Klik hier voor het volledige artikel

Download Report

Transcript Klik hier voor het volledige artikel

OK-reiniging
vereist discipline
Schoonmaken volgens strenge protocollen
Voldoende hygiëne en zorgvuldige reiniging in een ziekenhuis is van levensbelang.
Zowel voor de patiënt als voor het imago van het ziekenhuis. Op elke afdeling,
en vooral op de operatiekamer, is veilig, efficiënt en goed reinigen essentieel.
Jeannine Stesmans, hoofd Schoonmaak en Afvalbeheer bij het Universitair
Ziekenhuis Antwerpen: ‘De wereld van OK-reiniging is een hele aparte.’
Tekst:
Ellen Dobbelaar,
foto’s: ©NFP
Photography Pieter Magielsen
14
Als het gaat om hygiëne, wordt niets aan het toeval
overgelaten in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA). Het totale schoonmaakproces is minutieus uitgewerkt in werkplannen, taakkaarten, opleidingstrajecten, personeelsschema’s en kwaliteitscontroles. Jeannine Stesmans werd in 2009 als hoofd
Schoonmaak/Afvalbeheer aangesteld en zorgde
ervoor dat de schoonmaak werd geïnsourcet. Samen
met Linda Picqueur, Coördinator Schoonmaak/Afval, bracht zij de schoonmaak van het UZA in kaart
en bracht het tot een van de hoogste niveaus. ‘We
krijgen nu regelmatig andere ziekenhuizen op bezoek
die graag willen zien hoe wij de schoonmaak georganiseerd hebben’, zegt Jeannine.
Met een team van 154 personen zorgt Jeannine er
elke dag voor dat 93.959 vierkante meter wordt
schoongemaakt. Denk daarbij aan de entrees, parking, centrale hal – de locaties waar de hele dag veel
mensen komen – maar ook de neonatale zorg, de
intensieve zorg en het operatiekwartier (OK). ‘Het
OK is een wereld op zich. De schoonmaak is een vast
team en voor hen is elke dag anders. Als de OK-zaal
vrij komt, krijgen de schoonmakers een telefoontje
dat ze naar binnen kunnen. Na elke operatie wordt
er schoongemaakt door middel van een tussenpoets
waarbij alles rond de operatietafel wordt schoongemaakt.’ Vooral het zichtbare wordt dan schoongemaakt, zoals de tafel, lampen, toestellen en vloer.
Ook de scrub (waar dokters/verpleegkundigen hun
handen wassen en ontsmetten) en utility (waar vuil
materiaal gereinigd en ontsmet wordt) worden
schoongemaakt. Jeannine vervolgt: ‘Scalpels, scharen
en tangen hoeven schoonmakers daarentegen niet
aan te raken, dat is voor het personeel van het OK.’
Daarna is er nog de eindschoonmaak, als er geen
operaties meer gepland zijn die dag. Het hele OK
wordt dan in eindschoonmaak afgewerkt. Elke dag
zijn dat zeventien operatiezalen, maar er wordt nog
één zaal bijgebouwd, zodat er in februari maar liefst
achttien operatiezalen gebruikt kunnen worden.
‘Alles wat schoonmakers tegenkomen, wordt bij de
eindpoets gereinigd: de ventilatieroosters, de operatielichten, de muren, toestellen, computers et cetera.
De vloer wordt machinaal gereinigd en de hele zaal
15
wordt gedesinfecteerd’, vertelt Jeannine. ‘Eerst wordt
alles rond de operatietafel opgeruimd en schoongemaakt: van daaruit wordt er steeds verder naar buiten toe gewerkt, van boven naar beneden wel te
verstaan. De schoonmaakfrequentie ligt hier beduidend hoger. In een OK voeren we de taken die op
een normale afdeling wekelijks worden gedaan, hier
dagelijks uit’, zegt Jeannine.
