RVKOerier jaargang 17 nr. 3 Mrt 2016

Download Report

Transcript RVKOerier jaargang 17 nr. 3 Mrt 2016

3 RV KO

ERIER

Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs

Wat er ook speelt in de wereld, laat het vooral de kinderen zijn

Column

De gelukkige klas

Scholenpost

Lammetjesdag

Column

Ezelsoren

2

Van het College van Bestuur Pasen 2016: op weg naar een betere wereld

Verhuizing

Het is 11 maart en de zon schijnt uitbundig. Sommige jongens op het schoolplein voetballen al zonder jas. In de kleutergroep, waar wij te gast zijn, zijn de kinderen aan het werk en is de juff rouw bezig met het knippen van paashazen. We realiseren ons dat het bijna Pasen is en vragen aan de juff rouw wat voor haar de betekenis van Pasen is. In dit licht is de recente verhuizing van het bestuursbureau van het Brainpark naar de Stationssingel maar een triviale gebeurtenis. We zijn blij met de nieuwe behuizing, die weliswaar wat kleiner is, maar groter oogt en voelt. Het bouwproces is goed verlopen, geheel volgens planning, binnen het budget en met beperkte hinder voor de bewoners van het gebouw. Behalve in de laatste periode van de bouw, toen bouwstof en geluidsdeci bellen tijdens de lesuren voor overlast zorgden, zeker toen het oude en nieuwe gedeelte van het pand verbonden werden. Ze moet het antwoord schuldig blijven. Ze zal beslist niet de enige zijn. De vraag dringt zich op wat in onze huidige, seculiere samenleving de betekenis van Pasen nog is? Staan we nog stil bij de Stille Week of gaat deze Goede Week onopgemerkt voorbij en bestaat Pasen en de week daarvoor slechts uit ‘paashazen en chocolade-eieren’? We weten dat er betrokken mensen uit de scholen aanwezig waren bij de werksessie voor de paascommissies. Op deze bijeenkomst hebben de deelnemende scholen kennis, ervaring en materialen uitgewisseld om te komen tot een draaiboek voor de gehele paasperiode. Fijn dat er op deze scholen aandacht is voor de boodschap van Pasen. Pasen gaat immers om het overwinnen van lijden en dood. Wat zinvol om de betekenis en de symboliek van het belangrijkste christelijke feest mee te geven aan kinderen. Zeker nu onze wereld in verwarring is: fi nanciële en economische onrust, vluchtelingenstromen, terrorisme; er speelt zoveel in deze tijd. Er zijn miljoenen slachtoff ers die onder verschrikkelijke omstandigheden moeten leven. Gelukkig staan er altijd weer mensen op, die voor de lijdende mens opkomen, die strijden tegen onrecht en die proberen van deze wereld een betere wereld te maken.

Samenwerking

In de eerste paar weken hebben we al mogen ervaren hoe zinvol en voordelig het is om samen met de Thomas More Hogeschool (TMH) in één gebouw te zitten. We hebben de gezamenlijke focus om processen nog beter in kaart te brengen en te implementeren. Wij hebben de intentie om zo goed mogelijk te gaan samenwerken, zodat onze leerkrachten op onze scholen zich optimaal kunnen ontwikkelen en kunnen groeien in kennis en kunde. Onze inzet is erop gericht de vakmensen van TMH en de basisscholen te verbinden. Wanneer we verder kijken dan het eigen specialisme en gebruik maken van elkaars talenten, geeft ons dat kracht en brengt het ontwikkeling teweeg. We zien aan de toename van de nascholingsactiviteiten en de uitgesproken waardering, dat in het onderwijsveld de toegevoegde waarde van blijvend leren ervaren wordt.

Wij wensen jullie hele fi jne paasdagen en een prachtig voorjaar!

Ton Groot Zwaaftink, (vz) Lia Zwaan-van Schijndel

Colofon

Redactie: Harry Beuvens, Jos de Klerk en Marielle van Bommel Eindredactie: Harry Beuvens en Drukkerij: Printvisie Deadline nr 4: 8 juni 2016 Kopij: [email protected]

RVKO

| Stationssingel 80 | Postbus 4250 | 3006 AG Rotterdam | T: 010 4537500 | E: [email protected] | www.rvko.nl

RVKO

ERIER

Van het College van Bestuur

Pasen 2016: op weg naar een betere wereld Waar is hij?

Column

Ezelsoren

4

Het gebouw aan de Tolhuis straat uit zijn as herrezen Globetrotter Katendrecht: tussen walhalla en paradijs Beknopte historie van Katendrecht

Column

Een nieuw begin

4 6 10 11 2 3

De Vijfster dat zijn wij!

12

10 vragen aan Nadine Kramer

16 Scholenpost 19

In gesprek met Dorothee van Kammen (2)

Scholenpost 20 23

Lees, lezer, leest! Personalia

24 24

Waar is hij?

Ze vluchtten naar buiten, van het graf weg, bevend van angst en buiten zichzelf. Ze zeiden niemand iets, want ze waren bang.

De oudste gevonden versie van het Evangelie volgens Marcus eindigde niet met de verschijning van de opgestane Jezus. Als drie vrouwen het lichaam van Jezus willen verzorgen, ontdekken ze dat de enorme steen voor het graf was weggerold. Een jongeman in een wit kleed vertelde hen dat Jezus tot leven is gewekt. Maar waar is hij dan naar toe? Ook vandaag zeggen christenen dat Jezus leeft. Wat bedoelen we daarmee? Eén van de mooiste verklaringen lezen we in de eerste brief van de apostel Paulus aan de gemeente Korinthe in Griekenland. Hij gebruikt het beeld van een lichaam, dat bestaat uit verschillende lichaamsdelen:

Veronderstel dat de voet zegt: ‘Omdat ik geen hand ben, hoor ik niet tot het lichaam’, hoort hij dan niet tot het lichaam? En als het oor zou zeggen: ‘Omdat ik geen oog ben, hoor ik niet tot het lichaam’, hoort het dan niet tot het lichaam?

“ Allen werken zij in de kracht van één en dezelfde Geest ”

God heeft ieder lichaamsdeel een eigen taak gegeven, maar er is maar één lichaam. Alle lichaamsdelen hebben elkaar nodig.

Nog sterker, juist die lichaamsdelen die het zwakst schijnen te zijn, zijn onmisbaar.

Zo mag het ook worden in het nieuwe gebouw voor de Thomas More Hogeschool (TMH) en de Rotterdamse vereniging voor Katholiek Onderwijs (RVKO): het ultieme doel van beide organisaties is om bij te dragen aan de ontwikkeling van kinderen tot levenskunstenaars. De onderwijsondersteuning, serviceorgani satie, managers en docenten van de TMH en het secretariaat, beleidsondersteuners en managers van de RVKO, allen werken zij in de kracht van één en dezelfde Geest.

Welnu

, zegt Paulus,

u bent het lichaam van Christus, en ieder van u is van dit lichaam een onderdeel

. Dit vraagt – volgens Paulus – twee dingen van ons: dat wij er altijd naar streven om zo’n goed mogelijk onderdeel te zijn van het geheel en dat wij onze taak altijd uitvoeren met liefde. Liefde voor ons werk, en liefde voor elkaar. Het voortdurend streven naar liefde, daarin vinden wij de tot leven gewekte Jezus. Als we dat met elkaar bereiken, dan is het altijd Pasen.

Elke bewoner en bezoeker van het vernieuwde gebouw aan de Stationssingel en iedere lezer van deze column, wens ik die liefde toe. Zalig Pasen!

Zalig Pasen!

Bas Dumoulin

Beleidsondersteuner identiteit

3

4

Column Ezelsoren

Vandaag sta ik een dag voor groep acht. Voor de pauze zie ik kinderen om het prikbord staan. Na de pauze zie ik waarom ze daar stonden. Er hangt een briefje met daarop de volgende opdracht: ‘Schrijf de namen op van de kinderen die je niet aardig vindt.’ Er staan meer dan tien namen op met daarachter turfjes.

Aanpak een dringt zich meteen bij me op. Maar ik onderdruk de neiging om stampvoetend en witheet met stemvolume op tien de groep de les te lezen. Ik kies voor aanpak twee. Verbijsterd over wie dit gedaan heeft en met welk doel, vraag ik op een rustige toon: ‘Dames en heren, iedereen heeft dit briefje zien hangen. Kan iemand mij uitleggen, waarom dit er hangt? Wie heeft het opgehangen en waarom? Ik kan me niet voorstellen dat hier kinderen in de klas zitten, die een ander opzettelijk pijn willen doen. Er gaat direct een vinger omhoog. Kevin legt uit, dat het hem handig leek. ‘Dan weet je bij wie je uit de buurt moet blijven juf.’ Katiza roept verontwaardigd, dat dat nergens op slaat en dat je zo ziet dat er rijen streepjes door dezelfde persoon zijn gezet. Waarop Kevin aarzelend inbrengt: ‘Oh ja’.

“ Ik wil dat je zelf een straf bedenkt ”

De kinderen die op het briefje staan vertellen dat ze zich helemaal niet fi jn voelen. Kevin voelt zich ook steeds minder fi jn. Hij voelt de druk van de klas.

‘Weet je wat Kevin’, zeg ik. ‘Je snapt dat dit niet kan. Maar je bent eerlijk geweest. Ik wil dat je zelf een straf bedenkt.’ Kevin denkt na en zegt: ‘Ik ga wel tien minuten bij de muur staan tussen de middag. Ik denk: ‘goed idee, mits ik je een paar ezelsoren op mag zetten’. De klas joelt en accepteert dit niet. De groep vindt dat hij publiek zijn excuses aan moet bieden.

Dat doet hij. Hij gaat fi guurlijk door het stof. De klas applaudisseert. Ik ben blij dat ik niet aanpak één koos. Dan was ik nooit achter de waarheid gekomen.

Kim Boonstra

Het gebouw aan de Tolhuisstraat uit zijn as herrezen

‘ En rebelleert tegen fantasieloosheid’

Door Harry Beuvens

Het zou bij de opening van een nieuw schoolgebouw eigenlijk altijd stralend weer moeten zijn. Bij de opening van het prachtige gerenoveerde schoolgebouw aan de Tolhuisstraat – dependance van de Globetrotter in Katendrecht – hadden de weergoden Pluvius en Aeolus echter een monsterverbond gesloten. Op de dag van de opening, woensdag 27 januari, teisterden slagregens de voor schoolse en schoolse jeugd en de talrijke genodigden, terwijl een stormachtige wind uit het westen de oudste boom van Katendrecht op de binnenspeelplaats van de school, de plaats van de openingshandeling, deed kraken tot in zijn kruin en wortels.

RVKO

ERIER

Jaargang 17 | nummer 3 | maart 2016

Maar de leerlingen en personeel van de Globetrotter zijn in Katendrecht voor geen kleintje vervaard. Het volledige feest programma werd tot het allerlaatste onderdeel, de daadwerkelijke opening door een fi lm-van-Ome-Willem-moment, op ‘de planken’ gebracht, al kortte de vaardige ceremoniemeester Sonja Deutz, gekleed in een opvallend zomerse outfi t, het programma qua tijdsduur her en der wat in. Dus werden de kinderen en genodigden vanaf 09. 00 uur vergast op een stukje hoogstaand volkstoneel, waarin juf Sandra Kamer in ouderwetse klederdracht excelleerde. Het verleden en heden werden knap vorm gegeven door een soepel pedalerende Ton Groot Zwaaftink op een antieke bakfi ets, die samen met onderwijswethouder Hugo de Jonge – duopassagier op een fl itsende scooter – het schoolplein kwamen oprijden. Zelden hebben de genodigden onder deze barre omstandigheden een schoollied uit de ‘natte kelen’ van de Globetrottertjes mooier en uitbundiger horen klinken.

