Transcript Nieuwsbrief

Nieuwsbrief
01/2016
Aandacht
Review 3voor
emoties
4
Praktijkboek
VGCt 2016: springlevend
2016 is het jaar waarin de vereniging 50 jaar bestaat en waarin we vieren dat
de cognitieve gedragstherapie springlevend is. De viering van het jubileum is
een van de vele zaken die op de VGCt-agenda staat. Een overzicht van de
belangrijkste thema’s voor dit jaar.
A
ls lid van P3NL praat de VGCt
mee over thema’s die belangrijk
zijn voor alle psychologen, pedagogen
en psychotherapeuten, en dus ook
voor de leden van de VGCt. In 2015 is
er door tien veldpartijen, waaronder
P3NL, een agenda ontwikkeld voor de
GGZ die eind november is aan­
geboden aan minister Schippers. De
agenda, die komende jaren wordt uit­
gevoerd, bestaat uit tien projecten die
zijn afgeleid van vier inhoudelijke
hoofdlijnen. Lees hiervoor de column
van de voorzitter op pagina 9. P3NL
coördineert het project ‘preventie en
vroegsignalering’.
Voortgang actualisering opleidingen
Naast deze gezamenlijke belangen­
behartiging, gaat de vereniging in 2016
verder met de actualisering van de
VGCt-opleidingen. Het bestuur werkte
de afgelopen maanden aan een nieuwe
koers. De nieuwe strategie is gepresen­
teerd aan de ledenraad en goedgekeurd
op 5 februari. Deze houdt in dat we van­
uit de kracht van de huidige opleiding
lees verder op pag 2 >
persoonlijkheidsstoornissen
Kees Korrelboom
Oratie en minisymposium
O
p 1 april 2016 zal Kees Korrelboom zijn oratie
uitspreken ter gelegenheid van de aanvaar­
ding van de leerstoel ‘Translationele en trans­
diagnostische psychologische interventies in de
(geestelijke) gezondheidszorg’. Voorafgaand aan
de oratie is er voor professionals uit zowel de
behandelpraktijk als uit het wetenschappelijk
onderzoek een mini-symposium met de titel ‘Den­
kers en doeners in de klinische psychologie: why
the twain must meet’.
Vrijdag 1 april 2016, 13.10 tot 15.35 uur,
Cobbenhagen gebouw Tilburg University.
Kijk voor het programma en de aanmeldingspro­
cedure op www.tilburguniversity.edu/symposiumkorrelboom2016. •
CGt to
bijthe
angst
Back
Future 5
na
CVA
6
Dit najaarscongres mag je niet
missen
N=1 verslag
Nieuw bij de VGCt 10
Bestuurslid
Kim parel
de Jong8
De
mooiste
Mark van der Gaag wint
ZonMw Parel voor EDIE
onderzoek
En verder:
En• U
verder:
it de praktijk:
lesgeven
in Kenia
4 BIG• Positionering
van niet
• Ledenraadslid2Marija
geregistreerden
• TrotsMaric
op
aan het9 woord
ereleden
• Word8ook lid van de
• Overdracht
N=1-archief 11
NVGzP
10
Accrediteren blended en e-learning
Sectiebestuursleden denken mee over de ontwikkeling van het kennisnet (inspiratiesessie NJC 2015).
vervolg van pag 1 > tot cognitief gedragstherapeut stap voor
stap toewerken naar de implementatie
van het competentiegericht opleiden op
basis van het competentieprofiel voor de
CGt-er. De huidige opleidingsonderdelen
worden getoetst aan de uitgangspunten
die de afgelopen jaren onder meer op
advies van de commissie De Haan zijn
geformuleerd. Op onderdelen wordt de
opleiding vernieuwd, zoals de invoering
van een digitaal portfolio, competentie­
gericht opleiden en toetsen en
systematische evaluatie van de
opleidingsonderdelen. Het doel is dat
opleidelingen door gerichte feedback
geschoold worden in een meer samen­
hangende opleiding. Ook de opleiding
tot cognitief gedragstherapeutisch wer­
ker wordt in het kader van het competen­
tiegericht leren onder de loep genomen.
2016 is ook het jaar waarin de VGCt
meer ervaring gaat opdoen met het
accrediteren van blended basis- en
vervolgcursussen en digitale nascholing.
Er zijn diverse opleidingsinstellingen die
hiervoor accreditatie hebben aan­
gevraagd. Per 1 maart worden de accre­
ditatiereglementen aangevuld zodat deze
vorm van onderwijs mogelijk wordt. In
het najaar evalueren we de ingediende
aanvragen en passen we de regels even­
tueel aan, zodat digitaal leren een vaste
plek krijgt binnen de opleidings­
onderdelen van de VGCt.
Een extra
feestelijk congres!
We trakteren
instellingen op
gratis workshops
van prominente
gedragstherapeuten.
Website, huisstijl en jubileum
Voor de uitvoering van de nieuwe koers
heeft het bestuur afscheid genomen van
de projectgroep onder leiding van Henk
Geertsema en een nieuwe stuurgroep
ingesteld. Deze nieuwe stuurgroep
bestaat uit drie leden van de vereniging
en een bureaumedewerker: Tonnie Prin­
sen (supervisor VGCt), Yvette van der
Pas (supervisor VGCt), Susanne Wegen
(cognitief gedragstherapeut i.o.) en Han­
neke van der Lende (opleidingsfunctio­
naris VGCt). Door het instellen van een
nieuwe stuurgroep met enkel leden uit
de vereniging denkt het bestuur beter
aan te sluiten op de behoeften van de
leden.
2
Wijziging werkervaringseis
Achter de schermen werken we aan een
wijziging van de werkervaringseis bij de
herregistraties. Momenteel moeten
gedragstherapeuten, gedragstherapeu­
tisch werkers en supervisoren bij hun
herregistratie aantonen dat ze op het
moment van herregistratie een vastge­
steld aantal uren per week werken. Deze
momentopname zegt niets over hoeveel
ervaring je in de afgelopen vijf jaar hebt
opgedaan. We willen deze toetsing op
basis van een momentopname daarom
omvormen naar een toetsing op basis
van het aantal gewerkte uren in de afge­
lopen vijf jaar. Bij de BIG-registraties is
deze manier van werken al gebruikelijk.
