Lees meer - Algemene Doopsgezinde Sociëteit

Download Report

Transcript Lees meer - Algemene Doopsgezinde Sociëteit

02
2016
Beeldvorming
foto Herman Heijn
februari 2016 | Algemene Doopsgezinde Sociëteit
uitgelicht
vooraf
foto Herman Westerbeek
een voorname bedrijfswoning
Vlak bij de vermaning in Borne
bevindt zich Museum Bussemakerhuis. Dit museum laat de oorsprong
zien van de Twentse textielgeschiedenis in het algemeen, en die van de
Bornse fabrikeurs in het bijzonder.
In het voorname huis uit 1779, met
een kenmerkende klokgevel in Louis
xvi-stijl, woonden de doopsgezinde
linnenhandelaar Jan Bussemaker
(1730-1796) en zijn vrouw Trijntje
Hulshoff (1727-1799). Hun namen
staan voluit gebeiteld in de lauwerkrans op de grote zandstenen gevelplaat. Op de hoeken van de steen
staan de initialen A.B. en M.B., die
van hun kinderen Adam en Martje.
Hoewel het gebouw in de eerste helft
van de 19e eeuw en nogmaals omstreeks 1900 werd aangepast, bleef de
oorspronkelijke indeling nagenoeg
bewaard. Dat is voornamelijk te
danken aan het feit dat dit huis
slechts enkele malen van bewoners
wisselde. De Bussemakers woonden
er meer dan honderd jaar.
In de expositie van Museum Busse-
makerhuis wordt ruim aandacht
geschonken aan de idealen van de
doopsgezinden en hoe veel doopsgezinden in de handel terechtkwamen
en eigen bedrijven oprichten.
Onlangs is een van de voorkamers
van het museum ingericht als
‘doopsgezinde’ kamer. Daar is onder
meer een video te zien over de dames
Van Beckum: een lokale Twentse
doperse historie over de freules Maria
en Ursula van Beckum, die in 1544
door de overheid tot de brandstapel
werden veroordeeld wegens hun
vasthouden aan doperse opvattingen.
Museum Bussemakershuis, geopend
dinsdag t/m zondag 13.30-17.00 uur
(behalve feestdagen). Op afspraak zijn
andere bezoektijden en rondleidingen
mogelijk. Toegang € 4,– en t/m 12 jaar
gratis. Ennekerdijk 11 | Borne
www.bussemakershuis.nl
advertentie
Don atu s ver z ekert
vert ro uwd
Donatus verzekert kerkgebouwen en wat daar
bij hoort, zoals ruimtes voor kinderopvang,
doopvonten, kanselbijbels en orgels. Donatus
is een betrokken specialist. Klein genoeg om
u persoonlijk van dienst te zijn. Groot genoeg
om uw verzekeringsbelangen aan toe te vertrouwen. Samen met u zorgen we ervoor dat
wat waardevol is, behouden blijft voor onze
kinderen en hun kinderen en hun kinderen…
De zon staat hoog. Heel hoog. Het is warm. Heel warm.
Het strand mogen we niet op. Dat is voor de elite.
Zongebruinde mensen met zilveren zwembroeken,
platina slippers, glinsterende zonnebrillen en glimmend
witte tanden. Ze zitten in strandstoelen van puur goud.
Asbury Park is verwarrend. Links het elitestrand, op het
plankier dreadlock-dragende mannen met aangeklede
biggen aan een touwtje. Daartussen lopen wij.
5 8
Alles is anders op deze plek aan de Oostkust van Amerika.
De waarzeggers en tarotkaarten vinden hun plek tussen
de gouden huizen en platina koetsen. En de zon zakt
onverstoorbaar verder. De schaduwen lengen en de
mensen gaan verzitten. Het strand verandert per minuut.
Ik zie de mensen hun zilveren handdoeken naar de zon
draaien en hun gouden stoelen met de ruggen naar de
zee zetten. De zon is nergens meer te zien. Mijn wereld
staat stil. Waar is de zon? Zonnen zakken in de zee. Toch?
Dat hoort!
Ik blijf verschrikt staan. Zonnen zakken niet in de zee.
Zonnen zakken in het Westen. Dat is helemaal niet
hetzelfde. Ik beweeg niet meer. Mijn zekerheden zijn weg.
Alles staat op losse schroeven. En niemand verblikt of
verbloost. De big knort gemoedelijk verder en de
glinsterende zonnebrillen draaien hun hoofden steeds
verder van de zee af. Alsof er niets is gebeurd...
Ooit las ik over indianen en hoe zij omgaan met toekomst
en verleden. Datgene wat je kunt zien is je verleden en ligt
dus voor je, en dat wat je niet kunt zien is de toekomst en
ligt achter je. Zo logisch, maar zo fundamenteel anders!
Ik was in de war. Toen al. Ik begreep het niet. Je komt toch
uit het verleden en gaat richting de toekomst, zo is het
me geleerd. En dat is wat ik zie. Maar dat zie ik dus niet,
blijkbaar. Mijn zekerheden waren weg. Dat wat je ziet is
blijkbaar gebaseerd op wat je is geleerd en waar je bent
opgegroeid.
‘Kalle!...’ Ik schrik op door de stem van Jan Willem. Hij
kijkt me vragend aan. ‘Die zon, die mensen. Mijn hoofd
ging even op slot’, probeer ik hem uit te leggen. ‘Niets
van wat je ziet is precies zoals je het ziet! Zonnen zakken
niet in de zee, zonnen zakken in het Westen!’ Jan Willem
lacht. Dat wist hij allang. ‘Kom, we draaien om. Richting
de toekomst.’ Jan Willem blijft even staan, wisselt een
korte blik met de big en zucht. ‘Oké, we draaien om.’
Kalle Brüsewitz
Redacteur Doopsgezind NL
[email protected]
w w w . d o n a tu s. n l te l . 073 - 5 2 2 170 0
inhoud
12 16
5 Feiten checken, duiding geven
Hans Laroes, oud-hoofdredacteur NOS Journaal
8 Glad ijs
Beeldvorming in de bijbel
12 Geen woorden maar beelden
Mijn hersenen maken van elk woord een beeld
16 God is lang niet alles
Godsbeelden in Rotterdam
en verder…
4ingekomen
10 de schepper
Jaap Brugman
14 WereldWerk
Aidswezen
18 boeken & bladen
20 mondig en bondig
Jantine Huisman
22 beelden van Menno
23kort
24kunst
Als zien echt zien wordt
ingekomen
interview
Stichting Noorder Vermaning een feit
Het jaarlijkse subsidiebudget voor de restauratie en
instandhouding van Rijksmonumenten is vaak niet groot
genoeg voor de vele aanvragen. Daarom geldt een voorrangsregeling voor Rijksmonumenten die onderdeel zijn
van het Werelderfgoed, en voor aangewezen professionele
organisaties op het gebied van monumentenbehoud.
Hierdoor neemt de kans op toekenning van subsidie aan
individuele aanvragers af. Om die reden is eind 2015 bij
de notaris een akte ondertekend waarmee de Stichting
Noorder Vermaning een feit is. Deze stichting heeft tot
doel uit te groeien tot een professionele organisatie die
zorgdraagt voor de instandhouding van meer dan twintig
doopsgezinde Rijksmonumenten – meestal de Vermaningen – in de provincies Groningen, Drenthe, Friesland
en het Noorden van Overijssel.
Voor de Rijksmonumenten in Pingjum (schuilkerkje)
en Witmarsum (herdenkingsnaald) zal de eveneens
nieuwe Stichting Menno Simons sdmf het dagelijks
beheer verzorgen, waaronder afspraken voor bezichtigingen en rondleidingen. Deze stichting zet hiermee het
werk voort van de Stichting Doopsgezinde Monumenten
in Friesland.
Het rekeningnummer is gelijk gebleven en de geplande
collecte in het landelijk collecterooster van de ads gaat
gewoon door. De inkomsten worden ingezet voor de
dagelijkse instandhouding en het beheer van genoemde
monumenten.
open brief aan de Nederlandse regering
De Broederschapsraad van de Algemene Doopsgezinde Sociëteit heeft een
open brief gestuurd aan de Nederlandse regering, naar aanleiding van de
oorlogstaal die door bewindslieden wordt gebezigd en de mogelijke deelname aan bombardementen op is-stellingen.
Geachte excellenties, geachte volksvertegenwoordigers,
Met stijgende verontrusting verneemt
het bestuur van de doopsgezinde
geloofsgemeenschap in Nederland
het gemak waarmee bewindslieden
uit de Nederlandse regering en anderen woorden als ‘oorlog’ in de mond
nemen en ook het gemak waarmee
het bombarderen van is-stellingen
als dwingende mogelijkheid wordt
voorgesteld.
De doopsgezinde geloofsgemeenschap heeft vanouds het vredesgetuigenis van eminent belang gevonden
om de conflicten die er in de wereld
zijn te benaderen. Geweld ziet zij niet
als middel om conflicten in te gaan,
laat staan om conflicten te beëindigen. Welk vredesproces dan ook:
politiek, menselijk, godsdienstig, het
zal niet met geweld tot stand kunnen
komen.
Het bombarderen van doelen op de
grond zal niet kunnen zonder het
verlies van mensenlevens, levens van
mensen die vaak niets met het conflict te maken hebben.
Wij zien de ernstige gevolgen van de
gewelddadige aanslagen in Syrië en
Irak en buiten Syrië tot in Europa toe.
Wij begrijpen ook de verontwaardiging daarover. Ook wij kunnen geen
enkel begrip opbrengen voor de door
is en andere groepen gepleegde verschrikkelijke aanslagen, executies,
vervolging en onderdrukking. Maar
wij beseffen ook dat de conflicten in
het Midden-Oosten, die al zovele
jaren in hevigheid worden gevoerd en
die vele slachtoffers met zich meebrengen, niet eenvoudig op te lossen
zijn. Wij geven in overweging om niet
dezelfde middelen te gebruiken als
de tegenstanders die bestreden worden. In onze samenleving moet het
mogelijk zijn om vreedzame midde-
len te gebruiken, die mensen bij
elkaar brengen en niet nog verder uit
elkaar drijven.
Voor de mensen in het Midden-Oosten, met name in Syrië, Irak, Libanon,
Jordanië en Turkije, zijn politieke en
humane stappen nodig die vertrouwen wekken, en die de basis kunnen
zijn van een toekomst in deze landen,
het liefst gebouwd op democratie en
het respecteren van mensenrechten.
