en warmtepompregelaar voot HMD 2 installateur

Download Report

Transcript en warmtepompregelaar voot HMD 2 installateur

Installatie- en gebruikershandleiding
NL
Luxtronik 2.1
Verwarmings- en
warmtepompregelaar voor HMD 2
Installateurniveau
Vakpersoneel
Vertaling van de originele handleiding
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
A.u.b. eerst lezen
Pictogrammen
Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke aanwijzingen
voor het gebruik van het toestel. Deze handleiding is onderdeel van het product en dient in de directe omgeving van de
warmtepomp te worden bewaard. Deze moet beschikbaar
blijven zo lang de warmtepomp wordt gebruikt. Geef de installatie- en gebruikershandleiding aan eventuele volgende
gebruikers van het toestel.
Er wordt gebruikt gemaakt van pictogrammen in de gebruiksaanwijzing. De betekenis is als volgt:
Lees deze door, alvorens met werkzaamheden aan en met
het toestel te beginnen. Vooral het hoofdstuk Veiligheid. Volg
alle aanwijzingen volledig en onverkort op.
Het kan gebeuren dat deze gebruiksaanwijzing beschrijvingen bevat, die onduidelijk of onbegrijpelijk te zijn schijnen.
Bij vragen of onduidelijkheden a.u.b. altijd de klantenservice
of de servicepartner van de fabrikant raadplegen.
Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor personen die
met of aan het toestel werken. Ga er vertrouwelijk mee om.
De inhoud is door de auteurswet beschermd. Deze mag niet
in zijn geheel of gedeeltelijk en in geen enkele vorm worden
gereproduceerd, overgedragen, gekopieerd, in elektronische
systemen worden opgeslagen of in een andere taal worden
vertaald, zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant.
Informatie voor gebruikers.
Informatie of aanwijzingen voor gekwalificeerd vakpersoneel.
Gevaar!
Dit duidt op acuut gevaar, dat tot zwaar
letsel of zelfs de dood kan leiden.
Waarschuwing!
Dit duidt op mogelijk gevaar, dat tot zwaar
letsel of zelfs de dood kan leiden.
Let op!
Dit duidt op mogelijk gevaar, dat tot middelzwaar of lichter letsel kan leiden.
Attentie
Dit duidt op mogelijk gevaar, dat materiële schade
kan veroorzaken.
Opmerking
Gemarkeerde informatie.
Gebruikers en gekwalificeerd vakpersoneel kunnen
gegevens instellen
Geautoriseerd klantenservicepersoneel kan gegevens instellen, heeft hier wachtwoord voor nodig.
Bevoegd servicepersoneel kan gegevens instellen,
toegang alleen via USB-stick
Fabrieksinstelling, geen gegevenswijziging mogelijk
Verwijzing naar andere hoofdstukken van de gebruiksaanwijzing
Verwijzing naar andere documentatie van de fabrikant.
2
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Inhoudsopgave
Informatie voor gebruikers,
gekwalificeerd vakpersoneel en
bevoegd servicepersoneel
A.u.b. eerst lezen............................................................................... 2
Pictogrammen................................................................................... 2
Werking van de verwarmings- en
warmtepompregelaar.......................................................... 5
Doelmatig gebruik.......................................................................... 5
Uitsluiting aansprakelijkheid................................................ 5
Veiligheid............................................................................................... 6
Schoonhouden van de warmtepomp............................... 6
Onderhoud van de warmtepomp......................................... 7
Klantenservice.................................................................................. 7
Basisinformatie over de bediening
Het bedieningselement..............................................................15
Statuslicht..........................................................................................15
Display................................................................................................15
„Draai-drukknop”............................................................................15
Foutmeldingen..................................................................................16
Taal van het display..........................................................................16
Menuweergave..................................................................................16
Het standaardscherm “Verwarming”.............................16
Het standaardscherm “Warm tapwater”.....................17
Het navigatiescherm...................................................................17
Basisscherm.......................................................................................17
Weergave van andere programmaonderdelen..........................18
Weergave van speciale programma’s...........................................18
Garantie / vrijwaring................................................................... 7
Programma-onderdeel “Verwarming”
Recycling.............................................................................................. 7
Programma-onderdeel selecteren.....................................19
Instellen van de bedrijfsmodus “Verwarming”...............19
Temperatuur instellen...............................................................20
Leveringsomvang en aanwijzingen inzake
montage, installatie en demontage
Stooklijnen instellen................................................................20
Instellen van de stooklijnen van het verwarmingscircuit.....21
Instellen van de stooklijn van de menggroep 1......................24
Instellen van een vaste temperatuur........................................24
Leveringsomvang............................................................................ 7
Elektrische installatie................................................................ 8
Basisbedrading van de verwarmingsen warmtepompregelaar........................................................... 8
Tijdklokprogramma verwarming.........................................25
Stookgrens.....................................................................................25
Montage en installatie van temperatuurvoelers..... 9
Buitentemperatuurvoeler................................................................ 9
Temperatuurvoeler warm tapwater.............................................. 9
Externe retourtemperatuurvoeler..............................................10
Programma-onderdeel “Warm tapwater”
Programma-onderdeel selecteren.....................................26
Inbedrijfstelling / eerste inschakeling.........................11
Inbedrijfstelling (IBN-Assistent)....................................................11
Instellen van de bedrijfsmodus
“Productie warm tapwater”..................................................26
Parameters IBN-Assistent reset...............................................13
Eerste inschakeling...........................................................................14
Instellen van de temperatuur voor warm tapwater...27
Warmwatertemperatuur zonder naverwarming
(fabrieksinstelling).....................................................................27
Warmwatertemperatuur met naverwarming.........................28
Demontage.........................................................................................14
Demontage van de bufferbatterij.................................................14
klokprogramma productie warm tapwater...................30
Onderhoudsprogramma..........................................................30
Thermische desinfectie................................................................30
.
Programma-onderdeel “Koeling”
Programma-onderdeel selecteren.....................................31
Instellen van de bedrijfsmodus “Koeling”........................31
Koeltemperatuur instellen......................................................32
Parameters instellen..................................................................32
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
3
Informatie voor bevoegd
servicepersoneel
Programma-onderdeel “Service”
Aangestuurde warmtepomp....................................................33
Aangestuurde warmtepomp in
submenu’s wijzigen...................................................................34
Programma-onderdeel selecteren.....................................34
Informatie oproepen...................................................................34
Temperaturen oproepen.............................................................35
Ingangen oproepen.......................................................................36
Uitgangen oproepen.....................................................................36
Aflooptijden oproepen................................................................37
Bedrijsuren oproepen..................................................................38
Storingsbuffer oproepen.............................................................38
Afschakelingen oproepen............................................................39
Installatiestatus oproepen...........................................................40
Energie.............................................................................................41
BACnet............................................................................................41
Appendix
Storingsdiagnose / foutmeldingen................................62
Resetten van een storing............................................................65
Knippercodes op regelaarprintplaat.........................................65
Technische gegevens..................................................................66
Montage.............................................................................................66
Uitgangen...........................................................................................66
Ingangen.............................................................................................66
Aansluitingen.....................................................................................66
Interfaces...........................................................................................66
Beschermklasse................................................................................66
Karakteristieken temperatuurvoeler...........................................66
Meetgebied temperatuurvoelers..................................................66
Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling....................67
Belangrijke afkortingen..........................................................70
Instellingen uitvoeren.............................................................42
Datatoegang bepalen....................................................................42
Verkortprogramma oproepen....................................................42
Temperaturen vastleggen............................................................43
Prioriteiten vastleggen.................................................................46
Systeeminstelling vastleggen.......................................................47
Energiemeter / energie-efficiënte pomp..............................50
Systeem ontluchten...................................................................51
ParameterS IBN OPSLAAN.............................................................52
Selecteren van de displaytaal................................................52
Datum en tijd vastleggen..........................................................52
Opwarmprogramma....................................................................53
Temperaturen en tijdsintervallen instellen..............................53
Opwarmprogramma starten......................................................54
Opwarmprogramma handmatig beëindigen............................55
Installatieconfiguratie............................................................55
Software-update..........................................................................56
Datalogger.....................................................................................56
Contrast van het Display van
het bedieningselement instellen........................................56
Webserver.........................................................................................57
DHCP-Server......................................................................................57
DHCP-Client.....................................................................................57
Afstandsbeheer...........................................................................58
Functie ‘Afstandsbeheer’ inschakelen....................................59
De functie ‘Afstandsbeheer’ instellen....................................59
Handmatige datatransfer..........................................................60
Mogelijke oorzaken van verbindingsproblemen..................61
Informatie over de functie ‘Afstandsbeheer’........................61
4
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Werking van de verwarmingsen warmtepompregelaar
De verwarmings- en warmtepompregelaar bestaat uit
een bedieningselement en een elektronische regeling.
Deze zorgt voor de besturing van de volledige warmtepompinstallatie, de productie van warm tapwater en het
verwarmingssysteem. Het aangesloten warmtepomptype
wordt automatisch herkend.
De weersafhankelijke stooklijn van de verwarmingsinstallatie met de overeenkomstige verlagingen en verhogingen
wordt ingesteld met de verwarmings- en warmtepompregelaar.
Doelmatig gebruik
De warmtepomp mag uitsluitend voor het bestemde doel
worden gebruikt. D.w.z.:
•voor het regelen van de warmtepompen en de daarbij
behorende installatieonderdelen.
Het toestel mag alleen in overeenstemming met de technische parameters worden gebruikt.
Attentie
de verwarmings- en warmtepompregelaar mag uitsluitend worden gebruikt in combinatie met door de
fabrikant ter beschikking gestelde warmtepompen
en door de fabrikant ter beschikking gestelde toebehoren.
De productie van warm tapwater kan met behulp van een
thermostaat (door de opdrachtgever te voorzien) of een
temperatuursensor (toebehoren of bij het warmwaterbuffervat meegeleverd) naar gelang van de behoefte tot stand
worden gebracht. Het gebruik van een temperatuursensor
maakt een intelligente, adaptieve productie van warm tapwater met een hoge mate van comfort mogelijk.
Uitsluiting aansprakelijkheid
Laagspannings- en 230V-signalen worden door de verwarmings- en warmtepompregelaar consequent gescheiden. Dit
zorgt voor een maximale storingsbeveiliging.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die door incorrect gebruik wordt veroorzaakt.
Bovendien vervalt de aansprakelijkheid van de fabrikant:
•indien werkzaamheden aan de warmtepomp zijn uitgevoerd die niet conform deze gebruiksaanwijzing zijn;
•indien werkzaamheden aan de warmtepomp onvakkundig zijn uitgevoerd;
•indien er werkzaamheden aan de warmtepomp zijn
uitgevoerd die niet in de gebruiksaanwijzing staan beschreven en waarvoor de fabrikant geen uitdrukkelijke
schriftelijke toestemming heeft gegeven;
•indien de warmtepomp of componenten ervan zonder
uitdrukkelijke, schriftelijke toestemming van de fabrikant
zijn gewijzigd, om- of uitgebouwd.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
5
Veiligheid
De warmtepomp is gebruiksveilig indien gebruikt voor het
bestemde doel. De warmtepomp is ontworpen en gebouwd
volgens de huidige stand van de techniek en alle toepasselijke DIN/VDE-voorschriften en veiligheidsvoorschriften.
Iedereen die aan dit toestel werkt moet de installatie- en
gebruikershandleiding hebben gelezen en begrepen, alvorens er met de werkzaamheden mag worden begonnen. Dit
geldt ook voor personen die al eens met een dergelijk toestel hebben gewerkt of aan scholing bij de fabrikant hebben
deelgenomen.
Iedereen die aan dit toestel werkt, moet de lokaal geldige
ongevallenpreventie-instructies hebben gelezen en begrepen. Dit geldt vooral met betrekking tot het dragen van
beschermende kleding.
Waarschuwing!
Volg de aanwijzingen van de veiligheidsstickers op.
Attentie
Om veiligheidstechnische redenen geldt: neem dit
apparaat nooit van het stroomnet, behalve als het
moet worden geopend.
Attentie
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag enkel door
gekwalificeerde elektromonteurs worden
uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij en
beveilig deze tegen inschakelen, alvorens u
het toestel opent!
stekker(s) X5 en schroefklemmen X4 van de verwarmings- en warmtepompregeling staan onder
lage spanning. Gebruik alleen originele temperatuurvoelers van de fabrikant (beveiligingsklasse II).
Attentie
circulatiepompen mogen alleen vanuit de verwarmings- en warmtepompregeling worden aangestuurd. Schakel circulatiepompen nooit extern uit.
Attentie
sluit het verwarmingscircuit nooit af in richting
warmtepomp (vorstbeveiliging).
Waarschuwing!
Volg de geldige EN-, VDE- en/of lokale veiligheidsvoorschriften op bij de installatie en uitvoering van werkzaamheden aan elektrische
aansluitingen.
Attentie
gebruik alleen toebehoren dat door de fabrikant is
geleverd of vrijgegeven.
Houd rekening met de technische eisen van
de energiebedrijven ter plekke!
Waarschuwing!
Enkel gekwalificeerd vakpersoneel (verwarmings-, koel- en elektromonteurs) mag
aan dit apparaat en de componenten ervan
werken.
Attentie
6
instellingen aan de verwarmings- en warmtepompregelaar mogen uitsluitend worden doorgevoerd
door het bevoegde onderhoudspersoneel of door
gespecialiseerde firma’s die door de fabrikant geautoriseerd zijn.
Schoonhouden van de
warmtepomp
De warmtepomp kan met een vochtige doek en in de handel
verkrijgbare schoonmaakmiddelen van buiten worden gereinigd.
Gebruik geen schoonmaakmiddelen die schuren of zuur en/
of chloor bevatten. Deze middelen beschadigen het oppervlak en eventueel ook de warmtepomp zelf.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Onderhoud van de
warmtepomp
Leveringsomvang
•Verwarmings- en warmtepompregelaar (bestaande uit
een besturingsprintplaat met aansluitklemmen en een
bedieningselement met statusindicatie, beeldscherm en
draai-drukknop) als geïntegreerd bestanddeel van de hydraulische module HMD 2
De verwarmings- en warmtepompregelaar vereist geen regelmatig onderhoud.
• Buitentemperatuurvoeler voor opbouwmontage.
•Gebruiksaanwijzing.
• “Beknopte beschrijving warmtepompenregeling”.
Klantenservice
Voor technische informatie kunt u terecht bij uw installateur
of bij de lokale partner van de fabrikant.
Handleiding van uw warmtepomp,
appendix, klantendienst, adressen voor serviceaanvragen
Opmerking
plaats de beknopte beschrijving in de buurt van het
apparaat.
Opmerking
De indicaties ‘T-buiten min’ en ‘T-buiten max’ zijn
geen storingen waarvoor met de klantenservice
contact moet worden opgenomen. De warmtepomp herstart automatisch, wanneer de buitentemperatuur binnen de toepassingsgrenzen ligt.
Garantie / vrijwaring
De vrijwarings- en garantiebepalingen kunt u in de aankoopdocumenten terugvinden.
Attentie
Spreek met uw leverancier voor alle vrijwarings- en
garantieaangelegenheden.
Recycling
Als de warmtepomp wordt afgedankt, volg dan de lokaal
geldige wetten, richtlijnen en normen voor terugwinning,
recycling en het verwijderen van grondstoffen en componenten van koudemachines op.
pagina 14, „Demontage“
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
7
Elektrische installatie
7Klemmenblok voor aansluitleidingen warmtepomp 1 of warmtepomp 2 (moet overeenkomstig
worden gemarkeerd)
8Klemmenblok voor aansluitleiding elektrisch verwarmingselement
9 Aansluitklemmen (X10 modbus) voor
LIN-buscommunicatieleidingen naar warmtepomp 1 en warmtepomp 2
10 Besturingsprintplaat van de verwarmings- en
warmtepompregelaar
11 Sleuf voor optionele uitbreidingsprintplaat ‘EP 2.1’
12 LIN-bus-communicatiekabel tussen besturingsprintplaat en bedieningselement (af fabriek
aangesloten)
13Bedieningselement
Opmerking
De beschrijving van de elementaire elektrische bedrading en de aansluitschema van de aansluiting van
de hydraulische module en warmtepompen, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van de hydraulische
module 2.
Installatie- en gebruikershandleiding „Hydraulische
module 2“
Basisbedrading van de verwarmingsen warmtepompregelaar
Installatie- en gebruikershandleiding van uw apparaat, ‘aansluitschema’ en ‘schakelschema’s’ bij uw
apparaattype
Opmerking
De in- en uitgangen op de besturingsprintplaat
worden volgens het aansluitschema van de hydraulische module toegewezen. De toewijzing vindt u
aanvullend ook op de afdekking van de schakelkast.
Aansluitingen van de Bedieningselement
1 EVU-bruggen (moeten bij aansluiting van een
potentiaalvrij contact worden verwijderd)
2 Aansluitklem retoursensor TRL (aan NTC8)
3Kabelgoot met afdekkingen
4Klemmenstrook voor 1~/N/PE/230 V voeding
5Kabeldoorvoeren
6Klemmenblok voor aansluitleidingen warmtepomp 1 of warmtepomp 2 (moet overeenkomstig
worden gemarkeerd)
8
RRS485 voor aansluiting van de
ruimtebedieningseenheid (RBE)
NNetwerk
L LIN-bus op de besturingsprintplaat
S niet bezet
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Montage en installatie van
temperatuurvoelers
Attentie
Gevaar!
Markeer en boor de bevestigingsgaten, sla de pluggen in
de gaten en schroef de behuizing van de buitenvoeler
tegen de muur…
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag enkel door gekwalificeerde elektromonteurs worden uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij en
beveilig deze tegen inschakelen, alvorens u
het toestel opent!
Draai de kabelbevestigingsschroef in de behuizing van
de buitenvoeler los en voer de 2-aderige kabel (Ø ≤ 1,5
mm² per ader, kabellengte ≤ 50 m) door de kabelbevestigingsschroef in de behuizing naar binnen…
Klem de kabel vast, draai de kabelbevestigingsschroef
aan en doe de behuizing van de buitenvoeler weer
dicht.
Buitentemperatuurvoeler
De buitentemperatuurvoeler is een noodzakelijk onderdeel
voor de werking van de regelaar en wordt dan ook bijgeleverd.
Temperatuurvoeler warm tapwater
Opmerking
bij niet geïnstalleerde of defecte buitentemperatuurvoeler stelt de verwarmings- en warmtepompregelaar de
buitentemperatuur automatisch in op -5 °C. Het statuslampje op het bedieningselement brandt rood, het
display van het bedieningselement meldt een storing.
monteer de buitentemperatuurvoeler langs de
noord- of noordoostzijde van gebouwen. De buitentemperatuurvoeler mag niet blootstaan aan
rechtstreeks zonlicht.
Open de behuizing van de buitentemperatuurvoeler en
richt de temperatuurvoeler ≥ 2 m boven de grond uit
op de bevestigingsplaats. De kabelbevestiging moet
naar de grond gericht zijn…
het warmwaterbuffervat moet gevuld worden alvorens de voeler voor warm tapwater aan te sluiten op de verwarmings- en warmtepompregelaar.
Voor zover dat nog niet is gedaan in de fabriek, moet de
voeler voor warm tapwater (Ø = 6 mm) op halve hoogte
van het warmwaterbuffervat worden gemonteerd – in ieder
geval echter boven de inwendige warmtewisselaar van het
warmwaterbuffervat.
1 Buffervat warm tapwater
2Temperatuurvoeler voor warm tapwater
(Ø = 6 mm)
3Warmtewisselaar
4Koudwateraansluiting
5 Aansluiting warm tapwater
1 Behuizing buitenvoeler
2Bevestigingsgaten
3Kabelbevestiging
4Buitentemperatuurvoeler
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL De temperatuurvoeler voor warm tapwater is een optioneel toebehoren en is alleen nodig bij gebruik van een
afzonderlijk warmwaterbuffervat. U mag uitsluitend voelers
voor warm tapwater gebruiken die zijn goedgekeurd door
de fabrikant van de warmtepomp.
