Het is een manier om het nakijkwerk te reduceren. Maar
de kort-antwoord-vragen zijn niet eenvoudig om te maken. Omdat het antwoord kort
moet, moet ik het heel precies laten uitkomen.”
En een grapje, stopt hij dat wel eens in zijn
tentamens? Van Ballegooijen vindt het
niks. “Opgaven die docenten leuk vinden,
zijn voor studenten vaak niet te doen. Je
moet ze gewoon reëel vragen wat ze moeten weten.”
NAKIJKEN: SAAI LOPENDEBANDWERK
Van tentamens nakijken gaat het bloed van
de docenten niet sneller stromen. Het is een
klus die moet gebeuren. “Het is saai lopendebandwerk”, zegt Breedveld. Niettemin
vergt nakijken concentratie, net als het in- >>
20
‘Je doet vierhonderd keer hetzelfde, in de
praktijk vaak op zaterdagavond’
voeren van alle behaalde punten in de computer, want dat luistert nauw. ‘Getallen inkloppen’, noemt Breedveld het met een vies
gezicht.
Nakijkwerk gaat vaak mee naar huis, Pasen
of niet. Of er gaan wat papieren mee naar
een vergadering waar ruimte is. “Want alle
momenten die je hebt, moet je pakken”,
zegt Welleman. Alles om de nakijktermijn
van vijftien dagen niet te overschrijden. De
docent lacht: “Ik heb een foto van mezelf op
de Drebbelweg, met mijn steekkarretje vol
gemaakte tentamens. ‘Fijne vakantie’, riepen de studenten tegen elkaar. Voor mij begon het nakijken.”
Welleman spreekt van zijn ‘nakijkfabriekje’:
zeven mensen per tentamen. Hij kijkt een
derde zelf na om te weten wat de studenten
produceren. De andere zes mensen zijn student-assistenten. Zij werken aan de hand
van een door Welleman opgesteld protocol.
“Je moet goed nadenken over de nakijkcriteria. Wanneer is iets goed of fout, wanneer
heb je coulance, wat doe je met doorrekenfouten? Want een student kan het begrip op
orde hebben, maar toch een suffe rekenfout
maken.”
WERK SPREIDEN
Ook Van Ballegooijen verdeelt het nakijken
met de andere docenten van zijn vak. Ze
zijn met zijn tienen. Een tweede correctieronde is nodig om administratieve fouten
eruit te halen: punten zijn verkeerd opgeteld, cijfers staan bij verkeerde namen. Dat
komt allemaal wel eens voor. Hij vindt het
niet erg om ’s avonds en in het weekend na
te kijken. Hij moet het werk toch verspreiden.
“Nakijken vergt concentratie. Thuis zet ik
er klassieke muziek bij op, maar daar luister ik vervolgens niet naar. Radio of tv kan ik
er niet bij hebben. Dat leidt te veel af. Ik kan
niet te veel tentamens achter elkaar doen.
Dan ga ik steeds langzamer werken.”
Van Ballegooijen vindt het nakijken het
minst leuke deel van zijn werk. Breedveld
ook: “Je doet vierhonderd keer hetzelfde,
in de praktijk vaak op zaterdagavond. Dan
zit mijn vrouw op de bank een romantische
komedie te kijken en zit ik ernaast getalletjes in te kloppen.” Natuurlijk verdeelt ook
hij het werk met collega’s, maar de eerste
vijftig doet hij sowieso zelf. “Het nakijkmodel moet uit evalueren. Er zijn soms interpretaties waaraan je niet eens hebt gedacht.
Na een stuk of vijftig weet ik wat studenten
wel en niet kunnen. Het nakijkmodel is immers een hybride van ‘wat kan deze populatie’ en ‘dit moeten ze kunnen’.”
CONSISTENTIE CHECKEN
Melkert pakt het anders aan. Hij kijkt de
eerste twintig tentamens twee keer na om
‘de consistentie van zijn beoordelingen te
checken’. “Maken veel studenten dezelfde
fout dan moet je je afvragen: ligt het misschien aan de vraagstelling?” Tijdens de
paasdagen zit hij soms non-stop na te kijken. “Dat kan niet anders, want de toegestane nakijktijd is beperkt.”
Digitale tentamens schelen in zijn ogen
een hoop ellende. “Handschriften van studenten zijn door het leven met een laptop
steeds onleesbaarder. Ik krijg er hoofdpijn
van. Bovendien kunnen studenten op een
computer een beetje aan tekstverwerking
doen. Dan krijg je betere antwoorden, die
niet over drie blaadjes zijn verspreid.”
De computer kan sommetjes sneller nakijken dan hijzelf, weet Melkert. Maar waar is
de nuance als hij niet ziet waar de student
de mist in is gegaan? Misschien snapte diegene de theorie best. Melkert is onverbiddelijk: “Als de uitkomst niet klopt, is het fout.
Het is een harde leerschool, maar zo werkt
het. De luchtvaart is terribly unforgiving for
mistakes. Vallen er doden door jouw bere-
DIGITAAL NAKIJKEN
De TU test een nieuw systeem waarmee docenten papieren tentamenformulieren digitaal kunnen nakijken. Dat scheelt administratieve rompslomp. En studenten kunnen het
tentamen echt terugkrijgen. Ze hoeven niet naar de inzage te komen om te weten hoe
hun cijfer tot stand is gekomen. De eerste proeven met het platform van de Delftse startup ANS Delft zijn positief. Deze tentamenperiode test het bedrijfje voor het eerst op een
andere faculteit dan 3mE; onder meer bij Civiele Techniek en Geowetenschappen. Daar
stonden docenten in de rij, vertelt Hans Welleman, die ook onderwijsdirecteur is op die
faculteit.
Weten hoe digitaal nakijken werkt? Kijk op delta.tudelft.nl/31282
kening als ingenieur, dan kom je in het gevang.”
Ook al hebben ze een broertje dood aan
nakijken, de vier docenten doen het zo gewetensvol mogelijk. Welleman: “Steeds
moet je het belang van de studenten voor
ogen houden. Natuurlijk denk ik wel eens
‘wat een prut’ als ik een paar mindere achter elkaar heb gehad. Maar de volgende kan
weer heel goed zijn. Ieder werk moet je even
secuur bekijken.”