In het voorjaar lanceert de VGCt een
nieuwe website met als doel een toe­
gankelijker kennisnet en betere mogelijk­
heden voor samenwerking. Ook zijn we
bezig met een opfrissing van de huisstijl
die aansluit op de vormgeving van de
nieuwe website. Oplettende leden heb­
ben hier tijdens het najaarscongres in
2015 al iets van kunnen zien. Vanwege
het jubileum op 20 mei 2016, wordt het
najaarscongres extra feestelijk. We trakte­
ren instellingen op gratis workshops van
prominente gedragstherapeuten. Vanaf
die datum kun je je organisatie aanmel­
den voor een workshop. Houd voor deze
en alle andere activiteiten de nieuws­
kanalen van de VGCt goed in de gaten.
Officieel 50 jaar?
Praktijkboek persoonlijkheidsstoornissen
Cor Visser, psychotherapeut en
supervisor VGCt, las het praktijkboek
persoonlijkheidsstoornissen van
Adriaan Sprey, dat in 2015 verscheen.
A
driaan Sprey heeft na 13 jaar een vol­
ledig herziene druk van zijn boek
geschreven, gestimuleerd door de ver­
schijning van de langverwachte DSM-5.
Hij vindt dit dimensionele model een
grote ver­rijking voor de diagnostiek en
de geïndividualiseerde analyse en behan­
deling en hij maakt dat statement in dit
boek waar.
2016 is het jaar waarin de VGCt officieel 50 jaar
bestaat. Het begin van de vereniging is wat schimmig
en in de loop van de jaren zijn er door diverse verhui­
zingen wat stukken kwijtgeraakt. Volgens een des­
kundige die het bij een vorig jubileum heeft uitgezocht,
is de vereniging officieel opgericht op 20 mei 1966
omdat je vanaf die datum contributie kon betalen.
Het schijnt allemaal begonnen te zijn bij een bezoek
van Joseph Wolpe aan de Sint Willibrordusstichting in
Heiloo waar veel mensen op af kwamen. Jos Dijkhuis
heeft toen gezegd: ‘jullie moeten een vereniging oprichten’. Een aantal mensen van de UvA heeft die handschoen opgepakt. De rest is geschiedenis.
functieanalyse van de therapeutische
relatie opvallen. Stap zeven bestaat uit
het maken van een geïndividualiseerde
DSM-5-diagnose geïntegreerd in de
getoetste holistische theorie.
Er worden veel meetinstrumenten en
psychologische tests aangereikt, onder
meer voor het functioneren en de trek­
ken, zoals de PID 5, de Rosenberg zelf­
waarderingsschaal, empathiequotient en
de Relationship Questionaire. Voor de
interactiediagnose zijn er de CBS 360,
NIAS en de IMI-CS.
Nu blijkt ook de ABCT, onze Amerikaanse
zustervereniging, in 2016 50 jaar te bestaan. En zie, zij
hebben hetzelfde thema gekozen. Wij zeggen ‘CGt
springlevend’ en zij wijden het ABCT-congres eind oktober in New York aan het thema ‘honoring the past,
envisioning the future’.
Noteer vast in je agenda: donderdag 10 november in Veldhoven. Dan pakken we flink uit met
een feestelijk symposium en een groot feest.
Alle leden uitgenodigd! We hopen dan ook het
5000e lid te kunnen inschrijven.
Onderscheid
Deel A behandelt de classificatie,
diagnostiek, functieanalyse (FA) en bete­
kenisanalyse (BA) bij persoonlijkheids­
stoornissen. De belangrijkste theorieën
komen op een compacte, heldere wijze
aan bod, evenals het categorale DSM-5
en het dimensionele DSM-5* model.
Volgens het dimensionele model is er bij
een persoonlijkheidsstoornis sprake van
zowel tenminste matige beperkingen in
persoonlijkheidsfunctioneren, bijvoor­
beeld zelfsturing, en tenminste één
pathologische persoonlijkheidstrek,
antagonisme bijvoorbeeld.
De diagnostiek van functioneren en trek­
ken verloopt in zeven stappen waarin de
interactiediagnose, de zelfanalyse en
In de eveneens zeven fasen van het
gedragstherapeutische proces wordt
onderscheid gemaakt tussen een voorlo­
pige en een getoetste holistische theorie.
Deze laatste komt tot stand via verdie­
pend testen en het volgen van de zeven
stappen van de DSM-5-diagnostiek.
Nieuw en goed bruikbaar is de handlei­
ding voor het maken van de holistische
theorie waarbij het S-O-R-C-K-model het
uitgangspunt is. Het behandelplan wordt
voornamelijk op de FA gemaakt en veel
minder op de BA. Behandelinterventies
zijn gericht op het beïnvloeden van de
specifieke kerngevoelens, kerngedragin­
gen, kerncognities, de balans van vooren nadelen en de uitlokkende
gebeurtenissen.
Lees verder op pagina 5 >
Op 20 mei aanstaande openen we ons jubeljaar
met een feestelijke nieuwsbrief en een cadeau: een
gratis workshop over CGt door een top-lid van de vereniging, die je in jouw instelling of praktijk kunt laten
optreden. Je hoort er binnenkort meer over.
