Orde van dienst - Emmauskerk Middelharnis

Download Report

Transcript Orde van dienst - Emmauskerk Middelharnis

Paaswakedienst
Viering van licht en leven
van bevrijding en toekomst
Doopgedachtenis
‘Gij die ons draagt’
Exoduskerk
Zaterdag 26 maart, 21.30 uur
Voorganger: ds. René Silvis
Lector: Renée Schoenmaker
Organist: Piet Westhoeve
M.m.v. Cantorij Exoduskerk o.l.v. Flip Markwat
Wij gedenken dat de opstanding van Christus in de nacht heeft plaatsgevonden. ’s Morgens, bij het opkomen van
het licht vinden vrouwen het graf leeg. Wij mogen als gemeente van Christus, het feest van zijn opstanding vieren.
Wij die met Hem verbonden zijn tot een nieuw leven dat ons in de Heilige Doop is geschonken en dat in lezing,
lofzang en gebed bevestigd en gevierd wordt.
De lichten zijn gedoofd. Het is stil.
zachtjes wordt ingezet met lied 256 – Blijf met uw genade bij ons
eerst cantorij, daarna allen
dan wordt het weer stil
Licht dat ons draagt
LOF VAN HET LICHT
intocht: de kerkenraad komt binnen met de brandende Paaskaars die door een diaken wordt
binnengedragen
allen gaan staan
achter en midden en voor in de kerk blijven we met de kaars staan en zingen:
lied: 593 – Licht van Christus
voor in de kerk wordt gebeden:
v
Christus, gisteren en heden,
begin en einde, Alfa en Omega,
hem behoren tijd en eeuwigheid,
de heerlijkheid en het koninkrijk,
door alle eeuwen.
a
Amen.
lied 139d – Heel het duister is vol van luister
jongeren geven het licht door aan de gemeente; de Paaskaars wordt op de kandelaar geplaatst
Paasjubel
v
U allen hier tegenwoordig
om uw stem te verheffen
en de opstanding te vieren
Verheft uw harten
a
Het is goed, levende God
U met hart en ziel
toe te zingen en te zegenen
v
Want de dood ging voorbij
aan de deur van uw volk.
Zo was het in deze nacht
toen u Israël bevrijdde
en hen op het droge door de zee geleidde
de nacht waarin u als een vuurkolom
het donker hebt verdreven
a
Dit is de nacht
waarin als eerste de Mensenzoon
de banden van de dood heeft losgemaakt
en de machteloosheid is doorbroken.
v
Het leven had geen zin
als wij niet konden hopen
op een omgekeerde wereld
als niet het licht van uw aanschijn
over ons was opgegaan
a
Daarom zegenen wij U, Lichtende.
v
Laat dan het licht
dat Gij in ons midden hebt ontstoken,
laat deze kaars,
teken waaraan wij ons koesteren,
niet verkwijnen in ons midden
wijs ons de weg in het licht van Pasen
a
Maak zo ook ons tot licht
te midden van zoveel duister in deze wereldtijd
door Hem, Jezus Messias
die is opgegaan als de morgenster.
lied: 339g – Woorden van leven
eerste keer cantorij, daarna allen
alle lichten gaan aan
we gaan zitten en doven onze kaarsen
cantorij: Amazing Grace
Schrift die ons draagt
VERHALEN VAN BEVRIJDING EN TOEKOMST
inleiding
lied: 107 – Gods goedheid houdt ons staande: 1, 3, 9 en 10
1 Gods goedheid houd ons staande
zolang de wereld staat!
Houd dan de lofzang gaande
voor God die leven laat.
Al wie door Hem bevrijd
uit ongastvrije streken,
naar huis wordt heengeleid,
zal van zijn liefde spreken.
3 Zij moeten God aanbidden,
rondom zijn altaar staan,
omdat Hij in hun midden
zijn wonder heeft gedaan:
maaltijd en lafenis
meer dan zij durfden dromen;
de last van hun gemis
heeft Hij hun afgenomen.
9 Waarom sluit gij uw ogen?
Zijn licht ontsteekt het licht,
zijn geest komt aangevlogen,
verhef uw aangezicht!
Dank dan de Heer als gij
de doodsnacht zijt ontvloden de schemer gaat voorbij,
de morgen is ontboden.
