Transcript Mare

4 februari 2016
39ste Jaargang • nr. 18
‘Strubbelingen
horen erbij’
Pagina 11
Eén, twee, chachacha!
Op spoedcursus dansles:
'Gooi je heup er flink in!'
Waarom dierproeven
meteen moeten stoppen/
onvermijdelijk zijn
Antisemitisme door de
eeuwen heen: schuldig
aan de pest én 9/11
Pagina 3
Pagina 8
Pagina 9
Schilderij van Michael Rabba met daarop Eritrese soldaten. Foto Didier Ruef/Hollandse Hoogte
Gescreend door het regime
Hoe ondemocratische staten wetenschappers beïnvloeden
Volgende week hoort Eritreakenner Mirjam van Reisen van de
rechter of zij schuldig is aan smaad
en laster. Ze is niet de enige wetenschapper die wordt tegengewerkt
door het regime dat ze bestudeert.
‘Ik zou een coupe beramen.’
DOOR MARLEEN VAN WESEL ‘Na elke publicatie over mensenhandel volgden veel georganiseerde reacties en
schokkende beschuldigingen’, vertelt Mirjam van Reisen, sinds dit jaar
hoogleraar computing for society bij
het Leiden Centre of Data Science
(LCDS). ‘Rond 2010 begon ik mijn
onderzoek naar mensenhandel in
de Sinaï, met name van Eritreeërs.
Aanvankelijk waren de reacties nog
gerelateerd aan onze publicaties. Ik
heb pas aangifte gedaan toen de berichten in het Tingrinya verschenen,
de taal van Eritrea, en niet meer toegankelijk waren voor mij. Ik zou een
coupe beramen, vertaalden mensen
uit mijn netwerk. Dat ging niet meer
over mijn onderzoek, maar over loyaliteit aan het Eritrese regime.’
Maar na enkele uitspraken over intimidatie en invloed van het regime
via aanhangers in Nederland, stond
Van Reisen vorige week opeens zélf
voor de rechter. Meseret Bahlbi, een
in Nederland opgegroeid lid van de
YPFDJ, de jongerentak van de enige
politieke partij van Eritrea, had een
kort geding aangespannen wegens
smaad en laster.
‘Zo’n rechtszaak slokt je op. Maar
het geeft ook inzicht in de dynamiek
van de lange arm van Eritrea.’ Aan de
Volkskrant vertelde ze vorige week
hoe ver dat kan gaan: van nachtelijke achtervolgingen op de snelweg
tot uitgemaakt worden voor ‘moordenaar van Eritrea’. Nu zegt ze: ‘Zo
Meer inspraak voor
faculteitsraden
Scherpere controle
op slecht Engels
Minister: student in ‘Eén adviseur voor
universiteitsbestuur duizend studenten’
Ze krijgen instemmingsrecht op de besteding van zeven miljoen euro die het
college extra investeert in het verbeteren
van het onderwijs. En wellicht nog meer.
De universiteit gaat scherper letten op de
Engelse taalvaardigheid van docenten.
Docenten die niet het niveau halen, mogen geen Engelse colleges meer geven.
Bussemaker wil dat er studentenassessoren in de universiteitsbesturen komen.
Ook moeten de opleidingscommissies
meer rechten krijgen.
Pagina 4
Pagina 4
Pagina 5
komt mijn onderzoek vanzelf naar
me toe. Ik voel me niet gehinderd,
eerder uitgedaagd.’
Woensdag 10 februari is de uitspraak. ‘Ik ben redelijk optimistisch.
Ik had me wellicht voorzichtiger
kunnen uitlaten, maar deze zaak
brengt nu een belangrijk maatschappelijk politiek debat op gang.’
Ze is niet de enige hoogleraar die
de hete adem van ondemocratische
staten in de nek voelt. Universitair
docent Max Bader is Rusland- en
Oekraïne-deskundige en houdt, zeker in aanloop naar het Oekraïnereferendum, vaak lezingen. ‘Dan zit-
ten er trollen in de zaal: mensen die
werken voor de Russische ambassade. Het zijn vaak dezelfde personen.
Ze ontregelen het debat met vragen
en hun attitude. Het werkt intimiderend. Ik weet niet of ze betaald worden, maar het gebeurt systematisch.’
Vooralsnog laat hij zich er niet door
afschrikken. ‘Ik ben wetenschapper,
geen politicus. Ik wil iets bijdragen
met mijn kennis, maar zij wekken de
indruk dat ik het Westen vertegenwoordig. Volgende week geef ik een
lezing bij studentenvereniging SiB
en ik denk nu al: ik hoop niet dat er
zo’n troll komt.’
Ook Erik-Jan Zürcher, hoogleraar
Turkse talen en culturen, kent het
verschijnsel. ‘Vooral in Amsterdam:
bij een lezing over de Armeense genocide, kreeg de gastspreker vragen
voorgelegd, opgelezen van briefjes,
die door de zaal werden verspreid.
Dat was duidelijk geregisseerd.’
Online duiken ze ook op. Zürcher:
‘Op de Facebookpagina van onze
vakgroep worden we soms vanuit
Turks-Nationalistische hoek uitgemaakt voor alles wat mooi en lelijk
is. Ik zit niet op Twitter, maar een
Erdoğan-aanhanger heeft zelfs een
fake-account aangemaakt onder
mijn naam. Gelukkig heeft hij weinig volgers.’
Bader: ‘Het staat wel vast dat
de Russische overheid mensen in
dienst heeft die actief zijn op fora
en Facebook, maar we weten niet
van iedereen of ze betaald worden.’
Hij denkt niet dat de Russen zijn
wetenschappelijke publicaties volgen. ‘Mijn onderzoek in tijdschriften zit achter een paywall en wordt
door weinig mensen gelezen - dat is
de tragiek van de wetenschap. Maar
wellicht sta ik op een lijst, omdat ik
soms verkiezingswaarnemer ben in
Rusland.’
Hoogleraar Arabische taal en cultuur Petra Sijpesteijn: ‘Een collega
in Oxford die een bombrief ontving
na Palestijns-Israëlisch onderzoek
kreeg de relativerende opmerking:
“Geweldig, dat je onderzoek zó relevant is.”’
Dat hoogleraar Koreastudies
Remco Breuker in de gaten wordt
gehouden door Noord-Korea lijdt
geen twijfel. ‘Ik hoorde dat er bij het
ministerie van Buitenlandse Zaken
een formele klacht tegen mij is ingediend, met het urgente verzoek om
mijn onderzoek stil te leggen.’
> Verder lezen op pagina 6
Er zijn te weinig studieadviseurs om studenten goed te kunnen begeleiden. Personeelspartij UB en studentenpartij SGL
luiden de noodklok in een notitie.
Pagina 5
Bandirah Pagina 12
2 Mare · 4 februari 2016
Geen commentaar
Knuffel des doods
DOOR BART BRAUN Gratis tip: als u na het lezen van deze Mare het
krantje onder uw kleren stopt, heeft u het ietsje minder koud vrijdag. Het is dan namelijk warme-truiendag, de dag waarop de verwarming ietsje lager gaat. Dit alles om u ervan bewust te maken
dat menselijke activiteiten bijdragen aan opwarming van de aarde.
Beetje jammer voor de mensen die elke dag al in warme truien
liepen omdat het – u weet wel – winter is. Ook een beetje jammer
voor alle mensen die zich al bewust waren van global warming – u
weet wel, die theorie die al sinds 1896 bestaat. Dit is zo mogelijk
nog vreemder dan alle acties die ons jaar in, jaar uit ‘bewust willen
maken’ van borstkanker. Holy shit, borsten met kanker?! Waarom
vertelt niemand je daar wat over?! Oh wacht, dat doen ze wel. Aan
één stuk door. Bewuster gaan we niet worden, mensen. Het is tijd
voor stap 2: de daadwerkelijke aanpak van het probleem.
Wat ons terugbrengt naar de universitaire Mart Smeets-dag.
Die gaat niet helpen. In de eerste plaats natuurlijk omdat de bijdrage van de Universiteit Leiden aan de totale CO2-uitstoot op
de planeet verwaarloosbaar is. Dat is een beetje flauw argument,
natuurlijk: de wereld moet ergens beginnen, dus waarom niet wij,
waarom niet hier, waarom niet nu?
In de tweede plaats omdat de bijdrage van de verwarming op
4 februari – het wordt sowieso een warme dag voor de tijd van
het jaar – verwaarloosbaar is op de totale CO2-uitstoot van de
Universiteit Leiden.
Ook dat is een open deur, maar de organiserende milieucommissie Green Keys is er toch straal voorbij gelopen.
Dat is jammer, want achter déze open deur schuilt vennijn.
Het bereiken van doelen in complexe omgevingen als een universiteit, een bedrijf of een land is een resource management
game. Je kan slechts een eindige hoeveelheid dingen doen in een
dag, je middelen zijn beperkt, en je hebt een eindige hoeveelheid
goodwill van de omgeving. Door nu in te zetten op een eendaags
thermostaat-tikje, verspil je die resources aan een druppel op de
gloeiende plaat.
Als je dan vervolgens de oh-zo-veel-bewustere universiteit over
wilt halen om iets te doen dat wél uitmaakt, wordt dat lastiger.
Dingen die wél uitmaken, zijn een stuk vervelender om aan te
pakken. Die bestuurder die jaarlijks voor meer dan een ton aan
vliegtuigkosten declareert, kan die niet wat vaker thuisblijven?
Kan een universiteit het anno 2016 nog wel maken om vlees te
serveren op borrels en in haar kantines? Is het niet beter voor het
milieu om een campus in China op te zetten dan om duizenden
Chinezen hier naartoe te laten te laten komen?
Dat zijn kwesties waar je winst kan halen, maar als je die
nu aankaart, wordt het lastiger, want je kapitaal is kleiner.
Geen wonder dat de universiteit nu zo graag meewerkt: het is
een knuffel des doods om echte verandering in de kiem te kunnen
smoren. ‘Sorry, lieve Green Keys’, klinkt het dan, ‘Maar we hebben
al zoveel voor jullie gedaan met die warme truiendag. Volgend jaar
doen we weer één dag de verwarming ietsje lager hoor, maar ga nu
maar terug in je mand.’
Colofon
Redactie-adres Reuvensplaats 3, 2311 BE Leiden
Postbus 9500 2300 RA Leiden
Telefoon 071–527 7272
Website mareonline.nl
E-mail [email protected]
De redactie is op vrijdag gesloten.
Oplage circa 15.000
Hoofdredactie
Frank Provoost [email protected]
Redactie
Vincent Bongers [email protected]
Bart Braun [email protected]
Petra Meijer [email protected]
Marleen van Wesel [email protected]
Monica Preller (stagiaire) [email protected]
Column
Zoektocht
Medewerkers
Laura Kervezee • Tim Meijer • Esha Metiary •
Marc van Oostendorp • Benjamin Sprecher
Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan
Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl
Basisontwerp Roeland Segaar, Dokwerk Communicatie
Art direction en vormgeving Marcel van den Berg
Drukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op Langedijk
Advertenties Bureau van Vliet B.V.
Postbus 20 2040 AA Zandvoort
Telefoon 023 - 571 47 45
Redactieraad
Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • Prof. dr. F. Israel (vicevoorzitter) • Birgül Açiksöz • Joline Cramer •
drs. Bart Funnekotter • drs. Malou van Hintum •
mr. Folkert Jensma • Merian Kuipers • Josephine Say •
Prof. dr. Nico Schrijver • Marieke Vinkenoog •
Dr. Hans Vollaard • Christian van der Woude
Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m
juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd
krijgen door €35 over te maken op IBAN
NL68RABO0103257950 ten name van Universiteit Leiden
(o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200092091) en
vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres
te sturen naar [email protected]. Studenten
betalen €25.
Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het
studentnummer vermelden.
Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel.
Klachten en opmerkingen over de toezending
van Mare 071-5277272.
Mededelingen voor het op donderdag verschijnende
nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag
16.00 uur in het bezit van de redactie zijn.
ISSN 0166-3690
Geen ‘brandweerman’ of ‘astronaut’, maar ‘dat hoef ik nog
niet te weten’ antwoordde mijn tweejarige oppaskindje
toen ik hem vroeg wat hij later wilde worden. Ik stond
toen, negen jaar geleden, op het punt eindexamen te doen
en het maken van een studiekeuze kon ik niet al te lang
meer uitstellen. Zonder dat ik het door had gehad, was
het moment aangebroken dat ik blijkbaar wel moest weten wat ik wilde worden – zo voelde dat althans. Gelukkig
bleek mijn studiekeuze pas het begin van een zoektocht.
In die tijd bezocht ik open dagen bij culturele antropologie, proefcolleges bij wiskunde en van alles ertussenin,
maar al snel ontdekte ik dat ik nog niet zo gericht wilde
kiezen. Alles leek wel interessant, maar tegelijkertijd
kreeg ik de indruk dat het kiezen voor een studie betekent
dat je je laat vastleggen in een strak curriculum met suffe
colleges en opdrachten of practica die al door hordes ouderejaars waren uitgekauwd.
Ik belandde bij het University College in Utrecht, waar
studenten een brede, internationale bacheloropleiding
volgen door zelf hun vakkenpakket samen te stellen. Ik
begon daar met het dwaze dan wel briljante idee om me
te richten op een combinatie van filosofie, taalwetenschappen en kunstmatige intelligentie. Dwaas of briljant,
ik zal het nooit weten, want drie jaar later stapte ik de
wijde wereld in met een bachelor biomedische wetenschappen op zak.
Ik ben daar zelf nog verbaasd over. Op de middelbare
school had ik biologie niet bijzonder interessant gevonden, maar ik bleek er toch meer mee te hebben dan ik van
tevoren had kunnen bedenken. Dat kwam vooral omdat ik
in die tijd een fascinatie ontwikkelde voor het onderwerp
waar ik nu nog steeds onderzoek naar doe: de biologische
klok - maar daarover een volgende keer meer.
Dat ik mijn persoonlijke interessegebiedje heb gevonden, is te danken aan de enorme keuzevrijheid die tijdens mijn bacheloropleiding geboden werd. Ik vroeg me
bijvoorbeeld af hoe het kwam dat veel mensen elke dag
voor de wekker wakker worden, en anderen juist totaal
niet, en schreef er voor het vak fysiologie een essay over.
Ik wilde weten of de activiteit van het hersengebiedje
waar de biologische klok huist, met behulp van fMRI te
meten is, en dook voor een opdracht van een neurowetenschappelijk vak de literatuur in.
Als stage deed ik onderzoek, bij een andere universiteit, naar de biologische klok in vetweefsel. En in mijn
laatste jaar mocht ik, in plaats van nog een vak te volgen,
een uitgebreide literatuurscriptie schrijven over de gezondheidsaspecten van, inderdaad, de biologische klok.
Zou ik bij een andere opleiding al deze kansen ook hebben gekregen?
Lang niet iedere student zal gebaat zijn bij zoveel vrijheid en het zal ook niet elke studie ten goede komen.
Maar waar studenten wel baat bij hebben, is de mogelijkheid buiten de gebaande paden te treden. Een tweejarige
jongetje hoeft nog niet te weten wat hij wilt worden en die
zoektocht hoeft niet opeens op te houden bij het maken
van een studiekeuze zestien jaar later.
Ik gun iedereen ook zo’n mooie zoektocht en hoop dat
die zo lang mag duren als je wilt.