Hulpwerk voor de slachtoffers van
dit drama, steun aan organisaties die
dit nastreven en het stimuleren van
dialoog tussen de partijen zouden
kernen van beleid behoren te zijn in
plaats van de retoriek van oorlogstaal.
Nieuwsmedia dragen een
grote verantwoordelijkheid
voor het bedrijven van
goede en betrouwbare
journalistiek. Ze kunnen
het nieuws dat we tot ons
krijgen niet bepalen, maar
feiten checken en duiding
geven kunnen ze wel.
Dat vindt Hans Laroes,
oud-hoofdredacteur
van het NOS Journaal.
>>
Een regering die spreekt in termen
van oorlog, spreekt niet namens ons.
Een regering die deze conflicten met
geweld wil oplossen, doet dit niet
namens ons.
Het bestuur van de Algemene
Doopsgezinde Sociëteit,
F. Dukers, voorzitter
H.W. Stenvers, algemeen secretaris/directeur
4
5
foto’s Yael Laroes
interview
Hoe heeft de NOS geprobeerd dat te repareren?
Nieuws in beeld
‘We moesten onszelf afvragen: kennen we wel alle verhalen die ertoe doen? Dat betekende niet dat we moesten
aanbieden wat iedereen wilde horen. Het ging erom dat
de agenda waarop wij het nieuws baseerden niet goed
was en ter discussie moest staan. Maar tegelijkertijd
moesten we doorgaan met goede journalistiek bedrijven.
We moesten serieus luisteren naar de klachten en alles
wat er speelde onder de bevolking, zonder onszelf daarin
te verliezen.’
tekst Jan Willem Stenvers & Kalle Brüsewitz
‘Niet een complot maakt iets tot nieuws, wel een context’
B
epalen de media daarmee het beeld dat wij
van de samenleving hebben? ‘Niet echt’,
aldus Laroes. Hij vindt het leuk om over
journalistiek te praten, zoveel is duidelijk.
Steeds dichter kruipt Laroes naar de tafel als hij zijn
gedachten over nieuwsorganisaties blootlegt. Over zijn
antwoorden hoeft hij niet lang na te denken. Constant
geeft hij uiteenzettingen over het maken van nieuws en
het runnen van een mediaorganisatie. Hij laat zich niet
verleiden tot het uiten van harde, ongenuanceerde oneliners. En steeds benadrukt hij dat de journalistiek moet
beseffen dat die een grote verantwoordelijkheid heeft.
Van 2002 tot 2011 was Laroes, na een carrière als verslaggever, hoofdredacteur van het NOS Journaal. Het verwachtingspatroon van de Nederlandse bevolking aangaande een goede nieuwsvoorziening door die omroep
was, en is, groot. ‘Het is voor de mensen een soort nutsvoorziening, net als water uit de kraan’, zegt Laroes. ‘Het
is altijd pas ‘waar’ als de NOS het zegt, terwijl er best een
fout in de berichtgeving kan sluipen. Er is een verwachting van onmiddellijkheid. Als er om de hoek brand uitbreekt, denkt men dat er gelijk live verslag van gedaan kan
worden. Maar daar is even tijd voor nodig. Daarom moet
je als journalistieke organisatie uitleggen waarom en hoe
je bepaalde dingen doet. Mensen begrijpen je daarna
meestal wel.’
In hoeverre kan een vertrouwde nieuwsorganisatie
bepalen wat voor de kijker nieuws is?
‘Wij hebben als westerse samenleving een bepaald
perspectief, dat is een gegeven. In iedereen zit een soort
optelsom van ervaringen en cultuur. Dus ook in journalisten en nieuwsorganisaties. Vanuit die optelsom werken is
niet hetzelfde als manipuleren. Als je honderd of zelfs
duizend westerse journalisten bij elkaar zet en je vraagt
hun een rangorde te maken van een aantal nieuwsbeelden voor een krant of journaal, zullen die rangordes niet
exact hetzelfde zijn maar wel heel vergelijkbaar. Een
wantrouwend iemand zal zeggen: ‘Zie je wel, allemaal
gehersenspoeld!’.
6
Maar het publiek weet niet meer dan wat het op tv
ziet of in de krant leest. Voor hen is dat dan toch
‘de waarheid’?
‘Mensen hebben het heus wel door als iets echt niet klopt,
mede door de vele bronnen die ze tegenwoordig kunnen
aanboren. Niet een complot maakt iets tot nieuws, wel
een context. Elke organisatie, redactie en samenleving
heeft kernwaarden, ook al heb je het daar nauwelijks over.
Op basis daarvan maak je keuzes die op een andere plek
in een andere context misschien anders zouden worden
gemaakt. Kort geleden zag ik twee oude reportages over
dezelfde demonstratie in Oost-Duitsland, één uit de ddr
en één uit West-Duitsland. In het ene geval was de
demonstratie een dappere opstand tegen de communistische machthebbers. In het andere een samenkomst van
een door kwade westerlingen gemanipuleerde groep
mensen. Beide filmpjes waren min of meer de waarheid
in de eigen samenleving.’
Wordt dan verteld wat de bevolking wil horen?
Of neemt de bevolking over wat er wordt verteld?
‘Dat is een wisselwerking. Maar een goede journalist moet
ook kunnen vertellen over een kant van het nieuws die
niet iedereen verwacht. Ooit heb ik een beleidsplan
geschreven voor de NOS, waarin ik het had over de automatismen in het vak. Ik schreef dat wij frauderende bijstandsmoeders minder erg vinden dan frauderende
accountants, en GroenLinks sympathieker dan de lpf.
Dat wordt nog vaak geciteerd, als voorbeeld van manipulatie. Maar er stond nog wat bij, namelijk: ‘Dat is niet
goed, omdat we de automatismen niet onderkennen.’
Als je ze wel kent kun je ze ter discussie stellen. En dat is
belangrijk, omdat je ze gebruikt bij het bepalen van wat
nieuws is en wat niet.’
U heeft meer dan eens aangegeven hoe juist dit
fout ging tijdens de opkomst van Pim Fortuyn.
‘Over het algemeen zag de journalistiek niet in dat er iets
onderhuids speelde in de samenleving. Men was teveel
gericht op economische groeicijfers en de politiek van het
moment.’
‘Niet de wil, maar de wereld van de kijker is belangrijk’, zegt u in uw boek ‘De littekens van de dag’.
‘De journaalmedewerkers peilen ’s ochtends natuurlijk
niet wat men ’s avonds wil zien. En de bevolking kent niet
alle verhalen van de dag: er is echt niet alleen nieuws over
zeehondjes, onderwijs en gezondheidszorg. Een journalist
heeft bronnen en expertise die niet iedereen heeft. Een
nieuwsmedium hoeft niet ‘de wil’ van de nieuwsconsument te volgen, maar dient dingen uit te zoeken en uit te
leggen, passend in de wereld van de kijker. Zodanig dat
die kan zeggen: wat goed dat dit is uitgezocht, want dat
wist ik nog niet.’
Hoe kan dat op een goede manier gebeuren tijdens
situaties als de Nieuwjaarsnacht in Keulen? Daar ging
al van alles over rond wat de nieuwsmedia pas heel
laat bevestigden.
‘Media die waarde hechten aan dubbelcheck en hoor en
wederhoor voordat ze iets naar buiten brengen, hebben
het in dit soort situaties soms lastig. Sociale media weten
het altijd al zeker, sneller en beter. Zorg er als journalist
maar voor dat je verhaal klopt en dat er meerdere bronnen
zijn – maar dat kost wel meer tijd. Bij veel media was er
rond de gebeurtenissen in Keulen een aarzeling te zien:
is het nu echt zo groot, of niet? Het bleek steeds groter
te worden. In dit specifieke geval speelde ook mee dat de
informatie vanuit de overheden niet klopte. Mensen verwijten je dan dat er iets verzwegen is. Dat is niet waar; er
is gewoon een bepaalde onmacht. Je wilt een verhaal hard
kunnen maken en niet op vermoedens afgaan. Elke goede, betrouwbare journalist wil zich aan z’n mores houden,
maar staat voortdurend onder druk van de publieke
opinie die wil dat hij snel nieuws brengt en bevestigt.’
Hans Laroes (1955)
was van 2002 tot 2011
hoofdredacteur van het
NOS Journaal.
Eerder werkte hij voor
diezelfde organisatie als
politiek verslaggever en
voor diverse dagbladen.
Van maart 2013 tot
november 2015 was hij
voorzitter van de Raad
voor de Journalistiek.
Over zijn periode bij het
NOS Journaal en zijn
journalistieke visie schreef
hij het boek Littekens van
de dag.
Hoe groot is het gevaar dat je als gepassioneerd
nieuwsjager toegeeft aan die druk?
‘Natuurlijk wil je zo snel mogelijk het verhaal brengen.
Maar als je dat niet kunt waarmaken, heb je vaak al bij de
aftiteling van het journaal een groot probleem. Dat kan
een keer gebeuren, maar als het te vaak gebeurt ben je
je positie als gezaghebbend journalist of medium, kwijt.
Als jij te vertrouwen bent zullen mensen misschien
weleens zeuren dat je soms laat bent, of iets niet brengt
wat ze willen horen, maar weten ze ook dat je gelijk hebt.
Het gaat er namelijk om dat je goed werk levert als
journalist.’ <<
7
bijbelse beeldvorming
mogelijk aanwezige maakt Hem
naderbij, persoonlijk. Dat maakt Hem
niet zomaar een (afstandelijke) god,
maar ónze God. Dankzij de witregels
heeft ieder ruimte voor zijn eigen
beeld, zijn eigen relatie met God. Dat
gaat pas mis als je Hem teveel naar
jezelf toe probeert te trekken. Als je
jouw beeld van die Ongrijpbare probeert te verheffen boven de andere
beelden. Als je jouw beeld van God
tot God Zelf probeert te maken en
dat aan anderen op wilt leggen. Maar
dat doet het zwart - op wit. Het is het
zwart dat beschrijft en vastlegt en
verleidt tot theologie en beter (zeker)
weten.
