Orde van dienst - Emmauskerk Middelharnis

Download Report

Transcript Orde van dienst - Emmauskerk Middelharnis

DAGERAADDIENST
op Paaszondag
Emmauskerk, Middelharnis
zondag 27 maart 2016
07.00 uur
Liturgen: Ds. Leen Jan Lingen en anderen
Organist: Dhr. Bram van Rumpt
Voorbereiding
We komen samen in het donker in de hal van het kerkgebouw en we krijgen een
kaars en een orde van dienst.
De Paaskaars brandt en de voorganger spreekt de woorden:
V. Christus is het licht (Het licht wordt nu doorgegeven)
Wie doorgeeft zegt: Christus is het licht
Wie ontvangt zegt: Amen
Bemoediging en drempelgebed
V. Onze hulp is in de naam van de Heer die hemel en aarde gemaakt heeft.
O Heer, U die heden door de overwinning van uw eerstgeborene op de dood de
eeuwigheid ontsloten hebt, wil nu ook wat U aan hoop gewekt hebt door uw hulp
verwezenlijken. Door Jezus uw Zoon.
A. Amen.
Zingen: Lied 767
(we gaan de kerk binnen en maken al zingend met brandende kaarsen een intocht in
de kerkzaal, de paaskaars voorop. We nemen plaats op de voorste rijen)
1.De toekomst van de Heer is daar
en voor zijn voeten uit
gaan vrede en rechtvaardigheid
als bruidegom en bruid.
2.De trouw zal bloeien als een roos
en zie, gerechtigheid
zal uit de hemel moeiteloos
neerdalen in de tijd.
3.Voorwaar, het heil is nu nabij,
uw goedertierenheid.
En vol verwachting zingen wij:
God roept de vrede uit!
4.Sta op, o God, en maak het waar
wat heel uw kerk bezingt:
dat heel uw schepping weer ontwaakt
uit haar betovering.
5.Want groot zijt Gij en daden groot
zijn door uw hand gedaan;
het graan ontkiemt ternauwernood,
het sterft om op te staan.
6.Gij hebt de groeve toegedekt
waarin de korrel viel
om weer te worden opgewekt:
Adam met hart en ziel.
7.Nu is de dag van oogsten daar,
het hoogste van de tijd;
een koning als een korenaar
staat op in majesteit.
Lof van het licht
(bewerking van de aloude Latijnse Lichtprefatie voor de Paasnacht)
V. Allen hier tegenwoordig
om uw stem te verheffen
en de opstanding te vieren:
Verheft uw harten!
Het is goed, Barmhartige,
U met hart en ziel toe te zingen en te zegenen.
Want de doodsmacht ging voorbij
aan de deur van uw volk.
Zo was het in deze nacht,
toen U Israël uit Egypte bevrijdde
en hen op het droge door de zee geleidde:
de nacht, waarin U als een vuurkolom
het donker hebt verdreven.
Dit is de nacht,
die heel de aarde rond
gevierd wordt als de nacht van de bevrijding
uit het duister van de kwade machten.
Dit is de nacht,
waarin de eerstgeborene, de mensenzoon,
de banden van de dood heeft losgemaakt
en machteloosheid heeft doorbroken.
Het leven had geen zin, Heer onze God,
als wij niet konden hopen
op een omgekeerde wereld,
als niet het licht van uw aanschijn
over ons was opgegaan.
Daarom zegenen en danken wij U,
Lichtende!
Laat dan het licht, Heer onze God,
dat U in ons midden hebt ontstoken
- laat deze kaars - teken waaraan wij ons koesteren,
dan nooit meer verkwijnen in ons midden,
wijs ons een weg in het licht van Pasen.
Maak zo ook óns tot licht
temidden van zoveel duister in deze wereldtijd.
Door Hem, Messias Jezus,
die is opgegaan als de morgenster.
Zingen: Lied 100:1,4
1.Juich Gode toe, bazuint en zingt.
Treed nader tot gij Hem omringt,
gij aard' alom, zijn rijksdomein,
zult voor den Heer dienstvaardig zijn.
4.Want God is overstelpend goed,
die ons in vrede wonen doet.