LAURA KERVEZEE
promoveert bij het Leids Universitair Medisch Centrum
4 februari 2016 · Mare
Mensen
071 -527 …
Beerputten gaan open
Hoe Leiden schoon bleef dankzij betere stedenbouw
Een mens produceert per jaar 500
liter aan uitwerpselen. In de late
middeleeuwen verdwenen die in
de beerput. Dr. Roos van Oosten
schreef een boek over dit fenomeen. ‘Er lag ook wel eens een
menselijke vlecht, een apenschedel of een vogelkooi in.’
vulden hun houten tobbe en dumpten de inhoud op een bootje dat in
de gracht lag te wachten. Na een
keer of 75 heen en weer lopen zat
hun taak erop. De poep werd buiten
de stad gebracht, vaak kwam het uiteindelijk terecht op een weiland als
bemesting.’
In 1463 besloot
het Leidse stadsbestuur dat voortaan elk huishouden moest beschikken over een beerput. ‘De opkomst
van de beerput heeft te maken met
de professionalisering van stedenbouw. De bouw van huizen was
meer georganiseerd en het afval
werd verzameld’, vertelt archeoloog
Roos van Oosten. Haar boek De
stad, het vuil en de beerput, waar zij
aanstaande zondag in boekhandel
Van Stockum een lezing over geeft,
legt uit hoe beerputten werken en
wat voor waarde ze hadden voor de
stad. ‘Door beerputten werd niet
alles meer geloosd in de gracht. In
feite zorgden ze ervoor dat de stad
schoon bleef.’
Hoewel, schoon? Op een goed
moment raakt zelfs de diepste beerput vol. ‘Een mens produceert gemiddeld 500 liter drijfmest per jaar.
In Leiden mochten bewoners in de
late middeleeuwen zelf hun beerput
legen, maar in de 17e eeuw moesten
er secreetwerkers voor worden ingehuurd. Het legen gebeurde ’s nachts
zodat andere bewoners zo min mogelijk last hadden van de stank. Er
kwamen dan twee mannen langs
met een grote ton waarin alle feces
werden verzameld. Via steegjes liepen ze naar de binnenplaats achter
het huis waar de beerput stond. Ze
Leiden was een echte textielstad.
Na het Spaans beleg vonden veel gevluchte textielwerkers uit de Zuidelijke Nederlanden er een nieuw onderkomen. De bevolking van Leiden
groeide sterk. ‘De gevelrijen raakten
gesloten, steegjes verdwenen, waardoor de secreetwerkers voortaan
DOOR MONICA PRELLER
Carl van Hees
naar binnen moesten met hun emmer. Je moet je voorstellen wat een
overlast dat gaf, twee mannen die 75
keer met een ton stront door je huis
heen lopen. Maar ja, daarna kon
je wel weer een paar jaar je put vol
schijten.’
Overigens zijn poep en pis niet de
enige dingen die terecht kwamen in
de beerput. ‘Ze werden gebruikt als
afvalbak, dus er werd van alles in
gegooid, waaronder veel aardewerk.
Maar er lag ook weleens een menselijke vlecht, een apenschedel of een
vogelkooi in. Dat brengt je heel dicht
bij de mensen die in die tijd leefden. Zelf heb ik niet zoveel gewroet
in beerputten, trouwens, maar het
klopt, ja, ze stinken nog steeds. Het
verhaal gaat dat in de jaren tachtig
Amsterdamse schatgravers konden
ruiken of bij een verbouwing ergens
een beerput was blootgelegd. Dan
belden ze aan om te vragen of ze
hem mochten leegscheppen.’
Rond 1600 werden Leidse huizen
steeds vaker voorzien van een riolering, wat het einde van de beerput
betekende. ‘Leiden was bijzonder
vroeg met haar riolering. De meeste Leidse beerputten zijn inmiddels weggehaald. De grootste zat
op de plek waar nu de C&A staat.
Die was vier meter diep, dat is echt
uitzonderlijk.’
De invoer van de riolering zorgde
voor meer milieuvervuiling. ‘De afvoer liep uit op het grachtenwater.
De doorstroom van het water in Leiden is relatief beperkt, dus het moet
ontzettend gestonken hebben.’
Zondag 7 februari 14.00: lezing
‘De stad, het vuil en de beerput’
Van Stockum (Breestraat 113),
entree gratis. Aanmelden via
[email protected]
Frutti di Mare
Oranje corsages en heel veel heup
DOOR PETRA MEIJER ‘De chachacha is een
Zuid-Amerikaanse dans waarbij je lekker met de heupjes zou moeten zwieren’, zegt Nils Out (23, informatica). ‘Doe
maar even alsof je op de bus staat te
Opvangen is wel zo aardig.
3
wachten. Leun op één been en gooi je
heup er flink in.’
Samen met Brenda van Hal (21, wiskunde) geeft Out de allereerste stijldansworkshop ooit waar evenveel mannen
Foto Taco van der Eb
als vrouwen op af komen. ‘Tja, bèta’s
hè’, verklaart Larissa Wolters (20, informatica).
Studievereniging De Leidsche Flesch
organiseert de workshop ter voorbereiding op het Science Gala van 12 februari:
een eenmalige upgrade van het jaarlijkse bètagala. Out: ‘Omdat de faculteit
200 jaar bestaat, is het allemaal wat
opgeleukt. Het is in de stadsgehoorzaal
in plaats van in de Four Reasons en het
is dit jaar ook voor stafleden.’ Van Hal:
‘En er is écht goede muziek. Hans Dulfer
komt.’ Als de heupen los zijn gemaakt
worden de eerste pasjes ingestudeerd.
‘De heren gaan straks die kant op. De
dames gaan ook die kant op. Anders
raak je elkaar kwijt’, zegt Out. ‘En hier
moet ook je heup erbij?’ vraagt een
jongen uit de zaal. ‘Woeeeh!’, joelt een
van de meisjes zwoel. Out knikt. ‘Ja, heel
veel heup.’
De stem van Lou Bega klinkt uit de
boxen: ‘She tastes like colaaaa. Sweet,
sweet sugar colaaaa’, en de studenten
worden gevraagd om paartjes te maken.
Het woord ‘paartjes’ alleen zorgt al voor
wat hilariteit, maar al snel heeft elke
heer een dame aan de arm. De eerste
chachacha’s worden zonder uitzondering uitgevoerd door deelnemers die
strak naar de grond kijken. Maar dan
krijgen ze er lol in, kijken elkaar steeds
beter aan en proberen zelfs al een draai.
Als de draai vervolgens echt wordt
uitgelegd, blijkt deze toch moeilijker
dan gedacht. Out: ‘Je moet genoeg grip
hebben om niet uit te glijden, maar het
moet glad genoeg zijn om te draaien.’
‘En moet de man de vrouw dan ook
opvangen?’, wil iemand weten. Out: ‘Dat
lijkt me wel zo aardig ja.’
Dan is het tijd voor een pauze om ‘het
vocht aan te vullen’. Out: ‘Straks gaan
we de quickstep oefenen: een ballroomdans waarbij we ook afstand af gaan
leggen.’ ‘Dat doen we nu ook’, zegt Irene
Verstraten (24, wiskunde), die samen
met haar partner telkens links in het lokaal begon, en rechts eindigde.
De meeste dames hebben al een
galajurk gekocht. ‘Omdat de lustrumkleur oranje is, werden we gevraagd
om een oranje detail. Dat is best een
lastige kleur’, zegt Wolters. Verstraten:
‘Misschien oranje lolly’s als corsage. Of
Cheetos! Dan moet je wel telkens je corsage vervangen als je honger krijgt.’
De meeste dates zijn ook al geregeld.
‘En wie nog geen date heeft, kan mailen
naar help-ik-heb-een-date-nodig’, zegt
Daphne Nesenberend (20, wiskunde en
life science & technology). Wolters: ‘Nou,
we hebben het mailadres maar vereenvoudigd naar date@deleidscheflesch.
nl. Tot nu toe hebben we één e-mail
ontvangen, maar er worden ook mondelinge matches gemaakt. En als er nog
mensen van andere faculteiten zijn die
naar het gala willen, kunnen wij wel een
date regelen hoor. We hebben heel veel
mannen.’
De koning ontkracht
Emiritus-hoogleraar Joop van den
Berg presenteerde vorige week
donderdag zijn boek Macht
verloren, gezag versterkt over veertig jaar koningschap in Nederland.
Koning Willem-Alexander heeft als
eerste uw boek ontvangen, lazen we.
‘Dat is niet helemaal waar. Ik hoorde van
Eerste Kamervoorzitter Ankie BroekersKnol dat hij het boek had gezien op de
website van Elsevier en het toen onmiddellijk heeft besteld. Maar het officiële
eerste exemplaar heb ik vorige week
aan mevrouw Broekers uitgereikt.’
Hoe ziet volgens u de ideale koning
eruit?
‘Mijns inziens bestaat de ideale koning
niet. Het staatshoofd zou zo min mogelijk macht moeten uitoefenen, en moet
vooral een symbolische functie hebben.
Daarnaast moet hij of zij er wel voor waken dat het kabinet zich aan de constitutionele normen en waarden houdt. Dat
behoort voor de buitenwereld verborgen
te blijven. Kijk maar naar de kabinetsformatie in 2010, toen Beatrix er mede voor
zorgde dat het kabinet volgens de goede
vormen werd geformeerd. Daar was toen
veel weerstand tegen.’
Vindt u het terecht dat Nederland een
koningshuis heeft?
‘Nou ja, als ik de keus had zou ik nu nooit
meer een koningshuis invoeren. Maar
het Huis Oranje-Nassau is al sinds de
Opstand met Nederland verbonden. Het
verbond met het koningshuis is een onderdeel geworden van de Nederlandse
identiteit. Ik heb er ook geen talent voor
om voor Don Quichot te spelen. Het is er
al zo lang, dan moet je dat aanvaarden.’
Dus u denkt dat het in de toekomst
niet gaat veranderen?
‘Voorlopig zal het koningshuis zich
waarschijnlijk heel goed weten te handhaven. Het hangt er ook van af wat er in
andere landen gebeurt: als de koningshuizen in België, Scandinavië en Spanje
omvallen, kan ik me niet voorstellen dat
dat in Nederland als enig Europees land
niet gebeurt.’
Wat moet Willem-Alexander doen om
ervoor te zorgen dat hij koning blijft?
‘Hij moet zich niet teveel laten gelden als
koning. Je ziet dat het in andere landen
ook zo werkt: de koningen die de democratie hebben aanvaard, zijn ook de
vorsten die niet zijn afgezet. Ze hebben
stelselmatig aan macht verloren en nemen nu een meer symbolische positie in.’
Doet Willem-Alexander het beter of
slechter dan Beatrix?
‘Willem-Alexander doet het niet beter of
slechter, maar anders. Hij concentreert
zich minder op het politieke gebied en
meer op de maatschappij. Beatrix had
meer belangstelling voor cultuur, maar
niet iedere Nederlander heeft daar even
veel affiniteit mee. Willem-Alexander
houdt daar rekening mee door zich
meer te richten op sport en beweging .
Dat lijkt me met een bevolking die neigt
naar obesitas overigens geen kwalijke
zaak.’ MP
4 Mare · 4 februari 2016
Nieuws
Kamerquotum
Een quotum voor het aantal huizen
dat verhuurd mag worden opgedeeld
in kamers, dat is een van de oplossingen die het college van burgemeester
en wethouders dinsdag voorlegde aan
de Leidse gemeenteraad. In een aantal wijken wordt al jaren geklaagd over
onder meer fietsen- en geluidsoverlast
door de zogenaamde verkamering van
huizen. Het college kwam met nog vijf
andere oplossingen, waaruit de raad
de komende tijd kan kiezen. Een beperking van het aantal bewoners bij
nieuwe verkamering en een verplichte
stallingsmogelijkheid voor fietsen werden ook genoemd. De uitwerking zou
per oplossing 100.000 euro aan ‘extra
ambtelijke capaciteit’ kosten, volgens
het raadsvoorstel. In de raadscommissie Stedelijke Ontwikkeling komt binnenkort nog een inspraakmoment.
Erasmusstudent niet
gediscrimineerd
Uitwisselingsstudenten die het Erasmusprogramma volgen krijgen geen
ov-jaarkaart. Dat is terecht, schrijft
advocaat-generaal Eleanor Sharpston
in een advies aan het Europees Hof.
In 2009 diende een Britse student een
klacht in omdat hij zich gediscrimineerd
voelde. Sindsdien is Nederland verwikkeld in een procedure met de Europese
Commissie die de mening van de Britse
student ondersteunt. Het Europees Hof
doet over enkele maanden uitspraak.
Doorgaans neemt zij het advies van de
advocaat-generaal over.
T-Rex gaat weg
De Tyrannosaurus die vanaf september
te zien is in Naturalis, verdwijnt negen
maanden later voor een toernee door
het buitenland. Niet netjes, vinden gemeenteraadsleden van VVD en GroenLinks. De aankoop van het skelet heeft
Naturalis deels te danken aan tienduizenden donateurs, waarvan een groot
gedeelte uit Leiden. Ook de gemeente
Leiden betaalde mee, met een gift van
€450.000. Reden voor het 'onnodig
backpacken' zou de verbouwing zijn
die het museum op de planning heeft
staan. Het dinosaurusskelet staat echter in het Pesthuis, dat niet verbouwd
wordt. De gemeenteraadsleden hopen
de T-Rex met steun van het college van
burgemeester en wethouders in Leiden
te kunnen houden.
Koningsdag
Dit jaar mag de Leidse horeca op Koningsnacht open blijven tot één uur,
in plaats van twaalf uur. Dat heeft het
Leidse college van burgemeester en
wethouders deze week besloten. Na
enen geldt er nog wel een ‘uitblusuurtje’: de muziek moet uit, maar de tap
mag nog een uur open blijven zodat
niet alle feestvierders op precies hetzelfde tijdstip op straat staan. De horeca die sowieso al tot na twaalven
open mag zijn, mag dat op Koningsdag
uiteraard ook. Dezelfde regeling geldt
voor de Lakenfeesten eind juni. Ondernemers mogen dan kiezen of ze 24 of
de 25 juni langer open blijven.
Nieuwe LUF-directeur
Het Leids Universiteits Fonds (LUF)
heeft sinds deze week een nieuwe
directeur: Siep Wijsenbeek. Hij volgt
Annah Neve op, die sinds 2001 bij het
LUF werkt. Zij blijft dat, in een andere
functie, ook doen. Wijsenbeek werkte
na zijn rechtenstudie in Leiden bij verschillende banken. Het LUF subsidieert
allerlei projecten van wetenschappers
en studenten. Ook organiseert het
fonds activiteiten rond de herdenking
van de beroemde protestrede van professor Cleveringa in 1940, tegen het
ontslag van zijn Joodse collega’s. Drie
jaar geleden stuurde de universiteit tevergeefs aan op een fusie tussen het
LUF en een universitair alumnibureau.
Wel werkt de organisatie, ook nu onder Wijsenbeek, steeds nauwer samen
met de universiteit.
Meer inspraak faculteitsraden
Eerste stap naar instemmingsrecht begroting
De faculteitsraden krijgen instemmingsrecht op de besteding van
zeven miljoen euro die het college
extra investeert in het verbeteren
van het onderwijs. Het college staat
ook open voor instemmingsrecht
op de facultaire begroting.
DOOR VINCENT BONGERS Wel moeten er
dan goede afspraken komen over de
precieze rol van de universiteitsraad
en de faculteitsraden op het punt van
instemming. Ook de universiteitsraad moet nog een mening vormen
over het instemmingsrecht. Het is
echter niet erg waarschijnlijk dat de
raad zich verzet tegen het versterken
van de inspraak van de faculteitsraden.
De faculteit Sociale Wetenschappen besloot onlangs het instemmingsrecht op hoofdlijnen van de
begroting in te voeren, maar werd
teruggefloten door het college. Dat
leidde tot Kamervragen.
