Israel - beu online

Download Report

Transcript Israel - beu online

14 februari 2016
Versie 0.3
Page |1
6.8 Israel.
6.8.1 Aanspraak op het land.
6.8.2 Manipulatie.
6.8.3 Balfour-verklaring.
6.8.4 Chaim Weizmann als zionist en politicus
6.8.1.1 Aanspraak op het land.
Israël werd een natie tweeduizend jaar voor de opkomst van de islam en lang voordat er
sprake was van enig Arabisch land. Kanaän was het Heilige Land, het nationale tehuis
voor het joodse volk sinds Bijbelse tijden. Sindsdien is het meer dan 15 keer bezet.
Onder de bezetters waren Egyptenaren, Babyloniërs, Perzen, Grieken, Romeinen en
Ottomaanse Turken. De hele wereld gelooft in de leugen dat Israël Arabisch land bezet
houdt. Maar er bestaat geen enkele link tussen de nakomelingen van Sem noch die van
Ismaël en het Heilige Land. De Kanaänieten, Hethieten, Amorieten, Hevieten,Jebusieten
en Filistijnen, die tijdens Israël’s intocht in het Beloofde land woonden, waren geen van
allen Semieten maar nakomelingen van Cham. De nakomelingen van Ismaël woonden
in de woestijn van Paran en zwermden later uit over het Arabisch schiereiland w.o.
Jemen en Saoedi-Arabië. De voormalige ‘Palestijnse’ terreurbaas Yasser Arafat
beweerde met regelmaat dat de ‘Palestijnse’ wortels terug te vinden zijn in de
Kanaänieten, Filistijnen Jebusieten etc, maar deze bewering berust op geen enkel
historisch feit. Bovendien zijn geen van deze drie volken, Arabieren. Op 18 augustus
1994 beweerde Arafat tegenover een groep jongeren in een zomerkamp;
Diegenen onder jullie die het vuur van de intifada ontstaken moeten nu optreden als
verdedigers van onze jonge staat, waarvan Jeruzalem de hoofdstad is. Dat is "Bir
Salem" ( de fontein van Salem). Salem was één van de Kanaänitische koningen, één
van onze voorvaderen. Deze stad is de hoofdstad van onze kinderen en van de kinderen
van onze kinderen."
De door Arafat genoemde koning is een nieuwkomer op het historische toneel. De
geschiedenis kent geen Kanaänitische, Jebusitische of Filistijnse koning van die naam.
Er heeft in de hele geschiedenis zelfs nooit een ‘Palestijns’ volk bestaan. Er bestaat
geen ‘Palestijnse’ taal, geen ‘Palestijnse’ cultuur en er is nooit sprake geweest van een
land dat bestuurd werd door ‘Palestijnen’. Wie wat historisch onderzoek doet komt al
snel tot de conclusie dat alle beweringen niets anders zijn dan historische leugens.
Historisch overzicht.
*1905 v.Chr geboorte Abraham.* 1830, Abraham vertrekt naar het land Kanaän. * 1400,
Uittocht uit Egypte. * 1360, Intocht Beloofde land. Filistijnen vestigen zich in Gaza. * 965928, Heerschappij Koning Salomo. * 586 Verwoesting Jeruzalem, ballingschap
Babylonië. * 520-515, Joden keren terug uit ballingschap. * 332 Israël verovert door
14 februari 2016
Versie 0.3
Page |2
Alexander de Grote. * 198, Seleuciden heersen over Israël. * 37-4, Regeerperiode
Herodus. *
* 324, Israël onder Byzantijns gezag. * 614-618, Jeruzalem door de Perzen veroverd.*
691, Israël wordt bezet door Kalief Abdel Malik. Op de Tempelberg verschijnen
islamitische heiligdommen Rotskoepel en Aksa moskee. * 1099, Jeruzalem door
Kruisvaarders veroverd. * 1187, Saladin verovert Jeruzalem. * 1250, Begin heerschappij
van Mamelukken over Israël. * 1260, Mongolen trekken Israël binnen. * 1291-1516
Opnieuw Mamelukken. * 1516 –1916 Ottomaanse Turken heersen over Israël. * 1917
Britten veroveren het Heilige Land, Balfour-declaratie. * 1945 Joden trekken uit alle
delen van de wereld naar het oude Beloofde land. * 1948 Oprichting staat Israël met
uitzondering Bijbelse gebieden Samaria en Judea dat ten onrechte aan de Arabieren
wordt toegewezen.
De ‘Palestijnse’ aanspraken op het Heilige land zijn volkomen vals maar desondanks
ondervinden ze steun uit de hele wereld. Allen spreken met een leugentong en de
meest scherpe bewoordingen over Israël. CNN, de Arabische Liga, de leiders van
EuroBabel, Amnesty International, de Verenigde Natie’s, Staatshoofden,
Regeringsleiders en andere ‘blindgangers’. Allen bemoeien zich met Gods volk en
schrijven hun de wet voor. Maar alle naties die een afwijzende houding tegen Israël
hebben aangenomen zullen aan den lijve ondervinden, dat het Woord van de
Almachtige meer kracht heeft dan de mening van politieke leiders of welke resolutie van
de VN dan ook. (Aangemaakt: april 1995) (Laatste bewerking: 29 januari 2008) Volledig
artikel:
6.8.1.2 Filistijn, Palestijn of Arabier?
door Ineke van Lieshout
Wanneer je iemand vraagt: "wat is het verschil tussen Filistijnen en Palestijnen?" is de kans
groot dat je de vraag teruggespeeld krijgt. "Dat is toch hetzelfde?" Via het Latijn is er
taalkundige verwantschap, maar het zijn niet dezelfde bevolkingsgroepen zoals wijlen Arafat
ons wijs probeerde te maken. Het is een gedachtegang die de Palestijnse Autoriteit aan ons
opdringt in hun streven naar een Palestijnse staat. In dit artikel zetten we uiteen wie de
Filistijnen waren en dat de Palestijnen onmogelijk van hen kunnen afstammen.
14 februari 2016
Versie 0.3
Page |3
Volkerentafel, Kreta
In Genesis lezen we voor het eerst over de Filistijnen in 10:14 (zie ook 1 Kron. 1:12), waar
zeventig volken worden opgesomd. Daar staat dat de Filistijnen voortkwamen uit de
Kasluchieten. Zij waren het nageslacht van Mitsraïm, de tweede zoon van Cham, die een
zoon van Noach was. Filistijnen komen dus niet voort uit de twee andere zonen van Noach,
Jafet en Sem. Van Sem stammen de Israëlieten en (vele) Arabische stammen af, waaronder
ook de huidige Palestijnen in Israël. Volgens de Bijbel zijn Palestijnen dus geen Filistijnen.
Palestijnen behoren tot de Semitische volken; Filistijnen tot de 'zonen van Cham'.
Van de Filistijnen is bekend dat zij in de oudheid deel uitmaakten van de Zeevolken. Zij
bewoonden de kust van Anatolië (Turkije) en waren ook afkomstig uit het gebied van de
Egeïsche Zee. De profeten Amos (9:7) en Jeremia (47:4) stellen dat Filistijnen uit Kaftor
komen. Algemeen wordt verondersteld dat dit Kreta is. Zij dreven handel met Egypte en het
Midden-Oosten.
Aartsvaders en Filistijnen (vanaf ± 1950 v. Chr.)
Waarom wonen Palestijnen zo graag in de Gazastrook? Een reden is dat Filistijnen in de tijd
van Abraham daar leefden. Het gebied heette toen Gerar. Menend dat zij van de Filistijnen
stammen, maar ook nazaten zijn van Abraham, maken zij aanspraak op de Gazastrook.
Maar dit is geen grond om hun recht te laten gelden. Want "Abraham … vertoefde vele
dagen als vreemdeling in het land der Filistijnen"; evenals Izak (Gen. 20:1; 21:34; 26:1, 2).
Hij verbleef daar dus niet als ingezetene. Volgens de Bijbel kunnen Palestijnen zich dus niet
beroepen op Abraham als inwoners van Gerar.
Abimelek I en II waren koningen in dit land (Gen. 26:1). Op de zuidwestelijke grenslijn van
Kanaän (Gen. 10:19) lag de hoofdstad Gerar aan de voet van de heuvel die nu Jemmeh
heet. In de noordwestelijke punt van de Negev hadden de Filistijnen daar een handelskolonie
gevestigd. Abraham sloot een verbond met Abimelek I (Gen. 21). Jalouzie dreef de Filistijnen
ertoe de waterputten te dempen, die vader Abraham had laten graven. Abimelek II verzocht
Izak toen westelijk te trekken naar het vruchtbare dal van Gerar. Dat heet nu Wadi EsSariah. Het ligt enkele kilometers van Gaza en is tegenwoordig Palestijns gebied
(Gazastrook).
Uittocht en Filistijnen (vanaf ± 1500 v. Chr.)
In Gerar woonden destijds de Filistijnen en in Kanaän de Kanaänieten (bestaande uit
verschillende stammen). Er waren dus twee gebieden op de kaart te onderscheiden: Kanaän
en het land Gerar. Dat Gerar grensde aan Kanaän blijkt uit de route die God aangaf bij de
uittocht uit Egypte. "En het is geschied, toen Farao het volk had laten trekken, zo leidde God
hen niet op de weg van het land der Filistijnen, hoewel die nader (korter) was; want God
zeide: Dat het het volk niet berouwe, als zij de strijd zien zouden, en weerkeren naar Egypte"
(Exod. 13:17). Het was de kortste weg geweest. De Filistijnen kennende als een vechtlustig
volk, was het raadzaam dat Mozes met het volk afboog richting Schelfzee.
De Filistijnen vestigden zich langzamerhand langs de gehele kuststrook van waaruit ze
Kanaän landinwaarts binnenvielen. Wie beweert dat de Filistijnen eerder in Kanaän woonden
dan de twaalf stammen van Israël, heeft daarin deels gelijk. Hoewel zij voor het merendeel
woonden in hun eigen land Gerar en voor een kleiner deel in enkele gebieden van Kanaän.
Het Filistijnse volk was moeilijk te overwinnen. Daarom beloofde de HERE Zijn volk, dat Hij
hen ook de gebieden van de Filistijnen zou geven: "En Ik zal uw gebieden zetten van de zee
Suf tot aan de zee der Filistijnen (Middellandse Zee), en van de woestijn tot aan de rivier
(Eufraat); want Ik zal de inwoners van dat land in uw hand geven, dat gij hen voor uw
14 februari 2016
Versie 0.3
Page |4
aangezicht uitstoot” (Exod. 23:31). Dus Gods Woord zegt dat Hij Zijn Land heeft
gereserveerd voor Zijn volk Israël.
Het Filistijnse land Gerar ging Filistea heten letterlijk: het land van de bezoekers, of
vreemdelingen. Mozes noemde hun land zo in het lied dat hij zong nadat de HERE het volk
dwars door de Zee van de Egyptenaren bevrijdde: "volkeren hoorden het, zij sidderden;
beving greep de bewoners van Filistea aan" (Exod. 15:14 NBG). Zelfs de machtige Filistijnen
sidderden voor de macht van God!
Jozua en de Filistijnen (vanaf ± 1450 v. Chr.)
Indachtig Zijn belofte dat Hij de Filistijnen in hun macht zou geven, vervolgen we de
geschiedenis van de Filistijnen. Na de periode van de aartsvaders had Filistea zich enigszins
naar het noorden uitgebreid. 'Het land van de bezoekers' lag in het gebied dat aan de stam
Juda werd toegewezen. Het strekte zich uit net onder de lijn van Jeruzalem naar de
westkust.
Onder leiding van Jozua veroverde Israël Kanaän. De HERE besprak met Jozua, aan het
einde van zijn leven, het resultaat van de veldtochten. Er was veel land in bezit genomen,
maar nog niet alles. De conclusie luidde: "Dit is het land, dat overgebleven is; alle grenzen
der Filistijnen en het ganse Gesuri" (Joz. 13:2). Vervolgens wees de HERE op de macht van
de vijf (stads)vorsten in Filistea: "de Gazatiet en Asdodiet, de Askeloniet, de Gathiet en
Ekroniet, en de Avvieten" (vers 3). Deze steden lagen in Filistea en waren gevormd als
uitvalsbases na de nederlaag die Egypte hen onder Ramses II had toegebracht.
Toen de HERE over de gebieden sprak die nog niet waren ingenomen, zei Hij ook waarom.
Dit was om die Israëlieten op de proef te stellen, die nog niet met oorlogen om Kanaän
geconfronteerd waren. Geloofden zij in de belofte dat de God van Israël hen de overwinning
over de Filistijnen zou geven? Maar, dan moesten zij wel Hem alleen dienen!
De stadsvorsten: tirannen
We gaan nu naar de periode van de Richteren, die aanving na de dood van Jozua. Israël
mocht geen goden van andere volken dienen (Richt. 3:1-4). Dus ook niet die van de
Filistijnen. In Gaza en Asdod aanbaden Filistijnen Dagon, in Askelon Astoret en in Ekron
Baäl-Zebub (2 Kon. 1:1–16). Ook moest Israël zich verre houden van hun cultuur. De
Filistijnen hadden de reputatie van tovenaars (Jes. 2:6). Bovendien waren hun mannen niet
besneden (Richt. 14:3; 15:18, enz.). Overigens, het niet besneden zijn toont aan dat
Filistijnen geen Semieten waren, want dezen laten zich besnijden, zoals ook de huidige
Palestijnen.
De stadsvorsten werden ‘seraniem’ (Hebr.) genoemd, ook met ‘tirannen’ te vertalen. Zij
waren goede strategen. Een ieder regeerde over zijn eigen stad en de omliggende dorpen.
Samen vormden zij een bestuurlijke raad (Richt. 16:5-8). Tevens waren zij militaire leiders (1
Sam. 29:1-7), die gezamenlijk hun strategie bepaalden om meer gebieden in Kanaän te
bezetten (1 Sam. 7:7). Al zijn de Palestijnen dan geen Filistijnen wat betreft origine, hun
hedendaagse bestuur lijkt op die van de Filistijnse stadsvorsten.
Een van de redenen waarom de Filistijnen zo machtig waren, was hun deskundigheid om
ijzer te bewerken. "En er werd geen smid gevonden in het ganse land van Israël; want de
Filistijnen hadden gezegd: Opdat de Hebreeën geen zwaard noch spies maken" (1 Sam.
13:19). Zij dwongen een monopolie af voor de ijzerbewerking, waarvan zij door
prijsopdrijving misbruik maakten (zie ook 1 Sam. 13: 19-22).
14 februari 2016
Versie 0.3
Page |5
Richteren en Filistijnen (± 1430-1080 v. Chr.)
Toen het volk Israël de HERE ontrouw werd, ontbrandde Zijn boosheid. Hij gaf hen over in
de macht van de volken wiens goden zij aanbaden. Hij gaf hen pas 'richters' wanneer zij hun
ontrouw beleden. Drie van deze verlossers verdedigden zich tegen de Filistijnen: Samgar de
derde richter (± 1284 v. Chr.): “die sloeg de Filistijnen, zeshonderd man, met een ossenstok;
alzo verloste hij ook Israël" (Richt. 3:31), Jefta de negende richter (± 1150 v. Chr., Richt.