Attentie
Attentie
de pluggen en schroeven voor het bevestigen van
de buitenvoeler worden niet meegeleverd.
© ait-deutschland GmbH
9
Externe retourtemperatuurvoeler
De externe retourtemperatuurvoeler (optioneel) is noodzakelijk bij de hydraulische aanpassing van een buffervat
(multifunctioneel vat,…). Deze moet als volgt worden aangesloten:
ZUP
TRLext
HUP
1 Scheidings- resp. multifunctioneel buffervat
2Circulatiepomp naar het scheidingsbuffervat
(warmtepompcircuit)
3Circulatiepomp uit het scheidingsbuffervat
(verwarmingscircuit)
4 Externe retoursensor (Ø = 6 mm)
ZUP Laadcircuit warmtepomp
HUPOntlaadcircuit verwarmingscircuit
Sluit de van het buffervat komende retourtemperatuurvoeler aan op de printplaat van de verwarmings- en
warmtepomp­regelaar.
Zie aansluitschema in de handleiding van de hydraulische module 2
10
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Inbedrijfstelling / eerste
inschakeling
Op het display verschijnt eerst het menu ‘Taal’. Selecteer de gewenste taal en bevestig…
Inbedrijfstelling (IBN-Assistent)
Attentie
De IBN-assistent moet in ieder geval worden uitgevoerd, omdat alleen op deze manier de aangesloten
warmtepompen kunnen worden geadresseerd.
De besturing is uitgevoerd met een inbedrijfstellingswizard.
Deze zal u, de eerste keer dat het toestel in bedrijf wordt
genomen, begeleiden bij het instellen van de besturing. In het
hoofdmenu knippert het pictogram “GO”. Door op dit pictogram te klikken, start u de inbedrijfstellingswizard. Als de
inbedrijfstelling is afgesloten, zal dit symbool verdwijnen. Verdere aanwijzingen m.b.t. de inbedrijfstellingswizard kunt u in
de bijbehorende passages van deze gebruiksaanwijzing vinden.
Scroll in het menu naar beneden en bevestig de instellingen. Selecteer de navigatiepijl en bevestig…
Op het display verschijnt nu het menu ‘IBN-assistent’.
Stap voor stap wordt u nu door de selectiemogelijkheden voor het instellen van uw warmtepomp geleid:
•
Eerst wordt u gevraagd het nummer van uw hydraulische schema in te voeren…
(Dit nummer voor de instelling van de regelaar kunt u in de
gepubliceerde hydraulische schema’s terugvinden).
•
Daarna volgt de vraag hoeveel warmtepompen met de
hydraulische module worden gebruikt…
•
Indien 2 warmtepompen met de hydraulische module
worden gebruikt, dan moet de verwarmings- en
warmtepompregelaar nu een adressering van elke afzonderlijke warmtepomp uitvoeren. Eerst vindt de
adressering van warmtepomp 1 plaats. Hiervoor moet
de LIN-busverbinding met warmtepomp 2 tijdelijk
van de besturingsprintplaat van de verwarmings- en
warmtepompregelaar worden losgekoppeld…
Indien u nog niet vertrouwd bent met het bedieningselement en de weergegeven schermen, dient
u eerst de ‘Basisinformatie over de bediening’ vanaf
pagina 15 te lezen.
Selecteer het pictogram
op het navigatiescherm…
Op het display verschijnt het menu “Service”. Met de
draai-drukknop in het menu naar beneden scrollen tot
aan de menuoptie ‘IBN-assistent’ en vervolgens met
een druk op de draai-drukknop het programmagedeelte ‘IBN-assistent’ activeren…
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
11
•
Zodra de bevestiging gegeven is, begint de adressering
van warmtepomp 2…
Opmerking
De gevraagde bevestiging op het scherm pas geven,
als de LIN-busverbinding met warmtepomp 2 van
de besturingsprintplaat is losgekoppeld.
•
Zodra de bevestiging gegeven is, begint de adressering
van warmtepomp 1…
•
Pas wanneer de adressering van warmtepomp 1
voltooid is, verschijnt een ander scherm. Nu volgt de
volgende vraag:
•
Wanneer de adressering van warmtepomp 2 voltooid
is, wordt u gevraagd om de LIN-busverbinding met
warmtepomp 1 weer tot stand te brengen:
De voorheen van de besturingsprintplaat losgekoppelde LIN-busverbinding met warmtepomp 1 moet dus
weer worden ingestoken.
Opmerking
De gevraagde bevestiging op het scherm pas geven,
als de LIN-busverbinding met warmtepomp 1 op
de besturingsprintplaat is ingestoken.
•
Zodra de bevestiging gegeven is, wordt gecontroleerd
of de verbinding met beide warmtepompen tot stand
kan worden gebracht…
De voorheen van de besturingsprintplaat losgekoppelde LIN-busverbinding met warmtepomp 2 moet dus
weer worden ingestoken. De LIN-busverbinding met
warmtepomp 1 daarentegen moet nu tijdelijk van de
besturingsprintplaat van de verwarmings- en warmtepompregelaar worden losgekoppeld.
Opmerking
12
De gevraagde bevestiging op het scherm pas geven,
als de LIN-busverbinding met warmtepomp 2 op
de besturingsprintplaat is ingestoken en de LINbusverbinding met warmtepomp 1 van de besturingsprintplaat is losgekoppeld.
Na een succesvolle controle en verbinding met beide
warmtepompen gaat de IBN-assistent verder met volgende vragen om de instellingen van uw installatie in te
voeren, bijvoorbeeld:
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Volg de instructies en voer de benodigde gegevens in,
tot het eindscherm van de IBN-assistent verschijnt…
Instellingen opslaan, om de IBN-assistent af te sluiten.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Parameters IBN-Assistent reset
Als uw warmtepomp door een geautoriseerde klantenservice in bedrijf is gesteld en de inbedrijfstellingsparameters
zijn opgeslagen, kunt u deze parameters m.b.v. deze menuoptie weer herstellen/resetten.
Dit kan een grote hulp zijn als er instellingen zijn gewijzigd
die tot storingen van de installatie hebben geleid. Houd er
rekening mee dat alle instellingen, zoals stooklijnen, systeeminstellingen, ingestelde waarden, enz. worden teruggezet
op de waarden ten tijde van de inbedrijfstelling.
Dit heeft geen invloed op de schakelklokken.
De volgende menuopties zullen verschijnen:
13
Eerste inschakeling
Opmerking.
Bij de eerste inschakeling verschijnt eerst de taalkeuze.
pagina 52, „Selecteren van de displaytaal“
Nadat u een taal hebt geselecteerd en uw invoer bevestigd
hebt, verschijnt het volgende scherm op het display:
De opwarmfase tot het starten van de compressor
kan bij de eerste inbedrijfstelling van lucht/waterwarmtepompen meerdere uren duren
Opmerking
Bij LWD-apparaten vindt in het pompverloop een
doorstromingsbewaking plaats. Als de doorstroming niet in orde is, loopt de warmtepomp niet
aan, waarbij geen foutmelding verschijnt. Controleer hiervoor de ingang ASD. Als deze niet op AAN
staat, is de doorstroming te laag.
pagina 36, „Ingangen oproepen“
Zolang de mededeling niet met OK wordt bevestigd, wordt
geen ZWE (tweede warmteopwekker) door de regelaar
vrijgegeven.
Opmerking
Tijdens een koude start bij lucht-waterwarmtepompen is geen warmteopwekker actief.
De mededeling verschijnt altijd bij het inschakelen van de regelaar of bij het overschakelen naar het standaardmenu. Als
de warmtepomp of de ZWE1 meer dan 10 uur hebben, dit
scherm is niet meer weergegeven.
Attentie
Als de mededeling met OK wordt bevestigd, hoewel
de installatie niet vakkundig gevuld is, dan kan dit
schade aan het apparaat veroorzaken.
Bij het inschakelen van de regelaarspanning verschijnt onder
bepaalde omstandigheden het volgende:
Demontage
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag enkel door gekwalificeerde elektromonteurs worden uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij en beveilig deze tegen inschakelen, alvorens u het toestel opent!
Demontage van de bufferbatterij
Attentie
Alvorens de verwarmings- en warmtepompenregelaar wordt gerecycled, dient de bufferbatterij van de
hoofdprintplaat te worden verwijderd. De batterij/accu
kan met een schroevendraaier uit de houder worden
verwijderd. Breng de batterij/accu en alle elektronische
onderdelen gescheiden in de recycling.
Na het verdwijnen van deze mededeling kan het apparaat
zoals voorgeschreven worden bediend. Anders dient de
3-polige leiding voor de BUS-verbinding te worden gecontroleerd.
Daarna verschijnt het volgende scherm:
14
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Het bedieningselement
D o n k e r e a c h t e r g r o n d (geïnverteerd) =
Symbool of menuveld is geactiveerd.
Door het selecteren en activeren van de navigatiepijl gaat u van een menuniveau naar het volgende
hogere of lagere niveau.
1USB-aansluiting
(stekker achter het klepje)
2Display
3Statuslicht
4„Draai-drukknop”
Bepaalde menu’s vereisen dat de instellingen worden
opgeslagen. Dat gebeurt door het selecteren en activeren van .
Door het selecteren en activeren van
worden
doorgevoerde instellingen geannuleerd..
Als een menu meer opties heeft dan kunnen worden
weergegeven op het display, verschijnt er in de linker
displayrand een scrollbalk. Die geeft aan waar u zich
in het menu bevindt. Als er geen symbool of menuveld is geselecteerd, kunt u naar beneden scrollen
in het display door de “draai-drukknop” naar rechts
te draaien. Zo kunt u de niet-zichtbare menuopties zichtbaar maken. Wanneer u de knop naar links
draait, scrollt u weer naar boven in het display.
Statuslicht
„Draai-drukknop”
Ring rond de draaiknop brandt groen =
Installatie werkt correct
Ring rond de draaiknop brandt groen/rood =
functieonderbreking met automatische
reset
D r u k k e n (kort) =
Geselecteerde pictogram activeren
(= het betreffende programmaniveau
oproepen) of de geselecteerde menuoptie voor de invoer van gegevens
en waarden deblokkeren.
Ring rond de draaiknop brandt rood = storing
Display
Op het display van het bedieningselement worden bedrijfsinformatie, functies en instelmogelijkheden van de
verwarmings- en warmtepompregelaar en de warmtepompinstallatie weergegeven, evenals foutmeldingen.
Normaal is het display niet verlicht. Zodra de “draaidrukknop” wordt gebruikt, wordt de displayverlichting
ingeschakeld. De verlichting wordt automatisch weer uitgeschakeld wanneer de “draai-drukknop” langer dan 10
minuten niet wordt gebruikt.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Draaien =
Pictogram voor een gewenst programmaniveau of menuveld selecteren of
naar boven (of beneden) bewegen in
het display (scroll).
Draaien =
In het gedeblokkeerde menuveld gegevens en waarden instellen.
D r u k k e n (kort) =
Instelling van gegevens en waarden in
een menuveld beëindigen.
15
Als u de “draai-druk-knop” 3 seconden lang ingedrukt
houdt, gaat het display vanzelf terug naar het navigatiescherm.
Na nog eens 7 seconden van inactiviteit keert het programma automatisch terug naar het standaardscherm.
Foutmeldingen
Het standaardscherm
“Verwarming”
Het standaardscherm (= basismenu) dient om snel informatie te krijgen over de geselecteerde bedrijfsmodus van de
verwarming. Bovendien kunt u hier snel en gemakkelijk de
basisinstellingen van de verwarmingsfunctie instellen.
Wanneer er zich een storing voordoet in de installatie, verschijnt er een overeenkomstige foutmelding op het display.
Attentie
Alvorens u een storing bevestigt, dient u vooral
eerst de hoofdstukken “Storingsdiagnose / foutmeldingen” en “Resetten na een storing” door te
lezen.
pagina 62, „Storingsdiagnose / foutmeldingen“,
en pagina 65, „Resetten van een storing“
I n d r u k k e n (7 seconden lang) =
Foutmelding
resetten
en
warmtepompinstallatie
opnieuw
starten (= manuele reset).
Taal van het display
U kunt zelf bepalen in welke taal menu’s en teksten op het
display worden weergegeven.
pagina 52, „Selecteren van de displaytaal“
Menuweergave
De menu’s zijn zodanig gestructureerd dat menuopties die
voor de installatie ofwel het machinetype niet van belang
zijn, worden verborgen. Dit betekent dat het beeld op het
display van de regelaar van de afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing kunnen afwijken.
7
N
8
1Pictogram voor het programma-onderdeel “Verwarming”
Het pictogram Verwarming duidt aan dat de informatie
ernaast en de instellingsmogelijkheden alleen betrekking hebben op de verwarming. Als u op dit pictogram
drukt, kunt u tussen de verschillende producties van de
warmtepomp heen en weer schakelen. Er kunnen zodoende bijv. ook pictogrammen voor warm tapwater,
koeling of zwembadwater worden weergegeven. Dit is
natuurlijk afhankelijk van uw verwarmingsinstallatie en
de aangesloten verbruikers.
2Momentele bedrijfsmodus van de verwarming
Auto(matisch),Vakantie, ZWE, Uit, of Party.
3 Digitale temperatuurindicatie
Geeft aan hoever de gewenste verwarmingswater-retourtemperatuur van die van de ingestelde stooklijn
moet afwijken.
Maximale waarde van de mogelijke afwijking: ± 5 °C
4Temperatuurschaal
Geeft grafisch aan hoever de gewenste verwarmingswater-retourtemperatuur van die van de ingestelde
stooklijn moet afwijken.
Maximale waarde van de mogelijke afwijking: ± 5 °C
5Compressor
Het compressor-pictogram draait als de compressor loopt.
6Momentele bedrijfstoestand
Verwarming
Warm tapwater
Opwarmprogramma
Ontdooien
EVU
Circulatiepomp aanvoer
Fout
Koeling
7Momentele buitentemperatuur
8 Datum / tijd
NNavigatiepijl (hier: naar navigatiescherm)
16
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Het navigatiescherm
Het standaardscherm
“Warm tapwater”
Het navigatiescherm geeft een overzicht van de verschillende programmaonderdelen van de verwarmings- en
warmtepompregelaar.
9
10
Basisscherm
11
9 Pictogram voor het programma-onderdeel “Warm
tapwater”
Duidt aan dat op het standaardscherm de warm tapwater-functies worden aangestuurd.
10Momentele bedrijfsmodus van de tapwaterproductie
Auto(matisch),Vakantie, ZWE, Uit, of Party.
11 Gewenste temperatuur van warm tapwaterproductie
1Momentele bedrijfsstatus van de warmtepomp met
tijdsindicatie
2 Actueel geselecteerde respectievelijk aangestuurde
warmtepomp:
1 = warmtepomp 1
2 = warmtepomp 2
Opmerking
Naargelang of in een hoofd- of submenu het cijfer 1
(voor warmtepomp 1) of het cijfer 2 (voor warmtepomp 2) verschijnt, hebben de weergegeven informatie of uitgevoerde instellingen betrekking op
warmtepomp 1 of warmtepomp 2.
3 Pictogrammen van de programmaonderdelen van de
verwarmings- en warmtepompregelaar
Standaardpictogrammen die altijd worden weergegeven, zijn:
Pictogram voor het programma-onderdeel “Informatie en snelinstelling”
Bedrijfsinformatie en bediening van de installatie door de gebruiker
Toegankelijk voor alle gebruikers
Pictogram voor het programma-onderdeel
“Verwarming”
Programma-onderdeel voor het instellen van
alle parameters voor het verwarmings- en
mengcircuit
Alleen toegankelijk voor vakpersoneel
Pictogram voor het programma-onderdeel
“Warm tapwater”
Programma-onderdeel voor het instellen van
alle parameters voor de productie van warm
tapwater
Alleen toegankelijk voor vakpersoneel
Pictogram voor het programma-onderdeel
“Service”
Programma-onderdeel voor het instellen van
de basis-systeemparameters
Alleen voor bevoegd servicepersoneel
Toegang alleen via USB-stick
4 Informatie over het geselecteerde pictogram.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
17
Weergave van andere programmaonderdelen
USB-stick aangesloten
Afhankelijk van het aangesloten warmtepomptype kan het
navigatiescherm de volgende programmaonderdelen bevatten:
Koude start (afbreken)
Lucht-waterwarmtepompen beschikken over
een koudestartfunctie.
Als bij een buitentemperatuur < 10 °C de retourtemperatuur onder de 15 °C daalt, wordt
de functie geactiveerd. Dan wordt de tweede
warmteopwekker aangestuurd, tot de retourtemperatuur de 15 °C overschrijdt. Pas daarna
wordt de warmtepomp weer vrijgegeven.
De koude start is vanaf een retourtemperatuur van 23 °C beëindigd.
Men kan de koude start desgewenst afbreken
door op het symbool
te drukken. Dan blijft
de koude start gedeactiveerd tot de volgende
herstart van de regelaar.
Pictogram voor het programma-onderdeel
“Koeling”
over de voorwaarden voor de weergave van het symbool: pagina 31, Programma-onderdeel “Koeling“
Opmerking
afhankelijk van uw installatie en van de configuratie van de verwarmings- en warmtepomp­regelaar
kunnen er nog meer programmaonderdelen op het
scherm worden weergegeven.
Weergave van speciale programma’s
Als er speciale programma’s actief zijn, worden de pictogrammen ervan op het navigatiescherm weergegeven.
Opmerking
wanneer u het pictogram van een speciaal programma selecteert en activeert, gaat u rechtstreeks
naar het menu van dit speciale programma.
Op de schermen die op de volgende pagina’s staan beschreven, heeft u keuzemogelijkheiden of is uw keuze vereist. In
principe geldt het volgende:
– bij keuzerondjes kunt u maar één optie aanklikken
– bij selectievakjes kunt u er meerdere aankruisen
Ontluchtingsprogramma
Toegang voor klantenservice of installateur
Opwarmprogramma
18
Beknopt programma
Geforceerd verwarming
Geforceerd warm tapwater
Geforceerd ontdooien
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Programma-onderdeel
“Verwarming”
Selecteer en activeer in het menu “Verwarming Instelling” de menuoptie “Bedrijfsmodus”…
Op het display verschijnt het menu “Verwarming Bedrijfsmodus”. De actuele bedrijfsmodus is gemarkeerd
met :
Programma-onderdeel selecteren
selecteer het pictogram
Instellen van de bedrijfsmodus “Verwarming”
op het navigatiescherm…
Volg de instructies die u in hoofdstuk “Bedrijfsmodus van de verwarming instellen” (programma-onderdeel “Informatie en snelinstelling“) van de gebruiksaanwijzing voor de eindklant kunt nalezen.
Op het display verschijnt het menu “Verwarming Instelling”…
1Pictogram voor programma-onderdeel “Verwarming” met menutitel
2Menuoptie “Bedrijfsmodus”
opent het menu “Verwarming Bedrijfsmodus”
3Menuoptie “Temperatuur + –”
opent het menu “Verwarming Temperatuur + –”
4Menuoptie “Stooklijnen”
opent het menu “Verwarming Stooklijnen”
5Menuoptie “Klokprogramma”
opent het menu “Verwarming Tijdprogramma”
6Menuoptie “Verwarmingsgrens”
opent het menu “Verwarmingsgrens”
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
19
Temperatuur instellen
Selecteer en activeer in het menu “Verwarming Instelling” de menuoptie “Temperatuur + -”…
Instelling opslaan of annuleren…
Opmerking
Op het scherm verschijnt het menu “Verwarming Temperatuur + -“:…
de stooklijnen worden bij het opslaan automatisch
gewijzigd op basis van de ingevoerde temperatuurwaarden. De waarden in de menuoptie “Temperatuurschaal” en “Temperatuurafwijking” worden na het
opslaan in het menu “Verwarming Temperatuur + -”
op nul gezet.
Als u uw instellingen hebt opgeslagen, toont het programma
een bevestigingsmelding op het display om vervolgens
automatisch terug te keren naar het menu “Verwarming Temperatuur + ‑”…
Terugkeer naar het menu “Verwarming Instelling”.