‘Het intrekken van instemming bij
FSW is een beetje ongelukkig verlopen,’ zegt universiteitsraadslid Joost
Augusteijn van Abvakabo. ‘Ik denk
niet dat het college nog een keer wil
mee maken dat het Leidse instemmingsrecht in de Tweede Kamer aan
bod komt, dat vonden ze niet zo leuk.’
Volgens rector Carel Stolker viel
dat allemaal reuze mee. Hij tweette:
‘Storm in glas water. We zijn op alle
niveaus serieus met #medezeggenschap bezig: wij komen er altijd uit!’
Ook tijdens de universiteitsvergadering maandag was er geen sprake
van een crisis.
‘We hebben met de universiteitsraad afspraken gemaakt over hoe we
omgaan met het instemmingsrecht.
We zijn toen een ding vergeten,’
zei vice-collegevoorzitter Willem
te Beest. ‘Wat betekent dat voor de
inspraak op facultair niveau? De
toen gemaakte afspraken gaan we in
maart evalueren.’ Dan komt ook het
instemmingsrecht voor faculteiten
aan bod.
De universiteit investeert in 2016-
2017 tien miljoen extra in de verbetering van de kwaliteit van onderwijs.
Zeven miljoen gaat direct naar de
faculteiten. De kapitaalinjectie is
het gekoppeld aan het leenstelsel en
wordt voorgeschoten door de universiteit. Minister Bussemaker van
onderwijs heeft immers het geld van
het schrappen van de basisbeurs nog
niet binnen.
‘Er is van onze kant niets op tegen
om de raden alvast instemmingsrecht te geven op de bestedingen
van het studievoorschot,’ zei Te
Beest. Deze toezegging van het college over het instemmingsrecht op
het studievoorschot is hoogstwaarschijnlijk een eerste stap naar meer
inspraak voor de faculteiten.
Voor de zeven miljoen die direct naar de faculteiten gaat, is dat
instemmingsrecht geen probleem.
Maar er wordt ook drie miljoen
besteed aan verschillende andere
projecten. Te Beest: ‘Sommige van
deze projecten staan buiten de fa-
culteiten. De meeste echter niet.
We moeten bij elkaar gaan zitten en
goede afspraken over de verdeling
van het geld maken. We moeten wel
goed oppassen dat afspraken die we
universiteitsbreed maken niet interveniëren met dingen die in de faculteit gebeuren. Het is vervelend als je
daar ellende over krijgt. Dat kan niet
de bedoeling zijn.’
‘De drie miljoen wordt ook doorgegeven aan de faculteiten, zij het
met enige vertraging’, voegde vicerector Simone Buitendijk daar aan
toe. ‘Het gaat om de financiering
van zaken die we gezamenlijk doen.
Ik overleg met de faculteiten over de
besteding van het geld. Het verschilt
ook per faculteit of er al beleid is op
bepaalde punten.’
De raad had vorige week kritiek op de plannen die het college
heeft voor de financiering van de
verschillende projecten. Zo is nog
niet duidelijk hoeveel geld er in elk
voorstel wordt gestoken. Bovendien
krijgen ook al lopende programma’s
als diversiteit en excellentieonderwijs een kapitaalinjectie. Als de
raad daar niet mee instemt, vallen
die programma’s dan om?
Volgens Buitendijk is daar geen
sprake van. ‘We stoppen niet met
deze programma’s. Dan halen we de
middelen ergens anders vandaan.’
Marjolein Bouterse van studentenpartij CSL: ‘Er is door de minister geld weggehaald bij een grote
groep studenten. Dan moeten ook
alle studenten baat hebben bij de investeringen. Dat is bijvoorbeeld bij
excellentieonderwijs niet zo.’
Buitendijk: ‘Als de raad wil dat
bepaalde projecten niet met dit geld
gefinancierd worden, dan halen we
ze van de lijst.’
De raad gaat nu de plannen nog
eens goed tegen het licht houden en
mogelijk gaat er een streep door een
aantal projecten. Het college zegde
verder nog toe om aan te geven hoeveel geld er ongeveer naar elk pro-
Schrappen keuringsexperiment ‘teleurstellend’
De universiteit Leiden is niet blij
met het schrappen van een experiment met instellingsaccreditatie.
In de door minister van Onderwijs
Bussemaker voorgestelde pilot
kan een instelling in zijn geheel
goedgekeurd worden.
Dat scheelt, want nu moet elke opleiding om de zes jaar een oké-stempel
van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) krijgen.
De bijbehorende visitaties zorgen
voor enorm veel werk. Er wordt
al jaren gebroed op een stelsel dat
minder bureaucratische rompslomp
met zich meebrengt.
Er lag een plan van minister Bus-
semaker van Onderwijs om zes hogescholen en zes universiteiten te
laten experimenteren met alleen instellingsaccreditatie. Maar dat plan
is afgeschoten, mede onder druk
van coalitiepartner VVD. Deze partij vindt dat er teveel risico’s kleven
aan het keuren van eigen vlees.
Leiden is niet blij met het schrappen van deze pilot. ‘De rook in Den
Haag is inmiddels een beetje opgetrokken. Er is al heel veel over gesproken. We zijn teleurgesteld over
wat er nu is besloten,’ zei directeur
academische zaken Marcel Vooijs
vorige week tijdens de universiteitsraad. ‘We hebben ons hard gemaakt
voor instellingsaccreditatie zonder
opleidingsaccreditatie. Leiden, en
ook andere universiteiten, hebben
gepleit voor een brede pilot. Dan
kunnen veel instellingen ervaring
opdoen met instellingsaccreditatie
zonder opleidingsaccreditatie. En
kan dan goed vergeleken worden.’
Het ziet er nu naar uit dat er een
kleinschalig experiment komt waar
maar drie hogescholen en drie universiteiten aan mee mogen doen. ‘In
die pilot wordt dan geëxperimenteerd met een variant op het stelsel
zoals het nu al is.’
‘Wil Leiden aan de beperkte pilot
meedoen?’ vroeg Sander van Diepen van studentenpartij BeP.
Vooijs: ‘De voorwaarden voor
deelname zijn nog niet bekend.
Maar we zijn geen voorstander van
deze beperkte aanpak.’ Deelname
van Leiden ligt dan ook niet voor de
hand. Mede ook omdat de universiteit pas in 2019 weer opgaat voor
een instellingsaccreditatie. Universiteiten die eerder aan de beurt zijn,
komen waarschijnlijk ook eerder in
aanmerking voor de pilot.
Er is binnen de universiteit een
werkgroep bezig met het opstellen
van een advies over de herziening
van het accreditatiestelsel. Binnenkort stuurt deze commissie haar
rapport naar het college. VB
Researchmaster Latijns-Amerika Studies moet beter
Achter de schermen van de Leidse
researchmaster Latijns-Amerika
Studies is het afgelopen jaar gewerkt aan een herstelplan voor de
opleiding. De onderwijsleeromgeving was onvoldoende, zo oordeelde de KNAW-visitatiecommissie in maart vorig jaar.
De Nederlands-Vlaamse accreditatieorganisatie (NVAO), die het
hoger onderwijs keurt en accreditaties toekent, maakte vorige week
haar jaaroverzicht van 2015 bekend. Vierentwintig universitaire
opleidingen in Nederland bleken
afgelopen jaar niet volledig aan
de accreditatie-eisen te voldoen.
Die opleidingen, waaronder dus
de Leidse researchmaster, moesten
een herstelperiode in.
Masterstudenten Latijns-Ame-
rika Studies kregen vrij veel keuzemogelijkheden, waardoor de
opleiding ‘onvoldoende borgt dat
elke student met zijn eigen disciplinaire achtergrond de eindkwalificaties ook daadwerkelijk behaalt’,
staat te lezen in het advies van de
KNAW-commissie.
De opleiding heeft een herstelplan opgesteld, dat inmiddels is
goedgekeurd. De focus op een
kernthema was daarin een belangrijk onderdeel. Dit collegejaar is
al een aantal veranderingen ingevoerd, en in 2016-2017 volg en er
nog een paar.
De NVAO heeft de accreditatie
van de opleiding daarom verlengd
tot en met augustus 2017 en acht
het ‘voldoende aannemelijk’ dat de
opleiding dan weer aan de accreditatie-eisen zal voldoen. MVW
4 februari 2016 · Mare 5
Nieuws
Minister: studentenassessor in college
En meer macht voor opleidingscommissies
Als het aan onderwijsminister
Bussemaker ligt, krijgen opleidingscommissies meer rechten en
komen er studentenassessoren in
de universiteitsbesturen. Tegelijkertijd waarschuwt ze de Kamer. ‘Versterking van de medezeggenschap
is iets anders dan medebestuur.’
Het was nog een
beetje steggelen tijdens het debat
over het wetsvoorstel Versterking
Bestuurskracht, dat woensdagochtend gevoerd werd. Wat medezeggenschap betreft, nodigde minister
Bussemaker onderwijsinstellingen
van harte uit om meer te doen dan
‘het minimum’ dat in de wet is vastDOOR PETRA MEIJER
gelegd. De Kamer vond echter dat
dat minimum in de wet verruimd
moest worden. ‘We mogen niet
accepteren dat bestuurders zich
verschuilen achter het minimum.
We moeten niet blijven hopen op
een cultuurverandering die er misschien helemaal niet komt’, zei Mohammed Mohandis (PvdA). Paul
van Meenen (D66) haalde de Universiteit Leiden aan, waar het instemmingsrecht van de faculteitsraad Sociale Wetenschappen op
hoofdlijnen van de begroting werd
ingetrokken, als voorbeeld van een
plek waar die cultuur niet deugt.
‘Individuele bestuurders zouden
niet zelf mogen bepalen hoeveel
tegenspraak zij krijgen.’
Na het eerste deel van het debat,
dat vorige week plaatsvond, hadden
de Kamerleden veel kritiek op het
wetsvoorstel. Ze dienden dan ook
meer dan veertig amendementen
in. Veel van die voorstellen werden door de minister in een brief
ontraden, terwijl volgens sommige
Kamerleden de invloed van de medezeggenschap niet ver genoeg kan
gaan. Toch kwamen minister Bussemaker en de leden van de Tweede
Kamer wat nader tot elkaar.
Zo bleek de minister bereid om
de medezeggenschap te betrekken
bij de benoeming van bestuurders.
Ze was gecharmeerd van het voorstel om ten minste een student en
een personeelslid uit de medezeggenschap deel te laten uitmaken
van een sollicitatiecommissie die
een niet-bindende voordracht doet.
Andere voorstellen, zoals een bin-
dende invloed of het invoeren van
verkiezingen, gingen haar echter
veel te ver.
Ook voorstellen om de macht van
opleidingscommissies te vergroten,
konden op steun van de minister
rekenen. Ze ziet graag dat opleidingscommissies niet alleen advies
geven, maar ook zelf met voorstellen
komen. Zo zouden opleidingscommissies volgens het voorstel minstens twee keer per jaar met het opleidingsbestuur overleggen over het
te voeren beleid. Daarnaast geeft de
minister de opleidingscommissies
graag instemmingsrecht op de wijze van evalueren van de opleiding.
Een aantal Tweede Kamerleden wil
dat de opleidingscommissies ook
instemmingsrecht krijgen op onderdelen van de OERen. De minis-
ter kon zich ook daarin grotendeels
vinden, zolang studenten niet zelf
beslissen over de eisen waaraan zij
moeten voldoen.
De invoering van een studentenassessor op instellingsniveau
noemde de minister ‘interessant’.
Ze stelt dat het initiatief daarvoor
bij de medezeggenschap zou moeten liggen. Ziet het college van
bestuur niets in zo’n studentenassessor, dan is het aan hen om te bewijzen dat daar gegronde redenen
voor zijn.
Op andere punten – zoals het
collegegeldvrij besturen en de mogelijkheid om als medezeggenschap
met toezichthouders te vergaderen
zonder dat het college van bestuur
aanwezig is - laat de minister het
oordeel over aan de Kamer.
Eén adviseur voor
duizend studenten
Er zijn te weinig studieadviseurs
om studenten goed te kunnen begeleiden. Dat schrijven Personeelspartij UB en studentenpartij SGL
in een notitie gericht aan de universiteitsraad en het college van
bestuur.
Boerhaave in Amsterdam
Model van menselijk oor, ca. 1844, uit de collectie van Museum Boerhaave, maar momenteel te zien in het Allard
Pierson Museum in Amsterdam. Het Leidse museum zelf is vanwege een verbouwing grotendeels gesloten tot
halverwege 2017. Robbert Dijkgraaf selecteerde een hoop voorwerpen uit de depots van Museum Boerhaave
en van het Teylers Museum, voor zijn Wunderkammer in het DWDD Pop-up Museum. Foto: Tom Haarsen
Volgens de opstellers van de notitie telt psychologie 2000 bachelorstudenten en zijn er maar twee
studieadviseurs voor de bachelor.
Rechten heeft vier studieadviseurs
voor de gehele faculteit. De studentenpartijen ontvangen klachten
van studenten, met name van grote
studies.
Een adviseur per duizend studenten is veel te weinig, vinden SGL en
UB. Vooral ook omdat studieadviseurs steeds meer werk te doen
krijgen. Zo moeten studenten een
studieplan maken. Dat is onmogelijk om goed aan te pakken met
zo weinig studieadviseurs. Niet elk
plan wordt dan ook persoonlijk besproken met de docent. Sterker nog,
studenten en studieadviseurs ‘geven
aan dat alleen een plan ingeleverd
dient te worden indien studenten
erg afwijken.’
Ook is er een bsa in het tweede
jaar ingevoerd. Verder heeft de universiteit de ambitie om meer studenten in het buitenland te laten studeren. Ook zij hebben hulp en advies
nodig. Er is twijfel of de buitenlandcoördinatie vanwege de grote drukte
wel voldoet.
Verder merken de partijen op
dat het vooral bij kleine studies wel
voorkomt dat adviseurs een dubbelfunctie hebben als docent. Dat is een
onwenselijke situatie met betrekking tot de vertrouwelijkheid.
‘We zijn het erover eens dat er
punten van zorg zijn,’ zei vice-rector
Simone Buitendijk maandag tijdens
de universiteitsraadsvergadering.
‘We komen hier graag op terug als
de resultaten van de evaluatie van
het bsa in het tweede jaar er zijn. Er
is voor die evaluatie ook gesproken
met studieadviseurs. Die informatie willen we graag meenemen. We
gaan ook nog overleggen met de
vice-decanen om erachter te komen
waar de problemen precies zitten.’ VB
Meer aandacht voor Engels docenten ‘Laat studieschuld
De universiteit gaat scherper letten op de Engelse taalvaardigheid
van docenten. Dat blijkt uit een
advies over het taalbeleid dat in de
universiteitsraad werd besproken.
Docenten die niet het vereiste niveau halen, mogen niet meer in het
Engels college geven.
De universiteit streeft naar tweetaligheid, blijkt uit de notitie. Dat
houdt in dat het Engels van Nederlandstalige docenten goed moet
zijn. De universiteit mikt op niveau
C1 van het Common European
Framework of Reference (CEFR).
‘Dat is best hoog,’ zei Gareth O’Neill
van promovendipartij PhDoc vorige
week tijdens de universiteitsraadsvergadering. C1 houdt in dat de docent zich vloeiend kan uitdrukken
in het Engels en de taal flexibel en
efficiënt kan gebruiken voor sociale, academische en professionele
doeleinden. ‘Een instituut kan er
ook voor kiezen om dat niveau te
verhogen naar C2.’