10:7) en Simson de dertiende richter.
De Filistijnen deden in ± 1190 v. Chr. via de Nijldelta een massale inval in Egypte, geregeerd
door farao Ramses III (1198-1166 v. Chr.). Zijn legers versloegen de Filistijnen en drongen
hen terug deels richting Kanaän. Hierdoor vestigden de Filistijnen zich ook in Hazor in het
noorden, in Beth Shean in Galilea, en in Bethel en Jeruzalem in Judea. Vanuit al deze
plaatsen kregen de Filistijnen Israël vanaf ± 1120 v. Chr. veertig jaar in hun macht. Het was
Simson die Israël uiteindelijk verloste. De stadsvorsten onderhielden rechtstreekse contacten
met zijn geliefde Delila (Richt. 16). Kon Delila voor 5500 zilverstukken te weten komen
waarin zijn kracht lag? Uiteindelijk werd de kracht van Simsons haarcode gebroken. De
Filistijnen zetten hem in Gaza gevangen en staken zijn ogen uit. Zij organiseerden in de
tempel van Dagon een groot offerfeest voor de overwinning. Toen bad Simson dat God hem
nog eenmaal sterk zou maken. "En Simson zeide: Mijn ziel sterve met de Filistijnen; en hij
boog zich met kracht, en het huis viel op de vorsten, en op al het volk, dat daarin was. En de
doden, die hij in zijn sterven gedood heeft, waren meer, dan die hij in zijn leven gedood had"
(Richt. 16:30).
Israëls koningen en Filistijnen (± 1040-604 v. Chr.)
Maar dit betekende niet het einde van het Filistijnse volk. Zij waren diep in Kanaän
doorgedrongen. In Afek kwamen in de tijd van de priester Eli vierduizend Israëlieten om.
Israël kwam toen op de gedachte om de Ark van het verbond naar de legerplaats over te
brengen, tot grote schrik van de Filistijnen (1 Sam. 4:1). Zij riepen: "Wee ons, wie zal ons
redden uit de hand van deze heerlijke goden? Dit zijn dezelfde goden, die de Egyptenaars
met alle plagen geplaagd hebben, bij de woestijn" (1 Sam. 4:8). Daarop maakten de
Filistijnen de Ark buit en brachten deze naar de tempel in Asdod en zetten de Ark naast het
beeld van de god Dagon. Maar het beeld viel voorover voor de Ark en de tweede keer viel
Dagon in stukken (1 Sam 5). Van Asdod werd de Ark naar Gat gebracht en vandaar naar
Ekron. Doch overal waar de Ark stond, kreeg het volk builenziekte en last van een
muizenplaag. 1 Samuel 5 en 6 beschrijft hoe de Ark met gouden gezwellen en muizen als
genoegdoening, na zeven maanden naar Israël werd teruggebracht.
Soms leed Israël grote nederlagen (1 Sam. 14:1-47), andere keren overwonnen zij, zoals
onder koning Saul (zie 1 Sam. 13,14) die waarschijnlijk het meest heeft gevochten tegen de
Filistijnen. We kennen zeker het verhaal waarin David de Filistijnse reus Goliath versloeg (1
Sam. 17). In 1 Samuël 27 lezen we dat David voor Saul vluchtte naar Filistea, naar Gat, waar
de Filistijn Akis stadsvorst was. David kreeg van hem de stad Siklag en verbleef daar zestien
maanden. Pas later drong David de Filistijnen terug naar de vijf steden in Filistea (1 Sam.
13:19-22). Pas tijdens de regering van koning Hizkia in 614 v. Chr. werd Filistea geheel
onderworpen (2 Kon. 18:8). Echter, als volk waren ze toen nog niet van het toneel
verdwenen.
Nebukadnessar en Filistijnen (± 600 v. Chr.)
Het lot van de Filistijnen was afhankelijk van de politieke verschuivingen in het nabije
Oosten. Aan hun volksbestaan is een einde gekomen onder Nebukadnessar van Babel. Hij
deed in 604 v. Chr. een aanval op Askelon en deporteerde later de stadsvorsten en de
14 februari 2016
Versie 0.3
Page |6
inwoners van Gaza, Asdod en Askelon (Jer. 25:20; 47:1-7). Hij zette de mannen aan het
werk in zijn legers. Daarvoor, vanaf 701 v. Chr. veroverden andere koningen van Babel
reeds de andere steden van Filistea. De profeet Zacharia profeteerde deze ondergang (9:
5,6). Hun steden kregen een gemengde bevolking, eerst hoofdzakelijk Foenicisch, later
Hellenistisch. De Romeinen latiniseerden in de eerste eeuw na Chr. de naam Filistea tot
Palestina. Zij gaven deze naam aan een gebied dat groter was dan de Filistijnen ooit hadden
beheerst.
Wie zijn de huidige Palestijnen?
Wat nu Palestijnen heet, is een etnische mengelmoes gevormd door Arabieren afkomstig uit
verschillende Arabisch sprekende landen. Pas in 1960 gingen Arabieren in Israël (vnl. eerst
op de West-Oever) zich Palestijnen noemen.
Arabieren
Op Assyrische inscripties worden Arabieren beschreven als kapers, die op kamelen geboren
schijnen te zijn. Oorspronkelijk zijn Arabieren bedoeïenen, die als nomaden leefden in
noordelijk en Centraal-Arabië. Later werd de term ‘Arabier’ de naam voor de bewoners van
het Arabische Schiereiland. Weer later rekende men ook de geïslamiseerde landen tot de
Arabieren en tegenwoordig worden allen die Arabisch spreken Arabieren genoemd (zie
Hand. 2:11).
Zonen van het oosten
In de Bijbel zijn Arabieren o.a. nazaten van:
1) Joktan;
2) zonen van Hagar (Ismaël) en Ketura (vrouw van Abraham);
3) enkele zonen van Esau.
Bijbels gezien gaat het vooral om Arabische stammen die oostelijk en ten zuiden van
Kanaän in Arabië woonden.
Zonen van Joktan vestigden zich al 2000 jaar v. Chr. in het zuiden van het grote Arabische
schiereiland. We lezen in het geslachtsregister (1 Kron. 1:17-29 ev.), dat Joktan een
afstammeling is van Sem en dat uit zijn geslacht Abraham voortkwam. In de tijd van Joktan
‘werd de aarde verdeeld’. Dit wil zeggen dat de stammen en volken naar een ‘eigen’ gebied
trokken (1 Kron. 1:19; Gen. 10:25). De Joktanieten woonden van Mesa in de richting van
Sefar, het gebergte in het oosten (Gen. 10:30). Zij vestigden zich daar vanwege de
handelsroute. Via deze route werd wierook vervoerd uit de Zuidkust en Ethiopië. Dit gebied
heet nu Jemen en West Aden. Jemenieten stammen waarschijnlijk af van Joktan.
Van Ismaël stammen o.a. af de Nabateërs, Kedareners, Itureërs en de stam van Thema. De
Itureërs woonden in het noorden, richting de Jordaan in het steenachtige gebied van Arabië.
De stam van Thema woonde langs de karavaanweg van Mekka naar Damascus.
De nazaten van Ketura vestigden zich voornamelijk aan de westelijke kant van het Arabische
Schiereiland, want Abraham had hen gezonden naar het Oosterland (Gen. 25:4).
De nakomelingen van Esau, de Edomieten, woonden in het noordwestelijke gedeelte van het
Arabische Schiereiland, waar het gebergte Seïr ligt, richting de Golf van Akkaba (Gen. 36:8).
In de tijd van Jakob waren dit vooral de stammen van de Islamieten en Midianieten,
nomaden en karavaanhandelaren (Gen. 37:25-36).
14 februari 2016
Versie 0.3
Page |7
Hoewel globaal, zijn hiermee de belangrijkste inwoners van Arabië naar hun Bijbelse
oorsprong genoemd. Zij zijn Semieten en stammen niet, zoals de Filistijnen, af van Cham.
Tevens zien we dat onder de gebieden waar zij zich vestigden Kanaän niet wordt genoemd.
Arabië
De berg Sinaï lag in Arabië (Gal. 4:25). De twaalf stammen zijn Arabië doorgetrokken tijdens
hun veertigjarige omzwervingen. Pas in de tijd van Salomo werden vanuit Israël contacten
met Arabië belangrijk. Vanuit Salomo’s haven, Eziongeber aan de Rode zee, bracht men
intensieve handelsrelaties op gang. "Het gewicht nu van het goud dat voor Salomo op een
jaar inkwam was zeshonderd zesenzestig talenten goud, behalve wat van de kramers was,
en van de handel van de kruidenverkopers, en van alle koningen van Arabië en van de
geweldigen van dat land" (1 Kon. 10:14, 15).
Hun koningen worden ook genoemd in 2 Kronieken 9:14 (NBG): "behalve wat zij van de
kramers en de kooplieden inbrachten; ook brachten alle koningen van Arabië en de vorsten
van dat land, goud en zilver tot Salomo". Hoogtepunt vormde het bezoek van de koningin
van Seba (1 Kon. 9:26-28; 10), die in Mattheüs 12:42 de koningin van het Zuiden wordt
genoemd. Zij kwam uit Zuid-Arabië en kan een afstammeling zijn geweest van Joktan. Ook
later brachten Arabieren aan koning Josafat geschenken in de vorm van kleinvee (2 Kron.
17:11). Aan het einde van het koninkrijk Juda stonden de Arabieren alom bekend als
handelslui (Jer. 25:23-24; Ezech. 27:21).
Ook toonden Arabieren zich bij tijd en wijle vijanden van Juda. In 2 Kronieken 21:16 staat dat
zij met de Filistijnen vochten tegen koning Joram en in hfdst. 22:1 lezen we dat zij met een
roversbende een aantal moorden pleegden, zodat Achazja koning van Juda werd. Koning
Uzzia werd door God geholpen om zich van de Arabieren te ontdoen. De Arabier Gesem
trachtte Nehemia bij de herbouw van Jeruzalem te hinderen, waarschijnlijk omdat hij
concurrentie vreesde (Neh. 2:19; 4:7; 6:1).
Over de godsdienst van de Arabieren zegt de Bijbel niet veel. Wel wordt Israël vanwege haar
afval van de HERE vergeleken met een Arabier die zit te wachten in de woestijn op ontucht
en boosheid (Jer. 3:2).
De Nabateërs
Tot slot vestigen we de aandacht nog even op de Nabateërs. Dit waren Aramees sprekende
Arabieren. Als volk vinden wij ze met name in de Apocriefen (1 Makk. 5:39; 2 Makk. 5:8). De
Arabische woestijn waar Paulus verbleef (Gal. 1:17) was waarschijnlijk een deel van hun
koninkrijk, met als hoofdstad Petra.
Tot zover een algemene schets van de plaats van de Arabieren in de Bijbel. Hieruit blijkt dat
Arabieren geen Filistijnen zijn, noch Palestijnen worden genoemd, waar de redenering van
de Palestijnse Autoriteiten op neerkomt. Ook blijkt dat zij bestaan uit vele stammen die tot
verschillende volken zijn uitgegroeid. Van een Palestijns volk als zodanig is geen sprake.
Palestina, een scheldnaam voor Israël
Palestina, Palestijnen, waar komen deze termen eigenlijk vandaan? De Statenvertaling heeft
enkele malen Filistea (land van de Filistijnen) met Palestina vertaald. Tot op vandaag vullen
atlassen op hun kaarten voor Israël Palestina in. De Bijbel gebruikt deze term echter nergens
voor het Heilige Land.
Het is onjuist dat Israël, ook onder christenen van vandaag, Palestina wordt genoemd.
Immers Palestina is een scheldnaam voor Israël, die in 135 na Chr. werd ingevoerd door
keizer Hadrianus van Rome. In zijn tijd noemde men het land nog Galilea en Judea. Zijn
14 februari 2016
Versie 0.3
Page |8
veldheer Severius nam onder andere Jeruzalem in. Vele Joden vluchtten weg, vonden de
dood of werden als slaaf verkocht. Hadrianus riep Jeruzalem uit tot Colonia Aelia Capitolina,
om aan te geven dat het voortaan een Romeinse stad was. Israël vernoemde hij toen naar
de vroegere aartsvijand van Israël, de Filistijnen: Palestina, Latijns voor Filistea. Vanaf deze
tijd is men het land Palestina gaan noemen. Tot op heden is het een propagandistische term
om aan te geven dat Israël geen bestaansrecht heeft. Hiermee treden de Palestijnen in de
voetsporen van Hadrianus.
Palestijnse Arabieren
De op dit moment in Israël wonende Palestijnse Arabieren, zijn afstammelingen van de
immigranten die zich er vanaf ± 1850 vestigden tot de tweede wereldoorlog uitbrak. Zij
kwamen voornamelijk uit Bosnië, de Kaukasus en Arabië.
Toen de Engelsen in 1917 het mandaat over Israël voerden, gaven zij het land weer de
naam Palestina. Alle bewoners heetten toen Palestijnen, Joden, Arabieren en Europeanen.
Ongeveer 600.000 inwoners waren Arabisch sprekend en in 1947 was dit aantal gestegen
tot 1,2 miljoen. Tweederde van hen werkte op het land en zij leefden in 900 dorpen. Het
andere deel woonde in de steden en werkte daar als handarbeiders.
De helft van de (Islamitische) Arabieren woont in het noorden van het land. Er zijn ook
Christelijke Arabieren (vnl. Grieks-Katholiek, Grieks-orthodox en Rooms-Katholiek). Zij
wonen met name in Nazareth, Sjefar’am en Haifa.
Vluchtelingenprobleem
De eerste stroom Arabische vluchtelingen kwam op gang in november 1947. De VN besloot
toen Palestina op te delen in een Arabische en een Joodse staat. Velen vluchtten op eigen
initiatief weg uit het gebied dat aan de Joden was toegedacht. De tweede stroom
vluchtelingen kwam op gang, direct na het uitroepen van de staat Israël in 1948. De
omringende Arabische staten verklaarden Israël toen de oorlog. Zij verwierpen het
verdelingsplan. Opnieuw vluchtten grote groepen Arabieren het land uit. Zij waren bang
aangevallen te worden door de Arabische legers. Tevens vreesden zij voor wraakacties van
de Joden. Via de radio werden vanuit Damascus en Cairo de Arabieren opgeroepen om het
land te verlaten. De meeste van hen kwamen terecht in de Gazastrook (kwam onder
Egyptisch bestuur), de West-Oever (werd door Jordanië geannexeerd), Libanon en Syrië.
Israël won de oorlog waardoor zij niet konden terugkeren. Op deze wijze is het ‘Palestijnse’
vluchtelingenprobleem ontstaan. Dit probleem werd groter gedurende de zesdaagse oorlog
in 1967. Toen sloegen er nog meer Israëlische Arabieren op de vlucht.
