Onderzoek aanpak jeugdwerkloosheid in mbo

Download Report

Transcript Onderzoek aanpak jeugdwerkloosheid in mbo

Eindoplevering – Onderwijsinstellingen bij de aanpak jeugdwerkloosheid

Amsterdam, december 2015

Managementsamenvatting

De YAG onderzocht welke rol onderwijs en intermediairs spelen voor jongeren op weg naar de arbeidsmarkt.

STQ SITUATIE: Tegenwoordig wordt verwacht dat leerlingen gedurende hun opleiding al talenten leren ontdekken en ontwikkelen voor de loopbaan. De laatste jaren hebben veel onderwijsinstellingen deze taken met betrekking tot het voorbereiden op de arbeidsmarkt op zich genomen. TRIGGER: voorbereiden. Een overzicht van de activiteiten en de ervaringen hiermee ontbreekt nog, waardoor het onduidelijkheid is hoe jongeren zich QUESTION: Wat gebeurt er nu in het onderwijs om jongeren voor te bereiden op de arbeidsmarkt? Wordt hierbij gebruikgemaakt van bepaalde methodieken? Is er een speciale rol weggelegd voor intermediairs bij de voorbereiding van jongeren op de arbeidsmarkt? METHODE •   •   Voor de uitvoering van dit project is er een desk research uitgevoerd, waarmee in kaart is gebracht wat onderwijsinstellingen doen bij het voorbereiden van jongeren op de arbeidsmarkt. Daaropvolgend zijn interviews afgenomen bij contactpersonen binnen 14 ROC’s, 14 HBO-instellingen en 10 universiteiten. Het doel van deze gesprekken was een overzicht verkrijgen van de activiteiten die op de onderwijsinstellingen worden ontplooid en wat de ervaring is met deze activiteiten. •   Deze activiteiten zijn ingedeeld aan de hand van de vijf loopbaancompetenties van Marinka Kuijpers en en een zesde van Akkermans

et al

. Desk research onder 46 onderwijs instellingen 39 interviews met vervolg onderwijs instellingen Indeling volgens zes loopbaan competenties MANAGEMENTSAMENVATTING I/III 3/63

Bij loopbaanvoorbereiding wordt nog weinig gebruik gemaakt van methodieken en intermediairs.

Het voorbereiden van studenten op hun toekomst wordt op de meeste onderwijsinstellingen gefragmenteerd aangeboden. Per opleiding verschilt het welke en hoe loopbaanactiviteiten worden ontplooid. De aandacht voor loopbaanvoorbereiding groeit. Daarnaast wordt het contact met de arbeidsmarkt steeds belangrijker. Met de input van werkgevers kunnen studenten beter worden voorbereid op de arbeidsmarkt. Enkele onderwijsinstellingen maken gebruik van uitzendbureaus bij de voorbereiding van jongeren op de arbeidsmarkt. Dit is meestal in de vorm van cv-checks, sollicitatie workshops, stagematching, etc.

Er zijn een aantal algemene bevindingen gedaan wat betreft het voorbereiden van studenten op de arbeidsmarkt

De meeste onderwijsinstellingen maken geen gebruik van specifieke methodieken. Echter, op het MBO komen de vijf loopbaancompetenties vaak terug, Binnen HBO-instellingen wordt meestal gewerkt met een POP. Bij HBO- en WO-instellingen spelen studie- en studentenvereniging een rol bij de loopbaanvoorbereiding van studenten. Deze verenigingen organiseren bijvoorbeeld workshops, bedrijvendagen, of netwerkevents. MANAGEMENTSAMENVATTING II/III 4/63

Elk onderwijsniveau richt de loopbaanvoorbereiding anders in, passend bij de student.

•   •   •   •   Binnen het ROC wordt de meeste loopbaanvoorbereiding ondervangen door LOB-lessen en SLB-gesprekken. ROC’s onderschrijven het belang van samenwerking met het bedrijfsleven. Dit wordt bij sommige instellingen actief bij het vormgeven van het curriculum betrokken. Er wordt meestal geen specifieke methodiek gehanteerd, maar de loopbaancompetenties van Marinka Kuijpers komen vaak terug. Er zijn weinig samenwerkingen met uitzendbureaus.

LOB : Loopbaanoriëntatie – en begeleiding SLB : Studieloopbaanbegeleiding

•   •   •   •   •   Op het HBO wordt het onderwijsprogramma zodanig samengesteld dat er een sterke link wordt gelegd met het beroepenveld. De ontwikkeling van beroeps competenties staat centraal, maar ook reflecteren en oriënteren zijn een belangrijk onderdeel van het onderwijs. Het belang van SLB en uitwisseling van kennis over SLB wordt steeds meer ingezien. Samenwerkingen met externe partijen zijn niet standaard. Studieverenigingen zijn, wanneer aanwezig, in de meeste gevallen actief en succesvol. •   •   •   •   •   WO-instellingen bieden voornamelijk niet-curriculaire activiteiten aan. Er wordt geen gebruik gemaakt van bepaalde methodieken. De aandacht naar loopbaan voorbereiding groeit. Onderwijs instellingen zijn volop in ontwikkeling om loopbaan voorbereiding te optimaliseren. Studie- en studenten verenigingen hebben een groot aandeel in loopbaanvoor bereiding. Samenwerkingen met uitzendbureaus komen weinig voor. 5/63

Eindrapportage

Inhoudsopgave

1.

  STQ 2.

  Werkwijze 3.

  ROC 4.

  HBO 5.

  WO 6.

  Tevredenheid onder studenten 7.

  Conclusie INHOUDSOPGAVE 7/63

De YAG onderzoekt welke rol onderwijs en intermediairs spelen voor jongeren op weg naar de arbeidsmarkt.

SITUATION •   Veranderingen in onze samenleving vragen dat leerlingen gedurende hun (leer)loopbaan talenten leren ontdekken, ontwikkelen en bewijzen. •   •   Het vervolgonderwijs zal jongeren moeten begeleiden bij het leren kiezen van opleidingen en banen die passen bij hun talenten. De laatste jaren hebben veel onderwijsinstellingen deze taken met betrekking tot het voorbereiden van jongeren op de arbeidsmarkt op zich genomen. TRIGGER •   Het voorbereiden op de arbeidsmarkt door onderwijsinstellingen wordt nu fragmentarisch en individueel bedacht en uitgevoerd. •   Een overzicht van de activiteiten en de ervaringen hiermee ontbreekt nog, waardoor het onduidelijkheid is hoe jongeren zich voorbereiden. •   Op basis van onderzoek onder werknemers heeft Marinka Kuijpers vijf loopbaancompetenties onderscheiden waarop de activiteiten kunnen worden ingedeeld. QUESTION •   Wat gebeurt er in het onderwijs om jongeren voor te bereiden op de arbeidsmarkt? •   Wordt hierbij gebruikgemaakt van bepaalde methodieken? •   Wat zijn hierbij de ervaringen van de onderwijsinstellingen? •   Is er een speciale rol weggelegd voor intermediairs bij de voorbereiding van jongeren op de arbeidsmarkt? STQ 8/63

Dit project houdt zich bezig met het voorbereiden van jongeren in het onderwijs op (hun zoektocht naar) werk.

ONDERWIJS ZOEKTOCHT WERK SCOPE PROJECT 9/63

Werkwijze

Om de projectvraag te beantwoorden is er desk research uitgevoerd en zijn interviews afgenomen.

DESKRESEARCH Het desk research dat is uitgevoerd bood een goed startpunt voor de interviews. Door middel van de internet search op de sites van de onderwijsinstellingen is een globaal beeld gevormd van wat er nu gebeurt in het onderwijs. Dit beeld was echter nog onvolledig, vooral waar het gaat om curriculaire activiteiten en het gebruik van specifieke methodieken. INTERVIEWS Door middel van de interviews is meer gedetailleerde informatie verkregen over de activiteiten die worden ontplooid bij de onderwijsinstellingen. Er is daarbij gevraagd naar de gebruikte methodieken, de ervaringen met de activiteiten en de eventuele samenwerking met intermediairs en bedrijven. Ook is er gekeken of er bepaalde competentie ontwikkelingsactiviteiten missen. AANPAK PROJECT 11/63

Het desk research is door middel van een Google Search uitgevoerd.