INZAGE: HEBT U EEN FOUT GEMAAKT?
De laatste horde van een tentamen is de inzage door studenten. Administratief veel
werk, omdat papieren tentamens daarvoor
op alfabet of studienummer moeten liggen.
Bij de ene docent kunnen studenten direct
een afspraak maken, bij de ander is de inzage uitbesteed aan het secretariaat of student-assistenten.
Breedveld kondigt zijn inzagemoment tijdig aan op Blackboard, om te voorkomen
dat studenten hem direct mailen. “Anders
heb ik na publicatie van de cijfers meteen 25
mails in mijn inbox. Vaak van de strekking:
ik dacht dat ik het goed had gemaakt, maar
ik heb een vier. Hebt u misschien een fout
gemaakt?”
Ook Melkert ziet vooral studenten langskomen die willen onderhandelen, zoals hij dat
noemt. “De ruimte daarvoor achten ze groter bij een papieren tentamen. Bij een digitaal tentamen krijg ik veel minder vragen.
Ik denk dat dat deels komt doordat studenten de uitslag meteen krijgen. Blijkbaar vertrouwen ze het systeem ook meer. Er komt
een hard getal uit.” <<
Op het moment
dat je als student
je tentamens
achter de rug
hebt en dit gaat
vieren, zit je
docent avond
aan avond na
te kijken
22
Delta
23
Tekst: Bas Belleman (HOP)/Jos Wassink
Illustratie: Auke Herrema
TU Delft
‘Rubicon staat
goed op CV’
De Rubiconbeurs, die dit jaar tien jaar bestaat,
is bedoeld om veelbelovende promovendi een kans
te bieden om zich in het buitenland verder te ontwikkelen. Maar vaak werkt het toch anders.
J
aarlijks kunnen zo’n zestig recent gepromoveerde wetenschappers met een Rubiconbeurs van NWO op pad. Daarvoor is zo’n zeven miljoen euro beschikbaar. De afgelopen
tien jaar zijn er 781 uitgedeeld.
Afgelopen jaar vertrokken twee Delftse alumni met een Rubiconbeurs om als postdoc in het buitenland te gaan werken. Dr.ir Hairen Tan (faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica) ging naar Toronto om de stabiele en goedkope
zonnecellen te ontwikkelen. Dr.ir. Calin Plesa (Technische Natuurwetenschappen) ging naar Californië om zich verder te bekwamen
in de synthese van eiwitvarianten.
Opvallend vaak gaan de beurzen naar gepromoveerden van de
Universiteit Utrecht: maar liefst 144 keer. Ter vergelijking: Delftse
promovendi kregen in de afgelopen tien jaar 22 maal zo’n buitenlandbeurs. Technische universiteiten en de Wageningen universiteit blijven met gemiddeld twee Rubicons per jaar duidelijk achter
bij het gemiddelde van vijf per jaar over alle universiteiten. Waar
dat aan ligt weet niemand.
NOSTALGIE
Al zijn ze nog zo populair, het is beslist niet vanzelfsprekend dat de
beurzen er nog zijn. Rond 2010, toen de economische crisis op zijn
hoogtepunt was, moest het kabinet alle zeilen bijzetten om de rijksbegroting op orde te houden. Er dreigden grote bezuinigingen, ook
in het wetenschappelijk onderzoek, en geen enkel instituut mocht
zich veilig wanen. Het budget van NWO bleef uiteindelijk overeind,
maar het ministerie schrapte allerlei kleine subsidies. Ook die voor
de Rubiconbeurzen.
“We hebben toen besloten om het Rubiconprogramma toch door
te zetten”, herinnert NWO-voorzitter Jos Engelen zich. “Linksom of
rechtsom moesten we de middelen ervoor vinden, en dat is gelukt.
De Rubiconbeurzen hebben een vaste plek gekregen.”
‘In het buitenland word je op jezelf
teruggeworpen en dat is heilzaam’
Misschien zat er een vleugje nostalgie achter de koppige beslissing. “In het algemeen bestuur zaten een paar leden – ik denk zelfs
dat het voor ons allemaal gold – die zich herinnerden hoe belangrijk buitenlandse verblijven voor henzelf waren geweest”, vertelt
Engelen. “De een had zelf een beurs gehad, een ander was door zijn
universiteit in staat gesteld om naar het buitenland te gaan. Ikzelf
ging als natuurkundestudent naar de deeltjesversneller in Genève
en ben meteen na mijn promotie naar het buitenland gegaan. Voor
ons allemaal was het een geweldige stimulans. Het klinkt een beetje dramatisch, maar in het buitenland word je op jezelf teruggeworpen en dat is heilzaam. Je verlaat je vertrouwde omgeving en moet
je maar zien te redden met je eigen ideeën.”
De beurzen passen in het NWO-stelsel van talentontwikkeling. De
gedachte is dat goede onderzoekers in alle stadia van hun carrière
een steuntje in de rug kunnen krijgen. De Rubiconbeurzen, net na
de promotie, komen als eerste.
Maar in het geval van beide Delftse Rubicon-winnaars kwam de
toekenning van de beurs pas nadat ze al een plaats als postdoc hadden weten te verwerven. In hoeverre kun je dan nog zeggen dat de
NWO beurs hen over de streep helpt in hun ontwikkeling?
Neem het geval van Hairen Tan die in Toronto aan de stabiliteit van
goedkope (perovskiet) zonnecellen werkt. Aan het einde van zijn
promotietraject (bij prof.dr. Miro Zeman) solliciteerde hij bij de
groep van professor Sargent aan de Universiteit van Toronto. In mei
2015 kreeg hij daar een postdoc positie aangeboden.
WAAR KOMT DE NAAM VANDAAN?
ZWANGER
OOK VOOR BUITENLANDERS?