Palestijns bewustzijn
Het is vooral de situatie van de vluchtelingen die in de politieke strijd het bewustzijn van een
‘Palestijns volk’ heeft gestimuleerd. De vluchtelingen worden ingezet in deze strijd. Het
Palestijnse volk is een creatie waarin men uiteindelijk ging geloven, een middel om Israëlisch
gebied te claimen. Alle leugens worden hiervoor uit de kast getrokken. Zo zouden de
Palestijnen van de Jebusieten afstammen. De Jebusieten bouwden namelijk Jebus, wat later
Jeruzalem ging heten. Hiermee legitimeren de Palestijnen hun recht op Jeruzalem en het
land Palestina.
Een echt Palestijns volk bestaat echter nog steeds niet. Veeleer gaat het om een
gemeenschappelijk gevoel waarmee Palestijnse Arabieren zich vereenzelvigen, daarmee
een onderlinge band kwekend, die hun lot versterkt.
14 februari 2016
Versie 0.3
Page |9
De Jebusieten zijn afstammelingen van Noachs kleinzoon Kanaän (Gen. 10 :16) en
vormden de oorspronkelijke bevolking van Jeruzalem, toen Jebus geheten (Joz. 15 :63; 18
:28, Richt. 1 :21; 19 :11, 2 Sam. 5 :6 v.) en van het omringende bergland (Num. 13 :29, Joz.
11 :3).
In het Oude Testament worden zij 41 maal genoemd. De naam 'Jebusiet'
Jebus was de derde zoon van Kanaän. Van hem stammen de Jebusieten af. De naam
'Jebusiet' betekent dan ook 'nakomeling van Jebus'. Maar omdat Jebus de vroege, vóórIsraëlietische naam van Jeruzalem was en de Jebusieten daar en daaromtrent woonden, kan
de naam Jebusiet ook betekenen, 'inwoner van Jebus'.
Ge 10:15 En Kanaän gewon Sidon, zijn eerstgeborene, en Heth,
Ge 10:16 En den Jebusiet, en den Amoriet, en den Girgasiet,
Ge 10:17 En den Hivviet, en den Arkiet, en den Siniet,
Ge 10:18 En den Arvadiet, en den Tsemariet, en den Hamathiet; en daarna zijn de
huisgezinnen der Kanaanieten verspreid.
Ge 10:19 En de landpale der Kanaanieten was van Sidon, daar gij gaat naar Gerar tot Gaza
toe; daar gij gaat naar Sodom en Gomorra, en Adama, en Zoboim, tot Lasa toe.
(SV)
De Jebusieten waren één van de Kanaänietische (van Noachs kleinzoon Kanaän)
volkstammen (Hethieten, Jebusieten, Amorieten, Girgasieten, Hevieten) in het land Kanaän.
De twaalf verspieders die Kanaän hadden verkend, noemden in hun relaas de woonplaats
van de Jebusieten woonden:
Nu 13:29 In het Zuiderland woont Amalek, in het bergland [wonen] de Hethieten, de
Jebusieten en de Amorieten, aan de zee en aan de oever van de Jordaan wonen de
Kanaänieten. (HSV)
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 10
Kaart[1]: De Jebusieten woonden in en rond Jebus, het latere Jeruzalem
David veroverde Jebus en maakte het de hoofdstad van zijn rijk. Jebus werd later Jeruzalem
genoemd.
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 11
6.8.2 Manipulatie.
Langer schrijft: "Adolfs vader, Alois Hitler, was de onwettige zoon van Maria Annah
Schiklgruber. Het was algemeen geweten dat de vader van Alois Hitler (Schiklgruber)
Johann Georg Hiedler heette. Er zijn sommige mensen die er sterk aan twijfelen dat Johann
G. Hiedler de vader was van Alois Hitler. Een Oostenrijks document toonde aan dat Maria
Annah Schiklgruber in Wenen woonde op het einde van de periode dat zij besefte dat ze
zwanger was. In die periode werkte zij als bediende in het huis van Baron Rothschild. Toen
de familie ontdekte dat ze zwanger was werd ze terug naar huis gestuurd…
Waar Alois geboren werd. De info van Langer kwam uit en staat beschreven in: 'The high
level Gestapo Officer', met name Hansjurgen Koehler, gepubliceerd in 1940 onder de titel:
'Binnen de Gestapo'
Hij schrijft over de onderzoeken omtrent Hitlers achtergrond die uitgevoerd werden door de
Oostenrijkse Kanselier Dolfuss, documenten die hem gegeven waren door Heydrich, de
grote man van de Nazi Geheime Dienst. Het artikel dat hij schreef heeft nooit zo een
wanorde veroorzaakt als ooit tevoren in de hele wereld.(Inside the Gestapo, p. 143). De
tweede bundel in de blauwe reeks bevatten de documenten die verzamelt werden door
Dolfuss. De weinig aanvaarde en lichthartige Oostenrijkse Kanselier moet door zulk een
persoonlijk artikel geweten hebben dat hij bekwaam zou zijn om Hitlers taak te controleren,
als zijnde niet moeilijk; als heerser over Oostenrijk kon hij gemakkelijk de persoonlijke
gegevens van Hitler zelf en zijn familie, die allen geboren waren op Oostenrijkse grond,
onderzoeken. Door het gebruik van originele geboorteaktes, politieregistratiekaarten en
protocols die allemaal in het originele dossier bevat waren, slaagde de Oostenrijkse
Kanselier erin de stukken van de verschillende puzzels in mekaar te steken en creëerde
daardoor een min of meer logisch geheel.
Een kleine dienstmeid 'Hitlers grootmoeder', kwam naar Wenen en werd huishoudster,
meestal werkend voor rijke families. Maar zij was ongelukkig omdat zij verkracht werd en een
kind verwachtte.
Dolfuss heeft bij de registratie van haar informatiekaart ontdekt dat zij als dienstmeisje
werkte in de Rothschild clan…En Hitlers ongekende grootvader moet haar in deze machtige
omgeving opgezocht hebben. Hier stopt de verklaring van Dolfuss.
Was Hitlers doel om Oostenrijk in te palmen, in verband te brengen met het verlangen om
zijn eigen streven te vernietigen?
Een correspondent die uitdrukkelijk het onderwerp onderzocht heeft, schrijft: 'Het blijkt dat
Hitler lang voor hij met syfilis besmet geraakte al op de hoogte was van het feit dat hij
Kanselier zou worden. Zoals zijn vader voor hem, toen de Hitlers naar Wenen gingen. Hitlers
vader verliet zijn thuis op jeugdige leeftijd om zijn geluk te zoeken in Wenen. Toen Hitler
wees werd nadat zijn moeder stierf in december 1907, bleef hij kort na de begrafenis toch in
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 12
Wenen. Daar zou hij tien maanden uit het zicht verdwijnen. Wat er gebeurde in die tien
maanden is een compleet mysterie waarvan de geschiedenis niets prijsgeeft.
Het is duidelijk nu, dat bewezen is dat A. Hitler een Rothschild was, dat hij en zijn familie
vertrouwd geraakten in de omgeving en alzo vergrootte de familieband".
De Rothschilds en de Illuminati zaaiden uit in hun geheime programma's en de kinderen
hieruit afkomstig, kregen een andere naam en andere ouders. Bijvb. Bill Clinton, die meer
dan waarschijnlijk een Rockefellerproduct is. Deze ordinaire kinderen van ordinaire
oorsprong worden zeer succesvol in hun eigen gekozen weg.
Hitler ook, zou onofficiële kinderen geproduceerd hebben om zijn status van de bloedlijn in
stand te houden en van deze mensen zouden er tot op heden nog in leven zijn.
Dus welke Rothschild was de grootvader van Adolf Hitler? Alois Hitlers vader werd geboren
in 1837 in de periode dat Salomon Mayer de enige Rothschild was die leefde in Wenen.
Zelfs zijn vrouw woonde daar niet omdat hun huwelijk zo slecht was dat zij in Frankfurt
verbleef. Hun zoon Anselm Salomon bracht het grootste deel van zijn werkende leven door
in Parijs en Frankfurt, ver van het Wenen en zijn vader. En Herman von Goldsmith, de zoon
van de oudste klerk, schreef een boek, gepubliceerd in 1917, wat zegt over Salomon: 'In de
jaren 1840 had hij veel aandacht voor jonge meisjes. En hij had een bijzondere roekeloze
passie voor héél jonge meisjes, zijn avonturen met hen raakte bekend bij de politie.'
Hitlers grootmoeder, een jong meisje die onder hetzelfde dak werkte zou niet het onderwerp
zijn van verlangens van Salomon? En dit zelfde meisje werd terwijl ze daar werkte zwanger?
Haar kleinzoon wordt Kanselier van Duitsland dat gefundeerd werd door de Rothschilds en
hij startte de W.O.II die zo vitaal was voor de Rothschild-Illuminati agenda?
W.O.II was ongelooflijk productief voor de Illuminati qua controle over het wereldgebeuren.
Hij leidde tot een explosie van wereldlijke gecentraliseerde instellingen, zoals de V.N. en
Euro-gemeenschap, nu UNIE en vele andere financiële en militaire instellingen. Precies wat
zij wilden. Het zette vele landen onder een enorme druk van schulden op leningen,
veroorzaakt op alle vlakken door…Rothschild en Illuminati.
De Rothschilds hebben jaren na elkaar een plan ontwikkeld om een persoonlijke 'vrijheid' te
ontwikkelen voor zichzelf en voor de Illuminati in Palestina. En dit plan omvatte het
manipuleren van het Joodse volk om zich neer te zetten in een omgeving zijnde hun
'thuisland'. Charles Taze Russell, behorende tot de Illuminati van Russell, was de man die de
Wachttorengemeenschap gesticht heeft, beter bekend als Jehova's Getuige. Hij was een
satanist en volgens zijn vrouw een pedofiel en vrijwel zeker Illuminati. Zijn nieuwe religie
(mind-control cultus) was gebaseerd op de Rothschilds en hij was een vriend van hen net
zoals de grondleggers van de Mormonen.
In 1880 voorspelde Charles Taze Russell dat de Joden terug zouden keren naar hun
thuisland. Dit was ongeveer de enige voorspelling die Russell juist had. Waarom? Omdat hij
wist dat dat het plan was. Hij schreef aan de Rothschilds om hun te prijzen voor hun inzet en
alzo een Joodse nederzetting te maken in Palestina.
In 1917 kwamen de beroemde Balfourverklaringen, toen de Britse minister Lord Balfour dat
zei en de overheid de creatie van een Joodse Staat in Palestina steunden. Dit was een
openbare aankondiging, maar dat was het niet. De brief van Balfour was gericht aan Lord
Lionel Walter Rothschild. Onderzoekers beweren dat de brief in feite 'geschreven' werd door
Lord Rothschild en zijn bediende, een Bankier, genaams; Alfred Milner. Luister goed! Eén
van de meest belangrijkste geheime verenigingen van de 20é eeuw is genoemd: 'De Ronde
Tafel'. Het is gesitueerd in Engeland met vertakkingen over de hele wereld. Het is de Ronde
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 13
Tafel die het netwerk omvat van de 'Bilderberggroep', de Raad van Buitenlandse Relaties,
Trilaterale Commissies en het Koninklijk Instituut van Internationale Zaken. Hoe fascinerend
toch dat Lord Balfour een lid was van de Ronde Tafel. Alfred Milner was de officiële leider
van de Ronde Tafel na de dood van Cecil Rhodes en de Ronde Tafel werd gesticht
door…Lord Lionel Walter Rothschild. Dit waren de eerste drie mensen die betrokken waren
in de verklaring van Balfour in 1917. Twee jaar later in 1919 kwam de vresdesconferentie
van Versailles nabij Parijs. Toen de elite van de Ronde Tafel van Engeland en US met
mensen zoals Alfred Milner, Edward Mandel House en Bernard Baruch aangeduid werden
om hun landen te vertegenwoordigen op de meetings, waarin beslist werd hoe de wereld zou
kunnen veranderen als gevolg van de oorlog die deze mensen ontwikkeld hebben. Zij
beslisten om onmogelijke terugbetalingen te doen aan Duitsland om alzo de val van de
naoorlogse Weimar Republiek te verzekeren mits toegeving van de ongelooflijke
economische neerval, en zodoende creëerden zij de juiste omstandigheden, gebracht door
Rothschild, Hitler, de macht. Het was in Versailles dat deze Illuminati, te beginnen met de
opstarting van… Bilderberg - CFR-RIIA - Trilaterale Commissie Netwerk. Zij beslisten in
Versailles ook dat zij nu allen de verwezelijking van het Joodse volk in Palestina zouden
steunen. Iedereen van hen was ofwel een Rothschild ofwel erdoor beïnvloed.
De Amerikaanse president Woodrow Wilson werd in Versailles door kolonel House en
Bernard Baruch 'geadviseerd'. Beiden waren Rothschild klonen, beiden van de Rothschild
clan en tegelijkertijd leiders van de Ronde Tafel in de US. De Briste eerste minister Lloyd
George werd geadviseerd door Alfred Milner, bediende van de ronde Tafel, Rothschild en Sir
Phillip Sassoon, een rechtstreekse opvolger van Mayer Amschel Rothschild, de stichter van
de dynastie, de Franse leider Georges Clemenceau werd geadviseerd door minister van
Buitenlandse Zaken Georges Mandel, de echte naam was Jeroboam Rothschild.
Ook in de Amerikaanse delegatie waren de gebroeders Dulles, waaronder John Foster
Dulles, die staatssecretaris van de US zou worden, en Allen Dulles, die het eerste hoofd zou
worden van de nieuwe CIA na W.O.II. De gebroeders Dulles zouden later aanhangers
worden van Hitler en werkten bij Rothschild, Kuhn, Loeb en Co. Zij waren ook betrokken bij
de aanslag op John F. Kennedy en Allen Dulles zou dienst doen in de Warren Commissie,
die de aanslag onderzocht. De Amerikaanse delegatie in Versailles werd ook
vertegenwoordigd door de Rothschild controle, zijnde Paul Warburg, Kuhn, Loeb en de
Amerikaanse afdeling van I.G. Farben. Terwijl de Duitse delegatie beschikte over zijn broer
Max Warburg, die Hitlers bankier zou worden!! Hun gastheer in Frankrijk gedurende de
vredesconferentie was Baron Edmond de Rothschild. De leidende kracht op dat ogenblik die
instond voor de creatie van een Joods thuisland in Israël.
De Rothschilds zijn altijd de dwingende kracht geweest achter het Zionistisch front. Zionisme
is in feite SIONisme = de Zon, De voorganger van Sion.
In tegenstelling tot wat de meeste mensen denken is het Zionisme niet het Joodse volk. Vele
Joden zijn niet Zionist en vele niet-Joden zijn dat wel. Zionisme is een politieke beweging,
geen ras. Als men zou zeggen dat Zionisme het Joodse volk is, is dat hetzelfde als de
democratische partij gelijk is aan het Amerikaanse volk. Het Joodse volk dat tegen het
Zionisme is heeft een harde strijd gestreden.