Maar ondanks alle verbeeldingsruimte die het schept heeft het wit
Gla aaaa a a a a a a d ijs s s s s s s s
Een gevoel van onbehagen. Staat er niet geschreven: ‘Maak geen
gesneden beelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel
hierboven is, of van iets beneden op de aarde of in het water
onder de aarde’?
tekst Wieteke van der Molen – illustratie Feiko Wouda
E
n dat staat er niet één keer,
nee, steeds weer. Het is zó
groot en overheersend dat
alleen al de beschuldiging
van het in bezit hebben of het aanbidden van een beeld voldoende is
om het verlies van geld, goed, leven
en land te verklaren. Koningen
worden afgeschilderd als ontrouwe
prutsers, hoeveel prachtige bouw-
8
projecten en allerlei ander staatsbelangrijk goeds ze ook op hun naam
hebben staan. Vanwege een of meer
beelden. Het beeldverbod is zo eigen
aan Gods volk dat andere volkeren
denigrerend worden weggezet als
zielige types die denken dat een door
handen vervaardigd beeld enige
macht heeft. Over het gouden kalf
ga ik het niet eens hebben.
Glad ijs dus. Een hachelijke onderneming. Beeldvorming in de bijbel:
het loopt nooit goed af. En toch
bestaat de bijbel uiteindelijk uit
beelden. Niet gesneden natuurlijk,
gelukkig niet. Nee, de bijbel heeft
meer finesse. De bijbel is geschreven.
Zwart op wit. En dat is mooi. Het
zwart schetst het beeld, het wit tussen
de regels door laat voldoende ruimte
voor de beelden in je hoofd. Beelden
die gevormd worden door je eigen
ervaring, je culturele bagage, je eigen
fantasie en voorstellingsvermogen. Er
is ruimte voor heel veel verschillende
visies en aspecten en beelden naast
elkaar. Die ruimte voor verbeelding
die het geschreven woord overlaat is
een zegen. Maar ook een valstrik.
God valt niet in één beeld te
vangen en dat zorgt ervoor dat Hij
(of Zij?) ongrijpbaar is en toch tegelijkertijd mogelijk aanwezig in ieder
facet van het leven. Dat ongrijpbare
maakt Hem anders dan al het andere,
het maakt Hem God boven alle
andere goden en mensen. En het
ook zwarte kanten. Want wat je niet
wilt zien, dat zie je niet. Onbewust
zien westerse christenen bij Jezus
vaak een zacht-blonde baard en lange
haren, en, oh, de onvermijdelijke
witte gewaden en blauwe mantel.
Jezus als in de kinderbijbel of op de
bidprentjes van vroeger. Jezus met de
heilige, ascetisch-kwijnende gelaatsuitdrukking en de vrome gebaren.
Jezus, altijd schoon en zonder vlekken
of stof of klitten. Jezus, rank uitstekend boven een hem aanbiddende
menigte, zegenend met één of ander
verstild gebaar. Dat is het beeld dat
zich door tweeduizend jaar christendom vastgezet heeft in ons hoofd,
ons hart, onze ziel.
We reageren fel als iemand iets
anders durft te suggereren. Een
aantal jaren geleden modelleerden
wetenschappers een gezicht op een
schedel van een man uit het gebied
en de tijd van Jezus: ‘Zo zag Jezus er
mogelijk uit’. Consternatie alom,
want de kop was vierkant en donker
en nogal boers. Steeds als het beeld
dat van onze God geschetst wordt in
de bijbel gewelddadiger of onrechtvaardiger is dan ons lief is, raakt ons
comfortabele wit ingekleurd met
beelden die we liever niet zouden
willen vormen. We gaan ons daar
ongemakkelijk door voelen. Onrustig.
En voor je het weet verklaren we het
weg. Glad ijs – een hachelijke
onderneming.
Woorden zijn zoveel krachtiger
dan een gesneden beeld, juist
vanwege de ruimte tussen de letters.
Met een enkel woord kun je een hele
wereld oproepen. Als je tenminste de
woorden nog kunt lezen. Als je de
wereld nog kent die opgeroepen
wordt. Metaforen, verwijzingen,
parafrases, het zijn krachtige middelen. Mits je de beeldtaal nog spreekt.
Het beroemdste voorbeeld is misschien wel dat van Jezus aan het kruis,
en zijn laatste woorden: ‘Eli eli, lema
sabachtani’. Dat roept al in de tekst
zelf verwarring op. Enkele omstanders denken dat Jezus om Elia roept.
En Elia roept vervolgens direct een
beeld op. Maar eigenlijk is Jezus’
uitroep een citaat van Psalm 22.
Zodra je dat weet zie je ineens hoe
het hele lijdensverhaal gebaseerd is
op die psalm. En hoe Pasen en wat
daarna komt al wordt voorzegd in die
ene schreeuw van Jezus. Hoe met één
zin voor alle toenmalige lezers de
impact van de kruisiging wordt opgeroepen. Het citaat roept het éne
beeld op, de verwarring over Elia het
andere. En samen staat daar ineens
de belofte van het evangelie. Voor wie
het begrijpt.
Dat laatste: misschien komt daar
mijn gevoel van onbehagen wel vandaan, ten diepste. De beelden van de
bijbel zijn een delicate dans tussen
zwart op wit. Met alleen maar wit
worden de beelden betekenisloos.
Met alleen maar zwart worden ze
levenloos. Wie begrijpt de oude beelden nog? Wie getroost zich nog de
moeite zich erin te verdiepen, ze
werkelijk tot leven te brengen?
Wie durft zich nog zó op glad ijs
te begeven? Wie durft? Wie? <<
1 Exodus 20:4 en andere.
2 Bijvoorbeeld Jes. 2.
3 Achab natuurlijk (1Kon. 2),
en Mannasse (2Kon. 2). Zelfs
Salomo, toch de meeste
wijze aller koningen…
(1Kon. 11).
4 2Kon. 19, Ps. 97, Jes. 37, Jer.
10 om maar eens wat te
noemen.
5 Grofweg het grootste deel
van Deuteronomium en
Jozua 1-12. Om mee te
beginnen.
6 Dit is overigens met
gesneden beelden net zo.
Iconografie is niet voor niks
een vak apart.
7 Mat. 27:46.
8 Elia is de profeet die niet
sterft maar door een
stormwind wordt meegevoerd naar de hemel (2Kon.
2:11). En hij is de profeet die
vlak voor het einde van de
wereld zal terugkeren om
vaders met hun zonen te
verzoenen (Mal. 3:23).
9
de Schepper
Jaap de houtsnijder
Je vindt een mooie tak in het bos, snijdt de bast eraf en begint
er met je zakmes in te snijden. Wie heeft dat niet eens gedaan
in verschillende bands en heeft ook
als kind?
tekst Tea G. Rienksma – foto’s Rienk van der Star
M
eestal blijft het daarbij,
maar bij Jaap Brugman
is die behoefte nooit
meer weggegaan. Nog
steeds zoekt hij mooie takken, laat ze
een tijdje drogen, zoekt dan een rustig plekje – bijvoorbeeld op Dopersduin waar hij graag naartoe gaat – en
haalt zijn zakmes voor de dag. Hij
begint bovenaan de tak met het uitsnijden van een bloem, een kikker of
een gezichtje, laat zijn fantasie de
vrije loop en geleidelijk aan ontstaat
er een prachtig kunstwerk van in
elkaar overgaande vormen, figuren
en patronen. Zo kennen veel gasten
van Dopersduin hem: Jaap, de houtsnijder.
Veelzijdig
Eenmaal in gesprek blijkt Jaap een
zeer veelzijdig, creatief mens te zijn
die zijn levenshouding vindt in het
boeddhisme. Jaap: ‘Het leven is een
mysterie en we proberen een zeker
houvast te vinden. Sommigen vinden
dat in de wetenschap, anderen in religie of in het sociale verkeer. Ik ervaar
het leven vooral als grondeloos, als
eindeloos wijd en diep. Ik wil het
leven niet teveel inpakken of van een
etiket voorzien. Kijk nu eens naar dit
lepeltje. Iedereen zal zeggen dat het
een gewoon theelepeltje is. Maar
wanneer ik er echt goed naar kijk, dan
zie ik steeds meer. Ik zie een vorm,
een kleur, een bepaalde beweging, en
daarmee wordt het een heel bijzonder
voorwerp. Ik hou ervan om alles te
10
verkennen, om te kijken wat voor
mogelijkheden er zijn. Ik sport veel
en wil ook graag op dat gebied
dingen uitproberen, vooral buiten in
de natuur. Bijvoorbeeld in bomen
klimmen, of in ijskoud water zwemmen. Ik ben nieuwsgierig naar wat
dat met mijn lijf doet.’
Jaap woont in een woongroep in
Groningen Zuid. In de ruimte waarin
hij leeft, heeft hij zijn eigen sfeer
geschapen. Centraal is een meditatieplek met een heel bijzondere
Boeddha. ‘Dit Boeddhabeeld verbeeldt een bepaald aspect van de
Boeddha’, zegt Jaap, ‘het heet ‘de
liefdevolle ogen’. Ik heb het zelf
gemaakt van een bepaald soort klei
en daarna ingekleurd. Dat was weer
een heel ander creatief proces dan
wat ik met stokken doe. Met het
snijden in het hout ben ik vooral
associatief bezig. Vooral verwondering en het ontvouwen zijn belangrijke kanten van dat proces. Denk
maar aan een plant die langzaam
groeit en zich ook ontvouwt en ontwikkelt. Met dit Boeddhabeeld en
met nog een ander beeld van een
Tibetaanse meester, is mijn creativiteit meer gebonden aan de vorm.
En daarbij kom ik allerlei problemen
tegen waar ik een oplossing voor
moet bedenken.’
Alsof dit allemaal niet creatief genoeg
is, vertelt Jaap dat hij ook graag met
muziek bezig is. Hij speelt saxofoon
songteksten geschreven. Voor zijn
werk in de logistieke dienst bij een
laboratorium is hij veel op pad. ‘Ik zit
veel in de auto en dan luister ik naar
een bandje met bijvoorbeeld een
lezing van een of andere wetenschapper, of een interview met een kunstenaar. Er zijn zoveel boeiende en
inspirerende denkers.’
Dopersduin
Een boeddhist op Dopersduin – alles
is daar mogelijk. Jaap vertelt enthousiast hoe hij er terecht is gekomen.
‘Ik kwam er al met mijn ouders. Zij
hadden niets met de kerk, maar mijn
grootmoeder had doopsgezinde
wortels en zij had hun aangeraden
daar met de kinderen op vakantie te
gaan. En dat beviel uitstekend. Ik ben
er later, na mijn scheiding, weer
naartoe gegaan met mijn dochter.