Zijn goedheid is als morgendauw;
elk nieuw geslacht ervaart zijn trouw.
Dienst van de Schrift (Jongere en Voorganger)
J. Waarom is deze nacht zo anders dan alle andere nachten? Waarom luisteren wij
naar wat we al lang wisten en waarom gaan we terug naar het begin?
V. Om niet te vergeten wie wij zijn en te herkennen en te geloven dat wij mensen van
God zijn.
J. Waarom is deze nacht zo anders dan alle andere nachten? Want elke nacht
slapen wij en nu zijn wij samen om te waken.
V. Omdat wij slaven zijn geweest, maar tot vrijheid werden geroepen, omdat wij
gered werden om voor altijd bij elkaar te horen.
J. Waarom is deze nacht zo anders dan andere nachten?
V. Omdat wij verhalen moeten horen over wat God aan ons deed, zodat wij nu zullen
opleven en zeggen:
A. God is goed.
MUZIKAAL INTERMEZZO
V. Dit is de nacht waarin wij gedenken hoe God de hemel en de aarde geschapen
heeft en het licht deed opgaan in de duisternis.
Lezing: Job 38:12-14
12 Heb jij ooit de morgen ontboden,
de dageraad zijn plaats gewezen,
13 om de uiteinden van de aarde te pakken
en de goddelozen van haar af te schudden?
14 Als klei waarin een zegel wordt gedrukt, zo krijgt de aarde vorm,
haar oppervlak wordt gedrapeerd als een kleed.
Zingen: Lied 162:1
In het begin lag de aarde verloren
in het begin in de duisternis;
God sprak zijn woord en het licht werd geboren,
’t licht dat vandaag onze dag nog is.
V. Dit is de nacht waarin wij gedenken, hoe God een nieuw begin maakte met zijn
schepping en via zijn knecht een verbond sloot met alle volkeren.
Lezing: Jesaja 42:1-7
1 Hier is mijn dienaar, hem zal ik steunen,
hij is mijn uitverkorene, in hem vind ik vreugde,
ik heb hem met mijn geest vervuld.
Hij zal alle volken het recht doen kennen.
2 Hij schreeuwt niet, hij verheft zijn stem niet,
hij roept niet luidkeels in het openbaar;
3 het geknakte riet breekt hij niet af,
de kwijnende vlam zal hij niet doven.
Het recht zal hij zuiver doen kennen.
4 Ongebroken en vol vuur
zal hij het recht op aarde vestigen;
de eilanden zien naar zijn onderricht uit.
5 Dit zegt God, de HEER,
die de hemel heeft geschapen en uitgespannen,
die de aarde heeft uitgehamerd
met alles wat zij voortbrengt,
die de mensen op aarde levensadem geeft,
en levensgeest aan allen die daar verkeren:
6 In gerechtigheid heb ik, de HEER, jou geroepen.
Ik zal je bij de hand nemen en je behoeden,
ik neem je in dienst voor mijn verbond met de mensen
en maak je tot een licht voor alle volken,
7 om blinden de ogen te openen,
om gevangenen te bevrijden uit de kerker,
wie in het duister zitten uit de gevangenis.
Zingen: Lied 459:1,2,3,4
1.Ik breng een rechter aan het licht,
zo spreekt de Heer, en zijn gericht
zal over alle volken gaan,
de tirannie heeft afgedaan.
2.Een koning bij de gratie Gods,
het onrecht breekt hij en de trots
van die grootspreken in hun waan
en kleinen naar het leven staan.
3.Hij is geen schreeuwer in de straat,
geen holle klank, geen potentaat,
de roep van zijn verlossend woord
wordt in het verste land gehoord.
4. Een riet dat buigt in weer en wind,
zo is mijn knecht, een mensenkind;
wat is geknakt, verbreekt hij niet,
zijn adem heelt gelijk een lied.
V. Dit is de nacht waarin wij gedenken, hoe God een nieuw begin maakte met zijn
schepping en eens en voor altijd zijn volk bevrijdde.
Lectorlezing: Exodus 14:26-31
26 De HEER zei tegen Mozes: ‘Strek je arm uit boven de zee; dan stroomt het water
terug, over de Egyptenaren en over al hun wagens en ruiters.’
