MPB 2016-2019 - Gemeente Apeldoorn

Download Report

Transcript MPB 2016-2019 - Gemeente Apeldoorn

MPB 2016-2019
Inhoudsopgave
Leeswijzer ................................................................................................................................................ 5
Nota van aanbieding ‘Doorwerken’ ........................................................................................................ 9
2 Meerjarenprogrammabegroting 2016 - 2019 .................................................................................... 19
2.1 Samenvattend overzicht.............................................................................................................. 21
2.2 Begrotingsprogramma's .............................................................................................................. 27
1. Met elan samen DOOR: Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën.................. 29
2. Veiligheid ............................................................................................................................. 41
3. Openbare ruimte ................................................................................................................. 47
4. Milieu................................................................................................................................... 57
5. Jeugd en onderwijs.............................................................................................................. 65
6. Apeldoorn activeert............................................................................................................. 77
7. Maatschappelijke ondersteuning......................................................................................... 85
8. Cultuur, erfgoed, evenementen en sport............................................................................ 95
9. Door! met de buitenstad ................................................................................................... 103
3 Financiële beschouwingen ............................................................................................................... 115
4. Paragrafen ...................................................................................................................................... 141
4.1 Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. ............................................................. 143
4.2 Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen................................................................................... 159
4.3 Paragraaf Financiering............................................................................................................... 163
4.4 Paragraaf Verbonden partijen................................................................................................... 169
4.5 Paragraaf Grondbeleid .............................................................................................................. 179
4.6 Paragraaf Lokale heffingen........................................................................................................ 183
4.7 Paragraaf Bedrijfsvoering .......................................................................................................... 191
5 Bijzondere paragrafen ...................................................................................................................... 199
5.1 Paragraaf Dienstverlening......................................................................................................... 201
5.2 Paragraaf Vastgoed ................................................................................................................... 203
Bijlagen ................................................................................................................................................ 207
1. Doorrekening Algemene Reserve....................................................................................... 211
2. Doorrekening bestemmingsreserves………………………………………………………………………………213
2.1 Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) ...................................... 215
2.2 Reserve Bereikbaarheid Binnenstad ................................................................... 224
2.3 Reserve Riolering................................................................................................. 225
2.4 Reserve Huisvuilrechten...................................................................................... 226
3 Overige bijlagen…..………………………………………………………………………………………………………….227
3.1 Totaal overzicht van baten en lasten .................................................................. 229
3.2 Overzicht incidentele baten en lasten................................................................. 230
3.3 Overzicht jaarlijks terugkerende arbeidskosten 2016......................................... 231
3.4 Kapitaallasten en nieuwe investeringen 2016 .................................................... 232
3.5 Overzicht reserves en voorzieningen (meerjarendoorrekening) ........................ 233
3.6 Enkele kerngegevens........................................................................................... 235
4 Door stuurgroepen aangedragen en door het college ingeboekte
ombuigingsmogelijkheden…………………………………………………………………………………………………237
5. Trefwoordenlijst ................................................................................................................. 255
Leeswijzer bij Meerjaren Programma
Begroting 2016 – 2019
Inleiding
In de Meerjaren-Programma-Begroting (MPB) wordt het gemeentelijk beleid op hoofdlijnen
toegelicht. De MPB gaat over alle beleidsvelden: onderwijs, ruimtelijke ontwikkeling, openbare
ruimte, openbare veiligheid, recreatie, volksgezondheid, milieu, gemeentebelastingen, etc.
De uiteenlopende samenstelling van het gemeentelijk beleid maakt het lezen van een
gemeentebegroting doorgaans niet eenvoudig. Deze leeswijzer is bedoeld om u daarbij op weg te
helpen. In deze leeswijzer komen de volgende onderwerpen aan de orde:
• waaruit bestaat een MPB
• indeling van de MPB
• de voorgestelde beleidswijzigingen
• de Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA)
• hoe een bepaald onderwerp in de MPB is te vinden.
Waaruit bestaat een MPB ?
De MPB is vergelijkbaar met een privé-huishoudboekje. De periodieke uitgaven die de gemeente
jaarlijks doet – ook wel exploitatie-uitgaven genoemd - staan er in vermeld. Voorbeelden zijn de
jaarlijkse subsidies aan instellingen, de uitgaven in het kader van de bijstand en het
armoedebestrijdingsbeleid, de kosten van rente en afschrijving als gevolg van gemeentelijke
investeringen, salariskosten van het bestuur en het gemeentelijk personeel en materiële kosten.
De gemeenteraad bepaalt de beleidsonderwerpen en per beleidsonderwerp de hoeveelheid geld
(de omvang van het budget) dat er maximaal voor mag worden uitgetrokken en het resultaat dat
de raad ervoor verwacht.
Naast de uitgaven zijn ook de inkomsten in de begroting opgenomen. Tot de belangrijkste
inkomsten van de gemeente behoren:
a. de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Dit is een rijksbijdrage, waarvan de raad de
bestedingen voor het overgrote deel naar eigen inzicht kan bepalen;
b. specifieke bijdragen die het rijk maar ook de provincie aan de gemeente verstrekken om door
hen bepaalde doeleinden te kunnen bekostigen. Voorbeelden zijn de rijksbijdragen die de
gemeente krijgt voor bijstandsuitgaven en onderwijsachterstandenbeleid;
c. eigen gemeentelijke inkomsten uit gemeentebelastingen (bijv. de onroerende zaakbelasting en
hondenbelasting), maar ook inkomsten uit leges die worden verkregen omdat u als burger
specifieke diensten van de gemeente afneemt (bijv. een paspoort of een bouwvergunning) en
gemeentelijke heffingen (bijv. voor de inzameling van huishoudelijk afval). De raad beslist
over de omvang van de gemeentebelastingen, leges en rechten.
De inkomsten uit het Gemeentefonds zijn grotendeels bepalend voor de bestedingsmogelijkheden
van de gemeente. De omvang van het Gemeentefonds - en dus van de algemene uitkering die de
gemeente daaruit krijgt – is gekoppeld aan de omvang van een deel van de rijksuitgaven. Nemen
die rijksuitgaven toe, dan hebben ook gemeenten meer te besteden. Besluit het rijk tot
bezuinigingen op de rijksuitgaven, dan hebben gemeenten minder te besteden.
Een wettelijke eis is dat de gemeentelijke exploitatie-uitgaven de inkomsten niet mogen
overtreffen. Minder inkomsten uit het Gemeentefonds als gevolg van rijksbezuinigingen, hebben
doorgaans tot gevolg dat ook gemeenten moeten bezuinigen. Voor de specificatie van de
gemeentelijke exploitatie-uitgaven wordt verwezen naar bijlage 3.1.
5
Indeling van de MPB
In de inhoudsopgave treft u aan uit welke hoofdstukken de MPB is samengesteld. In vogelvlucht
worden deze hoofdstukken hier nader toegelicht.
-
-
-
-
·
·
·
·
·
·
·
Hoofdstuk 1 Nota van aanbieding
De nota van aanbieding 'Doorwerken' vermeldt dat wij doorwerken aan de uitvoering van
het bestuursakkoord Door! en het collegewerkprogramma Doorvertaald.
Hoofdstuk 2 Meerjarenprogrammabegroting
Dit hoofdstuk vormt de exploitatiebegroting van de gemeente. De meerjarenbegroting is in 9
programma’s ingedeeld. Deze programma’s vormen voor u een eerste ingang om iets over
het door het college voorgestelde beleid te weten te komen. De programma’s zijn als volgt
ingedeeld:
· ambitie;
· speerpunten van beleid;
· de risico’s;
· doelenboom;
· doelstelling, prestaties en nieuwe ontwikkelingen per beleidsproduct;
· plannen en kadernotities;
· de financiële lasten (uitgaven) en baten (inkomsten), zowel voor 2014 en 2015 als voor
de jaren 2016 t/m 2019. Opgemerkt wordt dat door afrondingen van de lasten en baten
bij de uitkomst van de saldoberekening geringe afwijkingen kunnen optreden.
Hoofdstuk 3 Financiële beschouwingen
Hierin schetst het college de financiële ontwikkelingen voor de komende jaren die als
vertrekpunt bij de opstelling van de MPB hebben gegolden. Een belangrijk deel is gewijd aan
de ontwikkeling van het Gemeentefonds en de maatregelen die het college aan de raad
voorstelt om de MPB financieel sluitend te krijgen.
Hoofdstuk 4 Paragrafen
Het is een wettelijke eis dat elke gemeente een aantal paragrafen in de MPB opneemt. Deze
paragrafen vormen een dwarsdoorsnede van de begroting op een specifiek terrein. De
volgende paragrafen zijn opgenomen:
De paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing
Het weerstandsvermogen geeft aan hoe solide de financiële positie van de gemeente is. Het
weerstandsvermogen wordt bepaald door de weerstandscapaciteit af te zetten tegen de
omvang van de risico’s. In deze paragraaf zijn ook de financiële kengetallen opgenomen.
De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
In deze paragraaf wordt per onderdeel toegelicht op welke wijze het onderhoud van de
gemeentelijke kapitaalgoederen gewaarborgd is.
De paragraaf financiering
In deze paragraaf wordt toegelicht op welke wijze met de financierings-behoefte van de
gemeente wordt omgegaan. Het betreft een financieel-technische materie.
De paragraaf verbonden partijen
De gemeente werkt vaak samen met andere partijen om bepaalde doelen te bereiken. Als
deze samenwerking in een bestuurlijke en financiële vorm wordt gegoten, spreken we van
een verbonden partij. In deze paragraaf worden alle verbonden partijen nader toegelicht.
De paragraaf grondbeleid
De gemeente speelt ook een actieve rol in het kopen en verkopen van gronden. In deze
paragraaf wordt dieper op het grondbeleid van de gemeente ingegaan.
De paragraaf lokale heffingen
In deze paragraaf wordt stilgestaan bij de diverse gemeentelijke belastingen en heffingen en
de consequenties daarvan voor de inwoners. Ook worden hier de tarieven voor het komende
begrotingsjaar genoemd.
De paragraaf bedrijfsvoering
Deze paragraaf gaat in op allerlei interne ontwikkelingen binnen de gemeentelijke organisatie,
die erop gericht zijn een zo goed mogelijke dienstverlening aan de burgers te kunnen
verstrekken en een zorgvuldige besluitvorming te kunnen garanderen.