Dopersduin heeft voor mij iets vertrouwds. Ik ervaar doopsgezinden als
ondogmatisch, ze hebben gevoel voor
humor en nemen zichzelf niet zo
serieus. Bovendien is er ruimte voor
andersdenkenden en niet-gelovigen,
en er zijn altijd leuke mensen. Als ik
christen zou moeten worden, dan zou
ik doopsgezind worden.’
Zo blijkt Jaap de houtsnijder een zeer
veelzijdig mens te zijn: mediteren,
sporten, houtsnijden, beelden maken,
muziek maken - een man die graag
leeft vanuit de ervaring en die zich
gedragen voelt door wat boeddhisten
‘de leegte’ noemen. <<
11
beelddenken
Mijn
hersenen
n
e
k
a
m
van
elk
het Nederlands was niet aan mij besteed. Dat heb ik nog steeds. Engelse
boeken en poëzie lees ik vrij gemakkelijk en veel, maar de zinnen naar
het Nederlands vertalen lukt niet.
Je laat op de basisschool zien dat
je best een slim kind bent en mag
zelfs het gymnasium proberen.
Dan blijkt dat je zo sterk in beelden denkt, dat je niet meekomt
in het talige onderwijs van de
middelbare school.
tekst Jan Willem Stenvers – foto Depositphotos
Geen woorden maar beelden
H
et ging me in de eerste
klas best aardig af,
Latijn. Simpele korte
verhalen vertalen en
kennis opdoen over de oude Romeinse cultuur. In de tweede klas kwam
daar Oudgrieks bij. Het vertalen van
andere letters naar Westerse leestekens, naar een Nederlands woord
en dan nog naar een lopend verhaal,
bleek wat teveel. Na een half jaar
werd het halen van een voldoende
12
voor dat vak een unicum. De andere
talen werden ook steeds ingewikkelder. Naamvallen en rijtjes met woorden vlogen me om de oren. Ze zonder context toepassen of een rijtje
verbuigingen oplepelen tijdens een
toets lukte me nauwelijks.
‘Je moet het gewoon nog beter uit
je hoofd leren’, zei mijn mentor in de
tweede klas. Ze had deels gelijk, maar
het zat er niet in. Ik kreeg het niet
voor elkaar. Op mijn eerste rapport in
de tweede klas had ik zes onvoldoendes: voor Latijn, Grieks, Duits, Engels,
Frans en biologie.
Mijn best deed ik er eigenlijk ook niet
voor. Want ik wist niet hoe dat moest.
‘Wat is het nut van woorden en naamvallen uit mijn hoofd kennen?’ dacht
ik vaak. ‘Als ik een woord niet ken,
zoek ik het gewoon op.’ Ik begreep
vaak wel welk verhaal er in een tekst
stond. Maar een letterlijk vertaling in
In eerste instantie hield ik het hoofd
boven water. Cijfers voor aardrijkskunde, geschiedenis en eigenlijk ook
Nederlands en Latijn lieten zien dat
ik het niveau goed aankon. Met
tegenzin en met door mijn ouders
opgelegde discipline, besteedde ik
uren aan het leren van woordjes.
Enige creativiteit met spiekbriefjes
kon mij ook niet ontzegd worden.
Zittenblijven zou mij niet gebeuren.
Maar het niveau werd zwaarder en
daar kon ik me steeds minder tegen
weren. ‘Je doet gewoon niks’, was
de verklaring van de ene docent. ‘Je
snapt het duidelijk niet, maar ik weet
niet hoe ik het nog kan overbrengen’,
zei de ander. Natuurlijk kreeg ik extra
oefeningen mee, en natuurlijk maakte
ik die niet. Bij overhoringen ter controle of je alles uit je hoofd wist,
faalde ik. Ik vond het veel fijner als
we de stof heel goed doorspraken en
oefenden, liefst zo vaak mogelijk.
Toen hoorden mijn ouders en ik over
beelddenken via een tante, die ons
een boekje daarover in de handen
drukte. De kenmerken van een
typische beelddenker bleken erg op
mij van toepassing Een test bij een
pedagoog maakte het af. Mijn hersenen bleken informatie voornamelijk
visueel te verwerken en bijna niet
verbaal. Woorden naar een ander
woord vertalen deed ik nauwelijks.
woord
Mijn hersenen maakten van elk
woord een beeld. En als ik een tekst
of woorden uit mijn hoofd moest
kennen, ging het van woord, naar
beeld, naar woord. Een extra stap
dus, ofwel extra moeite.
Het gaf me de laatste drie jaren van
mijn middelbare schooltijd duidelijkheid. Ik moest een eigen manier
vinden om dingen te leren. Het ging
nog steeds niet altijd goed en op
rapporten stonden vaak onvoldoendes. Zodra het kon liet ik Frans, Duits
en Grieks vallen. Vakken die meer
op praktijk, omgeving en verhalen
gericht waren, gingen me beter af.
Muziek, aardrijkskunde, geschiedenis
en zelfs Nederlands, waar we vooral
betogen hielden en mondelinge
toetsen kregen over poëzie en
literatuur.
Om me leerstof eigen te maken
moest ik me erin onderdompelen.
Aannemen dat een wiskundige
formule gewoon werkte, kon ik niet:
ik moest voor me zien waarom het zo
werkte. Niet elke docent snapte dat.
‘Maar ik vertel je toch steeds dat het
juist is’, was ooit het antwoord van
een docent toen ik om wat meer
begeleiding vroeg.
Latijn bleef ik doen, al liep ook dat
uiteindelijk voor geen meter meer.
Maar ik vond de verhalen van Caesar
die we vertaalden oprecht interessant.
Qua lijn klopten mijn vertalingen
ervan altijd ongeveer, een beetje...
Maar grammaticaal had ik het altijd
ee n
beeld
verkeerd. Mijn docente kneep een
oogje toe en liet me toetsen net zo
lang opnieuw maken tot ik voldoendes haalde. Maar met het werd te
zwaar. Na de vijfde klas stopte ik met
het gymnasium. Zes VWO kwam ik
relatief gemakkelijk door. Leren had
ik me enigszins eigen gemaakt en
voor examens werd niet verwacht dat
ik rijtjes uit het hoofd kende. <<
beelddenken
Het is niet erg om beelddenker te zijn, het is geen stoornis
of mankement, integendeel. Waarschijnlijk verwerkt de
meerderheid van de mensen informatie vaak visueel.
Iedereen wordt geboren als beelddenker, maar ontwikkelt
zich vervolgens als taaldenker. Alle hersenen schakelen
tussen verbaal en visueel. En iedereen heeft een voorkeur
voor een van de twee.
Hoe zit het als je een hele sterke voorkeur hebt voor het
visuele? Dan ben je vaak creatief, leer je vanuit inzicht,
ervaring en gevoel, heb je een goed totaaloverzicht en een
levendige verbeelding. Je maakt snel verbindingen en ziet
snel originele oplossingen, want elk beeld levert een nieuw
beeld op. Maar je hebt wel veel moeite om daar woorden
aan te geven. Verhalen zijn daarom vaak chaotisch, langdradig en soms onnavolgbaar en concreet worden kost tijd.
Details vergeet je, want de focus ligt op het totaalplaatje.
Een talige omgeving kan lastig zijn voor beelddenkers. Ze
leren niet door het aannemen en onthouden van wat er
geschreven staat of verteld wordt. Vaak lopen ze de eerste
drie, vier jaren van de middelbare school tegen grote
problemen aan. Daarna wordt het weer wat makkelijker om
mee te komen, omdat de focus dan meer op inzicht ligt.
13
(links) John Nyagwegwe, de Bishop
in Shirati, samen met Robbert de
Quant in het gebouw
(rechts boven) Het kinderdagverblijf in aanbouw
(rechts onder) Buiten-box in
aanbouw, rond een boom voor de
nodige schaduw. Het idee is
afgekeken van het weeshuis in
Musoma.
Aidswezen
(uiterst links) Overzichtsfoto
van het terrein
Al jaren lag er vanuit Tanzania een verzoek om een weeshuis
te bouwen voor kinderen van wie de ouders gestorven zijn aan
aids. Het werd een kinderdagverblijf
Verlichting
tekst & foto’s
Els de Quant
14
D
eze kinderen worden
vaak door hun groot
ouders opgevangen,
maar de last is dikwijls
te zwaar voor hen. Ook Bishop John
Nyagwegwe van de doopsgezinde
kerk kreeg met deze situatie te maken. De man van zijn dochter stierf
terwijl zij zwanger was van hun vijfde
kind. Vlak na de bevalling stierf zijzelf. Toen waren er plotseling vijf
kleine kinderen ouderloos, onder wie
de laatst geboren baby. De Bishop en
zijn vrouw, zelf de zestig al gepasseerd, namen de vier oudste kinderen
in huis en brachten de baby naar een
weeshuis in Musoma. Daar kunnen
de kinderen blijven tot ze drie jaar
oud zijn. Het echtpaar zocht het
jongetje vaak op om de band met
hem niet te verliezen. Toen hij drie
jaar was haalden ze hem op.
Omdat ik plotseling heel veel kinderschoentjes voor de deur zag staan die
er eerder niet waren, vroeg ik wat er
aan de hand was. Zo hoorde ik het
verhaal. De Nyagwegwes hebben hun
grootouderlijke plicht gedaan, maar
zwaar was het wel, zeker als je alweer
een poos samen bent nadat je je
eigen kinderen hebt opgevoed.
Verbetering
Dit is maar één voorbeeld van talloze
vergelijkbare situaties. Het probleem
zal hopelijk langzaamaan verminderen omdat aids met man en macht
bestreden wordt. De resultaten
daarvan zijn positief, zo blijkt uit de
Wikipedia-gegevens over Tanzania:
sinds 2001
>afname met 33 % van sterfte
door aids
>afname met 36 % van nieuwe
hiv-infecties
>afname met 67% van nieuwe
hiv-infecties bij kinderen
Wereldwijd bestaat er om een veelheid van redenen nogal wat weerstand tegen weeshuizen. Daarom
heeft Doopsgezind Wereldwerk uiteindelijk besloten geen weeshuis te
bouwen, maar een kinderdagverblijf.
Moeders kunnen hun kinderen hier
overdag naartoe brengen, zodat zij na
de bevalling hun werk weer kunnen
oppakken. Ook grootouders kunnen
hun kleinkinderen brengen, om zo
hun zware taak te verlichten.
Vangnet
Ze zijn er blij mee in Tanzania. Het is
iets heel nieuws dat veel uitleg nodig
heeft, maar nu al is er genoeg vraag.
De Bishop zal de supervisie op zich
nemen, samen met zijn vrouw. Verder
zullen er vrijwilligers gaan werken.