27 Mozes gehoorzaamde, en toen de dageraad aanbrak, stroomde de zee terug
naar haar gewone plaats. De Egyptenaren vluchtten het water tegemoet, de HEER
dreef hen regelrecht de golven in.
28 Het terugstromende water overspoelde het hele leger van de farao, al zijn
wagens en ruiters, die achter de Israëlieten aan de zee in gereden waren; niet een
van hen bleef in leven.
29 Maar de Israëlieten waren dwars door de zee gegaan, over droog land, terwijl
rechts en links van hen het water als een muur omhoogrees.
30 Zo redde de HEER de Israëlieten die dag uit de handen van de Egyptenaren.
31 Toen ze de Egyptenaren dood langs de zee zagen liggen en het tot hen
doordrong hoe krachtig de HEER tegen Egypte was opgetreden, kregen ze ontzag
voor de HEER en stelden ze hun vertrouwen in hem en in zijn dienaar Mozes.
Zingen: Lied 350:4,7
4.Wij staan geschreven in zijn hand,
Hij voert ons naar ’t beloofde land.
Als kinderen gaan wij zingend voort,
de Vader is het die ons hoort.
7.Gij heft de aarde aan het licht
door diepte heen en door gericht,
eens zal zij bloeien als een roos,
een dal van rozen, zondeloos!
Litanie (Gebeden door de diaken)
D. God van de schepping, van het licht in onze ogen, van de grond onder onze
voeten en het dak boven ons hoofd, van de feestdag in het vooruitzicht; God van de
regenboog, van de redding uit de ondergang en telkens weer opnieuw beginnen, van
bondgenootschap tegen onheil en vrede voor altijd,
U roepen wij aan:
A.
Heer ontferm u
D.
God van de uittocht, van redding voor uw volk; God van de aartsvaders en
profeten, God van Israël; God van Jezus uw mens, van al zijn aanrakingen, van zijn
opwekkende
woorden, van zijn sterven voor ons, van zijn levensgeest in ons hart,
U roepen wij aan:
A.
Heer ontferm u
D.
God van al uw heiligen, van apostelen en martelaren, van al die grote namen
en van alle kleine mensen die U in stilte dienden; om gerechtigheid op deze aarde,
om vrede voor alle volkeren, om verzoening tussen de mensen, om bevrijding voor
verdrukten, bidden wij U:
A.
Heer ontferm u
D.
Om licht in alle duisternis, om kracht in alle zwakheid, om uitzicht voor wie
wanhopig zijn, om inzicht voor wie in verwarring verkeren, bidden wij U, om wijsheid voor
wie regeren, om eerlijkheid voor wie ons vertegenwoordigen, en om de bereidheid
voorrang te geven aan hen die achtergesteld zijn, bidden wij U:
A.
Heer ontferm u
D.
Heer, ontferm U, blijf aanwezig, schud ons wakker, maak ons levend, voor nu en
voor altijd door Jezus uw Paasmens.
A.
Amen.
Lezing van het opstandingevangelie
V.
Dit is de grote nacht waarin de Messias de banden van de dood heeft
verbroken en is opgestaan als de Eerste der mensen.
A. Halleluja!
V. Hoort het evangelie van onze Heer Jezus Christus! (allen gaan staan)
V. Marcus 16:1-7
1 Toen de sabbat voorbij was, kochten Maria uit Magdala en Maria de moeder van
Jakobus, en Salome geurige olie om hem te balsemen.
2 Op de eerste dag van de week gingen ze heel vroeg in de ochtend, vlak na
zonsopgang, naar het graf.
3 Ze zeiden tegen elkaar: ‘Wie zal voor ons de steen voor de ingang van het graf
wegrollen?’
4 Maar toen ze opkeken, zagen ze dat de steen al was weggerold; het was een heel
grote steen.
5 Toen ze het graf binnengingen, zagen ze rechts een in het wit geklede jongeman
zitten. Ze schrokken vreselijk.