ACTIVITEITEN • • • • • • • • • Op de sites van de onderwijsinstellingen die zouden worden geïnterviewd is gezocht naar (informatie over) de activiteiten die zij aanbieden om jongeren voor te bereiden op de arbeidsmarkt . Verder is er gegoogled op onderwijsinstellingen in combinatie met de volgende zoektermen :       Careerservices Loopbaanadvies SLB             LOB Voorbereiding arbeidsmarkt Cursus Training Workshop Begeleiding METHODIEKEN • • • • • • • • • • Wat betreft de methodieken is voornamelijk gezocht op LOB, SLB, loopbaanvoorbereiding binnen het MBO en HBO. Websites die hiervoor zijn geraadpleegd, zijn :       MBO-raad Vereniging Hogescholen LBO4MBO               Werkenaanjetoekomst.nl Leslab Actisadvies.nl Publicatie van InHolland Avans Hogeschool Hanze Hogeschool Competentieontwikkelend stagemodel (COM) WERKWIJZE DESK RESEARCH 12/63

Als je niet alle vlakken gebruikt, verdeel de inhoud random over de beschikbare vlakken. Dek de niet gebruikte tegels af met een wit vierkant

Uit het desk research kwamen een aantal LOB methodieken die onderwijsinstellingen gebruiken.

LES LAB PEER COACHING WERKEN AAN JE TOEKOMST CONTEXT!

KR8 SPRING!

CONNECT POP CH-Q VIJF LOOPBAAN COMPETENTIES VAN MARINKA KUIJPERS LEGENDA MBO HBO METHODIEKEN 13/63

De activiteiten zijn ingedeeld volgens de vijf loopbaan competenties en een zesde van Akkermans et al.

1. KWALITEITENREFLECTIE Activiteiten die zich bezighouden met de vragen ‘Wie ben ik?’ en ‘Wat kan ik?’ 2. MOTIEVENREFLECTIE Activiteiten die zich bezighouden met de vragen ‘Wat wil ik?’ en ‘Wat drijft mij?’ 3. WERKEXPLORATIE Activiteiten waarbij op zoek wordt gegaan naar een antwoord op de vraag ‘Welk soort werk past bij mij?’ 4. LOOPBAANSTURING Activiteiten waarbij op zoek wordt gegaan naar een antwoord op de vraag ‘Wat wil ik worden?’ 5. NETWERKEN Activiteiten die jongeren leren hoe ze een netwerk kunnen opbouwen, nuttig kunnen gebruiken en kunnen behouden. 6. ZELFPROFILERING Activiteiten waarbij op zoek wordt gegaan naar een antwoord op de vraag ‘Hoe gedraag ik me en hoe toon ik waar ik goed in ben?’

Bron: Hulpkaart samenvatting loopbaancompetenties Kuijpers en Meijers, Stages in het hoger onderwijs. Opstap naar loopbaancompetenties - door Katty Elias

LOOPBAANCOMPETENTIES 14/63

Tijdens het interview is gestuurd op een zestal deelonderwerpen.

Curriculair en niet-curriculair Methodieken Ervaringen Wat gebeurt er op dit moment binnen de onderwijsinstelling aan voorbereiding van jongeren op de arbeidsmarkt?

Samenwerking met externe partijen Kennisdeling binnen de instelling Wat mist er nog?

INTERVIEWVRAGEN 15/63

ROC

Binnen het ROC zijn er een aantal algemeenheden geobserveerd.

Alhoewel verschillend per opleiding, wordt alle (curriculaire) voorbereiding op de arbeidsmarkt voornamelijk met LOB en SLB ondervangen. LOB-lessen en SLB-gesprekken beslaan in de meeste gevallen alle competenties van Marinka Kuijpers. Het ontwikkelen van schrijfvaardigheid en het opstellen van een cv en motivatiebrief wordt tijdens lessen Nederlands behandeld. ROC erkennen het belang van loopbaanvoorbereiding en zetten er zodoende hoog op in Sommige scholen beschikken over een loopbaan- of topcoach naast de SLB’er. Dit is iemand die buiten de opleiding staat. Er wordt veel ondernomen om voortijdig schoolverlaten (VSV) te verlagen. Zeker in het eerste jaar wordt er goed gemonitord of studenten wel op de goede plaats zitten. Niet alleen tussen ROC’s, maar ook binnen instellingen is het loopbaanonderwijs erg verschillend. ROC ALGEMEEN 17/63

De loopbaanvoorbereiding binnen ROC’s is al goed ontwikkeld.

Binnen LOB-lessen en SLB-gesprekken komt kwaliteitenreflectie aan bod. KWALITEITENREFLECTIE Door middel van intakegesprekken wordt de motivatie van een student in kaart gebracht. MOTIEVENREFLECTIE Stages zijn een verplicht onderdeel van de MBO-opleiding. Dit gaat gepaard met goede begeleiding. WERKEXPLORATIE

Binnen het ROC worden de loopbaancompetenties middels verschillende activiteiten ontwikkeld

LOOPBAANSTURING Er bestaan veel initiatieven i.s.m. het bedrijfsleven om studenten te stimuleren om na te denken over wat ze later willen worden. NETWERKEN Deze competentie verdient meer aandacht binnen het ROC. Een goed voorbeeld is de

Big Day

, georganiseerd door ROC’s in Rotterdam. ZELFPROFILERING Deze activiteiten zijn voornamelijk voor studenten die ergens moeite mee hebben. Er wordt dan hulp op maat geboden. LOOPBAANCOMPETENTIES ROC 18/63

Er wordt binnen ROC’s sterk ingezet op kwaliteiten- en motievenreflectie.

•   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   KWALITEITEN- EN MOTIEVENREFLECTIE Spirit4You (loopbaanadvies) Startmeter Empowermenttraining Onderzoek en diagnose Keuzecaroussel Toptraject Meeloopdagen (zoals Groene Bakdagen) Trainingen vanuit loopbaanexpertisecentrum Oriëntatieklassen Traject ‘Roem en Poen’ NextStep Loopbaanportaal OPMERKINGEN •   •   •   De genoemde activiteiten zijn voornamelijk niet curriculair, maar ook binnen LOB-lessen en SLB-gesprekken ligt er nadruk op deze competenties. Daarnaast wordt er vanuit ROC’s veel gedaan om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Er is zodoende vaak ruimte om in de eerste tien weken nog van opleiding te wisselen. Ook wordt er door middel van intakegesprekken een duidelijk beeld geschetst van de motieven van een scholier om voor de opleiding te kiezen.

“Er wordt veel aan gedaan om de jongere goed de arbeidsmarkt op te laten gaan.”

KWALITEITEN- EN MOTIEVENREFLECTIE ROC 19/63

Werkexploratie is een competentie die voornamelijk terugkomt in de stage.

•   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   WERKEXPLORATIE Stage Intern/extern werkbedrijf Jong ondernemen Evenementenbureau Wedstrijd vanuit kappersorganisatie Praktijkgerichte leeromgeving/projecten Oriënterende stage in het eerste jaar Arbeidsmarktteam/commissie Samenwerkingen met intermediairs Project DWI (Top Coaches) Delftse stagekalender Spirit4You Stagematchingsproject Leerwerkmakelaar Minicompany OPMERKINGEN •   •   •   •   •   Binnen MBO-opleidingen zijn meerdere stages verplicht. Deze stages worden zowel vanuit het stagebedrijf als vanuit de school begeleid. Sommige ROC’s hebben speciale terugkomdagen om te kijken of de verwachtingen zijn uitgekomen en in hoeverre de stage nog steeds een goede keuze is. De meeste ROC’s hebben warme banden met het bedrijfsleven en krijgen input van hen om het curriculum te verbeteren. Het ene ROC is hier al verder mee dan het andere. Sommige ROC’s hebben een intern werkbedrijf waar stage kan worden gelopen of een intern (uitzend)bureau dat kan helpen bij het zoeken naar een stage. De mate van actieve begeleiding bij het zoeken naar een stage verschilt per instelling. Een deel van de genoemde activiteiten zijn voor studenten die problemen hebben bij het zoeken naar een stage.