Hubert van der Kleij
directeur VGCt
3
ten geleide
Review
sectienieuws •
Studiedag sectie
angststoornissen
Op 27 mei organiseert de sectie angststoornis­
sen de studiedag Metacognitieve therapie bij
angststoornissen. Spreker is Colin van der
Heiden, een man van theorie en praktijk. Colin:
’De theorie, oftewel wetenschappelijk onder­
zoek, toont aan dat 60% van de patiënten met
een dwangstoornis opknapt met exposure met
responspreventie. 25% is symptoomvrij. Het
echte herstelpercentage kan lager liggen, want
in de onderzoeken is alleen gekeken naar
patiënten die de behandeling hebben afgerond,
terwijl ongeveer 30% van de patiënten een ERPbehandeling niet aangaat of er voortijdig mee
stopt. Er zijn aanwijzingen dat metacognitieve
therapie tot hogere herstelpercentages kan lei­
den.’ Metacognitieve therapie richt zich niet op
de inhoud van de dwanggedachten en dwang­
handelingen, maar op de opvattingen die
patiënten erover hebben, de betekenis die ze
eraan geven. Colin: ‘Deze metacognitieve
insteek, dus behandeling gericht op de gedach­
ten over de klachten, lijkt ook effectief bij
gegeneraliseerde angststoornissen en post­
traumatische stressstoornissen, zo laten eerste
onderzoeksresultaten zien. Tijdens de studie­
dag zal ik ook daar op ingaan.’ En er is aan­
dacht voor de praktijk: ‘Ik hoor nogal eens dat
het moeilijk gevonden wordt de meta­cognitieve
therapie goed uit te voeren. Daarom gaan we
ook praktisch oefenen. Want alleen dan kunnen
we er de patiënten echt mee helpen.’
Vrijdag 27 mei van 9.30 tot 17.00 uur, Zaal­
verhuur7, Utrecht. Meld je aan op vgct.nl
Huiselijk geweld
Uit de praktijk
In deze rubriek delen leden verhalen uit hun dagelijkse (behandel)praktijk.
Angeline Smeltink, Gz-psycholoog en psychotherapeut, gaf twee weken les
over CGt aan studenten in Kenia.
D
e cursus CGt die ik gaf, was een
onderdeel in een bachelor-opleiding
voor studenten medische psychologie
aan de universiteit van Eldoret, de derde
stad van Kenia. Een project dat in het
voorjaar van 2010 van start ging op initi­
atief van Ingrid Weijnen, directeur
behandelzaken U-center, en Rudolf
Ponds, klinisch neuropsycholoog, hoog­
leraar medische psychologie MUMC+
Maastricht. De opleiding medische psy­
chologie is deel van een groter project,
gericht op het verbeteren en humanise­
ren van geestelijke gezondheidszorg in
Kenia. Op 40 miljoen inwoners werken
ongeveer 25 psychiaters en 15 psycho­
logen en het niveau van de zorg voor
mensen met psychische aandoeningen is
schrikbarend. Er is subsidie verkregen
om psychologen op te leiden, met onder­
steuning van psychologiedocenten uit
4
Nederland. Inmiddels is het beroep
psycholoog erkend in Kenia en kunnen
studenten een beurs krijgen.
Veel oefenen
Ingrid en ik waren samen in Kenia, waar­
bij we afwisselend les gaven aan derdeen vierdejaars studenten. Ingrid over de
diagnostiek en cognitief gedragsthera­
peutische behandeling van verslavings­
problematiek, ik over CGt in het
algemeen. In de lessen is veel geoefend:
met het uitvragen van klachten en het
maken van casusconceptualisaties, ana­
lyses en specifieke interventies. Het
onderwijs in Kenia is vooral gericht op
kennisoverdracht en minder op vaardig­
heden. Het was mooi om te zien dat ze
tijdens het oefenen elkaar ontzettend
bekrachtigden en aanmoedigden.
De laatste les over huiselijk geweld, vond
ik bijzonder. Ik werk bij de Waag, een
forensisch psychiatrische polikliniek, en
vertelde hen wat ik tijdens mijn werk
zoal tegenkom, om hen vervolgens aan
het woord te laten over hun ervaringen
en ideeën. Opvallend was dat zij vonden
dat huiselijk geweld binnen de familie of
tussen partners moet worden opgelost.
Uit de discussie die we voerden, bleek
dat dat vaak niet mogelijk is. De familie
stuurt de vrouw namelijk terug naar de
man, van wie ze in de meeste gevallen
economisch afhankelijk is. En dat praten
onderling bleek ook niet zo te werken. Ik
gaf aan dat veel mannen in Nederland
niet zo goed zijn in praten (soms moet
je een beetje chargeren) en wat bleek: in
Kenia was dat ook het geval. Zo kon ik
een bruggetje maken naar de rationale
en de techniek van de time-out procedu­
re bij huiselijk geweld. Een stimulusresponsinterventie gericht op het voor­
komen van geweld.
De draaiboeken en ander scholingsmate­
riaal zijn overgedragen aan de Keniaanse
docenten. Zij gaan het onderwijs verzor­
gen. Nu wordt nagedacht over hoe hen
daarin te faciliteren. Het was een bijzon­
dere ervaring.’ •
Er moet nog veel gebeuren in Kenia.
Interesse? Mail naar angelinesmeltink@
gmail.com en [email protected]
Voorjaarsworkshop uitgelicht:
Problematisch middelengebruik
Naar schatting heeft zeker 50% van de cliënten met een psychische stoornis ook
een stoornis in het gebruik van een middel. De inhoud van de workshop over
problematisch middelengebruik, tijdens de voorjaarworkshops op 8 april, zou
dus een ‘gouwe ouwe’ moeten zijn voor iedere behandelaar in de GGz.
D
e praktijk leert dat voor veel behan­
delaars geldt dat in hun opleiding
nauwelijks aandacht is besteed aan mid­
delengebruik en verslaving. Wat een
‘gouwe ouwe’ zou moeten zijn, is vaak
een nieuw liedje. Workshopgevers Wenc­
ke de Wildt en Maarten Merkx stellen:
‘Problematisch middelengebruik en ver­
slavingsproblematiek horen, naast angsten depressieve stoornissen, tot de meest
prevalente psychische aandoeningen. Ze
behoren ook tot de aandoeningen waar­
over relatief veel misvattingen bestaan
bij professionals in de GGz. De proble­
matiek zou onbehandelbaar zijn, de
cliënt over het algemeen ongemotiveerd.