Nu, terwijl zij hun poppen gemanipuleerd hebben om hun plan voor een persoonlijke vrijheid
in het Midden-Oosten te ondersteunen, begon het proces om het Joodse volk in Palestina te
plaatsen. Zoals altijd behandelden zij hun eigen volk met genoegdoening. Komt daarbij
kijken: Baron Edmond de Rothschild, vader van Israël, die stierf in 1934 en gastheer van de
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 14
vredesdeligatie van Versailles. Edmond was van het Franse Huis, net zoals Guy. Hij begon
in feite met het vestigen van de Joden in Palestina ver voor 1880, toen de voorspelling kwam
van Charles Taze Russell. Hij financierde de Russische Joden in hun nederzetting in
Palestina, maar dit had niets te maken met hun vrijheid of geboorterecht. Het was ter
bevordering van de agenda van Rothschild-Illuminati. Edmond financierde het ontstaan van
boererijen en fabrieken en runde de hele operatie met ijzeren hand. De Joodse boeren werd
opdracht gegeven wat ze moesten laten groeien en zij wisten al vlug wie de baas was als zij
hun opdracht in vraag durfden te stellen. In 1901 klaagde het Joodse volk tegenover
Rothschild over zijn dictatorschap en over hun nederzetting in Yishuv. Zij vroegen hem: "Als
u het Yishuv wilt redden, neem dan eerst uw handen ervan af en sta de kolonisten voor een
keer toe de mogelijkheid te hebben om zichzelf te verbeteren, zo lang dit nodig is."
Antwoord van Baron Rothschild: "Ik creëerde Yishuv, ik alleen. Daarvoor geen mensen, noch
kolonisten, noch organisaties hebben het recht om tussen te komen in mijn plannen."
In zekere zin hebt u de ware houding van de Rothschilds ten opzichte van het Joodse volk,
en inderdaad, de menselijke in 't algemeen.
Volgens Simon Schama's boek: 'Twee Rothschilds en het land van Israël' (Collins, Londen
1978), verwierven de Rothschilds 80% van het land van Israël. Edmond werkte nauw samen
met Theodore Herzl, die met de grondleggers was van het Zionisme, de politieke beweging
voor het verzekeren van een Joodse thuisbasis in Palestina. Rothschild was ook de kracht
achter Chaim Weizmann, ook een leider van het Zionisme. Rothschild zei tot Weismann:
"Zonder mij zou het Zionisme geen succes gekend hebben, maar zonder Zionisme zou mijn
werk ter dood veroordeeld zijn".
Dus, nu de Rothschild hun financiering van de Joodse nederzettingen in Palestina verhogen
en met hun eigen steun in de overheid, zijn de plannen van een Rothschild, sorry Jood, een
thuisbasis. Zij hebben nood aan een katalysator die de Arabische protesten zou afbreken
i.v.m. de overname van hun land. Die katalysator was de afschuwelijke behandeling van
Joden in Duitsland en de landen die zij veroverden met de Rothschild nazi's, waaronder een
Rothschild genaamd Adolf Hitler. De golf van opstand tegen de nazi concentratiekampen gaf
een vitale en cruciale impact op de Rothschildagenda. Zij waren het die de Joodse
terroristische operaties zoals de Stern Gang en Irgun leidden tot zelfmoord en moord om de
staat van Rothschild (Israël) in leven te brengen in 1948. Deze terroristische groepen die het
Joodse volk met vol enthousiasme afslachtten werden geleid door de mensen die later
uitgroeiden tot leiders van het nieuwe Israëlische volk, zoals Menachem Begin, David Ben
Gurion, Yitzhak Rabin en Yitzhak Shamir. Het waren deze Rothschild gecontroleerde
Zionistische bendes die op 17 september 1948 de internationale mediator Graaf Bernadotte
vermoordden, blijkbaar omdat hij de intentie had een nieuwe resolutie aan de VN voor te
stellen.
En de Rothschilds waren niet alleen tevreden om het onvoorstelbare lijden van het Joodse
volk onder de nazi's te veroorzaken. Zij stalen ook hun weelde, rijkdom, toen de oorlog
voorbij was, net zoals ze de Russische rijkdommen stalen gedurende de revolutie die zij
gefinancierd hadden.
Begin 1998 tijdens een gesprekstoer in Zuid-Afrika had ik een persoonlijke ontmoeting met
P.W. Botha, president van Zuid-Afrika gedurende de jaren 1980. De uitnodiging kwam er
toen ik enkele mijlen verwijderd van zijn thuis aan het spreken was. Wij spraken anderhalf
uur over de manipulatie van Zuid-Afrika en het duurde niet lang voordat namen zoals: Henry
Kissinger, Lord Carrington en de Rothschilds naar voren kwamen.
"Ik had enkele vreemde meningen ten opzichte van de Engelse Rothschilds in Kaapstad,
toen ik president was", zei hij en hij ging verder mij een verhaal te vertellen dat een
opsomming gaf van de perfectie van de Rothschild. Hij zei dat ze hem gevraagd hadden om
een ontmoeting te hebben met hem en zijn minister van Buitenlandse Zaken, de Illuminati
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 15
Pick Botha (geen relatie met P.W. Botha). Op deze ontmoeting, zei hij, zou de Rothschild
hem gezegd hebben dat er een massieve weelde was op de Zwitserse banken, die ooit
toebehoorden tot de Duitse Joden. Het geld zou beschikbaar zijn voor investeringen in ZuidAfrika als er een akkoord zou kunnen zijn over de rentevoet. Deze weelde die ontstolen werd
van de Duitse Joden moet enorm zijn. Het kwam jaren geleden aan het licht en veroorzaakte
een groot schandaal. De Rothschilds hebben een fortuin gemaakt vanaf het begin van de
oorlog! Botha heeft mij verteld dat hij weigerde het geld te aanvaarden, maar Pick Botha
verliet de vergadering met de Rothschilds en hij kon er niet zeker van zijn dat zij tot een
overeenkomst zouden kunnen komen.
Adembenemend? Natuurlijk niet, de wereld is niet zoals wij denken dat ze is. Tot op heden
controleren de Rothschilds deze staat die haar familiesymbool draagt in haar vlag en het zijn
zij die dat land en zijn volk gebruiken om het conflict gaande te houden binnen zijn grenzen
en de omringende Arabische landen. Dit verleende de Illuminati-Rothschild de macht ter
controle van de zogenaamde crisiscirkel in het Midden Oosten door scheiding, regels en
verovering.
Het heeft hen toegestaan en niet in het minste, de controle uit te voeren over de
olieproducerende landen, sinds de oorlog toen olie werkelijk ter sprake kwam.
Bron DAVID ICKE
6.8.3 Balfour-verklaring.
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 16
De brief/verklaring luidt als volgt:
Foreign Office
November 2nd, 1917
Dear Lord Rothschild,
I have much pleasure in conveying to you, on behalf of His Majesty's Government,
the following declaration of sympathy with Jewish Zionist aspirations which has been
submitted to, and approved by, the Cabinet.
"His Majesty's Government view with favour the establishment in Palestine of a
national home for the Jewish people, and will use their best endeavours to facilitate
the achievement of this object, it being clearly understood that nothing shall be done
which may prejudice the civil and religious rights of existing non-Jewish communities
in Palestine, or the rights and political status enjoyed by Jews in any other country."
I should be grateful if you would bring this declaration to the knowledge of the Zionist
Federation.
Yours sincerely,
Arthur James Balfour
Nederlandse vertaling van de declaratie:
"Zijne Majesteits Regering staat welwillend tegenover de vestiging in Palestina van een
nationaal tehuis voor het Joodse volk, en zal zijn beste krachten aanwenden de
verwezenlijking van dit doel te bevorderen, waarbij het duidelijk moet zijn dat niets zal
worden ondernomen dat de burgerlijke en godsdienstige rechten van niet-Joodse
gemeenschappen in Palestina zou kunnen aantasten, of de rechten en de politieke status die
Joden genieten in enig ander land."
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 17
Baron de Rothschild (1868-1937)
Rothschild was een invloedrijke bankier uit Londen. Als de oudste zoon van de legendarisch Nathan Mayer
Rothschild had hij de titel van officieuze leider van het wereldwijde Jodendom geërfd. Door Weismann wordt hij
overgehaald om het zionisme te steunen. De Balfour verklaring is aan hem persoonlijk gericht.
Van 1899 tot 1910 was Rothschild parlementslid voor de Liberale Partij. Hij was tevens actief zionist en een
goede vriend van Chaim Weizmann. Hij zette zich onder andere in voor de verklaring voor een Joods thuisland in
Palestina. Op 2 november 1917 kreeg hij een brief van de Britse overheid, waarin deze verklaarde de stichting
van Palestina te steunen. Deze brief werd bekend als de Balfour-verklaring.
In 1917 kreeg Baron Rothschild (Walter Rothschild, 2nd Baron Rothschild) een brief van de
toenmalige Britse Minister van Buitenlandse Zaken Arthur James Balfour waarin stond
vermeld dat de regering van Zijne Majesteit welwillend stond naar het idee om een Joodse
Staat in Palestina te vestigen. Uiteraard met inachtneming van de burgerlijke en religieuze
rechten van de niet Joodse gemeenschappen in Palestina.
In het voorjaar van 1948 kopen de Rothschilds President Harry S. Truman om met 2 miljoen
dollar om Israël te erkennen. Met deze dollars kon Truman de campagne van zijn tweede
ambtstermijn financiëren. Vervolgens verklaarden zij Israël als een soevereine Joodse Staat
en binnen een half uur erkende de Verenigde Staten als éérste de staat Israël.
Toen de vlag van Israël werd onthuld werd duidelijk dat op de vlag een blauw gekleurde
versie van het rode hexagram van de Rothschild Family was geplaatst. Er was binnen de
Joodse gemeenschap een enorme weerstand tegen dit hexagram maar tevergeefs.
Hiermee verkregen de Rothschilds de grootste potentiële oorlogsgenerator onder controle
die zijn weerga in de geschiedenis niet kent. Het was te verwachten dat de Arabische
Moslimlanden dit nooit zouden kunnen accepteren. Talloze oorlogen zijn er gevoerd in deze
regio, waaronder de ”Zesdaagse Oorlog” en de “Yom Kippoer Oorlog”. Tevens werden er
internationaal vele terreuraanslagen gepleegd en hieruit ontstond weer een oorlog; “The War
on Terror”, welke op dit moment wereldwijd in volle hevigheid plaatsvindt. Omdat
terroristische organisaties hun acties veelal financiëren met de teelt en handel in drugs is er
ook nog een “War on Drugs”. Kortom één en al oorlog.
6.8.4 Chaim Weizmann als zionist en politicus
Chemische problemen bij de Britse munitieproductie tijdens de Eerste Wereldoorlog door ir.
Eric R.J. Wils
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 18
Chaim Weizmann (1874 -1952) was in de eerste helft van de twintigste eeuw een bekende
zionist, ijverend voor een joodse staat. Wat hebben Weizmann en paardenkastanjes nu
echter met elkaar te maken? Misschien vond Weizmann de paardenkastanje (Aesculus
hippocastaneum) een mooie boom in de tijd dat hij in Engeland woonde en werkte. Deze
grote boom, de Horse chestnut, was tenslotte in vele Engelse parken aangeplant, maar zijn
autobiografie laat zich over een dergelijke voorkeur niet uit.
Bovendien leidde Weizmann een uitermate druk leven dus van wandelen in parken zal wel
niet veel gekomen zijn. Het antwoord op de vraag moet echter gezocht worden in het feit dat
de zionist Weizmann, chemicus van beroep was en dat het Britse Rijk tijdens de Eerste
Wereldoorlog kampte met een specifiek chemisch probleem bij het maken van munitie. En
oorlog voeren zonder munitie is nu eenmaal onmogelijk.
Korte levensloop van Chaim Weizmann
Weizmann was geboren in het kleine plaatsje Motol in Rusland (momenteel Wit-Rusland),
maar had mogen leren ondanks het feit dat zijn vader slechts een eenvoudige houthandelaar
was. Hij had in Duitsland en Zwitserland chemie gestudeerd en was in 1904 naar Engeland
vertrokken waar hij onderzoek deed aan de Universiteit van Manchester. Daar pionierde hij
in een nieuwe tak van de chemie, nu meer bekend als biochemie of biotechnologie. Maar al
tijdens zijn studie bestond zijn leven eigenlijk uit twee delen enerzijds gewijd aan de
wetenschap en anderzijds aan het zionisme.
Chaim Weizmann
Chaim Weizmann in zijn laboratorium in Manchester in 1912
In 1910 had hij de Britse nationaliteit verkregen. Groot-Brittannië was dan wel niet het
beloofde joodse land, maar Weizmann geeft er in zijn autobiografie hoog over op. Hij
prefereerde het land duidelijk boven Duitsland waar hij een afkeer van had, om maar niet te
spreken van Rusland. Voor vooraanstaande Duitse joden zoals de industrieel Walther
Rathenau bedacht bij zelfs het scheldwoord Kaiserjuden.
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 19
Al vanaf zijn komst naar Manchester groeide zijn bemoeienis met het zionisme in Engeland
leidend tot het voorzitterschap van de Engelse Zionistische Federatie. In 1920 werd hij
gekozen als de eerste leider van de Zionistische Wereldorganisatie en hij zou vanaf 1949 tot
zijn dood in 1952 de eerste president van de nieuwe staat Israël zijn.
Weizmann als zionist en politicus
Weizmann was naast natuurwetenschapper ook actief als zionist. Het produceren van
aceton en het oplossen van een nijpend probleem voor de munitieproductie tijdens de Eerste
Wereldoorlog bezorgde hem - een joodse, onbekende chemicus uit Manchester - nuttige
contacten met leidende Britse politici voor zijn zionistische doelstellingen.
Na het aftreden van Churchill als minister van Marine ten gevolge van het Gallipoli debacle in
1915, werd de stuwende rol bij de marine overgenomen door diens opvolger Arthur Balfour
tot de wisselingen in de Britse regering in december 1916. Toen Lloyd George eind 1916
premier werd, kwam Churchill in 1917 weer in de regering en nam de taak van Lloyd George
als minister voor Munitie over en schoof Balfour door naar Buitenlandse Zaken. De mythe
dat Groot-Brittannië de joden een nationaal tehuis heeft aanboden in Palestina - vastgelegd
in de Balfour-verklaring - als dank voor de inzet van Weizmann bij de productie van aceton
wordt door hem in zijn autobiografie nadrukkelijk tegengesproken. De mythe is door Lloyd
George de wereld ingebracht. Weizmann kende Lloyd George en Balfour overigens al
voordat de acetonkwestie speelde.
‘Aceton of geweten?’ schrijft de Amerikaanse historica Barbara Tuchman boven een
passage in haar boek ‘De bijbel en het zwaard’ over de Balfour-verklaring en zij bedoelde
daar niet het geweten van Weizmann mee voor zijn medewerking aan de fabricage van
munitie. Mede door zijn bijdrage aan de Britse munitie-industrie zouden uiteindelijk 12
duizend Duitse joden op het slagveld omkomen tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Nergens komt dat gegeven echter in zijn autobiografie naar voren. Wel dat hij fel anti-Duits
was en een hekel aan Duitsers had. Ook de houding van de vele Duitse joden om te
assimileren strookte niet met zijn zionistisch streven naar een joodse staat.
In zijn autobiografie spreekt Weizmann van een eierendans en daarbij breken wel eens
eieren. In 1919 zou hij met een delegatie zionisten tijdens de vredesbesprekingen in Parijs
pleiten voor de joodse staat.