De dagelijkse leiding komt in handen
van een verpleegkundige die veel
ervaring heeft met kinderen, zodat op
tijd gesignaleerd wordt wanneer een
kind ziek is en naar het ziekenhuis
moet. Alle kinderen zullen onder-
welkom op 5 & 6 maart
tweedehands kleding
In het weekend van 5 en 6 maart vindt de voorjaarsconferentie van Doopsgezind WereldWerk plaats, dit keer in
Fredeshiem. Noteert u de data alvast? De conferentie
wordt gehouden rond het thema ‘water’. Water als bron
van leven, maar ook als bron van conflict. Wat kost water?
Hoeveel water is er nodig voor de productie van katoen?
Wat betekent de stijging van de zeespiegel? Water als
energiebron. Het zijn verschillende invalshoeken die nog
verder uitgewerkt zullen worden.
Menno’s Pleats wordt verkocht en dus is Doopsgezind
WereldWerk op zoek naar liefst meerdere verzamelpunten. Zijn er in Oost-, West-, Zuid- of Midden-Nederland gemeenten die samen met buurgemeenten willen
meewerken aan de kledingactie? Heeft uw gemeente een
groepje enthousiastelingen en enige werk- en opslagruimte beschikbaar? Bijvoorbeeld een (boeren)schuur
of een leegstaande (kerk)ruimte; als er maar licht, een
mogelijkheid tot verwarming, water en een toilet is.
Een heel bescheiden vergoeding is bespreekbaar.
Voorjaarsconferentie en Vriendenvergadering
De jongeren (16-30 jaar) en de groep 30+ beginnen op vrijdagavond 4 maart om 18.00 uur. Op zaterdagochtend houdt
WereldWerk om 10.30 uur de jaarlijkse Vriendenvergadering.
Er is opvang voor de allerkleinsten (0-4 jaar) en voor de
kinderen van 5-15 jaar is er een jeugdprogramma.
Kosten van deelname zijn voor kinderen vanaf 4 jaar € 15,–
voor niet-werkende jongeren € 27,50 en voor volwassenen naar
draagkracht € 55,–, € 82,50 of € 97,50. Meer informatie en
aanmelden: [email protected]
gebracht worden bij het ziekenfonds,
waardoor de kosten van medische
zorg geen probleem vormen. Het
terrein waar het gebouw op staat is
in de buurt van het ziekenhuis. Het
is eigendom van de kerk, mooi, ruim
en rustig gelegen. Het kinderdagverblijf krijgt een eigen bestuur, maar
Ruimte gezocht
Meldt u zich alstublieft aan. Zo hopen we een netwerk
van verzamelplekken te organiseren waardoor we met de
kledingactie kunnen doorgaan. Voor vragen en aanmelding
kunt u terecht bij de voorzitter van Doopsgezind WereldWerk:
[email protected] | 070 511 20 73
valt wel onder de paraplu van de kerk
die zo als vangnet functioneert.
Helder
Hoe doe je dat, een kinderdagverblijf
opzetten, hoe werkt dat? Deze vraag
kon beantwoord worden dankzij
Sjoukje Wethmar, bestuurslid van
Doopsgezind WereldWerk. Van haar
uitleg en de vele foto’s die zij meenam uit Zuid-Amerika, is dankbaar
gebruikgemaakt. Dat maakte het
concept ‘kinderdagverblijf ’ heel
helder. <<
Els de Quant is bestuurslid
van Doopsgezind WereldWerk en afgevaardigde
namens WereldWerk in
Tanzania.
15
beelden van God
ren. Dus tot die tijd was de gele beer
mijn godsbeeld. Vervolgens is er
eigenlijk nooit meer een ander beeld
geweest.’
‘Eigenlijk is God niet te vatten in een beeld.
Het is groot, almachtig, onnoembaar.’
‘Dat denk ik wel.’
‘Dat is toch een prachtig idee van
God?’
God is lang niet alles
De godsbeelden van de catechisatiegroep van de
doopsgezinde gemeente in Rotterdam. God is er in
vele gedaanten. tekst & foto’s Kalle Brüsewitz
God is er in woord – in de bijbel en in
alle verhalen – en in beeld. Beelden
die je kent, beelden die je nooit
begrepen hebt of die in geen enkel
beeld te vatten zijn. Hier zijn de
godsbeelden van Carla (74), Pieter (57),
Hester (33, predikant), Sjoerd (64) en
Jan (78).
God is overal
‘Het beeld dat ik bij God heb is het
beeld van voetstappen in het zand.
Dat God je draagt als het moeilijk
wordt. Dat is het beeld dat gelijk bij
me opkomt. Eigenlijk is geen beeld
sterker is dan dat, aangaande God.’
‘Ik zie God in zoveel beelden. God als
oude man met een verweerd gezicht.
God als de rust die je aan het eind
van je leven hebt. God als het aapje
van horen, zien en spreken. Maar
16
God zit bijvoorbeeld ook in de
duisternis en het licht. Het wordt
altijd weer licht na de duisternis.
Maar ook zie ik God als ultiem
vertrouwen in het beeld van de
herder. Eigenlijk is God alles en
overal.’
‘Maar als God alles is, is God dan ook
de slechte dingen? Dat lijkt me toch
niet. God is ook heel veel dingen niet,
volgens mij. God is liefde, als tegenhanger van het kwaad. Het kwaad
bestaat namelijk ook.’
‘God kan alles zijn, maar zeker niet
de slechte dingen. Dus misschien is
‘God is alles’ niet de juiste beschrijving. Maar ik bedoel dat mijn beeld
van God altijd is dat hij of zij er is als
het nodig is. Dus God is misschien
niet alles, maar wel overal.’
‘Is het daarom dan ook dat mensen
uitkomen bij God als een leeg papier
of een wit vlak?’
God is blanco
‘Ik heb zeer veel moeite met een
beeld van God. Alle beelden die ik
van God heb en had, zijn negatief.
Dat komt uit mijn verleden. Ik weiger
daarom een beeld van God te kiezen.
Ik dénk ook niet op die manier. Maar
als ik er dan toch eentje moet kiezen,
zie ik God als een leeg papier. Om
aan te geven dat ik los wil komen van
de beelden van mijn verleden.’
‘Ik vind het dan wel bijzonder dat u
hier zit. Als uw beeld van God en het
geloof zo negatief is, zou ik me
kunnen voorstellen dat u het geloof
helemaal zou afzweren.’
‘Ik probeer antwoord te geven op die
worsteling. Ik heb later in mijn leven
via mijn werk mensen leren kennen
die dingen deden waardoor ik weer
een positief beeld kreeg van God en
geloof. Zij deden het goede voor de
mens. Dat is de enige reden dat ik nu
hier zit. Ik heb misschien altijd wel
geweten dat God iets positiefs kon
zijn. Ik geloof nu niet meer in die
God van vroeger, maar ik geloof nog
wel. Anders zat ik hier niet. Als je
maar lang genoeg zoekt en wilt
vinden, kom je er.’
‘Maar dan is uw beeld niet meer
helemaal een leeg papier, maar zijn
het misschien uw collega’s die uw
beeld van God een draai hebben
gegeven.’
‘....Misschien wel. Als ik er zo aan
denk emotioneert dat me. Ik heb het
nog nooit zo bekeken. Dank je...’
God is een gele beer
‘Ik heb heel lang één beeld gehad bij
God. Het beeld van een gele beer met
uitgespreide armen en benen. Toen ik
erachter kwam dat dat beeld overeen
kwam met de knuffel die ik bij mijn
geboorte kreeg, verdampte dat beeld.
Ik wist toen dat het niet God, maar
mijn knuffel Bobby was. Deze
realisatie kwam pas in mijn tienerja-
‘Ja, vooral nu ik weet dat het geleid
heeft tot een meer abstract idee van
God. Het abstracte beeld leg ik uit als
inspiratie en als God is altijd bij je.
Dat is wat ik ervaar. Het beeld van
God is het beeld van een God die
inspireert. Ik noem mijzelf graag
agnost, maar het beeld van die God
laat me niet los.’
‘Er kwam geen beeld in de plaats van
je knuffel. Maar God is altijd bij je is
toch ook een beeld?’
‘Ja, dat is een soort van beeld, dat is
waar. Het idee van God, daar heb ik
wel wat mee. Of dat nou concreet is
of niet.’
‘Wat is dan het verschil tussen een
idee van God en een beeld van God?’
‘Dat is er misschien ook niet. Het is
multi-interpretabel. Het is voor mij
ook niet echt van belang. Het bezig
zijn met geloof is heel belangrijk. Dat
grijpt me.’
God is onnoembaar
‘Maar ik heb toch echt wel iets met
die beelden. De bijbel staat niet voor
niets helemaal vol met die beelden.
Dat komt toch ergens vandaan?’
‘Ja, maar is dat niet gewoon omdat
mensen vroeger verhalen vertelden
om boodschappen over te brengen?’
‘Die verhalen komen uit de overlevering, dat is waar. Maar die verhalen
en beelden overleven al eeuwen.
Kennelijk inspireert dat. Of het nou
een gele beer is of voetstappen in het
zand. Of zelfs de letterlijk beelden als
God is een rots, God is een herder,
God is een Adelaar enzovoort.’
‘Is God dan gewoon heel persoonlijk?
Zijn alle beelden en alle gesprekken
een manier om God te vatten in iets
wat we begrijpen?’
‘Iedereen doet dat voor zichzelf.
Geloof is iets heel persoonlijks en de
beelden die jij bij God hebt, of juist
niet hebt, ook. God is alles en God is
niets.’
‘God is alles en God is lang niet alles.
Wat jij wilt’. <<
‘Eigenlijk is God niet te vatten in een
beeld. Het is groot, almachtig,
onnoembaar. We kunnen ons er geen
voorstelling van maken, denk ik.’
17
boeken & bladen
Tenzij anders vermeld, zijn de bijdragen op deze pagina’s
van de hand van Martin Maassen, [email protected]
zelfexpressie
Nederlandse politiek
Een cultuur die ertoe leidt dat
minister Plasterk wegkomt met zijn
opzichtig falende bezuinigingsbeleid
ten aanzien van de Geheime Dienst
(AIVD).Toezicht en tegenspraak
worden ontkracht. Wat rest is een
‘politiek van de aandacht’, waarbij
ieder debat op voorhand verwordt tot
zelfexpressie.
