Opinie&Debat - Levenseindekliniek

Download Report

Transcript Opinie&Debat - Levenseindekliniek

DE VOLKSKRANT
VRIJDAG 26 FEBRUARI 2016
‘Commissie-Schnabel dwingt
mensen bij ‘voltooid leven’
buiten de wet te treden’
Opinie&Debat
p21
Commentaar
Hannie
column in heerenveen
Terug in Libië
Gerrit Goudriaan over de ‘huppakee-weg-euthanasie’ van zijn vrouw.
Westerse landen kunnen weinig anders dan pogen IS
in Libië in te dammen. Aan valkuilen geen gebrek.
‘H
annie en ik
waren duidelijk over euthanasie.
Lang voordat
die dementie
begon, spraken we erover.
Je hoort van elkaar te weten wat je
wensen zijn. Al tijdens haar opleiding verpleegkunde zag ze wat dementie doet met mensen. Ze was
18. Dat is vijftig jaar geleden. Haar
oma werd dement en overleed op
een vreselijke manier. Oma was
haar grote voorbeeld, dat was een
dáme, zo zei Hannie dat. Hannie
wilde ook een dame wezen. Ze wist
precies wanneer ze weg wilde.’
Gerrit Goudriaan zit op de bank
waar zijn vrouw overleed, een jaar
geleden. Haar sterven is gefilmd
en vormt het slotstuk van de documentaire Levenseindekliniek. Nog
voor de uitzending wordt Hannies
dood publiek bezit. ‘Huppakee,
weg’, zegt ze steeds, en de mensen
om haar heen zeggen het na. Felle,
geschokte reacties: dit is een ‘executie’, dit is, zegt een hoogleraar,
‘moord’.
Gerrit is 71. Zegt: ‘Als een hoogleraar zulke straattaal uitslaat over
mijn vrouw, wat geeft hij dan voor
voorbeeld?’ Maar spijt heeft hij
niet: ‘Nee. Nee. Nee.’ Niet over de cameraploeg, niet over de euthanasie. ‘Hannie en ik waren altijd
samen, sterk en eigengereid. Als
baby kreeg ik polio, ben vaak uitgescholden voor mankepoot. Dan
weet je dat kritiek ook krachtiger
maakt.’
We praten lang, hij schiet vier
keer vol. ‘Ik mis haar.’ Met de film is
niets mis, zegt hij, maar ‘die laat
niet alles zien’. ‘Haar wens was zó
intens. Dat kun je niet filmen. Dat
is iets van jaren. Hannie wist dondersgoed wat ze wilde, en dat het
ging gebeuren.’
Ze komen uit Krimpen aan de
Lek. Leren elkaar kennen op een
dansavond, trouwen in december
1968. Gerrit werkt als administrateur in Rotterdam; in 2001 krijgt
hij een hartaanval en verhuizen ze
naar Friesland, helemaal tegen de
Waddendijk in Oudebildtzijl.
Hannie gaat er bij de plattelandsvrouwen, Gerrit is penningmeester van de voetbalclub. ‘Dat
waren onze mooiste jaren. We zagen dat huis en zeiden: doen we.
We waren heel goed in het nemen
van beslissingen. Geen van tweeën
wilden we kinderen; dat spraken
we af.’
In 2010 wordt Hannie ziek. In
2011 maakt ze de wilsverklaring
voor euthanasie in orde en verhuizen ze naar Heerenveen, dichter bij
de voorzieningen. Het eerste wat
Hannie daar elke ochtend doet, is
muziek opzetten: Elvis, André Rieu.
‘Dan stond ze zo te dansen met die
lach op haar gezicht. Maar die ver-
Gerrit Goudriaan: ‘De film laat
niet alles zien.’
‘Ze wist precies wanneer ze weg
wilde.’
‘Hannie en ik waren altijd samen,
sterk en eigengereid.’
‘Veel mensen
weten niet wat
euthanasie is. Dat
wilden we laten
zien. Zo gaat het’
dween. Ze was almaar bezig met
dingen herkennen en begrijpen –
wat is dat? Wie is dat? Ze was enkel
spanning. Ik nam het koken over,
en kwaad dat ze was! Ze deed een
hele bus zout in het eten. Bloem in
plaats van boter in de pan.
‘Het is vanzelfsprekend om voor
je vrouw te zorgen. Het was niet
zwaar, je groeit erin. Het ging best
goed. Maar dan kom je op een
punt... Elke dag zei ze: ik wil weg.
Ze belde aan bij de buurvrouw om
te vragen of ze iemand wist die het
kon doen.’
In de film vertelt Gerrit dat een
verzorgingshuis niets is voor Hannie – hij zal haar nooit opzoeken.
Dat is ongemakkelijk: wil hij van
zijn vrouw af? ‘Wat ik daar zeg, is
zes jaar frustratie. Ik was toen zó
boos op die ziekte. En dan zeg je
dat. Natúúrlijk zou ik haar opzoeken. Elke dag.’
In de film gaan Gerrit en Hannie
naar een schaatswedstrijd. Hannie
rijdt naar Thialf; Gerrit heeft geen
rijbewijs. Ze danst op de klanken
van een dweilorkest. Een dag later
krijgt ze de dodelijke injectie. ‘Ja,
dat komt vreemd over’, zegt Gerrit.
‘Maar dat is dementie. Alles wat je
weet, zit in laatjes in je hoofd.