Stooklijnen instellen
1Menuoptie “Temperatuur + -”.
Ingevoerde waarden worden in stappen van 0,5 °C
weergegeven.
Referentiegrootte: ingestelde stooklijn
Met stooklijn bedoelt men de op basis van de buitentemperatuur berekende retourwatertemperaturen van
verwarmingsinstallatie. Binnen bepaalde grenswaarden
stijgen (dalen) de retourwatertemperatuur wanneer de buitentemperatuur daalt (stijgt).
Opmerking
dit menu dient voor het fijn afstellen van de stooklijnen. Als er temperatuurwijzigingen worden opgeslagen, worden de stooklijnen automatisch aangepast.
D.w.z.:
op basis van de wijzigingen in het menu “Verwarming Temperatuur + -” berekent het programma
van de verwarmings- en warmtepompregelaar het
voet- respectievelijk eindpunt van de stooklijnen afhankelijk van de buitentemperatuur opnieuw om de
stooklijnen vervolgens te verschuiven.
Opmerking
via de instellingen van het verwarmingscircuit
wordt het van de temperatuur afhankelijke aan- en
uitschakelen van de warmtepomp gestuurd.
Selecteer en activeer in het menu “Verwarming Instelling” de menuoptie “Stooklijnen”…
Temperatuur verhogen: selecteer en activeer de menuoptie “Warmer”. Verwarmingswater-retourtemperatuur
wordt bij iedere draaiing 0,5 °C verhoogd…
Temperatuur verlagen: selecteer en activeer de menuoptie “Kouder”. Verwarmingswater-retourtemperatuur
wordt bij iedere draaiing 0,5 °C verlaagd……
Opmerking
20
wijzig de temperatuur om te beginnen met 0,5 °C.
Wacht 2 tot 3 dagen voor een volgende wijziging, en
ga ondertussen na hoe de kamertemperatuur zich
ontwikkelt.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
4Tabelrij “Parallelle verschuiving”
Symbool voor “Parallelle verschuiving”
20 °CTabelveld “Parallelle verschuiving”.
Voorbeeldwaarde hier: 20 °C (neutraal)
20 °CTabelveld “Referentiewaarde buitentemperatuur”
In het afgebeelde voorbeeld luidt het dat het
voetpunt van de stooklijn 20°C moet bedragen bij een buitentemperatuur van 20 °C.
Een verhoging van de temperatuurwaarde in
het tabelveld “Parallelle verschuiving” tot bijvoorbeeld 22 °C zorgt voor een parallelle
verschuiving van de stooklijn met 2 °C naar
boven, terwijl een daling tot bijvoorbeeld
18 °C een parallelle verschuiving van de stooklijn met 2 °C naar beneden tot gevolg heeft.
Instellen van de stooklijnen van het verwarmingscircuit
Op het display verschijnt – afhankelijk van de systeeminstelling (Menggroep1 = “Ontlaad“) – ofwel het menu
“Verwarming Stooklijnen”….
…ofwel het menu “Stooklijn verwarming“:
5Tabelrij “Nachtverlaging”
Symbool voor nachtmodus: verwarming is verlaagd
-5 °CTabelveld “Verschiltemperatuur”
In het afgebeelde voorbeeld luidt het dat de
verwarming in de nachtmodus met 5 °C wordt
verlaagd in vergelijking met de dagmodus.
Stooklijneindpunt vastleggen…
Opmerking
als het menu “Stooklijnen verwarming ” verschijnt,
activeert u de menuoptie “Verwarmingscircuit”. De
stooklijnen voor het verwarmingscircuit kunnen geprogrammeerd worden, voor zover er geen vaste
temperatuur is ingesteld.
•
Activeer het tabelveld “Stooklijneindpunt”…
pagina 24, „Instellen van een vaste temperatuur“
Opmerking
1Symbool voor programma-onderdeel “Verwarming” en menutitel
2Kolomtitel van de tabel
Retourtemperatuur verwarmingscircuit
Referentiewaarde buitentemperatuur
3Tabelrij “Stooklijneindpunt”
Symbool voor “Stooklijneindpunt”
45 °CTabelveld “Stooklijneindpunt”
Voorbeeldwaarde hier: 45 °C
-20 °CTabelveld “Referentiewaarde buitentemperatuur” (= niet wijzigbare systeemgekozen
waarde)
In het afgebeelde voorbeeld luidt het dat de
retourtemperatuur 45 °C moet bedragen bij
een buitentemperatuur van -20 °C.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
het stooklijneindpunt heeft altijd betrekking op een
buitentemperatuur van ‑20 °C. Als de warmtepomp
wordt gebruikt in een streek waar er nooit een
buitentemperatuur van ‑20 °C heerst, moet u het
stooklijneindpunt afstemmen op de regionale normontwerptemperatuur.
pagina 23,
afstemming van het stooklijneindpunt op de regionale normontwerptemperatuur
•
Stel de retourtemperatuurwaarde in het tabelveld
“Stooklijneindpunt” in…
Opmerking
de temperatuurwaarden hebben betrekking op de
retourwatertemperatuur. Om de aanvoertemperatuur te bepalen moet u de het temperatuurverschil
optellen bij de berekende waarde.
21
voorbeelddiagram:
Voorbeelddiagram:
Xbuitentemperatuur
Yretourtemperatuur
1stooklijneindpunt
2stooklijnvoetpunt
FVorstbeveiliging
stooklijn met stooklijneindpunt van 45 °C retourtemperatuur (bijvoorbeeld bij gebruik van
radiatoren)
stooklijn met stooklijneindpunt van 30 °C retourtemperatuur (bijvoorbeeld bij gebruik van
vloerverwarming)
telkens bij -20 °C buitentemperatuur en een
stooklijnvoetpunt van 20 °C retourtemperatuur
bij +20 °C buitentemperatuur.
•
Beëindig de invoer in het tabelveld “Stooklijneindpunt”…
Xbuitentemperatuur
Yretourtemperatuur
FVorstbeveiliging
Stooklijn met stooklijneindpunt bij 30 °C retourtemperatuur en stooklijnvoetpunt bij 20 °C
retourtemperatuur
Stooklijn na parallelle verschuiving met 10 °C
naar boven verschoven.
Stel andere parameters in ( – ) of scroll het display
helemaal naar beneden en ga verder met …
•
Selecteer en activeer het tabelveld “Parallelle verschuiving”…
Stel andere parameters van de tabel in ( ) of scroll het
display helemaal naar beneden en ga verder met …
Stel de “verschiltemperatuur” in waarmee het verwarmingscircuit in de nachtmodus moet worden verlaagd…
„Parallelle verschuiving” vastleggen…
•
Beëindig de invoer in het tabelveld “Parallelle verschuiving”…
•
Selecteer en activeer het tabelveld “Verschiltemperatuur”…
•
Stel de retourtemperatuurwaarde in. Een draai naar
rechts veroorzaakt een parallelle verschuiving van de
stooklijn met 0,5 °C naar boven. Een draai naar links
veroorzaakt een parallelle verschuiving van de stooklijn
met ‑0,5 °C naar beneden.
Opmerking
22
de parallelle verschuiving heeft zowel een invloed
op de dagmodus als op de nachtmodus.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
•
Stel de retourtemperatuurwaarde in…
Afstemming van het stooklijneindpunt op de regionale
normontwerptemperatuur
B
•
Selecteer de menuoptie “Verklaring”…
voorbeelddiagram:
A
15 °C
1Menuregel “Regionale norm-ontwerptemperatuur”
Xbuitentemperatuur
Yretourtemperatuur
FVorstbeveiliging
Stooklijn in de dagmodus
Met -5 °C parallel verschoven stooklijn in de
nachtmodus
Over het volledige gebied beschouwd, ligt de stooklijn
in de nachtmodus 5 °C onder de stooklijn in de dagmodus.
2Menuregel ‘Berekende retourtemperatuur stooklijneindpunt’ bij de regionale ontwerptemperatuur
Activeer de menuoptie “Verklaring”. De temperatuurindicatie wordt tegen een donkere achtergrond
weergegeven…
•
Stel de regionale normontwerptemperatuur in, bijvoorbeeld ‑12 °C…
•
Sla de instellingen op…
Het programma van de verwarmings- en warmtepompregelaar berekent nu de bij -12 °C werkelijke
retourtemperatuur voor het stooklijneindpunt en geeft
die weer in de menuoptie “Berekend”.
In het voorbeeld +24,0 °C:
Opmerking
als uw installatie in de bedrijfsmodus “Auto” werkt,
schakelt ze automatisch om tussen dagmodus (temperatuurverhoging) en nachtmodus (temperatuurverlaging).
•
Beëindig de invoer in het tabelveld “Verschiltemperatuur”…
Opmerking
Alleen noodzakelijk als de stooklijn aan de regionale
ontwerptemperatuur moet worden aangepast.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
23
•
Als de berekende retourtemperatuur overeenkomt
met de door u gewenste retourtemperatuur, kunt u het
menu verlaten…
Instellen van de stooklijn van de menggroep 1
Opmerking
•
Als de installatie echter een andere retourtemperatuur
moet bereiken, selecteert en activeert u in de tabelrij
“Stooklijneindpunt” het tabelveld “Stooklijneindpunt”
en wijzigt u de retourtemperatuurwaarde naar boven
of naar beneden toe (al naar gelang of u een hogere of
een lagere temperatuur wenst)…
•
Beëindig de invoer in het tabelveld “Stooklijneindpunt”…
•
Scroll helemaal naar beneden in het menu “Verwarming
Stooklijn Verwarmingscircuit” en sla de instellingen
op…
selecteer en activeer de menuoptie “Menggroep 1” in
het menu “Verwarming Stooklijnen”…
•
Controleer vervolgens de achter de menuoptie “Berekend” weergegeven temperatuurwaarde…
Op het display verschijnt het menu “Verwarming
Stooklijn Menggroep 1”. De stooklijnen kunnen geprogrammeerd worden, voor zover er geen vaste
temperatuur gedefinieerd werd…
Als de berekende waarde nu overeenkomt met de
door u gewenste retourtemperatuur, kunt u het menu
verlaten…
Anders gaat u helemaal naar boven in het menu “Verwarming Stooklijn Verwarmingscircuit” en herhaalt u
stappen • – • zolang tot de berekende waarde
de gewenste retourtemperatuur zo dicht mogelijk benadert.
pagina 24, „Instellen van een vaste temperatuur“
Instellen van de stooklijnen van de menggroep 1…
een exacte overeenstemming van de berekende
waarde met de gewenste retourtemperatuur is
meestal niet mogelijk, aangezien u in de menuoptie
“Stooklijneindpunt” de retourtemperatuurwaarde
slechts in stappen van 0,5 °C kunt instellen. Aanvaard daarom een retourtemperatuur die de door
u gewenste temperatuur het dichtst benadert.
Opmerking
een reële instelling van de stooklijn is van groot
belang voor het optimale energierendement van de
warmtepomp. Als de stooklijn te hoog is ingesteld,
verhoogt dit het globale energieverbruik van de installatie!
Opmerking
24
via de instellingen van het verwarmingscircuit
wordt het van de temperatuur afhankelijke aan- en
uitschakelen van de warmtepomp gestuurd.
u kunt een vaste temperatuur uitsluitend instellen
wanneer deze optie in de systeeminstellingen is geselecteerd.
pagina 67, „Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling“
Opmerking
zorg ervoor dat u bij het instellen van de stooklijnen van de menggroep 1 steeds aanvoertemperaturen definieert.
Instellen van een vaste temperatuur
Opmerking
–
onder “Instellen van de
Volg de aanwijzingen
stooklijnen van het verwarmingscircuit”…
pagina 21
Opmerking
het menu verschaft slechts toegang tot de stooklijn van de menggroep 1 wanneer er in de installatie
een mengklep is geïnstalleerd en de menggroep 1 in
de systeeminstelling als ontladingsmenggroep is gedefinieerd.
Opmerking
de vaste temperatuur wordt onafhankelijk van de
buitentemperatuur opgewekt.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Opmerking
als u een nachtelijke temperatuurverlaging in de
“Vaste temperatuur“-modus wenst, moet de verschiltemperatuur in de stooklijnen “Verwarmingscircuit” respectievelijk “Menggroep 1” worden ingesteld, alvorens de optie “Vaste temperatuur” wordt
geselecteerd.
Als er geen nachtelijke verlaging gewenst is, moet
de verschiltemperatuur in de stooklijnen “Verwarmingscircuit” respectievelijk “Menggroep 1” op
0 °C worden ingesteld ( = fabrieksinstelling).
activeer de menuoptie “Retour” of “T aanvoer”. Het
temperatuurinvoerveld wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven…
Stel de gewenste vaste temperatuur in…
Sla de instellingen op of annuleer deze en verlaat het
menu “Verwarming Vaste instelling verwarming” of
“Verwarming Vaste instelling Menggroep1”.
Als de optie “Vaste temperatuur” in de systeeminstellingen
is geselecteerd, ziet de stooklijn er bijvoorbeeld als volgt uit:
Selecteer en activeer in het menu “Verwarming Instelling” de menuoptie “Stooklijnen”…
Als de optie “Vaste temperatuur” in de systeeminstellingen
ingeschakeld is, gaat u naar het menu “Verwarming Stooklijnen” (van waaruit u naar de menu’s “Verwarming Vaste
instelling verwarming” of “Verwarming Vaste instelling Menggroep1” gaat) of rechtstreeks naar het menu “Verwarming
Vaste instelling verwarming“:
Xbuitentemperatuur
Yretourtemperatuur
FVorstbeveiliging
Vaste temperatuur (hier: + 35 °C)
Tijdklokprogramma verwarming
Volg de instructies die u in hoofdstuk “Tijdprogramma van het verwarmingscircuit instellen” (programma-onderdeel “Informatie en snelinstelling“)
van de gebruiksaanwijzing voor de eindklant kunt
nalezen.
Stookgrens
Opmerking
Als ‘vaste waarde’ ingesteld is en ‘stookgrens’ onder
de systeeminstellingen op JA staat, wordt boven de
stookgrens de warmtepomp uitgeschakeld en de
HUP gedeactiveerd.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Is de gemiddelde dagtemperatuur de laatste 24 h hoger dan
de door u onder ‘stookgrens’ ingestelde gemiddelde dagtemperatuur, dan wordt het verwarmingsbedrijf uitgeschakeld.
Voorwaarde: de stookgrens is onder systeeminstellingen op
‘ja’ ingesteld.
pagina 49, „Verwarmingsgrens“
25
Programma-onderdeel
“Warm tapwater”
Instellen van de bedrijfsmodus
“Productie warm tapwater”
Selecteer en activeer in het menu “Warm tapwater Instelling” de menuoptie “Bedrijfsmode”…
Programma-onderdeel selecteren
Selecteer en activeer het pictogram
tiescherm…
op het naviga-
Op het display verschijnt het menu “Warm tapwater
Bedrijfsmodus”. De actuele bedrijfsmodus is gemarkeerd met :
Op het display verschijnt het menu “Warm tapwater
Instelling“:
1Symbool voor programma-onderdeel “Warm
tapwater” met menutitel
2Menuoptie “Bedrijfsmodus”
opent het menu “Warm tapwater Bedrijfsmode”
Volg de instructies die u in hoofdstuk “Bedrijfsmodus van de warm tapwater-productie instellen”
(programma-onderdeel “Informatie en snelinstelling“) van de gebruiksaanwijzing voor de eindklant
kunt nalezen.
Terug naar het menu “Warm tapwater Instelling”.
3Menuoptie “Temperatuur + –”
opent het menu “Gewenste waarde” / “gewenste temperatuur” /
(Als de productie van warm tapwater door een thermostaat wordt aangestuurd, ontbreekt dit menuoptie.)
4Menuoptie “Klokprogramma”
opent het menu “Warm tapwater Klokprogramma”
5Menuoptie “Snel opwarmen”
opent het menu “Warm tapwater Snel opwarmen”
6Menuoptie “Onderhoudsprogramma”
opent het menu “Warm tapwater Onderhoudsprogramma”
26
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Instellen van de temperatuur voor
warm tapwater
Warmwatertemperatuur zonder naverwarming
(fabrieksinstelling)
Opmerking
als de productie van warm tapwater wordt aangestuurd door een thermostaat, kan de temperatuur
niet worden ingesteld. De menuoptie “Temperatuur + –” verschijnt dan niet in het scherm “Warm
tapwater Instellingen”.
Selecteer en activeer in het menu “Warm tapwater Instelling” de menuoptie “Temperatuur + –”…
Gewenste waarde Gewenste warmwatertemperatuur
in het warmwaterbuffervat
Dekking wp
Warmwatertemperatuur die bij de
laatste warmwaterbereiding door
de warmtepomp werd bereikt
Opmerking
Op het scherm verschijnt het menu “Warm tapwater
Temperatuur + –”.
Afhankelijk van de warmtebrontemperaturen kan
dit ertoe leiden dat de maximale aanvoertemperaturen van de warmtepomp niet meer kunnen worden
bereikt. Dit kan naargelang de gewenste temperatuur tot gevolg hebben dat ook de gewenste warmwatertemperatuur in het buffervat niet meer wordt
bereikt.
De warmtepomp wordt bij het overschrijden van
de toepassingsgrenzen automatisch uitgeschakeld.
De laatst bereikte temperatuur in het buffervat
wordt als ‘Dekking wp’ ingesteld en is tegelijkertijd de regelwaarde voor de warmwaterbereiding.
Zodra de regelwaarde ‘Dekking wp’ met de hysterese warmwaterbereiding (standaard 2 K) wordt
onderschreden, start de warmwaterbereiding opnieuw. Indien hierbij de laatst bereikte waarde ‘Dekking wp’ kan worden bereikt, probeert de warmtepomp in 0,5K-stappen de gewenste waarde weer
te benaderen. Indien de temperatuur niet wordt
bereikt (ook buiten de hysterese), wordt de regelwaarde ‘Dekking wp’ met 1 K verlaagd:
De menuoptie ‘Gewenste waarde’ activeren en de gewenste temperatuur instellen…
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
27
Opmerking
Warmwatertemperatuur met naverwarming
In combinatie met warmwaterbuffervaten, die door
de fabrikant worden aanbevolen, kan uw warmtepomp warmwatertemperaturen produceren die ca.
7 K lager liggen dan de maximale aanvoertemperatuur van uw warmtepomp.
Indien de warmwaterbereiding met naverwarming
wordt geactiveerd, dan wordt de gewenste warmwatertemperatuur – voor zover deze met de warmtepomp niet kan worden bereikt – via de tweede warmteopwekker tot op de doelwaarde gebracht.
De invoer afsluiten…
De instellingen opslaan of annuleren. Terugkeren naar
het menu „Warm tapwater Temperatuur + –“.
Opmerking
De functie ‘Warmwatertemperatuur met naverwarming’ moet eerst onder ‘Systeeminstelling’ worden
vrijgeschakeld.
Selecteer het pictogram
op het navigatiescherm…
Ga naar de menuoptie “Instelling” in het menu “Service” en selecteer deze optie.…
Op het display verschijnt het menu “Service Instelling“.
Selecteer en activeer hier de menuoptie “Systeem Instelling”…
Op het display verschijnt het menu “Service Systeeminstelling“. Hier naar beneden scrollen, de menuoptie
‘Warmw. naverw.’ selecteren, bevestigen en als parameter ‘Ja’ selecteren…
28
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Opmerking
Wanneer de gewenste temperatuur met het warmtepompbedrijf alleen niet kan worden bereikt, wordt
de warmtepomp vroegtijdig uitgeschakeld. Het verschil
tussen ‘Dekking wp’ en ‘Gewenste temperatuur’ wordt
door de tweede warmteopwekker (bijv. elektrisch verwarmingselement) in het buffervat gedekt:
De regelwaarde voor de warmwaterbereiding is
altijd de parameter ‘Dekking wp’, dat wil zeggen dat
zodra de regelwaarde ‘Dekking wp’ met de hysterese warmwaterbereiding (standaard 2K) onderschreden wordt, de warmwaterbereiding opnieuw
start. Indien hierbij de laatst bereikte waarde ‘Dekking wp’ kan worden bereikt, probeert de warmtepomp in 0,5K-stappen de doelwaarde weer te
benaderen. Als dit niet mogelijk is, wordt de warmtepomp uitgeschakeld en neemt de ZWE de warmwaterbereiding tot aan de doelwaarde over.