Na de oorlog zou het contact met de Duitse joden weer geleidelijk hersteld worden te
beginnen met Albert Einstein waarmee Weizmann een promotiereis maakte naar de
Verenigde Staten in 1921 om gelden te verzamelen voor een Hebreeuwse universiteit in
Jeruzalem.
Ook met Walther Rathenau, een van de voormalige Kaiserjuden en tot zijn liquidatie in 1922
de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, volgden gespreken. In 1932 kwam Weizmann
zelfs in contact met Fritz Haber, de joodse chemicus door wiens vinding om ammoniak te
maken de Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog munitie konden blijven produceren.
Dit contact sloot als het ware de driehoek tussen de zijden Weizmann-Einstein en EinsteinHaber. Juist aan personen als Haber, die zijn joodse achtergrond had opgegeven om
volledig te kunnen assimileren in de Duitse samenleving, had Weizmann een hekel.
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 20
Nochtans konden ze het redelijk met elkaar vinden en Weizmann bood Haber een functie
aan op de Hebreeuwse universiteit, maar Haber overleed in 1934 voordat het zover kwam.
Of ze het tijdens hun contacten nog over de productie van munitie tijdens de Eerste
Wereldoorlog of over aceton uit paardenkastanjes hebben gehad, is helaas niet vastgelegd
maar technische botanie is wel besproken.
Weizmann zou zijn hele leven wetenschap en politiek combineren. Ook in de Tweede
Wereldoorlog zou hij de Britse regering nog wetenschappelijk bijstaan, maar toen was de
keuze tegen nazi-Duitsland evident. Behalve als eerste president van Israël werd hij de
oprichter en naamgever van het Israëlische Weizmann instituut voor wetenschappen.
© Eric R.J. Wils - 2007
Het Midden-Oosten in oorlog
Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog bevond het Ottomaanse Rijk zich in de periferie van de
wereldpolitiek. Al decennia was de macht van het rijk aan het aftakelen onder aanhoudende interne en
externe druk. Aan buitenlandse mogendheden was een groot deel van het territorium al voor de oorlog
verloren. In 1882 hadden de Britten Egypte ingelijfd, in 1911 viel Italië Libië binnen en bij de Balkan
oorlogen verloren ze haast alle Europese bezittingen.14 Intern gecentraliseerde macht was volgens
Fromkin: ‘more myth than reality’.15 Slechts 5% van de belastingen wordt opgehaald door de regering
en Europese mogendheden voelden zich volkomen vrij om zich te mengen in interne
aangelegenheden. 16 Het rijk bestond bij de gratie van anderen. De algemene consensus was dat de
gebieden eens in handen zouden komen van Europa, maar dat daar vooralsnog geen aanleiding voor
was. Voorlopig hadden de Europese machten vooral belang bij het instant houden van het rijk.
Frankrijk bezat het grootse deel van de staatsschuld en uit vrees voor de spanningen van de Great
Game en de Scramble for Afrika en het risico dat dit vormde voor het kwetsbare verbond van de
Entente hielden de geallieerden het rijk liever in stand dan dat ze het onderling verdeelden. 17
Dit veranderde met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. De Duitsers hadden, gedreven door
een beoogde alliantie met de Islam, een bondgenootschap gesloten met het Ottomaanse rijk en
daarmee veranderden de Ottomanen ‘from friend to foe’18. Al snel werd een jihad uitgeroepen
waarin alle Mohammedanen werden opgeroepen in opstand te komen tegen Groot Brittannië,
Frankrijk en Rusland. Ondanks zijn beperkte wereldlijke macht bezat de Sultan qualitate qua een
grote religieuze macht waarvoor de Britten vreesden vanwege haar 100 miljoen Islamitische
onderdanen.19 De oorlogsverklaring van de Ottomanen vormde naast een bedreiging voor de interne
veiligheid van het Britse rijk echter ook militaire en geopolitieke mogelijkheden voor de geallieerden.
Vernietiging van het rijk zou de mogelijkheid open voor een derde front op de Balkan. Daarbij wilden
de Britten een
buffer voor het Suezkanaal en India. De Fransen wilden hun historische gegroeide recht op Syrië
opeisen en de Russen zochten controle over de Dardanelles.20
In het Ottomaanse rijk heeft in 1908 een coup plaats gevonden waarbij de Jonge Turken de macht
hebben gegrepen en de Sultan slechts als hun zetbaas op de troon bleef. De Jonge Turken stonden voor
modernisering en een sterkere centrale staat. Met hen kwam het Turks nationalisme op. Deze coup had
daarmee ook gevolgen voor de interne rust. Het op religieuze basis gestoelde verbond tussen de
Turken en de Arabieren werd hierdoor in gevaar gebracht. De Sultan had nog steeds grote invloed in
de Islamitische wereld en de opstand tegen hem stootte menig Arabier tegen de borst. Een van hen was
de Sharif van Mecca, Ibn Ali Hussein. Hij was een trouwe medestander van de Sultan geweest maar
nu was hij bereid om een opstand te beginnen tegen Constantinopel. Van deze interne onrust werd
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 21
gebruik gemaakt door de Britten. Er ontstond een pragmatisch verbond met de Arabieren en het antiTurks sentiment werd aangewakkerd. Centraal in deze poging stond T.E. Lawrence, de ‘larger than
life figure’21 die later bekend werd als Lawrence of Arabia. Hij had in de jaren voor de oorlog grote
ervaring opgedaan in Arabische gebieden en vele stammen leren kennen. Zo kon hij in de opstand
zowel een brug vormen tussen de Arabieren en Londen als een verbindend element zijn tussen de
Arabieren onderling. Als beloning voor de opstand beloofden de Britten via de beruchte McMahonHussein correspondentie een onafhankelijke Arabische staat. Militair heeft de Arabische opstand niet
zo veel effect gehad maar het verbond met Hussein heeft er wel aan bijgedragen dat de zo gevreesde
jihad nooit echt is aangeslagen.22
Er zijn tijdens de oorlog zes grote offensieven geweest. Het eerste offensief was een poging om in
reactie op de jihad Constantinopel in handen te krijgen en de macht van de Sultan in een keer te
breken.23 De eerste troepen van de haastig voorbereidde Gallipolli campagne landde in april 1915. De
campagne liep uit op een van de meest vernederende nederlagen van de Britten en zes maanden
later werden de troepen geëvacueerd. De afgang gaf de Jonge Turken grote status en de koloniale
overheden vreesden dat Islamitische opstanden het gevolg zouden zijn. Daarom werd er succesvol
gelobbyd voor een tweede campagne, dit keer in Mesopotamië, om het prestige te herwinnen.
Helaas liep ook deze desastreus af met een vernederende nederlaag bij Kut waarbij 13.000 soldaten
krijgsgevangen werden genomen. De Ottomaanse offensieven waren eveneens onsuccesvol. De
ondoordachte aanval op Russische bezittingen in de Kaukasus leverde niets op en kostte 90.000
Ottomaanse levens. De twee aanvallen op het Suezkanaal in 1915 en 1916 werden afgeslagen door
het Egyptische leger. Het laatste offensief van de oorlog was de succesvolle Britse campagne onder
leiding van generaal Allenby. Deze volgde eind in 1917 na de Arabische opstand en hiermee kreeg de
Entente alles ten zuiden van Anatolie in handen.24
Een van de meest opvallende zaken van het Britse beleid in het Midden Oosten was dat er drie,
grotendeels conflicterende, verdragen werden gesloten: het Sykes-Picot verdrag, de McMahonHussein correspondentie en de Balfour Declaratie. Hiermee werd respectievelijk een afspraak gemaakt
over de herverdeling van Ottomaanse gebieden tussen Frankrijk en Engeland, Arabië beloofd aan de
Arabieren als ze in opstand kwamen en tot slot Palestina opengesteld als ‘national home’25 voor de
Joden. Uiteindelijk konden de Britten zich aan geen van de drie verdragen houden en werd Palestina
drie keer vergeven. 26
Na de oorlog is het Ottomaanse rijk definitief uit elkaar gevallen en werd de Turkse staat opgericht.
Alle Arabisch sprekende gebieden moesten worden afgestaan. De Arabieren kregen een zelfstandig
Arabisch schiereiland. Syrië, Libanon, Palestina, Jordanië en Irak werden onder het mom van
uiteindelijk onafhankelijkheid verdeeld in Franse en Britse protectoraten. De Sykes-Picot afspraak
werd bij deze verdeling gehandhaafd met als uitzondering Palestina. In tegenstelling tot de
oorspronkelijk afspraak waarbij Palestina onder gedeeld geallieerd gezag zou komen werd het hele
land– als consequentie van de Balfour verklaring- onder bescherming van Groot Brittannië
geplaatst.27
Op het Europese strijdtoneel was Groot Brittannië in 1916 in verlegenheid gebracht door wreedheden
tegen Joden die door het Russisch leger waren begaan. Hierdoor ontstond er de angst dat de
internationale Joodse gemeenschap de kant van Duitsland in de oorlog zou kiezen. Aangezien er
gedacht werd dat de Joodse gemeenschap grote internationale invloed had, onder andere in de
Verenigde Staten, werd dit als een groot probleem gezien. Om dit proces te kenteren werd er gezocht
naar mogelijkheden om de Joodse steun te verwerven. Een van de ideeën was om Palestina aan de
Joden te beloven en dat idee werd eind 1916 dus weer relevant. Daarmee is deze tekst het eerste teken
in het Arab Bulletin van een voorbereiding voor de Balfour verklaring. In de tekst zelf wordt niet naar
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 22
deze ontwikkelingen verwezen, het is dus niet zeker dat het geplaatst is met deze ontwikkelingen in
het achterhoofd.72
Het artikel neemt duidelijk stelling in twee destijds levendige debatten: de inschatting van Joodse
internationale invloed en de doelstelling van de Joodse immigratie in Palestina. Met betrekking tot de
Joodse invloed plaatst het artikel zich aan de kant van de overheersende opinie waarin die invloed
stelselmatig wordt overschat. Zo benadruk het artikel de grote invloed in Constantinopel, de grote rol
van Baron de Rothschild en de invloed in de Verenigde Staten. Met betrekking tot de doelstellingen
van het zionisme in Palestina is het artikel genuanceerd. Aan de ene kant stelt het dat het
oorspronkelijke doel van het Zionisme ontegenzeggelijk bestaat uit het stichten van een eigen staat. Er
wordt uitgebreid gesproken over de ontwikkelingen die een stelselmatige inlijving als doel schijnen te
hebben. De steeds groeiende kolonies op de beste grond van Palestina en de opbouw van eigen
instituties zoals banken, scholen en een immigratie bureau zijn hier voorbeelden van. Hierbij wordt
bevestigd dat de koloniën exclusief Joods wordt gemaakt en dat alle Arabieren die op aangekochte
grond wonen worden verwijderd. Aan de andere kant wordt dit genuanceerd door te stellen dat een
eigen staat voor de Zionist vooral een verre droom is en dat het voor de kolonist het belangrijkste is
om alleen al te kunnen wonen in het heilige land. Voor weer andere kolonisten is het voornamelijk een
politiek asiel als uitvlucht voor het Russisch antisemitisme. 73
De genuanceerde houding van het artikel geeft een inkijk in de houding die het Arab Bureau innam in
de kwesties. Het traditionele beeld is dat van het Bureau een pro-Arabische focus had en een
antisemitische inslag had. Bij Nr.39 komt echter een genuanceerder beeld naar voren. Dat er binnen
het Bureau discussie bestond over bovengenoemde thema’s weten we uit de brieven van William
Ormsby Gore, een vermeend pro-Zionist werkzaam bij het Bureau, waarin hij pleit voor de Balfour
verklaring. Tegelijkertijd waren er binnen het Bureau echter ook gematigde en zelfs felle
tegenstanders van het Zionisme te vinden. 74
Wederom is in het artikel niet genoemd waar de informatie vandaan komt en blijft de auteur ook
anoniem. De gebruikte methodiek valt ook hier dus niet te achterhalen.
Maar weinig mensen realiseerden zich destijds dat de politieke verhoudingen in de wereld definitief
verschoven in dat jaar 1917. De balans verschuift van Europa naar de VS en de Sovjet Unie. Ook het
huidige Midden Oosten kreeg in 1917 reeds gestalte met (het voorstadium van) Israel en de
verschillende Arabische staten.
Cruciaal moment voor de toekomst van het Midden-Oosten is de Balfour-declaratie, afgekondigd op
2 november 1917: „De vestiging in Palestina van een nationaal tehuis voor het joodse volk.“ Lord
Balfour was de Britse minister van buitenlandse zaken. De Engelsen steunden hiermee feitelijk de
toekomstige vestiging van een joodse staat. Het is algemeen bekend dat het hoofd van de Franse
tak van het Huis Rothschild, Baron Edmond de Rothschild, een sterk voorstander van dit beleid was.
Dankzij Riemeck weten we echter dat zijn neef, hoofd van de Britse tak, reeds tot de groep rond de
Prince of Wales behoorde die besloot een oorlog tegen Duitsland voor te bereiden in 1887. De
declaratie wordt kracht bijgezet door de verovering van Jeruzalem op 9 december. Bagdad (11
maart) en Amman zijn dan al in Britse handen gevallen.
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 23
Propaganda van de 'Witten' in de Russische burgeroorlog:
Trotski als joodse duivel die Moskou in zijn greep heeft
Wat tegenwoordig in vergetelheid is geraakt, is dat de Duitsers en de Turken hetzelfde idee serieus
overwogen. Het zionistische ideaal is van het begin af aan als politiek wapen gebruikt in de
internationale politieke arena.
Wanneer je nu kijkt naar het moment waarop de Balfour-declaratie bekend wordt gemaakt, 4 dagen
voor de Oktoberrevolutie en 4 weken voor de geplande Russische verkiezingen, dan dringt de vraag
zich op of deze bedoeld was als boodschap aan de grote joodse gemeenschappen in Rusland.
Verscheidene pogroms waren er onder Tsaar Nicolaas II geweest, de laatste in 1903, wat massale
emigratie van joden ten gevolge had gehad. Veel joden ondersteunden het Marxisme en een
substantieel deel van de bolsjewistische leiders was joods, om te beginnen Trotski. De vraag luidt
derhalve: was de Balfour-declaratie nu bedoeld als een middel om te verhinderen dat nog meer
joden voor Lenin zouden kiezen, of diende deze juist als middel om de bolsjewisten ertoe te
bewegen de Russische alliantie met Engeland en Frankrijk voort te zetten? Hoe het ook zij: tot aan
de holocaust zou Palestina een splijtzwam zijn binnen joodse gemeenschappen over de gehele
wereld.
Versie 0.3
14 februari 2016
P a g e | 24
Baron Edmond de Rothschild
(5) Edmond James de Rothschild (1845-1934) vocht in de Frans-Duitse oorlog van 1870-71 en was de
eerste zionist die land kocht in Palestina (in 1880). Nathan Mayer Rothschild (1840-1915), leerde de
Prince of Wales kennen op Cambridge en werd in 1884 opgenomen in de House of Lords. De
Rothschilds behoren zonder enige twijfel tot de machtigste en rijkste mensen van de 19e eeuw.
