Bouke `s Babbel

Download Report

Transcript Bouke `s Babbel

Bouke ’s Babbel

²

Tippie

In de achtertuin zie ik een roodborstje tussen de struiken scharrelen. Het beestje is meestal alleen en kijkt toch nooit verdrietig. Mensen zijn veel afhankelijker en gaan ook nog vaak gebukt onder stress. Of nog erger: ze kunnen niet met macht omgaan en worden corrupt zoals FIFA-bobo’s. Het vogeltje wipt op een hoge tak want in de steeg komt een bruin hondje aantippelen. Ook helemaal alleen. Dieren stemmen me een beetje weemoedig, waarschijnlijk omdat ze niet corrupt kunnen zijn. Daarom mag Tippie in deze babbel de hoofdrol spelen. Tippie is een schrander hondje. Het verhaal is een grotendeels waargebeurde roadstory en speelt zich af in de vroege jaren zestig. De afbeelding kan niet worden weergegeven. Mogelijk is er onvoldoende geheugen beschikbaar om de afbeelding te openen of is de afbeelding beschadigd. Start de computer opnieuw op en open het bestand opnieuw. Als de afbeelding nog steeds wordt voorgesteld door een rode X, kunt u de afbeelding verwijderen en opnieuw invoegen.

haar. Tippie heeft haar het liefst de hele dag bij zich. Als Akke naar de winkel wil gaan wordt Tippie ongedurig. Akke kan hem gelukkig kalmeren en zegt: ‘Nou Tippie, as ik er over een half uur nog niet bin, kom mi dan maar ophalen.’ Precies na een half uur klimt Tippie in het roefke bij het trapje omhoog en verlaat het woonschip om het reukspoor van zijn baasje te volgen. Hij weet haar feilloos te vinden. Het maakt niet uit of ze bij de kruidenier, de kapster of een kennis is, als Tippie ergens voor een deur zit weet iedereen dat Akke daar binnen is. Op zaterdagmiddag om kwart voor drie gaat moeder Akke naar elke thuiswedstrijd van Zeerobben. Zoon Reitze speelt al op jonge leeftijd in Zeerobben 1 en is bloedfanatiek. Maar minstens even fanatiek is zijn moeder. Akke en de zusjes Souverein produceren het meeste lawaai. De aanmoedigingen van Akke zijn die van een kenner: ‘Goed zo Reitze en nou afgeve aan Herke… Oepke kiek uut voor die gemene back…’ Tippie woont op een prachtige locatie aan de rand van Harlingen, namelijk op de woonark van de familie Elsinga. Tippie heeft niets te klagen. Er zijn nog geen televisies en computers, hij krijgt dus genoeg aandacht van de sympathieke familie. Tippie is echter van slag zodra moeder Akke er niet is. Zij is het baasje en hij is helemaal verknocht aan De rossige zusjes reageren puur emotioneel. Hun kreten lijken op een sirene. Als Zeerobben heeft gescoord, is het hysterische gegalm op de Oude Trekvaart te horen. (Lies Souverijn is de vrouw van aanvoerder Simon van Dijk). Maar doelpunt of niet, om kwart voor vier verlaat Tippie de woonark en onderneemt de lange tocht naar het Balkland. Eerst langs bakkerij Galema, dan de hoek om naar de Ambachtsschoolstraat. Altijd uitkijken voor sommige boeven in deze straat. In het laatste gedeelte van de straat wonen deftige mensen en is het meestal weer veilig. Langs de Singel over het grintpaadje, richting melkfabriek. Even snuffelen bij het betonnen pieshokje. Voorzichtig oversteken. Kijken of er geen trein aan komt. Rechtsaf

richting het geroezemoes van de voetbalvelden. Hup, even een tussensprintje bij het brugje omhoog. Aan de andere kant voorzichtig afdalen. Niet reageren op de valse hond die vlakbij het brugje op een sjofel arkje woont. Langs het kassahokje waar Vellinga het entreegeld zit te tellen en elke keer hetzelfde zegt: ‘Ha Tippie, voor dij is ut gratis.’ Tippie ruikt dat Akke nu dichtbij moet zijn. Hij trekt een laatste sprintje met zijn kromme pootjes. Och, en dan ziet hij zijn baasje. Akke heeft echter geen oog voor hem. Ze gaat helemaal op in de wedstrijd. In haar geestdrift rent ze zelfs mee met de Zeerobbenaanvallen. Pas na een half uur, als de wedstrijd is afgelopen, ziet ze Tippie op zijn kontje zitten. Akke zegt: ‘Sù Tippie, bist d’r nou pas, ik had wel fut weze kannen.’ Samen gaan ze terug naar de Oude Trekvaart. Op het hoge brugje kijkt Tippie meestal even achterom waar Reitze blijft. *** Een andere route die Tippie kan dromen is de tocht naar de Lanen. Elke dinsdagavond gaat Akke naar de “Zusterhulp” in de Baptistenkerk. Tippie weet precies hoe laat hij haar moet ophalen. Altijd neemt hij de kortste route: Oude Trekvaart Singelstraat-Franeker Trekvaart-Franekereind-Heiligeweg Kerkstraat-Lanen. In het voorjaar komt hij een keer langs het huis van een ouder echtpaar. De man is in de tuin bezig en heeft een rood, ontstoken oog. Enkele kwajongens plagen hem. Corrie S. maakt indianengeluiden terwijl de andere jongens zingen:

“Rood Oog, Rood Oog, waar is je pijl en boog? Is die soms bij Arendsoog?”

Hoewel Tippie zelf wel eens een keuteltje in deze tuin achterlaat, ziet hij het getreiter met lede ogen aan. Sommige jongens kent hij wel van het Balkland… Bij het gemeentekantoor ruikt Tippie altijd even onder de viskraam van Trijntje Borsch. Soms liggen er ’s avonds nog wat restjes. Eens lag er een halve makreel, maar Tippie moest eerst naar de Lanen. Op de terugweg wilde hij de gratis vis alsnog meenemen. Helaas was Engele Kletskop die al zijn geld aan de jenever uitgaf, hem net vóór geweest. Precies vijf minuten voor afloop van de vrouwenvereniging arriveert Tippie op de Lanen. Hij gaat in de portiek van het kerkje zitten en luistert met gespitste oortjes tot de organist het lievelingslied van de zusters inzet:

“Zie ons wachten aan de stromen.”

Tippie weet dat Akke dan gauw zal komen. Een keer op een warme avond staat de kerkdeur open. Het orgeltje blijft maar stil en het is al lang tijd. Tippie wil niet langer wachten. Hij tippelt onverstoorbaar naar binnen en gaat onder de preekstoel zitten. Sindsdien hebben alle Baptiste zusters Tippie in hun hart gesloten. De afbeelding kan niet worden weergegeven. Mogelijk is er onvoldoende geheugen beschikbaar om de afbeelding te openen of is de afbeelding beschadigd. Start de computer opnieuw op en open het bestand opnieuw. Als de afbeelding nog steeds wordt voorgesteld door een rode X, kunt u de afbeelding verwijderen en opnieuw invoegen.

Met het dempen van de Oude Trek vaart verdwijnt een mooi stukje Harlingen. De woonark verhuist naar het Zuiderbolwerk. Daarmee verdwijnt ook Tippie een beetje uit ons leven. Hij tippelt dan nooit meer langs de Franeker Trekvaart, waar wij hem bijna dagelijks voorbij zagen komen. Noot: Het verhaal van Tippie onder de preekstoel is me ooit verteld door mijn moeder die vanaf 1962 met Akke op de Zusterhulp zat.