Steeds gaat er een laatje dicht. Het
laatje autorijden bleef bij Hannie
altijd open.’
Het woord ‘huppakee’ – daar zit
hij mee. Het was er ineens, zegt hij.
Vijf, zes weken voor haar dood. ‘Ze
wilde ‘weg’, dat woord gebruikte
ze altijd. Het vreemde is dat we zelf
ook ‘huppakee’ gingen zeggen – de
arts, haar beste vriendin. We wisten allemaal wat het betekende.
Maar leg dat maar eens uit, op
film.’ Wist Hannie dat haar sterven
werd gefilmd? ‘Ik heb de heilige
overtuiging dat ze de camera de
deur uit had gezet als ze het er niet
mee eens was geweest.’ Waarom
liet hij die camera toe? ‘Veel mensen weten niet wat euthanasie is.
Dat wilden we laten zien. Dit is het.
Zo gaat het. Ik vind dat wij meer
over ons eigen leven mogen beschikken. We zijn hier voor ons
plezier, niet om te lijden. We zijn
mondiger geworden in alles, en op
dit gebied mogen we dat niet zijn?
Hannie was trots geweest. Het
beroerde is, dat juist de tegenstanders in de film een podium vonden.’
Toine Heijmans
[email protected]
V
ijf jaar na de val van de Libische dictator Muammar
Kadhafi begint Libië meer en meer een trekpleister
te worden voor strijders van de terreurgroep Islamitische Staat (IS). Naarmate IS in Syrië onder grotere
druk komt te staan, trekken steeds meer IS-aanhangers naar
Libië om ook daar een kalifaat te stichten.
Dankzij de politieke en militaire chaos in Libië heeft IS
zich in het hart van het land weten te nestelen, een gebied
langs de kust met als centrum de stad Sirte. Die stad is inmiddels het toneel van de gebruikelijke onthoofdingen en
wrede lijfstraffen waarmee de IS-strijders hun bewind op de
been houden.
Om te voorkomen dat heel Libië ten prooi valt aan de terreurgroep zijn Frankrijk en de Verenigde Staten militaire
operaties begonnen om de opmars van de IS-strijders te stuiten. Amerikaanse gevechtstoestellen bombardeerden vorige
week een kamp van IS bij de stad Sabratah, terwijl Franse
Strijd moet beperkt
blijven tot IS
commando’s het Libische leger en troepen van generaal Khalifa Hifter helpen de jihadisten terug te dringen in het oosten van het land. Ook Britse special forces zouden inmiddels
in Libië actief zijn.
Aanvankelijk aarzelden de westerse landen om in te grijpen in Libië zonder een mandaat van de Libische regering.
Maar Libië telt twee rivaliserende regeringen, de internationaal erkende regering in Tobruk en een regering in Tripoli,
bestaande uit islamisten en militieleden uit Misrata. De VN
doen al maanden verwoede pogingen de twee bijeen te
brengen, maar tot nog toe zijn die steeds stukgelopen.
Dus zit er voor de westerse landen weinig anders op dan te
proberen IS in te dammen om te voorkomen dat de terreurgroep ook landen als Tunesië en Algerije in haar greep krijgt,
met als gevolg nog meer ontwrichting en nieuwe stromen
vluchtelingen. Maar het ingrijpen brengt ook risico’s met
zich mee. Deze week waarschuwden de VN dat alle partijen
in Libië zich schuldig maken aan wreedheden en buitenrechtelijke executies. Geen frisse bondgenoten dus.
Een ander gevaar is dat de westerse landen zich in de strijd
tussen de rivaliserende milities laten meezuigen. Het is een
illusie te denken dat het Westen met militaire middelen
vrede kan brengen in Libië. De strijd moet beperkt blijven tot
Islamitische Staat.
Bert Lanting
Goud
Zelfs van de romantiek
van de goudstaven bij De
Nederlandsche Bank blijft
weinig meer over. Weg zijn
voortaan de loeiende sirenes waarmee vanuit de
bankkluis het goud
van en naar het Amsterdamse centrum
wordt gereden. Nooit
meer hoef je als bezoeker
door drie hermetisch afgesloten sluisdeuren om
oude bankbiljetten of
muntjes in te leveren aan
het Frederiksplein. Laat
staan dat je kan vertellen
over de grachten rond de
centrale bank, vanwaar
het water de kluizen in
kan spoelen mochten dieven zich onder de grond
een weg gebaand hebben
naar de 15 duizend
goudbroodjes.
Maar er komt nieuwe
romantiek voor terug. Nederland krijgt
zijn eigen Fort Knox, een
geldpakhuis à la Dagobert
Duck. Laat voortaan ergens in de polder van Flevoland of in de oude mijnen van Limburg voortaan
ons goud verborgen zijn.
Xander van Uffelen
19