WEINIG INVLOED
De beurzen zijn vernoemd naar een Italiaanse rivier, de Rubicon. In 49 v.Chr. stak
de Romeinse veldheer Julius Caesar met
zijn leger deze rivier over en greep hij de
macht in Rome. Andere talentbeurzen
van NWO verwijzen ook naar Julius
Caesar. De zogeheten Veni-, Vidi- en
Vici-beurzen ontlenen hun naam aan een
briefje dat Caesar aan de Romeinse
senaat schreef na zijn overwinning in de
slag bij Zela: ‘Ik kwam, ik zag, ik overwon.’
Lang niet iedereen kan zomaar naar het
buitenland. Het wordt bijvoorbeeld lastig als je jonge kinderen hebt. Dat zou
vooral vrouwelijke wetenschappers
kunnen nekken, vreest NWO. Eén ding
scheelt: sinds vorig jaar kunnen vrouwelijke wetenschappers in hun Rubiconperiode wel met zwangerschapsverlof.
NWO zorgt ervoor dat het salaris volledig
wordt doorbetaald, als het gastinstituut
dit niet zelf doet.
Voorheen konden buitenlandse wetenschappers een Rubiconbeurs aanvragen
om in Nederland onderzoek te doen,
in het rotsvaste vertrouwen dat de Nederlandse wetenschap daar baat bij zou
hebben. Sinds 2012 trekt NWO daar minder geld voor uit: alleen voor echt Nederlandse onderwerpen (denk aan Nederlands recht) kunnen buitenlanders nog
bij NWO aankloppen voor een Rubiconbeurs.
Tan had in augustus 2014 een Rubicon aangevraagd en verkeerde nog in afwachting van de uitslag. Kort na zijn promotie vertrok
hij in oktober vorig jaar naar Canada. Eenmaal daar aangekomen
kreeg hij te horen dat hem een Rubicon was toegekend met een
looptijd van maart 2016 tot maart 2018. Fijn natuurlijk, maar op het
verloop van zijn loopbaan had het weinig invloed.
Bij Calin Plesa liep het niet veel anders. In januari 2015 promoveerde
hij bij prof.dr. Cees Dekker op het onderzoek van DNA-strengen met
nanoporiën - minuscule gaatjes in een membraan waar net een DNA
molecuul doorheen past. Daarna bezocht hij vijf labs met het oog op
een postdoc positie. Hij koos voor het lab van het UCLA en bedacht
een onderzoeksvoorstel dat hij daar zou kunnen uitvoeren. Los Angeles leek hem een prettige plek om een paar jaar door te brengen in een
vriendelijk klimaat en met goede surflocaties als bonus. In september
diende hij zijn Rubiconaanvraag in en een maand later vertrok hij naar
Californië. Begin 2016 hoorde hij dat zijn aanvraag was goedgekeurd
met ingang van maart 2016 en de gebruikelijke looptijd van twee jaar.
NUTTIG
Is daarmee de Rubicon mosterd na de maaltijd? “Er is een probleem
met de timing”, zegt Plesa. “Maar dat is bij alle beurzen het geval,
en de Rubicon is relatief snel. Ik had het geluk dat professor Kosuri
(UCLA, red) me een paar maanden kon inhuren tussen de tijd van
mijn promotie en het begin van mijn postdoc. Bij veel mensen lukt
dat niet en dan wordt het een probleem als de timing niet past.”
Op de vraag wat hij aan de beurs heeft antwoordt Plesa: “Ik denk
dat de Rubicon erg nuttig is voor mijn loopbaan. Als je op je CV kunt
vermelden dat je een eigen beurs hebt weten te bemachtigen, is dat
een krachtige aanbeveling voor de academische wereld. Op die
manier denk ik dat de Rubicon helpt om gepromoveerden voor het
onderzoek te behouden.”
Ook Tan wil na zijn Rubiconperiode verder in onderzoek. Dat zou
in Europa kunnen zijn, maar het aantal posities is daar klein, vreest
hij. Of hij keert terug naar China waar hij zijn masterstitel behaalde.
“De regering is er kien op om postdocs terug te halen naar China”,
weet Tan. “Instellingen bieden aantrekkelijke werkomstandigheden en excellente onderzoeksfaciliteiten.”
NWO-voorzitter Jos Engelen ziet het vertrek van talent niet als bezwaar. “Het is een open deur. Wetenschap is nu eenmaal een internationale gelegenheid. Er gaan Nederlanders naar het buitenland,
en er komen buitenlanders hierheen.” <<
24
Delta
BOEKEN
Adolf Loos (1870-1933) was
niet alleen zelf een modernistische architect, maar ook
een voorvechter daarvan op
papier. Zijn gebundelde
columns geven een vermakelijk tijdsbeeld.
‘De Papoea tatoeëert zijn huid, zijn
boot, zijn peddel, kortom alles binnen
handbereik. Hij is geen misdadiger.
De moderne mens die zich tatoeëert
is een misdadiger of een gedegenereerde. In sommige gevangenissen
heeft tachtig procent van de gedetineerden een tatoeage. De getatoeëerden die niet in het gevang zitten,
zijn latente misdadigers of gedegenereerde aristocraten.’
Al aan het begin van een van zijn beroemdste teksten ‘Ornament en misdaad’ brengt Adolf Loos de stemming
er lekker in. Architecten die ornamenten aanbrengen zijn crimineel. De argumentatie daarvoor wordt niet veel
sterker dan dat ornamenten iets zijn
voor 'achterlijke Papoea’s' waar de
moderne mens zich ver boven zou
moeten verheffen.
Wie zo hier en daar eens wat leest in
de onlangs verschenen bundeling van
Loos’ columns, ‘Architectuur en al het
andere’, begrijpt onmiddellijk waarom hij niet zo heel geliefd was bij zijn
Minor Sustainable Development – Leiden University
Now open for students from TU Delft!
Are you interested in the worldwide sustainability issues we’re
facing, like climate change, food security and waste processing?
And do you want to know how to find solutions?
Why?
• Make a difference
• Inspiring speakers, excursions
• Interactive and interdisciplinary approach
• Practical skills
‘Architecten die ornamenten aanbrengen
zijn crimineel’
Maar goed, W.F. Hermans was ook
een pedant kereltje, en die heeft
evengoed vermakelijke en rake boutades geschreven. Want vermakelijk
is het werk van Loos zeker, al houdt
hij in zijn taalgebruik juist weer wel
van uitweidingen en tierelantijnen.