Uit de rapportage blijkt dat er
‘momenteel geen systematische
klachten zijn over de taalvaardigheid van docenten.’ Het woord
‘systematische’ is van belang want
‘klachten over het Engels van docenten bestaan echter wel en komen bijvoorbeeld naar voren in gesprekken
met studenten. Hierbij moet worden
opgemerkt dat in die gevallen vaak
expliciet gevraagd wordt naar negatieve ervaringen.’
Het is de bedoeling dat bij alle
colleges in het Engels studenten in
de evaluatie wordt gevraagd naar de
taalbeheersing van de docent. Als
uit deze evaluatie blijkt dat het niveau tekortschiet dan heeft dat mogelijk gevolgen.
Fenna Poletiek van personeelspartij Abvakabo had zo haar twijfels
over de rol van deze evaluaties: ‘Nederlandse studenten zijn nogal eens
kritisch op de Engelse uitspraak van
docenten. Het is onredelijk om van
non-native speakers te eisen dat hun
uitspraak net zo goed is als die van
Engelstalige docenten.’
In de notitie staat ook dat uit onderzoek blijkt dat Nederlandse studenten vaak kritischer zijn op het
Engels van een Nederlandse docent
dan studenten die het Engels als
moedertaal hebben.
O’Neill: ‘Er wordt wel rekening gehouden met de evaluaties. Maar deze
hebben slechts een signaalfunctie.’
Als studenten klagen over het
taalniveau is dat nooit een reden
om een docent geen college meer te
laten geven. ‘Daadwerkelijke maatregelen kunnen alleen genomen
worden op basis van toetsing van
de taalvaardigheid’, aldus de notitie.
Docenten die vinden dat hun
Engels niet goed genoeg is, kunnen op kosten van hun faculteit een
cursus ‘Teaching in English’ bij het
Academisch Talencentrum volgen.
Leidinggevenden kunnen docenten
verplichten een cursus te volgen als
uit toetsing blijkt dat hun Engels
tekortschiet. Docenten die niet het
vereiste niveau hebben, mogen niet
in het Engelse doceren totdat ze zijn
bijgespijkerd. VB
voortaan vastleggen’
De Vereniging Eigen Huis vindt dat
studieschulden vastgelegd moeten
worden bij het Bureau Kredietregistratie. Zo wordt voorkomen dat
huizenkopers een grotere hypotheek nemen dan ze aankunnen.
Als je een huis wil kopen, zul je
daar meestal geld voor moeten
lenen in de vorm van een hypotheek. Hoeveel je kan lenen, hangt
af van je inkomen, maar ook van
eventuele schulden die je hebt. De
hypotheekverstrekker moet nagaan
of je schulden hebt, en dat kan bij
het Bureau Kredietregistratie. Vele
honderden organisaties, van banken tot postorderbedrijven, geven
daar door of ze nog geld van je krijgen. Maar DUO niet.
Dat hebben de VVD en de PvdA
expres zo geregeld bij de invoering
van het leenstelsel: een studieschuld
is in hun ogen een ander soort
schuld dan, zeg, een gokschuld.
Zo hoef je pas terug te betalen als
je genoeg verdient. Ook kun je de
terugbetaling tijdelijk opschorten.
Dat laatste speelt een rol als de
huizenkoper gebruik wil maken
van de zogeheten Nationale Hypotheek Garantie, en zorgt ervoor
dat er dan meer geld te lenen valt.
Als dan echter de onvermijdelijke
DUO-terugbetaling moet beginnen, is het wel handig als dat nog
te combineren is met de andere
uitgaven, zoals de hypotheeklasten.
De hypotheekverstrekkers – vrijwel
altijd banken – konden daar echter
niet over oordelen. In 2014 waarschuwde het Nederlands Instituut
voor Budgetvoorlichting (Nibud)
ook al voor dit probleem, en pleitte
die organisatie ook voor BKR-registratie van de studieschuld. Eigen
Huis wil daarnaast dat de regels van
de Nationale Hypotheek Garantie
strenger worden, zodat het uitstellen van DUO-terugbetaling niet
meer betekent dat je extra kunt lenen. BB
6 Mare · 4 februari 2016
Achtergrond
Wij worden zeker in de gaten gehouden
> Vervolg van de voorpagina
Breuker wijst om zich heen, in het
Arsenaal, waar de Aziëstudies van
Leiden verzameld zijn. ‘Ik denk dat
iedereen in dit gebouw een extreme
druk ervaart uit allerlei landen, niet
alleen Noord-Korea. Maar als het
om zulke mensenrechtenschendingen gaat, kan ik niet wegkijken en
me verschuilen achter mijn elfde- en
twaalfde-eeuwse Koreaanse specialisatie. Daarom doe ik ook onderzoek
naar de export van dwangarbeiders.
Die worden als moderne slaven geleased aan bedrijven in Polen en
elders in de EU. Noord-Korea geeft
niet veel om wetenschappers, maar
zo’n onderzoek kan de inkomsten
van het regime wel beïnvloeden.’
‘De Chinese overheid heeft zeker
belangstelling voor het werk van
buitenlandse wetenschappers’, zegt
hoogleraar Chinese taal en letterkunde Maghiel van Crevel. Vooral
voor gevoelige onderwerpen zoals
politiek en mensenrechten. Zelf is hij
niet in beeld, denkt hij. ‘Ik houd me
bezig met avant-garde poëzie.’
Oost-Afrika-deskundige Jan Abbink van het Afrika-Studiecentrum
vermoedt in de gaten gehouden te
worden. ‘Het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Ethiopië scant al het
academisch onderzoek. Maar ik ben
geen probleemgeval.’
Zürcher: ‘Wij weten dat we in de
gaten gehouden worden, doordat we
via via horen wat Turkse ambassademedewerkers over ons zeggen. Maar
van direct ingrijpen door de overheid hebben we nog niks gemerkt.’
Dat ligt anders voor wetenschappers
ter plekke. ‘Ruim 1100 Turkse academici ondertekenden onlangs een
open brief, waarin ze pleiten voor
een eind aan de gewapende strijd
tegen de Koerden. Daar is heel hard
op gereageerd. Een aantal mensen is
hun baan verloren.’ Honderden onderzoekers uit Canada, de Verenigde
Staten en Europa hebben zich solidair verklaard, zo ook Zürcher. ‘We
hebben ons niet uitgesproken over
de Koerdische kwestie, maar over
vrijheid voor academici. Daarmee
hebben we ons kwetsbaar gemaakt.
Komend jaar zal blijken in hoeverre
mensen problemen zullen krijgen.’
Hij maakt zich meer zorgen over
Turken die in Leiden afstuderen of
promoveren. ‘Twee derde van onze
promovendi is Turks. Voor een baan
aan een Turkse universiteit moet je
Nederlandse diploma erkend worden door een centrale instantie. Tot
twee jaar terug was dat geen probleem: er werd gecontroleerd of de
Universiteit Leiden bestond en of het
diploma echt was. Sinds twee jaar
pluizen ze de proefschriften door en
geven ze uitsluitsel zonder opgaaf
van reden. Al één keer is het diploma
van een Griekse man, die hier was gepromoveerd, niet erkend. Hij raakte
Propagandabeeld uit Noord-Korea.
zijn baan in Istanbul kwijt en moest
de volgende dag het land uit. Zijn
proefschrift ging over het Cyprusprobleem, dat kan ermee te maken
hebben: Turkije erkent Cyprus niet.’
‘Ik kan niet wegkijken
en me verschuilen achter
mijn specialisatie’
Een Egyptische promovendus van
Sijpesteijn bedankte voor het verzoek
een artikel te schrijven over de interactie tussen moslims en niet-moslims. ‘Dat is geen goed onderwerp
om later nog een baan mee aan een
Egyptische universiteit te krijgen.’
Directe
overheidsbemoeienis
merkte Sijpesteijn zelf als student.
‘Halverwege de jaren negentig deed
ik scriptieonderzoek in Syrië. Op de
campus deelde ik een kamer met twee
Syrische meisjes. Toen we eenmaal
vrienden waren, vertelde een van hen
dat ze op die kamer geplaatst was om
mij in de gaten te houden en over me
moest rapporteren. Het had ook een
leuke kant: als je onderweg naar een
feestje van internationale studenten
het adres vergeten was, kon je altijd
wel een man in een zwart leren jasje
vragen waar het buitenlandse feest
was. En om te weten wie jou in de
gaten hield, kreeg ik de tip om expres
je portemonnee te laten vallen. Dan
kwam er vanzelf iemand achter je aan
rennen. Overigens ging het niet zo-
zeer om mij: alle buitenlanders werden in de gaten gehouden.’
Maar er was ook een aanzienlijk
minder leuke kant. ‘Een keer werd ik
aangerand, in een rijke buurt. Er ontstond een discussie met de ambassade of ik wel aangifte moest doen.
Syrië zit niet te wachten op negatieve
publiciteit en er waren voorbeelden
van studentes die na een aangifte uitgezet waren. Ik twijfelde, maar ik heb
wel aangifte gedaan.’
Tegenwoordig heeft Sijpesteijn
geen last meer van tegenwerking.
‘Ik word nergens geweigerd, hooguit vertraagd, maar dat is meer vanuit een algemeen wantrouwen naar
westerlingen.’
Bader: ‘Eens in de zoveel tijd wordt
iemand de toegang tot Rusland ontzegd. Je raakt wel geneigd om daardoor bepaalde onderwerpen niet te
kiezen voor je onderzoek.’ ‘Het zou
onzin zijn om te zeggen dat zelfcensuur nooit door mijn hoofd speelt’,
zegt Van Crevel. ‘Maar ik heb nooit
een blad voor de mond genomen.’ ‘Er
zijn ook landen waar je helemaal niet
meer heen kunt’, zegt Bader. ‘Omdat
Oezbekistan en Turkmenistan zijn
te link en blijven onderbelicht. Heel
veel onderzoekers richten zich op
Georgië, Oekraïne en Kirgizië.’
Van Reisen, ook hoogleraar international social responsibility in
Tilburg, werd niet eerder zo tegengewerkt als nu. ‘In Zimbabwe, ook
een moeilijk land, kreeg ik juist veel
ruimte.’ Eritrea komt ze niet meer in.
‘Net als de VN. Maar ik ben er wel
geweest en ik heb er nog contacten,
dus ik weet heel goed wat er speelt.’
Maretjes
De prijs voor een Maretje bedraagt €9,– per 30 woorden,
opgegeven via [email protected] uiterlijk t/m
maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van
4.500 euro te boven gaan.
Doe meer met je kennis! Vrijwilligers gezocht voor één
uur per week bijles en huiswerkbegeleiding op verschillende locaties of bij de leerling thuis. Leiden-Noord, 31
leerlingen, basisonderwijs, groep 4 t/m 8, waarvan 2
met vergoeding van €4 per les. *Spelling, rekenen, groep
7, €5-6 per les. Voortgezet onderwijs: *Duits, 3gymnasium. *Nederlands, Engels, brugklas vwo. *Duits, 2vmbotl. *Nederlands, Engels, brugklas havo-vwo. *Wiskunde,
Nederlands, 2vmbo-kader. *Rekenen, brugklas havovwo, €5,- per les. * Nederlands, brugklas havo. *Engels,
Nederlands, 3havo. *Wis-, natuur- en scheikunde, 3havo.
Onderzoek van buitenaf geeft wel
een minder compleet beeld, zegt Abbink. Zelf kan hij Ethiopië nog in.
‘Het is geen gemakkelijk land. Met
expliciet kritisch onderzoek moet je
rustig aan doen, maar in Eritrea of
Rwanda is het drie keer zo erg. Maar
er zijn serieuze dingen aan de hand
in Ethiopië, die door onderzoekers
moeten worden aangekaart.’ Dat is
niet altijd mogelijk. ‘Het aantal doden bij etnische conflicten is moeilijk te verifiëren. Het lukt de overheid
om daarover vrijwel alles buiten de
pers te houden.’ Zelf bestudeert hij
vooral boeren, veehoudersvolken en
sociaal-culturele onderwerpen. ‘Niet
heel politiek, al heb ik vorig jaar een
kritisch stuk geschreven over de verkiezingen.’ Hij vertelt over een collega van hem, Tobias Hagmann, wiens
onderzoeksregio een no-go-area was
geworden. ‘In The New York Times
kondigde hij aan: ik kan hier geen onderzoek meer doen, ik geef Ethiopië
op.’ Hij begrijpt het ergens wel. ‘Maar
ik zou het nooit doen, stoppen omdat
het land te repressief is. Ik vind dat je
in dialoog moet blijven.’
‘Van nature ben ik geneigd tot
overleg’, zegt Remco Breuker. ‘Maar
wat Noord-Korea betreft heb ik
door schade en schande mijn standpunten moeten bijschaven. De concentratiekampen blijven vollopen,
mensen worden nog steeds op gruwelijk wijze afgemaakt.’
Vorig collegejaar haalde hij de
verbannen Noord-Koreaanse dichter Jang Jin-sung als gastdocent naar
Leiden. ‘Hij waarschuwde me nog,
dat de toegang tot Noord-Korea me
onmogelijk gemaakt zou worden zolang het regime daar zat.’ Dat hield
Breuker allerminst tegen. Hij is zelfs
nog nooit in Noord-Korea geweest.
‘Alleen in Zuid-Korea. Noord-Korea kom ik niet in, zeker nu met die
klacht.’ Toch komt hij op aanzienlijk meer plaatsen dan hij als beginnende wetenschapper had gedacht.
‘Mijn ideaal was om voornamelijk in
bibliotheken te zitten. Maar of we nu
willen of niet, door onze bevindingen zijn we als wetenschappers politiek actief. Die ivoren toren, die heb
ik nog nooit gezien.’
DOOR MARLEEN VAN WESEL
Wat je wel moet doen, en wat niet
‘Wetenschappers kunnen zich slecht verdedigen tegen de druk van regimes.
Het enige dat de wetenschap heeft, is onafhankelijkheid’, zegt Remco Breuker.
Maar die is niet zo vanzelfsprekend. ‘Er zijn veel landen die geld bieden en wetenschap zien als een PR-instantie. Maar het geld dat je aan een wetenschapper
geeft, ben je kwijt. Inhoudelijk mag er geen invloed zijn.’
Max Bader heeft het zojuist over zulke invloed gehad op zijn college. ‘Een agentschap van de Russische overheid stelde voor om hier een congres te organiseren, duidelijk om het imago te verbeteren. Thanks, but no thanks.’ Soms gaat
het subtieler. ‘Er is wel eens controverse over leerstoelen, die worden betaald
door een instituut of een land. Tussen wat je wel en niet moet doen, zit een grijs
gebied. Als het met de Russische economie niet zo slecht zou gaan, zouden ze
hier ook wel een leerstoel willen. Zelf zou ik tegen zijn, maar het zou een pittige
discussie opleveren.’
Breuker pleit voor een ander financieringsstelsel voor de wetenschap in het
algemeen. ‘Ik begin er bijna van te vloeken. Denk GVD eens na over het waarborgen van de onafhankelijkheid.’ Met extra geld dus, maar bijvoorbeeld ook
door het aanscherpen van integriteitscodes. ‘Die gaan nu vooral over plagiaat.
Maar hoeveel idioten plegen plagiaat? Die codes zouden beter wetenschappers
op weg helpen, die zich afvragen wat een goede beslissing is. En universiteiten
moeten hun mensen beschermen, wanneer er grote ellende uit een goede beslissing voortkomt, bijvoorbeeld wanneer ze geen fondsen meer kunnen binnenhalen. Als regimes merken dat hun invloed niet werkt, houdt de intimidatie
vanzelf op.’