6
·
Niet verplichte paragrafen
Op verzoek van uw raad zijn twee niet verplichte paragrafen in de MPB opgenomen:
dienstverlening en vastgoed.
Tot slot is een aantal bijlagen aan de meerjarenbegroting toegevoegd. Sommige daarvan zijn door
het rijk verplicht voorgeschreven. Tot de belangrijkste bijlagen behoren:
• bijlage 1 de algemene reserves van de gemeente Apeldoorn;
• bijlage 2 de doorrekening van de bestemmingsreserves BROA, Riolering, Bereikbaarheid
Binnenstad en Huisvuilrechten.
Beleidswijzigingen
Het college heeft voorstellen voor tegenvallers en nieuwe ontwikkelingen in de MPB verwerkt.
Deze voorstellen staan in een samenvattend overzicht dat aan het begin van hoofdstuk 2 is
opgenomen. De voorstellen worden in de programma’s toegelicht. Daarnaast is een overzicht
opgenomen van de resterende lopende bezuinigingen, tegenvallers en ontwikkelingen.
De BROA
Naast de jaarlijkse exploitatie-uitgaven voert de gemeente ook investeringsprojecten uit. Deze
investeringen worden geactiveerd (jaarlijkse afschrijving) of ten laste gebracht van reserves. Eén
van die bestemmingsreserves is de BROA. De BROA is een reserve die ontstaan is uit het
Meerjaren-Ontwikkelingsprogramma Apeldoorn(MOP).
De BROA wordt gevoed met bijdragen van de provincie Gelderland (GSO en ISV) en
rijksbijdragen. De financiële meerjarendoorrekening van de BROA vormt een onderdeel van de
meerjarenbegroting en is onder bijlage 2.1 opgenomen.
Hoe een bepaald onderwerp in de meerjarenbegroting te vinden?
Afhankelijk van waarin u bent geïnteresseerd zijn de ingangen hierna samengevat:
• Voor beleidsmatige en financiële achtergronden die voor het college het vertrekpunt zijn
geweest bij de opstelling van deze MPB verwijzen wij u naar Hfd. 1 de Nota van Aanbieding;
• Voor een totaalbeeld van de voorstellen voor nieuw beleid en bezuinigingsvoorstellen kunt u
het samenvattend overzicht in Hfd. 2 raadplegen. De toelichting vindt u onder de
programma’s.
• Voor informatie over een specifiek beleidsonderwerp kunt u de trefwoordenlijst onder bijlage
5 raadplegen.
• De financiële positie van de gemeente en voorstellen over gemeentebelastingen worden in
hoofdstuk 3 nader toegelicht. De paragraaf ‘Lokale heffingen’ gaat specifiek in op de
gemeentelijke tarieven en belastingen.
7
1
Nota van aanbieding
Nota van aanbieding
bij de
Meerjarenprogrammabegroting 2016 - 2019
9
Nota van aanbieding
Meerjarenprogrammabegroting 2016 - 2019
Doorwerken
Doorwerken
1 Behoedzaam doorwerken
De gemeenteraadsverkiezingen liggen 1½ jaar achter ons. Wij werken door aan de uitvoering van
het bestuursakkoord Door! en het collegewerkprogramma Doorvertaald. Wij doen dat in onzekere
tijden. Internationale ontwikkelingen stoppen niet bij de grens van Europa, Nederland of
Apeldoorn. Regionale conflicten brengen grote groepen mensen in beweging richting Europa en
Nederland. Ook op Apeldoorn wordt een beroep gedaan om een bijdrage te leveren aan de
opvang van vluchtelingen. Nationaal hebben wij ook te maken met onzekerheden, maar wel van
een andere orde. Die hebben te maken met de inkomsten en uitgaven op onderdelen binnen het
sociale domein.
In zo’n tijdsgewricht is het lastig een meerjarenbegroting op te stellen. Zet het economische
herstel in Nederland door? Wat betekent dat voor de rijksuitgaven en de daaraan gekoppelde
inkomsten voor gemeenten? Over welke zorgbudgetten kunnen wij in 2016 en verder beschikken
en staan al onze uitgaven binnen het sociaal domein in verhouding met de begrote budgetten?
Wij zouden het graag willen weten, maar erop wachten is geen optie. Wij willen doorwerken aan
onze opgaven en ambities uit het bestuursakkoord Door! Doorwerken aan de ontwikkeling van de
stad en de dorpen. Doorwerken aan een sociale en zorgzame gemeente. Met elan en met
vertrouwen, maar ook behoedzaam.
2 Begroting met twee gezichten
Deze meerjarenbegroting is een begroting met twee gezichten. De meerjarenbegroting wordt met
zwarte cijfers geschreven en brengt het doel van ‘financieel herstel in 2022’ weer een stap
dichterbij. Sterker nog, de stand van de Algemene Reserve loopt voor op het vastgestelde
herstelschema, waardoor het perspectief ontstaat op een eerder herstel.
Maar sommige cijfers zijn nog ‘breekbaar’. Wij hebben nog geen betrouwbaar beeld van de
inkomsten en uitgaven op onderdelen van het sociaal domein, de drie decentralisaties (de 3D’s).
De rijksoverheid heeft binnen het zorgdomein vanaf 2016 forse budgetverlagingen opgenomen,
waarvan in ieder geval gezegd kan worden dat het een uitdaging is om ze (tijdig) te realiseren.
Hiermee omgaan, betekent dat wij op behoedzame wijze moeten doorwerken aan onze
doelstellingen en ambities uit het bestuursakkoord.
3 Doorwerken aan de ambities uit het bestuursakkoord Door!
Apeldoorn wil een stad van kansen zijn. Kansen voor iedereen; daar staan de ambities in het
bestuursakkoord voor. Kansen creëren doen wij door duidelijke doelen te stellen; de doelen waar
niemand omheen kan. Kansen creëer je ook door op het juiste moment op de juiste plek te zijn,
of dat nu bij de Provincie, het Rijk, Europa of andere partners is. Dat doen wij via lobby en
strategische samenwerking. Maar kansen creëer je ook door aan de doelen middelen (o.a. voor
cofinanciering) en organisatiekracht toe te wijzen; anders ben je geen stad van kansen, maar een
stad van dromen.
Bij een aantal ambities uit het bestuursakkoord hebben wij dat nog onvoldoende kunnen doen.
Wij lichten de ambities waarvoor wij in deze begroting via herschikking geld vrijmaken kort toe en
gebruiken onze strategische doelen als kapstok. Het gaat dan om het bevorderen van een
11
comfortabele gezinsstad, het stimuleren van een innovatieve, veelzijdige economie en het
bijdragen aan het toeristisch toplandschap. Duurzaamheid loopt als een rode draad door de drie
doelen heen.
3.1 Comfortabele gezinsstad
Het Rijk heeft fors bezuinigd op de budgetten van de nieuwe zorg- en participatietaken. Die
nieuwe taken kunnen dan ook alleen zonder kwaliteitsverlies worden uitgevoerd, als wij het
anders gaan doen. Daarom geven wij nieuwe ideeën, innovaties en concrete initiatieven kans om
zich te ontwikkelen in het belang van onze inwoners. In de meerjarenbegroting hebben wij voor
2016 eenmalig € 500.000 opgenomen voor investeringen in innovaties op het raakvlak van onze
nieuwe zorg- en participatietaken. Wij zullen u in het voorjaar de concrete invulling hiervan
aanbieden.
Bij een comfortabele gezinsstad denken wij ook aan de nieuwe inwoners. Apeldoorn richt zich
momenteel op de noodopvang en daarnaast op de tijdelijke opvang van vluchtelingen in een
nieuw te realiseren AZC. Daarnaast is er een groeiende groep vluchtelingen met een
verblijfstatus. Wij zullen ons moeten voorbereiden op een langer durend verblijf van deze groep.
De huisvesting, begeleiding en integratie van met name deze nieuwe (tijdelijke) Apeldoorners
vraagt een inspanning van alle betrokkenen. In deze begroting reserveren wij voor voorbereidingsen organisatiekosten eenmalig € 150.000. Begin volgend jaar komen wij bij u terug met
uitgewerkte plannen.
In het bestuursakkoord is sport een belangrijke plaats gegeven. In de Sportagenda laten de
verenigingen zien dat ze hun maatschappelijke rol oppakken en dat er veel kansen en
mogelijkheden zijn voor doorontwikkeling. Om dat proces te ondersteunen hebben wij jaarlijks
€ 100.000 opgenomen voor organisatiekracht en voor de jaren 2016 en 2017 een werkbudget
van € 50.000.
Cultuur is van groot belang voor wonen, werken en recreëren, en dus voor het vestigingsklimaat
van Apeldoorn. Naast de bestaande culturele voorzieningen, willen wij ook de cultuur van
morgen, de nieuwe/jonge culturele initiatieven aanjagen. Ook de continuïteit van de pop- en
filmhuisfunctie, voedingsbodem voor jonge cultuur, loopt gevaar. Voor het behoud en aanjagen
van ‘jonge cultuur’ hebben wij een jaarlijks budget van € 200.000 opgenomen.
De spoorwegovergang in de Laan van Osseveld is al jaar en dag een knelpunt. De aanleg van een
tunnel verbetert de doorstroming. Wij nemen eenmalig € 600.000 op in de Bestemmingsreserve
Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) ter ondersteuning van onze inspanningen om de financiering
ervan bij het Rijk en de Provincie rond te krijgen.
Daarnaast investeren wij in het versterken van onze cultuurhistorische identiteit door in 2016 en
2017 jaarlijks € 100.000 in te zetten voor restauraties van gevels in de binnenstad en voor onze
monumentale panden.
Dit najaar leggen wij u een evaluatie van de vernieuwende aanpak van bouwtoezicht en
handhaving voor. Afhankelijk van de bespreking met uw raad zullen wij dit onderwerp betrekken
bij de Voorjaarsnota 2016. In deze meerjarenbegroting hebben wij daarom een pm-reeks
opgenomen.
3.2 Veelzijdige economie
Wij willen de komende jaren investeren in onze lokale economie. Eén van de ambities uit ‘de
ondernemende stad’ is dat wij ons profileren en positioneren als aantrekkelijke vestigingslocatie,
waarbij wij voldoende werkgelegenheid behouden en creëren voor de beroepsbevolking van
Apeldoorn en de regio. Ook willen wij het rode loper beleid richting bedrijven verder vormgeven
en ondernemers begeleiden bij hun keuzes, eventuele aankoop van panden, etc. Hiervoor hebben
wij behoefte aan meer slagkracht. Daarom hebben wij ter uitvoering van het programma
‘Ondernemende stad’ een budget van jaarlijks € 100.000 in de begroting opgenomen.