“Onderwijsinstellingen en bedrijven hebben het met elkaar erover hoe de werknemer van de toekomst eruit moet komen te zien. Dit is geïmplementeerd in loopbaan- en praktijklessen.”

WERKEXPLORATIE ROC 20/63

Binnen ROC’s zijn veel activiteiten ingestoken op loopbaansturing.

•   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   LOOPBAANSTURING Spirit4You (loopbaanadvies) Beroepskeuzetest Workshops Bedrijvendagen Beroepenmarkt Rotary Club ROC4Competence Terugkomdagen tijdens stage Praktijkgerichte leeromgeving Oriënterende stage in het eerste jaar Oriëntatieklassen Traject ‘Roem en Poen’ Snuffelstage bij bedrijven in de sector Meeloopdagen HBO NextStep Gastcolleges bedrijven Loopbaanoriëntatietraject Samenwerkingen met intermediairs OPMERKINGEN •   •   •   •   Wanneer een leerling kiest voor een specifieke MBO opleiding, kiest deze automatisch voor een specifieke baan of sector waarin hij/zij later aan het werk gaat. Desalniettemin wordt er nog veel aandacht besteed aan loopbaansturing tijdens de opleiding. Het is een competentie die vaak naar voren komt tijdens LOB-lessen en SLB-gesprekken. Er wordt daarnaast veel georganiseerd voor studenten om een juiste stage- of werkplek te vinden. Het bedrijfsleven wordt actief bij het onderwijs betrokken door gastcolleges te geven en bedrijfsbezoeken te faciliteren. Veel van deze activiteiten zijn verplicht. Op het MBO worden studenten gestimuleerd na te denken over wat ze later willen worden.

“Blijf bedrijven er goed bij betrekken.”

LOOPBAANSTURING ROC 21/63

Netwerken is een competentie die veel meer aandacht verdient binnen het ROC.

•   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   NETWERKEN Certificeerbare eenheid ondernemerschap Zelf stageadres zoeken Workshops Bedrijvendagen Jong ondernemen Beroepenmarkt Rotary Club Wedstrijd vanuit kappersorganisatie “Meedoen” Studentensuccesklassen BigDay Gastcolleges bedrijven Spirit4You (Versterk je netwerk) Zaak en Co : coachingstraject gericht op netwerken Minicompany Innovation in a week OPMERKINGEN •   •   •   De scholen die met de competenties van Marinka Kuijpers werken, besteden aandacht aan het onderdeel netwerken. Echter niet op alle ROC’s ligt er een grote nadruk op deze competentie. Sommige ROC’s zijn zich ervan bewust dat het een meerwaarde is om alumni actiever bij het onderwijs te betrekken.

“Er moet meer nadruk liggen op netwerken. Er moet meer met alumni worden gedaan, want leerlingen kunnen van hen iets leren. Je hebt mensen nodig die na de studie kunnen vertellen hoe het werk bevalt.”

NETWERKEN ROC 22/63

Zelfprofilering wordt voornamelijk aangeboden voor studenten met specifieke problematiek.

•   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   ZELFPROFILERING Faalangsttraining Arbeids-/sollicitatietraining SoVa-training Gespreksoefening Presenteren Duits leren Wedstrijd vanuit kappersorganisatie Training persoonlijke vaardigheden Studentensuccesklassen Trainingen van uitzendbureaus Stageprogramma Check-it OPMERKINGEN •   •   •   •   Aangezien (bijna) alle competenties en werknemersvaardigheden in het curriculum aan bod komen, zijn zelfprofileringactiviteiten voornamelijk voor studenten die ergens moeite mee hebben. Op deze manier kan hulp op maat worden aangeboden aan studenten met een specifieke hulpvraag. De problematiek kan worden erkend door de mentor of coach van de student. Veel van deze activiteiten worden gefaciliteerd door een loopbaanexpertisecentrum. Daarnaast worden er in krimpende regio’s extra activiteiten aangeboden, zoals een cursus Duits, om de kans op werk (in een andere regio) mogelijk te maken.

“Van oudsher ligt de nadruk op kennis en vaardigheden, maar houding is ook heel erg belangrijk. Daar moeten leerlingen ook mee leren werken.”

ZELFPROFILERING ROC 23/63

ROC’s proberen de studenten een zo goed mogelijke studiekeuze te laten maken.

•   Veel ROC’s hebben een warme band met VMBO-scholen. Door potentiële studenten in contact te brengen middels voorlichting, meeloopdagen en het meewerken aan projecten wordt geprobeerd de overstap te vergemakkelijken en verkeerde opleidingskeuze te reduceren. •   Een ROC werkt ook samen met VMBO-scholen waar het gaat om de loopbaancompetenties. De leerlingen krijgen een “paspoort” mee met daarin hun loopbaancompetenties. •   Veel ROC’s hanteren een AMN test. De school heeft dan meteen inzicht in iemands kwaliteiten en motieven. Dit wordt ook gebruikt om VSV te verlagen. •   Daarnaast vinden er vaak intakegesprekken plaats. Niet alle ROC’s documenteren de informatie die daaruit komt op een effectieve manier.

“De bedoeling is dat de competenties worden gemonitord. In de toekomst moet standaard de voortgang en de gesprekken worden vastgelegd. Nu gebeurt het teveel in aparte Word-documenten.”

•   Veel ROC’s hebben goed contact met HBO-instellingen. De doorstroom naar het HBO wordt zo goed mogelijk vormgegeven. Door tijdens de MBO-opleiding al mee te lopen op het HBO, of daar zelfs aan de slag te gaan, wordt volgens de ROC-instellingen de overstap zo gemakkelijk mogelijk gemaakt. •   Ook worden er studenten van het HBO uitgenodigd om voorlichting te geven op ROC’s. 24/63

Voor zover er een specifieke methodiek wordt gebruikt is het meestal de methodiek van Marinka Kuijpers.

•   •   •   •   •   •   METHODIEKEN Loopbaancompetenties van Marinka Kuijpers Les Lab Werken aan je Toekomst Studiemeter Peacemasters (persoonsvorming) Trainingen in coach/mentorgesprekken LEERLINGVOLGSYSTEMEN •   •   N@tschool EduArte •   •   App (LOB-boek) Integrid OPMERKINGEN •   •   •   •   •   De meeste ROC’s maken geen gebruik van een specifieke methodiek, maar stellen zelf hun lesmateriaal samen. Dit verschilt erg tussen ROC’s, maar ook tussen opleidingen en niveaus binnen een ROC. De vijf loopbaancompetenties van Marinka Kuijprs worden door de meeste ROC’s wel meegenomen in het lesmateriaal. Op dit moment hebben de meeste scholen nog geen goed systeem om competenties mee te monitoren. De ervaringen met de loopbaancompetenties zijn erg positief.

“Op onze school wordt niet gewerkt met competenties, dat wil zeggen: wij noemen het liever vaardigheden. Het benoemen van ‘competenties’ schrikt af. Wij bieden het zodoende aan zonder dat de leerlingen doorhebben dat ze het ontwikkelen.” "Eenduidig LOB-beleid is niet wenselijk en zou ook niet kunnen. Elke opleiding en elk niveau heeft verschillende behoeften.”

METHODIEKEN ROC 25/63

ROC’s werken intensief samen met het bedrijfsleven, in mindere mate met uitzendbureaus.

BEDRIJFSLEVEN • • • • • • De samenwerking met bedrijven kent verschillende invullingen :       Stages Gastlessen Bedrijfsbezoeken       Excursies Beroepenmarkt/bedrijvendagen Praktijkgerichte projecten Ook verzorgt een ROC bijvoorbeeld een workshop loopbaanleren voor docenten en praktijkopleiders van de bedrijven.

“Bij elke opleiding proberen we linken te maken met het bedrijfsleven, zodat ze zich daarop al kunnen voorbereiden.” “We hebben een uitzendbureau in school gehad, maar daar was weinig belangstelling voor.”