Protocollen
Besmettingen zijn de grootste bedreiging voor de
hygiëne in het UZA. De werkwagens/machines van
de schoonmaak blijven op het eind van de dagtaak
op het OK staan. In elke operatiezaal wordt vanzelfsprekend schoongemaakt met desinfecterend producten, schone doeken en moppen. In de schoonmaakwagen wordt schoon en vuil duidelijk gescheiden gehouden en na het verlaten van elke ruimte gaat
alles de was in. En, er geldt een streng omkleed- en
handhygiëneprotocol. ‘Geen ringen, armbanden of
horloge. En, korte nagels. Geen nagellak of kunstnagels. Altijd je handen desinfecteren met alcoholoplossing’, zegt Jeannine.
De schoonmakers staan niet alleen maar te wachten
tot ze weer een operatiezaal mogen schoonmaken.
Er komt meer bij kijken, want ook het reinigen van
bijvoorbeeld de ontwaakzaal, pre-operatieve ruimtes,
keuken, berging met medische materiaal, gesprekslokaal, bureaus en het sanitair horen bij de werkzaamheden van een OK-reiniger. Jeannine: ‘Schoonmakers die op het OK werken, zijn daar gedurende
16
hun hele dienst. Je komt niet van de afdeling af, alleen
om te eten. Er is ook constante permanentie van
schoonmaak aanwezig.
Intensief opleidingsprogramma
Bijna alle schoonmakers kunnen door het strakke
opleidingsprogramma een OK schoonmaken. ‘Iedereen wordt gedurende het hele jaar opgeleid: ook
degenen die bijvoorbeeld al zeven jaar in het ziekenhuis schoonmaken’, vertelt Jeannine. Ze worden
systematisch opgeleid door hun teamleider. ‘De
teamleider moet tachtig procent van haar tijd op
de werkvloer zijn’, aldus Jeannine. ‘Alle onderdelen,
zoals de routine in een kamer, handhygiëne, ergonomie, brandpreventie, gebruik van machines,
komen één keer per jaar aan bod. Middels een
opleidingsplan wordt bijgehouden wie welke opleiding met goed gevolg heeft afgelegd: dat plan
moet worden afgetekend door de teamleider en de
schoonmaker. Als alle onderdelen aan het eind van
het jaar zijn afgetekend, wordt er weer van voren
af aan begonnen.’
Linda voegt daaraan toe: ‘Onder opleiden valt ook:
de dagelijkse zaken. We letten heel erg op netheid:
is de schoonmaakwagen goed schoongemaakt, dragen mensen hun werkkleding correct, telefoons en
sieraden in het kluisje. Gekreukte kleding wordt niet
geaccepteerd en ik stuur iemand zeker terug als dat
niet in orde is.’
Ook voor de OK-reiniging is een speciaal opleidingsplan, waarbij de eenduidige en goed gestructureerde
werkprocedures worden aangeleerd. ‘Bij de rekrutering van schoonmakers vragen we of ze een probleem
hebben om lichaamsvochten te reinigen. Want dit
kan al eens gebeuren. We houden wel rekening in de
mate van het mogelijke met de persoonlijke situatie:
stel dat iemand een kindje heeft verloren. Dan zullen
we die niet snel op de afdeling neonatologie zetten.’
Meten is weten
Om de kwaliteit van de hygiëne in het ziekenhuis op
peil te houden, vraagt Jeannine het uiterste van haar
personeel. ‘Ten eerste: elke
medewerker moet Nederlands kunnen voordat hij bij
ons aan de slag gaat. Er
wordt elke dag gewerkt met
werkmappen, instructiekaarten en aftekenlijsten.
Zonder de Nederlandse taalvaardigheden kun je daar
niet mee werken zoals er
verwacht wordt. Ten tweede:
discipline. Op tijd beginnen,
kleding in orde, alle benodigde formulieren invullen
en aftekenen. En: werken
volgens de voorschriften. Schoonmakers mogen niet
zelf kiezen hoe ze een ruimte schoonmaken, maar
moeten stap voor stap de taakkaart/instructie volgen.