12
Een andere ambitie uit het programma ‘Ondernemende Stad’ is het stimuleren van kennis en
innovatie. Dat doen wij door vanaf 2016 jaarlijks € 100.000 te investeren op het thema Clean
Tech. Met de Clean Tech Agenda profileren wij ons als innovatieve, duurzame gemeente.
Dit jaar is de Stichting Centrum Management Apeldoorn (SCMA) opgericht om gezamenlijke
activiteiten en promotie voor de binnenstad te organiseren en om het binnenstadsfonds vorm te
geven. Wij faciliteren momenteel deze stichting door een centrummanager beschikbaar te stellen.
Wij stellen in 2016 eenmalig € 200.000 beschikbaar voor de activiteiten in de binnenstad, de
centrummanager én het realiseren van een binnenstadsfonds. De totstandkoming van het fonds
zullen wij in 2016 actief stimuleren. In 2017 kan dit fonds dan operationeel zijn. Daarom ramen
wij nu daarvoor geen concreet bedrag maar volstaan met een pm-raming.
De Zwitsal is een unieke locatie in het centrum van Apeldoorn. Een locatie waar verschillende
functies op het gebied van economie, toerisme en vrije tijd bij elkaar worden gebracht. In de
komende jaren zijn investeringen nodig voor de inrichting van de openbare ruimte en het
onderhoud van de panden. De kosten hiervan worden globaal geraamd op € 2 miljoen en de
komende maanden zal onderzocht worden op welke wijze dit kan worden gefinancierd. Uiteraard
is één en ander afhankelijk van de invulling die uw raad zal kiezen. In afwachting hiervan volstaan
wij in deze meerjarenbegroting met een pm-raming.
3.3 Toeristisch Toplandschap
Om samen met de sector de acties uit het programma ‘Welkom in Apeldoorn’ uit te voeren is
extra organisatiekracht nodig. Daarvoor hebben wij in deze meerjarenbegroting jaarlijks
€ 100.000 opgenomen.
Op basis van het huidige aanjaagbudget kan in 2016 en 2017 al een start met de uitvoering
worden gemaakt. Omdat het aanjaagbudget in 2017 eindigt, hebben wij vanaf 2018 structureel
€ 125.000 in de meerjarenbegroting opgenomen ter innovatie en verbetering van het toeristisch
product Apeldoorn. Zo willen wij Apeldoorn aantrekkelijker maken voor bezoekers.
Om het Toeristisch Toplandschap en de andere 2 strategische doelen te kunnen realiseren is
naast lobby en samenwerking ook Citymarketing een belangrijk instrument. Voor een
professionele uitvoering van citymarketing is structureel € 325.000 nodig. Het gaat dan o.a. om
organisatiekracht, het kunnen voeren van campagnes, het stimuleren van innovatie en
huisvestingslasten.
Voor grote topevenementen, zoals Serious Request, hebben wij een structureel budget in de
meerjarenbegroting opgenomen van € 200.000. Daarmee lopen wij vooruit op de nieuwe
Evenementennota.
Het uitvoeringsprogramma ‘Welkom in Apeldoorn’, de visie Citymarketing en het bijbehorend
uitvoeringsprogramma en de nieuwe Evenementennota moeten nog door u worden vastgesteld.
We hebben daarop in deze meerjarenbegroting al geanticipeerd. Het spreekt voor zich dat wij met
het besteden van de gelden zullen wachten tot na (positieve) besluitvorming door uw raad over
deze nota’s.
3.4 Duurzaamheid als rode draad
Om een extra impuls te geven aan onze duurzaamheidambitie stellen wij gedurende 2 jaar
€ 100.000 beschikbaar voor initiatieven die de energietransitie binnen Apeldoorn bevorderen.
3.5 Voor alle drie strategische doelen - Lobby
Wij lobbyen heel gericht bij de Provincie, het Rijk en in Brussel om onze doelen te realiseren. Dat
moet leiden tot extra middelen, beleidsbeïnvloeding en positionering/ profilering van Apeldoorn.
Dat doen wij met toenemend succes. Het lobbybudget eindigt in 2016, daarom stellen wij u voor
om jaarlijks € 75.000 op te nemen als lobbybudget. De kosten gaan ten slotte voor de baat uit.
Ter wille van een succesvolle lobby wordt een bidbook gemaakt. De projecten uit het bidbook
vragen om cofinanciering zodra de lobby slaagt. Dit wordt per project aan u voorgelegd.
13
4 Afwijkend proces
In de Voorjaarsnota 2015 hebben wij al melding gemaakt van de (financiële) onzekerheden in het
sociale domein. In de meicirculaire is daarover nog onvoldoende duidelijkheid verschaft. Dit heeft
geleid tot een afwijkend en vertraagd begrotingsproces.
Zoals in de Voorjaarsnota is aangegeven hebben wij de afgelopen maanden voorstellen laten
inventariseren om geld vrij te spelen via herschikking en prioriteitstelling op de terreinen
Algemene Dienst, Zorg en Participatie. Op deze voorstellen komen wij in paragraaf 5.3 terug. De
ombuigingsvoorstellen met betrekking tot de Grondexploitaties worden verwerkt in het Meerjaren
Perspectief Grondexploitaties (MPG) 2016.
5 Begroting Bestaand Beleid (BBB)
De ruggengraat van iedere meerjarenbegroting wordt gevormd door de (financiële) actualisatie
van het bestaande beleid, de Begroting Bestaand Beleid (BBB). Via herschikking van bestaande
budgetten is het mogelijk om meer financiële ruimte te creëren voor sommige ambities uit het
bestuursakkoord en om terugvalopties te hebben in geval van tegenvallers.
In paragraaf 5.1 lichten wij eerst de financiële ontwikkelingen rondom de 3D’s toe en in
paragraaf 5.2 de overige opvallende veranderingen binnen de BBB. In paragraaf 5.3 benoemen
wij kort de ombuigingsvoorstellen.
5.1 De Drie Decentralisaties / sociaal domein
Sinds dit jaar voert de gemeente nieuwe taken uit op het gebied van zorg, jeugdzorg en
participatie. Wij zijn een sociale gemeente en dat willen wij blijven! Daarom bieden wij, met man
en macht, onze inwoners de zorg en ondersteuning die nodig is. In goede samenwerking met
zorgvragers en – aanbieders voeren wij de nieuwe taken daadkrachtig en zorgvuldig uit. Wij doen
ervaringen op met onze sociale wijkteams en borgen de privacy van onze inwoners. Dat is lang
niet altijd gemakkelijk en wij leren iedere dag weer bij. Wij stellen ons transparant en kwetsbaar
op. Daarom boden wij dit voorjaar via het actualiteitenprogramma Nieuwsuur iedereen een kijkje
in onze keuken.
Wij geven met veel energie en enthousiasme vorm aan onze centrumrol in de arbeidsmarktregio.
Samen met ondernemers en onderwijs geven wij uitvoering aan ‘Apeldoorn Stagestad’ en aan het
‘Akkoord van Beekbergen’. Wij laten zoveel mogelijk inwoners, naar vermogen, participeren in
onze samenleving en wij ontwikkelen daarvoor innovatieve aanpakken.
Het Rijk verlaagt voor Apeldoorn de budgetten in het sociaal domein fors. Die budgetverlagingen
lopen alleen al voor het zorgdomein op tot € 10 miljoen in 2019, als gevolg van nieuwe
verdeelmodellen en nieuwe taken (zonder aanvullende middelen). Het nieuwe verdeelmodel voor
het inkomensdeel van de Participatiewet (bijstand) leidt tot een tekort van ca. € 11 miljoen in
2019. Dit tekort kan nog veranderen door verbeteringen van het verdeelmodel en door de
financiële vangnetregeling (een compensatieregeling van het Rijk voor gemeenten met grotere
tekorten).
Dit alles vraagt van ons allen een grote inspanning om het voorzieningenniveau in Apeldoorn op
hoog niveau te houden.
Bij het opstellen van de meerjarenbegroting hanteren wij bij de 3D’s twee uitgangspunten:
1. ‘Wij krijgen de rijksbekostiging waar wij recht op hebben’ en
2. ‘Wij voeren de taken uit met het geld dat wij ervoor krijgen’.
14
Deze uitgangspunten hanteren wij aanvullend op de gemaakte afspraken in DOOR!(gerekend), de
financiële onderlegger van het bestuursakkoord. Daarin staat over financiële tegenvallers:
“Bij onverhoopte tegenvallers wordt de komende vier jaar van het college verwacht, om in eerste
instantie een oplossing te vinden binnen het domein waar de tegenvallers zich voordoen. Indien
dit niet lukt, zal binnen het totaal van de begroting naar een oplossing moeten worden gezocht.
En wel volgens onderstaande volgorde:
a. nadere efficiencymaatregel;
b. bezuinigingen binnenshuis over de volle breedte van het gemeentelijke domein;
c. bezuinigingen buitenshuis (subsidies en overdrachtsuitgaven);
d. verhoging algemene lasten burgers en ondernemers.
Uitgangspunt is verder dat meevallers (het positieve saldo van de transparant gemaakte voor- en
nadelen) worden ingezet voor een versnelling van het financiële herstel. Alle meevallers worden
gestort in de Algemene Reserve.”
Binnen de 3D’s onderscheiden wij twee domeinen: het domein Zorg (Wmo en Jeugd) en het
domein Participatie (Werk en Inkomensondersteuning).
Toch is de werkelijkheid niet zo eenvoudig als het uit het bovenstaande zou kunnen worden
opgemaakt. Om invulling te geven aan ons eerste uitgangspunt (wij krijgen de rijksbekostiging
waar wij recht op hebben) heeft Apeldoorn zich de afgelopen maanden, samen met andere
gemeenten, VNG, G32 en de Raad voor de Financiële Verhoudingen (Rfv) sterk gemaakt voor
aanpassing van sommige verdeelmodellen. Het gaat om de verdeelmodellen Beschermd Wonen
en het Inkomensdeel van de Participatiewet (bijstandsuitkeringen). Het kabinet heeft de
bereidheid uitgesproken om deze twee verdeelmodellen tegen het licht te houden en toegezegd
dat wij voor Beschermd Wonen de kosten vergoed krijgen. De resultaten hiervan hopen wij snel
te kennen. Op grond van eigen, door een extern bureau uitgevoerd, onderzoek vinden wij het
verantwoord om, vooruitlopend op het kabinetsoordeel, een structurele verhoging van ruim € 5
miljoen van het budget Beschermd Wonen in de meerjarenbegroting op te nemen.