INTERMEDIAIRS • • De samenwerking met uitzendbureaus bestaat uit :   Aanbieden van sollicitatietrainingen   Ondersteuning bij het zoeken naar een stage • • • •   Aanwezigheid bij open dag Sommige ROC’s hebben bewust geen samenwerkingen, aangezien :     Ze dit niet nodig achten Er geen behoefte aan is vanuit de studenten   Commerciële belangen verstrengeling ROC - EXTERNE PARTIJEN 26/63

Binnen het ROC zijn er nog een aantal onderdelen die verbeterd kunnen worden.

Monitoren van competenties Op dit moment houdt een enkel ROC de vordering qua competenties van leerlingen bij. Elke school werkt met een leerlingvolgsysteem, maar deze worden lang niet altijd gebruikt om competenties te monitoren. Verbinding tussen LOB-lessen LOB-lessen worden erg gefragmenteerd gegeven binnen een onderwijsinstelling. Er moet meer aansluiting komen tussen de loopbaangesprekken en de lessen. Vanuit het ROC wordt aangegeven dat er nog een aantal slagen gemaakt kunnen worden als het gaat om loopbaanvoorbereiding Betere training van SLB’ers Er moet meer tijd en ruimte zijn om SLB’ers te trainen in gesprektechnieken, zodat de loopbaangesprekken nog beter gevoerd kunnen worden.

YAG-analyse

Ontwikkeling loopbaansturing ROC’s lijken zich er steeds beter van bewust dat de arbeidsmarkt verandert en dat zij studenten daar op voor kunnen bereiden. Op veel instellingen vinden nu nog trainingen plaats om docenten op te leiden tot goede loopbaanbegeleider. VERBETERING LOB ROC 27/63

Externe partijen kunnen op verschillende manieren loopbaanleren op het ROC aanvullen.

CONCLUSIE • Aan de meeste competentieontwikkeling wordt al een goede invulling gegeven op het ROC. Desalniettemin kunnen externe partijen op een aantal manieren een rol spelen bij het loopbaanleren :   Het ontwikkelen van netwerkvaardigheden, door middel van het organiseren van netwerkevents en het geven van workshops. •   Meedenken over de vormgeving van het curriculum. •   Ondersteuning van docenten, SLB’ers en coaches op het ROC bij het begeleiden van jongeren.

“Je wordt niet opgeleid tot een beroep, maar voor een loopbaancarrière.” “We moeten onze studenten beter voorbereiden op de arbeidsmarkt als het gaat om flexibiliteit, arbeidsethos, werknemersvaardigheden.” “We zijn er nog niet. Loopbaangesprekken voeren is nog geen echte vanzelfsprekendheid. Trainingen en kennisdeling spelen daar een belangrijke rol in. Iedereen kent het begrip, maar de invulling daarvan moeten we nog samen vormgeven..“ YAG-analyse

CONCLUSIE ROC 28/63

HBO

Binnen het HBO zijn er een aantal algemeenheden geobserveerd.

Verschil in het curriculum van opleidingen Binnen elke HBO-instelling verschilt het curriculum aanzienlijk tussen de opleidingen. Dit betekent ook dat het aanbod aan activiteiten voor arbeidsmarktvoorbereiding erg verschilt tussen de diverse opleidingen. Aspecten binnen de opleidingen die wel vaak overeenkomen zijn : de verplichting tot het lopen van een stage, werken vanuit praktijkvraagstukken of projecten en het krijgen van studieloopbaanbegeleiding. “

Iedere opleiding is binnen de kaders van de hogeschool verantwoordelijk voor haar eigen programma.”

Aanbod aan extra-curriculaire activiteiten Binnen het HBO worden er vanuit de opleiding in veel gevallen geen extra curriculaire workshops of trainingen aangeboden, omdat hier volgens de hogescholen geen behoefte aan is. Een andere reden die wordt gegeven is dat deze activiteiten al binnen het curriculum worden aangeboden. Daarnaast wordt het gebrek aan motivatie van de studenten gebruikt als argument tegen het aanbieden van extra trainingen of workshops vanuit de opleiding of school. Studieverenigingen daarentegen worden wel (vaak actief) ingezet voor het organiseren van extra-curriculaire activiteiten en dit wordt vaak ondersteund door de school. Kwaliteit van SLB afhankelijk van de docent Binnen het HBO is SLB meestal de rode draad binnen het curriculum. De kwaliteit van SLB hangt echter heel erg af van de docent die SLB geeft. Binnen een aantal onderwijsinstellingen wordt het belang van een goede SLB’er ingezien en wordt er al veel kennis gedeeld omtrent SLB, maar veel scholen geven aan dat er nog grote stappen te maken zijn op het gebied van studieloopbaanbegeleiding en hogeschool brede kennisdeling op het gebied van SLB. “

Docenten vinden het zelf ook soms lastig, SLB: daar leer je niet voor, maar dat doe je ernaast.”

HBO ALGEMEEN 30/63

Het HBO is competentiegericht onderwijs waarbij alle loopbaancompetenties aan bod komen.

Studieloopbaanbegeleiding biedt een goede plek om te reflecteren op iemands kwaliteiten (en motivatie). Het is curriculair en wordt gegeven in elke opleiding en in elk jaar. KWALITEITENREFLECTIE “

Projecten [en stages] zijn bijvoorbeeld goede momenten om in dialoog te gaan over wat kan ik en wat wil ik.”

MOTIEVENREFLECTIE Door middel van stages en praktijkprojecten maken studenten kennis met het beroepenveld. Voor elke student is het lopen van minimaal een stage verplicht. WERKEXPLORATIE Ondanks dat de loopbaancompetenties niet altijd 1 op 1 worden benoemd op het HBO zijn ze wel terug te vinden in het aanbod aan activiteiten LOOPBAANSTURING Loopbaansturing komt in het HBO zowel binnen als buiten het curriculum aan bod in de vorm van bijvoorbeeld gastcolleges of beroependagen. NETWERKEN Soms worden er binnen het curriculum workshops of trainingen over netwerken gegeven, maar vaak is het aan de student zelf om de kansen voor netwerken in te zien tijdens bijvoorbeeld een stage of tijdens beroependagen. ZELFPROFILERING In SLB-uren wordt er onder andere tijd besteed aan zelfprofilering. Twee HBO-instellingen maken hierbij gebruik van toneel om studenten in te laten zien dat houding en presentatie belangrijk zijn. LOOPBAANCOMPETENTIES HBO 31/63

Activiteiten met het oog op reflectie vormen bij elke HBO-instelling de basis voor het onderwijsprogramma.

•   •   •   •   •   •   •   •   KWALITEITEN EN MOTIEVENREFLECTIE SLB SLC Assessments Workshop/trainingen Moving Talent Stage (evaluatie en reflectie) Beroepsvoorbereidende dagen Projecten ERVARINGEN •   •   •   Studieloopbaanbegeleiding (SLB) is onderdeel van het curriculum op alle deelnemende hogescholen. Deze begeleiding begint al vanaf de eerste dag van de studie en loopt door tot het afstuderen van de student. Tijdens de SLB-uren wordt over het algemeen een actieve houding van de student verwacht. Uit de interviews blijkt dat, ondanks dat reflectie de basis vormt voor het HBO, studenten vaak moe worden van het altijd maar moeten reflecteren. Pas na het afstuderen wordt het nut van reflecteren ingezien.

“Het is zoeken naar de balans; studenten laten reflecteren, het met de toekomst bezig zijn en het laten bezig zijn met wat ze willen is goed, maar als je dat teveel doet dan mis je de diepgang.”

KWALITEITEN- EN MOTIEVENREFLECTIE HBO 32/63

Elke student op het HBO is verplicht één of meerdere stages te lopen.

•   •   •   •   •   •   •   WERKEXPLORATIE Gesprek met studie-beroepskeuzeadviseurs ICARES (beroepskeuzetest) Meewerkstage Korte/lange stages (Praktijk)projecten Afstudeeronderzoek Samenwerkingsonderzoek met bedrijfsleven ERVARINGEN •   •   •   Stages worden bijna altijd als zeer waardevol beoordeeld. De student komt erachter waar zijn/haar kwaliteiten het beste tot z’n recht komen en wat voor werk daarbij aansluit. Projecten worden binnen het HBO vaak vanuit de praktijk opgezet en wanneer mogelijk wordt dit gedaan in samenwerking met een bedrijf om de student zo kennis te laten maken met het beroepenveld. Om het meeste uit stages en (praktijk)projecten te halen is een actieve houding van de student een vereiste.