Middelen zouden worden gebruikt als
zelfmedicatie voor psychische klachten,
waardoor het gebruik vanzelf onder con­
trole komt als de depressie opklaart of
de persoonlijkheidsproblematiek behan­
deld is. Of er wordt juist verondersteld
dat altijd onmiddellijke verwijzing naar
de verslavingszorg nodig is.’
Getackeld
Misvattingen die getackeld worden tij­
dens deze workshop voor behandelaars
die níet werkzaam zijn in de specialisti­
> vervolg van pagina 3
Review praktijkboek persoonlijkheidsstoornissen
Bovendien wordt een therapieplan
opgesteld dat op de therapeutische
relatie is gericht en waarbij de interac­
tiediagnose goed van pas komt.
Deel B bevat twaalf hoofdstukken met
daarin voor iedere persoonlijkheids­
stoornis alle benodigde stappen voor
de cognitieve therapie, inclusief aan­
dacht voor de valkuilen in de therapeu­
tische relatie. Een en ander wordt
royaal gelardeerd met voorbeelden van
casuïstiek, testuitslagen en zelf­
analyses.
Een rijk boek, barstensvol bruikbare
informatie voor het behandelen van
complexe problematiek. Zeer bruikbaar
voor supervisie en leertherapie, vooral
ook door de analyse van het therapeu­
tengedrag, en een praktisch naslagwerk
voor de ervaren therapeut.
Kritische kanttekeningen gelden voor
het gebruik van het gedateerde
S-O-R-C-K-model en het twee factoren­
model bij de FA. Het zal voor de gene­
ratie therapeuten die opgeleid is met
Korrelboom en Hermans c.s. niet zo
gemakkelijk zijn om die moderne wij­
zen van het maken van analyses te ver­
talen naar Sprey.
sche verslavingszorg en wél in hun werk
te maken krijgen met problematisch
middelengebruik. Na een korte theoreti­
sche inleiding, wordt in deze workshop
vooral actief geoefend in de vorm van
rollenspel. Deelnemers kunnen eigen
casuïstiek en dilemma’s uit de behandel­
kamer inbrengen. Motiverende en cogni­
tief gedragstherapeutische technieken
worden gedemonstreerd aan de hand
van videofragmenten. •
Deze en nog veel meer interessante
voorjaarsworkshops volg je op 8 april in
Zwolle. Nog niet aangemeld? Het kan
nog op vgct.nl
‘Nauwelijks aandacht
voor middelengebruik
en verslaving.’
Praktijkboek persoonlijkheidsstoornissen
DSM-5, diagnostiek, cognitieve gedragstherapie en therapeutische relatie
Adriaan Sprey - 2e druk - Uitgeverij Bohn
Stafleu van Loghum
5
casus N=1
Elke cognitief gedragstherapeut in
opleiding doet verslag van een
(afgeronde) behandeling (N=1).
Deze keer lees je over de N=1 van
Iris van Oostrom. Zij is als klinisch
neuropsycholoog en senior
onderzoeker werkzaam op de
afdeling psychiatrie van het
Radboudumc in Nijmegen. Tevens
is zij coördinator van het team
klinische neuropsychologie.
6
Behandeling van angst en vermijding na CVA
Marijke is 60 jaar en heeft tweemaal
een herseninfarct, ofwel cerebrovasculair accident (CVA), doorgemaakt.
C
VA is een ernstige aandoening - bij
vrouwen is dit de tweede doodsoor­
zaak en bij mannen de vierde. Tevens
staat beroerte op de derde plaats in het
illustere rijtje van ziektes die de meeste
ziektelast veroorzaken. Veelvoorkomende
klachten na een CVA zijn vermoeidheid,
prikkelgevoeligheid en hoofdpijn – die
vaak voortkomen uit een verminderde
mentale belastbaarheid.
Vol hoofd
als belangrijkste interventies registratie­
opdrachten gegeven en werd met plan­
ningen het activiteitenpatroon
uitgebreid. Deze interventies zijn aange­
vuld met psycho-educatie over de gevol­
gen van hersenletsel en cognitieve
herstructurering ten aanzien van de dys­
functionele cognities. Met behulp van
exposureoefeningen leerde Marijke zich­
zelf bloot te stellen aan situaties die zij
uit angst vermeed. Op deze wijze is
gewerkt aan het tweede behandeldoel –
het vergroten van de autonomie.
De cognitieve, emotionele, sociale en
gedragsmatige gevolgen van de prikkel­
gevoeligheid van Marijke zijn in kaart
gebracht. Met ‘pacing activity’ – het
geleidelijk opbouwen en uitbreiden van
activiteiten – is gezocht naar een reële
balans waarbij rekening gehouden wordt
met de cognitieve beperkingen als
gevolg van het CVA. Dit ‘gevolgenmodel’
is een elegante methode om SOLK te
behandelen, vooral omdat de lastige dis­
cussie over de oorzaak van de klachten
niet gevoerd wordt – de gevolgen staan
immers centraal.
De eerste tien sessies stonden in het
teken van het eerste behandeldoel. De
geleidelijke opbouw van mentale en
fysieke activiteiten zijn aangevuld met
yoga en mindfulness-oefeningen en
Marijke ging vooruit. Na tien sessies kon
zij 45 minuten lopen en ruim een uur tv
kijken. Vanaf sessie elf werd gestart met
graduele exposure waardoor Marijke
leerde weer alleen te reizen, alleen thuis
te zijn en boodschappen te doen. Cogni­
tieve herstructurering hielp om de nei­
ging tot overbelasten en de angst voor
een nieuw CVA te begrijpen en te relati­
veren. Na 24 sessies is de behandeling
afgerond. Marijke vermijdt minder en
rapporteert minder somatische klachten.
Behandeldoelen
Voor het eerste doel – het anders leren
omgaan met prikkelgevoeligheid – zijn
7
Advies aan collega’s
Terugkijkend op de behandeling denkt
Iris van Oostrom dat vooral de gedrags­
matige interventies effectief zijn geweest.