Voor het Inkomensdeel van de Participatiewet hanteert het kabinet een financieel vangnet voor
de jaren 2015 en 2016. Voor de periode daarna is door het kabinet nog geen besluit genomen.
Daarom gaan wij er vooralsnog van uit dat wij vanaf 2017 slechts 50% van het tekort via het
vangnet zullen ontvangen.
Om uitvoering te geven aan ons tweede uitgangspunt (Wij voeren de taken uit met het geld dat
wij ervoor krijgen) hebben wij, voor zover wij daar inzicht in hebben, de uitgaven in
overeenstemming met de rijksbekostiging gebracht. Wij hopen uiteraard bij de Voorjaarsnota
2016 een scherper beeld van al onze financiële verplichtingen te hebben, maar wij houden er
rekening mee dat dit pas in 2017 echt het geval zal zijn. Bij incidentele tegenvallers zullen wij de
komende tijd passende oplossingen voorstellen. In het geval van structurele tegenvallers zullen
wij het beleid, in samenspraak met u, aanpassen.
5.2 Aanpassing bestaand beleid
In de BBB zijn de inkomsten en de uitgaven aangepast op de prijsstijgingen, zoals die door het
Centraal Planbureau worden berekend. Ook de areaaluitbreidingen in de openbare ruimte zijn
verwerkt. Net als het positieve effect van de renteverlaging. Dat geldt ook voor de tekorten op
de omgevingsvergunningen en de structurele mee- en tegenvallers uit de jaarrekening 2014. Het
onlangs genomen besluit met betrekking tot de verkoop van oneigenlijk woningbezit is ook
verwerkt.
De meicirculaire laat voor de ontwikkeling van het gemeentefonds een wisselend beeld zijn. Zo
wordt de uitkering voor 2015 (!) voor Apeldoorn alsnog met € 4,7 miljoen verlaagd, omdat de
uitgaven van de rijksoverheid lager uitvallen dan verwacht. Voor 2016 is er een positief resultaat
van ongeveer € 2,2 miljoen. De jaren erna weer minder, maar in 2019 is er een plus van € 3,3
miljoen.
15
De toegekende Klijnsma-gelden voor het gemeentelijk sociaal vangnet (niet te verwarren met
landelijk vangnet voor de bijstandsuitgaven) blijken daadwerkelijk nodig te zijn. Daarom is in de
BBB dit bedrag van € 750.000 verwerkt.
Ook het verwachte nadeel als gevolg van de invoering van de Vennootschapsbelasting per 1
januari 2016 van structureel € 500.000 is door ons verwerkt. Bij de ombuigingsvoorstellen
hebben wij vervolgens besloten om de helft van het nadeel (€ 250.000) ten laste van het
Grondbedrijf te brengen. Wij komen daarop in de volgende paragraaf terug.
In de BBB is ook rekening gehouden met een extra budget van € 387.000 ten behoeve van de
bedrijfsvoering van het Werkplein Activerium. De reden hiervoor is gelegen in een stijging van het
aantal uitkeringsgerechtigden. Mocht als gevolg van economische ontwikkelingen het aantal
bijstandgerechtigden weer dalen, dan zal dit budget naar rato weer vrijvallen.
In de Meerjarenbegroting van vorig jaar (2015 – 2018) is voor het jaar 2016 € 750.000 en voor
de jaren daarna € 850.000 opgenomen aan extra belastinginkomsten door de invoering van de
Forensenbelasting. Tijdens de raadsbehandeling in november 2014 heeft u de motie ‘De
toeristische route’ aangenomen. Zoals u in de motie heeft verzocht, hebben wij de uitwerking in
overleg met de recreatieve sector opgepakt en betrokken bij onze afwegingen.
Indachtig de motie hebben wij besloten om voor 2016 geen extra belasting aan de recreatieve
sector op te leggen en bij de Voorjaarsnota 2016 opnieuw de noodzakelijkheid ervan in
ogenschouw te nemen. Wij begrijpen dat deze onzekerheid heel vervelend is voor de branche.
Nieuw ten opzichte van de Voorjaarsnota is dat het voordeel op de regionale uitvoering van de
belastingtaken (Tribuut) ook zijn plaats heeft gekregen in de BBB. Na aftrek van de bestaande
taakstelling, loopt het extra voordeel op tot € 157.000 in 2019.
Voor wat betreft de Precariobelasting op kabels en leidingen zijn geen nieuwe ontwikkelingen te
melden. Het wachten blijft op een uitspraak van de Hoge Raad. Precario blijft onveranderd in de
BBB opgenomen als een +pm.
5.3 Ombuigingsvoorstellen Algemene Dienst, Zorg en Participatie
Zoals hiervoor opgemerkt zijn ons op de terreinen Algemene Dienst, Zorg en Participatie
ombuigingsvoorstellen aangereikt om daarmee op enkele onderdelen van het bestuursakkoord
meer slagkracht te ontwikkelen. Daarnaast creëren deze ombuigingsvoorstellen ruimte voor
toekomstige ontwikkelingen. De door ons niet verzilverde ombuigingsvoorstellen vormen een
latente mogelijkheid om bij onverhoopte tegenvallers in de loop van 2016 (of later) te kunnen
bijsturen. Dat zal dan wel tot nadere besluitvorming op dat moment leiden. Hieronder geven wij
een overzicht van de door ons ingeboekte ombuigingsvoorstellen. Daarbij hebben wij steeds de
minst pijnlijke voorstellen gekozen.
Algemene Dienst
Net als bij de ambities gaat het bij ombuigingsvoorstellen om het maken van keuzes. Zo hebben
wij ervoor gekozen om de materiële budgetten voor het jaar 2016 niet te indexeren. Ook de
uitgaande subsidies indexeren wij niet voor het jaar 2017. Vanzelfsprekend is het mogelijk om
budgetten voor meer jaren niet te indexeren, maar dat zou een ingrijpende kaasschaaf-operatie
betekenen op veel taakvelden. Gelet op het negatieve effect hiervan hebben wij gekozen voor
één jaar niet-indexeren.
Wij voeren een besparing door op de onderhoudsbudgetten van de eenheden Beheer &
Onderhoud en Ruimtelijke Leefomgeving. Ook verlagen wij het budget voor milieuadvisering bij de
omgevingsdienst OVIJ vanaf 2017. Dit kan gevolgen hebben voor de kwaliteit of kwantiteit van
de advisering door de OVIJ. Wij besparen ook op niet-bestede budgetten binnen het
bibliotheekwerk. Zoals eerder gemeld brengen wij het verwachte nadeel van de invoering van de
Vennootschapsbelasting per 1 januari a.s. voor de helft ten laste van de Algemene Dienst en de
andere helft ten laste van het Grondbedrijf.
Tot slot brengen wij de BTW op de personeelskosten Circulus/Berkel ten laste van de
afvalstoffenheffing. Dit leidt tot een hogere afvalstoffenheffing voor onze inwoners, hetgeen
wordt gecompenseerd door een tariefsverlaging van het rioolrecht. Met deze tariefsverlaging
16
anticiperen wij op het door uw raad nog vast te stellen, nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan, dat
momenteel wordt geactualiseerd.
De besparingen bedragen € 1,7 miljoen in 2016 oplopend tot € 2,1 miljoen in 2019.
Wij hebben nu niet gekozen voor de mogelijkheid tot opheffing van resterende
(kapitaals)reserves. Het opheffen van deze reserves leidt weliswaar tot een eenmalige meevaller,
maar ook tot structurele verplichtingen. Het opheffen van deze reserves kan op een later moment
alsnog worden overwogen als wij met eenmalige tegenvallers worden geconfronteerd.
Zorg
Uit de ons aangereikte voorstellen binnen het zorgdomein hebben wij ervoor gekozen om te
besparen op de stelpost WMO, het budget woningaanpassingen en de stelpost monitoring. Wij
doen dit, met uitzondering van de post monitoring, op grond van de ervaringen in de laatste jaren
dat deze budgetten niet volledig worden besteed. Voor alle drie posten blijft een substantieel
budget beschikbaar. In totaal besparen wij jaarlijks € 935.000.
Daarmee komt de bijdrage van de Algemene Dienst aan het onderdeel Maatschappelijke
Opvang/Regionaal Kompas, een besluit uit de Voorjaarsnota 2015, goeddeels te vervallen. Deze
keuze past ook bij onze uitgangspunten dat wij de 3D’s uitvoeren met het geld dat wij van het
Rijk ervoor krijgen.
Participatie
Binnen het domein Participatie hebben wij de zogenaamde ‘Meeneemregeling Participatiebudget’,
in eerdere jaren een geoormerkt budget, gehalveerd. Dat levert eenmalig € 500.000 op. Bij de
uitvoering van de kinderopvangregeling is sprake van een overschot. Daarom verlagen wij het
budget met € 50.000 structureel.
6 Slot
Dit leidt tot het eindbeeld van deze meerjarenbegroting waarin wij jaarlijks ruim € 3,1 miljoen
ombuigen en voor € 1,8 miljoen extra besteden aan de ambities uit het bestuursakkoord.
Daarnaast bevat de begroting nog financiële ruimte voor toekomstige ontwikkelingen en
terugvalopties van € 1 miljoen in 2016 tot € 4 miljoen in 2019. Bij dit alles sluit iedere jaarschijf
van de begroting met een positief resultaat.
Met deze meerjarenbegroting blijft volgend jaar de stijging van de lastendruk voor een gemiddeld
Apeldoorns huishouden beperkt tot 1,3%. Wij geven met deze meerjarenbegroting een financiële
routekaart in onzekere tijden. Wij zullen daarom in 2016 behoedzaam opereren en houden
financiële terugvalopties achter de hand, mocht het in 2016 ongunstiger verlopen dan wij nu
veronderstellen.
Zo werken wij op verantwoorde wijze door aan onze reguliere taken én aan onze ambities uit het
bestuursakkoord.
17
2
Meerjarenprogrammabegroting
2016 - 2019
19
2.1
Samenvattend overzicht
2016 - 2019
21
2.1 Samenvattend overzicht
1. Samenvattend overzicht lopende bezuinigingen vorige MPB.
In onderstaand overzicht zijn de resterende ombuigingen uit de vorige mpb's opgenomen.