“De ontdekkingstocht die studenten maken blijft verrassingen geven.”

Stages blijken in de praktijk erg nuttig. Wanneer een student terugkomt op school na afronding van een stage heeft de student vaak grote stappen gemaakt en is hij/zij meer volwassen geworden.”

WERKEXPLORATIE HBO 33/63

Zowel binnen als buiten het curriculum wordt er op het HBO veel gedaan aan loopbaansturing.

LOOPBAANSTURING •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   Excursies naar bedrijven/werkbezoeken Project bedrijfsbezoek Mix & Match Stagemarkt/beurs Seminars Gastcolleges of -sprekers Arbeidsmarktdag of beroependagen Faculteitspecifieke beurzen Stage terugkomdagen, stage contactdagen, of contact met stagiairs Congres Career event Snuffelstage Project ‘Mijn droombaan’ ERVARINGEN •   •   Loopbaansturing is op bijna alle HBO-instellingen een belangrijk speerpunt van het onderwijs en hier wordt dan ook veel aandacht aan besteed. Dit gebeurt in de meeste gevallen voornamelijk in het eerste en tweede jaar. Niet bij alle activiteiten op het gebied van loopbaansturing is een actieve houding een vereiste voor succes van de activiteit of het evenement. Echter, wanneer de student een actieve houding aanneemt, zal dit de student wel helpen er sneller achter te komen wat hij/zij later wil worden. “

Het blijft elke keer maatwerk om een goede match te maken. Hoe groter en afstandelijker het evenement, hoe minder er gebeurt.”

Opleidingen die niet in het eerste jaar een verplichte stage aanbieden zijn verplicht om werkoriëntatie aan te bieden in jaar 1.”

LOOPBAANSTURING HBO 34/63

Op het HBO zijn er veel mogelijkheden tot netwerken, echter is een actieve houding noodzakelijk.

NETWERKEN •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   Stage Mix & Match Stagemarkt/beurs Seminars Arbeidsmarktdag of beroependagen Vak Ondernemerschap Vak Netwerken Ontwikkelprogramma voor studenten met bestuursfunctie LinkedIn-training Werkbezoeken of excursies Vak Bedrijfskundige vaardigheden Workshop Netwerken ERVARINGEN •   •   Motivatie blijkt zeer belangrijk bij netwerken. Bij bijvoorbeeld stages, beurzen, of beroependagen is het aan de student zelf om gebruik te maken van de mogelijkheden tot netwerken. Dit betekent wel dat de student deze mogelijkheid zelf moet inzien (of dat de onderwijsinstelling de student hierop moet wijzen) en dat is op dit moment nog niet altijd het geval. Het belang van netwerken wordt binnen het HBO steeds meer ingezien. Daarom worden er tegenwoordig bij sommige HBO-instellingen zelfs binnen het curriculum workshops of trainingen over gegeven. Dit gebeurt wel vaak pas in de latere fases van de opleiding.

“Activiteiten vanuit studentenverenigingen zijn zeer populair en dit zijn kansen om te netwerken, maar toch zien studenten het niet bewust als competentieontwikkeling.”

NETWERKEN HBO 35/63

Activiteiten met betrekking tot zelfprofilering vallen zowel binnen als buiten het curriculum.

ZELFPROFILERING •   •   •   •   •   •   •   •   Cv opstellen en leren solliciteren (onderdeel van SLB lessen) Sollicitatietraining of workshop Solliciteren Pitch Training Jezelf presenteren Training Sociale Vaardigheden Stage contactdagen Vak Drama Workshop Personal branding ERVARINGEN •   •   Binnen een aantal HBO-instellingen wordt toneel of drama gebruikt om studenten te laten inzien dat houding en jezelf goed kunnen presenteren erg belangrijk zijn wanneer je op zoek bent naar een stage of een baan. Het wisselt heel erg op wat voor een manieren er aandacht wordt besteed aan zelfprofilering. Sommige HBO instellingen kiezen ervoor om hier al aandacht aan te besteden voorafgaande aan een eerste stage, anderen wachten hier langer mee of bieden dit alleen extra curriculair aan. “

Als hogeschool ben je pas succesvol als de student op een goede plek op de arbeidsmarkt terecht komt.”

ZELFPROFILERING HBO 36/63

Een aantal HBO-instellingen hebben door hun expertise in SLB een eigen methodiek kunnen ontwikkelen.

METHODIEKEN POP is een veelgebruikte methodiek binnen het HBO en wordt in de meeste gevallen beschouwd als een goede methode. Toch zien ook een aantal onderwijsinstellingen dat een deel van de studenten heel erg ontevreden is over deze methodiek, aangezien het nut van constant reflecteren niet wordt ingezien door deze studenten. Dit is voor sommige onderwijsinstellingen een reden om niet te veel de focus te leggen op POP binnen de SLB-uren. • • • Er zijn een aantal HBO-instellingen die zelf een methodiek hebben ontwikkeld voor studieloopbaanbegeleiding :       Er is een HBO-instelling die werkt vanuit de methode ‘Talentgerichte ontwikkeling’. Dit is een methodiek ontwikkeld door een medewerker van de hogeschool die op dit onderwerp is gepromoveerd. Volgens de onderwijsinstelling is dit een methodiek die perfect aansluit op de visie van de school, namelijk uitgaan van de krachten en talenten van het individu. Daarnaast wordt gereflecteerd aan de hand van Korthagen. Een andere HBO-instelling heeft vanwege haar eigen expertise op het gebied van SLB zo’n 25 jaar geleden een eigen methodiek ontwikkeld. Dit is inmiddels gemoderniseerd en aangepast, maar werkt nog steeds goed. Twee HBO-instellingen zijn een project gestart genaamd ‘Noorderlijke Hogescholen’ om samen tot een nieuwe methodiek te komen. “

Nu ligt de focus bij de beroepscompetenties, maar er moet focus worden gelegd op loopbaancompetenties

.”

“We zijn bezig met het verweven van de loopbaancompetenties in het curriculum en staan daarbij nu aan de start. Wij willen het niet top down doen, dan gaat het zeker mis. We proberen te kijken welke opleidingen er energie in kunnen steken. De bedoeling is dat we de inzetten als beleidslijn.”

METHODIEKEN HBO 37/63

Op het HBO wordt wat betreft loopbaanvoorbereiding weinig samengewerkt met intermediairs.

WAAROM NIET?

•   De ontwikkeling van loopbaancompetenties zit al verweven in het curriculum. •   Uitzendbureaus en andere partijen worden in sommige gevallen als te commercieel gezien en dit past volgens de hogescholen niet binnen de visie van het onderwijs. •   De hogeschool heeft zelf al contacten met het beroepenveld waar de student gebruik van kan maken. WAT WEL?

•   Alle HBO-instellingen hebben een sterke en directe link met het beroepenveld in de vorm van praktijkopdrachten, gastcolleges, seminars en stages. •   Hogescholen hebben een alumninetwerk dat wordt ingezet. •   Studieverenigingen worden vaak actief ingezet voor het organiseren van activiteiten voor loopbaanoriëntatie of competentieontwikkeling. HBO – EXTERNE PARTIJEN 38/63

HBO-instellingen zijn tevreden over het huidige aanbod; studenten zien nog ruimte voor verbetering.

Aanbod aan activiteiten Veel hogescholen hebben het idee dat alle mogelijkheden tot goede loopbaanvoorbereiding aanwezig zijn en dat het aan de student zelf is om hier het maximale uit te halen. Echter blijkt uit de HBO-monitor van 2014 dat minder dan de helft van het aantal studenten (49%) tevreden is met de loopbaanvoorbereiding. Verandering van het onderwijs Steeds meer HBO-instellingen lijken in te zien dat het onderwijs aan het veranderen is; van beroepscompetentiegericht onderwijs naar loopbaancompetentiegericht onderwijs en proberen hun onderwijsplan hierop aan te passen. HBO-instellingen geven aan dat er vrijwel geen activiteiten ontbreken op het gebied van loopbaanvoorbereiding Meer gebruik maken van alumni Een aantal hogescholen geeft aan dat ze beter en meer gebruik zouden moeten maken van hun alumnibeleid. Dit gebeurt op dit moment nog te weinig.