10 Laat ons nu voor de Here
zijn goedertierenheid
toezingen en vereren
de God die ons bevrijdt.
Want wie zijn hulp verlangt,
Hem aanroept in gebeden,
verlost Hij uit de angst
en leidt Hij tot de vrede.
vraag en antwoord
k
Waarom is deze nacht anders dan andere nachten?
Want elke nacht slapen wij
en nu zijn we samen en geven wij licht door aan elkaar.
o
Dit is de nacht waarin wij gedenken
hoe God – zijn naam zij geprezen –
ons telkens heeft willen bevrijden
uit het duister van dood en doem.
Dit is de nacht waarin wij gedenken
hoe God het licht uitriep over de woeste wildernis
en de aarde tevoorschijn riep
als woonland voor mensen.
lezing naar Genesis 1 – Avond en morgen
In het begin schiep God hemel en aarde, maar de aarde lag er bar en boos bij: duisternis bedekte een
bodemloze diepte, maar godsadem zweefde over het water …
En God zei: ‘er kome licht!’, en er kwám licht. God zag dat het licht goed was, dus scheidde God het licht
van het duister. God benoemde het licht tot dag en God benoemde het duister tot nacht.
Zo werd het avond en morgen, de eerste dag.
En God zei –
Zo werden geschapen hemel en aarde.
Voleindigd werden hemel en aarde, met heel hun huishouding. Op de zevende dag had God zijn werk,
dat hij maakt, voleindigd. En Hij vierde op de zevende dag al zijn werk dat Hij gemaakt had. God
zegende de zevende dag en heiligde haar, want daarop vierde hij al zijn werk dat God, al makende,
schiep.
En God zei –
Zo werden hemel en aarde geboren. Zo werden wij geschapen. Zo werd het avond en morgen, deze
dag.
Zo werd het avond en morgen, deze dag.
lied: 318 – Het woord brengt de waarheid teweeg
cantorij 1, allen 2, 3 en 4
2 Het Woord dat de wereld schiep
is het Woord dat klonk door de eeuwen,
is het Woord dat Abraham riep
en Daniël tussen de leeuwen.
3 Het Woord dat God was bij God,
tussen mensen een mens werd op aarde,
dat in het armzaligste lot
zijn heerlijkheid openbaarde.
4 Het onvergelijkelijk Woord
met een hemelse hand geschreven
wordt in onze harten gehoord:
onze weg, onze waarheid, ons leven.
vraag en antwoord
k
Waarom is deze nacht anders dan andere nachten?
Want elke nacht slapen wij
en nu zijn wij samen om te waken.
o
Dit is de nacht waarin wij gedenken
hoe God zijn volk heeft bevrijd
en uitgeleid uit slavernij en angstland.
lezing: uit Exodus 14,10-18
10 Toen de Israëlieten de farao zagen naderen, met al zijn paarden, wagens en ruiters en al zijn
voetvolk, werden ze doodsbang en riepen ze de HEER luidkeels om hulp.
11 Ze zeiden tegen Mozes: ‘Waren er soms in Egypte geen graven, dat u ons hebt meegenomen om in
de woestijn te sterven? Hoe kon u ons dit aandoen! Waarom hebt u ons uit Egypte weggehaald? 12
Hebben we niet al in Egypte gezegd: “Laat ons toch met rust, laat ons maar als slaven voor de
Egyptenaren werken, want dat is altijd nog beter dan om te komen in de woestijn”?’ 13 Maar Mozes
antwoordde het volk: ‘Wees niet bang, wacht rustig af. Dan zult u zien hoe de HEER vandaag voor u de
overwinning behaalt. De Egyptenaren die u daar nu ziet, zult u hierna nooit meer terugzien. 14 De HEER
zal voor u strijden, u hoeft zelf niets te doen.’
15 De HEER zei tegen Mozes: ‘Waarom roep je mij te hulp? Zeg tegen de Israëlieten dat ze verder
trekken. 16 Jij moet je staf geheven houden boven de zee en zo het water splijten, zodat de Israëlieten
dwars door de zee kunnen gaan, over droog land. 17 Ik zal de Egyptenaren onverzettelijk maken zodat
ze hen achterna gaan, en dan zal ik mijn majesteit tonen door de farao en zijn hele leger, zijn wagens en
zijn ruiters, ten val te brengen. 18 De Egyptenaren zullen beseffen dat ik de HEER ben, als ik in mijn
majesteit de farao, met al zijn wagens en ruiters, ten val heb gebracht.’
lied: 169 – De koning van Egypteland
2 Hun ruiters zaten hoog te paard,
hun wagens reden snel.