Iris: ‘Psycho-educatie en cognitieve her­
structurering hielpen wel op de korte ter­
mijn, maar op de lange termijn kon de
informatie niet goed teruggehaald wor­
den.’ Het advies van Iris aan collega’s
die met soortgelijke casuïstiek in aanra­
‘Zo veel mogelijk het
systeem en andere
begeleiders te betrekken.’
king komen: ‘Probeer bij dit soort
behandelingen zo veel mogelijk het
systeem en andere begeleiders te betrek­
ken. Voorkom overvraging van de cogni­
tieve vaardigheden. Zet in eerste
instantie met name gedragsmatige inter­
venties in, gericht op een domein dat de
patiënt aan het hart gaat. Gebruik cogni­
tieve technieken vooral om de rest te
ondersteunen en maak gebruik van
flashcards. Het is een uitdaging om een
optimaal behandelresultaat te bereiken,
rekening houdend met het hersenletsel.’ • casus N=1
foto: Shutterstock
Ook Marijke rapporteerde problemen
met de prikkelverwerking. Bij sociale acti­
viteiten, maar ook wanneer zij naar
muziek luisterde of tv keek kreeg zij, in
haar eigen woorden, een ‘vol hoofd’. Dit
volle hoofd maakte Marijke bang – wel­
licht zijn het tekenen van een nieuw
CVA? Uit angst hiervoor is Marijke prik­
kels gaan vermijden en durfde zij niet
meer alleen thuis te zijn of ergens alleen
naartoe te gaan. Geleidelijk aan is Marij­
ke terecht gekomen in een dysfunctio­
neel patroon van afwisselend over- en
onderbelasten. Dit hield de klachten en
de daarmee gepaard gaande angstige
cognities in stand. Classificerend passen
bij de klachten van Marijke een ongedif­
ferentieerde somatoforme stoornis.
Marijke werd doorverwezen door de neu­
roloog en kwam in behandeling bij Iris
van Oostrom. Samen startten zij een
CGt-behandeling voor somatisch onver­
klaarbare lichamelijk klachten (SOLK)
met als voornaamste doelen anders
leren omgaan met de prikkelgevoelig­
heid en het vergroten van autonomie.
De partner en de thuisbegeleiding van
Marijke zijn actief bij de behandeling
betrokken.
sectienieuws •
Lezing 50+ aan het werk
LVB en oplossingsgerichte gedragstherapie
EenIn
therapie
januarivoor
was mensen
er bij de met
VGCteen
in Utrecht
licht ver­een
standelijke
lezing door
beperking,
schrijver
waarbij
Marc de
Schabracq
nadruk wordt
over
gelegd
50-plussers
op oplossingen
aan het in
werk.
plaats
Devan
sectie
problemen
bedrijfsge­
lijktrichte
beter gedragstherapie
te helpen dan reguliere
organiseerde
therapie.
de Dit
bijeen­
blijkt
komst
uit promotieonderzoek
naar aanleiding vanvan
hetGz-psycholoog
verschijnen van
Johnhet
Roeden
boek ‘50+
van de
aanUniversiteit
het werk’. van Maas­
tricht. Roeden is lid van de sectie OCGt en de
eerste
in de wereld
die hierop
is gepromoveerd.
Schabracq
constateert
dat medewerkers
van deze
In zijn
onderzoek
vergeleek
hij een
leeftijd
het maar
matig naar
hungroep
zin hebben op
cliënten
die werd
behandeld
met deze
oplossings­
hun werk
en dat
organisaties
groep effectie­
gerichte
therapie
met eenWaarom
andere gebeurt
groep diedat
een
ver kunnen
inzetten.
dan
reguliere
begeleiding
kreeg. de
Zesrelatie
wekentussen
na demede­
niet? Dat
komt doordat
startwerkers
van de van
behandeling
bleek
dat de cliëntenniet
50+ en hun
leidinggevenden
die geweldig
de oplossingsgerichte
therapie
hadden en slech­
is. Wederzijdse
stereotypering
gekregen
psychologisch
en sociaal
te communicatie
liggen
hieraanbeter
ten grondslag.
functioneerden.
LeesAls
eenmogelijke
uitgebreidoplossingen
interview methiervoor
John Roeden
op hij
noemde
het onder
Kennisnet
in het aanpakken
domein oplossingsgerichte
meer
van de stereotypering
GCt.en het aangaan van de dialoog tussen medewer­
ker en manager. Respect voor elkaar, open en
zonder vooroordelen
met elkaar
en je wer­
Oplossingsgerichte
interventies
bijpraten
trauma
kelijk verdiepen
elkaars
achtergronden
De sectie
OCGt gaatinop
9 oktober
op werkbe­zijn
Hij pleit
ervoor om Het
het gat
zoeksleutelwoorden.
bij de Opvoedpoli
in Amsterdam.
the­te
door ook ouderen
scholing bij
en training
ma dichten
is: Oplossingsgerichte
interventies
aan te
bieden,
door hen
koppelen
aan jongere
trauma.
Een
medewerker
vantede
Opvoedpoli
werknemers,
te Safety
detacheren
bij bijvoorbeeld een
bespreekt
Signs of
(oplossingsgerichte
klant of toeleverancier
zelf hun
anders
kinderbescherming).
Doorof
middel
vanfunctie
film- en
te laten inrichten.
kunnen beter
audiofragmenten
van Managers
Berg en O’Hanlon
wordtletten
op dehoe
samenstelling
van het team.
duidelijk
je oplossingsgericht
kunt Ouderen
werken
raadt hij aan
zich vooral
te presenteert
blijven ontwikkelen
bij trauma’s.
Fredrike
Bannink
haar
hun inzetbaarheid
te (Norton,
vergroten.2014). Zij
boekom
Posttraumatic
Success
geeft over dit onderwerp een workshop op het
najaarscongres.
Meer weten? Lees ‘50+ aan het werk’ door
Ga naar
verenigingsactiviteiten
voor alle
M. Schabracq
en R. Schabracq
van uitgeverij
informatie.