Tabitha Verhulst voerde namens de directie van de Globetrotter Katendrecht het woord. Zij bedankte een ieder die aan deze imponerende renovatie een steentje of meerdere steentjes had bijgedragen, waarbij zij zeer nadrukkelijk het team en het bestuur van de RVKO betrok. Zij had een droombeeld voor het oude schoolpand aan de Tolhuisstraat voor ogen. Op de vraag van twee toegewijde vaders, Gerben Vos en Wouter Thyssen, die aan ‘de bron’ en de tekentafel stonden, hoe de school aan de Tolhuis straat eruit zou moeten zien, antwoordde zij met de volgende profetie: ‘Ik zou een gebouw willen waarin kinderen zich vrij kunnen bewegen. Waar ze door meerdere professionals worden gezien. Waar ze thuiskomen in een grote ontdekhoek. Waar ze het eigen leerproces bepalen. Waar ze een breed aanbod kunnen krijgen. Waar geen pestprotocol is, omdat kinderen door kunst- en cultuuronderwijs oog krijgen voor elkaars talenten. Waar een ieder een leven lang zou willen leren. Waar we het beste uit ieder kind willen halen, maar toch vooral vanuit ieders hart willen werken. Waar de hele bevolking van Katendrecht en omstreken van zou kunnen genieten. Ook na schooltijd. Zo’n plek!’ aanwezig te zijn. Maar de meest spectaculaire ontdekkingen van het bouwhistorisch onderzoek waren vier oorspronkelijke scheidings wanden tussen enkele klaslokalen. Voor een daltonschool is fl exibel ruimtegebruik zeer belangrijk. Aanpasbare scheidings wanden zouden dus goed in het onderwijsconcept passen. Helaas waren de teruggevonden scheidingswanden niet in al te beste staat en niet meer plaatsbaar. Tussen de lokalen zijn nu reconstructies van de wanden geplaatst, die met behoud van het oorspronkelijke beeld, zijn aangepast om aan de huidige geluids- en arbo-eisen te voldoen. Wel zijn ze iets verschoven ten opzichte van hun voorgangers om te voldoen aan de eis van grotere klaslokalen.’ Het gerenoveerde schoolgebouw aan de Tolhuisstraat rebelleert tegen de fantasieloosheid. Bij leerlingen, leerkrachten en ouders bemerk je een gevoel van trots. Een droom werd gerealiseerd. Merlijn Wirtz, leerkracht, bracht deze droom en het gevoel van trots in een gedicht onder woorden. Een gedicht waarmee Tabitha Verhulst haar feestrede besloot.

Kiezen voor geduldigheid is zwijgen zonder einde Wachten op een goed moment is bijna niet te doen Overhaast beslissen Is negeren van de twijfel Niet op reageren is weer een gemiste kans Een droom zien we verwezenlijkt Van afbraakpand naar schoolgebouw Gevestigd hier de middenbouw Van klaslokaal naar open wand Wij: dalton, hand in hand

Het gerenoveerde schoolgebouw aan de Tolhuisstraat is ook echt ‘zo’n plek’ geworden. Ton Groot Zwaaftink zag een plek waar de jeugd – ofwel de toekomst – wordt gevormd en uit kan groeien tot levenskunstenaar en dat architectuur zeker kan bijdragen aan een fi jne schooltijd. Onze kinderen verdienen zo’n prachtig school gebouw.

Ir Jacqueline de Grauw, bouwhistorica, voerde in opdracht van de gemeente Rotterdam het bouwhistorisch onderzoek van de school uit. Jacqueline: ‘Het honderd jaar oude schoolgebouw kreeg na jaren van diverse bestemmingen en leegstand de oorspronkelijke functie en de fl exibiliteit terug. Ondanks de vele verbouwingen in het verleden is de oorspronkelijke structuur van de school, bestaande uit een centraal trappenhuis en drie verdiepingen met telkens een gang, klaslokalen en toiletblokken, nog aanwezig. Ook originele details, zoals smeedijzeren rozetten, decoratief uitgewerkte consoles en verschillende wandtegels bevinden zich nog steeds in de school. Bovendien bleken bij nadere inspectie oorspronkelijke paneeldeuren, perklijsten en tegelvloertjes nog

6

Interview met

Tabitha Verhulst en Sonja Deutz

Globetrotter Katendrecht: tussen walhalla en paradijs

‘ Wat er ook speelt in de wereld, laat het vooral de kinderen zijn’

Een dag na de feestelijke opening van het schoolpand aan de Tolhuisstraat treft de redactie van de Koerier Tabitha Verhulst en Sonja Deutz, de directie van de Globetrotter Katendrecht, aan de koffi e in het prachtige hoofdgebouw, dat in 2008 betrokken werd. Tabitha en Sonja trekken veel samen op. Dat is naar hun mening ook hard nodig door de tweede locatie en de schoolgrootte. Tabitha noemt de samenwerking ‘sparren met elkaar’.

Sonja:

‘Wij proberen in de directie zoveel mogelijk gebruik te maken van elkaars kwaliteiten. Ik heb fi nanciën in mijn portefeuille en ik houd mij onderwijs kundig momenteel vooral bezig met de onderbouw en de Voor- en Vroegschoolse Educatie. Tabitha heeft onderwijskundig de meest vooruitstrevende visie. Van haar moderne denkbeelden hebben wij bij de totstandkoming van het ontwerp van de renovatie van het schoolgebouw aan de Tolhuisstraat veelvuldig gebruik gemaakt. De ‘Tolhuisstraat’ staat model voor modern onderwijs. Dat willen wij ook in ons hoofdgebouw implementeren.’

De Globetrotter Katen drecht is gehuisvest onder de rook van het stoom schip Rotterdam, misschien wel de mooiste plaats voor een school gebouw in Rotterdam. Niets voor niets ligt de school aan de Walhalla laan. Ervaren jullie de paradijselijke ligging van de school ook zo?

Tabitha:

‘Absoluut! Ons uitzicht is de rivier en het voormalige cruiseschip de ss Rotterdam. Dat heeft geen enkele school in Nederland. Onze kinderen hebben veel ruimte om te spelen: grasvelden, een speeltuin, een skatebaan en ons eigen groene plein. ‘5 december’ vieren wij elk jaar op de ss Rotterdam. Dat is voor onze kinderen toch een unieke ervaring in hun leven. Trouwens voor Sinterklaas ook!’

“ Een unieke ervaring in hun leven ” Waarom is het gereno veerde schoolgebouw aan de Tolhuisstraat van groot belang voor de Globetrotter Katendrecht?

Tabitha:

‘Onze school heeft de afgelopen vier jaar qua leerlingaantal een enorme groei gekend. Wij moesten nood gedwongen groepen onderbrengen in de OBS de Schalm. Dat was geen wenselijke situatie. Voor de gastschool niet, maar ook voor ons niet. We hadden grote behoefte aan een nieuwe locatie. Na vier jaar hard werken hebben wij gisteren de ‘Tolhuisstraat’ mogen openen.

Sonja:

‘Een schoolgebouw, waarin over elk detail is nagedacht.’

‘Wat er ook speelt in de wereld, laat het vooral de kinderen zijn.’ Deze prachtige, bijna fi losofi sche uitspraak is van de ‘Stichting Loesje’. Krijgt het spelende kind op de Globetrotter Katendrecht de ruimte?

Sonja:

‘Maar laten we onze locatie aan de Tolhuisstraat niet vergeten. Een fantastisch schoolpand uit 1906. Natuurlijk zijn hoofdgebouw en dependance niet met elkaar te vergelijken, maar elk gebouw is uniek. Voor ons is het geweldig om zowel in het nieuwe als oude gedeelte van Katendrecht een school gebouw te mogen hebben.’

Tabitha:

‘Kinderen leren door spelen. Wij besteden veel aandacht aan thema tisch werken. Niet alleen in de groepen 1/2, maar in alle groepen. Op onze daltonschool maken we de kinderen eigenaar van het eigen leerproces. Wanneer zij behoefte aan spelen hebben, faciliteren wij dit graag.’

RVKO

ERIER

Jaargang 17 | nummer 3 | maart 2016 7

“ Kinderen mogen kinderen zijn ”

Sonja:

‘Leren bestaat meer dan taal en rekenen uit schoolboeken. Juist spelender wijs leren kinderen in de ruimste zin van het woord. Ik vind de uitspraak van ‘Loesje’ een treffende tekst in de roerige tijd waarin de wereld zich momenteel bevindt. Kinderen mogen kinderen zijn.’

In de oude logo van de Globetrotter Katendrecht staat de tekst ‘Meer dan onderwijs alleen’. Hoe maken jullie deze impliciete opdracht anno 2016 in de school waar?

Tabitha:

‘Meer dan onderwijs alleen? Absoluut. We zijn Lekker Fit school ook na schooltijd, via onze deelname aan de schoolsportvereniging. We hebben kunst- en cultuuronderwijs – theaterhuis De Kaap – en een modeatelier in de school, waar onze leerlingen les krijgen van een couturier. Vorig jaar konden kinderen bij ons een zeilbrevet behalen. En tenslotte – eigenlijk op de eerste plaats – zijn wij een daltonschool en bieden onderwijs op maat en verwerken leerstof met tablets.’

De Globetrotter Katendrecht is een daltonschool. Hoe krijgen de fundamenten van de onderwijskundige filosofie van Heleen Parkhurst – vrijheid, zelfstandigheid en samenwerking – op Katendrecht gestalte?

Tabitha:

‘Ook effectiviteit en borging horen bij deze fundamenten. Onze leer lingen kunnen zich tijdens schooltijd vrij bewegen. Zij hebben niet altijd een vaste werkplek in de groep. We proberen hen eigenaar te maken van het eigen leerproces. Zij plannen zelf het werk door middel van een bord of een taakbrief. Zij voeren het rapportgesprek met hun ouders, uiteraard onder begeleiding van de leerkracht. Zij krijgen van ons het vertrouwen dat ze het kunnen en dat voelen ze.’

In de schoolkalender staan drie basisregels met betrekking tot omgang met elkaar. Waarop hechten jullie juist aan deze basisregels?

Sonja:

‘Wij hebben voor slechts drie basisregels gekozen: Schelden, schoppen en slaan worden bij ons niet gedaan; Wat fijn dat we vrienden zijn en Het is echt waar: we zorgen voor de spullen en elkaar’. Dus niet voor uitgebreid lijstje met do’s en don’ts. Iedere groep is uniek. Een groep heeft niet dezelfde regels nodig. In de eerste week van het school jaar maken de leerlingen met elkaar de groepsregels. De drie basisregels staan centraal en worden aangevuld met regels waaraan de groep behoefte heeft.’

“ Schelden, schoppen en slaan worden bij ons niet gedaan ”

Sonja:

‘Bij eigenaarschap van hun eigen leerproces hoort zeker ook dat zij kritisch naar zichzelf zijn maar ook naar hun leerkracht. Kinderen durven dit laatste ook echt en dat komt bij mij krachtig over. Kinderen leren tijdens hun schooltijd om hun mening goed onder woorden te brengen.’

8

Jullie hebben met het team de werkwijze van Stichting LeerKRACHT omarmd. Wat zijn de beweegredenen daarvoor geweest?