Opmerking
Door het gebruik van de functie ‘Warmwatertemperatuur met naverwarming’ ontstaan mogelijk
hogere energiekosten.
Daarom verschijnt na het activeren van deze functie automatisch de vraag of u bereid bent de hogere
energiekosten erbij te nemen.
Als u deze vraag bevestigend beantwoordt, blijft de
functie ‘Warmwatertemperatuur met naverwarming’ geactiveerd en kunt u met doorgaan.
Door
te selecteren en te bevestigen, wordt de
functie ‘Warmwatertemperatuur met naverwarming’ gedeactiveerd.
Naar het menu ‘Warm tapwater Temperatuur + –’ terugkeren. Het scherm ziet er nu als volgt uit…
De menuoptie ‘Gewenste temperatuur’ activeren en de
gewenste temperatuur instellen…
Opmerking
In combinatie met warmwaterbuffervaten, die door
de fabrikant worden aanbevolen, kan uw warmtepomp warmwatertemperaturen produceren die ca.
7 K lager liggen dan de maximale aanvoertemperatuur van uw warmtepomp.
De invoer afsluiten…
De instellingen opslaan of herroepen. Terugkeren naar
het menu ‘Warmwater Instelling’.
gewenste temperatuur Doelwaarde voor de warmwatertemperatuur in het
buffervat voor warm tapwater
Dekking wp Warmwatertemperatuur die bij de
laatste warmwaterbereiding door de
warmtepomp werd bereikt
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
29
klokprogramma productie warm tapwater
Thermische desinfectie
Selecteer en activeer in het menu “Warm tapwater Instelling” de menuoptie “Klokprogramma”…
Volg de instructies die u in hoofdstuk “Blokkering
van de warm tapwater-productie instellen” (programma-onderdeel “Informatie en snelinstelling“)
van de gebruiksaanwijzing voor de eindklant kunt
nalezen.
Activeer in het menu “Warm tapwater Onderhoudsprogramma” het menuoptie “Thermische desinfectie”…
Opmerking
Opmerking
houd er bij het programmeren rekening mee dat de
perioden die u in het onderdeel “Warm tapwater
Tijdprogramma” vastlegt, b l o k k e r i n g zijn.
Tijdens de ingevoerde perioden wordt de productie
van warm tapwater uitgeschakeld.
De melding ,Thermische desinfectie‘ verschijnt
alleen als er in de systeeminstellingen een extra
warmteopwekker voor warm tapwater is vrijgegeven.
Op het scherm verschijnt het menu “Thermische desinfectie”…
Instelling van het tijdschakelprogramma voor de circulatie, zie ‘Handleiding regelaar eindklant’.
Onderhoudsprogramma
Selecteer en activeer in het menu “Warm tapwater Instelling” het menuoptie “Onderhoudsprogramma”…
Selecteer en activeer de dag(en) waarop er een thermische desinfectie moet plaatsvinden…
Opmerking
„Continu” betekent dat er na iedere productie van
warm tapwater een thermische desinfectie plaatsvindt. Het produceren van warm tapwater start
echter steeds bij de ingestelde hysterese van de
warmwater-instelwaarde.
Op het display verschijnt het menu “Warm tapwaterOnderhoudsprogramma”…
30
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Programma-onderdeel
“Koeling”
Instellen van de bedrijfsmodus “Koeling”
Activeer in het menu “Koeling Instelling” de menuoptie
“Bedrijfsmode”…
Attentie
het programma-onderdeel “Koeling” mag u uitsluitend activeren als er een koelmengklep in combinatie met een brine/water-warmtepomp of LWD is
aangesloten.
Attentie
als er een koelmengklep is aangesloten, moet u absoluut het programma-onderdeel “Koeling” activeren, aangezien er anders storingen optreden bij
de aangesloten mengklep.
Op het display verschijnt het menu “Koeling Bedrijfsmode”. Kies de gewenste bedrijfsmodus…
Programma-onderdeel selecteren
Het programma-onderdeel “Koeling” moet door bevoegd
onderhoudspersoneel tijdens de inbedrijfstelling worden ingesteld.
vereiste instelling: menuoptie “Menggroup 1” = “Koeling”
pagina 67, „Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling“
Als de passieve koelfunctie is ingesteld, verschijnt in het navigatiedisplay het symbool voor het programma-onderdeel
“Koeling“:
selecteer het pictogram
1Pictogram voor programma-onderdeel “Koeling” met menutitel
2Automatisch
Afhankelijk van de buitentemperatuurvrijgave wordt
de passieve koelfunctie ingeschakeld.
3Uit
Schakelt de passieve koelfunctie uit.
op het navigatiescherm…
Op het scherm verschijnt het menu “Koeling Instelling“:
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
31
Koeltemperatuur instellen
Selecteer en activeer in het menu “Koeling Instellingen”
de menuoptie “Temperatuur + –”…
Op het scherm verschijnt het menu “Koeling Temperatuur + –”.
Parameters instellen
Selecteer en activeer in het menu ‘Instellingen koeling’
het menupunt ‘Parameters’.
Op het scherm verschijnt nu het menu ‘Parameters over- resp. onderschrijding buitentemperatuur’.
1Tijd instellen voor ‘BT-overschrijding’
1Menuregel “Buitentemperatuur-Vrijgave”
2Menuregel “Instgestelte Temperatur Menggroep MK1”
3Menuregel ‘T-retour koelen gew’. Bij reversibele
LWD’s instelbaar tussen 13 °C en 25 °C
Selecteer de menuoptie “Ingest.temp. Menggr1”. Het
temperatuurinvoerveld wordt automatisch tegen een
donkere achtergrond weergegeven…
Stel de gewenste temperatuur in…
Invoer afsluiten…
Selecteer en activeer de menuoptie “BT-Vrijgave”. Het
temperatuurinvoerveld wordt automatisch tegen een
donkere achtergrond weergegeve…
Stel de gewenste buitentemperatuurvrijgave in…
2Tijd instellen voor ‘BT-onderschrijding’
Selecteer het menupunt ‘BT-overschrijding’ of ‘BT-onderschrijding’. Het invoerveld voor de tijd wordt
automatisch tegen een donkere achtergrond weergegeven.
Stel de gewenste tijd (in aantal uren) in.
Opmerking
Om de koeling te starten, moet de BT-vrijgave
langer dan de onder ‘BT-overschrijding’ ingestelde tijd overschreden zijn of eenmalig met 5 K.
De koelfunctie wordt beëindigd, als de BT-vrijgave
langer dan de onder ‘BT-onderschrijding’ ingestelde
tijd wordt onderschreden.
De ingestelde temperatuur bepaalt de aanvoertemperatuur van de warmtepomp tijdens de koeling.
Invoer voltooien. Sla de instellingen op of annuleer
ze…
Terug naar het menu “Koeling Instelling”.
32
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
In het afgebeelde voorbeeld verandert het cijfer van 1
in 2. Dit betekent dat nu in het systeemgedeelte ‘Service’ de warmtepomp 2 vooringesteld is, om informatie
op te vragen of instellingen in te voeren:
Programma-onderdeel
“Service”
Aangestuurde warmtepomp
Op het navigatiescherm ziet u welke warmtepomp
momenteel door het systeemgedeelte ‘Service’
wordt aangestuurd. In het afgebeelde voorbeeld is dat
warmtepomp I, wat zichtbaar is aan het cijfer 1 in het
navigatiescherm (zie pijl)…
Opmerking
De selectie die u hier met de instelling van het
cijfer 1 (voor warmtepomp I) of het cijfer 2 (voor
warmtepomp 2) maakt, geldt voor het gehele
systeemgedeelte ‘Service’.
Opmerking
Naargelang of in een hoofd- of submenu het cijfer 1
(voor warmtepomp 1) of het cijfer 2 (voor warmtepomp 2) verschijnt, hebben de weergegeven informatie of uitgevoerde instellingen betrekking op
warmtepomp 1 of warmtepomp 2. Indien dus in uw
navigatiescherm op de met de pijl aangeduide plaats
het cijfer 2 staat, betekent dit dat in het systeemgedeelte ‘Service’ momenteel de warmtepomp 2
wordt aangestuurd.
Indien u voor de momenteel weergegeven warmtepomp (1 respectievelijk 2) in het systeemgedeelte
‘Service’ informatie wilt opvragen of instellingen wilt
uitvoeren, dient u verder te gaan met het volgende
hoofdstuk ‘Programmagedeelte selecteren’…
Indien u echter voor de andere warmtepomp informatie wilt opvragen of instellingen wilt uitvoeren, dan
dient u met de draai-drukknop het betreffende cijfer te
selecteren (hier in het voorbeeld het cijfer 1)…
Zodra het cijfer geselecteerd is, drukt u
eenmaal op de draai-drukknop, om het cijfer te wijzigen.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
33
Aangestuurde warmtepomp in
submenu’s wijzigen
Indien u tijdens uw werkzaamheden binnen het systeemgedeelte ‘Service’ wilt omschakelen tussen warmtepomp 1 en
warmtepomp 2, dan kunt u deze wijzigingen uitvoeren in de
submenu’s van het systeemgedeelte ‘Service’.
Programma-onderdeel selecteren
Selecteer het pictogram
op het navigatiescherm…
Let hiervoor op het weergegeven cijfer in de titelbalk van
het betreffende submenu:
Voorbeeld:
Op het display verschijnt het menu “Service”.
Het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier door de pijl
aangeduid) wordt weergegeven, geeft uitsluitsel over welke
warmtepomp momenteel wordt aangestuurd.
In het afgebeelde voorbeeld betekent het cijfer 1 dat de temperaturen van warmtepomp 1 worden weergegeven. Door
aan de draai-drukknop te draaien, kunt u in het scherm naar
beneden scrollen, om informatie over andere temperaturen
te krijgen.
Als u zich over de temperaturen van de warmtepomp 2 wilt
informeren, selecteert u met de draai-drukknop het cijfer in
de bovenste menuregel. Zodra dit geselecteerd is, drukt u
eenmaal op de draai-drukknop. Het cijfer verandert dan (in
het afgebeelde voorbeeld van 1 naar 2) en de waarden van
warmtepomp 2 worden nu weergegeven:
Informatie oproepen
Activeer in het menu “Service” de menuoptie “Informatie”…
Op het display verschijnt het menu “Service Informatie”.
34
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Temperaturen oproepen
Ga naar de menuoptie “Temperaturen” in het menu
“Service Informatie” en selecteer deze optie…
Aanvullend verschijnt hier – afhankelijk van het type aangesloten warmtepomp – de door sensoren in het koelcircuit
geleverde informatie over het koelcircuit.
Terug naar het menu “Service Informatie”.
Opmerking
sommige temperatuurvoelers worden pas herkend
als de besturing opnieuw wordt gestart nadat de
voeler is aangesloten.
Op het display verschijnt het menu “Service Informatie
Temperaturen”…
Opmerking
Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier
door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit
geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd.
Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie
hoofdstuk ‘Aangestuurde warmtepomp’, pagina 33
Aanvoer
Anvoertemperatuur verwarmingscircuit
RetourRetourtemperatuur verwarmingscircuit
Retour berekend
Berekende retourtemperatuur
verwarmingscircuit bij betreffende
buitentemperatuur
Retour externRetourtemperatuur in buffervat
HeetgasHeetgastemperature
BuitentemperatuurBuitentemperatuur
Gemiddelte temperatureGemiddelde temperatuur
Buiten gedurende 24 h (functie
verwarmingsgrens)
Tapwater gemeten Warm tapwater, gemeten-temperatuur
Tapwater ingesteld Warm tapwater, ingesteldetemperatuur
Bron-in
Warmtebron-ingangs temperatuur
Bron-uit
Warmtebron-uitgangs temperatuur
Menggroep1-aanvoerMenggroep 1 aanvoertemperatuur
Menggr1-aanv.ingest.Menggroep 1
Ingestelde temperatuur aanvoer
Ruimtetemperaturen verschijnt wanneer een ruimtebedieningseenheid is aangesloten.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
35
ND
Ingangen oproepen
PEX
Ga naar de menuoptie “Ingangen” in het menu “Service
Informatie” en selecteer deze optie…
Low pressure pressostat
Aan = druk in orde.
Aansluiting van een parasitaire-stroomanode
(bij enkele apparaten mogelijk)
Terug naar het menu “Service Informatie”.
Uitgangen oproepen
Ga naar de menuoptie “Uitgangen” in het menu “Service Informatie” en selecteer deze optie…
Op het display verschijnt het menu “Service Informatie
Ingangen”…
Op het display verschijnt het menu “Service Informatie
Uitgangen”…
Opmerking
Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier
door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit
geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd.
Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie
hoofdstuk ‘Aangestuurde warmtepomp’, pagina 33
Opmerking
in dit menu vindt u informatie over de digitale ingangen van de regeling en of deze aan- of uitgeschakeld zijn.
ASD
ontdooien, flow brinecircuit, doorstroming
Naar gelang van het apparaattype kan de ingang verschillende functies vervullen:
Bij L/W-apparaten
Ontdooi-einde pressostaat:
Aan = ontdooiing wordt beëindigd.
Bij LWD-apparaten met in de fabriek aangesloten
flowswitch:
Aan = doorstroming in orde.
BWTWarm-tapwaterthermostaat
Aan = Aanvraag van warm tapwater
EVU
Spertijd van EVU
Uit = spertijd
HDHogedrukpressostaat
Uit = druk in orde
MOTMotorbeveiliging
Aan = motorbeveiliging in orde.
36
Opmerking
Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier
door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit
geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd.
Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie
hoofdstuk ‘Aangestuurde warmtepomp’, pagina 33
AV
Ventiel- / circulatieomkering
AAN = ontdooibedrijf respectievelijk
circuitomkering actief
BUPCirculatiepomp voor warm-tapwater
FUP 1Vloerverwarmingscirculatiepomp
HUPVerwarmingscirculatiepomp
Menggroep 1 openMenggroep 1 gaat open
Aan = gaat open / Uit = wordt niet aangestuurd
Menggroep 1 dichtMenggroep 1 dicht
Aan = gaat dicht / Uit = wordt niet aangestuurd
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Ventilatie
Ventilatie van de warmtepompbehuizing bij bepaalde L/W-apparaten.
Bij grote L/W-apparaten (codering
“L2G“) tweede trap van de
ventilator
Ventil-BOSUP
Ventilator, bronwater- of
brine-circulatiepomp
Compressor 1Compressor 1 in warmtepomp
Compressor 2Compressor 2 in warmtepomp
ZIPcirculatiepomp
ZUP Aanvullende circulatiepomp
ZWE 1Tweede warmteopwekker 1
ZWE 2Tweede warmteopwekker 2 –
algemeen storingscontact (functie
Algemeen storingscontact: continu
AAN bij storing, schakelt 1x per
seconde, indien de storing zich
automatisch RESET).
Stuur signaal pomp Vermogen circulatiepomp in %
Ventilator toerental Actueel toerental van de
ventilator van de warmtepomp
Compressor toerental Actueel toerental van de
compressor van de warmtepomp
Aflooptijden oproepen
Selecteer en activeer in het menu “Service Informatie”
de menuoptie “Aflooptijden”…
Op het display verschijnt het menu “Service Informatie
Aflooptijden”…
Terug naar het menu “Service Informatie”.
Opmerking
Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier
door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit
geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd.
Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie
hoofdstuk ‘Aangestuurde warmtepomp’, pagina 33
WP in vanaf
Warmtepomp loopt sinds
(tijdformaat altijd in hh:mm:ss)
ZWE1 in vanafTweede warmteopwekker 1 loopt
sinds
ZWE2 in vanafTweede warmteopwekker 2 loopt
sinds
Netinsch.vertr.Net-inschakelvertraging
Startblok. TijdCyclusblokkeringstijd
VD-StandCompressorstandtijd
HRM-tijd
Verwarmingsregelaar meertijd
HRW-tijd
Verwarmingsregelaar mindertijd
TDI-tijdThermische desinfectie actief sinds
Blok.tapwater Blokkering warm tapwater
OntdooienTijd tot de volgende ontdooiing (LW)
Terug naar het menu “Service Informatie”.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
37
Bedrijsuren oproepen
Ga naar de menuoptie “Bedrijfsuren” in het menu “Service Informatie” en selecteer deze optie…
Opmerking
De compressoren worden m.b.v. impulsen afwisselend bijgeschakeld. Het is dus mogelijk dat de bedrijfsuren van de compressoren verschillen.
Terug naar het menu “Service Informatie”.
Storingsbuffer oproepen
Selecteer en activeer in het menu “Service Informatie”
de menuoptie “Storingsbuffer”…
Op het display verschijnt het menu “Service Informatie
Bedrijfsuren”…
Opmerking
Op het display verschijnt het menu “Service Informatie
Opgeslagen storingen”…
Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier
door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit
geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd.
Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie
hoofdstuk ‘Aangestuurde warmtepomp’, pagina 33
Bedrijfsuren compr.1 Bedrijfsuren Compressor 1
Impulsen compress. 1Impulsen Compressor 1
Looptijd compress. 1 gemiddelde Looptijd
Compressor 1
Bedrijfsuren compr. 2 Bedrijfsuren
Compressor 2
Impulsen compress. 2 Impulsen
Compressor 2
Looptijd compress. 2 gemiddelde Looptijd
Compressor 2
Bedrijfsuren ZWE1Bedrijfsuren
Tweede warmteop wekker 1
Bedrijfsuren ZWE2 Bedrijfsuren
Tweede warmteop wekker 2
Bedrijfsuren WP
Bedrijfsuren Warmtepomp
Bedrijfsuren verw.
Bedrijfsuren Verwarming
Bedrijfsuren tapw.
Bedrijfsuren Warm tapwater
Bedrijfsuren koeling Bedrijfsuren Koeling
38
1Storingscode
Betekenis van de storingscode vanaf pagina 62
2 Datum van de opgetreden storing
3Tijdstip van de opgetreden storing
Opmerking
alleen de laatste vijf opgetreden storingen worden
weergegeven.
Terug naar het menu “Service Informatie”.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Afschakelingen oproepen
Opmerking
Selecteer en activeer in het menu “Service Informatie”
de menuoptie “Afschakelingen”…
alleen de laatste vijf uitschakelingen worden weergegeven.
Terug naar het menu “Service Informatie”.
Op het display verschijnt het menu “Service Informatie
Afschakelingen”…
Opmerking
Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier
door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit
geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd.
Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie
hoofdstuk ‘Aangestuurde warmtepomp’, pagina 33
1 Datum van de uitschakeling
2Tijdstip van de uitschakeling
3Afschakelcode
WPstoring = Warmtepomp storing
Inst.stor.
= Installatie Storing
BA_ZWE = Bedrijfsmodus Tweede Warm
teopwekker
EVU-blokk. = Externe aansturing
Luchtontd.=ontdooien
TEGMAX = Temperatuur maximum
toepassingslimiet
TEGMIN
= Temperatuur minimum toe passingsli
miet
Bij LWD reversibel mogelijk uitschakeling wegens vorstbeveiliging bij
koelbedrijf - verdampingstemperatuur
te lang onder 0 °C
UEG
= onderste toepassingslimiet
Geen vraag = geen opvraag
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
39
Installatiestatus oproepen
Selecteer en activeer in het menu “Service Informatie”
de menuoptie “Installatiestatus”…
Gevraagd vermogenDoor de verwarmings- en warmtepompregelaar gevraagd vermogen bij
de vermogensgeregelde compressor
Software versie SEC Actuele softwareversie van de
inverterregelaar van de vermogensgeregelde warmtepomp
Terug naar het menu “Service Informatie”.
Op het display verschijnt het menu “Service Informatie
Installatiestatus”…
Opmerking
Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier
door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit
geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd.
Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie
hoofdstuk ‘Aangestuurde warmtepomp’, pagina 33
1 Pictogram voor het programma-onderdeel “Service
Informatie” met menutitel
2 Warmtepomp Type
3 Software versie
van de verwarmings- en warmtepompregelaar
4 Bivalente trap
1 = een compressor mag werken
2 = twee compressoren mogen werken
3 = aanvullende warmteopwekker mag meedraaien
5 BedrijfstoestandMomentele bedrijfstoestand:
Verwarmen
Warm tapwater
Ontdooien
Alleen bij een vermogensgeregelde warmtepomp:
Vermogen
momenteel geleverd verwarmingsvermogen door de vermogensgeregelde
compressor
Dit verwarmingsvermogen kan worden
gebruikt om volgens het insteldiagram
in de handleiding van het apparaat het
overstortventiel bij een seriële buffervataansluiting in te stellen.
40
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Energie
BACnet
Selecteer en activeer in het menu “Service Informatie”
de menuoptie “Energie”…
Op het display verschijnt het menu „Energie“…
Opmerking
Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier
door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit
geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd.
Selecteer in het menu ‘Service Informatie’ de menuoptie ‘BACnet’ en bevestig…
Op het scherm verschijnt het menu ‘BACnet’…
1 Uniek identificatienummer van het apparaat in het
BAC net-netwerk
2 Naam van het apparaat in het BAC net-netwerk
3Modelnaam van het apparaat
4 Standplaats van het apparaat
5 BAC net-communicatiepoort van het apparaat
Terug naar het menu ‘Service Informatie’
Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie
hoofdstuk ‘Aangestuurde warmtepomp’, pagina 33
1
2
3
4
Gemeten energie voor verwarming in kWh
Gemeten energie voor warm water in kWh
Som van de gemeten energie in kWh
Datum sinds de laatste meting.
Door de datum te selecteren en te bevestigen, wordt
de teller van de energiemeting weer op nul gezet. Zo
kan de energie voor een zelfgekozen periode (startdatum = weergegeven datum) worden geregistreerd..
Opmerking
Eventueel wordt na de gemeten energie voor warm
water ook de gemeten energie voor het zwembad
weergegeven.
Terug naar het menu ‘Service Informatie’
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
41
Instellingen uitvoeren
Selecteer en activeer het eerste invoerveld van de cijfercode…
Voer de cijfers van de cijfercode in. Invoer afsluiten…
Ga naar de menuoptie “Instelling” in het menu “Service” en selecteer deze optie.…
Attentie
Op het display verschijnt het menu “Service Instelling”…
na de onderhoudswerkzaamheden mag u niet vergeten
de datatoegang terug te zetten op “gebruiker”.
Door verkeerde, niet op de installatiecomponenten
afgestemde programma-instellingen kunnen er zich
storingen voordoen in de installatie die in sommige
gevallen zelfs tot ernstige schade kunnen leiden.
Daarom moet de toegang tot de basisinstellingen
van de installatie worden geblokkeerd voor onbevoegde personen.
Opmerking
Datatoegang bepalen
Activeer in het menu “Service Instelling” de menuoptie
“Datatoegang”…
de fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die ontstaat door verkeerde, niet aan
de installatiecomponenten aangepaste programmainstellingen.
Herhaal deze handelingen voor het tweede t/m het
vierde invoerveld…
Sla de gegevens op of annuleer ze. De invoervelden
worden automatisch op 0000 gezet. De cursor springt
automatisch op de navigatiepijl. Het programma informeert u in de menuregel “Datatoegang” over de
gekozen status van de datatoegang…
Keer terug naar het menu “Service Instellingen” door
de navigatiepijl te activeren.
Verkortprogramma oproepen
De verkortprogramma hebben als doel de onderhouds­
ingrepen te vergemakkelijken.
Opmerking
Op het display verschijnt het menu “Service Instelling
Passwoord”…
Korte programma kan door een van de aangesloten
warmtepomp plaatsvinden.
Geef eerste in het navigatiescherm terug en bepalen
welke warmtepomp is aan de korte programma‘s te
draaien.
pagina 33, „Aangestuurde warmtepomp“
Selecteer en activeer in het menu “Service Instelling”
de menuoptie “Verkortprogramma”…
1 Symbool voor programma-onderdeel “Service
Instelling” met menutitel
2 Invoervelden voor viercijferige code
3 Informatie over actuele status van de datatoegang
42
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Temperaturen vastleggen
Selecteer en activeer in het menu “Service Instelling”
de menuoptie “Temperaturen”…
Op het display verschijnt het menu “Service Instelling
Verkortprogramma”…
Op het display verschijnt het menu “Service Instelling
Temperaturen”…
1 Pictogram voor het programma-onderdeel “Service
Informatie” met menutitel en weergave van de gecontroleerde warmtepomp (in het afgebeelde voorbeeld:
warmtepomp 1)
2Verkortprogramma
Verkort de cyclusblokkering en deblokkeert de
warmtepomp.
3 Geforceerd verwarmen
Programma-instellingen worden genegeerd.Verwarmingsaanvraag tot hoge druk. Na hogedrukstoring
wordt de menuoptie “Geforceerd verw.” automatisch
geselecteerd en teruggezet.
4 Geforceerd tapwater
Werking als “Geforceerd verwarmen”.
5Ontdooien
De ontdooienfunctie van de warmtepomp kan hiermee worden getest (alleen L/W-toestellen).
Opmerking
Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier
door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit
geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd.
Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie
hoofdstuk ‘Aangestuurde warmtepomp’, pagina 33
Retour-begrensdRetourtemperatuur-begrenzing
Instelling van de gewenste maximum retourtemperatuur in verwarmingsmodus
Selecteer en activeer het gewenste beknopte programma…
Sla de gegevens op of annuleer ze. Terug naar het menu
“Service Instelling”.
XBuitentemperatuur
Yretourtemperatuur
Astooklijneindpunt
BRetourtemperatuurlimiet
(in het afgebeelde voorbeeld: 40 °C)
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
43
Hysterese HRHysterese verwarmingsregelaar
Instelling van de regelhysterese van de
verwarmingsregelaar
Bij zeer reactiegevoelige verwarmingssystemen een
grotere en bij tragere systemen een kleinere hysterese instellen.
Een voorbeeld: Hysterese verwarmingscircuit retour = 2K
A
2k
2k
c
E
c
D
B
A
in dit temperatuurgebied wordt geen verwarming gevraagd
B
in dit temperatuurgebied wordt verwarming
gevraagd
C
Hysterese
DNeutrale zone
E
Ingestelde retourtemperatuur
Hysterese bij vermogensgeregelde warmtepomp
Bij vermogensgeregelde warmtepompen is de functie
‘Hysterese HR’ niet beschikbaar. Hier wordt de ingestelde retourwaarde door de vermogensregeling van
de compressor geregeld.
+4K
RS
Attentie
a
b
c
a
Luchtontdooiing alleen instellen bij toesteltypes die
hiervoor zijn goedgekeurd.
d
RS Ingestelde retourwaarde
aContinu bedrijf van de warmtepomp met
individueel verwarmingsvermogen
b
Uitschakeling zodra de instelwaarde met 4 K
overschreden is
c
Inschakeling zodra de ingestelde retourwaarde
onderschreden is
d
Activeren van de aanvullende warmteopwekker
na de vrijgavetijd, indien de ingestelde
retourwaarde permanent onderschreden
wordt en de compressor met maximaal
vermogen werkt; terugkeer naar bedrijf met
alleen de warmtepomp, wanneer de ingestelde
retourwaarde bereikt is
TR Verhoging maxRetourtemperatuurverhoging maximaal
Instelling van de maximaal toelaatbare overschrijding van de retourtemperatuur. Bij het overschrijden
van de retourtemperatuur in de verwarming met
de hier ingestelde waarde worden inwendige minimumlooptijden genegeerd en alle warmteopwekkers
uitgeschakeld. Waarde altijd hoger instellen dan de
waarde van de Hysterese HR
44
Vrijgave 2 compr.Vrijgave 2e compressor
Alleen bij apparaten met twee compressoren wordt
hier een waarde weergegeven.
Instelling van de minimale buitentemperatuur
vanaf welke de 2e compressor naar gelang van de
behoefte in de verwarmingsmodus kan worden vrijgegeven. Boven de ingestelde buitentemperatuur
blijft de 2e compressor in de verwarmingsmodus
geblokkeerd.
Vrijgave ZWE
Deblokkeren tweede warmteopwekker
Instelling van de buitentemperatuur waarbij deblokkeren van de tweede warmteopwekker naar behoefte
mogelijk is. Boven deze ingestelde buitentemperatuur
blijft de tweede warmteopwekker geblokkeerd.
Uitzondering:
bij storing en instelling storing met TWO wordt
tweede warmteopwekker onafhankelijk van de ingestelde buitentemperatuur gedeblokkeerd.
T-LuchtontdooienTemperatuur-luchtontdooiing
Hier wordt alleen een waarde weergegeven bij L/W-apparaten en wanneer de luchtontdooiing ingeschakeld is.
Instelling van de vrijgavetemperatuur voor de
luchtontdooiing. Onder de ingestelde temperatuur
is de luchtontdooiing geblokkeerd.
TDI-Ingestelde temp.Ingestelde TDI-temperatuur
Instelling van de insteltemperatuur voor de thermische desinfectie in de productie van warm
tapwater.
Hysterese Tapw.Hysterese warm tapwater
Instelling van de regelhysterese voor de productie
van warm tapwater (negatieve hysterese).
c
A
D
B
A
B
C
D
in dit temperatuurgebied wordt geen warm
tapwaterproductie gevraagd
in dit temperatuurgebied wordt warm tapwaterproductie gevraagd
Warm tapwater, ingestelde waarde
negatieve hysterese
Aanvoer 2 compr.Tapw.Aanvoertemperatuur 2e Tapwater
Alleen bij apparaten met twee compressoren wordt
hier een waarde weergegeven.
Instelling van de aanvoertemperatuur vanaf welke
er met één compressor warm tapwater wordt ge-
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
produceerd. Optimalisatie van de laadtijd en de
bereikbare warm tapwatertemperaturen.
Tbuiten max.Maximum buitentemperatuur
Hier wordt alleen bij L/W-apparaten een waarde
weergegeven
Instelling van de maximale buitentemperatuur vanaf
welke de warmtepomp wordt geblokkeerd.
Tweede warmteopwekker wordt naar behoefte vrijgegeven.
Tbuiten min.Minimum buitentemperatuur
Hier wordt alleen bij L/W-apparaten een waarde
weergegeven.
Instelling van de minimum buitentemperatuur vanaf
welke de warmtepomp wordt geblokkeerd.
Tweede warmteopwekker wordt naar behoefte vrijgegeven.
T-HG maxMaximum persgastemperatuur
Instelling van de maximaal toelaatbare temperatuur
in het koelcircuit van de warmtepomp.
T-Luchtontd-eindeTemperatuur luchtontdooiing einde
Hier wordt alleen een waarde weergegeven bij
L/W-apparaten en wanneer de luchtontdooiing ingeschakeld is.Instelling van de temperatuur waarbij
de luchtontdooiing aan de uitgang van de verdamper
wordt beëindigd.
Verlagen tot
maximum daling
Instelling van de buitentemperatuur tot welke er
een nachtelijke temperatuurverlaging wordt doorgevoerd.
Als de werkelijke temperatuur daalt tot onder de
ingestelde waarde, wordt de verlagingstemperatuur
genegeerd.
Aanvoer max. 1)Maximum aanvoertemperatuur
Als deze temperatuur in de aanvoer wordt overschreden, wordt een compressor van de warmtepomp
uitgeschakeld. Dit geldt voor alle types!
Aanvoer-max Menggr1maximum
aanvoertemperatuur na de mengklep
Wordt alleen weergegeven als menggroep 1 is
ingesteld op mengklep. In dat geval werkt de aanvoertemperatuurvoeler van TB1 als begrenzer van de
aanvoertemperatuur na de mengklep. D.w.z.: als TB1
de ingestelde waarde overschrijdt, zal de mengklep
richting >Dicht< worden gedraaid.
Buitentemp. Grensw. 2)
Warmtebrontemperatuurafhankelijke aanpassing van
de aanvoertemperatuur.
Hier wordt de buitentemperatuur ingesteld, tot
dewelke de max. aanvoertemperatuur met de
warmtepomp mag worden bereikt.
Onder deze buitentemperatuur zal de daadwerke-
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
lijke max. aanvoertemperatuur van de warmtepomp
lineair dalen tot de waarde ‘Aanvoer IG’.
Aanvoer max. Gernsw. 3)
Warmtebrontemperatuurafhankelijke aanpassing van
de aanvoertemperatuur.
Hier wordt de max. aanvoertemperatuur van de
warmtepomp bij een buitentemperatuur van -20 °C
ingesteld.
Meer informatie vindt u onder punt ‘min. BT AV
max.’ en volgende tekening:
VL
VL-max.
VL EG
-20°C
min. AT VL max.
AT
VL = aanvoer
EG = inzetgrens
AT = buitentemperatuur
Hyst.2 comp. verkortHysterese verwarmingsregelaar
vanaf welke de inschakeltijd van het 2e comp.-niveau
wordt verkort (zie ‘Systeeminstelling’).
Aanvullende inschakeling Comp2:
c
A
D
E
B
A
geen inschakeling
B
verkorte inschakeling
C T ret.ber
D
hysterese VR
E
hysterese VR verkort
Tapwater max.Maximale Warmwassertemperatur
Een waarde die wordt ingesteld om de maximale insteltemperatuur voor warm water te begrenzen.
min. aanvoer koelingMinimale aanvoer­
temperatuur koeling
Als deze temperatuur aan de koelsensor (naargelang de integratie TB1, TB2 of TRL) onderschreden
wordt, wordt de koeling onderbroken (fabrieksinstelling 18°C). Tegelijkertijd is de aangegeven waarde
de minimale grenswaarde voor insteltemperaturen
voor de koeling.
45
Selecteer en activeer de gewenste parameter. Het betreffende temperatuurinvoerveld wordt tegen een
donkere achtergrond weergegeven…
Prioriteiten vastleggen
Selecteer en activeer in het menu “Service Instelling”
de menuoptie “Prioriteiten”…
Stel de gewenste temperatuur in…
Waardebereik: pagina 67, „Systeeminstelling bij
de inbedrijfstelling“
Invoer afsluiten…
Herhaal de procedure
andere parameter…
–
indien nodig voor (een)
Scroll helemaal naar beneden in het display. Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar het menu “Service
Instelling”.
Het menu “Service Instelling Prioriteiten” verschijnt op
het scherm…
Opmerking
Warm tapwater heeft – zoals in het afgebeelde
voorbeeld – standaard prioriteit.
Prioriteiten worden voor beide aangesloten
warmtepompen tegelijk ingesteld.
Als u de verwarming de prioriteit wenst te geven, dient
u met verder te gaan. Anders met .
Selecteer de menuoptie “Tapwater”. Het prioriteiteninvoerveld wordt tegen een donkere achtergrond
weergegeven…
Wijzig de prioriteit voor “Tapwater” en beëindig de
invoer…
Opmerking
de menuoptie “Verwarming” is slechts ter informatie. U kunt hier handmatig niets instellen.
Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar het
menu “Service Instelling”.
46
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Systeeminstelling vastleggen
Opmerking
Selecteer en activeer in het menu “Service Instelling”
de menuoptie “Systeem Instelling”…
afwijking van de betreffende fabrieksinstellingen in
het overzicht “Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling” invoeren.
pagina 67, „Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling“
Invoer afsluiten…
Herhaal de procedure
andere parameter…
–
indien nodig voor (een)
Op het display verschijnt het menu “Service Instelling
Systeem”…
Opmerking
Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier
door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit
geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd.
Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie
hoofdstuk ‘Aangestuurde warmtepomp’, pagina 33
Selecteer en activeer de gewenste parameter. Het
betreffende invoerveld wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven…
Voer de gewenste instelling uit…
EVU-blokkeringEVU blokkering
zonder ZWE = ZWE bij externe aansturing eveneens
geblokkeerd
met ZWE = ZWE bij externe aansturing vrijgegeven
Instelling heeft enkel effect bij ketel-HT of ketel-LT
als ZWE.
RuimteopnemerRuimtethermometer
(ruimteregelaar met stooklijnverstelling)
Nee = geen ruimteregelaar met stooklijnverstelling
aangesloten
RFV = ruimteregelaar met stooklijnverstelling aangesloten
RBE = ruimtebedieningseenheid aangesloten
InpassingHydraulische aanpassing
Instelling van de hydraulische aanpassing van het buffervat
Retour = hydraulische aanpassing met serieel geschakelde buffervaten (aanvoer/retour)
Buffervat = hydraulische aanpassing met parallel geschakelde buffervaten (multifunctionele buffervaten,…)
Attentie
verkeerde, niet op de installatiecomponenten afgestemde programma-instellingen brengen de veiligheid en de goede werking van de installatie in
gevaar en kunnen tot ernstige schade kan leiden.
Opmerking
de fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die ontstaat door verkeerde, niet aan
de installatiecomponenten aangepaste programmainstellingen.
Opmerking
een buffervat vereist een externe retourtemperatuurvoeler.
Menggroep 1Menggroep 1
Instelling van de functie van de mengklepsturing
Laden = mengklep dient als ladingsmengklep, bijvoorbeeld voor een ketel
A
B
tB1
AKetel
BWarmtepomp
TB1Temperatuurvoeler
aanvoer (optioneel)
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
47
Ontladen = mengklep dient als regelmengklep, bijvoorbeeld voor een vloerverwarming
tB1
Koelen = mengklep dient als regelmengklep voor
passieve koelfunctie (LWD reversibel actief)
Nee = mengklep heeft geen functie
Opmerking
Bij LWD reversibel kan MK1 ook zonder uitbreidingsprintplaat met installateur- of klantenservicetoegang op
‘Verw+koel’ of ‘Koelen’ worden ingesteld. De koeling
wordt via de retourvoeler geregeld.
ZWE1 Type Type van de tweede warmteopwekker 1
Nee = geen ZWE aangesloten, installatie werkt
monovalent
E-element = elektrisch element als ZWE aangesloten,
installatie werkt mono-energetisch
Kessel = Ketel-HT als ZWE aangesloten, installatie werkt bivalent. Als op “Kessel” is ingesteld, is er
een mengklep vereist, omdat de ketel, indien nodig,
continu wordt ingeschakeld en er geen temperatuurregeling via uitgang ZWE1 plaatsvindt.
Gasboiler = Ketel-LT (gasketel) als ZWE aangesloten,
wordt als elektrisch element aangestuurd, kan echter
tijdens de externe aansturing worden vrijgegeven
ZWE1 Functie
Functie van de tweede warmteopwekker 1
Nee = geen ZWE aangesloten, installatie werkt
monovalent
Verwarmen = ZWE bevindt zich als elektrisch element in het buffervat
Verw en Tw (=verwarming en warm tapwater) =
ZWE bevindt zich hydraulisch in de aanvoer van de
warmtepomp. ZWE wordt doorstroomd wanneer
de verwarmingswarmtepomp of de circulatiepomp
voor het warm tapwater draait
Attentie
bij ingebouwde doorstroomboilers die in de aanvoer van de warmtepomp zitten, moet “Verw en
TW” als functie worden ingesteld.
Storing
48
met ZWE = bij storing van de warmtepomp worden
aangesloten ZWE ingeschakeld naar gelang van de
behoefte (Verw en Tapw)
zonder ZWE = bij storing van de warmtepomp
worden aangesloten ZWE slechts ingeschakeld
wanneer retourtemperatuur < 15 °C (vorstbescherming); (alleen verwarming)
Tapwater 1
Warm tapwater 1
Voeler = productie van warm tapwater wordt via een
temperatuurvoeler in het warm-tapwaterbuffervat
gestart of gestopt
Therm. (= Thermostaat) = productie van warm
tapwater wordt via een thermostaat in het warmtapwaterbuffervat gestart of gestopt
Opmerking
warm-tapwaterthermostaat aansluiten op dezelfde
klemmen als de warm-tapwatertemperatuurvoeler
(laagspanning). De warm-tapwaterthermostaat moet
geschikt zijn voor laagspanning (potentiaalvrij contact).