Maar hoger nog verheven is
die streed voor Israël.
Refrein
3 De aarde dreunde van geweld,
de lucht zag zwart van stof.
Maar met ons was de sterkste held.
Zing, Israël, zijn lof.
Refrein
4 Zijn adem baande ons een pad.
de wind werd bondgenoot.
De vijand echter vond zijn graf
in 't water van de dood.
Refrein
5 Voor altijd worden man en paard
verzwegen in de vloed.
Maar rondom is de naam vermaard
van Hem die wonderen doet.
Refrein
6 Loof nu de Heer met snarenspel
en hef de tamboerijn,
want Hij verloste Israël.
Geprezen moet Hij zijn.
Refrein
vraag en antwoord
k
Waarom is deze nacht anders dan andere nachten?
o
Dit is de nacht waarin wij gedenken
hoe God in ballingschap mensen zo begeestert
dat zij weer dromen van vrede.
lezing: Jesaja 54,4-14
4 Wees niet bang: je zult niet worden beschaamd;
wees niet bedrukt: je zult niet worden vernederd.
Je zult de schande van je jeugd vergeten,
je de smaad van je weduwschap niet meer herinneren.
5 Want je maker neemt je tot vrouw,
HEER van de hemelse machten is zijn naam.
De Heilige van Israël zal je bevrijder zijn,
men noemt hem God van de hele aarde.
6 Je was een verlaten, wanhopige vrouw
toen de HEER je terugriep.
Kan iemand de vrouw van zijn jeugd verstoten? –zegt je God.
7 Ik heb je slechts een ogenblik verlaten,
maar met open armen zal ik je weer ontvangen.
8 Ik verborg mijn gezicht voor je
in laaiende toorn, één ogenblik lang,
maar ik zal me weer over je ontfermen
met eeuwigdurende liefde,
zegt de HEER, die je vrijkoopt.
9 Dit is voor mij als bij de vloed van Noach:
zoals ik heb gezworen dat het water van Noach
nooit meer de aarde zou overspoelen,
zo zweer ik dat mijn toorn jou niet meer treft
en dat ik je nooit meer bedreig.
10 Al zouden de bergen wijken
en de heuvels wankelen,
mijn liefde zal nooit meer van jou wijken
en mijn vredesverbond is onwankelbaar–
zegt de HEER, die zich over je ontfermt.
11 Ongelukkige, zo opgejaagd en ongetroost.
Met fijne leem zal ik je stenen inleggen,
op saffier zal ik je grondvesten.
12 Ik maak je torens van robijn,
je poorten van beril,
je muren van kostbare edelstenen.
13 Al je kinderen worden onderricht door de HEER,
rust en vrede zal hun ten deel vallen;
14 gerechtigheid zal je fundament zijn.
Je zult niets meer te vrezen hebben:
onderdrukking zal je niet bereiken,
voor terreur blijf je gevrijwaard.
15 Word je toch aangevallen, het komt niet van mij.
Valt iemand je aan? Het wordt zijn eigen val.
lied: 16b – Behoed mij, o Heer
vraag en antwoord
k
Waarom is deze nacht anders dan andere nachten?
o
Dit is de nacht waarin wij gedenken
welke weg Jezus ging voor ons uit
en hoe hij ons voorbeeld werd om in geloof vol te houden
door duister en verdrukking heen.
lezing: Hebreeën 12,1-3
1 Nu wij door zo’n menigte geloofsgetuigen omringd zijn, moeten ook wij de last van de zonde, waarin
we steeds weer verstrikt raken, van ons afwerpen en vastberaden de wedstrijd lopen die voor ons ligt. 2
Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof: denkend
aan de vreugde die voor hem in het verschiet lag, liet hij zich niet afschrikken door de schande van het
kruis. Hij hield stand en nam plaats aan de rechterzijde van de troon van God. 3 Laat tot u doordringen
hoe hij standhield toen de zondaars zich zo tegen hem verzetten, opdat u niet de moed verliest en het
opgeeft.
lied: 412 – Wij loven U, o God, belijden U als Heer: 2, 4 en 6
4 U, Christus, onze Heer, bekleed met majesteit,
des Vaders enige Zoon, zij lof in eeuwigheid!