De dagboeken van Zionisten leider Theodore Herzl bestaan uit vijf delen, ruim 1900 pagina’s. Naar
verluidt heeft Herzl de schatbewaarder van zijn erfenis opgedragen de dagboeken nooit openbaar te
maken. Dit is toch gebeurt. De dagboeken zijn moeilijk te krijgen. In Nederland zijn ze amper te
vinden. Alleen in enkele bibliotheken te vinden. De tweedehands exemplaren (vijf delen) die hetzuur
in bezit heeft zijn op 01 maart 1961 voor achttien dollar door de ‘Jewish Agency/Publications Service
te New York’ verkocht aan de eerste eigenaar. Aangenomen kan en mag worden dat deze dagboeken
authentiek zijn. De dagboeken van Theodore Herzl beslaan de periode van mei 1895 tot en met mei
1904. Het is onmiskenbaar dat Herzl en zijn Zionisten de wegbereiders waren voor de Nazi’s.
Hieronder enkele citaten uit de dagboeken van Theodore Herzl om een idee te krijgen van het
gedachte goed van deze leverancier van ellende, deze teksten spreken op zichzelf beschouwd voor
zich:
Blz 48: Through the grand institution of this stock-exchange monopoly I shall also get an
astonished Europe to imitate us. This will crowd the Jews out of the European stock
exchange, because the existing governments certainly will not give these sinecures to Jews.
That will yield me fresh immigrants.
Blz 51 (Herzl schrijft over de ‘family council’ van de joodse bankiers familie Rothschild): As
soon as the first cadres are set up, the land is fixed, etc., I can go to governments and tell
them: R’s are making this sacrifice ( a kind of indirect self-taxation) to remove your surplus
Jews”. “We must use the word ‘surplus’, otherwise they will not let us make propaganda
and move away.
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 25
Blz 51: We are sacrificing a billion for the ‘solution of the Jewish Question‘.
Blz 56: In the beginning we shall be supported by anti-Semites through a recrudescence of
persecution.
Blz 65: Note that the next European war cannot harm our enterprise, but only benefit it,
because all Jews will transport all their belongings across, to safety.
Blz 65: In this way our fighting forces will get experienced warriors who have faced death
and will enhance the prestige of our Army.
Blz 67: We need a sturdy race.
Blz 162-163 (Herzl over de Joodse bankiers Rothschild): I don’t know whether all governments
already realize what an international menace your World House constitutes. Without you no wars
can be waged, and if peace is to be concluded, people are all the more dependent on you. For the
year 1895 the military expenses of the five Great Powers have been estimated at four billion francs,
and their actual peacetime military strength at 2,800,000 men. And these military forces which are
unparalleled in history, you command financially, regardless of the conflicting desires of the nations!”
Het waren de Zionisten die na de Franse Revolutie en het Contract Social van Rousseau en
afschaffing van slavernij in Europa (intreding van cultuur en beschaving) een eind zagen
komen aan het ouderwetse door de kerk aangezette antisemitisme in verband met de
vermeende moord van de Joden op Jezus Christus (tevens profeet van de Islam), waardoor zij
geen excuus meer hadden om hun kolonies Joden te exploiteren, en daarom veroorzakers van
het moderne anti-Semitisme werden, onder andere door in Duitsland, plotseling, als Joden,
massaal emigrerend vanuit het Oosten, nationalistische gevoelens in Duitsland, en tegen
Duitsland, te ontwikkelen.
De Joden uit Polen en in Duitsland, of althans de Asjkenazim, vormde na de Eerste
Wereldoorlog een existentiële bedreiging voor Duitsland omdat zij in strijd met de
ouderwetse Joodse tradities Nationalistische en racistische gevoelens ontwikkelde en vanuit
de Verenigd Staten van Amerika, Duitsland de oorlog verklaarde terwijl zij voorts steun
kregen van de familie Rothschild die gezien worden als rijkste onder de rijken en de Joodste
Joden onder de Joden. Rijk zijn ze, Joden zijn het niet. Het zijn de Nazistischte Nazi’s onder
de Nazi’s. Daarom ook dat de Oost Europese Joden in het Joods Asjkenazim en de échte
Joden Sefardim genoemd worden. Joden komen uit Zuid Europa, Nazi’s komen uit het
Oosten.
De dagboeken en overige geschriften van Zionistenleider Theodore Herzl zijn het buskruit
onder het Zionisme. Daarin legt Herzl zijn ziel bloot en laat hij zien dat het de (particuliere
en/of commerciële) belangen van de Rothschild bankieren en andere kapitalisten zijn die het
Zionisme dient. Rothschild als Prins van wereld getto Israël. Het zijn de woorden van Herzl
zelf. Herzl, de Einstein onder de Zionisten, is dé uitvinder van de Totaaloplossing van het
Jodenvraagstuk. Die uitvinding heeft hij al in 1895 gedaan. Daarna heeft hij via zijn werk de
wereld ingeleid in iets waarvan hij voorzag dat dit ongeveer in 1940-1945 vorm zou krijgen.
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 26
Herzl nam alle negatieve reactie op zijn werk voor Joden, voor lief. Joden die het Zionisme
niet volgde keek hij met de nek aan. Ook maakte hij zijn dedain voor de arme Joden meer dan
duidelijk. Het gaat Herzl en het Zionisme om de rijke ‘Joden’ die een leven als een vorst in
het zogenaamde beloofde land in het vooruitzicht gesteld worden, een leven nóg beter dan in
Europa. Het zijn de letterlijke woorden van Zionist Herzl.
Herzl beschrijft in zijn dagboeken de afwezigheid van antisemitisme in West-Europa en de
(relatieve) rust voor Joden, en dat de Zionisten in verband met eigen doelstellingen daarbij
geen belang hebben. Herzl levert zijn collega Zionisten een katholiek geïnspireerde voorzet
voor de alles vernietigende slag bij Megiddo die Bijbels profetisch in het Midden Oosten in
onze tijd geagendeerd staat. Herzl kende zijn klassiekers. Nu voeren terroristen van
Amerikaanse bodem en Christelijk en Zionistisch geïnspireerde milities, in Islamitische
landen daarin militaristisch de boventoon.
Joden zoals die echt zijn, hebben niks met Zionisme. Nooit gehad ook. Voor Joden bestaat er
geen Joodse staat. Joden zien een Zionistische staat die de eeuwenoude band tussen Arabieren
en Joden willens en wetens frustreert. Zionisme en Nazisme zijn gezichten van dezelfde
Januskop. De Zionisten zijn de Nazi’s achter de schermen. De betalende Nazi’s, de
profiterende Nazi’s. Eichmann zag zichzelf als een echte Zionist, in hart en nieren. Hitler
voerde de Zionistische agenda uit, het is één en al Zionisme en de familie Rothschild wat de
klok slaat in verband met de hoofdschuld aan WOII en de Holocaust.
Zionisme
Definitie, geschiedenis en beleid van de Zionistische beweging
Laatste update 2-4-2013
Het Zionisme is in wezen niet meer dan de benaming voor de Joodse nationale beweging,
een politieke beweging voor een soeverein thuisland voor Joden.
Het is een uitzonderlijke nationale beweging, omdat het enerzijds één van de oudste volken
betreft met een duidelijke verbondenheid met een specifiek grondgebied, en anderzijds dat
volk voor het overgrote deel vele eeuwen fysiek van dat grondgebied gescheiden is geweest.
Hoewel het belangrijkste bindmiddel van het Joodse volk – zowel onderling als met hun land
van herkomst – de joodse religie was, is het Zionisme ontstaan als een grotendeels areligieuze politieke beweging.
Het Zionisme kwam op in de 19de eeuw en was een ideologisch zeer diverse beweging,
waarin religieuze, culturele en socialistische Zionisten een plek hadden.
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 27
Inhoud:

Definitie Zionisme

Voorgeschiedenis van het Zionisme

Opkomst van het Zionisme

De Zionistische Beweging

Zionisme en de Arabieren

Zionisme en de Britten

De oprichting van Israël

Zionisme sedert de oprichting van Israël
Definitie Zionisme
Als algemene definitie kan gelden dat Zionisme de nationale beweging is voor de terugkeer
van het Joodse volk naar haar historische thuisland. Het stelt dat de Joden het recht op
zelfbeschikking hebben in hun eigen nationale staat, en het recht hun eigen nationale cultuur
te ontwikkelen. Het Zionisme streefde naar een wettig erkend nationaal thuis voor de Joden,
wat bereikt werd met de oprichting van de staat Israël in 1948. Hedendaags Zionisme steunt
het bestaan van Israël en de immigratie van Joden erheen, alsmede het behoud van de
Joodse taal en cultuur. Er is een radicale stroming -vaak aangeduid als maximalisme- die het
grondgebied van de staat verder wil uitbreiden met de bezette Palestijnse gebieden.
Voorgeschiedenis van het Zionisme
In de diaspora hielden de Joden een band met het land waar hun heilige plaatsen lagen en
een heimwee naar de betere tijden daar. Die band was grotendeels spiritueel en religieus.
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 28
Pogingen tot daadwerkelijke terugkeer werden veelal verhinderd door de Christelijke en
Islamitische heersers.
Na de Bar Kochba opstand in 132 na Chr. waren de meeste joden door de Romeinen uit hun
land verdreven, waarna het werd omgedoopt tot Palestina. De Joodse gemeenschap in
Palestina herstelde zich weer gedeeltelijk, en heeft voor de komst van de kruisridders zo’n
300.000 mensen geteld. De kruisridders vermoordden of verdreven in de 11e eeuw na
Christus bijna de gehele joodse gemeenschap, zodat er na de herovering door de
Koerdische moslimleider Saladin nog maar zo’n 1000 families over waren. In latere eeuwen
poogden herhaaldelijk kleinere, religieus geïnspireerde en door vervolging gedreven groepen
joden om zich in Palestina te hervestigen, vaak zonder succes. Ze hadden moeite er een
bestaan op te bouwen, werden verjaagd of moesten zich onder dwang bekeren tot de islam.
In 1517 veroverden de Ottomanen Palestina op de Mameluken, waarna de Turkse Sultan
joden die voor de Spaanse inquisitie waren gevlucht toestond zich in Palestina te vestigen.
Afgezien van de tijd van de kruistochten leefden de meeste Palestijnse joden in Jeruzalem.
Daarnaast zijn er ook relatief grote gemeenschappen geweest in Tiberias, Safed en Hebron.
Zij werden meermaals vernietigd door ziekten, aardbevingen of vijandigheid van de
moslimbevolking, en weer opnieuw opgebouwd, maar hebben elk nooit meer dan enkele
duizenden inwoners geteld.
Vanaf 1700 zijn verschillende rabbijnen met hun volgelingen naar Palestina getrokken.
In het begin van de 19e eeuw ondernamen joden voor het eerst pogingen zich op grotere
schaal in Palestina te vestigen, en ook stukken land te kopen en te bewerken, en werd
gesproken over terugkeer naar het land van Israël als voorwaarde voor ‘herstel’ van het
Joodse volk.
Bij de eerste moderne volkstelling in 1844 telde Jeruzalem 7120 joden, 5760 moslims en
3390 christenen. In heel Palestina leefden zo’n 17.000 joden.
Opkomst van het Zionisme
De Franse Revolutie had formeel een einde gemaakt aan de rechtsongelijkheid tussen
rangen en standen en tussen religieuze en etnische groepen in de door Frankrijk beheerste
gebieden, en ook elders hadden verlichte vorsten in mindere of meerdere mate de joden
vrijgelaten uit hun Middeleeuwse getto’s en meer gelijke rechten toegekend. In 1871
(gelijkstelling in Duitsland) hadden alle Europese staten op Rusland na de joden
geëmancipeerd.
Joods familieorkest Oude Pekela circa 1915 (bron: JHM)
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 29
De keerzijde van deze emancipatie was dat oude groepsrechten (zoals een eigen intern
rechtssysteem) niet meer werden toegestaan, en Joden alleen nog als individuele burgers
werden beschouwd. In het 19de eeuwse Nederland was het regeringsbeleid gericht op
assimilatie, en gingen de Joden zelf ook steeds meer over op het gebruik van de
Nederlandse taal in plaats van het Jiddisch en het aanpassen aan de lokale cultuur en
gewoonten. Secularisering en gemengde huwelijken namen toe. Veel Joden gingen zich
meer loyaal voelen aan het land waar zij woonden dan aan hun Joodse afkomst.
De emancipatie van de Europese Joden stelde hen bloot aan moderne ideeën van
liberalisme en nationalisme, die zich vermengden met het traditionele Joodse verlangen naar
terugkeer naar “Zion” (Jeruzalem), zoals dit bijvoorbeeld in de Joodse gebeden tot
uitdrukking komt. Bij de Sefardische Joodse gemeenschappen in Oost-Europa leefde dit
verlangen het meest. Zij waren minder geassimileerd dan de Joden in West-Europa en
hielden de Hebreeuwse taal en cultuur meer in ere. Zij werden ook het meest onderdrukt en
namen al vroeg initiatieven om terug te keren naar Palestina. Het opkomende nationalisme
in Europa leidde tot nieuwe vormen van antisemitisme (de term zelf stamt ook uit deze tijd),
die minder religieus en meer politiek en sociaal geïnspireerd waren. De emancipatie en
integratie van de Joden werd door antisemieten afgewezen, waardoor ook een aantal meer
geassimileerde West-Europese Joden tot de conclusie kwam dat het Zionisme uiteindelijk de
enige oplossing was voor de Joden.
Door de emancipatie uit de getto’s wendden sommige Joden zich af van de traditionele
religie, en merkten dat zij zowel door de buitenwereld als binnen de eigen gemeenschap nog
steeds als Jood werden beschouwd. Hoewel sommigen hierdoor makkelijker assimileerden
of zich zelfs bekeerden, leidde dit ook tot een nieuw besef van identiteit, dat de religie
oversteeg. Hoewel dit in het Bijbelse ‘Am Yisrael’ (het volk van Israël), de notie van Joden
als volk impliciet besloten ligt, werd dit nu voor het eerst van de religie gescheiden. Ze waren
echter een volk zonder land, overal te gast en nergens thuis. De Joods-Duitse socialist
Moses Hess verwoordde deze ideeën voor het eerst expliciet in 1862 in zijn boek “Rom und
Jerusalem”, en riep op tot het vormen van een Joodse nationale beweging.
Door het nieuwe antisemitisme groeide de notie dat het nooit mogelijk zou zijn om als
minderheid volkomen geaccepteerd ter worden. De zionisten weten het antisemitisme dan
ook niet aan het feit dat men zich niet genoeg aanpaste, maar aan de -in hun ogenonnatuurlijke situatie dat de Joden als volk geen eigen land hadden, waardoor zij politiek
machteloos waren. Met name de socialistisch georiënteerde Zionisten benadrukten het feit
dat de Joden vanwege de vele beperkingen in het aankopen van land en uitoefenen van
beroepen een onnatuurlijke bevolkingsopbouw hadden: zij waren oververtegenwoordigd in
beroepen die met geld en handel te maken hadden, alsmede intellectuele beroepen. Pas als
zij een normale bevolkingsopbouw kenden, met boeren en arbeiders, zouden zij ook een vrij
volk kunnen worden. Met name de religieus georiënteerde Zionisten benadrukten de band
die de Joden door de eeuwen heen met Palestina hadden gehad, vooral met Jeruzalem. De
zogenaamde culturele zionisten legden de nadruk op herleving van taal en het bewaren van
het eigen culturele erfgoed.