Hij beledigt er een eind op los, waarbij duidelijk wordt dat zijn vaderland
Oostenrijk een soort achterlijke modderput in het hart van Europa is, dat
oneindig ver achterloopt bij de Amerikanen, die in hun ontwerpen absolute
voorrang geven aan functionaliteit.
Zelfs in een ontroerende necrologie
van een vriend lukt het hem niet zijn
I GO TO RIO
In augustus 2016 zijn de
Olympische Spelen in Rio de
Janeiro. Delftse topsporters staan
te trappelen om mee te doen.
Bit by bit security
Internet security is quite
a nut to crack. Both technologically
it is obscure, and sociologically
just even more, when looked at in the light
of why attackers do attack, despite
defenders do what psychologically
Adolf Loos, ‘Architectuur en al
het andere’, NAI010 Uitgevers
2016, ISBN 978-9462-08247-2
may feel ok, but economically
Wie: Bart Lukkes (23)
Sport: Roeien
Vereniging: Proteus-Eretes
Boot: Lichte mannen vier-zonder
Studie: Industrieel ontwerpen,
master strategic product design
Foto: Sam Rentmeester
Vermakelijke pedanterie
boosheid op alles en iedereen te verbergen.
Toch zou het verkeerd zijn om de bundel alleen om zijn vermaakswaarde
te lezen. Aan de stukken ligt wel degelijk een visie ten grondslag waarin
Loos zijn tijd ver vooruit was, namelijk dat architectuur en kunst twee
gescheiden werelden dienen te zijn.
In de architectuur draait het om de
bruikbaarheid van het gebouw, in de
kunst om de individuele expressie van
de maker.
Nu kun je beweren dat die opinie een
kwestie van smaak is, maar dan ben
je dus een postmodernist, waarmee
de modernisten het al enkele decennia aan de stok hebben. Dergelijke relativering is aan modernistische architecten namelijk niet besteed. En dat
lees je dus in vele toonaarden in deze
bundel. (CJ)
tijdgenoten van de Art Nouveau. Al
zijn drie vrouwen waren hem binnen
een paar jaar zat. In 1928 werd hij veroordeeld wegens seksuele handelingen met heel jonge meisjes. Hij was,
kortom, niet zo’n aangename man.
25
TU Delft
is ridicule. The trick is to incite
attackers and defenders in a way
that surely doesn’t kill the cyber cheat
INTERDISCIPLINARY MINOR
Situatie
“De boot heeft zich gekwalificeerd, maar mijn
persoonlijke situatie is heel onzeker. Ik zit ‘op 3’,
achter de slagroeier. Dan ben je het power house,
de ‘motor’ van de boot. Je ondersteunt het ritme.
Ik vervang Tim Heybrock die overtraind is. Ik heb
niet in de hand wanneer en hoe hij daarvan herstelt, maar zijn blessure biedt voor mij een geweldige kans. Als hij kan laten zien dat hij fit is, wordt
de keus gemaakt tussen hem en mij. Als meest
ervaren roeier in het team, en de enige met
Olympische ervaring, is Tim in het voordeel. In dat
geval val ik terug naar een reserve-status. Dat ik in
deze situatie zit, is voor mij überhaupt fantastisch.
Als iemand mij vorig jaar verteld had dat ik in een
Olympische boot zou zitten, had ik hem voor gek
verklaard.”
SUSTAINABLE
DEVELOPMENT
FOR 3RD YEAR BACHELOR STUDENTS
FROM ALL DEGREE PROGRAMMES
FIRST SEMESTER, 30 ECTS
When?
5 September 2016 – 27 January 2017 (1st Semester)
How?
Application from 1 - 31 May:
www.onderwijs.leidenuniv.nl/minoren
Signing up and transferring credits is easy
More info: www.cml.leiden.edu/education
/minorduurzameontwikkeling
More information:
cml.leiden.edu
[email protected]
facebook.com/minorduurzameontwikkeling
Come and see us at the
TU Minor Event 19 April!
Drijfveer
“Roeien is een fantastische sport. Ik heb veel talent, het is ontzettend gaaf om te kijken waar dat
toe kan leiden. Ik ben enkele jaren geleden van de
Discover the world at Leiden University.
A3 Poster Poster minor sustainable development 2015-DEF.indd 1
Voorbereiding
“We trainen tweemaal per dag, zes dagen per
week, op de Bosbaan. Vervelend? Je hebt het ervoor over. Het blijft mijn hobby, dus het is leuk om
te doen. Half april varen we de eerste wereldbekerwedstrijd in Varèse, begin mei het EK in Brandenburg, eind mei de tweede wereldbekerwedstrijd. Zo gaat het door tot de Spelen in augustus.”
02-04-15 16:52
Delftse burgervereniging DDS overgestapt naar
Proteus, omdat die vereniging professionelere
coaching en materiaal heeft. Ook vanwege de
steun vanuit de TU Delft en een stukje studentenleven dat je meepakt.”
but balances the costs and gains at play.
Kansen
“Vorig jaar werd de lichte vier-zonder vijfde in
de finale op het WK. Ik was daar niet bij. In de
voorronde lieten ze zien dat bij een goede race
een medaille mogelijk is. Ik zeg zeker niet dat we
goud gaan winnen, maar we zouden niet naar de
Olympische Spelen gaan als we er niet onze zinnen op zouden zetten.”
won’t make us better off. Let’s hope and say
Walls of fire, wire and concrete
that nudging makes the brutal obsolete.
Ambities
“Mijn beste race van mijn leven varen tijdens dat
toernooi. Als ik dat heb gedaan, kan ik tevreden
terugkijken. Mijn traject loopt nog door na Rio,
het zal zeker niet mijn laatste race zijn op een internationaal toernooi.”