De mensheid lag in schuld en vloek voor God verloren:
Gij hebt, de mens tot heil, de schoot der maagd verkoren.
Gij hebt aan 't kruis voor ons de dood zijn macht ontnomen
en ons de weg gebaand om tot Gods rijk te komen.
6 Wij zegenen, o Heer, uw goedheid al den dag!
Geef dat eeuw in eeuw uit, ons lied U loven mag,
geef, dat wij bij uw komst onstraffelijk wezen mogen:
ontferm, ontferm U, Heer, toon ons uw mededogen!
Op U steunt onze hoop, o God van ons vertrouwen:
zij worden nooit beschaamd, die op uw goedheid bouwen.
vraag en antwoord
o
Waarom is deze nacht anders dan andere nachten?
k
Dit is de nacht waarin wij gedenken
dat onze Heer Jezus Messias is opgestaan uit de dood.
woorden ter overdenking
gemeente gaat staan
lezing uit het Evangelie: Lucas 24,1-12
1 Maar op de eerste dag van de week gingen ze bij het ochtendgloren naar het graf met de geurige olie
die ze bereid hadden. 2 Bij het graf aangekomen, zagen ze echter dat de steen voor het graf was
weggerold, 3 en toen ze naar binnen gingen, vonden ze het lichaam van de Heer Jezus niet. 4 Hierdoor
raakten ze helemaal van streek. Plotseling stonden er twee mannen in stralende gewaden bij hen. 5 Ze
werden door schrik bevangen en sloegen de handen voor hun ogen. De mannen zeiden tegen hen:
‘Waarom zoekt u de levende onder de doden? 6 Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt. Herinner u
wat hij u gezegd heeft toen hij nog in Galilea was: 7 de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan
zondaars en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.’ 8 Toen herinnerden ze zich zijn
woorden. 9 Ze keerden terug van het graf en gingen aan de elf en aan alle anderen vertellen wat er was
gebeurd. 10 De vrouwen die het graf bezochten, waren Maria uit Magdala, Johanna, Maria de moeder
van Jakobus, en nog enkele andere vrouwen die hen vergezelden. Ze vertelden de apostelen wat er was
gebeurd, 11 maar die vonden het maar kletspraat en geloofden hen niet. 12 Petrus echter stond op en
rende naar het graf. Hij bukte zich om te kijken, maar zag alleen de linnen doeken liggen. Daarop ging
hij terug, vol verwondering over wat er gebeurd was.
lied: 338b – Halleluja
v
a
v
a
Wij danken God want de Heer is opgestaan.
De Heer is waarlijk opgestaan.
Lieve mensen, dit is een belangrijk uur
waarop wij opnieuw mogen verkondigen
dat de liefde van God sterker is dan de zonde van de wereld
en dat niets, hoe hoog of diep ook
ons kan scheiden van de liefde van God,
die weer opleeft in Jezus Christus.
De vrede van onze Heer Jezus Christus is met u.
Zijn vrede ook met u.
wij delen de vrede van Christus met elkaar
lied: 634 – U zij de glorie
cantorij 1, allen 2
1
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!
Alle menselijk lijden hebt Gij ondergaan
om ons te bevrijden tot een nieuw bestaan:
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!
2
Licht moge stralen in de duisternis,
nieuwe vrede dalen waar geen hoop meer is.
Geef ons dan te leven in het nieuwe licht,
wil het woord ons geven dat hier vrede sticht:
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!
gemeente gaat zitten
Doop die ons draagt
ROND DE DOOPGEDACHTENIS
gedicht: In mensen, Huub Oosterhuis
lied: 351 – In U zijn wij begrepen
2 Wij zijn in U begraven,
wij staan met U rechtop.
Wij zijn niet langer slaven,
maar kinderen van God.
Een wereld zijn wij oud,
maar nieuw als deze morgen,
geborgen ongeboren,
verloren tot behoud.
3 Die dood van één voor allen
werd vruchtbaar in de tijd,
het zaaizaad is gevallen,
het loopt op oogsten uit.