Judas is geen gemakkelijk, wel een
intrigerend boek. Betiteld als een
roman is Judas veeleer een beschouwend essay in verhaalvorm, en nog
meer een literaire verdediging van
Oz’ overtuiging van de noodzaak
compromissen te sluiten.
door Jehannes Regnerus
Judas, Amos Oz, uitgeverij De Bezige Bij,
€ 24,90
Haagse invloeden. Hoe de Nederlandse
politiek echt werkt, Tom-Jan Meeus,
uitgeverij Nieuw Amsterdam, € 18,99
missie
Kerkelijke beeldvorming
verraad
Zaak van perspectief
In de vier evangeliën lezen we over
het verraad van Jezus door Judas
Iskariot. In Judas, de nieuwe roman
van de Israëlische schrijver Amos Oz,
wordt deze Judas echter opgevoerd
als een idealist. Hij stelde alles in het
werk om Jezus te laten kruisigen. ‘Jij
bent de verlosser. Jij bent de zoon van
God. Jij bent voorbestemd alle
mensen te verlossen, wie ze ook zijn.’
De vraag is of Judas ook over de
auteur zelf gaat. Ook Oz is ooit van
verraad beschuldigd, toen hij na
Hoe realistisch is dat, missionair zijn in een cultuur die steeds
minder in het christelijk geloof geïnteresseerd lijkt te zijn? Als
kerkgroei niet lukt en de cultuur zich nauwelijks laat beïnvloeden, waarom zou je dan nog de brug naar andersdenkenden
oversteken? Dit unieke boek biedt een diepgravende, toegankelijke en inspirerende visie voor christenen in een postchristelijke cultuur.
Afgelopen december kreeg ik met Sinterklaas het boek Extreem Luid & Ongelooflijk Dichtbij van Jonathan
Safran Foer. Zo’n drie jaar geleden had ik de gelijknamige film met Tom Hanks en Sandra Bullock al
gezien, en die vond ik erg indrukwekkend. Het verhaal speelt zich af in Amerika na 9/11. De negenjarige
Oskar heeft tijdens de aanslagen zijn geliefde vader verloren, met wie hij een uitstekende en speelse
band had. Oskar heeft moeite zijn verlies een plaats te geven en zet zich fel af tegen zijn moeder.
Wanneer hij een briefje van zijn vader vindt, ziet hij dat als een aanwijzing voor een raadselspelletje.
Hij gaat in zijn eentje in Manhattan op zoek naar de oplossing, en ontmoet daarbij verschillende
mensen met hun eigen verhaal, verdriet en leven. Uiteindelijk vindt hij een antwoord en komt er een
verrassende en ontroerende onthulling. Oskar blijkt nooit zo alleen te zijn geweest als hij dacht.
Het boek is prachtig vormgegeven, met foto’s en raadselbriefjes. Verschillende lettertypen en -grootten
maken het lezen tot een meerdimensionale ervaring. Ik heb het boek in één keer uitgelezen.
Els Rijkmans, Hoogezand
Extreem Luid & Ongelooflijk Dichtbij , Jonathan Safran Foer, Anthos, € 12,50
18
‘Dit boek steekt met kop en schouders boven de rest uit.’ Trouw *****
afloop van de zesdaagse oorlog van
1967 de Israëlische bezetting van de
westelijke
Jordaanoever en de GazaEr waait een missionaire wind door Nederland. Maar de secularisatie gaat door en veel kerken ervaren al het gepraat over
strook
bekritiseerde en fanatiek
‘zending’, ‘opwekking’, ‘groei’ en ‘verandering’ als weinig realistisch. Is het mogelijk om vast te houden aan de missionaire kern
begon
streven
naar
van het te
christelijk
geloof en tegelijk
serieuseen
te nemencompromis
dat maar
weinig mensen in Nederland het christelijk geloof de moeite
metwaard
devinden?
Palestijnen.
Dit boek legt uit hoe dat kan. Het is gebaseerd op de ervaringen
die de auteur heeft opgedaan in verschillende contexten, waaronder Amsterdam. Het geeft inzicht in recente ontwikkelingen
in de zendingstheologie en houdt steeds oog voor de praktijk.
Aan de hand van het verhaal van de
Vreemdelingen en priesters is een inspirerend boek voor een
25-jarige
Sjmoeël Asj, dat zich in
hoopvolle minderheid.
Jeruzalem
afspeelt
in deaanwinter
Stefan Paas (1969)
is hoogleraar missiologie
de Theologi- van
sche Universiteit Kampen en hoogleraar missiologie en interculturele
theologie aan
in Amsterdam.
1959,
schetst
Ozde Vrije
deUniversiteit
politieke
realiteit.
Daarnaast is hij ouderling in de christelijke gemeente Via Nova
in Amsterdam.
De tobber Sjmoeël besluit zijn studie
geesteswetenschappen af te breken.
Een verraad richting zijn goedwillende ouders, die hem financieel niet
meer kunnen ondersteunen. Sjmoeël
krijgt een baantje bij Gersjon Wald,
een oude man die nauw betrokken is
geweest bij de oprichting van de staat
Israël. ’s Avonds leest Sjmoeël de
oude man voor, en vervolgens praten
ze urenlang over het zionisme en het
conflict tussen de joden en de Arabieren. Een centrale rol in de gesprekken speelt de in 1950 overleden
joodse leider Sjealtiël Abarbanel.
Hij viel in ongenade toen hij Ben
Goerion, de eerste premier van Israël,
ervan wilde overtuigen dat een staat
waarin joden en Arabieren tezamen
naast elkaar woonden, de beste oplossing was voor het conflict. In de
ogen van zijn zionistische kameraden
was Abarbanel een verrader.
isbn 978 90 239 7044 6 | nur 700
www.uitgeverijboekencentrum.nl
Een meerdimensionale ervaring
Stefan Paas Vreemdelingen en priesters
NRC-redacteur Tom-Jan Meeus
ontving in 2015 de Anne Vondelingprijs voor politieke journalistiek. In
zijn boek Haagse invloeden laat hij
zien dat die lauwerkrans terecht aan
hem is uitgereikt. Aan de hand van
een tiental thema’s beschrijft Meeus
hoe Nederland is veranderd van een
consensusland met veelgeroemd
poldermodel in een conflictmaatschappij. Democratie is ‘een zaak van
voornamelijk bange mensen geworden’. Over politici die message control
(controle over de beeldvorming naar
buiten toe) centraal stellen en verzanden in ‘minipolitiek’ zegt hij:
‘Liever een zuiver standpunt voor de
achterban van de eigen partij dan een
prestatie voor de hele bevolking:
eigen opinie eerst.’ Meeus duikt in de
krochten van de PVV – achterdocht
als Leitmotiv met een ‘dissidentenfabriek’ tot gevolg – en beschrijft hoe
Wilders en de zijnen met stilzwijgend
toegekende tonnen overheidssubsidie
een vooringenomen anti-EuropeseUnie-onderzoek laten uitvoeren.
Ook bezoekt Meeus de meest
gemiddelde gemeente van Nederland
qua stemgedrag: Woerden, waar
‘totale apathie’ heerst en de mensen
een gruwelijke hekel hebben aan de
Haagse minipolitiek. De laatste
acteur in het parlement, oud-D66Kamerlid Boris van der Ham, weigert
de journalist een interview, maar
werpt hem wel een nietszeggend
‘quootje’ toe. Het is allemaal tekenend voor de politieke cultuur van
message control die Meeus beschrijft.
Paas Vreemdelingen 2e druk 2015r.indd 1-3
Stefan Paas
Vreemdelingen
en priesters
Christelijke missie in een postchristelijke omgeving
9 789023 970446
boekencentrum
14-10-15 10:25
Het boek Vreemdelingen en priesters
van Stefan Paas lezen is een beetje als
kijken naar een Discovery documentaire: het lijkt allemaal prachtig en
interessant, tot je bij dat ene stukje
komt waar je toevallig zelf verstand
van hebt. Dan blijkt het allemaal
flinterdun en nét niet helemaal waar.
En dat zet al het andere dat jou even
tevoren zo geloofwaardig overkwam,
op losse schroeven.
postchristelijke samenleving ben ik
het hartgrondig eens. Tegelijkertijd
is het allemaal niet voor mij bedoeld.
Paas schrijft vanuit en voor een kerk
die zichzelf verstaat als volkskerk, als
belangrijke speler op het (landelijk)
toneel. En dat is niet mijn kerk.
Daarom is zijn conclusie verwarrend:
de toekomst is ‘een priesterkerk,
kleine gemeenschappen waarin de
gemeenteopbouw draait om het
luisteren naar God en het opbouwen
van betekenisvolle relaties met de
omgeving’.
Paas doet alsof hij zojuist het wiel
heeft uitgevonden, maar in feite
bestaat dit soort gemeenschappen al
in allerlei hoedanigheden sinds het
prille begin van het christendom.
En daarin herken ik onze eigen
doopsgezinde gemeenschappen. Paas
niet – die spreekt net niet smalend
over neo-anabaptistische visies die
zeer negatief tegenover de wereld
staan, en die veel te zwart afschilderen om boven het sektarische uit te
kunnen stijgen. Daar herken ik ‘mijn
clubje’ dan weer niet in. Dat net-nietsmalende is kenmerkend voor Paas,
die als geen ander in staat is iets
volkomen neer te sabelen, om dan te
zeggen: ‘Niets ten kwade overigens’
en het vervolgens af te maken met:
‘Naar mijn besef is dit echter…’. Het
lijkt allemaal vriendelijk, maar heeft
het giftige angeltje van iemand die
het allemaal beter weet. En toch, ondanks de onkrabbare jeuk vanwege
het zelfgenoegzame, is het boek het
lezen waard. Juist dat schurende zorgt
ervoor dat je zelf helderder voor ogen
krijgt waar jij staat in de missie. Niet
onbelangrijk.
besproken boeken en
door Wieteke van der Molen
bladen geven de waardering
De zonnetjes bij de
van de recensent weer.
Ondertussen doet Paas een uitstekende poging om het vieze smaakje
rond ‘missie’ (of zending) weg te
spoelen. Hij is grondig en kundig in
zijn weergave. Met zijn analyse van de
huidige positie van de kerk in een
Vreemdelingen en priesters. Christelijke
missie in een postchristelijke omgeving,
Stefan Paas, uitgeverij Boekencentrum,
€ 19,90
Die kan uiteenlopen van
één zonnetje (niet best) tot
vijf (mag op uw nachtkastje
niet ontbreken).