Studie
“IO is een studie met veel vakken in projectvorm,
dat is lastig te combineren met topsport. Ik heb
geregeld dat ik aan de VU, bij een oud-docent van
de IO-faculteit, kan meehelpen aan een onderzoek waarvoor ik studiepunten krijg. Daar moet
ik tijd voor vrijmaken, al is dat lastig als je zo veel
moet trainen. Ik vind dat belangrijk, want anders
staar je jezelf dood op het roeien.” (JT)
Poetic impression by Bauke Steenhuisen of the
dissertation ‘Cybersecurity via Intermediaries,
Analyzing Security Measurements to Understand
Intermediary Incentives and Inform Public Policy’
by Hadi Asghari, defended on the 29th
of February.
26
Delta
TU Delft
Delta
SUDOKU VARIATION
Solution Delta Sudoku 11
Delta
Magazine
© 2015 www.sudoku-variations.com
In a regular Sudoku, every row, column and
block of 3x3 cells must contain the digits 1
through 9 exactly once.
Lees ’m online
www.delta.tudelft.nl
In this EvenOddDoku, there are five further
items to solve. The first four are the groups
of nine pink, blue, yellow and green marked cells. All of the corner cells and centre
cells of each group only contain odd digits.
through 9 exactly once.
If you like to receive a possible partly solution of this puzzle in Dutch please send an
email to [email protected],
with the number of the puzzle you want.
If you love to solve more of these challenging Sudoku variations please visit www.sudoku-variations.com.
The fifth item is the middle gold marked group and it also contains the digits 1
Voor advertenties bel met:
Why is the Architecture faculty called BK? What is
sugar called in Dutch? What does a person do for a
midnight snack in Delft? Why is the food at the Aula
so bad? Okay, we can't help with the last one, but
TU Delta has answers for the rest and more.
H & J Uitgevers
Postbus 101
2900 AC Capelle aan den IJssel
T (010) 451 55 10
F (010) 451 53 80
E [email protected]
Neem contact op met Hennie
de Ruyter of Mireille van Ginkel
voor nadere informatie.
We are proud to announce
the launch of our very first
e-book – Delft Survival Guide. Free to download and
accessible on any online
reader, this is a compilation of the hugely popular
Survival Guide series published in TU Delta. The book is
your handy reference guide to Delft. From eating
out and public transport, to
understanding Dutchisms.
So grab your copy today at
delta.tudelft.nl/ebooks.
DESGEVRAAGD
Stelling
Apple wilde de FBI niet helpen om de iPhone te kraken van een van de schutters
van het bloedbad in San Bernardino. De FBI daagde Apple voor het gerecht, maar
heeft die zaak nu laten vallen.
De Amerikaanse federale politie FBI
kreeg het voor elkaar om zonder de
hulp van Apple de iPhone van de
schutter van San Bernardino te kraken,
meldt Villamedia.nl. De kwestie sleepte al weken. De FBI startte een rechtszaak om Apple te dwingen toegang te
verlenen tot de iPhone door een achterdeur in de software te bouwen.
Apple wilde niet meewerken omdat
het dan de veiligheid van alle iPhones
zou ondermijnen.
‘Apple heeft de
propagandamachine op
volle toeren
laten draaien’
Voor ir. Ronald Prins, TU-alumnus en
chief technology officer bij het Delftse beveiligingsbedrijf Fox-IT, was het
geen verrassing dat de iPhone te hacken was. “Ik heb dat van het begin af
aan gezegd”, zegt Prins desgevraagd.
Het is lastig om de tijdsvertraging uit
te schakelen die intreedt nadat je vijf
keer een verkeerde code hebt ingetoetst. Slimme bedrijfjes, zoals Cellebrite uit Israël dat voor de hack van
deze iPhone door de FBI is ingehuurd,
hebben daar iets op gevonden.
Zijn we dus weken lang voor het lapje
gehouden door FBI en Apple?
“Wel door Apple, niet door de FBI”,
denkt Prins. “Apple wist heus wel dat
er bedrijfjes zijn die een iPhone kunnen kraken, maar ze hebben van de
gelegenheid gebruik gemaakt om er
een principiële pr-stunt van te maken.
En misschien wisten de advocaten van
Apple zelf ook niet dat de iPhone te
kraken was. De FBI wist het niet, maar
dat is een kwestie van te weinig kwaliteit in huis.”
Hoogleraar governance of cybersecurity prof.dr. Michel van Eeten (TBM)
schat de FBI hoger in. “Het was vrije-
27
TU Delft
tijdshackers al gelukt om de iPhone te
jailbreaken (software installeren die
door Apple niet erkend wordt, red.).
Dus dat er kwetsbaarheden in de
software zitten, was al lang bekend. Ik
denk dat de FBI gewoon wilde zien of
het bedrijven kan dwingen hun eigen
producten open te breken.”
Van Eeten vindt het goed dat Apple
zich heeft verzet. Maar hij zegt zich wel
rot te hebben geërgerd aan de pr van
Apple. “Apple heeft de propagandamachine op volle toeren laten draaien.
Ze hebben hun claims - dat ze enorm
veel waarde hechten aan de privacy
van hun gebruikers én dat hun telefoons extreem veilig zijn - overtrokken.
Het is pijnlijk dat de iPhone, naar verluid, voor een lullige vijftienduizend
dollar is opengebroken. Voor dat bedrag komen de juristen van Apple hun
bed niet eens uit.”
En waar staat Ronald Prins in het
Apple-versus-FBI-debat? “Ik vind dat
iedereen het recht heeft om zich te verdedigen. De overheid kan een bedrijf
niet dwingen om een ‘achterdeurtje’ te
maken, die de gebruiker kwetsbaarder
maakt voor aanvallen door derden.”
(JW/TvD)
delta.tudelft.nl/31303
Om als technische universiteit
relevant te blijven, moeten
ingenieursopleidingen meer
aandacht besteden aan de
fundamentele principes van
ontwerpen.
TIES VAN BRUINESSEN
scheepsbouwkundig ingenieur
Uit proefschrift: ‘Controlled innovation
of complex objects a socialtechnological approach to describing
ship-design’
“Ingenieurs spelen een belangrijke rol
bij innovatie. Om nieuwe oplossingen
te ontwikkelen moeten zij ook kunnen
werken met creativiteit, nieuwe
technieken kunnen toepassen en
omgaan met verschillende partijen.