6 Maar hij zei tegen hen: ‘Wees niet bang. U zoekt Jezus, de man uit Nazaret die
gekruisigd is. Hij is opgewekt uit de dood, hij is niet hier; kijk, dat is de plaats waar hij
was neergelegd.
7 Ga terug en zeg tegen zijn leerlingen en tegen Petrus: “Hij gaat jullie voor naar
Galilea, daar zullen jullie hem zien, zoals hij jullie heeft gezegd.”’
V. De Heer is opgestaan!
A. De Heer is waarlijk opgestaan, Halleluja!
(allen gaan zitten)
De lichten in de kerk gaan aan en de kaarsen kunnen gedoofd worden; zij hebben
hun dienst verricht.
Zingen: Lied 632:1,2
1.Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en gegeven.
Laat ons Hem loven en danken, verheugd dat wij leven.
Diep in de nacht heeft Hij verlossing gebracht
heeft Hij ons licht aangeheven.
2.Waren wij dood door de zonde verminkt en verloren,
doven van harte, verhard om zijn woord niet te horen,
Hij is zo groot, Hij overmande de dood.
Wij zijn in Jezus herboren.
(allen gaan zitten)
Doopgedachtenis
V. Wij horen hoe de apostel zei, dat wijzelf door de doop van de dood zijn bevrijd en
opgewekt tot nieuw leven.
Lezing: Kolossenzen 2:11-12
11 In hem bent u ook besneden, niet door mensenhanden, maar met de besnijdenis
van Christus, door het afleggen van het aardse lichaam.
12 Toen u gedoopt werd bent u immers met hem begraven, en met hem bent u ook
tot leven gewekt, omdat u gelooft in de kracht van God die hem uit de dood heeft
opgewekt.
Zingen: Lied 351:1,2
1.In U zijn wij begrepen,
in U zijn wij gedoopt.
Uw dood werd ons ten teken,
uw leven onze hoop.
Nu weten wij voorgoed:
Gij zult ons nooit begeven,
uw lichaam is ons leven,
uw offer is ons bloed.
2.Wij zijn in U begraven,
wij staan met U rechtop.
Wij zijn niet langer slaven,
maar kinderen van God.
Een wereld zijn wij oud,
maar nieuw als deze morgen,
geboren ongeborgen,
verloren tot behoud.
(de voorganger gaat bij de doopvont staan)
V. Met Christus zijn wij gestorven en opgestaan,
Dus laten we opstaan en spreken met de kerk van alle tijden en plaatsen:
V. De Heer is onze God,
God onder de goden,
Vader van zijn volk onderweg,
Schepper van hemel en aarde,
die ons de aarde heeft toevertrouwd.
A. Dat geloof ik.
V. Gods vrederijk is nabij gekomen
in Jezus van Nazareth, de Messias
Die redden onder ons is verschenen
Hij roept ons hem te volgen en hem te verwachten
A. Dat geloof ik.
V. De Geest is het die levend maakt,
die ons leidt in de waarheid,
die ons begiftigd met gaven.
En die ons lokt met het visioen
van een wereld waar het menselijk toegaat,
die met ons gaat naar Gods toekomst.
Uiteindelijk een nieuwe hemel en een nieuwe aarde
A. Dat geloof ik.
Laat ons nu samen bidden:
ONZE VADER...
Zegen
V.
A.
V.
A.
V.
A.
De Heer zegene ons
En Hij behoede ons
Hij doe zijn aangezicht over ons lichten
En zij ons genadig
De Heer verheffe zijn aangezicht over ons
En geve ons vrede, amen.
Zingen Lied 233
1.Wat klaarstaat op de tafel,
het goede van het land,
gaat hier met alle liefde
van hand tot hand.
2.Wij zegenen U, Vader,
als gastheer in de kring:
genoeg is er voor vriend en
voor vreemdeling!
3.O bron van alle leven
bewaar ons voor elkaar.
Uw goedheid is het licht, wij
uw kandelaar!
Paasbrood
Nadien besluiten we met het zingen van
:
Voor alle goede gaven Heer zij U de dank en eer
Wij danken U voor daaglijks brood, kracht en gezondheid Heer
Halleluja halleluja halleluja, Amen.
Gezegend Pasen!