RTM / Human Factor Development.
Marija Maric
Ledenraadsleden aan het woord
Ledenraadslid Marija Maric viel
onlangs op doordat zij de Wim
Trijsburgprijs voor junior weten­
schappers kreeg van de NVP. Zij
ontving de prijs voor tien jaar relevant
onderzoek naar de effectiviteit van
psychotherapie in de klinische praktijk
voor kinderen, jongeren en hun
ouders.
I
n de ledenraad maakt zij zich sinds
begin 2014 sterk voor VGCt-leden in
dienst bij een universiteit. Zelf werkt ze
als universitair docent klinische ontwik­
kelingspsychologie bij de afdeling Ont­
wikkelingspsychologie aan de
Universiteit van Amsterdam. In haar
werk en in de communicatie met haar
achterban probeert ze zoveel mogelijk
gebruik te maken van persoonlijk
contact.
Het onderwerp waar Marija om bekend
staat, is de N=1-methodiek. Deze metho­
de volgt de voortgang van individuele
cliënten met metingen en gebruikt de
uitslag om zo nodig het behandel­traject
bij te stellen. Marija: ‘Toen ik lid werd
van de ledenraad was ik al bezig om
mijn ervaringen vanuit het klinische
onderzoek met de N=1-methode dichter
bij de VGCt-leden te brengen in de vorm
van workshops voor therapeuten. Omdat
8
ik zag dat de therapeuten enthousiast
waren over het gebruik van deze metho­
de in hun klinische werk, leek het me
ook belangrijk om het bestuur van de
VGCt te adviseren en op de hoogte te
brengen van waar leden behoefte aan
hebben. Dat vind ik ook leuk om te
doen.
Voor- én nadelen
Het is prettig om te merken dat punten
die ik een paar keer in de vergadering
heb ingebracht, ook terugkomen in de
beleidsstukken. Een mooi voorbeeld
hiervan is dat er nu veel meer nagedacht
wordt over de voordelen én de nadelen
van bestaande ROM-systemen voor
CGt-ers. Voor mijn gevoel hadden we
het, toen ik bij de ledenraad kwam,
alleen over de voordelen. En dat klopt
niet helemaal als je een goede afweging
wilt maken over wat het beste is voor
VGCt-leden en hoe zij de meeste zeker­
heid kunnen krijgen over de effectiviteit
van hun eigen therapieën.’
Kennis benutten
Marija vindt dat de aanwezige weten­
schappelijke kennis binnen de vereniging
nog niet optimaal benut wordt door de
VGCt: ‘Je kunt hier bijvoorbeeld aan wer­
ken door gezamenlijke bijeenkomsten
voor klinische onderzoekers en
Marija Maric
‘Wetenschappelijke
kennis nog niet
optimaal benut’
CGt-ers op congressen te organiseren,
waarbij recente wetenschappelijke inzich­
ten gerelateerd aan CGt aan bod komen.
Wij organiseren bijvoorbeeld een work­
shop over feedback-informed en
individueel toegesneden CGt voor angst­
stoornissen als onderdeel van de komen­
de voorjaarsworkshops. Daarnaast zie ik
ook voor me dat sommige, wellicht meer
onderzoek-gerelateerde thema’s, zoals
meten in het kader van CGt, een vaste
plaats krijgen binnen de opleiding.’ • Ballen in de polder
Dien je abstract in!
Cognitieve gedragstherapie bestaat 50
jaar in Nederland en is springlevend!
Dat vieren we met een extra groot en
feestelijk najaarscongres. Het congres
richt zich in 2016 op iedereen die met
CGt te maken heeft. Je kunt vanaf nu
tot 1 mei je abstract indienen.
D
e wetenschappelijk commissie van
het najaarscongres is op zoek naar
‘state of the art’ bijdragen die ons vak­
manschap vergroten. Wat zijn de nieuw­
ste inzichten en ontwikkelingen binnen
de CGt? Daarnaast nodigen wij je uit bij­
dragen aan te leveren over maatschappe­
lijke ontwikkelingen in cognitieve
gedragstherapie, waarbij opinie en debat
onderbouwd worden door wetenschap­
pelijke evidentie. Ook bijdragen die niet
direct aansluiten op het congresthema
zijn welkom.
Wij denken aan bijdragen over:
• Wetenschappelijk onderzoek en work­
shops over toepassingen van maat­
schappelijke ontwikkelingen in CGt.
• Vernieuwend wetenschappelijk onder­
zoek op het gebied van leerpsychologie
en cognitieve psychologie.
• Actieve workshops die de bevindingen
van dergelijk onderzoek incorporeren
in klassieke cognitief-gedragstherapeu­
tische procedures.
• W
etenschappelijk onderzoek en work­
shops over toepassingen van bestaan­
de kennis en klassieke procedures op
nieuwe klachten of in nieuwe doel­
groepen.
In symposia en lezingen kun je de resul­
taten van recent wetenschappelijk onder­
zoek presenteren, met aandacht voor de
betekenis van deze resultaten in de
praktijk. In actieve, praktijkgerichte
workshops kun je een werkwijze demon­
streren en oefenen met de deelnemers.
Innovaties in e-mental health
Technologische ontwikkelingen bieden
CGt veel mogelijkheden en dat laten we
graag zien tijdens de e-market. Bijdragen
gaan bijvoorbeeld over technologische
ontwikkelingen, zoals apps, gaming,
online hulpverlening, virtual reality,
e-mental health en CBM, die de CGt
mogelijkheden bieden. • Praktische informatie
Je abstracts voor symposia, workshops en
lezingen kun je tot 1 mei 2016 indienen. De
criteria voor abstracts en de richtlijnen voor de
bijdragen voor de e-market vind je op
vgctnajaarscongres.nl
Op zondagen sta ik langs de lijn bij de voetbaltraining van mijn zoontje. Tien vijfjarige jongetjes die achter de bal aan rennen, of langs de
kant hun snotneus laten afvegen. Ze beginnen net, maar worden
steeds beter. Vinden wij, langs de lijn.