In veel opleidingen aan de TU ligt
de focus op de fundamentelere
technische kennis zoals mechanica
en wiskunde, hydromechanica
en constructieleer. Vaak wordt
verwacht dat scheepsontwerpers,
civiele ingenieurs en bijvoorbeeld
vliegtuigontwerpers het ontwikkelen
van innovatieve producten in de
praktijk leren.
Door de fundamentele basisprincipes
van het ontwerpproces onderdeel te
maken van elke ingenieursopleiding
wordt ervoor gezorgd dat ingenieurs
een beter begrip krijgen van
ontwikkeltrajecten waar nieuwe
kennis voor nodig is. Hierdoor blijven
ingenieurs, en daarmee de TU,
relevant voor onze maatschappij en
arbeidsmarkt.”
Verdediging 25 mei
28
News
Text: Brandon Hartley
Photo: Menno Blaauw
Delta
BK students design refugee
housing solutions
“Holland isn’t full, but it is full of unused space,” according to
Govern-ment architect Floris Alkemade. This was the inspiration
behind the ‘Home Away from Home’-competition, challenging
architects to design housing solutions for refugees.
English pages
In case you missed it,
‘Shaped by conflict’ (page
08) features students at
the university whose home
countries are facing war and
violence. It’s in English, so
check it out. On a happier
note, if you want a break
from your studying, you can
check out the Survival Guide
for English language events.
There are three metres of water between the top of the container and the reactor itself.
The little reactor that could
On a morning in the early
1990s, a group of youthful
Greenpeace demonstrators arrived at the front
gate of the Reactor Institute Delft. They assumed that
it was a dangerous nuclear
facility and had planned to
spend the day demanding
its immediate closure.
“We took them in,” Dr. Menno Blaauw
recalled. “We gave them a tour of the
reactor, a brochure and a few CocaColas. Then they went home happily.”
A graduate of TU Delft himself, Dr.
Blaauw has been working at the reactor since 1988 and this is the only ‘protest’ he’s witnessed at the facility.
The reactor’s history begins in the
1950s when an exhibition promoting Atoms For Peace, a United Nations sponsored campaign to advocate
the development of beneficial nuclear
projects, ended its European tour in
the Netherlands. The exhibit featured
a small nuclear reactor that the Dutch
government later agreed to repurpo-
se for research projects.
Construction began on a permanent facility at TU Delft in November
of 1958 and it opened in 1961. Since then, it has been used to conduct
projects launched not only by researchers from TU Delft but other universities and even a few corporations as
well. Current projects at the reactor
primarily focus on advancements in
the fields of medicine and sustainable
energy.
In order to accommodate newer types
of research, the facility has been upgraded and expanded several times
since its first projects were conducted in the ‘60s. Infrastructural improvements and a cooling tower helped
boost the reactor’s power levels from
100 kilowatts to two megawatts. In
the early ‘90s, a ‘beam guide hall’
was added that houses large equipment. A current development programme dubbed OYSTER will bring
more precise and versatile instruments to the reactor. A cold neutron
source will be added that’s currently
scheduled for completion in 2018.
URANIUM-235
The facility also currently utilises only
a moderate amount of uranium-235.
It’s contained within a series of about
‘Is it ‘radioactive’ tomato ketchup or
is it a ‘radioactive’ coffee stain?’
20 fuel elements located within the
reactor itself. Each contains 300
grams of U-235 that creates an eerie
blue glow as opposed to the bright
green colour typically seen in nuclear
facilities featured on TV shows like
The Simpsons.
The reactor doesn’t pose much of a
health risk to its employees or the public. In the extremely unlikely case of
a major incident, only the 300 metres
surrounding the facility would need to
be evacuated.
Nevertheless, Dr. Blaauw and his colleagues strictly adhere to a series of
safety procedures to prevent even
the slightest possibility of something,
or someone, becoming contaminated. The reactor itself is housed behind two thick airlock doors and visitors wear protective covers over their
shoes to offset the possibility of radioactive dust following them back out.
Afterwards, they’re also required to
step onto a device that resembles a
doctor’s office scale that scans them
for radioactivity. Lab jackets worn
by researchers and the facility’s permanent staff are washed in on-site
laundry machines as well. The water
used to clean them is even later scanned for radioactivity. As for which cycle is used, that depends on the ‘contamination’ involved.
“Is it ‘radioactive’ tomato ketchup or
is it a ‘radioactive’ coffee stain?” Dr.
Blaauw joked. “That’s what really determines the washing procedure.”
29
TU Delft
This challenge became a part of the curriculum for this year’s Architecture and Building
Technology master’s students. The competition was organised by the Rijksbouwmeester
and the COA (Central Agency for the Reception of Asylum Seekers) in response to the growing number of refugees arriving in Europe. 150 Students spent five weeks developing
their housing units for the compulsory course titled ‘Delft Seminars on Building Technology’, although not all the students will actually be entering the competition. Previous
years have required students to use existing buildings as case-studies, for example the
Kunsthal, the EWI building and even BK City itself.
According to course coordinator Bas Gremmen this new approach proved more difficult
than expected for some. He explained that these buildings are smaller than those from
previous case studies, “however everything is involved, all the complexity is in that one
building. I think that surprised the students.”
Several students agreed that this difficulty was a positive thing and believed this case-study better helped them learn about designing for people. One of the students, Bas de Pater, said it was particularly motivating to work on a more ‘real-life’ example, adding “it let
me think about how to build for people.”
‘It let me think about how to build for
people’
Marianne Boonekamp, whose design has been entered into the competition, also said
she particularly appreciated a case-study with more real-life applications; “What I do sometimes miss here is that aspect of reality, so it was really interesting to get into this social problem, and really try and make something that could be built, not just something
that looks nice on paper.” Her approach was particularly interesting, as she told Delta she
didn’t just want to make a home for refugees that works, but one that is “more personal,
and gives an element of choice”.
The students presented their designs in the BK Faculty Friday March 11. For those entering
the competition, the 12 winners moving onto round 2 will be announced April 10, where
their designs will be further developed. (AC)
Digging for
innovation
Wouldn’t it be fantastic if we could know what
every researcher at TU Delft is up to? The DIG-it!
team of the TU Delft Valorisation Centre aims to
uncover just that.