Ze mogen niet zomaar een schoonmaakwagen nemen, maar alleen de schoonmaakwagen die hoort
‘ Ventilatieroosters,
operatielichten,
de muren: álles
in een OK wordt
gereinigd en
gedesinfecteerd’
bij de werkplek waar ze op dat moment naar toe
moeten. En die schoonmaakwagen komt na het einde van een shift terug op zijn plaats als die door de
teamleider is goedgekeurd. Elke schoonmaakwagen
en machine heeft een eigen parkeervak en er staat
precies omschreven hoe ze na gebruik de machine
moeten schoonmaken en achterlaten. We documenteren en registeren álles. Op die manier kunnen we
tijdig ingrijpen mocht dat nodig zijn.’
Linda controleert daarnaast dagelijks op de werkvloer om te kijken of de schoonmakers zich aan
de protocollen houden. Ze kijkt naar een vuilfout
of methodefout en voert één keer per week een
swapcontrole uit bij de urgente diensten. Jaarlijks
vindt er een onaf hankelijke kwaliteitscontrole
plaats door een adviesbureau om de schoonmaak
en de hygiënegraad in heel het UZA en het OK te
monitoren. Jeannine: ‘Bij de insourcing in 2009
hebben we een nulmeting gedaan om te kijken hoe
de schoonmaak er toen voor stond; sindsdien zit
de kwaliteit alleen maar in een stijgende lijn.’ Maar,
volgens Jeannine er is altijd ruimte voor verbetering: ‘Het betekent niet dat we nu achterover kunnen leunen, in tegendeel! Elke dag moeten we
presteren en voldoen aan de allerhoogste eisen.
We kunnen het ons niet permitteren een steekje
te laten vallen: de gezondheid van patiënten en de
kwaliteit van het ziekenhuis zouden we daarmee
op het spel zetten. Er wordt veel van onze medewerkers verwacht en daarom zijn we continu bezig
met training en controles.’
•
17
Un nettoyage
selon des protocoles rigoureux
Le nettoyage du BO requiert de la discipline
Dans un hôpital, une hygiène appropriée et un nettoyage méticuleux sont
vitaux. Aussi bien pour le patient que pour l’image de l’hôpital. Dans chaque
département, et en particulier dans la salle d’opération, un bon nettoyage
inoffensif et efficace est essentiel. Jeannine Stesmans, responsable Nettoyage
et Gestion des déchets à l’Hôpital universitaire d’Anvers : « L’univers du nettoyage
du BO est très particulier. »
Texte :
Ellen Dobbelaar,
photos : ©NFP
Photography Pieter Magielsen
18
En ce qui concerne l’hygiène, rien n’est laissé au
hasard à l’Hôpital universitaire d’Anvers (UZA).
L’ensemble du processus de nettoyage est minutieusement appliqué dans les plans de travail, les fiches
de tâches, les programmes de formation, les horaires
du personnel et les contrôles qualité. Jeannine Stesmans a été nommée responsable Nettoyage et Gestion
des déchets en 2009 et veille à ce que le nettoyage
soit « internalisé ». En collaboration avec Linda Picqueur, coordinatrice Nettoyage/Déchets, elle a élaboré une cartographie du nettoyage à l’UZA et l’a
portée à l’un des plus hauts niveaux. « Nous recevons
régulièrement la visite d’autres hôpitaux qui désirent
voir comment nous avons organisé le nettoyage »,
explique Jeannine.
Avec son équipe de 154 personnes, Jeannine assure
chaque jour le nettoyage de 93.959 mètres carrés.