Thermostaat gesloten (= signaal aan) = aanvraag van warm tapwater.
Tapwater 2
Warm tapwater 2
ZIP = ZIP betekent circulatiepomp.
De bijbehorende instellingen vindt u in de beschrijving van de circulatiepomp in de handleiding voor de
eindklant, programmaonderdeel ‘Warm tapwater’,
hoofdstuk ‘Circulatie’.
BLP = BLP-instelling betekent dat de uitgang ZIP tijdens de productie van warm tapwater actief is en
30 seconden na TW-productie uitschakelt.
Tapwater 3
Warm tapwater 3
met ZUP = aanvullende circulatiepomp draait tijdens
de productie van warm tapwater
zonder ZUP = aanvullende circulatiepomp draait niet
tijdens de productie van warm tapwater
Tapwater 4
Warm tapwater 4
Ber.waarde = warmtepomp tracht de instelwaarde
van de warm-tapwatertemperatuur te bereiken
Tapwater 5Warm tapwater 5
met HUP = verwarmingscirculatiepomp draait tijdens
de productie van warm tapwater
zonder HUP = verwarmingscirculatiepomp draait niet
tijdens de productie van warm tapwater
BW+WP max
maximale looptijd warmtapwaterproductie + warmtepomp
Na het verstrijken van de ingestelde tijd wordt
ZWE in de warm-tapwaterproductie ingeschakeld,
doch uitsluitend wanneer deze eerder in de verwarmingsmodus gedeblokkeerd was!
Ontdooicycl.maxOntdooicyclustijd, maximale tijd
tussen twee ontdooiprocessen
De in te stellen tijd kunt u vinden in de installatie- en gebruikershandleiding bij het betreffende
L/W-apparaat. Als u daar geen gegevens vindt, geldt
het volgende:
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
LuchtontdooiLuchtontdooiing
Nee = luchtontdooiing niet vrijgegeven
Ja = luchtontdooiing algemeen boven de ingestelde
temperatuur vrijgegeven
Luchtontdooi maxMaximum tijdsduur luchtontdooiing
Optie slechts mogelijk wanneer luchtontdooiing
vrijgegeven
Ontdooien 2
Optie slechts mogelijk bij L/W-apparaten met 2
compressoren
met 1 comp = ontdooiing met slechts een compressor
met 2 comp = ontdooiing met twee compressoren,
voor zover die ook vóór de ontdooiing werkten
Pompen optimal.Pompoptimalisatie
Nee = verwarmingscirculatiepompen draaien altijd,
behalve wanneer er een andere productie wordt gevraagd (warm tapwater,…) of wanneer het apparaat
is uitgeschakeld
Ja = verwarmingscirculatiepompen worden uitgeschakeld indien nodig
De verwarmingscirculatiepompen worden uitgeschakeld als de warmtepomp meer dan 3 uur niet
wordt geactiveerd. De verwarmingscirculatiepompen zullen dan telkens na 30 minuten 5 minuten lang
draaien tot de warmtepomp weer warmte levert.
Als de buitentemperatuur boven de ingestelde
retourtemperatuur ligt, zullen de verwarmingscirculatiepompen continu uitgeschakeld blijven. Na 150
uur worden deze telkens 1 minuut lang ingeschakeld
om vastzitten van de pomp te voorkomen.
ToegangDatatoegangsbevoegdheid
Als op “Install.” (=installateur/vakpersoneel) is ingesteld,
kunnen alle parameters zonder wachtwoord worden
aangepast die anders alleen met “Servciienst“-toegang
(=klantenservice) kunnen worden gewijzigd.
Bewaking compres.
Bewaking compressor
Uit = compressorbewaking uitgeschakeld
Aan = compressorbewaking ingeschakeld, als het
draaiveld van de voeding van de compressor
verkeerd is, wordt er bij “Net aan” een storing gedetecteerd
Storingsnummer 729, pagina 63
Als de compressor start, controleert de compressorbewaking de temperatuurwijziging van het
persgas. Als de temperatuur van het persgas niet
omhoog gaat als de compressor werkt, zal er een
storing worden gemeld.
Attentie
compressorbewaking alleen uitschakelen voor het
zoeken naar fouten tijdens onderhoud.
Apparaten met een fase volgorde relais worden
met uitgeschakelde compressorbewaking geleverd.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Regeling verwarm.Regeling van de stooklijnen
BT-afh. = de retourtemperatuurwaarde van de verwarming wordt berekend op basis van de ingestelde
stooklijn
Vastetemp. = de retourtemperatuurwaarde kan los
van de buitentemperatuurwaarde worden gekozen
Regeling Menggr.1Regeling menggroep 1
BT-afh. = de aanvoertemperatuurwaarde van de verwarming wordt berekend op basis van de ingestelde
stooklijn
Vastetemp. = de aanvoertemperatuurwaarde kan los
van de buitentemperatuurwaarde worden gekozen
Opwarmen
Optie slechts mogelijk bij externe energiebron
(houtketel, zonne-energie-installatie met parallel geschakelde buffervaten, …)
met mengkl = als mengklep is gedefinieerd als
ontladingsmengklep, regelt hij volgens de in het opwarmprogramma ingestelde insteltemperatuur
z mengkl. = als de mengklep is gedefinieerd als
ontladingsmengklep, stuurt hij tijdens het opwarmprogramma altijd open
Eletrische anode
Parasitaire-stroomanode in het warm-tapwaterbuffervat
Ja = parasitaire-stroomanode aanwezig
Nee = parasitaire-stroomanode niet aanwezig
Attentie
bij apparaten met parasitaire-stroomanode in het
warm-tapwaterbuffervat moet in dit menuoptie “Ja”
worden ingesteld om de corrosiebescherming van
het buffervat te garanderen.
Het aansluiten van de parasitaire-stroomanode
moet gebeuren volgens de instructies van de handleiding bij de betreffende warmtepomp.
Verwarmingsgrens
Als de parameter Stookgrens op Ja is ingesteld, zal
hierdoor de verwarming in de zomermodus automatisch worden uitgeschakeld en andersom.
Als de stookgrens geactiveerd is, zal onder Service
Informatie - Temperaturen de gemiddelde dagtemperatuur worden weergegeven. Gelijktijdig verschijnt
in het menu Verwarming de menuoptie Stookgrens.
Hier dient een temperatuur te worden ingesteld
vanaf wanneer de warmtepomp niet meer dient te
verwarmen. Als de gemiddelde waarde de ingestelde
waarde overschrijdt, dan wordt de retourtemperatuurwaarde op minimaal verlaagd en worden de
verwarmingscirculatiepompen uitgeschakeld. Als de
gemiddelde temperatuur de stooklijnwaarde weer
onderschrijdt, dan wordt de verwarming automatisch weer gestart.
49
Pompoptim Tijd
Als de pompoptimalisatie is ingeschakeld (pompopt.
JA), kan hier de tijd worden ingesteld na dewelke de
verwarmingscirculatiepomp wordt uitgeschakeld.
Is de warmtepomp voor deze tijd uitgeschakeld
omdat er geen verwarmingsaanvraag gegeven is,
dan wordt de pomp cyclisch 30 minuten uit- en 5
minuten ingeschakeld, tot er weer een verwarmingsaanvraag ontvangen wordt.
Energiemeter / energie-efficiënte pomp
Selecteer en activeer in het menu “Service Instelling”
de menuoptie “Tweede warmteop”…
E.zuinige pompEfficiënte pomp
Ja = aansturing van een efficiënte verwarmingscirculatiepomp via 0 - 10 V (Analog Out 2)
Nee = geen energie-efficiënte pomp aangesloten
Energie
Moet in combinatie met de ‘Energiemeting’ volgens
de gegevens in de betreffende handleiding worden
ingesteld.
Op het display verschijnt het menu “Service Instelling
Systeem”…
Selecteer en activeer de menuoptie “E.zuinige pomp”.
De parameter op ‘Ja’ instellen…
Afstandsbeheer
Ja = afstandsbeheer is ingeschakeld
Nee = afstandsbeheer is uitgeschakeld
Selecteer en activeer de menuoptie “Energie”. ‘Energie’
volgens de gegevens in de betreffende handleiding van
de warmtepomp instellen…
Meer informatie over het gebruik van de afstandsbeheer vindt u op pagina 58, „Afstandsbeheer“
In het menu helemaal naar beneden scrollen, de ingevoerde gegevens bevestigen en naar het menu ‘Service
Instelling’ terugkeren…
OntdCycl.minOntdooicyclustijd, minimale tijd
tussen twee ontdooiprocessen
De in te stellen tijd kunt u vinden in de installatie- en gebruikershandleiding bij het betreffende
L/W-apparaat.
Melding TDIMelding thermische desinfectie
Indien NEE, dan verschijnt geen storingsmelding, anders zie foutmelding 759
Selecteer en activeer de menuoptie “WMT / E.zuinige
pomp”…
Vrijg. ZWEVrijgave tweede warmteopwekker
Tijd tot inschakeling van de tweede warmteop
wekker. Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar het menu ‘Service – Instellingen’
Op het display verschijnt het menu „WMT / E.zuinige
pomp“. In dit menu kunt u de vrije opvoerhoogte van
de circulatiepomp (besturing via PWM-signaal) aanpassen…
Warmw. naverw.
Warmwaternaverwarming
Standaard gedeactiveerd (weergave = ‘nee’).
Indien geactiveerd (weergave = ‘ja’), wordt de gewenste warmwaterwaarde de doelwaarde voor
warm water (zie pagina 28).
Warmw. naverw. maxMaximale tijdspanne voor
warmwaternaverwarming
Maximale tijdspanne waarin de warmwaternaverwarming dient plaats te vinden. Als deze tijdspanne
overschreden wordt, wordt de warmwaternaverwarming afgebroken.
Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar het
menu “Service Instelling”.
Opmerking
50
Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier
door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit
geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Ex-ventiel man. op
Het expansieventiel gaat voor de ingestelde looptijd
compleet open.
Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie
hoofdstuk ‘Aangestuurde warmtepomp’, pagina 33
E.zuinige p. Nom.
Efficiënte pomp nominaal bedrijf
Deze waarde geldt, wanneer de
compressor loopt
E.zuinige p. Min.
Efficiënte pomp minimaal bedrijf
Deze waarde geldt, wanneer de
compressor niet loopt
Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar het
menu “Service Instelling”.
Selecteer en activeer het/de te ontluchten installatieonderdeel/onderdelen…
Stel de tijdsduur van het ontluchtingsprogramma in…
•
selecteer en activeer de menuoptie “Tijdsduur”. Het
invoerveld voor de tijdsindicatie wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven…
•
Tijdsduur (uurcyclus) instellen…
Systeem ontluchten
Opmerking
waardegebied voor tijdsduur = 1 – 24 uren
Fabrieksinstelling: 1 uur
Selecteer en activeer in het menu “Service Instelling”
de menuoptie “Systeem ontluchten”…
•
Invoer afsluiten…
Sla de instellingen op of annuleer ze…
Opmerking
Op het display verschijnt het menu “Service Instellingen
Systeem ontluchten”…
als er circulatiepompen zijn geactiveerd, start het
ontluchtingsprogramma onmiddellijk nadat de instellingen zijn opgeslagen.
Het ontluchten wordt telkens na een uur gepauzeerd gedurende 5 minuten en wordt vervolgens
automatisch voortgezet.
Terug naar het menu “Service Instelling”.
Opmerking
HUP
Verwarmings- en vloerverwarmings-circulatiepomp
ZUP
Circulatiepomp voor warm-tapwater
BUP
Warm tapwater circulatiepomp
Ventilator BOSUP
Ventilator, bronwater- of brine-circulatiepomp
MA1
Mengkraan 1 Open
MZ1
Mengkraan 1 Dicht
ZIP
Aanvullende circulatiepomp, circulatiepomp
Looptijd
Tijdsduur ooptijd van het ontluchten
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
zolang het ontluchtingsprogramma actief is, wordt
het overeenkomstige programmasymbool in het navigatiedisplay weergegeven:
51
ParameterS IBN OPSLAAN
Selecteren van de displaytaal
Het is mogelijk de instellingen op te slaan die tijdens de inbedrijfstelling zijn uitgevoerd (= Parameters IBN opslaan).
Indien nodig kan de installatie zodoende snel en eenvoudig
weer worden gereset met de instellingen ten tijde van de inbedrijfstelling.
De menu’s en teksten die op het display van het bedieningselement worden weergegeven, bestaan in verschillende
talen. U kunt een taal kiezen.
De gegevens worden op de printplaat van het bedieningselement opgeslagen.
Selecteer en activeer in het menu “Service” de menuoptie “Taal”…
Op het display verschijnt het menu “Service Taal”…
Opmerking
De functie “Parameters IBN instellen” is alleen beschikbaar in de Klantenservice-toegangsmodus.
Selecteer en activeer in het menu “Service Instellingen”
de menuoptie “Parameters IBN instellen”…
Selecteer en activeer de gewenste taal…
Datum en tijd vastleggen
Volg de instructies op het scherm:…
Selecteer en activeer in het menu “Service” de menuoptie “Datum en tijd”…
Op het scherm verschijnt het menu “Service Datum en
tijd”.…
Bovendien is het mogelijk de instellingsgegevens extern op
een USB-stick op te slaan.
Selecteer en activeer de menuoptie voor dagcijfers…
Stel de cijfers voor de huidige dag in…
Herhaal stappen
–
voor de invoervelden maand,
jaar, uur, minuten en seconden…
52
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Opmerking
Attentie
de naam van de dag kunt u niet wijzigen. Dze wordt
automatisch gecreëerd en weergegeven.
Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar het
menu “Service”.
af fabriek ingestelde waarden of gewenste waarden moeten worden gecontroleerd op hun overeenstemming met de richtlijnen van de fabrikant
van de vloer die moet worden verwarmd.
Temperaturen en tijdsintervallen instellen
Selecteer en activeer in het menu “Service Opwarmprogramma” het tabelveld “Aanvoer1” (=
aanvoertemperatuurtrap 1)…
Opwarmprogramma
Het bijbehorende temperatuurinvoerveld wordt tegen
een donkere achtergrond weergegeven. Stel de gewenste temperatuur in en beëindig het invoeren…
Selecteer en activeer in het menu “Service” de menuoptie “Opwarmprogramma”…
Selecteer en activeer het invoerveld “Tijd” in de tabelrij
“Aanvoer1”…
Op het display verschijnt het menu “Service Opwarmprogramma”…
Het invoerveld voor de tijd, die “Aanvoer1” moet
duren, wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven. Stel de gewenste duur in en beëindig het
invoeren…
Herhaal stappen
–
voer2“ – “Aanvoer10”…
Opmerking
ingestelde temperatuurwaarden zijn aanvoertemperatuurwaarden. De warmtepomp wordt via de retourtemperatuurvoeler geregeld. Het programma bepaalt
het temperatuurverschil bij iedere temperatuurverandering opnieuw. Daardoor is een geringe afwijking van
de ingestelde temperatuurwaarde mogelijk.
Bij vermogensgeregelde warmtepompen wordt het
dekvloerverwarmingsprogramma niet via de retour,
maar volgens de aanvoer geregeld. Hierbij wordt
het vermogen zo aangepast, dat de gewenste aanvoertemperatuur wordt bereikt.
Opmerking
de af fabriek ingestelde waarden komen overeen
met de richtlijnen van bepaalde vloerfabrikanten,
maar kunnen ter plaatse worden gewijzigd.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL Opmerking
als er voor het opwarmen van de vloer minder dan
tien trappen nodig zijn, moet het tijdsinterval bij alle
niet benodigde trappen op “0h” worden gezet.
Attentie
Opmerking
voor de tabelrijen “Aan-
© ait-deutschland GmbH
terwijl het opwarmprogramma loopt, mag u geen
warm-tapwatersnelopwarmen starten.
Opmerking
als de temperaturen in het verwarmingssys­
teem
reeds groter zijn dan de insteltemperatuur van de
eerste aanvoertemperatuurtrap, moet u het opwarmprogramma met de eerstvolgende hogere
aanvoertemperatuurtrap starten. Anders kan het
opwarmprogramma in de eerste aanvoertemperatuurtrap een foutmelding geven.
53
Opwarmprogramma starten
De laatste menuoptie luidt nu “Opwarmprog.wordt gestart“, de menuoptie “Instellingen opslaan” wordt tegen
een donkere achtergrond weergegeven:
Attentie
Terwijl het verwarmingsprogramma loopt, wordt
op het display -10 °C als buitentemperatuur aangegeven. De warmwaterbereiding is niet mogelijk.
scroll helemaal naar beneden in het scherm “Service
Opwarmprogramma”. Selecteer en activeer de menuoptie “Opwarmprog. starten”…
Om het opwarmprogramma te starten, activeert u de
menuoptie “Instellingen opslaan”…
De indicatie “Opwarmprog. wrd gestart” verandert in
“Opwarmprog. actief”.
Er verschijnt een veiligheidsvraag…
Opmerking
in het opwarmprogramma worden alle aangesloten
verwarmingstoestellen naar gelang van de behoefte
vrijgegeven. Nochtans geldt het volgende:
een verwarmingsinstallatie is berekend op verwarmen en niet op het opwarmen van een vloer.
Daarom kan het voor de opwarmfase nodig zijn
de installatie uit te rusten met aanvullende verwarmingstoestellen.
Accepteer de bevestiging. Selecteer en activeer de menuoptie “Ja” of de menuoptie
“Nee”…
Na het starten van het opwarmprogramma worden de
geprogrammeerde aanvoertemperatuurtrappen automatisch achtereenvolgens afgelopen.
Het voor een aanvoertemperatuurtrap ingestelde tijdsinterval is niet noodzakelijk de werkelijke tijd die
nodig is om de volgende aanvoertemperatuurtrap te
bereiken. Naar gelang van de verwarmingsinstallatie en
het vermogen van de warmtepomp kan het langer of
minder lang duren tot de volgende aanvoertemperatuurtrap wordt bereikt.
Als een bepaalde aanvoertemperatuurtrap ten gevolge
van een te gering verwarmingsvermogen niet wordt bereikt, verschijnt er op het display een overeenkomstige
foutmelding. De foutmelding informeert u ook over de
aanvoertemperatuurtrap die niet is bereikt. Het opwarmprogramma loopt niettemin verder en tracht de
volgende aanvoertemperatuurtrap te bereiken.
Opmerking
Opmerking
54
als de veiligheidsvraag met “Nee” wordt beantwoord, wordt het opwarmprogramma niet gestart.
Als de veiligheidsvraag met “Ja” wordt beantwoord,
keert het programma terug naar het menu “Service
Opwarmprogramma”.
na afloop van een TT-temperatuurtrap wordt het bijbehorende tijdsinterval op “0h” gezet. Op die manier
wordt gegarandeerd dat het opwarmprogramma na
een eventuele stroomuitval verdergaat bij die aanvoertemperatuurtrap waarbij het onderbroken is.
Opmerking
als de foutmelding “Vermogenstekort Opwarmprogramma” verschijnt (= foutnummer 730), wijst dat
erop dat het opwarmprogramma een aanvoertemperatuurtrap niet binnen het vastgelegde tijdsinterval kon afwerken. Het opwarmprogramma loopt
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
niettemin verder. De foutmelding kan pas worden
bevestigd wanneer het opwarmprogramma afgelopen is of handmatig is uitgeschakeld.
Opmerking
Terugkeer naar het menu “Service”.
Attentie
Installatieconfiguratie
zolang het opwarmprogramma loopt, wordt het
overeenkomstige programmasymbool in het navigatiedisplay weergegeven:
wanneer een bepaalde gebruiksmodus niet nodig is
in uw installatie, is het onnodig de bijbehorende programmaonderdelen op het display weer te geven.