Heel even moest ik daaraan denken toen ik het logo van
P3NL zag op de ‘Agenda GGz voor gepast gebruik en transparantie’. Voor wie het nog niet weet: P3NL is de federatie
van psychologen, psychotherapeuten en pedagogen waarin
de VGCt sinds bijna een jaar, actief participeert. Ook een
nieuw team dus. Verder gaat de vergelijking mank, al was het
maar vanwege de overwegend seniore leden van P3NL, zoals de
50-jarige VGCt.
Het gaat ook om meer dan een potje ballen. Zo presenteerde P3NL
eind november samen met negen andere partijen bovengenoemde
‘Agenda GGz’ aan Edith Schippers. De agenda beschrijft wat ‘de sector’ de komende jaren wil realiseren. Dat is niet niks, en veel moois.
Er zijn vier inhoudelijke uitgangspunten: de cliënt voert regie, inzetten
op kwaliteit en doelmatigheid, duurzame en herkenbare bekostiging,
en wetenschappelijk onderzoek. Daaruit volgt een agenda met tien
hoofdpunten: versterking van de positie van cliënten en naasten,
kwaliteitsstatuut, doorontwikkeling uitkomstmeting, bekostiging en
productstructuur, sturingsinformatie, preventie en vroege interventie,
zorgstandaarden, samenwerking met andere domeinen, structureel
wetenschappelijk onderzoeksprogramma, en weghalen en terug­
dringen administratieve lasten.
Sommige dossiers zijn een eind op streek, zoals het onderzoeksprogramma. Bij andere is het de vraag wat het gaat opleveren, zoals het
kwaliteitsstatuut. Ook in de GGz is het immers polderen: balanceren
op het omgekeerd evenredig verband tussen slagkracht en draagvlak.
Hoe het ook zij, waar de VGCt tot voor kort langs de lijn moest toe­
kijken, spelen we sinds de oprichting van P3NL mee. En dat is winst.
Reageren? Mail: [email protected]
9
9
van de voorzitter
Symposia, workshops en lezingen najaarscongres
Nieuw bij de VGCt
De VGCt heeft een nieuw bestuurslid voor de portefeuille kennis, wetenschap en
ROM. Begin februari stemde de ledenraad in met de benoeming van Kim de Jong.
K
im is universitair docent klinische
psychologie aan de universiteit van
Leiden en als basispsycholoog werkzaam
bij een kleine groepspraktijk in Amster­
dam. Zij is momenteel cognitief gedrags­
therapeut in opleiding. Eerder volgde ze
opleidingen in cognitieve gedragsthera­
pie aan de University of Pennsylvania en
bij het Beck Institute in Philadelphia.
oogstfotografie.nl
ROM-expert
Wetenschap in de praktijk
Ze is één van de experts in Nederland op
het gebied van routine outcome monito­
ring (ROM) en maakt zich sterk voor
implementatie van ROM in de behande­
ling. Kim: ‘ROM is niet alleen maar han­
dig voor de verzekering, maar is
behulpzaam in de therapie. Het helpt
patiënten om de voortgang van de
behandeling te zien en juist die inhoude­
lijke gegevens kun je in de therapie goed
gebruiken. Ook weten we uit onderzoek
dat er een kwetsbare groep patiënten is
die we nog niet zo goed helpen. 5 - 10%
verslechtert na de behandeling, 30 - 50%
boekt niet voldoende vooruitgang. Thera­
peuten zijn zelf niet zo goed in het
vroegtijdig signaleren van stagnerende
behandelingen. Door te monitoren
kunnen we sneller bijsturen, waardoor
betere uitkomsten behaald worden.’
Gegevens die je met ROM verzamelt zijn
ook zeer bruikbaar als strategisch instru­
ment. Kim: ‘Je laat ermee zien dat wat
wij als CGt-ers doen ook echt werkt. Dus
niet alleen op basis van klinisch onder­
zoek, maar ook in de praktijk. Je staat
hiermee sterker naar ministers bijvoor­
beeld.’
Op het gebied van kennis en wetenschap
streeft ze ernaar om wetenschappelijke
informatie beter in te zetten in de behan­
delpraktijk. ‘Ik weet dat behandelaren
weinig tijd hebben om wetenschappelijke
informatie te volgen. Ik wil graag uitvin­
den waar op dat vlak winst te halen is
Kim de Jong
10
voor de leden van de VGCt en hoe de
wetenschappers die lid zijn van de ver­
eniging hier meer in kunnen betekenen.
Lezen over wetenschap betekent niet dat
je het ook direct kunt toepassen in de
behandeling. Hier is een extra stap nodig
waar de VGCt een rol in zou kunnen
spelen.’ •
Vacature commissie
voorjaarsworkshops
D
e commissie voorjaarsworkshops zorgt elk jaar voor
een uitdagend thema en programma. Door vertrek
van een commissielid is er plek voor een enthousiaste
nieuwe deelnemer.
De werkzaamheden:
• vaststellen van het thema
• uitzetten van een call for papers
• benaderen van potentiële workshopgevers
• beoordelen van de ingediende abstracts
• samenstellen van het definitieve programma
Geïnteresseerd? Kijk op het ledennet bij de vacatures voor
kaderleden voor meer informatie.
Overdracht N=1-archief
opleidingsnieuws •
Onderwijsevaluatie
In de vorige nieuwsbrief kon je lezen dat alle leden die in 2014 en 2015 zijn
geregistreerd als cognitief gedragstherapeut in december een enquête hebben
ontvangen met vragen over hun opleiding. De resultaten van deze pilot worden
momenteel verwerkt, maar hier alvast een tipje van de sluier.
D
e respondenten zijn zeer tevreden
over de aansluiting van de opleiding
met de praktijk. Zij gebruiken onder
meer de volgende woorden om de oplei­
ding tot cognitief gedragstherapeut te
typeren: verdiepend, deskundigheid
bevorderend, evidence based, leerzaam
en gedegen. Supervisie wordt gezien als
het opleidingsonderdeel met de grootste
meerwaarde voor de ontwikkeling tot
CGt-er. Een punt van kritiek was dat de
kwaliteit van de diverse supervisoren
soms nogal verschillend was.