After the success of the first edition in 2014, they are mapping the
university innovation ecosystem again faculty by faculty by approaching every researcher and asking them what they are working
on. In February 2016 they made a sweep of the Civil Engineering
and Geosciences faculty (CiTG), conducting 240 interviews.
TU Delft alumnus Robbert van Leeuwen, graduate of the Science
Education and Communication MSc, is responsible for this exploratory first step of a three stage process. Around eight students,
Dutch and internationals from all faculties make up his innovation
harvesting team. Selection depends on the researchers' willingness to collaborate and their work's potential impact and interest
to industry.
“The second explanatory step involves making the ideas into something tangible,” said Susanne Sleenhoff, DIG-it! team coordinator. “For each project chosen we produce a cartoon capturing the
innovative idea in one image. Then we look at other ways to visualise the idea. Though many researchers say they would like to make
a film, it can also be a 3D model or some kind of physical prop too.”
The third step exposes the innovations at the TU Delft Research
Exhibition held on campus. The show displays the selected projects,
raising visibility on campus but mainly to industry and the market.
The first research exhibition presented 90 projects, and they hope
for double that at the second one. “This year's Research Exhibition
on June 2 will feature a teaser with some of the latest innovations
we dig up,” said Sleenhoff. “We also want to empower researchers
to communicate their work so we encourage them to use these
images in their own presentations,” she said. The projects are also
published on the searchable DIG-it! website. DIG-it! evolved from
the biannual Delft Innovation award running since 2009. (MV)
30
Text: Caroline Vermeulen
Photo: TEDxDelft
Surviving English language
performances
TEDXDELFT
This year’s TEDxDelft event takes place later this month. “It will be TEDxDelft’s fifth anniversary and will be
held on the birthday of one of history’s biggest thinkers, Leonardo da
Vinci. Come join us on April 15 to celebrate the universal genius and share some more brilliant ideas,” said
TEDxDelft’s communications coordinator, Pierre Mathieu. “Keep an eye
on the TEDxDelft website as the speakers for this year’s event will start to
be unveiled soon.” The event will be
held at TU Delft’s Aula Congress Centre from 12:00 to 21:00. Regular tickets cost €45, and student tickets
cost €20. Salons, storytelling and
cinema events are hosted in addition to the main conference aimed at
inspiring the community with ideas
worth spreading.
tedxdelft.nl
THEATER DE VESTE
Organisers have designed a programme suitable for the international community in Delft, and the schedule for this coming month alone
includes four performances for nonDutch speakers. The American oneman circus comedy show, Jamie Adkins, will be performing. Dance duo
‘Wang Ramirez’ will create a portrait
of a new, urban, mobile and intercultural generation. The play ‘A House in
Asia’ is scheduled, as is British sight
and sound show ‘The Bootleg Sixties’. Student discounts are available.
There is a ‘recommended for internationals’ page on the website that’s
worth taking a look at.
theaterdeveste.nl
Aren’t we all lonely planets? This is
the title of a unique theatre show
created by Berry Visser, who stars as
Madame de Berry. The performances take place in a twenty-seven seat
theatre in the city centre, which also
happens to be Visser’s home. Far
more than a theatre show, it’s an experience. Madame de Berry takes you
on a journey through space to Jupiter
with Milky Way Airlines at 95% the
speed of light, sharing her stories and
theories along the way. “Our next
series of performances will take place between October 15 and October
23,” said Visser. Tickets cost €32.50,
and private flights are also possible
during this period.
madamedeberry.com
RIETVELD THEATER
‘Music and dance are suitable
for any language’
Transforming materials
In collaboration with
Harvard University, two
TU Delft students have built
a 3D material with controllable shape and size.
PhD student Bas Overvelde MSc
(Harvard University, 3mE graduate
TU Delft 2012) and Twan de Jong
MSc (Faculty of Aerospace Engineering) have designed a new type of
foldable material that is versatile,
tunable and self-actuated. It can
change size, volume and shape; it
can fold flat to withstand the weight
of an elephant without breaking,
and pop right back up to prepare for
a next task.
The research was led by Katia Bertoldi, Professor of the Natural Sciences at the Harvard John A. Paulson
School of Engineering and Applied
Sciences (SEAS), James Weaver (Senior Research Scientist at the Wyss
Institute for Biologically Inspired Engineering) and Chuck Hoberman,
of the Harvard Graduate School of
Design. Nature Communications
published their article on March 11,
2016.
“We’ve designed a three-dimensional, thin-walled structure that can
be used to make foldable and reprogrammable objects of arbitrary
MADAME DE BERRY
This small theatre hosts an ongoing
series of culture days called ‘Spice up
your Life’ featuring concerts, stories
and theme days aimed at expats and
organised in cooperation with guests
from around the world, and is partly
in English. “Music and dance are suitable for any language,” said Tamara
Kuipers, volunteer. “We also have
some performances in English, mostly international artists. We would like
to do more for the international community in Delft, however, we need a
programmer to do that. The theatre
is run by volunteers.” They have ‘free
play’ every second Sunday of the
month in the evening; anyone who
wants to share their music, writing or
Dr. Edward Valstar, a professor it the Department of Biomechanical Engineering at TU Delft,
speaks at TEDxDelft 2015.
art on an open stage can go along.
Every third Sunday of the month there’s a live jazz evening. Both events
are free and open to all.
rietveldtheater.nl
FURTHER AFIELD
In The Hague the Anglo American
Theatre Group is an amateur group
which enjoys, performs and supports
English language theatre. Stichting
The English Theatre (STET) also produces and promotes professional
English language productions. Later
this month there’ll be events commemorating Shakespeare's death
31
TU Delft
SCIENCE
DELFT SURVIVAL GUIDE
As the international community in Delft continues to
grow, there are a number of
English language productions and performances in the
area geared to the non-Dutch
speaker.
Delta
400 years ago - STET is working on
a programme with Dutch, Tunisian
and British companies between 18
to 24 April at Koninklijke Schouwburg, Nationale Toneel and Theater
aan het Spui. At Koninklijke Schouwburg ‘Macbeth’ will be performed
with English surtitles, and UK theatre
company ‘Infinite Jest’ will perform
their take on ‘Macbeth’ in English.