Tabitha:

‘Als professionele leerkracht voer je uit waar je goed in bent. Dat maakt je sterk, enthousiast, gepassioneerd en betrokken. Stichting LeerKRACHT heeft een format ontwikkeld waarbij de cultuur omslag van ‘

Elke dag een beetje beter

’ geen vijf jaar in beslag neemt. De leerkracht wordt weer eigenaar van zijn vak. Je bent als leerkracht onderdeel van het team en een belangrijke schakel. Functioneert een collega minder, dan heeft het team daar hinder van. Maar als je alle professionele krachten kan bundelen, dan komen er in de school prachtige projecten tot stand. Daar wordt ieder teamlid blij van. Overigens gebruiken we het format van ‘Leerkracht’ ook voor de leerlingen op de werkvloer. Het feedback geven aan de leerkracht is daar een goed voorbeeld van.’

Sonja:

‘Bottom-up en niet top-down. De grondhouding voor iedere leerkracht moet zijn dat je met elkaar de regie hebt over het onderwijsproces. Dat is het eigenaarschap op leerkracht- en teamniveau. Dit willen wij ook bij onze leerlingen bereiken.’ “ Bottom-up en niet top-down “

Jullie zetten in op modern onderwijs.

Tabitha:

‘De maatschappij is aan verandering onderhevig. Sterker nog: de maatschappij van vandaag is morgen verouderd. De ontwikkelingen in het onderwijs volgen elkaar in razend tempo op. Je moet als school willen participeren en investeren, want onze leerlingen hebben recht op modern, hedendaags onderwijs. Een kind zit acht jaar op school en in die acht jaar wil je dat ze het allerbeste onderwijs krijgen. Thuis rijden ze in een Ferrari en op school reizen ze nog met paard en wagen. Dan doen we iets in het onderwijs niet goed!’

Hoe wordt er met de digiborden in de lokalen omgegaan?

Tabitha:

‘Ik ben blij met deze vraag. Ik verbaas me er al jaren over dat het digibord een soort ‘no-going-area’ voor leerlingen is. Dat heb ik nooit begrepen. Digiborden zijn juist ontwikkeld voor kinderen. Interactief, weten we het nog! Op de Globetrotter Katendrecht hebben wij een bewuste keuze gemaakt om de borden niet meer op te hangen. Onze borden zijn verstelbaar en verrijdbaar, waardoor leerlingen er optimaal mee kunnen werken, waar dan ook in het lokaal.’

Jullie bereiken de ouders op bepaalde momenten op een ludieke wijze met ‘de tip van de juf’. Hoe verloopt het contact met de ouders?

Tabitha:

‘Onze ouders hebben drie jaar geleden de Familie Factory opgericht. Dat houdt in dat er met enige regelmaat activiteiten ondernomen worden op initiatief van de ouders. Je moet dan denken aan een picknick, koffieochtenden met een gespreksthema of een planten markt. Tevens werken wij met Klasbord en Digiduif. Hierdoor houden we het contact met de ouders up-to-date. We streven er wel naar het contact persoonlijk te houden. Dus heel basaal: ook de hand bij de deur en het oogcontact met ouders zijn voor ons essentiële onderdelen om ouders te ontmoeten.’

Welke beleidslijnen en waarden uit het Stra tegisch beleidsplan van de RVKO staan bij jullie in het dagelijks handelen centraal?

Tabitha:

‘Maximaal leerrendement voor iedere leerling in een professionele leer- en werkgemeenschap. Wij verbinden ons met de omgeving en bieden elke leerling de kans ten volle te leven.

Sonja:

‘Zeker moet ook genoemd worden dat we werken vanuit vertrouwen en dat we onze verantwoordelijkheid nemen.’

RVKO

ERIER

Jaargang 17 | nummer 3 | maart 2016

De Globetrotter Katen drecht noemt zichzelf een groene school. Hoe groen is de Globetrotter eigenlijk?

Tabitha:

‘Wij hebben zelfs twee groene pleinen ontworpen samen met Andrea, architect en moeder bij ons op school. Wij willen dat kinderen in een ‘stenen’ omgeving toch vooral kunnen genieten van bloemen, vlinders, bijen en vogels. Daarom hebben wij niet gekozen voor een kant-en-klaar object uit een catalogus, maar wel voor een mini boomgaard bij het hoofdgebouw, een buitenklas, een wilgentunnel en een schelpenpad omzoomd door platanen.

Sonja:

‘Ook op onze locatie aan de Tolhuisstraat hebben we bij de renovatie onze ‘groene’ stem kunnen laten horen. We hebben 40 zonnepanelen op het dak, aanflitsverlichting en we zijn zuinig met water met een waterunit per gang, dus geen fonteintje meer in de klas en ook plaswanden op het jongenstoilet. Ook aan de Tolhuisstraat hebben we een groen plein met een bamboebos om verstoppertje te spelen, een omvangrijke klimboomstam, de oudste boom van Katendrecht en voorts klimpalen. Op de rol staat nog een echte boomhut, die door onze leerlingen zelf gebouwd gaat worden.’

In het schooljaar 2005/2006 stond de Globetrotter in Katen drecht mede aan de basis van de eerste schoolsportvereniging in Nederland. Hoe staat het in 2016 met deze vereniging?

Tabitha:

‘De schoolsportvereniging heeft op 23 januari haar tienjarig bestaan gevierd. De vereniging, een initiatief van de Globetrotter en OBS de Schalm, is nog steeds heel actief. Monique Rikaart, onze vakleerkracht bewegingsonderwijs, motiveert onze kinderen tijdens haar lessen om toch vooral na schooltijd deel te nemen aan de sportactiviteiten van de vereniging. Liefst 83 procent van onze leerlingen is aangesloten bij de school sportvereniging. Onze school is echt lekker fit!’

In de zomer van 2015 vormden de Rotterdam, de rivier en de Rotterdamse skyline het schitterende decor voor het Wereldkampioenschap Beach Volleybal. Zijn Christiaan Varenhorst en Reinder Nummerdor nog op de Walhallalaan op bezoek geweest?

Tabitha:

‘Helaas zijn de volleybalmannen niet langs geweest. Wel hebben wij de vicewereldkampioenen in de zandarena met alle groepen mogen aanvuren. Wat een fantastisch schouwspel!”

Sonja:

‘Het zand van dit WK ligt nu wel bij ons in de zandbak. Daar hebben we heel brutaal een telefoontje aan gewaagd.’

Harry Beuvens

9

10

Beknopte historie van Katendrecht

Over de naam Katendrecht tastten de historici nog in het duister. Drie verklaringen voor ‘Katen’ komen in de literatuur het meest voor. Katendrecht zou afgeleid zijn van de Germaanse volksstam de Chatten die in het begin van onze jaartelling zich in de lage landen ophielden, andere wetenschappers zien een verbinding met Koten, dat stond voor een klein, eenvoudig huis. Maar de meeste geschiedschrijvers kiezen voor de relatie met de Zeeuwse familie Cats, die gronden bezat in de buurt van Rotterdam. In ieder geval komt de naam Katendrecht het eerst voor als ambacht – rechtsgebied of heerlijkheid – dat behoorde aan de Heer van Putten in het jaar 1199.

Het dorp Katendrecht ontstaat in de Middeleeuwen en had een belangrijke rol als oversteek- en rustplaats op de route van Amsterdam naar Antwerpen. Nog steeds verwijzen straatnamen als Tolhuisstraat, Veerlaan en Pontveer naar deze functie. Naast herbergen en logementen waren er villa’s en buitenhuizen voor welvarende Rotterdammers. Katendrecht was populair door de fraaie ligging aan het water, dichtbij Rotterdam. Door de aanleg van de Willemsbrug (1878) en de spoor verbinding met Antwerpen verliest Katendrecht eind 19 de eeuw in korte tijd haar belangrijke functie als oversteek- en pleisterplaats. Vanaf 1870 werden onder leiding van stadsarchitect G.J. de Jongh de plannen uitgevoerd om nieuwe havens op de zuidoever van de Nieuwe Maas te realiseren. Er worden grote havenbekkens – toegankelijk voor grote zeeschepen – aangelegd: Rijnhaven en Maashaven. Zo ontstaat het schiereiland Katendrecht. In de periode 1898-1908 wordt het landelijke dorp Katendrecht met 700 woningen (3200 inwoners) volledig gesloopt. G.J. de Jongh, opgeklommen tot directeur van Gemeentewerken, laat een nieuwe arbeiderswerk verrijzen met een straten planstructuur van loodrecht op elkaar staande straten. De arbeiderswijk Katendrecht, bijgenaamd De Kaap, met de laagste huren van Rotterdam trok grote aantallen havenarbeiders aan, meestal berooide landarbeiders uit Noord-Brabant en Zeeland. Katendrecht telde talloze zeemanskroegen en boarding huizen, waar zeelui verbleven, die in afwachting waren van werk. Voor de Tweede Wereldoorlog kende Katendrecht de grootste Chinese populatie in Europa. Tot ver in de jaren 80 van de vorige eeuw stond De Kaap bekend als een louche wijk, waarin heling, gokken en prostitutie op grote schaal voorkwamen.

Door burgerinitiatieven om Katendrecht leefbaar te maken, verdwenen omstreeks 1980 de gokhuizen en bordelen uit Katendrecht. Katendrecht was ‘rosse buurt’ af. Door unieke renovatie van historische panden en trendy nieuwbouw trok Katendrecht de afgelopen jaren honderden nieuwe bewoners aan, waaronder veel tweeverdieners en gezinnen met kinderen. Daarom loopt het inkomens- en opleidingsniveau in de wijk sterk uiteen. Nu is Katendrecht een van de meest populaire en veilige wijken van Rotterdam. Met het heringerichte Deliplein met haar gezellige terrasjes, het theater Walhalla, een speeltuin, de Globetrotter Katendrecht – een prachtige nieuwe basisschool met een unieke, monumentale dependance aan de Tolhuisstraat – en de statige ss Rotterdam die in 2010 defi nitief aanmeerde aan het Derde Katendrechtse Hoofd toont Katendrecht een nieuw en inspirerend gezicht. Daarnaast ben je in een vloek en een zucht via de nieuwe Rijnhavenbrug op de Wilhelminapier.

Bronnen: Gemeente Rotterdam en De Historische Atlas 2002

RVKO

ERIER

Jaargang 17 | nummer 3 | maart 2016

Column Een nieuw begin

Of ik haar eens wilde observeren, had haar juf gevraagd. Want ze ging maar niet aan het werk. Ze zat de hele tijd te dromen of andere dingen te doen. Op verschillende momenten kwam ik de klas in, waar ik mij dan zo onopvallend mogelijk probeerde te gedragen. Dat lukte dus niet. Ze zag me altijd meteen. Vriendelijk staarde ze mij aan, haar meisjeswangen een beetje bol, omdat haar roze koptelefoon enigszins klemde vanwege haar bril. Na een poosje zag ze mij niet meer. Nauwkeurig schreef ik op hoe ze haar pen open en dicht klikte, haar vulling verwisselde, naar het toilet ging, in haar boek bladerde, haar wiebelkussen omdraaide, diepe zuchten slaakte of gewoon heerlijk zat te dromen. Na een poosje had ik genoeg gezien. Ik vroeg haar mee voor een gesprekje. Benieuwd naar haar verhaal.

Een paar dagen later gaan we aan de slag. We maken een mooie roze kaart. Roze is haar mooiste kleur. Aan de ene zijde plaatsen we helpende gedachten. Ze heeft ze zelf uitgekozen: ‘Ik vertrouw erop dat het steeds beter gaat’ en ‘Gisteren is voorbij, vandaag maak ik een nieuwe start’. Daaronder plaatsen wij een trap met een pop, die bij elke tree omhoog vindt dat hij het uiteindelijk kan. Met rode wangen van inspanning versiert ze de kaart met haar kleurpotloden. De andere zijde van de kaart laten we leeg. Zo kan ze de ene zijde van de kaart gebruiken om haar werk af te dekken en steeds een stukje van de opdracht te zien, en de andere zijde kan ze telkens opnieuw bekijken en lezen net zolang tot ze de helpende gedachten in haar hoofd heeft. De kaart gaat door lamineermachine en klaar zijn we. Wat een prachtige kaart!