Een voorbeeld: uw installatie is uitsluitend bestemd
voor verwarming. Er zijn geen onderdelen voor de
productie van warm tapwater geïnstalleerd. Dat
maakt dat u de menu’s van het programma-onderdeel “Warm tapwater” niet nodig hebt. Het is dan
ook niet nodig dat die menu’s op het display worden
weergegeven. Onder “Installatieconfiguratie” kunt u
bepalen dat deze menu’s in principe niet worden
weergegeven op het display en daardoor verborgen
blijven.
Opmerking
Opwarmprogramma handmatig beëindigen
het verbergen van de menu’s heeft echter geen invloed op de functie of de werking van een gebruiksmodus. Als de gebruiksmodus moet worden uitgeschakeld, moet dat in het menu “Bedrijfsmode”
worden ingesteld.
Selecteer en activeer in het menu “Service” de menuoptie “Opwarmprogramma”…
Selecteer en activeer in het menu “Service” de menuoptie “Installatieconfiguratie”…
Op het display verschijnt het menu “Service Opwarmprogramma”. De menurij “Opwarmprog. opheffen”
wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven…
Op het display verschijnt het menu “Service Installatieconfiguratie”…
Druk de “draai-drukknop” in. Het opwarmprogramma
wordt onmiddellijk uitgeschakeld, de indicatie “Opwarmprogr. opheffen” wordt automatisch vervangen
door de indicatie “Opwarmprogr. niet act(ief)”…
Scroll helemaal naar beneden in het display, sla de instellingen op en keer terug naar het menu “Service”.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Selecteer het niet benodigde programma-onderdeel…
In het voorbeeld moeten de menu’s van het programma-onderdeel “Verwarming” op het display
worden weergegeven. De menu’s van het programmaonderdeel “Tapwater” worden niet weergegeven.
Sla de instellingen op of annuleer ze.Terugkeer naar het
menu “Service”.
55
Software-update
Op een apparaat met softwareversie ≥ V2.63 mag geen softwareversie < V2.63 meer worden geïnstalleerd.
Vermogensgeregelde lucht/water-warmtepompen mogen
alleen met de softwareversie ≥ V3.xx worden gebruikt.
Contrast van het Display van
het bedieningselement instellen
U kunt het contrast van het display van het bedieningselement zoals gewenst instellen.
selecteer het pictogram
op het navigatiescherm…
Datalogger
Het menu “Service” verschijnt op het scherm. Scroll
het menu helemaal omlaag en selecteer de menuoptie
“Systeemaansturing”…
De besturing beschikt over een datalogger die voortdurend
de laatste 48 uur gegevens van de warmtepomp opslaat.
(temperaturen, in- en uitgangen).
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen op een USBstick. Stop de USB-stick in de besturing en sla deze gegevens
op de USB-stick op m.b.v. de menuoptie Datalogger.
Een geautoriseerde klantenservice of installateur kan d.m.v.
zijn wachtwoord-beveiligde toegang de datalogger continu
in werking zetten. Als er een USB-stick is aangesloten, zullen
de gegevens dan telkens na 48 uur met datum- en tijdstempel worden opgeslagen.
Opmerking
56
Op het scherm verschijnt het menu “Systeemaansturing”. Ga naar de menuoptie “Contrast Display” en
selecteer deze…
Het menu “Contrast Display” verschijnt op het scherm.
Selecteer hier “+ / –”. Door aan de “draai-drukknop”
te draaien, kunt u nu het contrast aanpassen…
Vergeet niet, de datalogger op de USB-stick op te
slaan, alvorens u de USB-stick van het bedieningselement trekt. Anders gaan de laatse waarden verloren.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Webserver
Het menu “Webserver” verschijnt op het scherm.Voer
hier eerst het wachtwoord met 6 cijfers in om toegang
tot gegevensinvoer te verkrijgen. U heeft dit wachtwoord later nodig om de computer bij de besturing
aan te melden. Als het wachtwoord fout is, kunt u de
gegevens wel uitlezen, maar niet wijzigen…
Opmerking
Via de linker bus aan de onderzijde van het bedieningsdeel kan een verbinding met een computer
of netwerk tot stand worden gebracht, om de verwarmings- en warmtepompregelaar van daar uit te
kunnen besturen.Voorwaarde hiervoor is dat tijdens de elektrische aansluitwerkzaamheden een afgeschermde netwerkkabel (categorie 6) door het
apparaat werd gelegd.
Is deze netwerkkabel geïnstalleerd, dan dient de
RJ45-connector van de netwerkkabel in de linker
bus van het bedieningsdeel te worden gestoken.
DHCP-Server
Met de functie “Webserver” kunt u de verwarmings- en
warmtepompregelaar d.m.v. een computer of internetbrowser regelen.
selecteer het pictogram
Als de computer direct met de verwarmings- en warmtepompregelaar is verbonden, kunt u de menuoptie “DHCP
Server” activeren.
De computer die als DHCP-client is aangesloten, krijgt automatisch een IP-adres toegewezen.
op het navigatiescherm…
Opmerking
De aangesloten computer moet als “DHCP Client”
werken. Hierdoor krijgt de computer alle benodigde verbindingsgegevens automatisch van de
DHCP-server van de verwarmings- en warmtepompregelaar.
Controleer de netwerkinstellingen van het bedrijfssysteem van uw computer als er verbindingsproblemen optreden, en wijzig deze, indien nodig.
Het menu “Service” verschijnt op het scherm. Scroll
het menu helemaal omlaag en selecteer de menuoptie
“Systeemaansturing”…
DHCP-Client
Als de warmtepompregelaar op een netwerk met een
DHCP-server aangesloten wordt, kan de regelaar van deze
server (bijv. router) een IP-adres toegewezen krijgen. Hiervoor moet het punt ‘DHCP-client’ geactiveerd zijn.
Na een herstart wordt het ontvangen IP-adres in het menu
‘IP-adres’ vermeld.
Op het scherm verschijnt het menu “Systeemaansturing”.
Ga naar de menuoptie “Webserver” en selecteer deze…
Opmerking
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Als de computer via een router met de verwarmings- en warmtepompregelaar is verbonden, moet
u de menuoptie “DHCP Server” per se uitschakelen.
Als “DHCP Server” wordt gedeactiveerd, moet de
verwarmings- en warmtepompregelaar opnieuw
worden gestart.
57
Sla de instellingen op en verlaat het menu…
In dat geval vult u in de verwarmings- en warmtepompregelaar de volgende adresgegevens in en slaat deze op:
Ga naar de menuoptie “IP-adres” in het menu “Configuratiescherm” en selecteer deze…
Opmerking
Aanwijzing
De weergave van de webserver is geschikt voor een
resolutie van ten minste 1024 x 600.
bij menupunt “IP” moet een adres tussen
192.168.002.002 t/m 192.168.002.254 worden ingevoerd. Het ingevoerde adres mag niet al aan een
ander apparaat zijn toegewezen dat door de router
wordt beheerd.
Op het display verschijnt het menu “IP-adres”…
Opmerking
JVM (Java Virtual Machine) is een vrij beschikbare
plugin voor uw internetbrowser. U kunt dit op internet downloaden (http://www.java.com).
Afstandsbeheer
1 IP-adres van de verwarmings- en warmtepompregelaar
2Subnetmask
3 Adress Broadcast
4 Gateway-adres van de aangesloten router
Als de “DHCP Server” / DHCP-client geactiveerd is,
kunnen hier geen gegevens worden gewijzigd, maar
alleen worden uitgelezen.
Am vanuit de aangesloten computer toegang tot de
verwarmings- en warmtepompregelaar te verkrijgen,
dient u de internetbrowser te openenen en dan in de
adresregel “http://” en dan het nummer in te voeren
dat na “IP” op het scherm van uw verwarmings- en
warmtepompregelaar verschijnt.
Als de computer aan een router is aangesloten en de dus
de “DHCP Server” van de verwarmings- en warmtepompregelaar is gedeactiveerd, moet u het IP-adres (1)
in combinatie met alle andere gegevens (Subnet mask,
Broadcast, Gateway) die op het scherm van de verwarmings- en warmtepompregelaar worden weergegeven
aan de adresgegevens van uw routers aanpassen.
58
Een voorbeeld:
De aangesloten router (= Gateway) heeft het IPadres 192.168.2.1, het nummer van de subnet mask is
255.255.255.0.
Opmerking
Om de afstandsbeheer te kunnen gebruiken, dient
aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan:
–
Er werd een speciale overeenkomst met de fabrikant afgesloten.
–
De verwarmings- en warmtepompregelaar heeft via
een breedbandverbinding (DSL) en een router toegang tot internet met open poort 21.
–
De inbedrijfstelling van de warmtepomp werd door
de klantenservice van de fabrikant uitgevoerd.
–
De fabrikant heeft een volledig ingevuld inschrijvingsformulier voor de afstandsbeheer ontvangen.
Opmerking
De afstandsbeheer is een extra service, die de fabrikant tegen betaling aanbiedt.
Opmerking
Alle instellingen die de functie ‘Afstandsbeheer’ betreffen, mogen uitsluitend door geautoriseerd servicepersoneel worden uitgevoerd.
Met de functie ‘afstandsbeheer’ is vanaf de onderhoudsserver van de fabrikant directe toegang tot de verwarmings- en
warmtepompregelaar mogelijk.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Functie ‘Afstandsbeheer’ inschakelen
Selecteer het pictogram
De functie ‘Afstandsbeheer’ instellen
op het navigatiescherm…
Selecteer in het menu ‘Service’ het menupunt
‘Systemaansturing’…
Het menu ‘Service’ verschijnt op het scherm. Selecteer
het menupunt ‘Systeeminstellingen’…
Op het scherm verschijnt het menu ‘Systemaansturing’.
Selecteer hier het menupunt ‘Afstandsbeheer’…
Scroll het menu door en selecteer helemaal onderaan
het menupunt ‘Afstandsbeheer’…
Op het scherm verschijnt het menu ‘Afstandsbeheer’.
Selecteer hier het menupunt ‘IP-adres’…
Bewaar de instelling en keer naar het menu ‘Service’
terug.
Op het scherm verschijnt het menu ‘IP-adres Afstandsbeheer’…
Voer hier het IP-adres van de afstandsbeheer
server in (actuele stand: 212.223.174.89).
Opmerking
Na de succesvolle verbinding met de afstandsbeheer
server mag het IP-adres niet meer worden veranderd. De router moet als gateway ingesteld zijn.
pagina 57, „Webserver“
Bewaar de instelling en keer naar het menu ‘Afstandsbeheer’ terug…
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
59
Selecteer het menupunt ‘Verbinding testen’…
Handmatige datatransfer
Selecteer in het menu ‘Afstandsbeheer’ het menupunt
‘Handmatige data overdracht’…
Opmerking
De controle van de verbinding is bij de eerste instelling absoluut noodzakelijk.
De verbinding met de afstandsbeheer server wordt
tot stand gebracht en de gegevens worden doorgestuurd…
Op het scherm verschijnt het menu ‘Serienummer ingeven’…
Voer het serienummer van de warmtepomp in.
Bij verbindingsproblemen verschijnt op het scherm de
volgende melding:
Opmerking
Een verbinding met de afstandsbeheer server
is alleen mogelijk, als u het serienummer van uw
warmtepomp correct hebt ingevoerd.
Het serienummer van de warmtepomp vindt u op
het typeplaatje dat op de kast van de warmtepomp
is aangebracht.
Bewaar de instelling. Vervolgens wordt de verbinding
met de afstandsbeheer server gecontroleerd.
pagina 61, „Mogelijke oorzaken van verbindingsproblemen“
Treden bij de controle van de verbinding fouten op, dan
verschijnt op het scherm van de verwarmings- en warmtepompregelaar een desbetreffende waarschuwing:
pagina 61, „Mogelijke oorzaken van verbindingsproblemen“
60
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Mogelijke oorzaken van verbindingsproblemen
Is een verbinding met de afstandsbeheer server niet mogelijk, dan kan dit volgende oorzaken hebben:
Informatie over de functie ‘Afstandsbeheer’
Selecteer in het menu ‘Afstandsbeheer’ het menupunt
‘Informatie’…
•De verwarmings- en warmtepompregelaar heeft geen
toegang tot internet.
• De standaardgateway in het menu ‘Configuratiescherm –
IP-adres’ is niet correct ingesteld.
• Poort 21 is niet voor de verwarmings- en warmtepompregelaar vrijgegeven.
• Het IP-adres van de verwarmings- en warmtepompregelaar is niet aan uw lokale netwerk aangepast.
Op het scherm verschijnt het menu ‘Informatie afstandsbeheer’.
Controleer bij verbindingsproblemen alle instellingen in het
onderdeel ‘Afstandsbeheer’, ‘Webserver’ en ‘Configuratiescherm – IP-adres’. Corrigeer de instellingen, indien nodig.
Is daarna nog altijd geen verbinding met de afstandsbeheer
server mogelijk, dan dient u contact op te nemen met de
klantenservice van de fabrikant.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
MACMAC-adres van de besturing
De gegevens moeten bij de sluiting
van de overeenkomst
aan de fabrikant worden meegedeeld.
laatste act.
verstreken tijd sinds de laatste activering van de afstandsbeheer
volgende act.
tijd tot de volgende automatische activering van de afstandsbeheer
Contract
type van de gesloten overeenkomst
voor afstandsbeheer
Status
status van de afstandsbeheer
Offline = standaardweergave
(wordt meestal getoond)
Online = verbinding met de
afstandsbeheer server
is momenteel tot stand
gebracht en actief
61
Storingsdiagnose / foutmeldingen
Nr.. Melding
701
702
703
Vorstbeveiliging
Installateur bellen
704
Persgasstoring
RESET in hh:mm
705
707
708
709
710
711
712
713
Motorbeveiliging VEN
Installateur bellen
Codering WP
Installateur bellen
Voeler retourleiding
Installateur bellen
Voeler aanvoer
Installateur bellen
Temp.voeler persgas
Installateur bellen
Voeler buitentemp.
Installateur bellen
Voeler tapwater
Installateur bellen
Voeler WQ-Ein
Installateur bellen
714
Persgas BW
RESET in hh:mm
715
Hogedrukstoring onderbroken
Reset autom.
716
Hogedrukstoring
Installateur bellen
718
719
721
722
723
62
Lage-drukstoring
vergrendeling
Installateur bellen
Lage-drukstoring
onderbroken
Reset autom.
Max. buitentemp.
Reset autom. in hh:mm
Min. buitentemp.
Reset autom. in hh:mm
Lagedrukuitschakeling
Reset autom.
Tempdiff VW
Installateur bellen
Tempdiff tapw.
Installateur bellen
724
Tempdiff ABT
Installateur bellen
725
Installatiefout TW
Installateur bellen
726
Voeler mengcircuit 1
Installateur bellen
Beschrijving
Remedie
Lagedrukpressostaat in koelcircuit heeft meermaals gereageerd
WP op lekken, schakelpunt pressostaat, ontdooiing en TA-min controleren.
Lagedruk in koudemiddelcircuitkoudemiddelcircuit heeft
gereageerd. WP wordt na enige tijd automatisch herstart
WP op lekken, schakelpunt pressostaat, en TA-min controleren.
Als de warmtepomp werkt en de temperatuur in de aanvoer
WP-vermogen, ontdooiventiel en
< 5 °C bereikt, dient de vorstbeveiliging te worden ingeschaverwarmingsinstallatie controleren.
keld
Koelmiddelhoeveelheid, verdamMaximum temperatuur in het persgaskoudemiddelcircuit
ping, oververhitting aanvoer, retour
overschreden. Automatische WP-herstart na hh:mm
en WQ-min controleren.
Alleen mogelijk bij L/W-apparaten: motorbeveiliging van de Ingestelde waarde en ventilator conventilator heeft gereageerd
troleren.
Breuk of kortsluiting van de codeerbrug in WP na de eerste Codeerweerstand in WP, stekker en
inschakeling
verbindingskabel controleren.
Retourvoeler, stekker en verbinBreuk of kortsluiting van de retourvoeler
dingskabel controleren.
Aanvoervoeler, stekker en verbinBreuk of kortsluiting van de aanvoervoeler.
dingskabel controleren.
Breuk of kortsluiting in de persgasvoeler in het koudemiddel- Persgasvoeler, stekker en verbincircuit
dingskabel controleren.
Breuk of kortsluiting van de buitentemperatuurvoeler. Geen Buitentemperatuurvoeler, stekker en
storingsuitschakeling. Vaste waarde op -5 °C
verbindingskabel controleren.
Breuk of kortsluiting van de tapwatervoeler. Geen storingTapwatervoeler, stekker en verbinsuitschakeling.
dingskabel controleren.
Warmtebronvoeler, stekker en verBreuk of kortsluiting van de warmtebronvoeler (ingang)
bindingskabel controleren.
Doorstroming warm tapwater,
Thermische gebruiksgrens van de WP overschreden.
warmtewisselaar, warm-tapwaWarm-tapwaterproductie geblokkeerd gedurende hh:mm
tertemperatuur en circulatiepomp
warm tapwater controleren.
Doorstroming VW, overlopen, temHogedrukpressostaat in koudemiddelcircuit heeft gereaperatuur en condensatie controgeerd. WP wordt na enige tijd automatisch herstart
leren.
Doorstroming VW, overlopen, temHogedrukpressostaat in koudemiddelcircuit heeft meerdere
peratuur en condensatie controkeren gereageerd.
leren.
Buitentemperatuur heeft de toelaatbare maximum waarde
Buitentemperatuur en ingestelde
overschreden. Automatische WP-herstart na hh:mm
waarde controleren.
Buitentemperatuur is gedaald tot onder de toelaatbare miBuitentemperatuur en ingestelde
nimum waarde. Automatische WP-herstart na hh:mm
waarde controleren.
Lagedrukpressostaat in koudemiddelcircuit heeft gereaSchakelpunt pressostaat, volumegeerd.
stroom bron controleren.
Temperatuurspreiding in de verwarmingsmodus is negatief Werking en positie van de aanvoer(=foutief)
en retourvoeler controleren.
Temperatuurspreiding in de warm-tapwatermodus is nega- Werking en positie van de aanvoertief (=foutief)
en retourvoeler controleren.
Werking en positie van de aanvoerTemperatuurspreiding in het verwarmingscircuit is > 15 K tij- en retourvoelers, pompvermogen
dens het ontdooien (=bevriezingsgevaar)
HUP, overlopen en verwarmingscircuits controleren.
Circulatiepomp TW, buffervatvulling,
Warm-tapwatermodus gestoord, temperatuur ver onder de afsluitschuif en 3-wegventiel congewenste opslagtemperatuur
troleren. Verwarmingswater en TW
ontluchten.
Menggroepvoeler, stekker en verBreuk of kortsluiting van de menggroepvoeler
bindingskabel controleren.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Nr.. Melding
728
729
730
732
733
734
735
736
737
738
750
751
752
755
756
758
759
760
761
Beschrijving
Remedie
Voeler WQ-Uit
Installateur bellen
Draaiveld storing
Installateur bellen
Breuk of kortsluiting in de warmtebronvoeler aan de WQ-uit- Warmtebronvoeler, stekker en vergang
bindingskabel controleren.
Warmtebronvoeler, stekker en verCompressor na het inschakelen zonder vermogen
bindingskabel controleren.
Het opwarmprogramma kon een TT-temperatuurtrap niet
Vermogenstekort OWP.
Vereiste vermogen voor het opbinnen het ingestelde tijdsinterval bereiken. OpwarmproInstallateur bellen
warmen controleren.
gramma loopt verder.
Storing koeling
De verwarmingswatertemperatuur daalde meerdere keren Mengklep en verwarmingscirculatieInstallateur bellen
tot onder de 16 °C
pomp controleren.
Verbindingsleiding tussen anode en
Storing anode
Storingmeldingsingang van de parasitaire stroomanode
potentiostaat controleren. TW-bufInstallateur bellen
heeft gereageerd
fervat vullen.
Fout voorlopig bevestigen om de
Storing anode
Fout 733 houdt reeds meer dan twee weken aan en de proproductie van warm tapwater weer
Installateur bellen
ductie van warm tapwater is geblokkeerd
vrij te geven. Fout 733 verhelpen.