Brief
*Wiskunde B, 4havo, €5-6 per les. *Economie, 5vwo. *Wiskunde, economie, 2havo. *Engels, 4vwo. *Nederlands,
geschiedenis, 3havo. *Wiskunde, 4vmbo-tl. *Wiskunde,
3vwo. *Wis-, natuurkunde, 4havo. Leiden-Zuid, 17 leerlingen basisonderwijs groep 4 t/m 8. Voortgezet onderwijs: *Twee leerlingen Engels, brugklas vwo. *Wiskunde,
Engels, geschiedenis, 4havo. *Biologie, Nederlands,
wiskunde, brugklas mavo-havo. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, wo en do 15-17u. Tel. 071-5214256. E-mail:
[email protected].
Maretjes-extra zijn bedoeld voor semi-commerciële
instanties. De prijs voor een Maretje-extra is €23,– incl.
BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze advertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen
van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45.
E-mail: [email protected]
In deze rubriek kunnen lezers in maximaal 300 woorden reageren op artikelen in Mare. De redactie behoudt zich het recht voor
bijdragen in te korten of te weigeren. Over weigering wordt niet gecorrespondeerd. Mail naar [email protected]
Max Havelaar
Anders dan Marc Oostendorp in zijn column ‘Lees een moeilijk gedicht’ (Mare 17, 28 januari) beweert, heb ik er nooit voor
gepleit scholieren niet langer met afwijkende denkbeelden te
confronteren. Wel vroeg ik me - hierin gesteund door recent
Leids onderzoek bij Sociale Wetenschappen - ernstig af of de
oude canonieke literatuur ze niet een dermate sterke afkeer
van het lezen bezorgt, dat ze zich later helemaal niet meer aan
het lezen van boeken zette, noch van moderne literatuur, noch
van de oudere, laat staan van de confronterende literatuur.
Veel liever zie ik dat scholieren zich met genoegen verliezen in boeken van schrijvers als Herman Brusselmans, Özcan
Akyol of Niña Weijers - met personages van nu die aansluiten
bij de wereld die ze kennen - dan dat ze zich, zoals nu toch
vaak de praktijk is, tegen heug en meug door internetsamenvattingen van Max Havelaar of Louis Couperus heen ploegen
en na hun schooltijd al helemaal geen boek meer openslaan.
Het zou zo ontzettend jammer zijn als die immense, prachtige
schatkamer die de literatuur is voor ze gesloten blijft, inclusief
die van naar Genua of Den Haag geëmigreerde Leidenaren. Christiaan Weijts
auteur
4 februari 2016 · Mare 7
Wetenschap
Patronen in de planten
Woestijnwiskunde: rekenmodel ondersteunt veldwaarnemingen
Stresshaar
Wetenschappers die onderzoek doen
naar stress, meten vaak de concentraties
van het hormoon cortisol, dat door het
lichaam aangemaakt wordt onder invloed van stress. Je kan het stofje meten
in bloed, maar dat is lastig als je aan kinderen wil meten. Speeksel gaat al makkelijker, maar haar lijkt nog makkelijker.
Makkelijk te verzamelen, makkelijk op te
slaan en gemakkelijk te bemeten.
Pedagoog Ralph Rippe is hoofdauteur
van een artikel in Psychoneuroendocrinology, waarin hij een grootschalig
Leids-Rotterdams harenonderzoek onder 2484 zesjarigen beschrijft. Die hebben niet allemaal evenveel cortisol – of
voorloper cortison – in hun haren. Jongetjes hebben wat meer dan meisjes,
dikke kinderen meer dan dunne kinderen, Nederlandse kinderen hebben
minder dan kinderen van buitenlandse
komaf, en als een kind recent de haren
had gewassen, zat er minder ‘stresshormoon’ in het haar. Flink in de zon
zitten maakt dan weer niet uit voor de
concentraties cortisol en cortison in het
haar. Het eindresultaat is een lijst van
variabelen die mogelijk verwarrend kunnen zijn bij haaronderzoek naar stress,
en die andere wetenschappers dus in
het achterhoofd moeten houden.
Rookschade
Wiskundige modellen kunnen dit soort patronen verklaren door alleen naar regenval te kijken.
Wiskundige modellen helpen
begrijpen hoe de vegetatie
verandert als er minder regen
valt. Idealiter kan je met dat
begrip woestijnvorming voor­
komen: ‘Zolang je strepen ziet,
ben je veilig.’
DOOR BART BRAUN Het grote probleem
van ecologie is dat mensen er eigenlijk te dom voor zijn. Een ecosysteem bevat enorme hoeveelheden
organismen van allerlei verschillende soorten, die allemaal invloed
hebben op elkaar en de levenloze natuur, die zelf ook weer invloed heeft
op alles. Het is simpelweg teveel
om een brein omheen te kunnen
vouwen. Het vakgebied is dan ook
zwaar aangewezen op de wiskunde.
Niet alleen om te beschrijven wat er
gebeurt, maar om te begrijpen wat
er gebeurt.
Als je met een verzameling wiskundige vergelijkingen de werkelijkheid nadoet, noemen wiskundigen dat een ‘model’. Zulke modellen
komen in twee verschillende smaken: de super-ingewikkelde en de
super-overzichtelijke.
In een ingewikkeld model proberen wetenschappers álle kennis die ze
hebben over hun onderzoeksonderwerp te proppen, en dan de computer
uit te laten rekenen wat er gebeurt.
Het weerbericht, de voorspellingen
over ons klimaat en de schatting dat
in 2060 vrijwel alle koraalriffen verdwenen zullen zijn komen bijvoorbeeld uit zulke modellen.
De super-overzichtelijke modellen zijn meer conceptueel: ‘Ze
helpen je begrijpen welke mechanismen tot welke oorzaken leiden’,
legt wiskunde-promovendus Eric
Siero uit.
Siero's proefschrift, waarop hij
komende dinsdag hoopt te promoveren, gaat over zo’n model. Siero
wil begrijpen hoe patronen in de
vegetatie veranderen als het ergens
droger wordt. ‘Daarvoor gooi ik eigenlijk alles op één hoop, tot ik maar
twee componenten overhoud: planten en water. Kan ik alleen daarmee
de waarnemingen in het veld begrijpen? Ja, kwalitatief wel. Eigenlijk is
dat een klein wonder.’
Plantenwortels helpen water vast
te houden. Wat is dan een goede
plek om te zitten, als plant in een
droge omgeving? In de buurt van
een andere plant. Staan de planten op een helling, dan vormen ze
een streepjespatroon: banden van
planten, haaks op de helling, met
daartussen kale gebiedjes. Zo’n patroon laat zich keurig voorspellen
door een zogeheten Klausmeiermodel, dat bestaat uit een stelsel
van
differentiaalvergelijkingen.
Siero’s proefschrift gaat over uitbreidingen en aanpassingen van die
Klausmeier-aanpak.
Een van de resultaten is een overzicht van vegetatiepatronen die elkaar opvolgen naarmate er minder
regen valt. Van een uniforme vegetatie naar streepjes, naar dunnere
streepjes, naar iets minder maar
dikkere streepjes, naar losse stippen.
Het eindpunt is een gortdroog gebied dat vrijwel geen planten meer
heeft: een woestijn.
Woestijnvorming is wereldwijd
een enorm probleem, dat niet of
nauwelijks vanzelf overgaat. Volgens de Verenigde Naties gaat elk
jaar zo’n twaalf miljoen hectare
grond verloren aan verwoestijning.
Daar had twintig miljoen ton graan
kunnen groeien. Zoals de meeste
problemen op de wereld treft ook
deze kwestie de allerarmsten het
hardst.
Dat geeft Siero’s onderzoek een
zekere urgentie, en het roept ook
de vraag op in hoeverre zijn model
overeenstemt met de werkelijkheid.
De vegetatiepatronen die zijn computer opkookt, bestaan echt. Hij
heeft de luchtfoto’s en satellietbeelden om het te bewijzen. Maar is het
verband met water echt zo glashard?
‘Nu de regenval afneemt, biedt dat
ecologen de kans om mijn model te
falsificeren of te valideren. Zien we
dit scenario in werkelijkheid ook?
Zo nee, dan moet ik mijn model
bijstellen, en ook dat vind ik prima.’
Zijn model zegt overigens niet dat
streepvorming een slechte zaak is,
verduidelijkt hij. ‘Door zich in een
patroon te organiseren, wordt een
stukje vegetatie juist effectiever. Het
voorkomt juist woestijnvorming:
zolang je strepen ziet, ben je veilig.
Echte verwoestijning wil je vermijden, maar de andere transities hoeven geen drama te zijn. Patroonvorming is aanpassing, en de woestijn
is niet per se het eindpunt.’
Maar stel dat Siero’s model inderdaad genoeg is om vegetatieveranderingen te voorspellen, wat kun je
er dan mee? Het laatste gedeelte van
zijn proefschrift voegt nog een extra factor toe: begrazing. ‘De begrazingsdruk hangt niet alleen af van
het aantal dieren, maar ook van het
voedselaanbod op andere plekken.
De plantengroei elders beïnvloedt
dus de begrazing op jouw plek.’
In een natuurlijke situatie heb
je ook grazers, maar als het droog
wordt en de planten doodgaan, gaan
de dieren ook dood en neemt de begrazing vervolgens af.
Bij mensen die vee houden, wordt
het ingewikkelder. Een geitenhoeder kan in tijden van droogte echter ook zijn laatste spaarcentjes bij
elkaar schrapen voor water en voer,
zodat zijn kudde niet doodgaat.
Dan heeft het gebied dus minder
planten, maar de begrazingsdruk
neemt niet af.
‘Dat kan zorgen voor hele snelle
toestandsveranderingen’, legt de
promovendus uit. ‘Je gebied kan dan
in één keer verspringen van een situatie met relatief veel planten, naar
een kale woestijn.
‘De afname van regen, dat is iets
waar je maar weinig invloed op hebt,
alle klimaatverdragen ten spijt. Als
je de komende decennia iets wil uithalen, dan zal dat moeten door de
begrazing aan te pakken. Ook dat is
verschrikkelijk moeilijk, trouwens.
Als je in Nederland, met een goede
economie en een krachtig sociaal
vangnet, de visserij een quotum op
wil leggen, is dat al lastig. Laat staan
dat een arme herder in de Derde
Wereld iets gaat laten omdat zijn
overheid – of wij in het Westen –
zeggen dat het niet mag. Dit is zeker
geen gelopen race.’
Eric Siero, A recipe for desert.
Analysis of an extended
Klausmeier model
Promotie is op 9 februari
Het roken van tabak veroorzaakt veranderingen in de zogeheten methylering van
erfelijk materiaal. Dat wil zeggen dat er
bepaalde moleculen aan het DNA komen
te hangen die meebepalen of een gen
wel of niet ‘aan staat’. Dat proces is niet
raar of ongezond, maar bij rokers worden
nou juist die genen gemethyleerd die betrokken zijn bij het ontstaan van type 2 diabetes, en diabetes is wèl ongezond. Dat
roken de kans op suikerziekte verhoogt
was al bekend; dit lijkt een achterliggend
mechanisme te zijn.
Leidse en Rotterdamse onderzoekers bekeken het DNA van honderden
mensen, en keken specifiek naar genen
waarvan al bekend was dat ze een rol
spelen bij suikerziekte. Het resultaat
staat in suikerziekte-vakblad Diabetologia: de methylering van de diabetesgenen ziet er bij de rokers anders uit dan
bij de niet rokers. Goed om te weten: de
stoppers lijken – op dit vlak, althans –
meer op niet-rokers dan op rokers, dus
het proces is omkeerbaar.
Vluchtelingen
Er komen de laatste jaren nogal wat
vluchtelingen naar Europa, en ongeveer
een kwart daarvan is nog minderjarig.
LUMC-kinderpsychiater Henrikje Klasen
schreef mee aan een artikel over jonge
vluchtelingen in European Child & Adolescent Psychiatry.
Om te beginnen suggereert het woord
‘vluchteling’ al dat er voor de grote reis
begon iets traumatiserends gebeurd kan
zijn. Oorlog, armoede, onderdrukking.
De reis zelf is ook niet zonder gevaren.
Eenmaal aangekomen in een ander land
wachten isolatie, jarenlange onzekerheid, werkeloosheid en soms een onvriendelijk welkom door de plaatselijke
bevolking. Je zou dus verwachten dat er
wel wat psychische problemen onder de
vluchtelingenkids heersen. Of dat ook zo
is, is nog onduidelijk, want er wordt nauwelijks naar gekeken, en het feit dat de
jongeren de plaatselijke taal niet spreken helpt ook al niet. In Duitsland lijkt
ongeveer een zevende van hen ergens
mee te kampen, in elk geval. Een van
de prioriteiten is dan ook om in kaart
te brengen welke problemen er zijn, en
hoe vaak ze voorkomen.
8
Mare · 4 februari 2016
Opinie
Stop toch met dierproeven …
De dode bij een Franse medicijnproef toont voor Dick de Vos
(PvdD Leiden) andermaal het
failliet van dierproeven aan.
Juist Leiden zou vaart achter
alternatieven moeten zetten.
Op 7 januari ging het in een privékliniek in Rennes gruwelijk mis.
Negentig vrijwilligers kregen een
nieuw ontwikkelde pijnstiller toegediend in wisselende doseringen.
Zes proefpersonen begonnen zich
na drie dagen ziek te voelen. Een
man raakte in coma en overleed op
17 januari. De andere vijf hebben
mogelijk blijvende hersenschade.
Deze proef drukt ons weer uiterst
pijnlijk op de feiten: als een middel
werkt bij dieren, is dat geen garantie
dat het ook bij mensen werkt. Dat
kan ook niet anders: mensen en dieren lijken op elkaar, maar zijn ook
verschillend. Ze hebben vaak andere varianten van de ziekte waarvoor de medicijnen bedoeld zijn.
En dus reageren mensen anders op
toegebrachte stoffen dan de dieren
waarop ze eerder getest zijn. Anders gezegd: na veel dierproeven weten we exact hoe een medicijn bij muizen werkt, maar niet
bij de mens: er moet dan altijd nog
een vertaalslag worden gemaakt. De
Partij voor de Dieren wil die vertaalslag op een andere manier: zonder
proefdieren.
In 2013 werden in Nederland
517.181 proefdieren gebruikt en gedood. In 1990 waren dit er nog ongeveer 600.000. Een daling dus, maar
wel heel langzaam. Minder bekend
is dat ongeveer evenveel proefdieren
als ‘overbodige voorraad’ worden
gehouden en gedood. En dit aantal
neemt nog elk jaar toe.
Dus ondanks het overheidsvoornemen van Verfijning, Vermindering en Vervanging van dierproeven zit er maar weinig schot in de
afbouw van proefdieren. Dat komt
omdat er, om het maar modern te
zeggen, geen sense of urgency is. Waarom zou je ook, als farmaceut? Proefdieren gebruiken is sneller en gemakkelijker dan het ontwikkelen van tijdrovende en dure
alternatieven. De farmaceutische industrie profileert zich graag als charitatieve instelling, met geen ander doel dan hét
medicijn te ontwikkelen tegen kanker of een zeldzame ziekte. In werkelijkheid zijn het natuurlijk commerciële bedrijven met als belangrijkste
doel winstmaximalisatie. Twee derde van alle dierproeven worden bovendien helemaal niet uitgevoerd
voor medicijnontwikkeling, maar
voor niet-medisch onderzoek of
onderzoek naar schadelijke stoffen. Muizen zijn met vijftig procent
het favoriete dier. Ze zijn klein, makkelijk te houden en eenvoudig genetisch te manipuleren. Ze zijn ook te
standaardiseren, anders zijn de resultaten statistisch onbruikbaar. Daar zit hem dus de kneep: je
vergelijkt kortlevende, gestandaardiseerde dieren met de lange levens
van mensen, die onderling sterk
van elkaar verschillen in aanleg en
levensstijl. Dat maakt veel dierproeven per definitie onbruikbaar. Kritiek komt er niet alleen uit de
dierenwelzijnshoek, maar ook van
binnenuit.