YAG-analyse

Samenwerkingen met externe partijen.

Op het HBO wordt er nauwelijks samengewerkt met externe partijen. Een aantal scholen werkt wel samen met bedrijven voor stages, maar voor andere activiteiten worden geen externe partijen ingeschakeld. VERBETERING LOB HBO 39/63

Externe partijen kunnen hogescholen op meerdere manieren helpen bij loopbaanbegeleiding.

CONCLUSIE •   Externe partijen kunnen studenten laten inzien dat ze met een opleiding bewust bezig zijn met competentieontwikkeling en daarnaast kunnen externe partijen voorlichting geven over het belang van competentieontwikkeling. •   Het belang van goed kunnen netwerken wordt nog niet op alle hogescholen ingezien, waardoor dit niet altijd (of alleen op eigen initiatief) binnen het curriculum wordt ontwikkeld. Externe partijen zouden hier op in kunnen springen. •   De kwaliteit van SLB zou een brede focus moeten krijgen op alle HBO-instellingen. In dat kader zou kennisdeling over SLB centraal moeten staan. Bij die kennisdeling en ontwikkeling van SLB kan het verstandig zijn om ook intermediairs te betrekken, aangezien die inzicht hebben in de vraag van werkgevers.

“De perceptie van de opleiding is heel anders dan die van de student wat betreft loopbaanvoorbereiding. De student zegt weinig aan loopbaancompetenties te doen en de opleiding zelf zegt daar wel veel tijd aan te besteden. Kennelijk wordt het wel gedaan, maar wordt het niet zo ervaren.”

Als hogeschool ben je pas succesvol als de student op een goede plek op de arbeidsmarkt terecht komt.” YAG-analyse

CONCLUSIE HBO 40/63

WO

Activiteiten op het WO zijn voornamelijk niet-curriculair en gericht op loopbaansturing en zelfprofilering.

VERDELING (NIET-)CURRICULAIR curriculair niet-curriculair De meeste activiteiten zijn niet in het curriculum opgenomen. Het verschilt per opleiding in welke mate het thema loopbaanbegeleiding terugkeert in het curriculum. VERDELING COMPETENTIES kwaliteiten- en motievenreflectie werkexploratie loopbaansturing netwerken zelfprofilering De activiteiten rondom arbeidsmarktvoorbereiding binnen het WO richten zich voornamelijk op loopbaansturing en zelfprofilering. Daarnaast staan werkexploratie en netwerken centraal.

YAG-analyse

VERDELING WO 42/63

Zowel tussen als binnen de universiteiten wordt loopbaanbegeleiding verschillend ingericht.

De doelgroep van de loopbaancentra verschilt per universiteit. De focus ligt op alle studenten of alleen studenten die in de laatste fase van hun studie zitten. Een aantal universiteiten heeft contact met de arbeidsmarkt om zo de activiteiten een betere invulling te kunnen geven. Bij een aantal universiteiten ligt de nadruk op centrale loopbaanbegeleiding en bij andere ligt de focus op loopbaanbegeleiding per faculteit of opleiding. De structuur, de aanpak en de invulling van het loopbaancentrum verschillen per universiteit Studie- en studentenverenigingen spelen vaak een grote rol op het gebied van loopbaanvoorbereiding. Dit verschilt per universiteit en opleiding en is deels afhankelijk van de arbeidsmarktsector die aansluit op de studie. Veel loopbaancentra willen meer doen, maar zijn beperkt in tijd, mankracht en budget. Het loopbaancentrum kan de behoefte naar loopbaanvoorbereiding niet altijd dekken. VERSCHIL TUSSEN WO’S 43/63

Loopbaancompetenties worden binnen het WO vaak op niet-curriculaire basis ontwikkeld.

Deze activiteiten zijn in elk loopbaancentra opgenomen door middel van individuele gesprekken, testen en trainingen. Studenten kunnen deze activiteiten volgen op vrijwillige basis. KWALITEITENREFLECTIE De activiteiten gericht op motievenreflectie gaan altijd gepaard met de activiteiten gericht op kwaliteitenreflectie. MOTIEVENREFLECTIE Stages zijn meestal niet-curriculair en het zijn vaak vrijwillige activiteiten. Er is wel een mogelijkheid een scriptie te schrijven i.s.m. bedrijven. WERKEXPLORATIE

Loopbaanvoorbereiding in het WO richt zich vooral op de laatste vier competenties

LOOPBAANSTURING Er worden op universiteiten heel veel (niet curriculaire) activiteiten georganiseerd waar studenten kennis kunnen maken met bedrijven en het beroepenveld. NETWERKEN Binnen WO-instellingen wordt het belang van netwerken ingezien. Activiteiten worden vaak i.s.m. met (studie)verenigingen georganiseerd. ZELFPROFILERING Studenten ervaren de activiteiten gericht op solliciteren als zeer nuttig en voornamelijk de CV-check is populair onder de studenten. LOOPBAANCOMPETENTIES WO 44/63

Activiteiten met het oog op kwaliteiten- en motievenreflectie zijn relatief schaars.

KWALITEITEN EN MOTIEVENREFLECTIE •   •   •   Individueel gesprek loopbaanadviseur Online persoonlijkheidstest Workshop : persoonlijke ontwikkeling OPMERKINGEN •   •   Activiteiten omtrent kwaliteiten- en motievenreflectie gaan hand in hand en zijn in alle loopbaancentra opgenomen door middel van individuele gesprekken, testen en trainingen. De ontwikkelingscompetentietools zijn nooit in het curriculum verweven en worden vaak op centraal niveau aangeboden. Wanneer persoonlijke kwaliteiten en motieven helder in kaart gebracht zijn is het gemakkelijker voor de student om zich voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Hoe eerder dit in de studie gebeurt, hoe meer tijd de student heeft om zich te ontwikkelen en voor te bereiden op de arbeidsmarkt.

“Studenten worden meer en meer bewust dat ze de antwoorden op de volgende vragen in een eerder stadium moeten kunnen beantwoorden: Wie ben ik? Wat kan ik? Wat vind ik leuk?”

KWALITEITEN- EN MOTIEVENREFLECTIE WO 45/63

Werkexploratie tijdens het onderwijs wordt als zeer waardevol beschouwd door studenten en werkgevers.

WERKEXPLORATIE •   •   •   •   •   •   •   (Online) vacaturedatabase Onderzoeksstage Beroepsstage Stagemarkten Scriptie i.s.m. bedrijven Gesprekkendagen (met bedrijven) Bedrijvendagen OPMERKINGEN •   •   Ondanks dat werkgevers en studenten aangeven dat ze praktijkervaring erg waardevol vinden, zijn de activiteiten rondom werkexploratie vrijwel nooit in het curriculum opgenomen. Werkexploratie gebeurt voornamelijk in de laatste fase van de studie. Activiteiten gericht op werkexploratie gaan vaak in samenwerking met externe partijen, zoals studieverenigingen, uitzendbureaus, gemeentes en bedrijven in de regio.

“De kans op een baan is vele malen groter als er relevante werkervaring is opgedaan voor het solliciteren.” “Stage open is heel erg waardevol. Steeds meer opleidingen staan open voor het opnemen van een stage in het curriculum.”

WERKEXPLORATIE WO 46/63

Er is een divers aanbod aan activiteiten gericht op loopbaansturing.

LOOPBAANSTURING •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   Quick Career Advice (QCA) Carrière-evenementen Bedrijfspresentaties Gastlezingen (van alumni) Alumni-interview Minimeetings tussen bedrijven en studenten Onderzoeken van trends in een specifieke arbeidsmarkt Online Career Check test Workshops met alumni Workshop Loopbaanoriëntatie Vak Loopbaanoriëntatie Coach cafés Hulp bij ondernemerschap Case-dagen met bedrijven Mentorprogramma (met alumni) Career package (voor honoursstudenten) OPMERKINGEN •   •   Activiteiten gericht op loopbaansturing zijn voornamelijk niet-curriculair en aantrekkelijk voor studenten in de laatste fase van de studie. Gastlezingen, presentaties van bedrijven en grote evenementen worden vaak in samenwerking met of door de studie- en/of studentenverenigingen georganiseerd.