Hierbij geldt dat de budgetten overeenkomstig dit overzicht verlaagd zijn in de Begroting Bestaand
Beleid 2016-2019.
Een-heid Port. houder Prod Omschrijving
2016 2017 2018 2019
POW
POW
SSC
NS
DC
JK
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken & financiën
001 Subsidies/budgetten wijkbeheer
002 Baliefunctie Portaal
930 Bedrijfsvoering en dienstverlening belastingen
F&C
IV
IV
IV
IV
SSC
SSC
DC
DC
DC
DC
DC
DC
DC
960
960
960
960
960
960
960
V&R
V&R
V&R
JB
JB
JB
2. Veiligheid
140 Openbare orde en veiligheid: veiligheid
140 Openbare orde veiligheid: toezicht openbare ruimte
120 Brandweer/VNOG
B&O
MS/DC
Vermindering formatie eenheid Financiën en Control
Advieskosten software
Verlaging innovatiekrediet
Verschuiving van uitvoering naar regievoer. ICT-taken
Digitaliseren van documentenverwerking
Korting vergoeding archiefbeheer
Herinrichting bode/receptie/beveiliging
3. Openbare ruimte
560 Groen
50
43
150
50
43
300
50
43
300
50
43
300
10
20
60
50
25
75
200
20
30
60
190
50
75
200
20
30
60
190
50
75
200
20
30
60
190
50
75
33
25
33
25
33
25
33
25
220
220
220
80
80
80
80
5. Jeugd en onderwijs
onderwijshuisvesting
Onderwijshuisvesting
Leerlingenvervoer(verhoging km-grens naar 6 km))
Preventieve jeugddomein
JZW
JZW
JZW
JZW
JK
JK
JK
PB
480
480
480
630
WA
JK
6. Werk, inkomen en arbeidsmarkt
614 Minimabeleid
JZW
JZW
JZW
JZW
JZW
JZW
JZW
PB
PB
PB
PB
PB
PB
PB
622
620
620
620
620
652
714
JZW
RL
NS
DC
8. Sport en cultuur
530 Verhogen toegangskaartje zwembaden
541 Oudheid
7. Zorg en welzijn
WMO voorzieningen
Professionele ondersteuning welzijn
Compensatiemiddelen AWBZ
Meldpunt discriminatie
Regionale vrouwenopvang
Scootmobielen
GGD Noord en Oost Gelderland
26
26
26
26
1.010 1.510 1.510 1.510
77 230 230 230
67
67
67
67
125
125
125
125
100
117
20
14
50
20
23
100
117
50
14
115
50
23
100
117
50
14
115
50
23
100
117
50
14
115
50
23
25
130
25
130
25
130
25
130
50
30
50
30
50
30
50
30
9. Ruimtelijke ontwikkeling, economie
RL
V&G
NS
MS
en wonen
822 Volkshuisvesting RO
810 Debiteurenadministratie
Totaal
2.505 4.038 4.038 4.038
23
2. Samenvattend overzicht van lopende ontwikkelingen vorige MPB
Hiervoor geldt dat de budgetten in de Begroting Bestaand Beleid 2016-2019 zijn opgenomen.
Een-heid Port. houder Prod Omschrijving
2016 2017 2018 2019
POW
SSC
SSC
DC
DC
DC
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken & financiën
002 Burgerpeiling
935 Invoering forensenbelasting
939 Precariobelasting Tennet
B&O
DC
3. Openbare ruimte
210 Onkruidbestrijding op verhardingen
0
0
75
-30
750
75
0
850
75
-30
850
75
-pm
-pm
-pm
-pm
5. Jeugd en onderwijs
JZW
PB
670 Verlaging bezuiniging Subsidie Real-X
WA
JK
623 Uitvoeringskosten Participatiewet (toename door
WA
JK
beperking Wajong)
623 Individuele studietoeslag Participatiewet
6. Werk, inkomen en arbeidsmarkt
Totaal
-46
-81
-52
24
-90 -133 -133
-152 -188 -188
553
604
574
3. Voorstellen tot beschikbaarstelling van extra budgetten
Onderstaande budgetten zijn in de huidige MPB 2016-2019 opgenomen.
Eenheid
Port.
houder
Prod Omschrijving
2016 2017 2018 2019
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken & financiën
POW
S&R
S&R
S&R
RL
POW
VG
JB
JK
NS
NS
DC
JB
MS
002
002
002
002
002
003
922
Van noodopvang naar AZC, naar tijd. reguliere huisvesting
Lobby
Topevenementen
Citymarketing
Jonge Cultuur
Verkiezingsborden en -spandoeken
Correctie taakstelling vastgoed
F&C
DC
935 Correctie heffingen recreatieve branche
RL
JK
214 Tunnel Laan van Osseveld
-150
-75
-200
-325
-200
0
-390
-75
-200
-325
-200
-20
-100
-750
-100
-75
-200
-325
-200
-20
-100
-75
-200
-325
-200
-20
-100
3. Openbare ruimte
- startbudget t.l.v. de BROA
RL
MS
- storting in de BROA t.l.v algemene dienst
210 Gifvrije onkruidbestrijding op verhardingen
RL
MS
JZW/WA
JK/PB
JZW
NS
RL
DC
RL
RL
RL
RL
RL
MS
MS
MS/JK
DC
MS
RL
RL
NS
NS
(-600)
0
0
0
-475
0
4. Milieu
723 Vol gas op energietransitie
-100
-100
-pm
-pm
7. Zorg en welzijn
671 Innovatie zorg en werk
-500
-pm
-pm
-pm
8. Cultuur, erfgoed, evenementen en sport
530 Sport is meer dan Sport
-150
-150
-100
-100
-100
-100
-pm
-pm
-pm
-pm
-200
-100
-100
-pm
-100
-pm
-100
-100
-pm
-100
-pm
-100
-100
-pm
-225
-pm
-100
-100
-pm
-225
-167
-pm
-166
-pm
-166
-pm
-pm
541 Gevels en monumentale panden
310
310
310
310
560
9. Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
Binnenstad en binnenstadsfonds
Clean tech
Ondernemende stad
Zwitsal
Welkom in Apeldoorn
822 Digitalisering bouwarchief
823 Bouwtoezicht en handhaving
Totaal
-3.607 -1.836 -1.611 -1.920
25
4. Ingeboekte ombuigingsmogelijkheden van de stuurgroepen.
Onderstaande budgetten zijn in de huidige MPB 2016-2019 opgenomen.
Eenheid
Port.
houder
Prod Omschrijving
2016 2017 2018 2019
1. Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken & financiën
F&C
F&C
DC
DC
922 stuurgroep AD: niet indexeren materiële budgetten 2016
922 stuurgroep AD: niet indexeren uitgaande subsidies 2017
F&C
DC
922 stuurgroep AD: niet indexeren uitgaande subsidies
F&C
V&G
DC
MS
afzonderlijke instellingen 2017
922 stuurgroep AD: besparing onderhoudsbudgetten B&O en RL
922 stuurgroep AD: vpb deels onderbrengen bij grondbedrijf
260
0
260
100
260
100
260
100
0
166
250
200
166
250
200
166
250
200
166
250
0
930
160
930
160
930
160
930
4. Milieu
RL
MS
723 stuurgroep AD: verminderen advisering OVIJ binnen
RL
MS
afval- en milieutaken
725 stuurgroep AD: btw doorbelastingen in afvaltarief
6. Werk, inkomen en arbeidsmarkt
WA
WA
JK
JK
623 stuurgroep w&i: meeneemregeling participatiebudget
650 stuurgroep w&i: bezuiniging kinderopvang
500
50
50
50
50
JZW
JZW
PB
PB
7. Zorg en welzijn
671 stuurgroep zorg: stelpost WMO en budget monitoring
661 stuurgroep zorg: verlagen budget woningaanpassingen
560
375
560
375
560
375
560
375
RL
DC
8. Cultuur, erfgoed, evenementen en sport
510 stuurgroep AD: besparingen binnen bibliotheekwerk
100
100
100
100
Totaal
3.191 3.151 3.151 3.151
26
2.2
Begrotingsprogramma's
27
Programma 1
Met elan samen DOOR: Bestuur,
(wijk)organisatie, burgerzaken en
financiën
1e lijns
beleidsproducten
001
Bestuursorganen
002
Bestuursondersteuning B&W
003/004
Burgerzaken
005
Bestuurlijke samenwerking
006
Bestuursondersteuning raad en rekenkamerfunctie
921
Algemene uitkering gemeentefonds
922
Algemene baten en lasten
923
Uitkering deelfonds sociaal domein
930/941
Gemeentelijke belastingen
2e lijns
beleidsproducten
330
Dividend nutsbedrijven
511
Vormings- en ontwikkelingswerk
530
Dividend sport
721
Dividend afvalverwijdering
724
Begraafplaatsen
913/914
Geldleningen en beleggingen
960
Saldi kostenplaatsen
29
30
1. Met elan samen DOOR: Bestuur,
(wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
Portefeuillehouder(s): Allen
Ambitie van het programma
Dit hoofdstuk geeft op hoofdlijnen vertaling aan het bestuursakkoord "Door!". Wat we concreet
gaan doen om de in dit hoofdstuk benoemde prestaties te realiseren, vindt u in alle volgende
hoofdstukken en paragrafen van deze begroting.
Een vitale stad van comfortabel wonen en werken, een plaats van evenementen, sport, attracties
en musea in een prachtige natuurlijke omgeving. Dat beeld van Apeldoorn, die identiteit, die
kernkwaliteiten, willen we vasthouden en versterken. Maar boven dat alles zijn we een stad met
een gezond, sociaal en veilig klimaat waarbinnen mensen elkaar als vanzelfsprekend helpen. Als
lokale overheid willen wij daaraan onze bijdrage leveren. Het is niet voor niets dat meer dan de
helft van de begrote middelen wordt ingezet om die sociale structuur te ondersteunen en te
versterken.
We nodigen u uit met elan samen Door te werken aan een (financieel) gezond Apeldoorn. We
willen een comfortabele gemeente zijn, waarin iedereen mee doet, graag thuis komt, zich veilig
voelt en deugdelijke dienstverlening krijgt. Met een eigentijdse binnenstad en veel groen. Een
gemeente waarin wederzijdse zorg normaal is en met een rechtvaardig sociaal vangnet, in het
bijzonder voor onze kinderen. We willen een ondernemende stad zijn met innovatie in economie,
arbeidsmarkt, onderwijs en duurzaamheid. Via verduurzaming van gemeentelijk vastgoed geven
we zelf het goede voorbeeld. Onze ambitie is ook een betere vrije tijdseconomie met
top(sport)evenementen, sport beoefening en een sprankelend cultureel- en toeristisch aanbod.