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 30
Joodse migranten van de eerste aliyah (bron)
De eerste zionisten trokken omstreeks 1880 naar Palestina (de eerste ‘Aliyah’) om er
nederzettingen te stichten en land aan te kopen. Zowel in Palestina als daarbuiten werden
allerlei groepen opgericht die zich met de practische kant van het opbouwen van een
gemeenschap en een Joods thuis in Palestina bezighielden. Deze eerste zionistische
nederzettingen hadden soms een wat koloniaal karakter, met plantages die door de
Arabieren werden bewerkt. Zij waren lang niet allemaal succesvol, en circa de helft van de
ongeveer 35.000 immigranten die tussen 1882 en 1903 naar Palestina kwam, vertrok na
enige tijd gedesillusioneerd vanwege ziekte, armoede of werkloosheid. Veel van de gronden
die de Zionisten konden aankopen werden geteisterd door ziekten als malaria. Onder
Ottomaans bestuur was het antieke kanalensysteem verwaarloosd en hadden zich
moerassen gevormd die een broedplaats vormden voor de malaria-mug. De Ottomaanse
machthebbers waren niet erg enthousiast over het Zionisme, en maakten het de immigranten
steeds moeilijker om aan land te komen en een bestaan op te bouwen.
In reactie op het antisemitische geweld dat in Rusland uitbrak schreef de Russisch-Joodse
arts Leon Pinsker in 1882 het pamflet Autoemanzipation (Zelf-Emancipatie, lees Duitse of
Engelse tekst), waarin hij de Joden opriep zichzelf te bevrijden door vestiging in een eigen
land. Zijn ideeën vonden veel aanhang, en korte tijd later richtte Pinsker ‘Hovevei Tzyion’ in
Rusland op, waarin vele kleine zionistische groepen werden verenigd. Pinsker probeerde zijn
ideeen in eerste instantie te realiseren door de medewerking van machtige landen te
verkrijgen, maar toen pogingen daartoe op niets uitliepen richtte hij zich op het concrete werk
in Palestina. De Oostenrijkse journalist Nathan Birnbaum introduceerde in 1890 het woord
‘Zionisme’ in zijn tijdschrift met de titel Selbstemanzipation.
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 31
De Zionistische Beweging
In augustus 1897 werd de officiële Zionistische beweging opgericht door de Oostenrijkse
journalist Theodor Herzl, nadat hij in 1896 zijn beroemde boek ‘Der Judenstaat‘ (The Jewish
State) had geschreven. Hij was een geassimileerde Jood die aanvankelijk weinig met het
Jodendom te maken wilde hebben, maar toen hij als journalist de Dreyfus-Affaire van dichtbij
meemaakte, raakte hij overtuigd van de noodzaak van een eigen thuis voor de Joden.
Hiervoor had hij niet alleen Palestina in gedachten, alhoewel hier zijn voorkeur naar uitging:
in principe voldeed ieder land waar de Joden veilig konden zijn. Op haar oprichtingscongres
in Bazel koos de Zionistische beweging echter in ruime meerderheid voor Palestina als
beoogd thuisland. Herzl wilde een Joods thuisland realiseren door -evenals Pinsker- hiervoor
goedkeuring en medewerking te verkrijgen bij de wereldmachten. Hij lobbyde bij de Sultan
van Turkije, de Duitse keizer en de Russische regering. Dit alles leidde tot niets. Hij stelde
een Brits aanbod van Oeganda als thuisland voor als ‘tijdelijk noodonderkomen’, maar dit
werd door het Zionistische congres afgewezen. Hij sprak zelfs met de Paus, maar die was
tegen het Zionisme.
Terwijl de pogingen om belangrijke leiders voor het Zionisme te winnen faalden, groeide de
Joodse bevolking in Palestina van ca. 25.000 in 1882 tot rond de 90.000 voor WWI. De
Arabische bevolking groeide echter ook, van ca. 425.000 naar 600.000 in 1914.
Rond 1905 leidden met name de pogroms in Rusland tot een nieuwe golf van immigratie
naar Palestina. Deze immigranten waren beïnvloed door het socialisme en hadden
socialistische idealen, en benadrukten het belang van productieve arbeid voor de Joden. De
‘plantage-achtige’ nederzettingen van de eerste golf van immigranten was hun dan ook een
doorn in het oog. Sommigen eisten dat deze mensen alleen nog Joden in dienst zouden
nemen (dit wordt ook wel conquest of labor -Kibbush Haavoda- genoemd), wat echter op
protest van anderen stuitte omdat het Arabieren zou discrimineren.
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 32
De Zionistische leider David Ben-Goerion zei in 1934 tegen Palestijns leider Musa Alami:
“We do not want to create a situation like that which exists in South Africa, where the whites
are the owners and rulers, and the blacks are the workers. If we do not do all kinds of work,
easy and hard, skilled and unskilled, if we become merely landlords, then this will not be our
homeland” (Shabtai Teveth, Ben-Gurion and the Palestinian Arabs: From Peace to War,
London: Oxford University Press, 1985, p. 140).
Hoewel deze ‘conquest of labor’ tot woede onder de Arabieren leidde, ging het in totaal om
niet meer dan een paar duizend mensen, en had het weinig invloed op de economische
situatie van de Arabieren. Op de meeste plaatsen behielden zij hun baan.
Een grote verdienste van de socialistisch georiënteerde Zionisten was de Kibboetsbeweging.
De eerste kibboets (collectieve boerderij) was Degania, in 1910 gebouwd aan de monding
van de Jordaanrivier, en was eigenlijk slechts als tijdelijk gedacht. Het concept sloeg echter
aan, en bleek socialistische idealen en praktische organisatie goed te combineren. Zij gingen
een cruciale rol in de ontwikkeling van het land spelen, zowel wat betreft de bewerking van
de grond als ook het leveren van politieke en militaire leiders. Ze speelden een grote rol in de
verdediging van het land in 1948 en bleken een excellente plek om wapens voor de Britten te
verbergen en in het geheim soldaten te trainen.
Vrouwen van een kibboetz op weg naar hun werk (propagandafoto).
Ondertussen bleef de Zionistische beweging proberen om politieke steun voor haar project te
krijgen, en in 1917 wist de beweging onder leiding van Chaim Weizmann, (die later de eerste
president van Israël zou worden) van de Britten, die Palestina op de Ottomanen veroverden,
een officiële toezegging los te krijgen, de zogenaamde Balfour Declaration uit 1917, waarin
Groot-Brittannië zijn steun voor een Joods thuis (‘Jewish Homeland’) in Palestina uitsprak,
echter zonder dat dit de rechten van de Arabische bevolking aldaar mocht schenden. Naast
oprechte steun voor een Joods thuis, was dit ook ingegeven door machtspolitiek: GrootBrittannië wilde Palestina graag hebben om strategische redenen (nabijheid van Suez
Kanaal) en kon dit zo legitimeren. Daarnaast speelden, paradoxaal genoeg, antisemitische
sentimenten een rol: men dichtte de Zionistische beweging en het internationale Jodendom
veel macht toe en het was dus wel zo strategisch die aan zijn kant te hebben.
In 1922 kreeg Groot-Brittannië officiëel het Mandaat over Palestina toegewezen van de
Volkerenbond, die de Balfour Declaration bekrachtigde. Dit mandaat omvatte niet alleen het
huidige Israël en de bezette gebieden, maar ook geheel Jordanië. De Britten splitsten het
mandaat echter al snel in twee aparte mandaatgebieden, en verboden Joodse immigratie
naar Trans-Jordanië, dat in 1923 zijn onafhankelijkheid verkreeg.
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 33
Lord Balfour in 1925 met de burgemeester van Tel Aviv (bron: Wikipedia).
Onder Brits bestuur nam de immigratie verder toe, hoewel er onder het mandaat quota
werden vastgesteld en immigranten een zeker kapitaal moesten bezitten om te worden
toegelaten. Tussen 1917 en 1930 kwamen ca. 100.000 Joden, vooral uit Oost-Europa, naar
Palestina. Vanaf de jaren ’30 kwamen ook veel Duitse Joden.
Zionisme en de Arabieren
In het begin van de 19e eeuw waren er ca. 250.000 Arabieren in Palestina, groeiend naar ca.
500.000 rond 1900 en ca. 1.200.000 in 1945. Zij voelden zich veelal verbonden met hun
familieclan en de streek of stad waar zij woonden, en begonnen pas in het begin van de 20e
eeuw nationale sentimenten te ontwikkelen, aanvankelijk in de vorm van Arabisch protest
tegen de Ottomaanse machthebbers. In die tijd beschouwden de Arabieren in Palestina
zichzelf vooral als Syrische Arabieren. Pas nadat Syrië als mandaatgebied aan Frankrijk
werd toegewezen en het Britse mandaatgebied onder de naam Palestina werd gesticht om
een joods thuisland te vestigen, ontwikkelde zich geleidelijk een Palestijns nationaal
bewustzijn, dat sterk beinvloed werd door de bezorgdheid over en het verzet tegen de joodse
immigratie naar het gebied (het Zionisme). [Voor Arabisch nationalisme in het algemeen zie
op Wikipedia.]
In Westerse ogen was Palestina in de 19e eeuw een ‘land zonder volk’ zoals Lord
Shaftesbury schreef (volk is hier gebruikt in de zin van ‘natie’, niet ‘bevolking’). De ideeën
van vroege zionisten waren veelal utopisch van aard en men maakten zich geen zorgen over
eventuele problemen met de Arabische bevolking. Men voorzag een land waar alles perfect
georganiseerd zou zijn, en iedereen welvarend en gelijk was. Herzl’s boek Altneuland is een
goed voorbeeld van deze utopische ideeën. Toch waren er ook toen al Zionisten die
problemen voorzagen, zoals de schrijver Ahad Ha’am (Asher Ginsberg), die in 1891 schreef:
“From abroad we are accustomed to believing that the Arabs are all desert savages, like
donkeys, who neither see nor understand what goes on around them. But this is a big
mistake… The Arabs, and especially those in the cities, understand our deeds and our
desires in Eretz Israël, but they keep quiet and pretend not to understand, since they do not
see our present activities as a threat to their future… However, if the time comes when the
life of our people in Eretz Israel develops to the point of encroaching upon the native
population, they will not easily yield their place.”
Na 1900 groeide het verzet tegen de Zionisten in Palestina. Men was bang dat de Zionisten
Palestina van de Arabieren af wilden pakken en hen zouden onteigenen en verdrijven. In zijn
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 34
boek ‘Reveil de la nation Arab’ uit 1905, schreef Najib Azuri dat de Joden een staat in geheel
Palestina inclusief delen van Syrië en Egypte wilden stichten: “Two important phenomena of
the same nature but opposed, are emerging… They are the awakening of the Arab nation
and the latent effort of the Jews to reconstitute on a very large scale the ancient kingdom of
Israël. These movements are destined to fight each other continually until one of them wins.”
(Uit: Mandel, Neville, The Arabs and Palestine, UCLA, 1976.)
Er begonnen zich conflicten voor te doen tussen Zionisten die land kochten van
grootgrondbezitters en Arabische boeren die het land pachtten. Hoewel het, net als bij de
‘conquest of labor’ uiteindelijk maar om kleine groepen boeren en arbeiders ging (blijkens
een onderzoek uit 1936 1% van de Palestijnse boerenfamilies) die op deze manier door de
Zionisten werden benadeeld, bevestigde dit de angsten die men toch al had. Dergelijke
conflicten leidden tot toenemende gewelddadige confrontaties tussen Zionisten en Arabische
boeren.
Door de Balfour verklaring en de toenemende joodse immigratie nam het verzet en het
geweld verder toe. In 1920, 1921 en 1929 vonden bloedige opstanden plaats waarbij o.a.
joodse wijken in Jeruzalem en de joodse gemeenschap in Hebron door woedende menigten
werden aangevallen. Als reactie hierop legden de Britten joodse immigratie en landaankopen
aan banden (‘Passfield White Paper‘), wat later, onder druk van de Zionisten, grotendeels
werd teruggedraaid. Naast voornoemde zaken waren de rellen van 1929 ook ingegeven door
valse geruchten dat de Joden hun verwoeste tempel op de Tempelberg wilde herbouwen ten
koste van de Al Aqsa Moskee. De Joden reageerden op het Arabische geweld door een
eigen zelfverdedigingsorganisatie, de Haganah, op te richten, die zich later zou ontwikkelen
tot een ondergronds leger.
In de jaren ’20 zagen de meeste Zionisten de onvermijdelijkheid van conflict met de
Arabieren in. In 1919 zei Ben-Goerion, leider van de joodse gemeenschap in Palestina: “But
not everybody sees that there is no solution to this question. No solution! There is a gulf, and
nothing can bridge it…. I do not know what Arab will agree that Palestine should belong to
the Jews….We, as a nation, want this country to be ours; the Arabs, as a nation, want this
country to be theirs.” (Benny Morris, Righteous Victims, 1999, P. 91)
Beide bevolkingsgroepen beschouwden zichzelf als slachtoffer van de (vermeende) macht
en wreedheid van de ander. De militante leider Jabotinski schreef in 1918: “The matter is not
… an issue between the Jewish people and the Arab inhabitants of Palestine, but between
the Jewish people and the Arab people. The latter, numbering 25 million, has [territory
equivalent to] half of Europe, while the Jewish people, numbering ten million and wandering
the earth, hasn’t got a stone… Will the Arab people stand opposed? Will it resist? [Will it
insist] that…they…shall have it [all] for ever and ever, while he who has nothing shall forever
have nothing?” (Neil Caplan, Palestine Jewry and the Palestine Question 1917-1925, 1978)
Het Arabische verzet tegen het Zionisme was echter niet alleen door voornoemde angsten
en conflicten ingegeven, maar ook door de traditionele blik op Joden als zwakke en
tweederangs burgers. Dit vermengde zich vanaf de jaren ’20 met geïmporteerd westers
antisemitisme. Zo zei ex-burgemeester van Jeruzalem Musa Kazim El Husseini, die een
actieve rol had in de rellen in 1920, in datzelfde jaar tegen Winston Churchill: “The Jews
have been amongst the most active advocates of destruction in many lands… It is well
known that the disintegration of Russia was wholly or in great part brought about by the
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 35
Jews, and a large proportion of the defeat of Germany and Austria must also be put at their
door.” (Benny Morris, Righteous Victims, 1999, P. 99)
Het mandaat voorzag in de oprichting van organen voor zelfbestuur in Palestina, waarin
zowel Joden als Arabieren zouden deelnemen. De Joden zagen instituties met een
Arabische meerderheid niet zitten; de Arabieren wilden helemaal niet in instituties
participeren waarin ook Joden zaten. Er werden daardoor geen gemeenschappelijke
instituties opgericht. De Arabieren wilden zo min mogelijk met het mandaat te maken hebben
en ontwikkelden nauwelijks eigen instituties. De Joodse gemeenschap zette wel tal van
instituties op, zoals eigen scholen, medische zorg, openbare werken, een vakbond etc. en
ging steeds meer als een ‘staat in een staat’ functioneren.
