Middagdienst

Download Report

Transcript Middagdienst

Liturgie zondagmiddag 21 februari 2016
Ds. H. Biesma (Amersfoort)
Aanvang 17.00 uur
Samenzang: Gezang 449
1. God enkel licht,
wiens aangezicht
zo blinkend is van luister,
ziet ons onrein,
ziet hoe wij zijn
vervallen aan het duister.
2. Der sterren pracht
is voor Hem nacht,
hoe hel zij schitt'ren mogen;
en wij, bevlekt,
met schuld bedekt,
wat zijn wij in zijn ogen?
3. Heer, waar dan heen?
Tot U alleen!
Gij zult ons niet verstoten.
Uw eigen Zoon
heeft tot uw troon
de weg ons weer ontsloten.
4. Ja, amen, ja,
op Golgotha
stierf Hij voor onze zonde.
Zijn schuld'loos bloed
maakt alles goed
en reinigt ons van zonde.
5. God onze Heer,
wil tot uw eer
ons klein geloof versterken.
Dan zullen wij
Hem, waarlijk vrij,
volgen in goede werken.
Stil gebed
Votum en groet
Samenzang: Psalm 6 : 1, 2 en 4 OB
1. O HEER', Gij zijt weldadig;
Straf mij niet ongenadig
In Uwen toornegloed,
Ai, matig Uw kastijden;
Sla mij met medelijden,
Gelijk een vader doet.
2. Vergeef mij al mijn zonden,
Die Uwe hoogheid schonden;
Ik ben verzwakt, o HEER',
Genees mij, red mijn leven:
Gij ziet mijn beendren beven;
Zo slaat Uw hand mij neer.
4. Keer eindlijk, HEER', toch weder;
Mijn ziel buigt zich terneder,
Ai, red haar van 't verderf.
Sla mijn ellende gade,
Tot roem van Uw genade,
En help mij, eer ik sterf.
Gebed om de leiding van de Heilige Geest
Schriftlezing: Numeri 21 : 4 - 9 en Johannes 3 : 10 - 18
Numeri 21 : 4 - 9
De koperen slang
4
Toen zij van de berg Hor opgebroken waren in de richting van de Schelfzee ten einde
om het land Edom heen te trekken, werd het volk onderweg ongeduldig. 5 En het volk
sprak tegen God en tegen Mozes: Waarom hebt gij ons uit Egypte gevoerd? om te
sterven in de woestijn? Want er is geen brood en geen water en van deze flauwe spijs
walgen wij. 6 Toen zond de Here vurige slangen onder het volk; die beten het volk, zodat
er velen van Israël stierven. 7 Daarop kwam het volk tot Mozes en zeide: Wij hebben
gezondigd, want wij hebben tegen de Here en tegen u gesproken; bid tot de Here, dat
Hij de slangen van ons wegdoe. Toen bad Mozes ten gunste van het volk. 8 De Here dan
zeide tot Mozes: Maak een vurige slang en plaats die op een staak; ieder, die
daarnaar ziet, wanneer hij gebeten is, zal in leven blijven. 9 Toen maakte Mozes een
koperen slang en plaatste die op een staak; en wie, wanneer een slang hem gebeten
had, op de koperen slang de blik richtte, bleef in leven.
Johannes 3 : 10 - 18
10
Jezus antwoordde en zeide tot hem: Gij zijt de leraar van Israël, en deze dingen
verstaat gij niet? 11 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wij spreken van wat wij weten en wij
getuigen van wat wij gezien hebben, en gij neemt ons getuigenis niet aan. 12 Indien Ik
ulieden van het aardse gesproken heb, zonder dat gij gelooft, hoe zult gij geloven,
wanneer Ik u van het hemelse spreek? 13 En niemand is opgevaren naar de hemel, dan
die uit de hemel nedergedaald is, de Zoon des mensen.
14
En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zó moet ook de Zoon des
mensen verhoogd worden, 15 opdat een ieder, die gelooft, in Hem eeuwig leven hebbe.
16
Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven
heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.
17
Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele,
maar opdat de wereld door Hem behouden worde. 18 Wie in Hem gelooft, wordt niet
veroordeeld; wie niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de
naam van de eniggeboren Zoon van God.
Samenzang: Psalm 91 : 3, 4 en 5 NB
3. Wees niet bevreesd, al wil de nacht
zich tegen u verheffen;
al stelt de dag zijn overmacht,
zijn pijl zal u niet treffen.
't Verderf dat in de duisternis
zoekt naar uw legerstede,
de vloek die van de middag is,God bant ze van uw leden.
4. Al vallen duizenden in 't rond
door ongeziene handen,
de Heer wil niet dat het u wondt,
dat het u aan zal randen.
Van verre zien uw ogen aan
Gods toornend nedervaren.
Zo doet de Here ondergaan
al wie Hem ontrouw waren.
5. Maar gij moogt schuilen bij den Heer,
geen kwaad bedreigt uw woning;
gij hebt tot schild en tegenweer
den allerhoogsten Koning.
Hij gaf zijn engelen bevel
dat u geen ding zou schaden;
zij zullen u naar Gods bestel
behoeden op uw paden.
Verkondiging:
Kijk je levend!
Samenzang: Psalm 103 : 1, 3 en 4 NB
1. Zegen, mijn ziel, de grote naam des Heren,
laat al wat binnen in mij is Hem eren,
vergeet niet hoe zijn liefde u heeft geleid,
gedenk zijn goedheid, die u wil vergeven,
die u geneest, die uit het graf uw leven
verlost en kroont met goedertierenheid.
4. Zo hoog en wijd de hemel staat gerezen
boven de aarde, is voor wie Hem vrezen
zijn liefde en zijn goedertierenheid.
Zo ver verwijderd 't westen is van 't oosten,
zo ver doet Hij van hen die Hij wil troosten
de zonden weg, ja Hij heeft ons bevrijd.
3. Hij is een God van liefde en genade,
barmhartigheid en goedheid zijn de daden
van Hem die niet voor altijd met ons twist,
die ons niet doet naar alles wat wij deden,
ons niet naar onze ongerechtigheden
vergeldt, maar onze schuld heeft uitgewist.
Dank- en voorbeden
Collecte
1. Kerk
2. Diaconie ( St. Ontmoeting en VBOK )
De stem van de zondagsschool
Samenzang: Psalm 30 : 2 en 5 NB
2. Heft tot zijn eer een lofzang aan,
gij die den Heer zijt toegedaan.
Zijn gramschap duurt een kleine tijd,
een leven zijn goedgunstigheid.
Die wenend 's nachts is neergezegen
gaat met gejuich het zonlicht tegen.
5. Gij hebt mijn weeklacht en geschrei
veranderd in een blijde rei!
Mijn rouwkleed hebt Gij weggedaan,
uw vreugdekleed deedt Gij mij aan,
dat ik zou zingen tot uw ere
in eeuwigheid, mijn God, mijn Here!
Geloofsbelijdenis
Slotzang: Gezang 451
1. Alle roem is uitgesloten
onverdiende zalighe?n
heb ik van mijn God genoten,
'k roem in vrije gunst alleen!
Ja, eer ik nog was geboren,
eer Gods hand, die alles schiep,
iets uit niet tot aanzijn riep,
heeft zijn liefde mij verkoren:
God is liefd', o englenstem,
mensentong verheerlijkt Hem!
3. Dat heet weergalooz' ontferming,
dat genade, rijk en vrij!
God schenkt redding en bescherming,
aan verloornen, ook aan mij.
Ja, wanneer mijn onvermogen,
en mijn diep bederf mij smart,
toont mij 't godlijk Vaderhart
zijn verlossend mededogen:
God is liefd', o englenstem,
mensentong, verheerlijkt Hem!
Zegen
2. Alzo lief had God de wereld,
dat Hij zijn geliefde Zoon
voor de afgevallen wereld
overgaf aan smaad en hoon.
Ja, toen wij nog zondaars waren,
schonk de Vader ons gena,
leed de Zoon op Golgotha,
stierf voor ons, die zondaars waren:
God is liefd', o englenstem,
mensentong verheerlijkt Hem!