“ Ik kan niet stilzitten ”

Daar zit ze dan, herkent ze het wat ik heb opgeschreven, vraag ik haar. Jazeker, dat herkent ze wel! ‘Ik kan niet stilzitten. Weet je wat zo gek is juf? Als ik stil moét zitten, dan kan ik niet stilzitten, als ik moet bewegen, dan wil ik liever zitten. Gek he!’ Babbelend geeft ze antwoord op mijn vragen. Ze vertelt, dat ze op sommige dagen voor schooltijd eerst naar oma gaat. Daar is het zó leuk! Want oma heeft nog lego van heel vroeger. Daar speelt ze dan mee, samen met haar broertje. Ze heeft een nieuwe klok op haar kamer en daar is ze zó blij mee! Soms kan ze niet slapen door de klok, want hij doet de hele tijd tik-tak-tik-tak, maar dat vindt ze niet erg, want hij is gewoon zó mooi! Ook kan ze niet slapen en dan denkt ze: ‘Doe ik het nou goed of doe ik het fout? Ze had aan een proefl es turnen meegedaan, hier wil ze wel heel graag op! Als ze op school in haar boeken kijkt, staan daar zoveel dingen in die ze moet doen, dat ze niet weet hoe ze moet beginnen. Dan denkt ze, ik doe het toch allemaal fout. ‘Als ik het alleen doe, dan kan ik het niet, als er iemand bij zit, dan kan ik het wel…’ Een diepe zucht. ‘En als ik het dan lastig vind, dan ga ik iets anders doen…’ Verdrietig kijkt ze mij aan.

“ Gisteren is voorbij, vandaag maak ik een nieuwe start “

Een paar dagen later zitten we met elkaar aan tafel. Trots laat ze haar kaart aan haar ouders zien. Ze vertelt waar de kaart voor is en dat doet ze geweldig. We geven haar allemaal een compliment en we vertellen haar dat wij zo graag willen dat ze blij is met zichzelf. Dat we er samen voor haar zijn: haar ouders, haar juf en ik. Hoe heerlijk! Een nieuw begin, voor het meisje met de roze kaart. Een nieuw begin, voor haar juf, mijn geweldige collega, die zo gepuzzeld heeft en zo hard heeft gewerkt. Samen zijn we blij met de kaart en samen blijven we er voor gaan. Altijd.

Natasja Hoogerheide

Intern begeleider basisschool de Horizon.

11

Wat een mooi kind. Feilloos weet ze me te vertellen wat er aan de hand is. Wat fi jn om zo met haar in gesprek te zijn. Ik geef haar een compliment om haar openheid en om het feit dat ze zo goed kan vertellen. Ik denk dat ik wel een ideetje heb over hoe we dit kunnen oplossen, vertel ik haar. We kunnen niet alles meteen oplossen, maar we kunnen wel een beginnetje maken. Nieuwsgierig kijkt ze me aan. Samen kiezen we twee dingen waarmee we beginnen. We gaan haar werk nog meer in stukjes hakken. Ook gaan wij haar een blij gevoel geven, zodat ze niet meer de hele tijd denkt dat ze toch alles fout doet. Ik moet er wel even een paar dagen over nadenken. Misschien kan zij dat dan ook doen? Dat wil ze wel. Ze denkt graag mee. Blij huppelt ze terug naar de klas.

12

12

Van de redactie

De Vijfster dat zijn wij!

In 1926 schreef Theo Thijssen zijn veelvuldig bekroonde boek

‘De gelukkige klas’

. Het is het ontroerende en tegelijk geestige dagboek van een onderwijzer, meester Staal, waarin hij de dagelijkse gang van zaken in zijn klas beschrijft. Het dagboek laat je wegdromen naar een ideale schooltijd. Het gevoel van een ideale schooltijd overvalt je opnieuw als je de brokjes tekst van leerlingen van de Vijfster leest in de prachtig vormgegeven schoolgids. Het zijn anonieme bijdragen, maar ze mogen beslist niet ontbreken in een artikel over deze daltonschool in de wijk Fascinatio in Capelle aan den IJssel.

Het daltononderwijs kent zes kern waarden: verantwoordelijkheid/vrijheid in gebondenheid; zelfstandigheid; samenwerken; eff ectiviteit/doel matigheid; refl ectie en borging. Kun jij de kernwaarden ‘verantwoordelijkheid’, ‘zelfstandigheid’ en ‘samenwerking’ nader toelichten?

Op de omslag van de schoolgids prijkt een opvallend gedichtje, dat zeker als yell gebruikt kan worden:

‘Ik ben ik/jij bent jij/de Vijfster dat zijn wij!’ ‘De Vijfster dat zijn wij!’

De hoogste tijd om aan Judith Kuipers, de directeur van de Vijfster, te vragen of zij de slogan kan toelichten. Judith is daar graag toe bereid, maar niet nadat zij eerst het ontstaan van de yell heeft verklaard.

Judith:

‘We hebben een prachtig logo, waar jaren geleden goed over na is gedacht. Toch ontbrak er naar mijn idee net die zin waarmee we kunnen laten zien wie we zijn als school. Omdat wij onze leerlingen willen betrekken bij het onderwijsproces, hebben wij een prijsvraag uitgeschreven. Iedereen – ook de ouders – dacht fanatiek mee en rijmde er op los. Maar geen inzending kon ons bekoren. Totdat na enkele weken een moeder op bezoek kwam en mij meedeelde dat haar dochter Iris ook een slogan had bedacht

‘ik ben ik, jij bent jij, de Vijfster dat zijn wij!’

. “Dat is ‘m!”, riep ik meteen. Zo ervaren wij de Vijfster. Een school met een grote variëteit aan roots, idealen, ideeën en culturen. We hebben respect voor de verschillen, maar binnen ons daltononderwijs werken wij samen en leren wij hoe we moeten samenwerken.

Judith:

‘De waarden verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerking zullen op veel scholen niet onbekend zijn. Dit zijn waarden die we alle in ons onderwijs aan bod willen laten komen en waar we ons in blijven ontwikkelen op zoek naar ‘beter’. Bij ons daltononderwijs op de Vijfster zijn het meer dan waarden: het zijn onze kernwaarden. Bij alles wat we doen, gaan we uit van deze waarden. Leerlingen leren vanaf groep 1 verantwoordelijkheid te dragen voor hetgeen ze doen. Veel vragen stellen en de antwoorden met de kinderen bespreken, dragen enorm bij aan de ontwikkeling van dit vermogen. Zelfstandigheid geven door ruimte te schenken, zodat zij zelf ontdekken hoe je het beste uit jezelf kunt halen. Samenwerken staat bij ons centraal doordat wij coöperatieve werkvormen standaard inzetten tijdens onze dagelijkse lessen. Steeds meer scholen verdiepen zich in deze kernwaarden en trachten deze waarden te verweven in hun onderwijs. Ik vind het een verrijking te mogen werken op een school met zo’n duidelijke visie. Bij de rondleidingen – die mede door onze leerlingen verzorgd worden – kun je al duidelijk aan ouders kenbaar maken hoe we naar kinderen kijken en hoe wij ons onderwijs gestalte geven.’

“ Wat ik fi jn vind, is dat ik mijn werk zelf mag plannen. Moeilijk werk waarbij ik me moet concentreren, doe ik als het stoplicht op rood staat. ”

RVKO

ERIER

Jaargang 17 | nummer 3 | maart 2016

13 13

“ Ik vind het ontzettende leuk in de ster rengroep, want daar leer je dingen waar je normaal niet zo snel over nadenkt. Dan ga je toch meer belangstelling voor andere dingen krijgen. ” De RVKO laat zich bij het benoemen van de visie en missie leiden door zeven kernwaarden: gerechtigheid, respect, zorg, hoop, vertrouwen, verwondering en verbondenheid. Welke kernwaarde is voor jou in je (onderwijs) leven het belangrijkst?

We hechten ook aan de bijzondere relatie met onze ouders, waarmee we op verschillende manieren in gesprek gaan om zo goed mogelijk te doorgronden wat zij nodig achten voor hun kind en hebben een luisterend oor voor de relevante informatie die zij omtrent hun kind aandragen.’

Kun je jouw onderwijsambities implementeren in die van het team?

Judith:

‘Ik heb op meerdere scholen binnen de RVKO mogen werken. De kernwaarden hebben alle voor mij op deze verschillende scholen een andere invulling gehad en daarmee ook een andere prioriteit gekregen. Op dit moment is de kernwaarde ‘vertrouwen’ van groot belang binnen onze school. Vertrouwen van ouders in de school, vertrouwen van de leerkracht in eigen kunnen en vertrouwen van ouders en leerkrachten in de toekomst van de school. Het vorige schooljaar heeft de kernwaarde ‘zorg’ centraal gestaan. Zorg voor het ontwikkelen van een goede interne zorgstructuur, zorg om geen leerling te ‘vergeten’, zorg voor onze ouders, zorg voor een optimale informatieverschaffi ng en niet te vergeten de zorg van de directie voor een hardwerkend team dat zich volop aan het ontwikkelen is. Wij werken nauw samen en in hechte verbondenheid met elkaar: team, leerlingen en ouders. Daarmee groeit het vertrouwen in onszelf en elkaar.’

Je bent nu 18 maanden directeur op de Vijfster. Wat zijn je ambities met betrekking tot de Vijfster?

Judith:

‘Ooit sprak ik met een collega over haar onderwijs idealen Zij vroeg mij wat mijn idealen waren. Ik besefte dat deze voor mij niet liggen in een concept, thema of inrichting van de schoolomgeving. Wij, het team van de Vijfster, kijken naar de behoeften en mogelijkheden van onze leerlingen populatie. Vanuit die kritische grondhouding werken wij binnen onze school.

LeerKRACHT

past daar perfect in. Wij hebben onderwijsarena’s waar leerlingen spreken over wat voor hen een goede les is. Het team dat zich bewust is van de toenemende kwaliteit van ons onderwijs en daar terecht trots op zijn. Die trots willen we in ieder geval als school uitstralen.

Judith:

‘Voor de Vijfster is onze ambitie dat we het onderwijs goed op de kaart zetten. Dat we onze professionele houding met zekerheid en trots presenteren aan leerlingen en ouders. Persoonlijk zou ik graag het ontdekkend leren een meer prominente plaats willen geven in ons onderwijs. Als je als school geen ‘verlengde leertijd’ hebt, moet je gaan zoeken naar alternatieven. Samen bedenken waar je goed in bent, wat past bij de school en waar kunnen we ons in onders cheiden. Laten we dan ook vooral de aanwezige talenten en kwaliteiten optimaal in onze school benutten.’

Wat zijn de belangrijkste doelen, die de Vijfster in 2015/2016 wil realiseren?

Judith:

‘Missie, visie, strategisch beleid en schoolplan. Een stevige uitdaging voor het team van de Vijfster om daar samen vorm en inhoud aan te geven. Het team werkt intensief om de rode draad en de doorgaande lijn – vastgesteld in onze beleidsdoelen – vast te houden. Daar is onder meer een goede en duidelijke zorgstructuur binnen de school voor nodig.’

“ Je hebt veel vrijheid om je werk te doen. Als je even niet wil rekenen, dan doe je eerst taal. En als je even geen taal wil doen, dan pak je je rekenwerk. Zo blijft school altijd leuk. ”

14

“ Zo blijft

Vervolg

Welke nieuwe ontwikkelingen vinden binnen de Vijfster plaats?