“Traditionele koers van het loopbaancentrum is dat studentenbegeleiding puur gericht is op loopbaansturing en het solliciteren.” “De universitaire studentenraad hamert erop dat de behoefte van de studenten naar curriculaire activiteiten omtrent loopbaansturing hoog is. Studenten zijn op zoek naar de match tussen wat wil ik later worden en wat kan ik later worden met mijn studie.”

LOOPBAANSTURING WO 47/63

Binnen WO-instellingen wordt het belang van netwerken ingezien.

NETWERKEN •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   Online tips over netwerken (onderhouden) Online tips over het bereiken van de alumni Alumnibureau (linken met alumni) Workshops : Netwerken Studeren in het buitenland Coachnetwerk Case-dagen met bedrijven Mentorprogramma Pitchproject Bedrijvendagen Gesprekkendagen (met bedrijven) Carrière-evenementen OPMERKINGEN •   •   •   Bij het loopbaancentrum kan de student ook terecht als hij/ zij contact wil leggen met alumni of meer wil weten over netwerken. Studie- en studentenverenigingen faciliteren (al dan niet in samenwerking met het loopbaancentrum of met de faculteit) evenementen waar studenten daadwerkelijk in contact komen met potentiële werkgevers. Verenigingen nemen dan vaak de bestuurlijke rol op zich en het loopbaancentrum levert de expertise. Studenten ervaren deze activiteiten als zeer nuttig. Netwerken vindt bijna altijd plaats op een niet-curriculair niveau.

“Studenten zijn razend enthousiast over evenementen waarbij er contact is met de arbeidsmarkt.”

NETWERKEN WO 48/63

Studenten in de laatste fase van de studie ervaren de activiteiten gericht op solliciteren als zeer nuttig.

ZELFPROFILERING •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   •   Workshop : het verbeteren van communicatievaardigheden Workshop : het verbeteren van sollicitatievaardigheden CV-check Online tips solliciteren/vinden van een baan Workshop : het vinden van een baan Workshop : L inkedIn Pitchproject Trainingsdagen Workshop : assessment Online Career Library (tips en tools) Simulatie sollicitatiegesprek OPMERKINGEN •   •   •   Competenties gericht op zelfprofilering zijn voornamelijk aantrekkelijk voor studenten in de laatste fase van de studie. Studenten ervaren de activiteiten gericht op solliciteren als zeer nuttig en voornamelijk de CV-check is populair onder de studenten. Activiteiten omtrent zelfprofilering zijn meestal niet verweven in het curriculum. Een enkele universiteit is zich er van bewust dat zelfprofilering in de eerste fase van de studie ten goede komt aan de student. Op die manier heeft de student nog ruim de tijd om zich te ontwikkelen tijdens de studie. Een voorbeeld hiervan is het pitchproject.

“Pitchproject: Studenten pitchen zich in de bachelorfase voor een panel van bedrijven. Bedrijven geven dan feedback en studenten gaan hiermee aan de slag in de laatste fase van de studie.”

ZELFPROFILERING WO 49/63

Van alle onderwijsaspecten wordt loopbaanvoorbereiding het laagst gewaardeerd.

•   ALGEMENE ERVARINGEN •   Studenten zijn relatief het minst tevreden over voorbereiding beroepsloopbaan. Bij bijna alle WO-opleidingen in Nederland scoort voorbereiding beroepsloopbaan lager dan andere onderwijsaspecten zoals docenten, toetsing en beoordeling, studierooster en studiefaciliteiten. Dit geven de studenten aan in de Nationale Studenten Enquête (NSE) waarin jaarlijks bijna alle studenten in het hoger onderwijs worden uitgenodigd om hun mening te geven over hun opleiding. De respons is gemiddeld ruim 38%, wat betekent dat 1 op de 3 studenten zijn opleiding beoordeelt. Bijna alle loopbaancentra geven aan dat ze op dit moment volop in ontwikkeling zijn om loopbaanbegeleiding (opnieuw) vorm te geven en te optimaliseren. •   Alle WO-instellingen zijn aangesloten bij Werkgroep Aansluiting Studenten Arbeidsmarkt (WASA) : een samenwerking- en overlegorgaan van alle Nederlandse universiteiten op het gebied van loopbaanbegeleiding. Zij komen ongeveer een keer per twee maanden samen om ervaringen te delen over bijvoorbeeld de aanschaf van bepaalde systemen, ontwikkelingen op de markt , contact met werkgevers, etc.

“Studenten zijn tevreden over de wetenschappelijke vaardigheden die worden ontwikkeld tijdens het onderwijs, maar veel minder over de arbeidsmarktvoorbereiding. “ “Er wordt steeds meer getrokken aan competentieontwikkelingen. Studenten en loopbaancentra beseffen steeds meer dat ze hier aan moeten werken.’” http://www.studiekeuze123.nl

ALGEMENE ERVARINGEN WO 50/63

Er vinden duidelijke verschuivingen plaats, met name in de doelgroep van het loopbaancentrum.

ALGEMENE VERSCHUIVINGEN •   Het contact met de arbeidsmarkt wordt steeds belangrijker voor universiteiten. Met de input van werkgevers kunnen studenten beter worden voorbereid op de arbeidsmarkt. Ook kunnen relaties met potentiële werkgevers een voordeel opleveren voor de student van de specifieke universiteit. •   De aandacht voor loopbaanbegeleiding onder universiteiten en studenten groeit. •   Loopbaanvoorbereiding was voornamelijk gericht op studenten in de laatste fase van de studie. Deze studenten nemen vaak zelf initiatief en zijn makkelijker in beweging te krijgen. Tegenwoordig richten loopbaancentra zich ook op studenten in de eerste fase van de studie. Op die manier krijgen studenten ruim de tijd om zich te ontwikkelen en voor te bereiden op de arbeidsmarkt. •   Veel WO-instellingen hebben een online agenda waar alle activiteiten gericht op loopbaansturing overzichtelijk staan vermeld. Andere WO-instellingen zijn hier nog mee bezig.

“ Eerstejaarsstudenten worden niet genoeg gepusht om te bedenken wat ze in de toekomst willen. Het is zorgwekkend dat studenten daar pas in het laatste jaar van de studie achter komen. “ ”Je merkt dat studenten na deelname bij één activiteit ter voorbereiding op de arbeidsmarkt getriggerd worden om hier mee aan de slag te gaan en deel te nemen aan andere activiteiten.” YAG-analyse

VERSCHUIVINGEN LOB WO 51/63

In het WO nemen studie- en studentenverenigingen de rol van intermediair voor een groot deel op zich.

BEDRIJFSLEVEN EN VERENIGINGEN • • • • Het contact met de arbeidsmarkt wordt steeds belangrijker voor universiteiten. Met de input van werkgevers kunnen studenten beter worden voorbereid op de arbeidsmarkt. Ook kunnen relaties met potentiële werkgevers een voordeel opleveren voor de student van de specifieke universiteit. De samenwerking met bedrijven kent verschillende invullingen :   Gastlessen of presentaties       Stage/scriptie schrijven Bedrijfsbezoeken Carrière-evenementen • •     Minimeetings Vb.

: Pitchproject, Start Up Mix Studie- en studentenverenigingen faciliteren (al dan niet in samenwerking met het loopbaancentrum of met de faculteit) evenementen waar studenten daadwerkelijk in contact komen met potentiële werkgevers. INTERMEDIAIRS • • De samenwerking met uitzendbureaus bestaat uit :   Aanbieden van sollicitatietrainingen   Stagemarkten of carrière evenementen WO - EXTERNE PARTIJEN 52/63

Vanuit het WO wordt aangegeven dat er nog een aantal activiteiten ontbreken.

