L I T U R G I E V E S P E R - Ontmoetingskerk Gorredijk

Download Report

Transcript L I T U R G I E V E S P E R - Ontmoetingskerk Gorredijk

LITURGIE
VAN DE
VESPER
OP
OUDEJAARSAVOND 2015
Voorganger: da. Tiny van der Schaaf
Ouderling van dienst: Thomas Swart
Organist: Frederik de Vries
Lectrice: Els van den Berg
Zingen: Lied 906: 1, 2, 6 en 8
1
God is tegenwoordig, God is in ons midden,
laat ons diep in ’t stof aanbidden.
God is in ons midden, laat nu alles zwijgen
alles in ons voor Hem neigen.
Wie de stem / heft tot Hem
sla de ogen neder, geve ’t hart Hem weder.
2
God is tegenwoordig, die in ’t licht daarboven
dag en nacht de engelen loven.
Heilig, heilig, heilig, zingen Hem ter ere
al de hoge hemelsferen.
Laat o Heer, / U ter eer,
ons lied ook U prijzen,
lof en dank bewijzen.
6
Streel Gij met uw stralen, God van licht en leven,
mijn gezicht tot U geheven.
Evenals de bloemen voor het zonlicht buiten
zo gewillig zich ontsluiten,
zo laat Gij, / zon van mij,
in uw licht mij groeien
voor U openbloeien.
8
Heer kom in mij wonen, zij mijn hart en leven,
U ten heiligdom gegeven.
Gij die zo nabij zijt, wend mij toe uw wezen,
dat Ge in mij uw beeld kunt lezen.
Waar ik ga zit of sta,
laat mij U aanschouwen,
met een stil vertrouwen.
Begroeting door de ouderling van dienst
(gemeente gaat staan)
-2-
Zingen: Lied 103: 1 en 5
1
Zegen, mijn ziel, de grote naam des Heren,
laat al wat binnen in mij is Hem eren,
vergeet niet hoe zijn liefde u heeft geleid,
gedenk zijn goedheid, die u wil vergeven,
die u geneest, die uit het graf uw leven
verlost en kroont met goedertierenheid.
5
Zoals een vader liefdevol zijn armen
slaat om zijn kind, omringt ons met erbarmen
God onze Vader, want wij zijn van Hem.
Hij die ons zelf uit aarde heeft genomen,
Hij weet, dat wij, uit stof aan ’t licht gekomen,
slechts leven op de adem van zijn stem.
Wij worden stil voor God
Bemoediging en groet
v: Onze hulp is in de naam van de Heer
g: die hemel en aarde gemaakt heeft
v:
die trouw blijft tot in eeuwigheid
v.
Genade zij u en vrede van God de Vader
en van Jezus Christus onze Heer, amen.
g: en nooit loslaat het werk dat Hij aan ons begonnen is.
-3-
Zingen: Lied 103: 8
8
Hij heeft de hemel tot zijn troon verheven,
Hij heerst als koning over al het leven.
Loof engelen, zijn hoge majesteit,
krachtige helden, die aan alle oorden
als boden meldt zijn goddelijke woorden,
Hem zij uw dienst, Hem zij uw lied gewijd.
(gemeente gaat zitten)
Gebed
1e Schriftlezing: Genesis 1:26 - 2:4a
Zingen: Lied 823:1 en 2
1
Gij hebt, o Vader van het leven,
de aarde aan de mens gegeven,
het land, de zee is zijn domein.
Gij hebt hem aan het woord doen komen
om tussen werkelijkheid en dromen
getuige van uw Geest te zijn.
2
Uw wijsheid en uw welbehagen
bepalen ’s mensen levensdagen
en wijzen hem zijn woonplaats aan.
Hij is ten prooi aan duizend vrezen,
toch mag hij vrij en veilig wezen
en heersen over het bestaan.
-4-
2e Schriftlezing: Genesis 5: 1-2
Zingen: Lied 825: 3, 7 en 8
3
Hij blies ons van zijn adem in.
Hij, hemelhoog verheven,
heeft ons in Adam één begin,
één levensdoel gegeven:
te wonen op zijn aarde, waar
het goed is, goed om met elkaar
in zijn verbond te leven.
7
Want Hij die zozeer anders is
dan al wat wij vereren,
verscheen in de geschiedenis,
God zelf, de Heer der heren.
De eeuwen der onwetendheid
zijn om, – het is de hoogste tijd
tot Hem ons te bekeren.
8
God heeft zich zelf ons toegewend:
een man verscheen op aarde,
een mens, in wie Hij onherkend
zich aan ons openbaarde.
In Hem als in een tempel heeft
de God gewoond die eeuwig leeft,
de ongeëvenaarde.
-5-
Verkondiging
Zingen: Lied 528: 1, 2, 3, 4 en 5
1
Omdat Hij niet ver wou zijn
is de Heer gekomen.
Midden in wat mensen zijn
heeft Hij willen wonen.
Midden onder u staat Hij die gij niet kent.
Midden onder u staat Hij die gij niet kent.
2
Overal nabij is Hij
menselijk allerwegen.
Maar geen mens herkent Hem, Hij
wordt gewoon verzwegen.
Midden onder u staat Hij die gij niet kent.
Midden onder u staat Hij die gij niet kent.
3
God van God en licht van licht,
aller dingen hoeder,
heeft een menselijk gezicht,
aller mensen broeder.
Midden onder u staat Hij die gij niet kent.
Midden onder u staat Hij die gij niet kent.
-6-
4
Wil daarom elkander doen
alle goeds geduldig.
Wees elkaar om zijnentwil
niets dan liefde schuldig.
Midden onder u staat Hij die gij niet kent.
Midden onder u staat Hij die gij niet kent.
5
Wees verheugd, van zorgen vrij:
God die wij aanbidden
is ons rakelings nabij,
wonend in ons midden.
Midden onder u staat Hij die gij niet kent.
Midden onder u staat Hij die gij niet kent.
Gebeden
Collecte
Ontmoetingskerk – Onderhoud Klokkentoren
Slotlied [staande]: Lieteboek 416: 1, 2, 3 en 4
1
Hear wêz mei ús oant in oare kear,
wol oant wersjen oer ús weitsje
lit gjin kwea ús rigen reitsje.
Hear wêz mei ús oant in oare kear.
2
Hear, wês mei ús oant in oare kear,
wol ús mei Jo wjukken hoedzje,
stypje as de stoarmen woedzje.
Hear, wês mei ús oant in oare kear.
-7-
3
Hear, wês mei ús oant in oare kear,
wol de wegen foar ús sljochtsje
ús net nei ús sûnden rjochtsje.
Hear, wês mei ús oant in oare kear.
4
Hear, wês mei ús oant in oare kear,
as wy wurch en warleas binne,
lit ús dan troch Jo oerwinne.
Hear, wês mei ús oant in oare kear.
Zegen
-8-