Alleen mogelijk bij ingebouwde Comfort-/ uitbreidingsprint- Voeler “externe energiebron”,
Ext. En
plaat printplaat: breuk of kortsluiting van de voeler “externe stekker en verbindingsleiding conInstallateur bellen
energiebron”
troleren.
Alleen mogelijk bij ingebouwde Comfort-/ uitbreidingsprintVoeler “zonnecollector”, stekker en
Sensor zonnecollector
plaat printplaat: breuk of kortsluiting in de voeler “zonnecollInstallateur bellen
verbindingskabel controleren.
ector”
Voeler buffervat zonnecoll- Alleen mogelijk bij ingebouwde Comfort-/ uitbreidingsprintVoeler “zonneboiler”, stekker en verector
plaat printplaat: breuk of kortsluiting in de voeler “zonnebindingskabel controleren.
Installateur bellen
boiler”
Alleen mogelijk bij ingebouwde Comfort-/ uitbreidingsprintVoeler menggroep2
Voeler “menggroep2”, stekker en
plaat printplaat: breuk of kortsluiting in de voeler “mengInstallateur bellen
verbindingskabel controleren.
groep2”
Voeler retourleiding
Retourvoeler, stekker en verbinBreuk of kortsluiting van de retourvoeler
Installateur bellen
dingskabel controleren.
Controleer draaiveld en fasevolgorFasebewakingsfout
Fasevolgorderelais heeft gereageerd
derelais.
Doorstromingsfout
Doorstromingsschakelaar heeft gereageerd
zie fout nr. 751 en nr. 717
Verbinding met slave
Netwerkverbinding, switch en IPEen slave heeft gedurende meer dan 5 minuten niet
verloren
adressen controleren. Indien nodig
geantwoord
Installateur bellen
WP-zoekfunctie opnieuw uitvoeren.
Verbinding met master
Netwerkverbinding, switch en IPEen master heeft gedurende meer dan 5 minuten niet
verloren
adressen controleren. Indien nodig
geantwoord
Installateur bellen
WP-zoekfunctie opnieuw uitvoeren.
De ontdooiing werd 5 keer na elkaar door een te lage aan- Doorstroming controleren
Storing ontdooiing
voertemperatuur beëindigd
Aanvoersensor controleren
Instelling tweede warmteopwekker
Thermische desinfectie kon 5 keer na elkaar niet correct
Melding TDI
en veiligheidstemperatuurbegrenzer
worden uitgevoerd
controleren
Ventilator en verdamper tegen
De ontdooiing werd 5 keer na elkaar via de maximale tijd
Storing ontdooiing
sterke wind beschermen
beëindigd (sterke wind op de verdamper)
LIN-timeout
Voeler
(aanzuiging verdamper)
Voeler
(aanzuiging compressor)
Voeler
Compressorverwarming
LIN-timeout
Voelerfout Tü
(aanzuiging verdamper)
Voelerfout Tü1
(aanzuiging compressor)
Voelerfout
Compressorverwarming
765
Oververhitting
Oververhitting langer dan 5 minuten onder 2K.
766
toepassingsgebied van de
compressor.
Bedrijf 5 minuten buiten het toepassingsgebied van de comDraaiveld controleren.
pressor.
762
763
764
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Kabel/contact controleren.
Voeler controleren, evt. vervangen.
Voeler controleren, evt. vervangen.
Voeler controleren, evt. vervangen.
Bij de eerste inschakeling het draaiveld controleren, anders contact
opnemen met klantenservice.
63
Nr.. Melding
767
STB E-element
770
Lage oververhitting
771
Hoge oververhitting
776
Toepassingsgebied
compressor
777
Expansieventiel
778
779
780
781
782
783
784
785
786
787
788
789
790
791
792
793
64
Beschrijving
Remedie
STB van het verwarmingselement aan de SEC werd
geactiveerd
De oververhitting ligt gedurende een langere periode onder
de grenswaarde
De oververhitting ligt gedurende een langere periode boven
de grenswaarde
De compressor werkt gedurende een langere periode
buiten zijn toepassingsgrenzen
Verwarmingselement controleren
en de zekering weer indrukken
Temperatuurvoeler, druksensor en
expansieklep controleren
Temperatuurvoeler, druksensor,
inhoud en expansieklep controleren
Thermodynamica controleren
Expansieklep, verbindingskabels en
evt. SEC-board controleren
Sensor, stekker en
Lage druk voeler
Lagedruksensor defect
verbindingskabel controleren
Sensor, stekker en
Hoge druk voeler
Hogedruksensor defect
verbindingskabel controleren
Sensor, stekker en
EVI voeler
EVI-sensor defect
verbindingskabel controleren
Gasvoeler. voor Exp.
Sensor, stekker en
Temperatuurvoeler ‘vloeibaar voor ex-klep’ defect
ventiel
verbindingskabel controleren
Sensor, stekker en
EVI zuiggas voeler
Temperatuurvoeler ‘EVI zuiggas’ defect
verbindingskabel controleren
Verbindingskabel,
Comunicatie SEC - Inverter Communicatie tussen SEC en inverter gestoord
ontstoringscondensatoren en
bekabeling controleren
De complete installatie 2 minuten
VSS geblokeerd. 2 min
spanningsloos schakelen Bij
Inverter geblokkeerd
onderbr.
herhaald optreden de inverter en
compressor controleren
SEC-Board defect
Fout in het SEC-board vastgesteld
SEC-board vervangen
Storing in de communicatie tussen SEC en HZIO door SEC Kabelverbinding tussen HZIO en
Comunicatie SEC - Inverter
vastgesteld
SEC-board controleren
Bevestig de storing.
Indien fouten meermaals optreden,
Compr. alarm
Compressor meldt fout
dient de hulp van geautoriseerd
servicepersoneel (= klantenservice)
te worden ingeroepen.
Ernstige inverter fout
Fout in de inverter
Inverter controleren
Het bedieningselement kon geen codering vaststellen
LIN/codering niet
Verbindingskabel LINOfwel is de LIN-verbinding verbroken, ofwel wordt de
beschikbaar
coderingsweerstand controleren
coderingsweerstand niet herkend
Bekabeling, inverter en compressor
Ernstige inverter fout
Fout in de voeding van de inverter/compressor
controleren
Indien het om de SEC-configuratie
gaat, de modbus-kabel tussen
HZIO en SEC-board controleren.
SEC-board sinds enige tijd niet meer bereikbaar.
Ook op het SEC-board controleren
ModBus verbinding
791 wordt geactiveerd, wanneer weliswaar een HZIOof alles knippert zoals het hoort.
verloren
printplaat gevonden is (zonder aparte codering), maar
Indien er GEEN configuratie met
hieraan geen SEC-board kan worden gedetecteerd
SEC-board is (bijv. omdat het om
een P184-apparaat gaat), dan de
coderingsweerstand van de HZIO
controleren
Er kon geen hoofdprintplaat en ook elders geen configuratie Coderingsstekkers op LINLIN-verbinding verbroken
worden gevonden
printpla(a)t(en) controleren
Ernstige inverter fout
Temperatuurfout in de inverter
Fout zelf fixes
Expansieklep defect
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Resetten van een storing
Als er zich een storing voordoet en er op het display een foutmelding verschijnt, moet u:
het foutnummer noteren…
de foutmelding bevestigen door de “draai-drukknop” (7 seconden lang) in te drukken.
Het display gaat nu van de foutmelding naar het navigatiescherm…
Wanneer deze foutmelding opnieuw verschijnt, dient u de installateur of bevoegd onderhoudspersoneel (= klantendienst)
te bellen, als u daartoe in de foutmelding wordt verzocht. Meld het foutnummer en bespreek wat er verder moet gebeuren.
Knippercodes op regelaarprintplaat
Groene LED knippert elke seconde
alles in orde
Rode LED licht kort op
via LIN-bus worden gegevens ontvangen
De groene en rode LED branden
de printplaat kan een software-update ontvangen
Tijdens de software-update brandt de groene LED en knippert de rode snel
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
65
Technische gegevens
Karakteristieken temperatuurvoeler
t / °C
R / kΩ
-20
16,538
-15
12,838
-10
10,051
-5
7,931
+/-0
6,306
+5
5,040
+10
4,056
Uitgangen
+15
3,283
Relaiscontacten: 8 A / 230 V
Zekering:
6.3 AT (voor alle relaisuitgangen)
Er kunnen in het totaal verbruikers tot 1450 VA op de uitgangen worden aangesloten.
+20
2,674
+25
2,200
+30
1,825
+35
1,510
+40
1,256
+45
1,056
+50
0,891
+55
0,751
+60
0,636
+65
0,534
Montage
Alleen in vorstvrije, droge en tegen weersinvloeden beschermde ruimten.
Omgevingstemperatuur: 0 °C – 35 °C
Elektrische aansluiting:
230 V AC, 18 VA, 0.1 A
(max. vermogensopname
regelaar zonder aangesloten
apparaten)
Ingangen
Optokoppeling: 230 V
Temperatuurvoeleringangen:NTC-voeler 2.2 kΩ / 25 °C
Aansluitingen
Stuurleiding: Temperatuurvoelerleiding:
Insteekklemmen:
12-polig, uitgangen 230 V
12-polig, laagspanning
1-polig, schroefklemmen
Meetgebied temperatuurvoelers
Interfaces
USB:
Ethernet:
USB-versie 2.0 (USB 2.0)
Host, A-stekker (alleen voor USB-stick!)
1 x 10 Base-T / 100 Base-TX
(RJ-45, stekker, afgeschuind)
Temperatuurvoelertype
Meetgebied
Temperatuurvoelerdefect
TVL
-10 °C t/m 80 °C
5 °C
TRL
-10 °C t/m 125 °C
5 °C
Beschermklasse
TRL-E
-10 °C t/m 125 °C
5 °C
Beschermklasse: IP 20
THG
-25 °C t/m 140 °C
150 °C
TA
-35 °C t/m 55 °C
-5 °C
TBW
0 °C t/m 125 °C
75 °C
TWE
-40 °C t/m 70 °C
-50 °C
TWA
-40 °C t/m 70 °C
-50 °C
0 °C t/m 100 °C
75 °C
TB1
RFV
66
-5 °C t/m
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL 5 °C
0 °C
© ait-deutschland GmbH
Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling
Parameter
Standaardinstelling
Instelling bij in bedrijf nemen
Waardenbereik
Toegang
Retourbegrensd
45 °C
°C *)
35 °C – 70 °C
Install.
Hysterese HR
2,0 K
K *)
0,5 – 3,0 K
Install.
TR Verhoging max
7,0 K
K *)
1,0 – 7,0 K
Vrijgave 2 compr.
5 °C
°C *)
-20 °C – 20 °C
Install.
-2 °C
°C *)
-20 °C – 20 °C
Install.
10 °C
°C *)
0 °C – 20 °C
65 °C
°C *)
50 °C – 70 °C
Hysterese Tapw.
2,0 K
K *)
1,0 – 30,0 K
Install.
Aanvoer 2 compr.
Tapw.
50 °C
°C *)
10 °C – 70 °C
Install.
Tbuiten max.
35 °C
°C *)
10 °C – 45 °C
Tbuiten min..
-20 °C
°C *)
-20 °C – 10 °C
T-HG max
130 °C
°C *)
90 °C – 140 °C
2 °C
°C *)
2 °C – 10 °C
-20 °C
°C *)
-20 °C – 10 °C
Gebruiker
Aanvoer max.
apparaatafhankelijk
°C *)
35 °C – 75 °C
Gebruiker
Aanvoer-max
Menggr1
40 °C
°C *)
25 °C – 75 °C
Gebruiker
Buitentemp. Grensw.
-7 °C
°C *)
Aanvoer max.
Gernsw.
50 °C
°C *)
Hyst.2 comp. verkort
4,0 K
K
Tapwater max.
65°C
°C *)
30 °C – 65 °C
Install.
min. aanvoer koeling
18°C
°C
5°C - 25 °C
Install.
Install.
Vrijgave ZWE
T-Luchtontdooien
TDI-Ingestelde
temp.
T-Luchtontd-einde
Verlagen tot
EVU-blokkering
-20 °C – 5 °C
Instelling slechts mogelijk bij
reversibele apparaten
35 °C – 75 °C
Instelling slechts mogelijk bij
reversibele apparaten
met ZWE • zonder ZWE *)
met ZWE • zonder ZWE
Ruimteopnemer
Nee
Nee • RFV *)
Nee • RFV
Inpassing
Retour
Retour • Buffervat *)
Retour • Buffervat
Nee • Laden • Ontladen • Koelen
*)
Nee • Laden • Ontladen • Koelen
*)
Nee • E-element • Kessel •
Gasboiler *)
Nee • Laden • Ontladen •
Koelen
Nee • Laden • Ontladen •
Koelen
Nee • E-element • Kessel •
Gasboiler
Nee
Menggroep 1
Nee
LWD reversibel
ZWE1 Type
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL E-element
© ait-deutschland GmbH
Servdienst
Gebruiker
Servdienst
Install.
Fabriek
Servdienst
Servdienst
Servdienst
Install.
zonder ZWE
Menggroep 1
Servdienst
Gebruiker
Install.
Gebruiker
Install.
Install.
67
Parameter
ZWE1 Functie
Standaardinstelling
Instelling bij in bedrijf nemen
Waardenbereik
Verw en Tw
Ne • Verwarmen • Verw en Tw *)
Ne • Verwarmen • Verw en Tw
Install.
met ZWE
zonder ZWE • met ZWE *)
zonder ZWE • met ZWE
Install.
Tapwater 1
Voeler
Voeler • Therm *)
Voeler • Therm
Tapwater 2
ZIP
ZIP • BLP *)
ZIP • BLP
Install.
Tapwater 3
met ZUP
met ZUP • zonder ZUP *)
met ZUP • zonder ZUP
Install.
Tapwater 4
Ber.waarde.
Ber.waarde • max waarde *)
Ber.waarde • max waarde
Tapwater 5
apparaatafhankelijk
zonder HUP • met HUP *)
zonder HUP • met HUP
Storing
BW+WP max
Ontdooicycl.max
Luchtontdooi
Luchtontdooi max
Ontdooien 2
Pompen optimal.
Toegang
Bewaking compres.
Gebruiker
Fabriek
Install.
Gebruiker
0h
h *)
45 min
min *)
No
No • Yes *)
No • Yes
Servdienst
15 min
min *)
5 min – 30 min
Servdienst
met 1 comp
Ja
Install.
Aan
met 1 comp • met 2 comp *)
0h–8h
45 • 60 • 90 • 120 • 180 • 240 • 300
min
met 1 comp • met 2 comp
Nee • Ja *)
Nee • Ja
User • Install. • Servclienst *)
Uit • Aan *)
Install.
Fabriek
Gebruiker
User • Fitter • AS
Servdienst
Uit • Aan
Servdienst
Regeling verwarm.
BT-afh.
BT-afh. • Vastetemp. *)
BT-afh. • Vastetemp.
Gebruiker
Regeling Menggr.1
BT-afh.
BT-afh. • Vastetemp. *)
BT-afh. • Vastetemp.
Gebruiker
met megkl
met mengkl • z mengkl. *)
met mengkl • z mengkl.
Gebruiker
Opwarmen
apparaatafhankelijk
Nee • Ja *)
Nee • Ja
Ja
Nee • Ja *)
Nee • Ja
Gebruiker
Nee
Nee • Slave • Master*)
Nee • Slave • Master
Gebruiker
Pompoptim Tijd
180 min
*)
5 – 180 min
Install.
E.zuinige pomp
Nee
Nee • Ja *)
Nee • Ja
Install.
Eletrische anode
Verwarmingsgrens
Parallelbedrijf
Energie
Afstandsbeheer
68
Toegang
Servdienst
Install.
Nee
Nee • Ja *)
Nee • Ja
Install.
Aanvoer VBO
1 min
min
1 - 5 min
Install.
OntdCycl.min
45 min
min
45 • 60 • 90 • 120 • 180 • 240 • 300
Verkorting 2e Comp
20 min
min
5 - 20 min
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL Fabriek
Install.
© ait-deutschland GmbH
Parameter
Standaardinstelling
Melding TDI
Vrijg. ZWE
Warmw. naverw.
Warmw. naverw. max
Instelling bij in bedrijf nemen
Waardenbereik
Toegang
Ja
Nee • Ja *)
Nee • Ja
Install.
60 min
min
20 min - 120 min
Install.
Nee
Nee • Ja *)
Nee • Ja
Install.
–
min
20 min - 120 min
Install.
*) Voer een waarde in of schrap wat niet van toepassing is
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
69
Belangrijke afkortingen
Afkorting
Betekenis
Betekenis
1Compr
Eerste compressor in
warmtepomp
MA1
Mengkraan 1 open
2Compr
Tweede compressor in
warmtepomp
Menggr
Menggroep
mengkl
Mengklep
Aanv
Aanvoer
MOT
Motorbeveiliging
afh.
afh
MZ1
Mengkraan 1 dicht
ASD
ontdooien, flow brinecircuit, doorstroming
ND
Lagedrukpressostaat
Netinsch.vertr.
Net-inschakelvertraging
Ontdooicycl.
Ontdooicyclus
Opwarmprog.
Opwarmprogramma
PEX
Aansluiting van een parasitairestroomanode
Auto
Automatisch
AV
Ventiel- / circulatieomkering
BA_ZWE
Bedrijfsmodus Tweede Warmteopwekker
BLP
Circulatiepomp voor warm-tapwater
BOSUP
RFV
Servdienst
Servicedienst
Bronwater- of brine-circulatiepomp
SST
Algemeen storingscontact
BSUP
Bron / Brinepomp
Tapw.
Tapwater
BT
Buitentemperatuur
TB1
Temperatuurvoeler menggroep 1
Tbuiten
Buitentemperatuur
BUP
70
Afkorting
TA
BW
Warm tapwater
TBW
BWT
Warm-tapwaterthermostaat
TDI
Thermische desinfectie
comp
compr
compress
Compressor
TEGMAX
Temperatuur maximum
toepassingslimiet
EVU
Spertijd van energievoorzieningsmaatschappij
TEGMIN
Temperatuur minimum
toepassingslimiet
EVU-blokk
Externe aansturing
T
Temp.
Temperatuur
ext.
extern
Therm.
Thermostaat
FUP1
Vloerverwarmingscirculatiepomp
T-HG
Temperatuur voeler persgas
HD
Hogedrukpressostaat
Temperatuur Luchtontdooiing
HR
Verwarmingsregelaar
T-Luchtontdeinde
HRM-tijd
Verwarmingsregelaar meertijd
HRW-tijd
Verwarmingsregelaar mindertijd
HUP
Verwarmingscirculatiepomp
IBN
Inbedrijfstelling
ingest.
ingesteeld
Install.
Installateur
Inst.stor.
Installatie Storing
TWE
KHZ
Combi comfort warmtepomp
(Komfort-Haustechnik-Zentrale)
UEG
onderste toepassingslimiet
Vastetemp.
Vastetemperatuur
koel
koelen
Luchtontdooien
VEN
Ventil.
Ventilator
Luchtontd.
Luchtontdooi
Ventil.-BOSUP
L/W
Lucht/Water
Ventilator, bronwater- of brinecirculatiepomp
LWC
Lucht/Water compact
Verw.
Verwarmen
TR
TRL
Temperatuur voeler retour
TRL-E
Temperatuur voeler retour extern
TVL
Temperatuur voeler aanvoer
TW
Warm tapwater
TWA
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
Afkorting
Betekenis
warmteop
Warmteopnemer
WQ
Broncircuit
WWC
Water/Water compact
WZL
Lucht/Water Warmtecentrale
WP
Warmtepomp
WPstoring
Warmtepomp storing
z
zonder
ZIP
Circulatiepomp voor warm tapwater
ZUP
Aanvullende Circulatiepomp
ZWE
Tweede warmteopwekker
Technische wijzigingen voorbehouden.
83055000aNL © ait-deutschland GmbH
71
DE
ait-deutschland GmbH
Industriestrasse 3
D-95359 Kasendorf
E-mail: [email protected]
www.alpha-innotec.com