Kijk op het ledennet bij super­
visoren/toolkit-overzicht
Binnenkort vind je alle resultaten op
vgct.nl.
Toolkit voor
supervisoren
E
ind januari droeg Peter Bouwman,
medewerker van het opleidingssecre­
tariaat, het digitale N=1-archief over aan
Ingrid van der Bij, medewerker van het
Archief en Documentatiecentrum Neder­
landse Gedragswetenschappen (ADNG).
Dit gebeurde onder toeziend oog van de
voorzitter.
Het ADNG beheert duizenden N=1-ver­
slagen die in de loop der jaren bij de
N=1
Ben je supervisor of net supervisor
geworden? Kijk dan eens op het
kennisnet. Daar staat een complete
toolkit voor supervisoren. Hierin
vind je alle informatie die voor jou
van belang is: van samenvattingen
uit de reglementen en achtergrond­
informatie over activiteiten en
commissies tot een verwijzing naar
hoe je jezelf bekend maakt als
supervisor.
De respons was 40% van de nieuwe
CGt-ers in 2015 en 28% van de groep in
2014. Hoewel de respons statistisch
gezien niet significant is, is deze wel
geschikt om conclusies uit te trekken.
De numerieke resultaten gebruiken we
om sterke en zwakke punten in de oplei­
ding te signaleren. De nuance daarbij
zoeken we in antwoorden op de open
vragen. Aan de hand van deze pilot
kunnen we de vragenlijst verder aan­
scherpen, zodat de vragen nog beter
aansluiten op de mogelijkheden voor
verbetering in de opleiding. Alle nieuw
geregistreerde cognitief gedragsthera­
peuten bij de VGCt krijgen in de toe­
komst standaard de evaluatie
toegestuurd. •
VGCt ter beoordeling zijn ingediend. De
verslagen zijn voor de overdracht gron­
dig geanonimiseerd en zullen gebruikt
worden voor wetenschappelijk onder­
zoek.
In de loop van dit jaar kunnen leden en
onderzoekers hiervoor aanvragen indie­
nen bij de VGCt. Een speciale commissie
zal deze aanvragen beoordelen op
validiteit. •
‘Verdiepend, deskundigheid bevorderend,
evidence based, leerzaam en gedegen.’
11
Werkbezoek PI Vught
Colofon
Deze nieuwsbrief is een uitgave van
de Vereniging voor Gedragstherapie
en Cognitieve Therapie en verschijnt
vier keer per jaar.
Overname en vermenigvuldiging van
artikelen is niet toegestaan zonder
voorafgaande schriftelijke
toestemming van de VGCt.
T 030 254 30 54
E [email protected]
W vgct.nl
A
ltijd al willen weten wat er in een peni­
tentiaire inrichting met SFT gebeurt?
Geef je op voor het werkbezoek van de
sectie forensische CCt op 21 april.
PI Vught zal dan een kijkje in de keuken
geven. Leer meer over schemagerichte
therapie in een forensisch kader, over
terugvalpreventie en over doelen bij ver­
schillende ziektebeelden. Ook niet-sectie­
leden zijn van harte welkom.
Donderdag 21 april, 13.15 - 17.30 uur,
PI Vught. Kijk voor meer informatie op
vgct.nl
LinkedIn: VGCt
Facebook: VGCt
Twitter: @VGCtwit
YouTube: VGCtube
CGW-congres 18 maart
Aanmelden kan nog!
B
urnout, hoarding, mindfulness, slapeloosheid, eet­
problemen, negatief zelfbeeld, de temstem-app.
Onderwerpen waarover CGW-ers op 18 maart hun
kennis en vaardigheden verbreden.
Deelnemers uit 2015 zeiden over het congres: ‘Het was
vooral praktisch en dat is ook mijn manier van werken,
dus super!’ en ‘die inspirerende workshops en sprekers
zetten je weer even aan het denken’. Ook dit jaar ligt de
nadruk weer op inspiratie en toepasbaarheid in de prak­
tijk. Je hebt nog twee weken om je aan te melden. Doe
het snel, want een aantal workshops is bijna vol!
Kijk op vgct.nl voor meer informatie
W
Deadlines diginieuws
14 maart, 4 april, 25 april, 19 mei
k
Deadline volgende nieuwsbrief
25 april
Agenda 2016 Beter worden in je va
Redactie: Mariëtte Lammers
Vrijdag 18 maart 2016
CGW-congres: Springlevend
Aan dit nummer werkten mee:
Peter Bouwman, Arnold van Emmerik,
Anja Greeven, Rianne Groen, Lena ter
Haar, Kim de Jong, Hubert van der
Kleij, Annemiek de Kock, Hanneke van
der Lende, Marija Maric, Iris van
Oostrom, Cor Visser, Angeline
Smeltink.
Geef je mening
via digipanel
Vrijdag 8 april 2016
Voorjaarsworkshops
Donderdag 21 april 2016
Werkbezoek PI Vught sectie
forensische CGt
12
Vrijdag 27 mei 2016
Metacognitieve therapie bij
angststoornissen
Maandag 27 juni 2016
Het begeleiden van het schrijven
van een N=1
il jij graag je mening geven over
de informatievoorziening en
dienstverlening van de VGCt aan de
leden? Meld je dan aan voor het digi­
panel. Je krijgt vier keer per jaar een
digitale enquête toegestuurd met vragen
over uiteenlopende onderwerpen. Bij­
voorbeeld over de inhoud van de VGCt
nieuwsbrief, de website of de actualise­
ring van de opleiding. Bij elke enquête
die je invult, krijg je een digitale kortings­
code van € 5,– die je kunt besteden bij
Bol.com.
Interesse? Meld je aan via commu­­ni­
[email protected] of bel 030 236 15 61 voor
meer informatie.