Judith:

‘Het team heeft duidelijk voor ogen aan welke doelen we nu en in de komende jaren willen werken. Je moet hierbij denken aan het verbeteren van de groepsplannen en zorg structuur. We leggen de SLO-doelen naast onze methoden, waardoor we inzichten verkrijgen waar de hiaten liggen. Dat vraagt een voortdurend analyseren op resultaat en het bijstellen van onze weekplanning. Analyses en bijstellingen dienen daarna opgenomen te worden in documenten zoals het 4-jarenplan en ons Sterrenboek, waarin wordt beschreven hoe wij werken aan de vakgebieden op de Vijfster. Aan het 4-jarenplan is door het team vorm gegeven en getuigt van inzet van professioneel kapitaal.’

In jullie paragraaf over Passend Onderwijs staat het volgende: ‘Zorgverbreding is niet alleen gericht op leerlingen met leerproblemen, maar ook op leerlingen die meer aankunnen dan het klassenprogramma biedt.’ Wat kunnen de laatstgenoemde leerlingen van de Vijfster concreet tijdens hun schoolloopbaan verwachten?

Judith:

‘De Vijfster heeft ondanks een leerlinggewicht van 2% een zeer gemêleerde leerling-populatie. Daarbinnen variëren de niveaus sterk. Voor de leerlingen die hoog scoren op Cito is er voor groep 4 tot en met 8 een sterrengroep. Een keer per 3 weken werken zij een middag aan projecten. Voorheen kregen de leerlingen de opdrachten van deze projecten mee naar huis. Dit jaar worden de opdrachten door de leerlingen met behulp van hun taakkaart zelfstandig in de klas gemaakt en uitgewerkt. Dat kan alleen, maar ook samen met degenen met wie ze in de sterrengroep zitten. Daltononderwijs biedt de mogelijkheid om leerlingen zelf leeractiviteiten te laten plannen op een voor hen passend moment.’

In de kleurrijke en overzichtelijke schoolgids wordt in het hoofdstuk ‘Ouders’ de defi nitie van ‘Actief partnerschap’ gegeven: ‘Actief partner schap is de (emotionele) betrokkenheid van ouders bij zowel de opvoeding als het onderwijs van hun kind thuis en op school.’ Hoe worden ouders bij de opvoeding en onderwijs op de Vijfster betrokken?

Judith:

‘Praat, praat, praat met de ouders. In gesprek blijven met ouders is de basis voor wederzijdse betrokkenheid. Een ouder die niet regelmatig hoort hoe het met hun kind gaat en wat het kind zoal doet, zal dikwijls niet optimaal betrokken zijn bij het schoolgebeuren. Het is onze plicht ouders bij het onderwijsleerproces te betrekken. Dat zijn we aan de kinderen verplicht. Het is een cultuur die je met elkaar creëert als school. Als dit verschilt per leerkracht en dus per leerjaar, laat je als school een kans liggen. In gesprek gaan met ouders bij de inlooptijd, even kort iets leuks vertellen over het kind en interesse tonen in thuis, getuigen van betrokken zijn bij het kind. Als een ouder die positieve betrokkenheid ervaart, ligt de weg voor actief partnerschap open.’

De Vijfster bezit een actieve ouder denktank. Waar denken de ouders op de Vijfster zoal over na?

Judith:

‘Het team van de Vijfster heeft het afgelopen jaar een aantal beleidsveranderingen in gang gezet. Het beleid dat aangescherpt wordt, vraagt om tijdige en zorgvuldige evaluatie. Erg belangrijk om feeling te houden met wat er leeft, is het regelmatig in gesprek gaan met ouders over ons onderwijs, maar ook over onze opstelling en manier van informatieverschaffi ng. Zowel formeel bij een ouderraad of medezeggenschapsraad als informeel bij de schooldeur of tijdens het praatje bij de activiteiten in de school, waarbij de ouders hand- en spandiensten verlenen. In gesprek blijven met ouders maakt dat je als team transparant bent en benaderbaar.

RVKO

ERIER

Jaargang 17 | nummer 3 | maart 2016

Het is de basis voor een goede samenwerking. Door eens per zes weken een koffie-ochtend te organiseren, kunnen vragen die bij ouders leven direct en adequaat beantwoord worden. De ouderdenktank voedt de directie in zaken die spelen buiten de overlegsituaties om. Waar kunnen we als school nog winst behalen, hoe worden de informatiemomenten door ouders ervaren en op welk gebied liggen er nog relevante vragen bij ouders?’

In ontwikkeling is een mooie school poster, waarop de Vijfster en het daltononderwijs prachtig in beeld worden gebracht? Kun je iets vertellen over deze poster?

Judith:

‘Als je kwaliteiten bundelt, kun je tot iets unieks en creatiefs komen. Meine Steenbakkers, vader van twee dochters bij ons op school, heeft van onze missie en visie een beeld merk ontworpen. Het zijn de kernwaarden van ons onderwijs, de lilakleur is van onze schooldeuren en de slogan is van leerling Iris. Het beeldmerk laat een mooie samensmelting zien van wat je kunt doen met ontwikkeling als je iedereen in zijn kracht zet. Dit beeldmerk hangt straks in ieder klaslokaal en prijkt prominent in onze schoolgids. We nemen het logo ook op in onze informatiefolder en op onze website. Zo kunnen we iedere dag aan de hand van deze poster laten zien waar wij voor staan en zichtbaar maken wat de Vijfster ‘dalton’ maakt.’

In het schooljaar 2015/2016 startte de Vijfster met ‘Grip op de groep’. Kun je dit project toelichten?

Op dat moment klopt de vader van ‘de poster’ op de deur van de directiekamer en moet Judith het gesprek afbreken. Zij vraagt aan Karin Lammers, adjunct-directeur van de Vijfster, om de laatste vragen van de redactie van de koerier te beantwoorden.

Kun jij informatie geven over De Vreedzame School?

Karin Lammers:

‘Dat is een schoolbreed programma voor basisscholen dat streeft naar een school als een democratische gemeenschap. Kinderen en leerkrachten leren in deze gemeenschap om conflicten constructief op te lossen en kinderen leren daarin ook verantwoordelijkheid te dragen voor het sociale klimaat in de klas. Dit nieuwe onderwijsprogramma voor burgerschapsvorming sluit naadloos aan op

Grip op de groep

en uiteraard ook bij ons daltononderwijs.’

Wat is de Vijfsterdag?

Karin:

‘Tijdens de Vijfsterdag vieren we de verjaardag van onze school. Het feest valt altijd in de periode van carnaval. Het is een dag waarop we met elkaar in de schoolgeschiedenis van de Vijfster terugkijken. De school is qua leerlingenaantal sterk gegroeid in de afgelopen jaren. Waren er in 2005 nog 30 leerlingen, nu zijn dat er 240. Daar zij wij heel trots op. Vele ouders zijn dan ook aanwezig op de Vijfsterdag. Zij onder steunen de vele feestelijke activiteiten en vieren met ons en de kinderen dat wij de Vijfster zijn. Ja inderdaad: de Vijfster dat zijn wij. Kinderen, ouders en team. En dat niet alleen op de Vijfsterdag, maar vandaag, morgen en in de toekomst.’ De toegewijde conciërge Jeanette Frantzen, oud-leerlinge van de redacteur op de Hildegardis IVO-MAVO – de school die in de vorige eeuw ressorteerde onder de RVKO – was zo vriendelijk haar oude directeur na afloop van het interview door ‘Facscinatio’, een wijk vol onmogelijke hindernissen, te begeleiden, zodat hij nog ruim op tijd was om zijn plaats in de file op de A20 in te nemen.

Judith:

‘Toen ik op de Vijfster in september 2015 startte, zag ik niet in elke groep een even prettig groepsklimaat. Wij besloten het groepsproces onder de loep te nemen en ook naar wegen te zoeken om als leerkracht een positieve leeromgeving in de groep te creëren. Wij kwamen uit bij het boek van Rene van Engelen

Grip op de groep

. Dit is geen methode, maar biedt inzicht in processen die binnen de groep spelen en geeft handvatten om in een groep een positieve sfeer te bewerkstelligen. De theorie wordt steeds gekoppeld aan praktijkvoorbeelden. In een specifiek hoofdstuk krijgen de jongens in de groep aandacht: hoe ga je als leerkracht goed met hen om binnen de dynamiek van de groep? Leerkrachten zijn in gesprek met ouders gegaan en ook de leerlingen werden betrokken bij deze gesprekken. We zijn echt op de goede weg. Met

Grip op de groep

handelen we nu bewuster als het gaat om het bepalen van de rol van elk kind in de groep. Elke week hebben we met het team tijdens de lunch op vrijdag een korte en krachtige evaluatie. We constateerden na verloop van tijd inderdaad een betere groepssfeer. We leerden van elkaars inzichten en voelden ons trots bij het delen van de positieve ontwikkeling in de groepsprocessen op onze school. In het verlengde hiervan is met het team gekozen voor een vervolgprogramma

De Vreedzame School

.’

15

16 16

10 vragen aan

Nadine Kramer

Winnaar van de Thomas More Onderwijsprijs 2016

het vieren en oogsten wat de studenten in vier jaar hebben bereikt

Het kalenderjaar telt in Nederland vele feestdagen en bijzondere dagen. Op bijzondere dagen wordt stilgestaan bij een bepaald thema of een bijzonder persoon. Zo kennen wij Moederdag, Opbouwdag, Gedichtendag, Dikke Truiendag, Valentijnsdag, de Europese Dag voor zeldzame ziekten, Secretaressedag, de Nationale Complimentendag en de Internationale dag voor de rechten van het kind. Eigenlijk is iedere dag in het jaar wel toegewijd aan een bepaalde persoon of zaak.

Sinds 4 februari 2016 mogen wij een nieuwe, bijzondere dag in het jaaroverzicht begroeten: de Thomas More Dag. Op de website van de hogeschool staat te lezen wat er gevierd gaat worden: ‘Op deze dag zullen wij met elkaar vieren en oogsten wat studenten, in goede samenwerking met het werkveld, hebben bereikt in vier jaar opleiding. Wij hebben een inspirerende spreker weten te strikken in de persoon van Peter Heerschop, om de dag een vliegende start te geven.’ Peter Heerschop inspireerde op 4 februari aan de Stationssingel in zijn soms hilarische openingstoespraak, waarin hij met wijsheid en vooral empathie terugkeek op zijn eigen onderwijs loopbaan. Net zoals de groep studenten die in twee rondes een presentatie gaf over hun minor(onderzoek). Aan het einde van de zeer geslaagde dag werden de talrijke aanwezigen voor de uitreiking van de Thomas More Onderwijs prijs nog vergast op het schoollied van de oude kweekschool Thomas Morus door een aantal RVKO senioren sonoor ten gehore gebracht, waarbij de krachtige solo van Herman Holleboom nostalgische herinneringen opriep aan de legendarische Luciano Pavarotti.

De Thomas More Onderwijsprijs 2016 ging naar Nadine Kramer, die haar minorpresentatie de werktitel ‘Psychologie als basis’ had meegegeven. Juryvoorzitter Peter van Deursen roemde haar optreden door op te merken dat haar ijzersterke presentatie, vol flair en interactie, inhoudelijk zeer sterk was en uitstekend aansloot bij het curriculum van de pabo, terwijl ook op een natuurlijke en boeiende wijze dieper op de materie werd ingegaan. Dit alles heeft haar terecht de eerste plaats opgeleverd.