De Leidse hoogleraar diabetologie Bart Roep sprak zich in een
spraakmakend NRC-interview (14
november 2015) het duidelijkst uit:
‘Van de 307 middelen die in de afgelopen jaren in testen bij muizen
diabetes leken te bestrijden zijn er
slechts drie of vier van enige waarde
voor de mens gebleken.’ Veel dierproefnemers willen zelf
ook van die dierproeven af, maar
voelen zich gevangen in het systeem. Experimenteren met alternatieven doen ze letterlijk in de marge.
Ik sprak met enkele tegendraadse
labmedewerkers. ‘Niemand van ons
vindt het leuk om dieren te kwellen.
Dus ontwikkelen we alternatieven
in onze vrije tijd, zonder formele
opdracht van onze manager en met
nagenoeg geen budget.’
Op voorstel van de Tweede Kamerfractie van de Partij voor de
Dieren is het budget voor de ontwikkeling van alternatieven vergroot,
maar het is altijd nog een fractie van
het reguliere budget. Dat gaat niet
voor de gewenste doorbraak zorgen.
Maar er is hoop: op 2 november
2015 maakte toenmalig staatssecretaris van Economische Zaken Dijksma bekend ‘de gedachte te steunen’
om een fonds op te richten dat gaat
investeren in proeven waarbij in
het geheel geen dieren meer nodig
zijn. De ambitie is dat Nederland in
2025 wereldleider is in proefdiervrij
onderzoek. Waar anders dan in Leiden, met
de unieke combinatie van een Universiteit, een universitair ziekenhuis
en een BioScience Park zou dat onderzoek moeten plaatsvinden? We
hebben immers al een aantal bedrijven die alternatieven ontwikkelen. Hiermee zou het BSP Leiden zich
internationaal op de kaart kunnen
zetten; een enorme stap. De vervolgstap is dan het volledig afzweren van
dierproeven. Voorstanders van dierproeven
schieten zonder uitzondering in de
kramp: afschaffen van dierproeven
zou onmogelijk zijn. Maar, zei Mandela, ‘iets is altijd onmogelijk tot het
gedaan is’. Het vraagt wel een omslag
in denken en inspanning van de farmaceutische industrie.
Laten we een voorbeeld nemen
aan de Amerikaanse president Kennedy. Die wilde in 1962 binnen tien
jaar een mens op de maan. ‘We
choose to go to the moon in this decade [ ..], not because it is easy, but
because it is hard.’ Het werden er zeven.
Dick de Vos
is gemeenteraadslid te Leiden,
namens de Partij voor de Dieren.
…helaas: zonder gaat echt niet
Diermodellen zijn niet perfect,
maar dat betekent niet dat we
zonder kunnen, vindt Adam Cohen.
‘Als morgen een kind wordt aangereden, schaffen we de auto ook
niet af.’
Dick de Vos wil proefdieren de wereld uit in 2025 en die beweging gaat
in Leiden beginnen. Zo dus. Hij kondigt meteen al aan dat voorstanders
van dierproeven ervan in de kramp
zullen schieten. Daarnaast houd ik
niet van ingezonden stukken, en helemaal niet van ingezonden stukken
over ingezonden stukken. Maar omdat ik geen dierproefonderzoeker
ben, reageer ik toch maar, in ieder
geval zonder kramp.
Mijn geplande promotieonderzoek in 1981 had als doel om te
onderzoeken of babyratten die een
tijdje bij hun liefhebbende moeder
weggehaald werden, daarna als behoorlijke ratten zouden opgroeien.
Uiteindelijk ben ik iets heel anders
gaan doen. Ik kreeg namelijk nachtmerries van die babyratten, en van
het feit dat ik de man in de witte jas
was die ze mishandelde, om uiteindelijk hun hersenen eruit te halen.
Dierproeven mogen van mij afgeschaft worden als we de informatie
op een andere manier kunnen krijgen. Als de ambitie van De Vos uitkomt, zou overigens niemand daar
rouwig om zijn. Ik heb namelijk
geen aanwijzingen dat er mensen
zijn die proeven doen met dieren
omdat ze dat leuk vinden.
Ik heb mijn carrière gevuld met
het uitvoeren van en verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van proeven met mensen. Nu is er recent iets
misgegaan bij een proef met mensen
en dat is tragisch. Als we de feiten
zouden weten zou ik er iets over
kunnen zeggen, maar dat gaat nu
nog niet, want die feiten zijn niet
openbaar. Dick de Vos en de Partij
voor de Dieren kunnen dat vreemd
genoeg wel. Omdat er iets misgegaan is bij een experiment met mensen, toont dat onomstotelijk aan dat
Hondje Laika was het eerste dier dat in een baan om de aarde werd gebracht, in de satelliet Spoetnik 2. Het bewees dat een verblijf in de ruimte niet dodelijk hoefde te zijn, en baande de weg voor menselijke ruimtevaart.
dierproeven onnodig zijn.
Goed denkwerk! Als er morgen
een kind wordt aangereden door een
dronken automobilist toont dat onomstotelijk aan dat auto’s en alcohol
moeten worden afgeschaft.
Inderdaad zijn dieren geen mensen en er is heel wat dat we bij dieren niet kunnen aantonen maar bij
mensen wel. Het is essentieel dat we
de juiste wetenschappelijke vraag
beantwoorden met de juiste experimentele techniek. Daarbij is het van
primair belang dat we menselijke
proefpersonen beschermen. En
daarvoor is het soms nodig om een
deel van de vragen te beantwoorden
door proeven te doen in menselijke
cellen en in diermodellen van die
menselijke biologie. Is dat systeem
perfect? Absoluut niet, net zo min
als de modellen. Het middel lamotrigine, dat ik in 1985 voor het eerst
aan een mens mocht geven en nu
een waardevolle behandeling is
voor miljoenen epilepsiepatiënten,
maakte ratten blind en doodde honden. Mensen kunnen er goed tegen.
Terugkijkend waren die dieren nodeloos gestorven, maar de effecten
konden best bij mensen voorkomen.
Dankzij de dierproeven hebben we
daar eerst goed op gelet. Het daaruit
voortkomende vertrouwen heeft ertoe geleid dat het middel uiteindelijk
op de markt is gekomen.
Ieder jaar maken we meerdere
malen mee dat een proef met een
nieuw geneesmiddel niet doorgaat.
Er treden dan dermate schadelijke
effecten bij de dieren op, dat we toediening aan de mens niet aandurven.
Van zo’n middel hoor je nooit meer
iets. Wij zijn er in zulke gevallen van
overtuigd dat de dierproeven mensen hebben beschermd.
Dierproeven zijn zeker niet universeel bruikbaar als een vervanging
van de mens; dat is een misvatting.
En inderdaad, ze kunnen weinig zeggen over de verschillen tussen mensen. Ze dienen in de wetenschap om
bepaalde deelgebieden te begrijpen.
Mijn zielige babyratten zijn uiteindelijk wel onderzocht, onder meer
door de Leidse hoogleraar Ron de
Kloet, die daarmee baanbrekende
inzichten heeft verkregen over de
effecten van stress op de ontwikkeling. Dat gaat echt niet met cellen of
mensenbaby’s.
Als het niet hoeft, moet je geen
proeven op dieren doen en ook niet
op mensen. Iedereen is het daarmee
eens. De Vos impliceert vervolgens
dat dit wordt tegengehouden door
een complot van bedrijven, die aan
winstmaximalisatie doen. Als ik aan
winstmaximalisatie deed zou ik de
dierproeven onmiddellijk afschaffen: die kosten namelijk geld.
Het gebruiken van een tragisch
incident voor het bereiken van een
politiek doel is niet zo sterk. Zeker
niet als dat incident vooralsnog kan
zijn veroorzaakt door een menselijke fout, een productiefout, of door
een eigenschap van het middel die
ook bij dieren voorkomt, maar niet
is opgemerkt.
Een tijdje terug protesteerde de
PvdD in het BioScience Park tegen
dierproeven. Ondanks een korte
wervingsactie voor menselijke
proefpersonen bij de anti-dierproefdemonstranten heeft niemand zich
aangemeld als vrijwilliger. Dieren
en mensen worden niet beter van
heel hard ongefundeerde meningen
roepen. Ik stel voor dat we extremen
Verminderen, de discussie Verfijnen en meningen Vervangen door
feiten.
Prof. Dr. Adam Cohen is hoogleraar klinische farmacologie aan
de Universiteit Leiden, verbonden
aan de afdeling nefrologie van het
LUMC, en directeur van het Centre
for Human Drug Research.
4 februari 2016 · Mare
9
Achtergrond
Antisemitische afbeeldingen door de eeuwen heen. Propagandaverhalen waren overigens minder subtiel dan de propagandeplaatjes.
Het is allemaal hun schuld
De geschiedenis van de jodenhaat
Ze veroorzaakten de pest en wisten
van 9/11. In de loop der eeuwen
werd de haat tegen de Joden
steeds kwaadaardiger, zegt
historicus Chris Quispel die een
boek schreef over de geschiedenis
van het antisemitisme.
‘In 1919 ging
in Duitsland het toneelstuk Schloss
Wetterstein van Frank Wedekind in
première’, vertelt historicus Chris
Quispel (1947). ‘Critici en toeschouwers ergerden zich aan de seksueel
expliciete inhoud. Wedekind was
niet Joods. Toch schreef een krant
over “joodse rotzooi”. De politie
waarschuwde dat verdere opvoeringen van het stuk tot pogroms zouden
leiden en tijdens een voorstelling
werden Joden en Joods uitziende
toeschouwers bedreigd en mishandeld. In de geschiedenis van het antisemitisme komt dat steeds weer terug: Joden worden betrokken bij iets
waarmee ze niets te maken hebben.’
Quispel ging in 2012 met pensioen
als universitair docent geschiedenis
in Leiden. Maar hij geeft nog elk jaar
een hoorcollege over de geschiedenis van het antisemitisme. Onlangs
publiceerde hij een boek over de ontwikkeling van Jodenhaat in Europa.
‘In de oudheid is er al allerlei geweld tegen Joden’, zegt Quispel. Zo
schrijft de Egyptenaar Apion dat de
Griekse koning Antiochus IV (215164 voor Chr.) in de tempel van
Jeruzalem een man ontmoet die is
ontvoerd door vreemdelingen. Zijn
ontvoerders brachten hem naar de
joodse tempel, waar hij werd opgesloten maar tegelijkertijd voorzien
van onbeperkte hoeveelheden van
het meest heerlijke eten. Na verloop
van tijd kwam hij er achter wat er
aan de hand was. De ‘onuitsprekelijke (ineffabilem) Joodse wet legde de
Joden op om ieder jaar een onschul-
DOOR VINCENT BONGERS
dige Griek te ontvoeren. Deze moest
worden vetgemest met het doel hem
uiteindelijk te offeren. Het slachtoffer moest ter dood worden gebracht
volgens precieze Joodse rituelen en
daarna worden opgegeten’, schrijft
Quispel in zijn boek.
Toch passen zulke vooroordelen
‘in het algemene patroon van etnische vooroordelen die opduiken als
er gestreden wordt om de macht in
een stad of land’. Dit verandert bij het
antisemitisme dat later in Europa zal
ontstaan. ‘Daarin is de anti-Joodse
houding in de kerk heel belangrijk.
Dat loopt als een rode draad door
de geschiedenis heen, eigenlijk tot
vandaag. Het christendom is gebaseerd op ideeën uit het jodendom.
De eerste christenen waren Joden.
Juist daarom zorgt de breuk voor
felle debatten. Een fundamenteel
conflict gaat over Jezus: is hij de Messias, of juist niet? En de Joden krijgen
het verwijt dat zij Christus hebben
gekruisigd.
Als christenen in de Middeleeuwen de Talmoed (belangrijk religieus
boek in het jodendom, red.) ontdekken en merken dat de joodse religie
niet statisch is maar leeft en kritisch
is op het christendom, schrikken ze
daarvan. Ze voelen zich verraden.
Belachelijk natuurlijk.’
Maar het geruzie leidt aanvankelijk nog niet tot veel geweld tegen
Joden. Dat verandert in de tweede
helft van de Middeleeuwen. In 1096
trekt een kruisvaardersleger onder
leiding van graaf Emicho van Leiningen door de Duiste Rijnstreek.
Hun strijdkreet: ‘Wij nemen onze
ziel in onze handen om diegenen te
doden en te onderwerpen die niet
geloven in de Gekruisigde.’ De kruisvaarders slachten elf Joden af in de
stad Speyer.
‘In Worms liep het uit de hand
toen “vijanden van de Joden” een lijk
door de stad droegen en riepen dat
de dode door de Joden was gekookt
en dat het kookwater in de bronnen
was gegooid om die te vergiftigen.
Woedende burgers en kruisvaarders
sleurden de Joden uit hun huizen en
vermoordden hen. Hierna blijven
vervolgingen, verbanningen en uitbarstingen van geweld aanhouden.
Er is een hele reeks van kwaadaardige
beschuldigingen. Een van de belangrijkste is dat de Joden een complot
smeden met de duivel en de christelijke wereld willen vernietigen.
‘Die vooroordelen worden niet
alleen steeds kwaadaardiger, maar
ook “functioneel.” Men gebruikt ze
als verklaring voor een groot aantal
‘Volgens rapper Appa
worden er meer moslims
vermoord dan joden
tijdens de Holocaust’
onbegrijpelijke gebeurtenissen, zoals de pestepidemieën tussen 1347
en 1351. Dat is de grootste ramp die
Europa ooit getroffen heeft, waarbij
een derde van de bevolking sterft.
Terwijl Joden nooit een reële bedreiging zijn geweest, komen deze
ideeën vast te zitten in de geest van
Europa, oproepbaar door demagogen en politici.
‘Het is echter niet zo dat er constant sprake is van haat en geweld.
In de negentiende eeuw krijgen Joden in veel Europese landen gelijke
rechten. Ze mogen overal wonen en
krijgen de kans om beroepen uit te
oefenen die eerder voor hen gesloten waren. Door de wetenschappelijke revolutie neemt het door religie
aangewakkerd antisemitisme af.’
Maar er komt dan wel een nieuwe
vorm voor in de plaats. ‘Duitsland
wordt pas in 1871 een staat. Die ont-
wikkeling roept de vraag op: “Wat
is Duitsland en wie horen daarbij?”
De Duitse nationalisten vinden de
Joden “een staat binnen de staat” en
voorspellen dat dat zal uitmonden in
een gevecht op leven en dood. Dat is
een absurd idee, zeker als je je realiseert dat maar één procent van de
Duitsers Joods is. Het is niet te begrijpen dat een redelijk intelligente
Europeaan in 1890 serieus dacht dat
hij met hen in oorlog was, maar toch
was dat zo. Hitler zou dit gedachtegoed overnemen en daadwerkelijk
een oorlog beginnen tegen de Joden.’
Een van de bekendste antisemitische publicaties en een invloed op
Hitler is het pamflet De Protocollen
van de Wijzen van Zion. De eerste
uitgave in 1905 begint met deze zin:
‘Van een goede vriend, die inmiddels is overleden, kreeg ik een manuscript in handen, dat met buitengewone precisie en helderheid, plan
en ontwikkeling beschrijft van een
wereldwijde samenzwering, die als
doel heeft de wereld naar zijn onvermijdelijke ontmanteling te leiden.’