Zuiderstrandtheater has a range of
performances and events which are
suitable for non-Dutch speakers too;
from opera and jazz to flamenco.
aatg.nl
theenglishtheatre.nl
More news on
delta.tudelft.nl/science
Rejuvenating BMW
PhD student Bas Overvelde (photo) and Twan de Jong have designed a new type of
foldable material. (Photo: Jos Wassink)
architecture, whose shape, volume
and stiffness can be dramatically altered and continuously tuned and
controlled,” said Overvelde, graduate student in Bertoldi’s lab and first
author of the paper.
The structure is inspired by an origami technique called ‘snapology’,
and is made from extruded cubes
with 24 faces and 36 edges. Like
origami, the cube can be folded along its edges to change shape. The
team demonstrated, both theore-
tically and experimentally by a centimetre-scale prototype, that the
cube can be deformed into many
different shapes by folding certain
edges, which act as hinges. The
team also embedded pneumatic
actuators (inflatable cushions) that
can deform certain hinges, changing the cube’s shapes and size, without external application of force
on the structure. (JW)
delta.tudelft.nl/31278
RISE returns with flying skiff
Dreamteam RISE announced the build of a
single scull rowing boat on
hydrofoils. The students
presented their design on
March 9, 2016.
Rowing Innovation and Sports Engineering (RISE) started with a double four on hydrofoils in 2013. Two
years later, in August 2015, they
succeeded in getting the boat out
of the water and onto its hydrofoils.
The fun didn’t last, however. After
four strokes, the front hydrofoil broke off, and the boat sank back onto
the surface.
At the presentation, the new team
showed their design for a single
SHORT
scull boat. The most remarkable differences with the previous design
are the format (skiff instead of four)
and the moveable hydrofoils that
provide variable lift.
The aft part of the hydrofoil moves
like the flap of a wing. Just like a
wing flap, moving it downward generates more lift (and drag) than
keeping it horizontal. The flap is
connected to a floater by a clever
hinging construction of rods.
“The effect is that when the boat
goes up, the floater goes down.
This movement pushes the rod up
so that the wing profile will flatten
out,” Jaep Koning, the team’s chief
technician explained. Koning studies Aeronautical Engineering and
rows at Proteus. Team manager
Karsten Koelewijn, who was also
present at the interview, studies
mechanical engineering and rows
at Laga.
The choice to develop a single scull
instead of a (coxless double) four
is mainly economical. Getting the
skiff at the required take-off speed
of 14-15 kilometres per hour will be
no easy feat with the hydrofoils causing extra drag.
About fourteen students have
joined the RISE team this season.
Their ambition, said team manager
Koelewijn, is to produce a skiff on
moveable hydrofoils by July 2016
and to improve the world record (6
minutes 33 seconds) over 2 kilometres with it shortly thereafter. (JW)
delta.tudelft.nl/31320
While conducting her MSc research with
BMW, Industrial Design Engineering student Solé Boleda interviewed people in their
20s and early 30s as they drove one of the
company’s cars. Several confessed that they
were annoyed by the vehicle’s numerous
buttons, seemingly superfluous features and
confusing integration controls. Her study addressed ways that the German automaker
might design future models in order to make
them more appealing to Millennials. “Cars
are the only products that Millennials call
their parents for help with,” Solé Boleda said
during her defence on 24 March. “Except for
maybe washing machines.” (BH)
delta.tudelft.nl/31381
Wet & green
At 600 degrees and 250 bars, supercritical
water rips organic molecules apart, producing gas from wet biomass. PhD candidate
Onursal Yakaboylu modelled the process.
Too much manure and dwindling gas production - that sums it up for the Netherlands
in 2016. A new technology called ‘supercritical water gasification of wet biomass’ has
the potential to restore the equilibrium. The
technique converts manure, but also sewage
sludge and food industry waste, into biogas
(hydrogen and methane). The conversion
efficiency is potentially high (up to 95%) but
limited by the costs of the equipment. (JW)
delta.tudelft.nl/31326
Smart world
The development of smart grids and the
smart homes they are connected to, is apparently not in sync. The aim of a symposium
on the topic was to see if integration of the
two is possible to contribute to a sustainable energy transition. Around 75 attendees
heard two perspectives from the smart grid
and smart home sectors and then participated in a lively debate with an expert panel
about measures to promote integration. It
was organised on March 17, 2016 by the Royal Netherlands Society of Engineers (KIVI),
the Electrical Engineering department and
the Association of Electrical Engineering Students (ETV) of TU Delft. (MV)
delta.tudelft.nl/31344
28
30
31
Reactor Institute
Delft
English
Language
Performances
Transforming
materials
MAIN
Contents
International
SURVIVING
SCIENCE
WHAT'S HIDING IN DELFT
Prototype of Maison d’Artiste
T
he artwork on Mekelweg is a prototype of Maison d’Artiste, a
cubist house designed in 1923 by artist Theo van Doesburg and
urban planner and architect Cor van Eesteren. It was never built.
“The heirs of Cor van Eesteren asked me for a technical feasibility
study in 1999,” said Professor Mick Eekhout, project supervisor, in his farewell speech at TU Delft last March. “It proved to be an interesting cultural
challenge, but also technically very complex.” Students at TU Delft’s Prototype Laboratory, Bucky Lab, carried out the research project. The process of reconstruction, geometry, and colours of the design were derived
from eight black and white photos of the original cardboard model that
was lost, and some drawings, which didn’t correspond. Geodetic techniques were used to reconstruct a 3D digital model that showed that the
previously assumed dimensions were off by 15%, and a revolutionary different scheme of colours was also deduced. The model was built in 2003, on
a scale of 1:5. The project was concluded with a symposium in April 2005,
where some doubt was cast on the scientific correctness of the team’s
discoveries. The prototype can remain on Mekelweg until 2023, a century
after the creation of the original design, and thereafter it will be exhibited
at the Centre Pompidou in Paris, the city of the 1923 exhibition.
Text: Caroline Vermeulen
Photo: Marcel Krijger