Een nadere kennismaking met Nadine Kramer mocht natuurlijk in de Koerier niet ontbreken. De redactie bezocht haar op De Kleine Prins, waar zij momenteel haar lio-stage vervult.

het vieren en oogsten wat de studenten in vier jaar hebben bereikt

RVKO

ERIER

Je hebt bewust gekozen voor een lio-stage

1 Nadine:

‘Er zijn vele aspecten in het montessorionderwijs die aansluiten bij mijn visie op onderwijs, maar het is vooral de stimulering van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid die mij het meeste aanspreekt. Ik denk dat dit vaardigheden zijn die een kind nodig heeft om zijn plek in de wereld te vinden. Met deze visie in mijn achterhoofd kwam ik in het derde jaar van mijn studie uit bij het montessorionderwijs. De montessorigedachte: ‘Help mij het zelf te doen’, geeft eigenlijk al een belangrijk deel van deze visie op onderwijs weer. In het montessorionderwijs worden zelfstandigheid en verantwoordelijkheid dagelijks gestimuleerd, waardoor ik zie dat de kinderen niet geheel afhankelijk zijn van de leerkracht. De leerkracht zal het kind sturen waar nodig en hulp bieden wanneer een kind aangeeft dit nodig te hebben. En vooral doordat ik mezelf liever zie als coach in de klas dan als leider, spreekt het montessorionderwijs mij enorm aan.’

Je hebt aan de Hogeschool Leiden de Minor ‘Toegepaste Psychologie’ gevolgd met als onderwerp

2 Nadine:

‘In mijn derde jaar werd mij duidelijk dat ik niet zeker wist of ik direct aan het werk wil na mijn afstuderen. Ik heb namelijk de behoefte om door te studeren. Hierdoor besloot ik een minor te zoeken die niet enkel toepasbaar is in het onderwijs, maar ook inzetbaar is bij andere vakgebieden. Doordat het menselijk gedrag mij mateloos fascineert, besloot ik op zoek te gaan naar een minor waarin ik psychologische kennis op kon doen. Op de Thomas More Hogeschool heb ik in mijn derde jaar al enige psychologische kennis opgedaan, maar ik was op zoek naar een stukje verdieping. De minor

Toegepaste Psychologie: van zelfi nzicht naar professioneel handelen

biedt dit stuk verdieping. En naast mijn behoefte om door te studeren, zag ik ook dat het hebben van psychologische kennis ontzettend relevant is in de dagelijkse onderwijspraktijk. Wanneer een leerkracht weet hoe het brein werkt en waardoor bepaald gedrag ontstaat, kan hier eff ectief op ingespeeld worden in de klas. Deze minor gaf mij de mogelijkheid om de kennis te verwerven die ik nodig heb om gedrag beter te begrijpen en interpreteren. Zowel binnen het onderwijs als daarbuiten.’

Jaargang 17 | nummer 3 | maart 2016

Wat vond je zelf de belangrijkste tip voor leerkracht, die je bij je presentatie gegeven hebt?

Nadine: 3

‘Tijdens mijn presentatie heb ik laten zien op welke manieren je psychologische kennis in kunt zetten in het basis onderwijs. Er is echter geen enkele tip het belangrijkst, omdat dit de andere tips tekort doet. Alle tips bij elkaar hebben echter een onderliggende boodschap. Met het uitreiken van de tips wilde ik voor leerkrachten en leerkrachten in opleiding inzichtelijk maken waarom het hebben van psychologische kennis in het onderwijs zo ontzettend belangrijk is. Ik wil mensen in het onderwijs meegeven dat psychologische inzichten je dagelijkse onderwijspraktijk krachtiger kunnen maken, doordat je een beter beeld hebt van het menselijk gedrag. Dat is voor mij de belangrijkste tip.’

Wat is de ‘Methode van loci’?

Nadine: 4

‘De

methode van loci

loci

betekent

plekken

– is een psychische strategie om bepaalde informatie beter te herinneren. In feite koppel je bij deze methode nieuwe kennis aan reeds aanwezige kennis. Wanneer je bijvoorbeeld boodschappen moet doen en je wilt onthouden wat er op je boodschappenlijstje staat, kun je de methode van loci gebruiken. Stel je voor dat je in een vertrouwde kamer bent, bijvoorbeeld je slaapkamer. In gedachten loop je door je kamer en zet je de boodschappen als het ware één voor één ergens neer. Ga bijvoorbeeld per ongeluk op de doos eieren zitten die je net op je bed hebt gelegd en giet het pak melk leeg over je bureau. Wanneer je later wilt herinneren welke bood schappen je moet halen, maak je simpelweg een mentaal rondje door je kamer. Je ziet de spullen dan letterlijk voor je, doordat je nieuwe kennis – de boodschappen – hebt toegevoegd aan vertrouw de kennis – je kamer –. De Amerikaanse sociaal-psycholoog Philip Zimbardo heeft over deze methode gepubliceerd. Zelf denk ik dat je deze geheugentruc als leerkracht kunt delen met je groep of met bepaalde leerlingen die moeite hebben met memoriseren.’

In je boeiende presentatie wist je ook je toehoorders te betrekken. Hoe ging deze interactie in zijn werk?

Nadine: 5

‘De inhoud van mijn presentatie bestond uit een aantal praktisch toepasbare tips. Deze tips verstrekte ik op een interactieve wijze. Zo heb ik de studenten en docenten verschillende oefeningen en opdrachten laten doen en kwam er een aantal casussen aan bod om de betrokkenheid van de toehoorders te vergroten en een realistisch getrouw beeld van de tip weer te geven. Om de toehoor ders bijvoorbeeld kennis te laten maken met het begrip

priming

liet ik ze de volgende vragen voor zichzelf beantwoorden: ‘

Welke supermarkt heeft het beste fruit?

’, ‘

Welk merk dragen de meeste sporters?

’ en ‘

Welke cola drink ik het liefst?

’. De toehoorders mochten deze vragen beantwoorden, waarna ik een dia liet zien waar een aantal mogelijke antwoorden op vermeld stond. Zo hadden veel toehoorders Lidl, Albert Heijn en Jumbo geantwoord op de eerste vraag, Nike en Puma op de tweede vraag en Coca Cola op de derde vraag. Door deze opdracht werd het begrip

priming

inzichtelijk en persoonlijk gemaakt: des te meer je een bepaald beeld of woord ziet, des te sneller haal je het uit je geheugen. Ook

priming

kun je inzetten in het onderwijs, door de te onthouden kennis gedurende een langere periode visueel te maken in het lokaal.’

17

18

Door je uitverkiezing voor het houden van een

6

willen bijwonen?

Nadine:

‘Danique van Wijk en ik hebben veel overeenkomsten wat betreft onze visie op onderwijs. Bovendien heb ik in het verleden op een prettige manier met Danique samengewerkt. Voor aanvang van de presentaties was ik al op de hoogte van het onderwerp van haar presentatie: verwondering. Voor mij is verwondering een interessant en redelijk onbekend onderwerp. Een onderwerp dat ik graag verder had willen onderzoeken door de presentatie van Danique van Wijk bij te wonen.’

Wat heeft het behalen van de eerste prijs op de

Nadine: 7

‘Allereerst heb ik door het behalen van de eerste prijs gezien hoeveel interesse de studenten van de Thomas More Hogeschool hebben voor psychologie. Uit de reacties van de toehoorders maakte ik op dat ze vanuit de opleiding wel enige psychologische kennis hebben en, net als ik, op zoek zijn naar verdieping. Mede hierdoor heb ik ingezien dat er vanuit de opleiding een hoop waardevolle inzichten worden opgedaan vanuit verschillende vakgebieden, maar dat er behoefte is aan meer input op het gebied van psycho logie. Verder heb ik ervaren hoe ontzettend interessant ik het doceren aan het hoger beroepsonderwijs vind. Door het geven van deze presentatie heb ik kort ervaren hoe het is om les te geven aan studenten. Ik merkte dat ik het erg prettig vond om kennis met volwassenen te delen en uit te wisselen. De Thomas More Dag heeft er kortom voor gezorgd dat ik een nieuwe interesse heb ontdekt: lesgeven in het hbo-onderwijs.’

Je hebt een jaar huiswerkbegeleiding gegeven

8 Nadine:

‘Dit was zeker een bewuste keuze. In 2015 ben ik op zoek gegaan naar een bijbaan die aansloot bij mijn opleiding. Als oud-leerling van het Emmauscollege in Rotterdam moest ik al snel denken aan het Huiswerkinstituut. En toen bleek dat de school nog een begeleider nodig had, kon ik daar één tot twee keer per week aan de slag. Ik vond het vooral erg interessant om me weer te verdiepen in de stof die wordt aangeboden in havo/vwo 1, 2 en 3. Ik merkte dat ik als leerkracht in opleiding op zoek was naar deze uitdaging, waardoor deze bijbaan een mooie kans was. Wegens mijn lio-stage ben ik begin januari gestopt als huiswerk begeleidster. Na mijn afstuderen hoop ik het weer op te kunnen pakken.’

9 Nadine:

‘Ik gaf al aan dat ik niet zeker weet of ik direct aan het werk enigszins. Wellicht krijg ik na mijn lio-stage een beter beeld van wat universitaire masterstudies. Zo heb ik interesse in de master

Onderwijswetenschappen

aan de Universiteit van Utrecht, van het aanbod aan onderwijs gerelateerde studies, maar ik heb nog niet helemaal helder welke voor mij het meest geschikt zijn.’

Wat vond je van de openingsspeech van Peter Heerschop?

Nadine: 10

Ik vind hem echt ontzettend humoristisch, omdat hij zo recht door zee kan zijn. Toen ik hoorde dat Peter Heerschop de openings speech ging verzorgen tijdens de Thomas More Dag, wist ik niet zo goed wat ik moest verwachten. Ik verwachtte zeker een hoop humor, maar ik was ook aangenaam verrast door zijn onderliggende boodschappen. De tweede helft van mijn minor heb ik me verdiept in de motivatiepsychologie. Ik heb geleerd wat motivatie inhoudt, hoe het te beïnvloeden is en wat hierbij wel en niet eff ectief werkt op het stimuleren van gewenst gedrag. Door dit onderzoek ben ik kritischer gaan kijken naar het eff ect van straff en en belonen in het onderwijs. Wat ik in de speech van Peter Heerschop zo ontzettend pakkend vond, was dat hij aangaf dat ieder kind zijn eigen beloning heeft. Hij stelde dat je niet alle kinderen dezelfde beloning kan geven, maar tegemoet moet komen aan de behoeften van iedere leerling als individu. Deze boodschap is me bijgebleven, omdat dit aansluit bij mijn persoonlijke visie op onderwijs. Peter Heerschop maakte hier een belangrijk punt dat naar mijn mening door iedereen gehoord mag worden.’

Harry Beuvens

“ ik was ook aangenaam verrast door zijn onder liggende boodschappen ”

RVKO

ERIER

Jaargang 17 | nummer 3 | maart 2016

Hier binnen klopt het van boem-boem-boem

Burgemeester Ahmed Aboutaleb heeft een zeer drukke agenda. Toch vond hij nog tijd om op 27 januari af te reizen naar Rozenburg om de kleuters van de Rozenhorst voor te lezen. Hoewel de ambtsketen van de burge meester slechts bij offi ciële plechtigheden wordt gedragen, had hij de keten tijdens het voorlezen omgehangen. Inderdaad: de jeugd doet er voor de burgemeester zeer toe! Wat hebben wij toch een bijzondere burgemeester in Rotterdam…

‘Haas, Haas, het gaat niet goed met mij. Kom binnen, ga zitten en vertel eens wat er aan de hand is.’ Kikker zegt: ‘Soms heb ik het warm en soms weer koud, en hierbinnen klopt het van boem-boem-boem.’ (uit: Kikker is verliefd, Max Velthuijs)

De hartjes van de kleuters van KBS de Rozenhorst in Rozenburg klopten afgelopen woensdag 27 januari ook van boem-boem-boem. In het kader van het nationale voorleesontbijt is burgemeester Aboutaleb komen voorlezen. Een echte burgemeester heeft volgens de kleuters ook een echte burgemeestersketting om en gelukkig had burgemeester Aboutaleb zijn ambtsketen om, want zo heet het offi cieel vertelde hij de kleuters. Na een uitgebreide inspectie van de ketting door de kleuters begon de burge meester met het voorlezen van het boek:

‘Kikker is verliefd’

. Ademloos hebben de ruim 65 kinderen geluisterd naar dit ontroerende en leuke verhaal van een verliefde kikker. Omdat de burgemeester het zo leuk vond om op KBS de Rozenhorst te komen voorlezen, kreeg de school als bedankje een mooi en leuk voorleesboek over Rotterdam:

‘Feest’

. Kortom: De voorleesdagen zijn op KBS de Rozenhorst superleuk geopend. De komende dagen staat ‘voorlezen’ op het menu van het ontbijt van alle leerlingen van de Rozenhorst. Dat wordt smullen, maar vooral heerlijk luisteren.