1. SELF-ASSESSMENTS Studenten worden steeds vaker gevraagd door werkgevers om een self-assessment af te leggen tijdens de sollicitatieprocedure. De vraag naar het oefenen van deze assessments is groot onder de studenten. 3. STAGE IN HET CURRICULUM Deels door de tijdsdruk en deels door de onderwijskosten is het lopen van een stage op niet-curriculair niveau niet altijd een optie. De oplossing is het opnemen van een stage in het curriculum. 5. LOOPBAANVOORBEREIDING IN BEGINFASE Studenten moeten in de eerste fase van de studie al bewust worden van wat ze kunnen met de studie en waar ze heen willen in de toekomst. Ze worden op deze manier beter voorbereid op de toekomst. 2. DIRECTE TOEGANG TOT DE ARBEIDSMARKT Niet alle universiteiten hebben rechtstreekse toegang tot de arbeidsmarkt. Vooral internationale studenten hebben hier behoefte aan. Nauwe relaties met de arbeidsmarkt kan deze situatie verbeteren. 4. MEER CURRICULAIRE ACTIVITEITEN De vraag van studenten naar meer curriculaire activiteiten op het gebied van loopbaanvoorbereiding groeit. Studenten beseffen steeds meer dat loopbaanbegeleiding een belangrijk onderwijsaspect is in de studie. 6. MAATWERK EVENTS Vanwege de verschillende behoeftes van studenten naar arbeidsmarktvoorbereiding is (meer) maatwerk op facultair niveau nodig. ONTBREKENDE ACTIVITEITEN WO 53/63

Binnen het WO zouden intermediairs het contact met de arbeidsmarkt kunnen verbeteren.

CONCLUSIE •   Loopbaanvoorbereiding op universiteiten is op dit moment volop in ontwikkeling. Binnen universiteiten bestaat er vraag naar meer contact met de arbeidsmarkt. •   Dit wordt voor een groot deel ondervangen door studie- en studentenverenigingen. Zij hebben veel contact met het bedrijfsleven en vervullen een rol bij het ontwikkelen van de laatste vier competenties. •   De (projectmatige) samenwerking met bedrijven is minder gericht op het optimaliseren van loopbaanvoorbereiding. Hier zouden intermediairs een bemiddelende rol kunnen spelen. Ook kan de intermediair de student voorzien van informatie over de branche waarin de student terechtkomt, zodat de student specifieke competenties op aanvraag van de werkgever kan ontwikkelen. MOGELIJKHEDEN •   Sommige universiteiten willen een (exclusieve) vacaturedatabase oprichten. Intermediairs zouden hier een rol bij kunnen spelen. •   Intermediairs zouden zich kunnen richten op het aanbieden van meer trainingen, zoals het oefenen van self assessments.

YAG-analyse

CONCLUSIE WO 54/63

Tevredenheid onder studenten

De tevredenheid over (studie)loopbaanbegeleiding op het ROC stijgt onder studenten.

OORDEEL (STUDIE)LOOPBAANBEGELEIDING OPMERKINGEN •   •   •   •   •   De tevredenheid is gestegen ten opzichte van voorgaande jaren. Nog steeds oordeelt minder dan de helft positief over (studie)loopbaanbegeleiding (46%). Over de begeleiding bij beroepskeuze of keuze voor een vervolgopleiding oordeelt maar 41% positief en een vijfde (21%) zelfs negatief. Derdejaarsstudenten zijn het minst positief (34%). Er is geen verschil tussen BOL’ers en BBL’ers.

Bron: JOB-monitor 2014

JOB-MONITOR 56/63

MBO-studenten vinden een betere aansluiting op de arbeidsmarkt dan HBO-studenten.

INTREDEWERKLOOSHEID AANSLUITING ARBEIDSMARKT De resultaten laten zien dat afgestudeerden van het HBO meer moeite lijken te hebben met het vinden van werk dan gediplomeerden van het MBO.

Bron: Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2014, ROA

Werkenden van het BOL-niveau 1 zijn het minst tevreden over de aansluiting tussen opleiding en werk, maar van deze groep vindt nog altijd 60% dat de aansluiting tussen opleiding en huidige functie voldoende of goed is. R0A-ONDERZOEK 57/63

Iets minder dan de helft van de HBO-studenten oordeelt positief over voorbereiding op de beroepsloopbaan.

OORDEEL (STUDIE)LOOPBAANBEGELEIDING OPMERKINGEN •   In vergelijking met 2013 oordeelt hetzelfde percentage HBO’ers in 2014 positief over de mate waarin de opleiding een goede basis vormt voor hun verdere ontwikkeling (65%). •   Van de afgestudeerde HBO’ers is 49% (zeer) tevreden over de voorbereiding op de beroepsloopbaan. De afgestudeerden van de agrarische sector geven aan dat ze hier het meest tevreden over zijn (55%).

Bron: HBO-monitor 2014

HBO-MONITOR 58/63

WO-studenten geven aan minder tevreden te zijn met arbeidsmarktvoorbereiding dan HBO-studenten.

SCORE TEVREDENHEID OPMERKINGEN •   •   •   Opvallend is dat de activiteiten omtrent loopbaanvoorbereiding in het WO vaak niet in het curriculum zijn opgenomen en bij het HBO en ROC wel. Dit kan een reden zijn waarom de mate van tevredenheid over voorbereiding beroepsloopbaan van HBO-studenten hoger ligt dan bij de WO-studenten. WO-instellingen geven de student grotendeels zelf de vrijheid om deel te nemen aan de activiteiten gericht op loopbaanvoorbereiding. Enkele WO-instelling geven aan dat de WO-student behoefte heeft aan meer vaste begeleiding op het gebied van voorbereiding op de arbeidsmarkt. “HBOs en MBOs leiden meer op naar de arbeidsmarkt en het voorbereiden van studenten is iets meer geïntegreerd in het onderwijs” “ Eerder werd er gezegd in het WO wel behoefte aan te zijn”. : ‘We zijn geen HBO, we hoeven niet iedereen bij de hand te nemen’. Toch blijkt hier

Bron: Nationale Studenten Enquete (NSE)

WO-MONITOR 60/63

WO-afgestudeerden zijn overwegend positief over de aansluiting tussen de studie en de arbeidsmarkt.

AANSLUITING ARBEIDSMARKT

Bron: WO-monitor 2013

OPMERKINGEN •   38% van de respondenten vindt meteen na het afstuderen een baan. 46% deed er tussen de 1 en 6 maanden over. Bij 15% duurde dit langer dan een half jaar. •   57% van de werkzame alumni geeft aan dat de opleiding in (zeer) sterke mate een basis heeft geboden om te starten op de arbeidsmarkt. Daarnaast biedt de wo-opleiding volgens driekwart van de afgestudeerden een goede basis voor het verder ontwikkelen van kennis en vaardigheden. •   Er is sprake van afnemende positiviteit. WO AANSLUITING ARBEIDSMARKT 60/63

Conclusie

Elk onderwijsniveau richt de loopbaanvoorbereiding anders in, passend bij de student.

•   •   •   •   Binnen het ROC wordt de meeste loopbaanvoorbereiding ondervangen door LOB-lessen en SLB-gesprekken. ROC’s onderschrijven het belang van samenwerking met het bedrijfsleven. Dit wordt bij sommige instellingen actief bij het vormgeven van het curriculum betrokken. Er wordt meestal geen specifieke methodiek gehanteerd, maar de loopbaancompetenties van Marinka Kuijpers komen vaak terug. Er zijn weinig samenwerkingen met uitzendbureaus. •   •   •   •   •   Op het HBO wordt het onderwijsprogramma zodanig samengesteld dat er een sterke link wordt gelegd met het beroepenveld. De ontwikkeling van beroeps competenties staat centraal, maar ook reflecteren en oriënteren zijn een belangrijk onderdeel van het onderwijs. Het belang van SLB en uitwisseling van kennis over SLB wordt steeds meer ingezien. Samenwerkingen met externe partijen zijn niet standaard. Studieverenigingen zijn, wanneer aanwezig, in de meeste gevallen actief en succesvol. •   •   •   •   •   WO-instellingen bieden voornamelijk niet-curriculaire activiteiten aan. Er wordt geen gebruikgemaakt van bepaalde methodieken. De aandacht naar loopbaan voorbereiding groeit. Onderwijs instellingen zijn volop in ontwikkeling om loopbaan voorbereiding te optimaliseren. Studie- en studenten verenigingen hebben een groot aandeel in loopbaanvoor bereiding. Samenwerkingen met uitzendbureaus komen weinig voor. 62/63