Quispel: ‘In brede kring werd geloofd dat hier sprake was van een
authentieke Joodse bron die leek te
bevestigen wat al heel lang door antisemitische auteurs werd beweerd.
Het stuk is geschreven als het verslag
van een bijeenkomst, waar vertegenwoordigers van de “twaalf stammen
van Israël”, bij elkaar waren gekomen
onder leiding van een opperrabbijn om te spreken over aanstaande
machtsovername van de christelijke
wereld.’
Dat complotdenken zie je nu nog
terug. ‘Een mooi voorbeeld is dat 11
september een Joodse samenzwering was. Ik kan me nog voorstellen
dat iemand denkt: “Misschien had
de Mossad er wel iets mee te maken.
Israël heeft van de aanslagen geprofiteerd.” Maar de complotdenkers beweren dat er die dag geen Joden in de
WTC-torens zaten: die bleven thuis
omdat ze al wisten dat die vliegtuigen gingen komen. Totale onzin,
absurd en kwaadaardig: er zijn veel
Joden omgekomen.
‘In de Arabische wereld zijn De
Protocollen erg populair. Maar het
antisemitisme wordt daar gevoed
door de Palestijns-Israëlische kwestie, een strijd om land. Dat maakt
het anti-Joodse vooroordeel er niet
minder erg door, maar het is wel een
andere vorm van antisemitisme.’
In Nederland neemt het aantal antisemitische incidenten toe. ‘Vooral
na 9/11’, aldus Quispel. In zijn boek
somt hij op: ‘Synagogen werden
beklad, Joden werden op straat uitgescholden en lastiggevallen. Velen durven geen keppeltje meer te
dragen. Een jongen die in 2010 in
Utrecht demonstreerde tegen Israël.
Waarom? “Omdat de joden moeten
worden uitgeroeid.” “Kankerjoden,
kankerjoden, we komen jullie doden”, is een van de teksten van de
Marokkaanse rapper PafPafPaf. Een
andere Marokkaanse rapper, Appa,
zei in 2009 tijdens een demonstratie tegen het Israëlische optreden in
Gaza: “Worden meer moslims vermoord dan joden tijdens de Holocaust/ Creëren angst voor de islam
en haat tegen de moslims.”
In Oost-Europa is het antisemitisme nooit weggeweest en de laatste jaren zelfs weer sterker aanwezig.
‘Daar zie je hoe diep antisemitisme
kan zitten. In Hongarije heb je een
plaatsje dat Tiszavasvari heet. De extreem-rechtse partij Jobbik heeft het
daar voor het zeggen. De gemeente
heeft een stedenband met het Iraanse Ardabil. De reden is dat ze een
gemeenschappelijke vijand hebben:
uiteraard “De Joden.”’
Chris Quispel, Anti-Joodse beeldvorming en Jodenhaat. De geschiedenis van het antisemitisme in
West-Europa, Uitgeverij Verloren,
336 pag. € 32
10 Mare · 4 februari 2016
English page
Stronger than tigers
Persian Zurkaneh trains the mind as well as the body
Athletics with heavy wooden
clubs, pushups, iron bows and...
poetry. An Iranian Zurkaneh team
visited Leiden last week. 'The trinity
of poetry, politics and religion is
combined in this traditional sport.
It's pure Persian, and pure Shiite.'
“You are stronger than tigers, lions, elephants”,
is how student Amin Ghodratzadeh (International Studies) translates the chants of the morshed,
two men beating on large drums
and singing classic Persian texts.
“Listen carefully. If Iran does not exist, my body does not exist.” While
the drum beats accelerate, in the
front part of the large hall of the Lipsius Building, an Iranian man spins
round a terrifying speed, turning
faster and faster like a spinning top.
“Like a planet”.
A group of traditional Iranian athletes perform impressive push-ups
on wooden planks, throwing themselves on the ground, catching themselves with their hands and pushing
themselves up again. Mostafa Hosseinnejad (30), the group’s leader,
holds a 24-kilo iron bow with heavy
iron rings above his head and swings
it to and fro to the music, while evBY PETRA MEIJER
er-increasing patches appear in his
armpits. Next, the men show off
their arm muscles by waving mils,
wooden clubs weighing four, five
or ten kilos, above their shoulders.
They also juggle with them and one
of the athletes hits the ceiling with a
club, only narrowly missing a lamp.
“I was worried there, for a moment”, remarks Asghar Seyed-Gohrab, a senior lecturer of Persian Literature. “But I really admire the
fact that they could give such a
performance is such a small room.”
He had wanted to fetch Iran’s finest
Zurkhaneh team to Leiden for years.
“I’m studying the trinity of Iranian
poetry, politics and religion, which
are combined in the traditional Iranian sport of Zurkhaneh.”
According to Seyed-Gohrab,
Iran’s national sport is difficult to
compare to sports as we know them
in the West. “It’s a sport of strength
but it trains the mind as well as the
body.” An English translation of a
Persian mystic text is projected on
the wall, but it sounds racy rather
than religious: “You wound with
the plectrum my strings, while my
wailing and groaning reaches the
sky and night.”
“God’s praises are sung as to a lover”, explains Seyed-Gohrab.
In Iran, Zurkhaneh is practised in
a round building that bears the same
Foto Taco van der Eb
name: the house of strength. “It has
a low entrance so that everyone whether a king or a beggar – must
bow as he enters as a sign of respect.
And the floor of the gowd, the arena
where the athletes do their exercises, is covered in dust to remind the
powerful athletes of the transience
of the world.”
The audience has a chance to try
its hand at Iranian exercises after the
show. Tough guys – wearing sneakers and coats with fur collars – step
forward but soon drop the heavy
clubs on their shoulders instead of
lifting them with a flourish of power.
A man from the audience can barely
lift the iron bow.
Although it is a traditional sport,
Zurkhaneh is experiencing a revival.
“For Iran, it’s a good sport to stimulate the youth: pure Persian and
pure Shi’ite”, Seyed-Gohrab says.
Nonetheless, he thinks that any attempts to export the sport will not
really work. “Everyone will find
the summersaults impressive, but
whether the Persian poems will
become popular in Japan, Korea or
China remains to be seen.”
Community service for threat student
Court thinks that death threats to students and university staff were made deliberately
The 21-year-old Philosophy student
Robbert van D. who threatened a
shooting at Leiden University last
October has been sentenced to a
community punishment order of
180 hours, of which 60 hours
suspended.
BY VINCENT BONGERS day 5 October
2015, the student from Valkenburg
posted a message on the 4chan forum. The text read: “Gonna fucking
do it. (..) Tomorrow at 10:05 I will
open fire at the university of Leiden.
Not gonna tell you which faculty,
that’s up to you to guess. Shit’s going
to go down, then I’m gonna go down.
Going for the highscore…”
The message was picked up by the
national police who regarded it as a
terrorist threat, dispatching police
protection to the branches of the
university in Leiden and The Hague.
Van D. removed the threat after
half an hour, but posted a new message on 4chan the next day, this time
saying: “Yesterday was a test, to get
some parameters. Normies get ready
to fucking drop :^.”
As the student had sent the messages from his own laptop, the police could trace its IP address to
the home of the student’s parents.
It then emerged that Van D. was at
Catena, his student fraternity. He
was arrested there and immediately
confessed to posting the threats.
Van D. appeared in court in The
Hague two weeks ago and revealed
at the time that he had acted “on
impulse”; it was not “a preconceived
plan”.
He had wanted to join in with
“making cruel jibes at people”, in
keeping with the forum’s “culture
of edgy humour”. Struggling with a
psychotic disorder and mood disorder, he also felt “a compulsion to
post the messages”.
His lawyer, Reinja Ottens, thought
that threats on 4chan did not need to
be taken seriously and, speaking two
weeks ago at the hearing, added that
Van D. had never intended to carry
out the threats: “He wouldn’t even
know how to acquire a gun.”
Nonetheless, Judge René Elkerbout crushed the defence’s arguments: “The court does not concur
with the defence’s claim that the
messages on 4chan were not meant
to be taken seriously.”
“Supposedly, people just post
nonsense on 4chan and only make
cruel jibes at people by means of sick
jokes. However, it is a forum with
public access and states nowhere
that the posts are only meant as
jokes”, Elkerbout said.
The court is of the opinion that
the student, who was not present
when the decision was announced,
deliberately threatened to kill staff
and students. “The suspect even
mentioned a specific time and location. Added to which, there had
been a shooting, resulting in many
casualties, in Oregon in the United
States only a few days before he posted the threats.”
The court also held it against
Van D. that he had posted a second threat, creating a “very serious
incident that caused much social
unrest.”
Elkerbout said that, although Van
D. suffered from a “light psychosis”,
he still attended lectures and took
part in social activities. “He was capable of realising the consequences
of his message.” Moreover, the Public Prosecutor had already taken the
suspect’s diminished responsibility into account when stating her
demand.
The Public Prosecutions Service
had demanded 120 hours of community service and a suspended
one-month prison sentence, intending the prison sentence to serve as
a deterrent. Elkerbout decided: “We
impose a community punishment
order of 120 hours and another 60
hours of community service suspended on condition that Van D.
reports to the probation service, adheres to his treatment and continues
to take his medication.” Academische Agenda
2015 REGIO AWARD WINNAAR
ZUID HOLLAND *
Ouders beoordeelden het dagverblijf in een
onafhankelijk onderzoek met een 9.2
(217 reviews)
Al 35 jaar hét kinderdagverblijf exclusief voor
medewerkers en studenten van de Universiteit
Leiden en aan de Universiteit gelieerde instellingen.
Op loopafstand van station Leiden C.S.
Open van 07.30 uur – 18.30 uur.
Meer informatie
www.dekattekop.nl
tel. 071 517 6363
*reviewplatform Opiness.nl
Prof. dr. M. Tijsterman zal op vrijdag 5 februari een oratie houden bij de benoeming tot
hoogleraar bij de faculteit Geneeskunde met
als leeropdracht Genoomstabiliteit.
Mw. S.W. Kleibeuker hoopt op dinsdag 9 februari om 13.45 uur te promoveren tot doctor
in de Sociale Wetenschappen. De titel van het
proefschrift is ‘What box?: behavioural, neuroimaging, and training studies on the development of creative cognition in adolescence’.
Promotoren zijn Prof.dr. E.A. Crone en Prof.dr.
C.K.W. De Dreu (UvA).
Dhr. E.P.J.A. Siero hoopt op dinsdag 9 februari
om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de
Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel
van het proefschrift is ‘A recipe for desert’. Promotoren zijn Prof.dr. A. Doelman, Prof.dr.ir. M.
Rietkerk (Univ. Utrecht) en Prof.dr. J.D.M. Rademacher (University of Bremen).
Dhr. M.P. van der Garde hoopt op dinsdag 9
februari om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Different strategies to improve the
use of umbilical cord and cord blood for hematopoietic and other regenerative cell therapies’. Promotoren zijn Prof.dr. J.J. Zwaginga en
Prof.dr. A. Brand.
Mw. Q. Li hoopt op woensdag 10 februari om
10.00 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The production and perception of tonal variation’. Promotor is Prof.dr. N.O. Schiller.
Mw. A.G.C. Boef hoopt op woensdag 10 februari om 11.15 uur te promoveren tot doctor in
de Geneeskunde. De titel van het proefschrift
is ‘Obtaining causal estimates of therapeutic
effects in observational studies’. Promotor is
Prof.dr. J.P. Vandenbroucke.
Mw. K.S. van den Marel hoopt op woensdag
10 februari om 13.45 uur te promoveren tot
doctor in de Geneeskunde. De titel van het
proefschrift is ‘Unraveling the Implanted Cochlea’. Promotor is Prof.dr.ir. J.H.M. Frijns.
Mw. N.M.A. van Kreveld hoopt op woensdag
10 februari om 15.00 uur te promoveren tot
doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van
het proefschrift is ‘Consultatie bij fiscale wetgeving’. Promotoren zijn Prof.dr. A.O. Lubbers
en Prof.dr. J.L.M. Gribnau.
Dhr. R.G.J. Wiggenraad hoopt op woensdag
10 februari om 16.15 uur te promoveren tot
doctor in de Geneeskunde. De titel van het
proefschrift is ‘Stereotactic Radiotherapy of
Intracranial Tumors’. Promotor is Prof.dr. H.
Struikmans.
Dhr. G. Paniagua Soriano hoopt op donderdag 11 februari om 10.00 uur te promoveren tot
doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The Use
of Activity-Based Protein Profiling to Study
Proteasome Biology’. Promotor is Prof.dr. H.S.
Overkleeft.
Mw. S.C. Man hoopt op donderdag 11 februari
om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de
Geneeskunde. De titel van het proefschrift is
‘Vectorcardiographic diagnostic & prognostic
information derived from the 12-lead electrocardiogram’. Promotoren zijn Prof.dr. M.J.
Schalij en Prof.dr. E.E. van der Wall.
Dhr. B.J.F. Still hoopt op donderdag 11 februari om 15.00 uur te promoveren tot doctor in
de Geesteswetenschappen. De titel van het
proefschrift is ‘The Social World of the Babylonian Priest’. Promotor is Prof.dr. W.H. van
Soldt.
Mw. P.G. van Peet hoopt op donderdag 11 februari om 16.15 uur te promoveren tot doctor in
de Geneeskunde. De titel van het proefschrift
is ‘Secondary cardiovascular prevention in old
age’. Promotor is Prof.dr. J. Gussekloo.
4 februari 2016 · Mare
Cultuur
Agenda
Zelfdenkende luxaflex
Een inkijkje in het ondoorgrondelijke ambtenarenapparaat
Theatermaker Marcel Osterop
liep drie maanden mee op het
gemeentehuis van Eindhoven.
In Waterdragers deelt hij zijn ervaringen. ‘In gedachten zag ik mijn
collega’s op de eerste rij zitten.’
Toen Osterop
gevraagd werd een voorstelling
voor en over Eindhoven te maken,
schreef hij de gemeente een brief.
Of hij drie maanden mee mocht
lopen op het stadhuis. ‘Ik had geen
idee van wat daar binnen gebeurt.’
Acht weken lang hoorde hij niets.
DOOR PETRA MEIJER
‘Ik had het eigenlijk al opgegeven.’
Toen kreeg hij een mailtje. Hij kon
aan de slag: als fulltime luisteraar.
‘Ik had geluk, want het was al een
paar jaar de wens van de gemeente
om transparanter te worden. Ik
ging niet echt aan het werk, maar
mocht overal aanwezig zijn. Alleen
de collegevergaderingen waren
uitgesloten. Daarnaast spraken we
af dat personages niet tot personen
te herleiden zouden zijn.’
In drie maanden tijd verzamelde
hij 120 quotes. ‘Dit soort intermenselijke strubbelingen hoort er helaas nou eenmaal bij.’ ‘We hebben
alle informatie al op papier staan,
maar blijkbaar zijn we niet in staat
om het begrijpelijk te formuleren.’
‘Hoe gaan we dat instrumentaliseren?’ Osterop: ‘Langzaam leerde
ik het jargon en de onderliggende
mechanismes te begrijpen.’
Hij zat in de kantoortuin tussen
de flexwerkers, maar liep ook een
paar dagen mee met de wethouder. ‘Ik ging naar vergaderingen
of nam interviews af. Tussendoor
ging ik die snel uitwerken, want ik
ontdekte dat iedereen dichtklapte
als ik met een kladblok of computer voor mijn neus zat.’ Hij vond
het leuker dan gedacht. ‘Ik dacht
dat het duf zou zijn, maar het was
eigenlijk heel dynamisch.’