De leerkrachten van de groepen 1 en 2 van KBS de Rozenhorst 19

Scholenpost

Annemarie van der Jagt zag tot haar verwondering haar blije kleuters op de traditionele

lammetjesdag

zo mak als lammetjes ronddartelen. Met de Theresiaschool gaat het al jaren goed. Gelukkig gaat het nu met Feyenoord ook weer de goede kant op; algemeen directeur Eric Gudde las weer met plezier de leerlingen uit groep 3 en 4 voor. Het waren geen sprookjes!

Lammetjesdag

Woensdag 27 januari zijn we met de kleuters naar lammetjsdag geweest. We hebben lammetjes mogen knuff elen, een ritje op een pony gemaakt, gespeeld in het strobalenkasteel en een ritje met de huifkar gemaakt. De kleuters hebben een topdag gehad, die georganiseerd werd door ‘De stad uit’. Toppunt van verwondering.

Voorleesontbijt

Groep 3 en 4 van de Theresiaschool zijn te gast geweest in het Feyenoordstadion, waar zij een heerlijk ontbijt voorgeschoteld kregen en voorgelezen werden door de heer Eric Gudde, algemeen directeur van Feyenoord.

“ De kleuters hebben een topdag gehad “

20

In gesprek met

Dorothee van Kammen

(2)

‘ Leraren moeten het verhaal van hun kinderen leren lezen’

Je hebt ooit tijdens een toespraak gezegd dat je in het onderwijs vakidioten moet hebben. Kun jij die uitspraak verduidelijken?

‘Is dat zo? Misschien heb ik dit bedoeld: leraren basisonderwijs zijn generalisten. Ze moeten pedagogisch sterk zijn, inhoude lijk gedreven en didactisch vindingrijk. Op de opleiding ontmoeten ze specialisten: pedagogen en vakdocenten op het gebied van rekenen/wiskunde, taal, kunstvakken, WO-vakken, godsdienst en levensbeschouwing, bewegingsonderwijs. Voor het onderwijs op de pabo is het van belang dat die specialisten samenwerken om een samenhangend programma te bieden. Ze moeten dus nieuwsgierig zijn naar elkaar, naar verschillen en overeenkomsten in hun vakconcepten en didactiek. Ze moeten heel goed weten hoe je kinderen iets leert over hun vak en hoe de praktijk van de basisschool er uitziet.’

Geloof in kinderen nooit opgeven

‘En ze moeten allemaal gaan voor de missie om leraren op te leiden die het verschil maken en hun geloof in kinderen nooit opgeven. Maar ze hoeven geen generalisten te worden. Want voor studenten is het heel inspirerend om docenten te ontmoeten die rekenen/wiskunde het mooiste ter wereld vinden, alles weten over ontwikkelingspsychologie of zaken steeds in historisch perspectief plaatsen. Het is aan studenten om die inspiratie te integreren in hun eigen ‘werkconcept’. En het mooiste is als studenten daarbij ook een eigen ‘specialisatie’ ontwikkelen en in de scholen vervolgens de ruimte krijgen om daar dan heel goed te worden. Want ook voor kinderen kan het heel inspirerend zijn om mensen te ontmoeten die ‘gek’ zijn van techniek, of drama of programmeren of welk specialisme dan ook.’

RVKO

ERIER

Jaargang 17 | nummer 3 | maart 2016

Pabo-opleidingen zijn de laatste jaren sterk verbeterd. Dat blijkt uit de visitaties van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie organisatie (NVAO). In het verleden kregen de opleidingen tot leraar basis onderwijs veel kritiek omdat de studenten over weinig vak kennis beschikten en slecht konden spellen en rekenen. Hebben de verplichte taal en rekentoetsen in het eerste jaar het niveau omhoog getild of spelen ook andere factoren daarin een rol?

‘Er zijn niet alleen taal en rekentoetsen ingevoerd die studenten moeten behalen in het eerste jaar, maar pabo’s hebben ook sterk geïnvesteerd in de ontwikkeling van kennisbases voor alle vakken. Die kennisbases beschrijven wat een startbekwame leraar moet weten op het gebied van vakinhoud en didactiek. Alle kennisbases zijn inmiddels ingevoerd en de kennisbases op het gebied van rekenen/ wiskunde en taal worden landelijk digitaal getoetst. Dat zijn pittige toetsen in het derde jaar van de pabo, die velen die werkzaam zijn in de praktijk niet zullen kunnen maken (op de website 10voordeleraar.nl staan proeftoetsen om uit te proberen). Inmiddels hebben we twee jaar ervaring opgedaan en blijken de studenten goed voorbereid. Thomas More Hogeschool behoort landelijk gezien zelfs tot de best presterende pabo’s als het om deze toetsen gaat.’

Investeren in onderzoekslijnen

‘Maar niveau gaat over veel meer dan kennis. Door pabo’s is ook sterk geïnvesteerd in de onderzoekslijn in het programma en het niveau van het eindassessment. ‘Hbo-niveau’ volgens internationale standaarden, gaat bijvoorbeeld om je vermogen om een samenhangende visie op goed onderwijs te verantwoorden vanuit theorie en die visie dan ook te tonen in je aanpak in de praktijk. Bij de accreditatie hebben pabo’s laten zien dat ze flink geïnvesteerd hebben in vakkennis en eigen vaardigheid op het gebied van taal en rekenen. Maar over vier jaar zullen we beoordeeld worden op hele andere criteria. Natuurlijk moeten we het goede van de afgelopen jaren behouden, maar als je kijkt naar recente beleidsrapporten als 2032, zal er dan gekeken worden of we tegemoet komen aan verschillende behoeftes van studenten door bijvoorbeeld meerdere opleidingsroutes aan te bieden. Maar ook of we studenten genoeg leren over onderzoekend & ontwerpend leren, of studenten leren om thematisch onderwijs te ontwerpen vanuit verschillende vakken en of ze Engels durven te geven aan jonge kinderen.’

“ Niveau gaat over veel meer dan kennis “

Na de invoering van de toelatingstoetsen hebben zich 30 % minder studenten aangemeld bij de opleidingen tot basisschoolleraar. Met het oog op de verwachte lerarentekorten is dat een zorgelijke ontwikkeling. Deel jij die zorg?

‘De nieuwe toelatingstoetsen gaan niet over taal en rekenen, maar over voorkennis van Aardrijkskunde, Geschiedenis, en Natuur (Biologie en of Natuurkunde). Die toetsen zijn wel erg snel ingevoerd, waardoor potentiele studenten nauwelijks de gelegenheid hadden zich goed voor te bereiden. Dat is dit jaar al veel beter. Daarnaast is het ook goed dat studenten nu bij de start van de opleiding meteen aan de slag kunnen met didactiek en pedagogiek en we niet eerst die basiskennis hoeven op te halen. Het eerste jaar kunnen ze dan echt onderzoeken of het beroep bij ze past, want daarover zeggen die toelatingstoetsen natuurlijk niks. En ja, in Rotterdam zijn de komende jaren zeker leraren nodig, in de ‘krimpregio’s’ ligt dat anders. Dus we zijn heel actief om studenten te werven en ondersteuningsprogramma’s te bieden voor de voorbereiding op de toelatingstoetsen.’

Thomas More Hogeschool zet tijdens de opleiding tot leerkracht sterk in op praktijkgericht onderzoek. Hoe krijgt dat beleid in de ‘praktijk’ gestalte?

‘Sinds een aantal jaren is er op hogescholen meer aandacht voor de onderzoeksfunctie van het hbo. Aanvankelijk hadden hogescholen de neiging om te doen wat universiteiten doen maar dan in een ‘lightversie’: er werden lectoren aangesteld, zoals universiteiten hoogleraren hebben, en onderzoeks kringen gestart. Op de opleiding werd een onderzoekslijn geïntrodu ceerd en de eisen aan de afstudeerwerken van studenten moesten gebaseerd zijn op onderzoek. Toch was er nog veel onduidelijkheid over wat toekomstige leraren basisonderwijs nu moesten leren op het gebied van onderzoek. Inmiddels ontstaat daarover een helderder beeld. Leraren hoeven geen onderzoekers te worden. Ze kunnen zich daarin later wel verder ontwikkelen als ze dat willen (door een master te doen en eventueel te promoveren). Maar van hbo-professionals zoals, leraren basisonderwijs, wordt wel een nieuwsgierige en

onderzoekende houding

verwacht: dat je in staat bent om je eigen praktijk systematisch te verantwoorden en te verbeteren op basis van kennis over wat werkt (evidence-informed). Gedurende de opleiding onderzoeken en verbeteren studenten hun eigen leerkrachtgedrag door actieonderzoek en leren ze onderwijs ontwerpen door ontwerpgericht onderzoek.

21

22

Bij beide hoort een aantal stappen: systematisch gegevens verzamelen (wat weet ik er al van, hoe kan ik meer gegevens verzamelen vanuit verschillende perspectieven zoals gesprekken met kinderen en experts, data over leerresultaten, literatuur, observaties), analyseren aan welke eisen je nieuwe aanpak moet voldoen, het ontwerpen van die nieuwe aanpak, uitvoeren van die aanpak en evalueren wat werkt voor jou in die situatie.’ hogescholen en kennisinstituten. In de regio werken we samen met de Educompabo’s (Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Zeeland, Haagse Hogeschool, Hogeschool Leiden). Daarnaast werken we steeds meer samen met de andere zelfstandige pabo’s/ kleine hogescholen in het land, allemaal pabo’s van hoge kwaliteit. Onder de naam Radiant gaan we een werkver band aan waarbij we kennis kunnen delen en samenwerken bij de opzet van bijvoorbeeld een nieuwe masteropleiding of internationaliseringsactiviteiten. Op dit moment leren onze opleidingsdocenten al van elkaar tijdens de peerreviews die we organiseren rond Wetenschap & Technologie: onderzoekend en ontwerpend leren. We zijn intensief bezig met een project om onderzoekend en ontwerpend leren steviger te verankeren in het programma van de pabo. Daarbij werken we ook samen met TU Delft en de Erasmus Universiteit. En met de Erasmus Universiteit hebben we ook afspraken over goede aansluiting op hun masteropleidingen, onder andere voor studenten die bij ons het driejarig vwo’erstraject doen.’