Onze regels mogen deze ambities niet belemmeren. Via samenwerking, citymarketing en lobby
willen we bereiken dat Apeldoorn een geziene partner is op vele schaalniveaus. Onze ambitie
voor de organisatie is dat deze uitnodigend, betrokken en slagvaardig is, zeker in relatie tot de
sociale en fysieke transities.
Speerpunten van beleid
•
•
•
Iedereen, jong en oud, doet mee in de samenleving en redt zich met zoveel mogelijk
keuzevrijheid: via ontmoeting en gesprek, nieuwe vormen van samenwerking en participatie,
weten we als gemeente wat er gaande is en inspireren we; we verbreden het takenpakket in
de wijk;
Realiseren van de strategische doelen door aan te sluiten bij de kracht van onze ondernemers,
onderwijsinstellingen en inwoners;
Financieel herstel: herstelplan, kostenbewustzijn, regionalisering en externe geldbronnen.
Risico's
Door het werken als een andere overheid kan rechtsongelijkheid ontstaan.
Onze eigen regels kunnen belemmerend werken op initiatieven van inwoners en ondernemers.
Er kan onvoldoende draagkracht in de samenleving zijn om de ambities te realiseren.
31
Uitgaven ten opzichte van overige programma's
Inkomstenverdeling binnen programma
001 Bestuursorganen
Doelstelling
Inwoners en ondernemers voelen zich betrokken en hun participatiegraad en vermogen tot
samenredzaamheid is hoog.
Prestaties
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
B&W onderhouden structureel en uitnodigend contact met inwoners, ondernemers &
instellingen. Zowel via persoonlijk contact als sociale media;
B&W hebben een netwerk rond hun vakportefeuilles en gebiedsverantwoordelijkheid voor een
stadsdeel;
In de samenwerking geven we ruimte voor experimenteren met alle mogelijke werkvormen:
doetanks, stadslab burgerkracht, facebookgroepen;
Sociale infrastructuur en de mogelijkheden tot ontmoeten in de stadsdelen bouwen we uit;
We houden de huidige stadsdeelaanpak tegen het licht, halen in de samenleving ervaringen
en ideeën op en vertalen deze in een nieuwe gebiedsaanpak. Op het moment van schrijven
loopt dit proces en de uitkomst is nog niet bekend.
De foto van de wijk maakt deel uit van de nieuwe aanpak
Het huidige instrumentarium van de stadsdeelaanpak (toekomstagenda's en
stadsdeelplannen) wordt ook tegen het licht gehouden, mogelijk komen er nieuwe vormen,
denk aan een gebiedsvitaliteitsplan.
De aanbevelingen uit het onderzoeksrapport betrokken Dorpen worden uitgevoerd en ook
betrokken in de nieuwe gebiedsaanpak.
De sociale infrastructuur en de mogelijkheden tot ontmoeten in de stadsdelen en dorpen
bouwen we uit, onder andere via de uitvoering van de stadscontracten met de provincie
Gelderland en met andere provinciale middelen.
Mochten er geschillen ontstaan dan lossen we deze in persoonlijk contact op en anders op
basis van een advies van de Onafhankelijke Bezwarencommissie;
We werken de strategische doelen verder uit: comfortabele gezinsstad, innovatie in economie
& duurzaamheid en het creëren van een toeristisch toplandschap. Voor toerisme en economie
door programma’s (welkom in Apeldoorn, de ondernemende stad) en de comfortabele
gezinsstad meer via de doelenbomen van de verschillende MPB programma’s . Dit zodanig
dat de binnenstad levendiger en groener wordt, Apeldoorn een stad is waarin je graag thuis
komt, we meer arbeidsplaatsen en kenniswerkers krijgen, de toeristische bestedingen
32
•
•
•
•
toenemen en we meer top(sport)evenementen krijgen; In de voorjaarsnota gaan we uit van
een intensivering op de thema’s Cleantech en de Veluwe, waarbij we toewerken naar een
brede investeringsagenda;
Cleantech/duurzaamheid zal meer programmatisch op de agenda gezet gaan worden en moet
leiden tot energie neutraliteit. Deels via de Agenda Stad en deels vanuit onze eigen agenda in
de Cleantech Regio Stedendriehoek. Daarnaast blijven onze voorbeeld gevende rol en de
aandacht voor belemmeringen in de regelgeving taken die worden opgepakt via de MPB
programma’s;
We werken nauw samen met bedrijfsleven en onderwijs op innovatie en zetten in op
Apeldoorn als Stagestad;
We willen naast samenwerking en lobby ook het instrument citymarketing gaan inzetten om
te helpen onze drie strategische doelen te realiseren. Daarbij richt citymarketing zich vooral
op:
• vasthouden/aantrekken starters en jonge gezinnen;
• bedrijven en de (juiste) werknemers vasthouden en aantrekken;
• bezoekers vasthouden en aantrekken door hen te verbinden aan de kwaliteiten van de
stad.
Ook evenementen zijn een belangrijk instrument om onze strategische doelen te realiseren.
Daarom wordt het nieuwe evenementenbeleid afgestemd op onze citymarketing visie.
Daarnaast zal het evenementenbeleid meer focus hebben op onze economische en
maatschappelijke doelen en wordt er ruimte geboden voor vernieuwing. Met behulp van
locatieprofielen gaan wij aan evenementenorganisatoren en andere belanghebbenden, zoals
omwonenden, vooraf helderheid bieden wat de mogelijkheden per locatie zijn.
33
002 Bestuursondersteuning B&W
Doelstelling
Adequate ondersteuning van het college van B&W.
Prestaties
Via de ondersteuning van het college op het vlak van koersbepaling, communicatie, relatie
management, lobby, bestuurlijke samenwerking, financiële en juridische advisering wordt
bijgedragen aan de drie hoofddoelstellingen van het collegeakkoord:
• De organisatie investeert continue in de eigen kwaliteit, flexibiliteit en toekomstbestendigheid
om de ondersteuning van het college efficiënt en doelgericht te laten zijn. Hierbij kan worden
gedacht aan het aanpassen van besluitvormingsdocumenten (college- en raadsvoorstellen) en
de processen. Ook wordt eigen personeel via de Apeldoorn Academie opgeleid.
• De 7 juridische concern criteria zijn de basis voor het gemeentelijk handelen. De besluiten van
de gemeente moeten op basis van deze criteria juridisch houdbaar zijn. Een systeem van
juridische kwaliteitszorg zorgt voor het beperken van de juridische risico’s.
• De indicatoren die zijn vastgelegd worden gemonitord via onder andere de burger- en
ondernemerspeilingen. Deels via een vast format en frequentie en deels door specifieke
onderwerpen tussentijds te peilen.
• In de vorige MPB 2014-2017 heeft uw raad besloten 4 jaar lang € 300.000 te investeren in
aantrekkelijkheid van de stad. Er zijn 6 thema's waarop die sturing in om Apeldoorn extra
aandacht vraagt: (1) slimme concepten voor de binnenstad; (2) meer groen in de stad, (3) het
uitlokken van extra bestedingen door een aantrekkelijker en zichtbaarder aanbod van cultuur,
horeca en top(sport)evenementen; (4) het aanbieden van een toeristisch toplandschap
waarbinnen de stad Apeldoorn meer profijt haalt uit de Veluwe en de toeristische attracties;
(5) meer innovatie in de topsectoren van onze economie; (6) een groter hoog opgeleid
arbeidspotentieel in en om de stad. Aan deze thema’s wordt invulling gegeven.
Nieuwe ontwikkelingen
Communicatie
Vanaf 2010 wordt het coalitie/bestuursakkoord voorzien van een communicatieplan.
In mei 2014 is ‘Door’ vastgesteld door de gemeenteraad. In de communicatieve verkenning
‘Doorvertellen’ (vastgesteld december 2014) worden de intenties zoals benoemd in ‘Door’
voorzien van communicatieve noties. Ook zijn ijkpunten geformuleerd en worden accenten
gelegd. Als ijkpunten gelden: open, nabij, behoedzaam en met elan.
De accenten worden de komende jaren in communicatief opzicht gelegd op:
• De samenleving op 1, over de nieuwe relatie tussen burger en bestuur.
• Financieel op orde, schraalhans blijft keukenmeester;
• Lobby, meer bekend en erkend in Arnhem, Den Haag en Brussel;
• Evenementen, WK Beachvolleybal, VNG Congres, EK Volleybal Dames, AFAS, Giro etc.
• Uitvoering 3 D’s, eigenlijk begint het nu pas.
34
Trendbrief
Er komt een periodieke trendrapportage. Vorm en frequentie worden in de loop van 2015
bepaald.
Van noodopvang naar AZC, naar tijdelijke reguliere huisvesting
Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 5.2a
Jonge cultuur
Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 5.2a
Citymarketing/Topevenementen
Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 5.2c.
Lobby
Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 5.2e.
003/004 Burgerzaken
Doelstelling
De persoonsgegevens van alle inwoners van Apeldoorn zijn juist en actueel.
Deugdelijke en respectvolle dienstverlening waarin zoveel mogelijk in het eerste klantcontact
wordt afgedaan; zie uitwerking in de paragraaf dienstverlening.
Prestaties
•
•
•
•
•
•
Verstrekken overheidsdocumenten;
Basisregistratie Personen en bijdragen aan de omvorming hiervan naar een landelijke
administratie;
Voldoen aan vastgestelde BRP-norm;
Voldoen aan ISO 9001 - 2008 norm;
Voldoen aan beveiligingseisen;
Verzorgen van verkiezingen
Nieuwe ontwikkelingen:
eID
De ontwikkelingen rond de vaststelling van de identiteit op elektronische wijze zijn van directe
invloed op de mogelijkheden tot verdere digitalisering van verschillende burgerzaken processen.
Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand
De verwachting is dat in fasen vanaf 01-07-2015 de elektronische aangifte van overlijden,
vervolgens aangifte van huwelijk en geregistreerd partnerschap en daarna aangifte van geboorte
mogelijk is. De feitelijke mogelijkheid daartoe wordt geregeld bij diverse inwerkingtreding
Algemene Maatregelen van Bestuur(AMvB’s).