Andere dingen bevestigden zijn
verwachtingen. ‘Er wordt écht
heel veel koffie gedronken. En
ze worstelen constant met de klimaatbeheersing. Ze hebben totaal
geen controle over hun omgeving.
Er hangt zelfdenkende luxaflex,
die denkt te kunnen reageren op
licht. Op de gekste moment gaan
die dingen bewegen.’ Een van de
quotes luidt dan ook: “De zon
schijnt, dus we zitten weer in het
donker.” ‘Ze hadden ook drie zelfdenkende liften. Die besloten dan
welke het snelste naar de dertiende
verdieping kon. Maar die dingen
werkten nooit. Mensen waren daar
echt bang voor.’
Langzaam werd hij een van
hen. ‘Mijn collega’s maakten
dankbaar gebruik van het
feit dat er iemand naar ze
luisterde. Het was soms
lastig om kritisch te blijven. Of ze
vroegen ineens naar mijn mening.
Die grens moest ik wel bewaken.’
Toen zijn tijd bij de gemeente
erop zat, heeft hij zijn collega’s wel
gemist. ‘Als schrijver ben je maar
in je eentje. Of ik mezelf daar rond
zie lopen? Een paar maanden,
maar dan zou ik gek en ongelukkig
worden. Het zijn keiharde werkers
die constant moeten vechten om er
iets doorheen te krijgen. Ze zitten
elkaar in de weg en moeten continu balanceren.’
In de voorstelling vertaalt hij dat
naar een tweeluik. Vier bewoners
van een huis moeten het samen
eens worden over een verbouwing.
Tegelijkertijd worden vier ambtenaren door Osterop – als schrijver
aanwezig in het stuk – gemaand
om eerlijk te zijn.’
Zijn nervositeit bleek onnodig,
na de première bleken zijn voormalige collega’s enthousiast. Of er
een les te trekken valt uit zijn ervaring? ‘Bij de gemeente wordt hard
gewerkt en er is veel expertise.
Maar ze moeten van de neiging af
om zichzelf van te voren al te proberen in te dekken. Dat resulteert
in stroperigheid en traagheid.’ Hij
begrijpt nu ook beter waarom het
acht weken duurde voor hij antwoord kreeg. ‘Zoiets moet langs
een heleboel mensen.’
Het Zuidelijk Toneel Waterdragers
Theater Ins Blau,
Vrijdag 12 februari, 20.30 uur, €16
‘Ambtenaren werken hard, en ze
drinken ècht heel veel koffie.’ Foto Phile Deprez
Geen stand-upper of grappenkanon
Maar droge humor en liedjes die raken
Dinsdag 9 februari staat cabaretière Lonneke Dort in de
voorrondes van het Leids Cabaret
Festival met Als Jezelf. ‘Ik verzin
eerst allerlei dingen en kom later
tot een gemene deler.’
Ik heb de drang
om mezelf te maskeren. Maar tegenwoordig hoor je overal dat het
belangrijk is om jezelf te zijn. In
tijdschriften vind je bijvoorbeeld
lijstjes: “Vijf manieren om jezelf te
zijn”. Maar de mogelijkheid hebben om even niet jezelf te zijn is
ook oké’, zegt Lonneke Dort over
haar voorstelling Als Jezelf.
Vorig jaar studeerde ze af aan de
koningstheateracademie in Den
Bosch. ‘Het is een soort snelkookpan waarin je kennis maakt met
het vak. Het is heftig, je zit er helemaal in.’ Een deel van de muziek,
liedjes en verhalen uit haar afstudeerproject brengt ze nu naar Leiden. ‘Ik wil graag een eigen publiek
opbouwen, dat me leert kennen en
nieuwsgierig is naar wat ik maak.
Ik hoop mensen te kunnen raken
met de verhalen die ik vertel. Ik
ben geen stand-upper of grappenkanon. Humor is voor mij meestal
‘DOOR PETRA MEIJER
11
geen doel, maar een middel.’
Dort noemt zichzelf een einzelgänger en control freak, maar
zingt sinds kort in de alternatieve
pop-rock band Instant Matter.
Daarnaast staat ze regelmatig op
de planken met improvisatiecollectief Flunknarf. ‘Bij improvisatietoneel moet je de controle loslaten. Dat kan ook bevrijdend zijn.
Je komt in een bepaalde modus. Je
brein gaat aan, en in eens kan er
van alles gebeuren.’
Af en toe improviseert ze ook in
haar eigen werk. ‘Het is niet zo dat
ik onwijs sta te lullen met het publiek. Maar ik heb wel eens gehad
dat in een festivaltent de stroom
uitviel. Daar kan je als cabaretière
op dat moment niet omheen. En
ik heb ook wel eens iemand uit het
publiek met een stift op mijn blote
bil laten tekenen. Dat was toen gewoon nodig.’
Ze laat zich inspireren door Katinka Polderman en Jeroen van
Merwijk. ‘Beiden schrijven liedjes en hele goede teksten. Ze zijn
droog en komisch. Er zijn natuurlijk meer mensen naar wie ik met
plezier kijk, maar die passen toch
minder goed bij mij. Als ik naar
Van Merwijk kijk, gaan de raders
in mijn hoofd draaien.’ Thema’s die
vaak terugkeren in haar werk zijn
er eigenlijk niet. ‘Ik ben niet echt
een conceptuele maker. Ik verzin
eerst allerlei dingen en kom later
tot een gemene deler.’
‘De academie is een soort
snelkookpan waarin je
kennis maakt met het vak.’
Foto Joshua Bakarbessy
Leids Cabaret Festival
Leidse Schouwburg,
Voorrondes maandag 8 en dinsdag
9 februari, 20.15 uur, studenten €
10, anders € 11-25
FILM
TRIANON
The Revenant
dagelijks 14.30 + 18.00 + 21.30
Publieke werken
dagelijks 15.30 za zo 12.30
The Big Short
dagelijks 21.30
Joy
do t/m vr 15.30
The Choice
dagelijks 18.30
The Hunger Games Mockingjay
part 2 3D
dagelijks 21.30
KIJKHUIS
Carol
za + wo 16.15 zo + di 18.45
The Danish Girl
dagelijks 16.00 + 18.30
Er Ist Wieder Da
do + ma 16.15 vr + wo 19.00
Spotlight
dagelijks 21.30
vr + zo + di 16.15
do + za 18.45
The Hateful Eight
dagelijks 21.00
LIDO
Ride Along 2
dagelijks 18.45 + 21.30 + vr 00.30
The 5th Wave
dagelijks 18.45
Star Wars: The Force Awakens 3D
dagelijks 18.15 + 21.30 + vr 00.30
+ za zo wo 14.30
Fissa
dagelijks 18.45
Creed
do t/m ma + wo 21.30
13 hours: Secret soldiers of Benghazi
dagelijks 21.30
MUZIEK
BPLUSC
Lunchconcert fluit & piano
do 4 februari 12.45 €5
DE TWEE SPIEGHELS
Wojtek Justyna Tree… Oh!?
vr 5 februari 21.00
Christos Yerolatsitis trio
ft. Ronja Burve
za 6 februari 16.00
Alban Claret – Gipsy Jazz
zo 7 februari 16.00
Jamsessie o.l.v. Lucas Meijers en
Matthijs Sepers
ma 8 februari 21.00
Francesco V Amenta Quartet –
Colors and Ties
wo 10 februari 21.00
GEBR. DE NOBEL
Exumer
do 4 februari 19.00 €10
Jaya the Cat
vr 5 februari 20.00 €12,50
80’s Verantwoord
vr 5 februari 22.00 €11,50
Don’t hate the 808
vr 5 februari 23.00 €6,50
Pechakucha Night Leiden #14
wo 10 februari 20.00 v.a. €6
VRIJPLAATS LEIDEN
Sores, DJ Jurre & Anaoi
vr 5 februari 21.00, entree o.b.v. donatie
Sterk Water naar de Zee Dragen
za 6 februari 21.00 €3
AALMARKTZAAL
Artvak & Ntjam Rosie: Homelands
vr 5 februari 20.15 v.a. €17
Izhar Elias: Barok, Romantiek
& Spaanse klassiekers
za 6 februari 20.15 v.a. €21
STADSGEHOORZAAL
Pink Project
za 6 februari 20.15 v.a. €22,50
THEATER
LEIDSE SCHOUWBURG
Willem Ruis, de show van zijn leven
za 6 februari 20.15 v.a. €11
INS BLAU
De Allesgelover
vr 5 februari 20.30 v.a. €15
DIVERSEN
LUCIS
Paneldiscussie Tunisia is the way
vr 12 februari 15.00, entree gratis
SIEBOLDHUIS
Tentoonstelling: Fuji. Iconische
berg in beeld
t/m 6 maart
12
Mare · 4 februari 2016
Het clubje
Column
Superstufi
Foto Eduardus Lee
‘De dirigent snapt onze brakheid’
Het Nederlands Studenten Orkest
Noah Stunt (20, pedagogiek, altviool):
‘We repeteren nu al vijf dagen van tien
uur ’s ochtends tot half elf ’s avonds. We
hebben nog vijf dagen te gaan. Daarna
gaan we elf dagen op tournee door
Nederland, en dan nog zes dagen naar
Madrid.’
Lotte Hondebrink (18, Nederlands, cello): ‘Ik heb nog niet echt spierpijn van
het cello spelen. Wel van het dansen. We
hebben elke avond feest. Ik drink niet,
dus ik heb geen last van brakheid de
volgende ochtend, maar ik dans de hele
nacht. Het is jammer dat hier geen paal
in de danszaal staat, anders zou ik ook
nog kunnen paaldansen.’
Stunt: ‘Sommige mensen drinken te
veel, die zijn dan niet helemaal fris als
we beginnen met repeteren. Maar je
moet wel spelen. ’s Ochtends een vent,
’s avonds een vent.’
David de Goede (19, wijsbegeerte, slagwerk): ‘Door de feesten leer je elkaar
ook buiten het orkest kennen. Daardoor
ontstaat er meer bonding. Daar wordt de
muziek uiteindelijk ook beter van.’
Stunt: ‘Die bonding is ook wel nodig,
want het NSO is een projectorkest. Ieder
jaar verandert de samenstelling.’
Alwin Farahani (22, rechten, basklarinet): ‘Tot nu toe gaan feesten en repeteren goed samen. Als ik om vier uur in
bed lig slaap ik toch vijf uur, een mooie
score. Dan gaat rond half elf de eerste
kop koffie erin en kan ik weer door. De
dirigent houdt rekening met eventuele
brakheid. Hij laat ons aan het begin van
elke repetitie liedjes zingen, meestal
koralen van Bach. Iedereen wordt dan
langzaamaan wakker.’
De Goede: ‘Er werken vier koks voor
het NSO die ons de dag door sleuren.
Eén van de koks maakt ’s ochtends een
yoghurtprutje met granen en noten, dat
is echt heel erg lekker. En het geeft een
goede bodem.’
Farahani: ‘De hele dag repeteren went
ook. Je zit in een soort vibe, iedereen
doet zijn best om een mooi concert neer
te zetten.’
De Goede: ‘Het is een enorme eer om
op te treden met pianist Arthur Jussen.
Hij heeft al een keer samen met ons gerepeteerd en toen speelde hij de sterren
van de hemel.’
Farahani: ‘Als Arthur er is, is iedereen
extra gefocust. Je wilt toch niet boos
worden aangekeken door Arthur Jussen.’
De Goede: ‘Hij speelt een stuk mee van
Ravel, dat is echt heel mooi. We spelen
ook ‘Concert voor orkest’ van Béla Bartók. Als slagwerker heb ik tijdens dat
stuk geen drol te doen, maar Bartók is
geniaal. Ik geniet echt van zijn werk.’
Hondebrink: ‘Ik kijk enorm uit naar de
zesdaagse tournee in Madrid. Dat wordt
echt totaal feest.’
Farahani: Misschien dat Arthur dan
ook nog een biertje met ons meedrinkt. Dat zou helemaal top zijn.’
DOOR MONICA PRELLER
Het Nederlands Studenten Orkest speelt
donderdag 11 februari om 20.15 in de
Stadsgehoorzaal.
Totdat ik laatst een e-mail kreeg van
DUO wist ik niet eens dat het mogelijk was. Maar na drie keer lezen wist
ik zeker dat ik het toch echt goed had
begrepen: met ingang van de 24e van
deze maand heb ik het systeem uitgespeeld. Nadat ik al geen stufi meer
kreeg en mijn studentenreisrecht had
moeten inleveren kan ik nu zelfs niet
meer bijlenen.
Ik was trots en blind in paniek tegelijkertijd. Trots alsof ik zojuist de
eindbaas had verslagen bij Super
Mario Bros, maar in paniek omdat de
geldkraan die ik altijd achter de hand
had nu was dichtgedraaid. Weliswaar
had ik jaren geleefd zonder bij te lenen, het was fijn om te weten dat ik
in geval van nood in ieder geval zou
kúnnen lenen. Bovendien was het
lang geleden dat ik nog rond kon komen zonder een lening.
Sinds mijn stufi begin dit jaar ophield, had ik het bedrag dat ik leende steeds iets verhoogd, zodat ik al
enkele maanden de zogeheten ‘superstufi’ ontving: maximaal bijlenen
plus collegeldkrediet, bij elkaar ruim
duizend euro. Ik had dit aan mezelf
kunnen verkopen met het excuus dat
ik zo minder hoefde te werken dus
meer tijd overhield voor mijn scriptie,
maar hier was nog weinig van terecht
gekomen. Wel puilde mijn kledingkast
inmiddels uit, had ik mijn platencollectie uitgebreid, nieuwe hardloopschoenen gekocht en ging ik minstens
twee keer per maand uit eten.
Hoewel ik het al maanden niet
meer had aangedurfd, leek het me
een mooi moment om eindelijk weer
eens naar de hoogte van mijn studieschuld te kijken. Ruim 17.000 euro.
Voor dat bedrag kun je een nieuwe
Volkswagen Polo kopen en dan hou
je nog genoeg over om naar Kaapstad
te rijden, en weer terug. Maar ik heb
geen nieuwe auto, en ik ben nog nooit
in Kaapstad geweest. Ik heb niet eens
een nieuwe fiets. Waar was dat geld
in godsnaam gebleven?
Het leek me de hoogste tijd om het
roer drastisch om te gooien. Niet langer naar de Albert Heijn maar naar
de Aldi of de Lidl. Geen Grolsch meer
maar halve liters Euroshopper. Geen
nieuwe kleren meer, geen platen
meer, geen boeken meer en vooral
niet meer zo vaak uit eten. Mijn vrienden bij mij thuis uitnodigen in plaats
van in de kroeg afspreken. Niet meer
naar de film, maar downloaden. Een
baan zoeken, werken voor mijn geld.
Maar daar kan ik natuurlijk ook
allemaal pas in maart mee beginnen, want ik heb nog één gelukzalige
maand superstufi tegoed. Ik kan niet
wachten tot de vierentwintigste.
TIM MEIJER
P.S. Een tijdje terug beschreef ik een gesprek in het literair café van het Lipsius,
waarin ik een blonde medewerkster aan
het woord liet. Dat gesprek kwam eigenlijk uit een Amsterdams café, maar ik het
leek voor mijn column aardiger om het
naar Leiden te verplaatsen. Een columnist is immers geen journalist. Voor alle
duidelijkheid: Wil, de blonde mevrouw
in kwestie, heeft in werkelijkheid geen
dochter maar twee zoons. Bovendien is
ze niet gescheiden, maar al meer dan
dertig jaar gelukkig getrouwd.
Bandirah