De zondvloed is voorbij,
ziedaar de nieuwe oever,
een duif koert in het lover,
dit is de overzij.
vernieuwing doopgelofte en geloofsbelijdenis
v
Nu we de opstanding van Jezus Christus vieren brengen wij dank
voor de belofte van Christus om altijd met ons te zijn.
Christus met ons
wanneer wij geboren worden,
wanneer wij leven, wanneer wij sterven.
Door het doormaken van de veertigdagentijd
hebben wij nagedacht over Gods gave van het leven.
Wij zullen nu onze doop in Christus vernieuwen,
waarbij we danken voor het water
van geboorte, om te spelen, dat verfrist,
dat schoonwast, dat leven geeft.
Bedacht zijn we op onze betrokkenheid op onze doop.
Hiermee keren wij ons tot Christus,
belijden onze zonden en keren ons af van kwaad,
verplichten onszelf om rechtvaardig te handelen, met ontferming lief te hebben
en om nederig te wandelen met onze God.
de doopvont wordt met water gevuld
gemeente gaat staan
v
a
Daarom zeggen wij:
Wij keren ons tot Christus
in de liefde onder ons, in de passie in ons,
in het onverwachte dat ons inspireert,
en in de omarming van de aarde.
Wij erkennen datgene in ons
wat onszelf, anderen en de schepping verwondt.
Wij keren ons af van het kwade
en richten onszelf
op bevrijding en heelwording
van onszelf en van de wereld.
v
Gelooft u in God,
Schepper van hemel en aarde –
Gelooft u?
Gelooft u in Jezus Christus,
onze Heer,
Zoon van God,
die weldoende rondging,
die heeft geleden, is gestorven en begraven,
de derde dag is opgestaan uit de dood
en zo voor ons heeft getuigd
van de trouw van God onze Vader –
Gelooft u?
Gelooft u in de heilige Geest,
de Geest van God onze Vader en van Jezus Christus,
die zijn werk in deze wereld voortzet,
die zijn kerk bezielt
en ons leidt tot eenheid en trouw
aan de boodschap van het evangelie,
die ons brengt tot vergeving
en ons vergeving schenkt –
Gelooft u?
Gelooft u in de doop
die ons leven en ons geloof bevestigt
die ons tot nieuwe mensen maakt,
ons zendt in deze wereld
en ons doet opstaan tot eeuwig leven –
Gelooft u?
teken van vernieuwing
Wie wil mag naar de doopvont komen om een kruisje met doopwater op het voorhoofd getekend te
krijgen om aan de eigen doop herinnerd te worden met een tastbaar teken van vernieuwing van de
doopgelofte
de cantorij zingt ondertussen lied 833 – Neem mij aan zoals ik ben en lied 568a – Ubi Caritas
Zegen die ons draagt
ZENDING
slotgebed
v
… zo bidden wij:
a
lied 338b – Halleluja
opnieuw delen van licht
v
De Heer is opgestaan.
a
De Heer is waarlijk opgestaan.
v
Delen wij zijn licht met elkaar
en zeggen wij tegen elkaar:
Christus is opgestaan, ook voor jou.
we delen opnieuw het licht met elkaar
wegzending en zegen
v
Gaat nu allen heen in vrede
a
Halleluja!
v
a
De Eeuwige zegent en behoedt u.
De Eeuwige spreidt de glans van zijn gelaat over u
en is u genadig.
De Eeuwige keert zijn gelaat naar u
en schenkt u vrede.
Amen. Halleluja
lied: 150a – Geprezen zij God
cantorij 1, allen 2, cantorij 3, allen 4
2 Geprezen zij God! Gij allen op aard,
aanbid Hem die u als kinderen aanvaardt.
Loof Hem die uw Heer is met juichende stem.
Beantwoord zijn liefde: leef altijd voor Hem!
3 Geprezen zij God! Laat alles wat leeft
nu zingen voor Hem die alles ons geeft.
Laat jubelen het orgel, laat harp en trompet
de glorie doen klinken van Hem die ons redt.
4 Geprezen zij God! Ons lied is gewijd
aan Hem die altijd ons helpt en geleidt.
Om zijn goede schepping, om hemels genot,
zijn gunst en vergeving: geprezen zij God!