In 1936 braken er opnieuw rellen uit, dit maal op zeer grote schaal, die werden geleid door
de Mufti van Jeruzalem, Haj Amin Al Husseini en zijn clan, en hoogstwaarschijnlijk mede
werden gefinancierd door fascistisch Italië. Behalve honderden Joden vermoordde de Mufti
ook veel Arabische tegenstanders. De Britten reageerden dit keer zeer hard op de rellen, en
de Irgun, een radikale guerrillagroep onder leiding van Jabotinski en later Menachem Begin,
voerde bloedige wraakacties uit. De Mufti vluchtte naar Irak, waar hij in 1941 een mislukte
couppoging tegen de Britten leidde, en vluchtte daarna naar Nazi-Duitsland, waar hij een
enthousiaste promotor van de Jodenhaat was, onder andere via radio-toespraken. De Nazi’s
lieten hem een speciale moslimdivisie van de Waffen-SS oprichten, die actief was in
Joegoslavië en de meeste Bosnische Joden uitmoordde. Na de oorlog wist hij de
Neurenberg processen te ontvluchten, en stelde hij de Britten voor om Hitlers ‘oplossing van
het Joodse vraagstuk’ ook in Palestina toe te passen. In de burgeroorlog van 1947/1948
leidde hij een legertje dat Joodse gemeenschappen in Palestina aanviel.
De Mufti in Bosnië
Zionisme en de Britten
Gedurende het Mandaat kwamen de Zionisten en de Britten steeds meer tegenover elkaar te
staan. De Britten zagen in dat hun steun aan het Joodse thuis hen in toenemende mate met
de Arabieren in conflict bracht, en splitsten dan ook al snel een groot deel van het
oorspronkelijke mandaatgebied af, dat de semi-autonome staat Trans-Jordanië werd (vanaf
1946 onafhankelijk en vanaf 1950 Jordanië geheten), en stelde na Arabische rellen telkens
beperkende wetten in voor Joodse immigratie en landaankopen. Na de rellen van 1936
hadden deze een zeer restrictief karakter en bleven van kracht tot het vertrek van de Britten
in 1948.
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 36
Deze Britse politiek leidde tot verdeeldheid onder de Zionisten. De meesten wilden de Britse
machthebbers zoveel mogelijk te vriend houden en hun maatregelen verzachten door
diplomatie. Een kleine groep, geleid door Jabotinski, stelde een hardere anti-Britse lijn voor
en splitste zich af van de Zionistische beweging, om de revisionistische factie te vormen. Zij
legde zich ook niet neer bij de afsplitsing van Trans-Jordanië en vond dat de Joden recht
hadden op het oorspronkelijke Mandaatgebied.
Toen in 1942 berichten over de gruwelijkheden en massamoord van de nazi’s begonnen
door te dringen, maar de poorten van Palestina gesloten bleven voor joodse immigranten,
besloot ook de Zionistische beweging tot een hardere lijn. In mei 1942 eiste de Zionistische
beweging in het Biltmore Programma onmiddelijke controle over de Joodse immigratie naar
Palestina, en de oprichting na de oorlog van een Joodse staat in plaats van een Joods thuis
onder Britse patronage, wat tot dan toe de officiële lijn was geweest. De Britten werden nu
als een potentiële vijand beschouwd. Dit was een nederlaag voor Chaim Weiszmann en
tevens voor de voorstanders van een bi-nationale staat. Als gevolg hiervan voegden de
revisionisten zich weer bij de beweging, al bleven zij onafhankelijk opereren met een eigen
ondergronds leger. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef de Zionistische beweging
nochtans met de Britten samenwerken, zowel uit noodzaak alsook omdat Churchill
zinspeelde op het toekennen van onafhankelijkheid na de oorlog.
In 1944 vermoordde de Irgun een hooggeplaatste Britse functionaris, Lord Moyne (een
fervent anti-Zionist die belast was met het uitvoeren van de White Paper), waardoor Churchill
zich tegen de Zionisten keerde. De Haganah begon daarop een actieve campagne tegen de
Irgun en leverde ca. 1000 terroristen uit aan de Britten, met name uit angst alle steun van
hen en de wereldopinie te verliezen. Pas toen de Britten ook na de oorlog de poorten van
Palestina gesloten hielden voor de overlevenden van de Holocaust, en verschillende
schepen met illegale immigranten waren teruggestuurd, begon men samen met de
revisionisten een soort guerillaoorlog tegen de Britse machthebbers in Palestina.
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 37
Posters om het Zionisme te promoten
De oprichting van Israël*
[* Deze paragraaf is identiek aan de gelijknamige paragraaf in "Geschiedenis van het
Israëlisch-Arabische conflict"!]
In 1947 besloot Groot-Brittannië het mandaat terug te geven aan de VN, en stelde de VN
een commissie in die een oplossing moest zoeken voor de toekomst van het gebied. Zij
stelde deling voor in twee ongeveer even grote delen, en dit plan werd op 29 november
aangenomen door de Algemene Vergadering. Jeruzalem zou onder internationaal toezicht
komen. De Joden accepteerden het plan, maar de Arabieren verwierpen het, en dreigden
met oorlog en de verdrijving van Joden uit Arabische landen. Direct nadat het plan was
aangenomen braken er onlusten uit in Palestina, die uitmondden in een burgeroorlog.
Aanvankelijk waren de Palestijnse Arabieren in de aanval en overvielen joodse konvooien en
blokkeerden Jeruzalem, waar zo’n 100.000 Joden woonden, die gedurende meerdere
maanden van de buitenwereld afgesloten werden. De mufti, Al Husseini, die tijdens de oorlog
met de Nazi’s had gecollaboreerd en de Neurenberg processen was ontvlucht, leidde een
legertje dat joodse gemeenschappen aanviel. Hij vertelde de Britten dat hij voor de Joden in
Palestina dezelfde ‘oplossing’ voorzag als die van de Nazi’s in Europa. Na aanvankelijk in
het defensief te zijn geweest, sloegen de Hagana en Irgun in april 1948 hard terug en
veroverden verschillende Arabische dorpen, waarmee ze tijdelijk de blokkade van Jeruzalem
wisten open te breken. Vanwege betere organisatie en inlichtingen behaalden zij een
overtuigende overwinning op de Arabieren, die uitmondde in massale vlucht van de
Palestijnse Arabieren en vernietiging van vele dorpen. Door beide kanten werden bloedige
slachtpartijen aangericht, zoals in Gush Etzion (door Arabieren) en Deir Yassin (door Joden
van de Irgun). In totaal zijn tijdens de burgeroorlog en de daaropvolgende oorlog met de
buurlanden circa 700.000 Palestijnse Arabieren weggevlucht of verdreven uit het gebied dat
de staat Israël werd.
Op de dag dat de Britten officieel Palestina verlieten, 14 mei 1948, riep Israël de
onafhankelijkheid uit. De nieuwe staat werd prompt aangevallen door Egypte, Jordanië, Irak
en Syrië. Interne druk en de vrees dat de andere landen teveel invloed zouden krijgen
speelde een rol bij het besluit aan te vallen, en hoewel zij officieel volgens een
gemeenschappelijk plan vochten, wilden zij in feite allen zelf een zo groot mogelijk deel van
Palestina veroveren.
Het Jordaanse leger was het sterkst, omdat het was getraind door de Britten en voor een
deel onder het commando van Britse officieren stond. Jordanië had een geheime afspraak
met zowel Groot-Brittannië als Israël dat het geen gebied zou aanvallen dat aan de Joden
was toebedeeld. Aangezien Jeruzalem daar niet onder viel, werkte Jordanië mee aan de
blokkade en trok haar leger de Oude Stad binnen, waar het de oude joodse wijk -verdedigd
door de Hagana- na felle gevechten op 28 mei veroverde en etnisch zuiverde; de
eeuwenoude, orthodox-Joodse gemeenschap van oost-Jeruzalem werd naar westJeruzalem geëvacueerd. De blokkade van west-Jeruzalem werd vanaf 11 juni door de
Israëli’s omzeild via een sluiproute waarlangs de bevolking weer van voedsel en andere
voorraden kon worden voorzien. Ook Syrië en met name Egypte boekten aanvankelijk
succes. Hoewel zij op felle tegenstand stuitten, sneed Egypte de Negev woestijn af en rukte
langs de kust op richting Tel Aviv.
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 38
Het aanvankelijke succes van de aanvallers veranderde na het eerste staakt-het-vuren op 11
juni. Tijdens dit staakt-het-vuren hergroepeerden de Israëli’s zich en trainden soldaten. Ook
wisten ze clandestien wapens te bemachtigen (met name uit Tsjechoslowakije), en werden
de Haganah, Irgun en andere ondergrondse legers samengevoegd tot de Israel Defence
Force (IDF). Toen de Irgun zich hiernaar weigerde te voegen, werd een schip met wapens
bestemd voor de Irgun (de Altalena) op 21 juni in opdracht van Ben-Goerion tot zinken
gebracht. Op 8 juli vielen de Egyptenaren weer aan, maar vonden nu een beter
georganiseerd en bewapend Israëlisch leger tegenover zich.
Egypte en Syrië werden uiteindelijk vernietigend verslagen. De IDF wist de kuststrook in het
midden en de Negev woestijn in het zuiden te veroveren, alsmede het hele noorden van het
land. Ook het Jordaanse leger werd teruggedrongen en een strook land richting westJeruzalem kwam onder Israël’s controle. Jordanië wist echter oost-Jeruzalem en de
Westoever te behouden. In 1949 sloten Israël en haar Arabische tegenstanders onder
leiding van de VN overeenkomsten waarin wapenstilstandsgrenzen (de zogenaamde Groene
Lijn) werden vastgesteld. Israël bezat nu 78% van het gebied ten westen van de Jordaan. De
Arabische landen weigerden echter om Israël en dus deze grenzen te erkennen, en daarom
hebben deze grenzen nooit wettelijke internationale erkenning gekregen.
Vredesonderhandelingen kwamen dan ook niet van de grond, en bovendien weigerde Israël
meer dan 100.000 Palestijnse vluchtelingen op te nemen, en eiste Egypte een stuk van de
Negev woestijn in ruil voor vrede, wat voor Israël onbespreekbaar was. De Arabische staten
begonnen zich met door de Sovjet-Unie geleverde wapens te bewapenen en stelden een
boycot tegen Israël in, die door de meeste westerse bedrijven (op zijn minst gedeeltelijk)
werd nageleefd, en tot in de jaren ’90 voortduurde.
Zionisme sedert de oprichting van Israël
Met de oprichting van -en het met succes verdedigen van- de staat Israël was het primaire
doel van de Zionistische beweging bereikt. De staat kon na haar oprichting op brede steun
van de joodse gemeenschappen in de diaspora rekenen, en werd door de meeste landen
erkend en toegelaten tot de Verenigde Naties. Naast verzet van de Arabische en andere
islamitische landen keerde zich echter ook het Sovjetblok al snel tegen Israël. Onder invloed
van de toenmalige Egyptische president Nasser gingen een aantal nieuwe, na de
dekolonisatie onafhankelijk geworden Afrikaanse landen, mee in de anti-Israël koers van de
Arabische en communistische landen, waardoor er in de Algemene Vergadering van de VN
een meerderheid kwam voor talloze anti-Israël resoluties. (De meest befaamde was de
“Zionisme=racisme” resolutie uit 1975, die in 1991 werd herroepen.)
Dat en de voortdurende staat van vijandschap en boycots door de Arabische buurlanden
maakte dat de steun voor het Zionisme vanuit de diaspora van groot belang bleef voor Israël.
Daarnaast bleef binnen het Zionisme een kleine stroming bestaan die vond dat de staat recht
had op tenminste het mandaatgebied van na de afsplitsing van Jordanië (en volgens
sommigen zelfs op de oostoever van de Jordaan), en zich dus niet wilde neerleggen bij de
wapenstilstandsgrenzen van 1949. Deze stroming werd vooral vertegenwoordigd door de
revisionisten van Menachem Begin, de voorlopers van de huidige Likoed partij, die in 1977
voor het eerst aan de macht kwamen, maar in 1967 ook deel uitmaakten van de regering van
nationale eenheid. De verovering van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook in de
Zesdaagse Oorlog had het nationalisme in Israël aangewakkerd. Bovendien zagen de
14 februari 2016
Versie 0.3
P a g e | 39
orthodox-religieuzen, die voordien niet zoveel met het Zionisme op hadden, hierin de hand
van God, en werden zij voorstanders van kolonisering van de bezette gebieden. Met name
onder leiding van de diverse Likoed-regeringen werd een aktieve nederzettingenpolitiek
gevoerd, ondanks verzet van linkse Israëli’s die waarschuwden dat de veroverde gebieden in
een toekomstig vredesakkoord zouden moeten worden afgestaan. De kolonistenbeweging
presenteerde zich als de ware erfgenaam van het Zionisme, en bracht daarmee veel schade
toe aan de reputatie van het Zionisme.
Geen steen blijft op de ander
In het jaar 66 is de Eerste Joodse Opstand tegen de Romeinse overheersers. In eerste instantie
weten de Joodse opstandelingen het land vrij te zetten van de Romeinse overheersing, maar
Rome slaat ongenadig terug. In het jaar 70 wordt Jeruzalem na een lange martelende
belegering onder de voet gelopen. Stad en Tempel worden verwoest. Omdat de muren van de
Tempel met goud waren bekleed blijft in de zoektocht naar de gesmolten goudresten letterlijk
geen steen op de ander.
Na het neerslaan door de Romeinen van de Tweede Joodse Opstand, die plaatsvond tussen
132 en 135 onder leiding van Simon Bar Kochba, die tot Messias was uitgeroepen, wordt het
de Joden verboden in Jeruzalem en een groot deel van Juda te wonen. De stad wordt opnieuw
volledig verwoest en er wordt een Romeinse stad overheen gebouwd. Op de Tempelberg
wordt een tempel gebouwd voor Jupiter. Het land krijgt een nieuwe naam, naar de vijanden
van het Joodse volk: Palestina. Vanaf nu is de ballingschap van het Joodse volk onder alle
volken - die de profeten eeuwen eerder hadden aangekondigd - een feit. Jeruzalem is niet
meer, ook de tweede Tempel is verwoest.
Filename:
6-8 Israel
Directory:
D:\themas\thema-het-plan-van-de-vijand2-0
Template:
C:\Users\pjb\AppData\Roaming\Microsoft\Templates\Normal.dotm
Title:
Subject:
Author:
pjb
Keywords:
Comments:
Creation Date:
10-8-2014 17:28:00
Change Number:
32
Last Saved On:
7-11-2014 14:19:00
Last Saved By:
pjb
Total Editing Time:
280 Minutes
Last Printed On:
14-2-2016 16:42:00
As of Last Complete Printing
Number of Pages: 39
Number of Words: 17.271 (approx.)
Number of Characters:
94.996 (approx.)