Opbrengstgericht werken

‘Mooi is natuurlijk dat deze aanpak studenten ook voorbereidt op opbrengstgericht werken en het werken met een kindvolg systeem. De lectoraten hebben taak om praktijkgericht onderzoek te doen, samen met opleidingsdocenten en met de scholen. Dat levert nieuwe kennis op die bijdraagt aan voortdurende verbetering van het onderwijs. Zij moeten het onderzoek dus zo opzetten dat ze uitspraken kunnen doen die ‘generaliseerbaar’ zijn: niet alleen wat werkt voor die persoon in die situatie maar wat algemeen werkt in dit soort situaties. Thomas More Hogeschool is verbonden met twee lectoraten: ‘Passend Onderwijs/ Inclusive Education’ van Annemieke Mol Lous en ‘Natuur en ontwikkeling kind’ van Dieuwke Hovinga. En we willen ook een eigen lectoraat opzetten over hoe we leraren het beste kunnen toerusten voor de superdiversiteit in wereldstad Rotterdam met alle verschillen ook op levensbeschouwelijk gebied.’

Wat zijn de huidige samenwerkings verbanden van de Thomas More Hogeschool?

‘In de eerste plaats natuurlijk ons Educatief Partnerschap met zeven katholieke schoolbesturen in Rotterdam en omgeving: SIKO, WSKO, Floreo, de Groeiling, Laurentius, SKOP en natuurlijk de RVKO. Bij elkaar hebben zij 120 basisscholen en die zijn van vitaal belang voor het opleiden van studenten. De pabo is de enige hbo-opleiding waar studenten al vanaf jaar 1 leren in de stage en dat gedurende hun hele opleiding blijven doen. Voor onze bijna 600 studenten zijn dus 600 stageplaat sen nodig en evenzoveel mentoren in de scholen die onze studenten begeleiden in de groep. Dat vraagt een enorme organisatie en grote betrokkenheid om samen te werken aan kwaliteit. Daarnaast vinden we het, als kleine hogeschool, belangrijk om sterke netwerken te ontwikkelen met andere

Op 4 februari was de eerste Thomas More Dag op de pabo, waarbij de redactie van de koerier aanwezig was. Het werd een prachtig evenement. Heb jij dat ook zo ervaren?

‘Ja, mooi was dat, hé! Dit jaar was het precies 500 jaar geleden dat Thomas More zijn bekendste werk ‘Utopia’ schreef. Onze studievereniging is daarnaar vernoemd. We hebben het eeuwfeest aangegrepen om een middag te organiseren waarbij onze vierdejaars presenteren wat ze hebben geleerd tijdens hun keuzeminor. Minoren zijn programma’s van een half jaar waarbij studenten kunnen kiezen om zich verder te verdiepen in Passend Onderwijs, Innovatie, Bewegings onderwijs, Cultuuronderwijs, Internationalisering, Wetenschap &Technologie of een programma bij een andere hogeschool. In februari hebben ze dat afgerond en zijn zij gestart met het laatste onderdeel van de opleiding: hun LIO-stage.’

Peter Heerschop

‘Op de Thomas More Dag hebben studenten workshops gegeven over hun minor. Deze werden beoordeeld door een jury waarin de bestuurders van al onze convenantpartners zitting hadden. De schoolbesturen hebben het ook mogelijk gemaakt om de winnaar een prijs uit te reiken: de eerste TMH-onderwijsprijs. Het was een bijzonder feestelijke dag, ook door de prachtige opening van Peter Heerschop. De mooiste zin uit zijn betoog “Leraren moeten het verhaal van kinderen leren lezen” bleef lang rondzingen. Ook het optreden van oud-Thomas Morianen met het prachtige schoollied uit lang vervlogen jaren maakte indruk. De Thomas More Dag is zeker voor herhaling vatbaar!’

Harry Beuvens

Noot van de redactie: Het eerste gedeelte van het interview verscheen in de kerstkoerier

RVKO

ERIER

Jaargang 17 | nummer 3 | maart 2016

Scholenpost Groep 3 van De Horizon in het zonnetje gezet

‘Aap, noot en ook mies’ zijn gelukkig allang achter de horizon verdwenen. In groep drie op basisschool de Horizon zijn ze met het leren van de letters van het alfabet beslist in het jaar 2016 aanbeland. En opgelet: de ‘z’ van zonnetje straalde op een vrijdag in februari uitbundig, toen de ouders en opa’s en oma’s de ‘geletterdheid’ van de kleuters luister kwamen bij zetten.

Eindelijk is het zo ver. Een half jaar lang hebben de kinderen van groep 3 keihard gewerkt en geoefend, met als resultaat dat zij nu alle letters kennen! Tijd voor een verrassingsfeest, vinden de juff en. Op vrijdag zitten de kinderen ’s middags nietsvermoedend hard te werken. Plotseling gaat zachtjes de deur van het lokaal open en voordat de kinderen door hebben wat er aan de hand is, staat heel het lokaal vol met papa’s, mama’s en zelfs opa’s en oma’s.

“ De ‘z’ van zonnetje straalde uitbundig ”

De kinderen krijgen spontaan de slappe lach en proberen op alle mogelijke manieren te achterhalen wat hier aan de hand is. Als de rust is wedergekeerd kan het feest beginnen. Tijdens een letterspeurtocht, voorbereid door kinderen van groep acht, gaan de kinderen op zoek naar letters. In de aula, hal of op het speelplein? Leuk dat papa, mama, opa of oma kan helpen! Lieve kinderen van groep acht schenken ondertussen limonade in en versieren cake met letters. Als de kinderen, ouders en grootouders terugkomen in de klas kan er gesmikkeld worden. Tot slot krijgen alle kinderen een mooi letterdiploma en nemen ze zo trots als een pauw het luide applaus in ontvangst. Het weekend kan nu voor groep drie beginnen met een rugzak vol letters. Wel zesentwintig!

23

Lees, lezer, leest!

Alles draait om geld

Jan Terlouw (Oorlogswinter) en Hoogleraar Gert Biesta (lid van de Raad van Toezicht TMH)

In de week van 15 februari stond een interview in De Volkkrant met Terlouw en een interview in Trouw met Biesta. Met andere woorden lijken ze hetzelfde te zeggen. Terlouw

wordt geïnterviewd vanwege het verschijnen van zijn biografi e. Hij heeft er niets mee. Hij heeft zijn medewerking geweigerd en tegen de auteur gezegd: ‘Kom maar terug als ik dood ben’. Hij is ook niet van plan het boek te gaan lezen. ‘Ik wil niet een boek lezen waarin ik op elke bladzijde voorkom.’ Het gesprek gaat over de veranderende maatschappij. ‘Ik hoor wel eens om me heen: “Wat ben je links geworden”.’ Hij ontkent. Zijn standpunten zijn helemaal niet zo veranderd, zegt hij. De maatschappij is veranderd. Hij heeft wel min of meer dezelfde standpunten. Men noemt die links omdat de maatschappij zo verrechtst is. Hij geeft voorbeelden: het kapitaal regeert, de bankwereld met haar schandelijke gedrag; Shell dat zich verbeten op de fossiele brandstoff en stort en niet op duurzaamheid, de politici krijgen er van langs, de publieke moraal; zelfredzaamheid als moderne deugd; het gebrek aan integri teit. ‘We gaan kapot aan het neoliberalisme.’ Bij terugtreden uit openbaar bestuur wegens niet-functioneren, hield je twintig jaar geleden angstvallig je mond; nu eis je met veel bombarie een gouden handdruk. Dat was vroeger ondenkbaar. kleiner en kleiner. Ook

Biesta

constateert dat alles om geld draait. Alles doen om te komen tot meetbare (onderwijs-)prestaties, meten en kwantifi ceren, dat telt. De bedoeling van het onderwijs, refl ectie als vorm van volwas senheid, niet alleen op jezelf gericht, leidend tot de kernwaarden ecologie, democratie en zorg voor elkaar, die zijn behoorlijk op de achtergrond geraakt. Volgens Biesta is de strikt kapitalistische opvatting over de heilzame werking van eigen belang strijdig met goed onderwijs. Het gaat uiteindelijk niet om wie je bent, maar om hoe je bent. Het verschil van opvatting tussen de interviewer en Biesta blijkt onder meer uit de vraag die vervolgens wordt gesteld. ‘Hoe geef je dat plaats binnen het lespro gramma? Daar vind je dit soort noties niet terug’. Biesta moet dan uitleggen dat dit niet in lesprogramma’s te vatten is. Je ziet het in de school als gemeenschap. Een goed docent is namelijk ook een pedagoog. De voorbeelden van onbegrip over de pedagogische opvat tingen van Biesta rijgen zich aaneen. Hij wordt niet moe te herhalen dat het verhaal van schepping als productie dominant is geworden. We zitten er midden in: controleren van leeropbrengsten, het idee van totale controle. Het geven van vertrouwen is de andere kant. Je weet niet hoe de ander zal gaan handelen maar je geeft het vertrouwen toch. Wat heeft dat met Terlouw te maken? Uit zijn kinderboek spreekt het vertrouwen dat er mensen zijn die het goede doen, ongeacht de omstandigheden. Niet alleen eisen, concurreren en overleven. Het gaat om de betekenis van het leven zelf.

“ Alles doen om te komen tot meetbare (onderwijs-) prestaties, meten en kwantifi ceren, dat telt ”

De pedagogische dimensie van het onderwijs is uit de universitaire wereld verdwenen. Wetenschap als louter empirisch opgevat, leidt niet altijd tot beter onderwijs. De vraag naar opbrengsten is dominant. Wel veel pedagogiek als instrumentele vaardigheid. Orthopedagogiek is grotendeels gericht op en leer- en ontwikkelingsproblemen. Pedagogiek als wetenschap die zich bezighoudt met fundamentele normatieve vragen wordt

De boekhandel heeft een eenmalige speciale uitgave van 250.000 exemplaren laten maken van Terlouws

Oorlogswinter

. Voor € 1,- is het te koop. Het moet kinderen de kans geven kennis te maken met het ‘betere kinderboek’. Hoeveel beter het is en hoeveel betere mensen de hoofdpersonen van het boek zijn, is niet zo belangrijk. Alleen al het feit dat ze deden wat ze onder de omstandigheden noodzakelijk vonden, is al zo anders. Ze lieten zich sturen door idealen, niet door geld. Kopen dus.

Jos de Klerk

Personalia

Geboren

3 november

Jasper

zoon van Frank en Angela van Aken (Maasoever) 28 november

Nikki

dochter van Günther en Renate Bouwens-van Dijk (Min. Marga Klompé) 30 november

Evy

dochter van Paul en Nicky Terpstra (De Schakel) 5 december

Tess

dochter van Maikel en 9 december

Siem

zoon van Michel en Naomi Verheij-van der Veen (Paus Johannes) 17 december

Hidde Marien Wietse van Welzenis

dochter van Wouter en Judith (Judith Kamp Pieter Bas) 17 december

Evi

dochter van Jeroen en Suzan Huisman (Trinoom) 28 december

Lynn

dochter Richard en Dinja Terlouw-van Leijenhorst (Paus Joannes) 2 januari

Sven

zoon van Daan en Marieke Blanc-Klijnsmit (Albert Schweitzer) 4 januari

Boaz

zoon van Iris Oldenburg 6 januari

Maud

dochter van Geert-jan (Pionier) en Nienke Schipper (De Vijfster)

Teun

zoon van Laura Carlijn, Mees van der Vliet -Diemel (Willibrord) 21 januari

Mason

zoon van Léon en Cennet Gok (de Maasoever) 29 januari

Danilo

zoon van Patrick en Emily Cancedda-van Turnhout (Pieter Bas) 2 februari

Jans

dochter van Maartje en Willem Kleinmann (Klinker) 11 februari

Jesper

zoon van Sandra en Niels Vissers-Huibrechtse (Tarcisius) 14 februari

Gijs

zoon van Merel van der Sluis en Sander van den Ouden (Bestuur bureau RVKO) 15 februari

Liselotte

dochter van Jeroen en Nellie Mulder - de Jong (Kleine Prins)

Daan

zoon van Tim en Gaby 2 maart

Jens

zoon van Peter en Irma Vijverberg (Stephanus)