Verkiezingsborden en - spandoeken
Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 5.1.
35
005 Bestuurlijke samenwerking
Doelstelling
Apeldoorn functioneert als een geziene samenwerkingspartner zowel in relatie tot de strategische
doelen, de arbeidsmarkt, de dienstverlening als in de bedrijfsvoering.
Prestaties
•
•
•
•
•
•
•
Samenwerking binnen de stedendriehoek (strategische Board, leefomgeving, mobiliteit), het
stedenvierkant (arbeidsmarkt, diverse bedrijfsvoeringstaken), de Noord-Veluwe (jeugdzorg,
AWBZ), de grote steden van Gelderland/de provincie (Gelrestad), met Zwolle, de 32 grootste
steden van Nederland, de VNG, specifieke Rijkswerkverbanden en in relatie tot de Europese
agenda. Ook de komende periode wordt ingezet op deze samenwerkingsverbanden.
Ieder raadslid, collegelid of ambtenaar van de gemeente Apeldoorn treedt binnen deze
samenwerkingsverbanden op als ambassadeur.
Door de lobby te intensiveren genereren we met en voor onze samenwerkingspartners extra
invloed en financiële middelen. De komende tijd wordt ingezet op het nieuwe coalitie akkoord
van de provincie ‘Ruimte voor Gelderland’ met daarin opgenomen de gebiedsopgaven,
waaronder Cleantech regio Stedendriehoek en De Veluwe (90 mln). Daarnaast wordt ingezet
op de Agenda Stad/ Urban Agenda van respectievelijk Rijk en Brussel en de verkenning van
Apeldoorn in Brussel. Tot en met 2016 is lobby budget beschikbaar gesteld. Naar
verwachting is vanaf 2017 structureel een lobby budget nodig van €75.000,- per jaar.
Ondernemers en (onderwijs)instellingen worden uitgenodigd als samenwerkingspartner.
Samenwerking met onderwijs en (onderwijs) instellingen is essentieel om middelen te
ontvangen van provincie en Brussel.
legitimatie door regionale beleidsafspraken als sturings- en controle-instrument van de raad;
besluitvorming en handelen van de gemeente en bestuur is transparant en (digitaal) ontsloten.
Veel van onze doelstellingen realiseren we in samenwerking met verbonden partijen. Voor de
sturing hierop werken we aan uniformering en verzakelijking van de kaderstelling die in 2015
zal worden vastgesteld.
006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamerfunctie
Doelstelling
Ondersteuning van de raad zodanig dat deze zijn kaderstellende en controlerende functie kan
uitoefenen.
Prestaties
•
De Rekenkamercommissie voert onderzoeken uit inzake doelmatigheid en doeltreffendheid
van het gevoerde beleid waarvan de onderzoeksbevindingen input vormen voor de
controlerende functie van de raad. Ook voert de Rekenkamercommissie zogeheten ex-ante
onderzoeken uit die de kaderstellende functie van de raad versterken.
•
De raadsgriffie adviseert de raad en raadsleden over de werkprocessen en procedures,
organiseert deze processen en verzorgt de logistieke ondersteuning. Daarnaast adviseert de
raadsgriffie inzake vraagstukken met een meer inhoudelijk karakter.
•
De raadsgriffie ondersteunt de raad op communicatief vlak door middel webcast en door
advisering over vormen van communicatie (o.a. (sociale) media).
724 Begraafplaatsen
Doelstelling
Hier worden de kosten van begraven of crematie verantwoord van overledenen waarvan geen
nabestaanden bekend zijn die de kosten op zich kunnen of willen nemen. De gemeente is
verantwoordelijk voor deze taak op grond van de Wet Lijkbezorging (Wlb).
36
921 Algemene uitkering gemeentefonds
Doelstelling
Een meerjarenberekening van de algemene uitkering gebaseerd op een juiste interpretatie van de
circulaires gemeentefonds aangevuld met een inschatting van factoren die relevant zijn voor
Apeldoorn.
Prestaties
•
•
Actief samenwerken met andere (100.000+) gemeenten, Rijk, G32 en VNG;
In de jaarrekening een afwijking van maximaal 1% van de geraamde algemene uitkering.
Nieuwe ontwikkelingen
Ontwikkeling Gemeentefonds
Voor een nadere toelichting hierop verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 2.
923 Uitkering deelfonds sociaal domein
Doelstelling
Een meerjarenberekening van de uitkering deelfonds sociaal domein gebaseerd op een juiste
interpretatie van de circulaires gemeentefonds aangevuld met een inschatting van factoren die
relevant zijn voor Apeldoorn.
Prestaties
•
•
Actief samenwerken met andere (100.000+) gemeenten, Rijk, G32 en VNG;
In de jaarrekening een afwijking van maximaal 1% van de geraamde uitkering deelfonds
sociaal domein.
930/941 Gemeentelijke belastingen
Doelstelling
Naast de uitkeringen van de rijksoverheid vormen de gemeentelijke belastingen een belangrijke
bron van inkomsten. De belastingen die onder dit beleidsproduct vallen zijn de OZB, de
toeristenbelasting, de hondenbelasting en de precariobelasting. De inkomsten uit deze
belastingen vallen in de algemene middelen van de gemeente. Dat betekent dat de gemeenteraad
bepaalt waarvoor de opbrengsten van deze belastingen worden ingezet. De algemene belastingen
hebben een belangrijke budgettaire functie voor de gemeente Apeldoorn.
Prestaties
De gemeente is wettelijk verplicht om aan elke onroerende zaak binnen haar grondgebied een
waarde toe te kennen, de zogeheten WOZ-waarde. De gemeente geeft de WOZ-waarde door aan
het waterschap en de rijksbelastingdienst die de WOZ-waarde gebruiken voor hun eigen
belastingheffing. Bij de gemeentelijke belastingen is de WOZ-waarde belangrijk bij het bepalen
van de hoogte van de OZB en de rioolheffing (zie beleidsproduct 722).
37
Nieuwe ontwikkelingen:
Met ingang van 2016 maakt Apeldoorn, samen met de gemeenten Epe, Lochem, Voorst en
Zutphen onderdeel uit van de belastingorganisatie Tribuut. Hiermee wordt het vaststellen van het
uitvoeringsbeleid overgedragen aan deze regionale belastingorganisatie. Zowel het aangeven van
de financiële kaders als het vaststellen van de belastingverordeningen blijft nadrukkelijk de
verantwoordelijkheid van uw raad.
Correctie heffingen recreatieve branche
Voor een nadere toelichtingen hierop verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 3.1b.
922 Algemene baten en lasten
Doelstelling
Ramen van een op basis van de Gemeentewet verplicht budget voor onvoorziene en bestuurlijk
onontkoombare uitgaven (€ 1,13 per inwoner).
Ramen van stelposten voor lasten en baten die (nog) niet aan een specifiek beleidsproduct
toegerekend kunnen worden.
Nieuwe ontwikkelingen
Schrappen taakstelling vastgoed
Voor een nadere toelichting hierop verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 3.1c.
Stuurgroep Algemene Dienst:
Niet indexeren materiële budgetten in 2016
Niet indexeren uitgaande subsidies 2017
Niet indexeren uitgaande subsidies afzonderlijke instellingen 2017
Besparing onderhoudsbudgetten Beheer & Onderhoud/Ruimtelijke Leefomgeving
Vpb deels onderbrengen bij grondbedrijf
Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 6. Voor een inhoudelijke
toelichting verwijzen wij u naar Bijlage 4.3.
BROA 30.5 Investeringen 2014-2017
In de MPB 2014-2017 heeft uw raad besloten 4 jaar lang € 300.000 te investeren in
aantrekkelijkheid van de stad. Er zijn 6 thema's waarop die sturing in om Apeldoorn extra
aandacht vraagt: (1) slimme concepten voor de binnenstad; (2) meer groen in de stad, (3) het
uitlokken van extra bestedingen door een aantrekkelijker en zichtbaarder aanbod van cultuur,
horeca en top(sport)evenementen; (4) het aanbieden van een toeristisch toplandschap
waarbinnen de stad Apeldoorn meer profijt haalt uit de Veluwe en de toeristische attracties; (5)
meer innovatie in de topsectoren van onze economie; (6) een groter hoog opgeleid
arbeidspotentieel in en om de stad. Aan deze thema’s wordt invulling gegeven.
2e lijns producten
Voor de onderstaande producten verwijzen wij u naar de online begroting.