Pensez ainsi aux entrées, parking et hall central – les
endroits fréquentés toute la journée par de nombreuses personnes – mais aussi à l’unité de soins
néonatale, les soins intensifs et le bloc opératoire
(BO). « Le BO est un univers en soi. L’équipe de
nettoyage est volontaire et, pour elle, chaque jour est
différent. Lorsque la salle d’opération se libère, les
techniciens/nes de nettoyage reçoivent un coup de
fil pour les informer qu’ils peuvent entrer. Après
chaque opération, elle est nettoyée à l’aide d’un balai
spécifique permettant de tout nettoyer autour de la
table d’opération. » C’est surtout ce qui est visible
qui est ainsi nettoyé, comme la table, les lampes, les
appareils et le sol. Le gommage (où les médecins/
infirmiers/infirmières lavent et désinfectent leurs
mains) et l’utility (où le matériel ayant servi est nettoyé et désinfecté) sont également nettoyés. Jeannine
poursuit : « Les techniciens/nes de nettoyage ne
doivent pas toucher les scalpels, ciseaux et pinces,
19
cela est réservé au personnel du BO. »
Ensuite, il y a le nettoyage final, si aucune autre opération n’est planifiée ce jour-là. Tout le BO reçoit
alors un nettoyage final. Chaque jour, il y a dix-sept
salles d’opération, mais une autre salle est en
construction, de sorte qu’en février ce seront dix-huit
salles d’opération qui pourront être utilisées. « Tout
ce que les techniciens/nes rencontrent est nettoyé
lors du nettoyage final : les grilles de ventilation, les
lampes de chirurgie, les murs, appareils, les ordinateurs, etc. Le sol est nettoyé mécaniquement et toute
la salle est désinfectée », poursuit Jeannine. « En
premier lieu, tout ce qui se trouve autour de la table
d’opération est débarrassé et nettoyé : de là, tout est
progressivement traité en allant vers l’extérieur, de
haut en bas, cela s’entend. La fréquence de nettoyage
est ici nettement plus élevée. Au BO, nous effectuons
quotidiennement des tâches qui se font en une semaine dans les autres services », déclare Jeannine.
Protocoles
Les infections représentent la plus grande menace
en matière d’hygiène à l’UZA. Les machines/véhicules de travail restent au BO à la fin de la journée.
Chaque salle d’opération est naturellement nettoyée
avec des produits désinfectants, des chiffons et balais
propres. Dans le chariot de nettoyage, le propre et le
sale sont clairement maintenus séparés et tout part
à la lessive dès qu’une zone est terminée. Et le personnel est soumis à un protocole strict sur le plan de
l’habillement et de l’hygiène des mains. « Pas de
bagues, de bracelets ou de montre. Ongles courts.
Pas de vernis à ongles ni d’ongles artificiels. Toujours
se désinfecter les mains avec une solution alcoolisée
», précise Jeannine.
Les techniciens/nes de nettoyage n’attendent pas
20
qu’une salle d’opération se libère pour le nettoyage.
Il y a également d’autres endroits à nettoyer : par
exemple, la salle de réveil, les zones préopératoires,
les cuisines, l’entreposage du matériel médical, la
salle de réunion, les bureaux et sanitaires font également partie du travail de nettoyage d’un BO. Jeannine : « Les techniciens/nes de nettoyage qui travaillent au BO y restent pendant toute la durée de
leur service. Vous ne pouvez pas sortir du service,
seulement pour manger. Il y a également une permanence constante du personnel de nettoyage.
Un programme de formation intensif
Presque tous les techniciens/nes de nettoyage peuvent
effectuer le nettoyage d’un BO grâce un programme
de formation rigoureux. « Chaque personne est formée tout au long de l’année : même ceux qui nettoient
l’hôpital depuis sept ans », déclare Jeannine. Ils sont
systématiquement formés par leur chef d’équipe. «
Le chef d’équipe doit passer quatre-vingts pour cent
de son temps sur le terrain », poursuit Jeannine. «
Tous les aspects du travail, tels que la routine dans
une chambre, l’hygiène des mains, l’ergonomie, la
prévention incendie, l’utilisation des machines, sont
revus une fois par an. Grâce à un plan de formation,
on peut conserver la trace de qui a réussi telle formation : ce plan doit être signé par le chef d’équipe
et le technicien/ne de nettoyage. Lorsqu’à la fin de
l’année toutes les parties sont signées, on recommence à partir du début. »
Linda ajoute : « Les tâches quotidiennes font également partie de la formation. Nous sommes très exigeantes avec la propreté : le chariot de nettoyage
est-il bien nettoyé, les personnes portent-elles correctement leurs vêtements de travail, les mobiles et
bijoux sont-ils dans le coffre ? Les vêtements froissés
ne sont pas admis et je renvoie à coup sûr quelqu’un
qui n’est pas en ordre à ce sujet. »
Il y a également un plan de formation spécifique pour
le nettoyage du BO, durant laquelle sont enseignées
les procédures de travail claires et bien structurées.
