Transcript Practicumoefening redoxreacties 5VWO

Practicumoefening redoxreacties 5VWO
Onderstaande proeven kunnen op twee manieren worden benaderd:
 Eerst voer je het practicum uit en schrijf de waarnemingen nauwkeurig op.
Vervolgens probeer je aan de hand van de waarnemingen de halfreacties op
te stellen + de totaalreactie.
 Eerst probeer je met behulp van Binas tabel 48 na te gaan welke halfreacties
er zullen optreden + de totaalreactie. Vervolgens doe je het practicum en
controleer dan of de voorgestelde reacties kloppen met de waarnemingen.
Proef 1 Jood met thiosulfaat
De formule van natriumthiosulfaat is: Na2S2O3.
Schenk in een reageerbuis een beetje van een joodoplossing.
Voeg net zoveel van de natriumthiosulfaatoplossing toe totdat de vloeistof in de
reageerbuis kleurloos wordt.
Proef 2 Permanganaat in zuur milieu met ijzer(II)sulfaat
In deze proef maken we gebruik van een oplossing van kaliumpermanganaat
KMnO4. Deze oplossing heeft de diep paarse kleur die kenmerkend is voor het
permanganaat-ion.
Doe in een reageerbuis ongeveer 3 mL kaliumpermanganaatoplossing. Voeg
vervolgens ongeveer 1 mL (1M) zwavelzuuroplossing toe.
Schenk in een andere een andere reageerbuis enkele ml ijzer(II)sulfaatoplossing.
Schenk beetje bij beetje de kaliumpermanganaat-oplossing bij de ijzer(II)sulfaatoplossing.
Proef 3 Hypochloriet in zuur milieu met sulfiet
Zuur een oplossing van natriumhypochloriet, NaClO, aan met zwavelzuur. Voeg aan
deze oplossing een verse natriumsulfietoplossing toe. Ruik voorzichtig aan de buis.
Proef 4 Permanganaat in neutraal milieu met natriumsulfiet
Voeg bij een natriumsulfietoplossing beetje bij beetje een
kaliumpermanganaatoplossing.
Proef 5 Broom als oxidator
a) Druppel een oplossing van een ijzer(II)zout bij broomwater.
b) Druppel een verse oplossing van natriumsulfiet bij broomwater. Meet tijdens het
verloop van de reactie enkele maken de pH.
Proef 6 Permanganaat als oxidator
a) Doe in een reageerbuis enkele mL kaliumpermanganaatoplossing. Voeg een
beetje verdund zwavelzuur toe en vervolgens een verse natriumsulfietoplossing.
b) Druppel een verse natriumsulfietoplossing bij een kaliumpermanganaatoplossing,
waaraan geen zwavelzuur is toegevoegd.
Proef 7 Dichromaat als oxidator
a) Voeg bij elkaar: een oplossing van kaliumdichromaat, wat verdund zwavelzuur en
een oplossing van natriumsulfiet.
b) Herhaal proef a, maar nu zonder het toevoegen van een zwavelzuuroplossing.
Voeg alsnog verdund zwavelzuur toe.
c) Voeg bij enkele mL kaliumjodide-oplossing een paar mL verdund zwavelzuur en
ook een paar druppels van een zetmeeloplossing.
Voeg vervolgens een oplossing van kaliumdichromaat toe.
Proef 8 Hypobromiet en hypochloriet
a) Welke kleur heeft broomwater?
Druppel broomwater bij natronloog. In de oplossing komen na de reactie
bromide- en hypobromiet-ionen, BrO−, voor.
b) Bleekwater is een oplossing van natriumhypochloriet, NaClO, en natriumchloride
in water.
Voer de proef in de zuurkast uit! Voeg wat zoutzuur (ongeveer 1M) toe aan enkele
mL bleekwater. Welk gas ontstaat hier?