19
mondigenbondig
rechtkomt qua werk. Wel blijf ik het
liefst in het Noorden wonen, daar pas
ik het best met mijn Friese nuchterheid.’
Oorsprong
‘Vertrouwen vormt voor mij
de basis van alle relaties’
‘Ik heb niet zoveel associaties bij dat
woord, behalve dan dat het de naam
is van de straat waar Dopersduin
staat. Al moet ik dan wel weer denken
aan wat ik in op mijn achttiende in
mijn belijdenis schreef. Een middagdienst tijdens één van de vakantieweken op Dopersduin, vormde de
oorsprong van het feit dat ik mij meer
in het geloof ging verdiepen, naast de
standaard kerkbezoekjes op zondag.
Die dienst vormde daarmee dus ook
de oorsprong van mijn belijdenis.’
in de bijbel. Ik heb er ooit een keer
een serie van gelezen, maar die was
zo langdradig dat ik de serie niet
uitgelezen heb. Dat is me verder nog
nooit overkomen. Ik kan heel weinig
met dat boek in de bijbel, omdat het
me allemaal zo vaag en onwerkelijk
voorkomt. Dan heb ik meer met de
praktische voorbeelden uit de
evangeliën en het Oude Testament.’
Leraar
Angst
Gelukkig is vandaag mijn kantoordag:
dat betekent dat er tijdens het typen
veel grapjes worden gemaakt en het
werk net wat gezelliger is.’
‘Hoeveel mensen hebben in deze
rubriek al Jezus genoemd? Haha! Ik
denk dat Jezus voor veel mensen
zeker een leraar was. Ook ik kan nog
steeds veel leren van de voorbeelden
uit de bijbel. Tegelijk denk ik dat heel
veel mensen een leraar voor mij
kunnen zijn, zolang ik maar durf te
luisteren en me openstel. Iedereen
die jij laat vertellen heeft een verhaal,
en kan iets naar voren brengen waarover je tot dan toe nog nooit had
nagedacht. Alleen ben ik altijd heel
kritisch en wil ik heel graag mijn
eigen verhaal vertellen. Daardoor
luister ik niet genoeg naar anderen.’
Morgen
Openbaring
‘Mijn toekomst ligt best nog wel
open. Dat is erg leuk, maar ook
spannend. Ik ben afgestudeerd
godsdienstwetenschapper en bijna
klaar met mijn studie pedagogiek.
In beide vakgebieden is weinig werk
te vinden. Daarom ben ik mijn eigen
website www.geloofinontwikkeling.nl
gestart, in de hoop daarmee workshops te kunnen genereren en
misschien een bedrijfje op te starten.
Daarnaast ga ik de komende drie
tot zes jaar aan de slag bij mwc als
Europees representant van de doopsgezinde jongeren. Ook dat levert veel
op. Waar ik ga wonen en wat ik verder
allemaal ga doen, hangt ook een
beetje af van waar mijn vriend te-
‘Openbaring’ vormt het laatste boek
‘Angst en stress zijn twee valkuilen in
mijn leven. Ik ben een echte stresskip
en maak me altijd zorgen om van
alles. Daardoor verpest ik vaak van
tevoren dingen al een beetje, terwijl
er dan eigenlijk helemaal niet zoveel
is om me druk over te maken. Mijn
eerste overdenking ging ook over het
thema angst, met daaraan gekoppeld
de tekst van Psalm 91: 1-2. Het zijn
verzen die ik altijd probeer te onthouden:
1 Wie in de beschutting van de
Allerhoogste woont en overnacht
in de schaduw van de Ontzagwekkende,
2 zegt tegen de Heer: ‘Mijn
toevlucht, mijn vesting,mijn God,
op u vertrouw ik’.’
tekst Jan Willem Stenvers – foto Rinus Bijkerk
Jantine Huisman (25) woont in Groningen en is lid van de
doopsgezinde gemeente Joure. Onlangs werd ze verkozen tot
Europees jongerenvertegenwoordiger naar het Doopsgezind
Wereld Congres (mwc).
J
antine werkt als tekstschrijver
bij een marketingbureau en gaat
regelmatig voor als lekenpreker
in verschillende gemeenten.
Hemel
‘Vroeger dacht ik altijd dat de hemel
een plek was met een boel witte
wolken, grasvelden en regenbogen.
Tegenwoordig ben ik meer bezig met
de term ‘hemel op aarde’. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de aarde
voor alle mensen een zo fijn mogelijke plek wordt? Maar daar moet je
wel voorzichtig mee zijn, want wat
voor mij de hemel is kan voor een
ander een regelrechte hel zijn. Toch
denk ik dat naar tolerantie streven,
begrip hebben voor de ander en het
verzorgen van de basisbehoeften al
snel leidt tot een soort hemel op
aarde voor iedereen.’
20
Zondag
‘In veel gevallen is de zondag voor
mij een werkdag. Gemiddeld één keer
in de twee weken sta ik op de preekstoel om een dienst te verzorgen.
Hartstikke leuk, maar het betekent
wel dat ik de rust van de zondag af
en toe mis. Als ik geen dienst heb
ga ik het liefst naar de kerk in Joure
waar ik vandaan kom. De middagen
bestaan uit het kijken naar sport.
Dat kan ik echt hele middagen doen:
schaatsen, darts, snooker, volleybal,
wielrennen – ik kijk overal naar. Als
het mooi weer is ga ik ook graag een
uurtje naar buiten.’
Vandaag
‘Momenteel ben ik aan het werk als
tekstschrijver. Ik schrijf teksten voor
klusbedrijven zoals loodgieters, elektriciens, zonwering-experts en dakspecialisten. Wel grappig om te doen,
maar natuurlijk niet mijn droombaan.
‘Ik kan heel weinig met dat boek
in de bijbel, omdat het me allemaal
zo vaag en onwerkelijk voorkomt’
colofon
U kunt uw bijdrage overmaken op
Doopsgezind NL is een uitgave van
Algemene Doopsgezinde Sociëteit
de Algemene Doopsgezinde Sociëteit
onder vermelding van ‘dnl 2015’.
iban nl19 abna 0243 4938 86 t.n.v.
(ads) en verschijnt tien keer per jaar.
Het blad wordt tegen een vrijwillige
Hoofdredactie Johan Tempelaar
bijdrage toegezonden aan alle leden
(coördinator communicatie)
van doopsgezinde gemeenten.
Eindredactie Marijke van Duin
Vrienden en belangstellenden die
Redactie Kalle Brüsewitz, Yko van
het blad willen ontvangen, betalen
der Goot, Martin Maassen, Wieteke
€ 40,– per jaar. U kunt zich opgeven
van der Molen, Tea Rienksma, Marion
via de contactgegevens in dit colofon.
Slotboom, Jan Willem Stenvers
Vertrouwen
‘Vormt voor mij de basis voor alle
relaties. Als ik iemand niet vertrouw
kan ik geen zekerheid uit het contact
halen, en zal ik dus weinig nuttigs
over mezelf vertellen. Kijk, ik kan een
heleboel kletsen, maar pas wanneer ik
je echt vertrouw zal ik ook emoties
laten zien en vertellen wat mij werkelijk bezighoudt. Zonder vertrouwen
kom je denk ik nergens: niet in je
relatie met vrienden, familie en
partner, en niet in je relatie met God.’
Ego
‘Bijna iedereen heeft een duidelijk
aanwezig ego, ook ik. Het is denk ik
de kunst om je ego zoveel mogelijk
aan de kant te zetten, om zo anderen
de kans te geven.’
Mondig en Bondig
‘Hoewel de meeste doopsgezinden –
inclusief mijzelf – zeer mondig zijn, is
het bondige nogal eens ver te zoeken.
Ik denk dat dit mijn nieuwe voornemen wordt: in plaats van alleen maar
mondig, ook bondig te zijn in wat ik
zeg!’ <<
Ontwerp & opmaak Susan
de Loor, Kantoordeloor, Haarlem
Druk gbu Grafici, Urk
Advertenties Saskia Meerts
Oplage 7.500
Papier G-Print Proost & Brandt,
fsc-gecertificeerd
Contact redactie & advertenties
Singel 454 | 1017 aw Amsterdam
t 020 623 09 14 | [email protected]
www.doopsgezind.nl
Abonnement Groot letter
cbb 0341 56 54 99 of [email protected]
Het volgende nummer van
Doopsgezind NL verschijnt begin
maart 2016. Reacties voor
‘ingekomen’ uiterlijk 8 februari
2016 aanleveren. Brieven dienen kort
en zaakgericht te zijn. De redactie
behoudt zich het recht voor om
bijdragen in te korten of niet op
te nemen.
© ads 2016
21
Menno in beeld
kort
kerstkribtogram
Oplossingen, Doopsgezind NL 12-1, 2015
Drieluik Menno Simons
Horizontaal
5 AUB 7 Waterleiding 11 Schaarbeweging 12 Topinkomen 13 Eieren
14 Celstof 15 Dekmantel 17 Toezegging 18 Tenor 21 Paasviering
23 Sterk 24 Eettent 25 Misleiding 27 Engel 28 Hakkenbar 29 Surfpak 31 Onknap 32 Houdbaar 33 Tante Verticaal 1 Kansspelbelasting
2 Alfa 3 Uitbeelden 4 Onregelmatig werkwoord 6 Bergrede 8 Er
hangt iets in de lucht 9 Gideon 10 Aftocht 16 Trottoirband 18 Geit
20 Joke 22 Instapkaart 25 MP 26 Gerijpt 30 Fluit
Menno Simons is doorgaans niet zo in beeld.
In kerkenraadkamers hangen wel vergrijsde
versies van zijn vriendelijke gelaat, maar hij
heeft nooit een heel goede naam gehad onder
de Nederlandse doopsgezinden.
tekst Gerke van Hiele – beeld ‘Sporen van Menno’
I
k denk dat we hem zo tekort doen. Vandaar deze kleine reis
langs de portretten van driemaal
een andere Menno: rebels, vroom
en kleurrijk. We mogen best wat
dwarser worden, wat geloviger en
wat minder grijs. Niemand weet hoe
Menno Simons eruitzag. Er zijn wel
korte beschrijvingen van zijn uiterlijk,
maar de eerste afbeeldingen zijn van
na zijn dood. Portretten werden in die
jaren natuurlijk wel gemaakt, maar
alleen van voorname mensen – niet
van vervolgde doperse oudsten.
Je kunt je ook niet voorstellen dat
Menno zou hebben geposeerd voor
een schilder.