« Lors du recrutement, nous demandons aux techniciens/nes de nettoyage si ils/elles ont un problème
avec le nettoyage des fluides corporels. Parce que cela
ne peut jamais se produire. Dans la mesure du possible, nous tenons compte de la situation personnelle
: imaginons qu’une personne ait perdu un enfant.
Dans ce cas, nous ne l’enverrons pas travailler au
service Néonatalogie. »
Mesurer c’est connaître
Pour maintenir à un haut niveau la qualité de l’hygiène au sein de l’hôpital,
Jeannine impose des exigences élevées à son personnel. « En premier, chaque
travailleur doit parler le
néerlandais avant de commencer à travailler chez
nous. Nous travaillons tous
les jours avec des dossiers de
travail, des fiches d’instructions et des formulaires à
signer. Sans la connaissance
du néerlandais, vous ne pouvez pas travailler selon ce
qu’on attend de vous. Deuxièmement : la discipline.
Commencer à l’heure, vêtements en ordre, remplir et signer tous les formulaires
nécessaires. Enfin, travailler selon les prescriptions.
Les techniciens/nes de nettoyage ne peuvent pas
« Les grilles de
ventilations, les
lampes de
chirurgie, les
murs : tout doit
être nettoyé,
purifié et
désinfecté »
choisir eux-mêmes la façon de nettoyer un espace,
ils doivent suivre la fiche de tâches/les instructions
étape par étape. Ils ne peuvent pas prendre n’importe
quel chariot de nettoyage, mais uniquement celui
qui est attribué à l’espace de travail où ils doivent se
rendre à ce moment déterminé. Et, à la fin du travail,
le chariot de nettoyage revient à sa place, telle qu’elle
a été approuvée par le chef d’équipe. Chaque chariot
ou machine de nettoyage a son propre emplacement
et il est précisément décrit de quelle manière la machine doit être nettoyée et entreposée après utilisation. Nous documentons et enregistrons tout. De
cette manière, nous pouvons intervenir à temps en
cas de besoin. »
En outre, Linda contrôle tous les jours sur le terrain
si les techniciens/nes de nettoyage respectent les
protocoles. Elle surveille les fautes d’hygiène ou les
erreurs de méthode et effectue une fois par semaine
un contrôle des permutations auprès des services
d’urgence. Chaque année a lieu un contrôle qualité
par un bureau de consultants indépendant afin
d’évaluer le niveau de propreté et d’hygiène dans
tout l’UZA et le BO. Jeannine : « Lors de l’internalisation en 2009, nous avons établi une mesure de
référence pour évaluer le niveau précédent du nettoyage ; depuis, la qualité n’a cessé d’augmenter. »
Mais, selon Jeannine, il est toujours possible de
s’améliorer : « Cela ne signifie pas que nous devons
nous en satisfaire, au contraire ! Chaque jour, nous
devons répondre aux plus hautes exigences. Nous
ne pouvons pas nous permettre d’ignorer la moindre
petite chose : nous mettrions en danger la santé des
patients et la qualité de l’hôpital. Nous attendons
beaucoup de nos travailleurs, de sorte que nous
sommes constamment occupées avec des formations
et des contrôles. »
•
21