De rebelse Menno
(van boven naar onder)
De rebelse Menno,
de vrome Menno
en de kleurrijke Menno
22
Piet Visser liet deze Menno aan het
woord in de gelijknamige glossy.
Een heel energiek man. Hij is de
kampioen van de dwarse dopers, de
eigenheimers, en van een Frisian
design doe-het-zelf geloof. Hij
begrijpt er niks van dat zijn volgelingen zo braaf kerkelijk en stil zijn
geworden. Hij begon iets nieuws
buiten de bestaande kaders van zijn
tijd. Hij durfde van alles te zeggen,
ging voor een invulling die radicaal
anders was. Deze Menno was rebels
en tegendraads. Iemand met het
lef om de deur achter zich dicht te
prijswinnaars
> Driedaags b&b-arrangement op Dopersduin voor twee personen
G.J. Akkerman-Schukking uit Heemstede
> WakaWaka Power
Z. Polman-Dorenbos uit IJhorst
> 3 x Stripboek Wereldheerschappij in beeld
Aline Brienne uit Medemblik
Jan Fokke Meirink uit Vleuten
Albert Kok uit Den Burg
De vrome Menno
De kleurrijke Menno
Het mooie van de bekende zeefdruk
uit het Mennojaar 1996 is dat het een
dubbelbeeld is in drie kleuren. Er zit
beweging in. Er zijn verschillende
contouren, er is ruimte voor hoe de
beelden doorwerken in de kring van
mensen die op zijn spoor verdergingen. Deze Menno is al ons grijs
Doopsgezinde kerk, Frankestraat 24, Haarlem | € 25,- inclusief koffie, thee
en lunch | opgave via de secretaris van de dhk, [email protected]
studieweekend
Weg van de Tora deel 4
trekken en opnieuw te beginnen. Hij
is niet met zijn gelijk in een hoekje
gaan zitten, maar had de moed een
nieuw spoor te trekken.
Deze Menno hing bij mijn Beppe
thuis. Ik herinner me dat ik er als
kind door werd gebiologeerd. Het
was alsof hij iets wist waar ik me nog
niet van bewust was. Hij was me ook
een maatje te groot. Hij keek zo
droevig – dat had vast te maken met
de moeilijke tijden waarin hij leefde.
Hij wijst met zijn vermanend vingertje naar zijn geliefde Fundamenttekst
(1 Cor3:11). Maar waarom was hij
eigenlijk niet blij dat hij deze vaste
grond onder zijn voeten had gevonden? Is geloven dan alleen een
opgave? Ik begrijp wel dat hij zich in
zijn schuilkerk heeft teruggetrokken.
Maar zien we ook zijn ernst? Dat het
hem menens was en hij er echt wat
voor over had? Niks vrijheid, blijheid.
En we hoeven van hem helemaal
geen stillen in den lande te blijven.
In beide publicaties treden nogal wat doopsgezinde families op.
Reden genoeg voor de dhk om een studiedag te organiseren over
de vraag of en in hoeverre een buitenplaats doopsgezind kan zijn.
In lezingen en excursies worden diverse sociologische, kunsthistorische en landschappelijke aspecten van dit thema bezien.
De prijswinnaars hebben persoonlijk bericht ontvangen.
voorjaarsbijeenkomst
Doopsgezinde Historische Kring
en zwart-wit voorbij. Hij ademt
openheid, het is net alsof we kunnen
aanhaken en samen met anderen op
zoek gaan naar nieuwe wegen. Hij
heeft ook iets stevigs, hij waait niet
zomaar om en niet met alle winden
mee, al werd hem dit vroeger wel
verweten. Ik zie die veelkleurigheid
als een uitdaging om te gaan pionieren, breken en bouwen. Niks saais
of stoffigs aan. Integendeel: dopers
en dwars, vroom en vrij, kleurrijk en
krachtig.
Zie Sporen van Menno, door Piet Visser
en Mary Sprunger, met alle bijna
honderd portretten.
Op zaterdag 19 maart houdt de Doopsgezinde Historische Kring
de voorjaarsbijeenkomst in Haarlem over het thema: ‘Doopsgezinde
Buitenplaatsen’. De bijeenkomst begint om half elf en sluit om
vier uur.
In 2015 werden twee boeken over de geschiedenis van buitenplaatsen
in Nederland gepubliceerd. Onder redactie van Yme Kuiper en Ben
Olde Meierink verscheen Buitenplaatsen in de Gouden Eeuw, de rijkdom
van het buitenleven in de Republiek, Hilversum 2015. René Dessing
schreef De Amsterdamse buitenplaatsen. Een vergeten stadsgeschiedenis.
Kennemerland, Gooi, ’s-Graveland, Vecht, Angstel en Amstel, Utrecht 2015.
volgende nummer
Thema: De tuin
> René Dessing over de schilderkunstige iconografie van
doopsgezinden op bestaande en verdwenen buitenplaatsen
> Leonard Springer (1855-1940), tuin- en landschapsarchitect,
dendroloog en verzamelaar
> De tuin der lusten…
en nog veel meer…
Deel 4 van de serie Weg van de Tora verschijnt in het voorjaar van 2016.
Naar aanleiding daarvan wordt op 15 en 16 april een studieweekend in
Fredeshiem georganiseerd. In de serie zijn artikelen gebundeld die
drs. Dodo van Uden gedurende de jaren 1994 tot en met 2011 schreef
voor het toenmalige Algemeen Doopsgezind Weekblad, nu Doopsgezind
NL. In ieder deel – er zullen vijf delen verschijnen – worden verschillende onderwerpen uit de vijf boeken van Mozes (Genesis tot en met
Deuteronomium) behandeld aan de hand van klassieke joodse uitleggingen en commentaren.
De Tora is in de christelijke traditie dikwijls gezien als ‘de wet’,
waarmee de werkelijke betekenis als ‘onderwijzing, lering ‘uit het oog
werd verloren. Je zou kunnen zeggen dat men hierdoor ‘wegraakte’
van de Tora. De bedoeling van de serie Weg van de Tora is bij te dragen
aan het terugvinden van de oorspronkelijke betekenis van de Tora:
een wegwijzer voor het leven.
Het studieweekend staat onder leiding van theologe drs. Dodo van
Uden, gespecialiseerd in het Oude Testament en het rabbijnse
jodendom, en een van de andere leden van de ads Commissie
Joden-Christenen. Bestudeerd worden enkele artikelen over Sodom
en Gomorra (Genesis 18-19). Het weekend is ook toegankelijk voor
mensen die niet eerder een studieweekend over Weg van de Tora
hebben gevolgd.
Vrijdag 15 april vanaf 17.00 uur t/m zaterdag 16 april tot 16.00 uur
€ 130,– p.p. (2-pk) | € 145,– p.p. (1-pk), incl. overnachting, ontbijt, lunch,
diner, koffie en thee. Bij de kosten is tevens inbegrepen een exemplaar
van deel 4 van Weg van de Tora.
Informatie en aanmelden: [email protected] | www.fredeshiem.nl
0521 53 51 00
Locatie: Buitengoed Fredeshiem | Eiderweg 2 | Steenwijk-De Bult
Het binnenkort te verschijnen deel 4 van de serie is, net als de andere delen,
ook los te bestellen als e-book of print on demand bij de ads:
020 6230 914 | [email protected]. De kosten per deel zijn € 7,–.
De vijf delen tezamen kosten € 30,–. Op http://www.doopsgezind.nl >
publicaties > boeken kunt u een gratis proefboekje downloaden.
23
kunstbeschouwing
Anish Kapoor
Als zien echt zien wordt
Kijk voor u verder leest eens goed naar
de beelden op deze pagina. Bedenk wat
u ziet. Is het echt? Is het nep? Is het
rond? Is het een foto? Is het een schilderij? Is het een sculptuur? Is het plat?
Is het 3D? Is het groot? Is het klein?
Wat ziet u? Wat zeggen uw ogen?
tekst Kalle Brüsewitz
24
D
David Hockney
The Brooklyn Bridge
fotocollage, 1982
vanuit hetzelfde perspectief bekijkt. Pas daarna wordt er
een kloppend beeld van gemaakt: de foto die u herkent
als de foto die uzelf zou maken vanaf een en dezelfde
positie.
at het oog slechts een klein onderdeel
uitmaakt van wat je ziet, is geen nieuws.
Dat je ogen en je hersenen niet altijd goed
communiceren, ook. Het fenomeen
optische illusie speelt bijvoorbeeld met het verschil tussen
wat je ziet en wat je hersenen ervan maken. Ook kunstenaars spelen met het gegeven dat je ogen en hersenen
twee aparte dingen zijn. Dat is zeer interessante materie.
Wat zien je ogen nou echt, en vanaf welk moment gaan
je hersenen een rol spelen? Het antwoord is eenvoudig:
je ogen zien niets, alleen je hersenen zien. Maar toch.
De afbeelding links is ‘Untitled 3’ van de Brits-Indiase
kunstenaar Anish Kapoor. Ziet u een platte cirkel in
verschillende tinten blauw? Dat is begrijpelijk. Maar
eigenlijk is het een halve holle bol. Het is een sculptuur
die alleen echt goed gezien kan worden door te bewegen.
Kapoor gebruikt het principe van een duif: een duif
beweegt met zijn kop om diepte te zien. Dus anders dan
u misschien denkt zie je beweging niet door te kijken,
maar kijk je door te bewegen. Pas als je om deze sculptuur heenloopt en je wisselt afstand en perspectief ten
opzichte ervan, zie je het werk zoals het is.
Terug naar de afbeeldingen. De afbeelding rechts
is ‘Brooklyn Bridge’ van de Engelse kunstenaar David
Hockney. De foto is opgebouwd uit honderden foto’s.
Niet vanuit één positie, maar vanuit één perspectief. Bij
elke stap maakte Hockney een foto van een specifiek
onderdeel van de brug. Bij elkaar gevoegd levert dat een
foto op die een misvormd totaalbeeld geeft. Toch zien je
ogen precies dat als je de hele brug op dezelfde manier,
Je ogen en je hersenen werken pas samen als je ogen
alle informatie doorgeven aan je hersenen. De conclusie
is vooral dat niets is zoals je het ziet. Echt zien is meer
dan alleen kijken. Zien is een samenvatting van een heel
proces. Zien is denken, kijken en weer denken. Zien is
bewegen. Dus loop, sluip, wandel, praat, knijp met je
ogen, sper ze wijd open, geef je over, laat varen, hou vast
en laat nooit los. Pas dan is zien echt zien. <<