2e lijns beleidsproducten
330
Dividend nutsbedrijven
511
Vormings- en ontwikkelingswerk
530
Dividend sport
721
Dividend afvalverwijdering
724
Begraafplaatsen
913/914
Geldleningen en beleggingen
960
Saldi kostenplaatsen
38
Plannen en Kadernotities
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Bestuursakkoord "Door!" 2014-2018
Stadsdeelaanpak 2006
Samen verder werken aan Apeldoorn, april 2014
Strategisch kader
Welkom in Apeldoorn, 2014
De ondernemende Stad, 2014
Zien en gezien worden; strategische visie op de Apeldoornse lobby, maart 2014
Structuurvisie Apeldoorn geeft ruimte, 2013
Strategische inzet samenwerkingsverbanden, mei 2014
HRM- visie 2013-2016, samen werken aan een betrokken, uitnodigende en slagvaardige
organisatie
Jaarverslag Onafhankelijke Bezwarencommissie 2014
Werkplan JKZ 2015
Communicatieve verkenning 2014-2018 ‘Doorvertellen’
Bedrijfsplan regionale belastingsamenwerking Tribuut, 2015
Met elan samen DOOR: Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
Rekening
Beleidsproduct
001
002
003/004
005
006
Bestuursorganen
Bestuursondersteuning B&W
Burgerzaken
Bestuurlijke samenwerking
Bestuursondersteuning raad en
rekenkamerfunctie
330
Dividend nutsbedrijven
511
Vormings- en ontwikkelingswerk
530
Dividend sport
721
Dividend afvalverwijdering
724
Begraafplaatsen
913/914
Geldleningen en beleggingen
921
Algemene uitkering gemeentefonds
922
Algemene baten en lasten
923
Uitkering deelfonds sociaal domein
930/941
Gemeentelijke belastingen
960
Saldi kostenplaatsen
Saldo van baten en lasten voor bestemming
Reserve BROA
Huisvesting
Riolering
Reserve herstel onderhoud wegen
Huisvuilrechten
Reserve aandelenkapitaal Teuge
Bcf Reserve
Concern bedr.voer.res.Algemeen
Algemene reserve
Algemene reserve Grondbedrijf
Reserve kaplasten transformatieplan
Reserve bedrijfsvoering / overlopende projecten
Bespaarde rente diverse reserves
Reserve de haere
Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting
Saldo
2014
-7.514
-12.708
-2.261
-404
-2.513
Saldo
2015
-6.519
-12.972
-2.534
-501
-2.524
Lasten
2016
6.410
17.732
5.083
506
2.780
1.692
-48
260
953
-41
7.793
166.118
-1.553
1.688
-97
260
500
-19
12.115
152.567
6.043
137.555
45.656
357
331.575
-3.243
-15
6
-1.500
18
50
54.141
3.721
207.636
-7.946
160
5
9
45
600
45
-618
4.482
-2.134
18
-325
72
202.048
45
375
353
1.405
161
270
612
72
330.116
39
Meerjarenbegroting
Baten
2016
3.734
3.000
241
1.679
260
500
19
2.589
-2.802
2.264
-45
34.604
4.829
114
9.611
155.190
11.549
127.914
48.951
114
362.743
1.528
98
3
2.000
6
45
210
55
6.719
161
90
-878
47.388
72
365.011
Saldo
2016
-6.410
-13.997
-2.082
-506
-2.538
Saldo
2017
-5.762
-13.707
-2.285
-511
-2.549
Saldo
2018
-5.658
-13.567
-2.361
-516
-2.585
Saldo
2019
-5.692
-13.537
-2.713
-521
-2.578
1.661
-50
260
500
-19
7.022
155.190
14.351
127.914
46.687
159
328.142
-3.301
-16
3
-2.000
6
45
210
55
-6.719
1.661
-50
260
500
-20
7.619
152.675
7.939
126.427
49.269
169
321.635
-260
17
4
-250
6
45
1.661
-51
260
500
-20
8.438
153.497
7.346
125.926
51.414
178
324.462
-500
12
4
-250
6
45
1.661
-51
260
500
-20
8.852
155.775
5.432
126.147
53.434
188
327.137
-475
-36
4
-6.911
-8.019
-9.127
161
90
878
72
317.626
161
161
161
776
72
315.295
620
72
316.613
533
72
318.320
6
45
Programma 2
Veiligheid
1e lijns
beleidsproducten
120
Brandweer en rampenbestrijding
140
Openbare orde en veiligheid
160
Opsporing en ruiming conventionele explosieven
41
42
2. Veiligheid
Portefeuillehouder(s): J.C.G.M. Berends
Ambitie van het programma
De centrale doelstelling voor de komende vier jaar is dat Apeldoorn een comfortabele en veilige
woon-, werk- en recreatiegemeente is.
Speerpunten van beleid
In het Integraal Veiligheidsplan Apeldoorn 2015-2018 worden de volgende speerpunten
onderscheiden:
• sociale kwaliteit: overlast in de woonomgeving;
• objectieve veiligheid: met name huiselijk geweld, woninginbraken, (woning)-overvallen en
straatroof;
• Jeugdcriminaliteit, jeugdprostitutie en loverboys;
• georganiseerde criminaliteit; met name hennepteelt, mensenhandel en outlaw motorcycle
gangs (OMG’s);
• veilig toerisme.
Risico's
- maatschappelijke ontwikkelingen
De sturing op veiligheid is complex door het autonome karakter van maatschappelijke
ontwikkelingen. Als gevolg van sociale, fysieke en economische ontwikkelingen in de
samenleving bestaat de kans dat we dergelijke ontwikkelingen niet zien, verkeerd interpreteren of
niet kunnen beïnvloeden met als gevolg dat het veiligheidsgevoel verder daalt en/of het aantal
misdrijven gaat toenemen.
- afhankelijkheid van partners
De kern van een succesvol veiligheidsbeleid ligt in de samenwerking die we met de
maatschappelijke partners organiseren. Als gevolg van het ontbreken van de essentiële integrale
samenwerking met de maatschappelijke partners bestaat de kans dat we de inzet en de
budgetten van de ketenpartners missen met als gevolg dat het veiligheidsbeleid niet succesvol is.
Uitgaven ten opzichte van overige programma's
Inkomstenverdeling binnen programma
43
120 Brandweer en rampenbestrijding
Doelstelling
Het voorkomen van en het voorbereid zijn op het bestrijden van branden en andere incidenten en
rampen.
Prestaties
•
•
•
Het maken van de jaarlijkse prestatieafspraken met de Veiligheidsregio Noord- en Oost
Gelderland (VNOG) voor een basisbrandweerzorg afgestemd op de risico’s genoemd in het
door de raad vastgestelde risicoprofiel.
Het opzetten en paraat houden van een rampenbestrijdingsorganisatie.
Één keer in de 4 jaar wordt het risicoprofiel op grond van de Wet op de Veiligheidsregios
geactualiseerd en het bijbehorende beleidsplan aangepast.
Nieuwe Ontwikkelingen
VNOG
In 2013 is het regionale project MOED (Masterplan Optimalisering Effectuering Doelmatigheid)
gestart. Het einddoel moet zijn: toekomstbestendig en goedkopere brandweer VNOG. De
besluitvorming over dit project is eind 2014 afgerond en wordt in 2015 onder de projectnaam
“Risicogerichte slagkracht” geïmplementeerd. Dan is ook bekend wat het project MOED heeft
opgeleverd. Voor de jaarschijf 2017 is vanaf de MPB 2014-2017 een taakstelling van € 220.000
op de VNOG opgenomen. De voordelen die uit het project MOED worden behaald, zullen in elk
geval voor de taakstelling ad € 220.000,- worden ingezet.
140 Openbare orde en veiligheid
Doelstelling
Het voorkomen en aanpakken van onveilige situaties en overlast.
Prestaties
•
•
•
•
•
Integrale veiligheid: uitvoeren activiteiten en projecten opgenomen in een op te stellen
uitvoeringsplan IVA (Integraal Veiligheidsplan Apeldoorn) zodat Apeldoorn een veilige, woon-,
werk- en recreatiestad is.
Toezicht en handhaving door het team THOR op een geprioriteerde inzet, zodanig dat deze is
afgestemd met de inzet van de politie op de doelen schoon, heel en veilig Apeldoorn.
Vergunningverlening publiek domein voor evenementen, horeca-inrichtingen en op grond van
andere bijzondere wetten, zodanig dat alle relevante belangen (veiligheid, leefbaarheid,
overlast, bereikbaarheid, gezelligheid, gezondheid, etc) worden afgewogen.
Het voeren van casusoverleggen in de Veiligheidskamer (als onderdeel van het Veiligheidshuis
NOG) zodat straf en zorg op elkaar worden afgestemd ter voorkoming van overlast en
criminaliteit.
Actualiseren van het preventie- en handhavingsplan alcohol 2014.
44
Bron: Veiligheidspanel 2014
160 Opsporing en ruiming conventionele explosieven
Doelstelling
Het laten opsporen en ruimen van munitie/explosieven in de gemeentelijke natuurgebieden.
Prestaties
Systematisch wordt jaarlijks gemiddeld 25 hectares afgezocht en geruimd. Het exacte aantal
explosievenvrije hectares wordt bepaald door het beschikbare budget uit een bijdrage van het
gemeentefonds en de aard van de werkzaamheden. Dit gebeurt voor de gemeente budgettair
neutraal. Met ingang van 2015 is de zgn. “bommenregeling” uit het gemeentefonds gewijzigd.
Voorgaande jaren moest een werkplan voorafgaand aan het kalenderjaar, waarin de
werkzaamheden worden verricht, worden ingediend. Vanaf dit jaar moet achteraf worden
gedeclareerd. Van de gemaakte kosten krijgen wij een bijdrage van 70% na declaratie vergoed.
30% moeten wij uit eigen middelen dekken. De declaratie moet in de nieuwe regeling voor 1 april
van het betreffende kalenderjaar worden ingediend.
45
Plannen en Kadernotities
120. Brandweer en rampenbestrijding
• Jaarplan EVA 2015
• Risicoprofiel Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland
• Crisisplan 2012-2015 Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland
140. Openbare orde en Veiligheid
• IVA 2015-2018
• Uitvoeringsplan IVA 2015
• Jaarplan THOR 2015
• Evaluatie gemeentelijk cameratoezicht Apeldoorn
• Coffeeshopbeleid 2013
• Prostitutiebeleid
• Handboek grote evenementen
• Jaarplan Veiligheidshuis NOG 2015
• Jaarwerkplan PTH 2015 (Preventie, Toezicht en Handhaving)
• Preventie- en handhavingsplan alcohol 2014
• VNOG Programmabegroting 2016
•
Veiligheid
Rekening
Beleidsproduct
120
140
160
Brandweer en rampenbestrijding
Openbare orde en veiligheid
Opsporing en ruiming conventionele
explosieven
Saldo van baten en lasten voor bestemming
Bereikbaarheid Binnenstad
Huisvuilrechten
Reserve bedrijfsvoering / overlopende projecten
Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting
Meerjarenbegroting
Saldo
2014
-10.750
-4.146
-3.126
Saldo
2015
-11.308
-3.142
-29
Lasten
2016
12.289
4.990
29
Baten
2016
868
1.492
Saldo
2016
-11.420
-3.498
-29
Saldo
2017
-11.352
-3.541
-30
Saldo
2018
-11.469
-3.567
-30
Saldo
2019
-11.585
-3.599
-30
-18.022
513
56
-43
-17.496
-14.479
17.308
2.360
-14.947
-14.923
-15.066
-15.214
-14.479
17.308
2.360
-14.947
-14.923
-15.066
-15.214
46
Programma 3
Openbare ruimte
1e lijns
beleidsproducten
210
Wegen, straten, pleinen en verkeersmaatregelen
210, 212, 214
en 215
210, 550, 560,
580, 722/726,
724/732
214/215
Verkeersmaatregelen, openbaar vervoer en parkeren
550, 560 en
580
560
Natuurbescherming, openbaar groen en recreatieve voorzieningen
580
Recreatieve (speel)voorzieningen
724/732
Begraafplaatsen
Leefomgeving
Parkeren
Openbaar groen
47
48
3. Openbare ruimte
Portefeuillehouder(s): M.J.P. Sandmann (groen en water), J.G. Kruithof (verkeer) en D.H. Cziesso
(beheer en onderhoud)
Ambitie van het programma
•
•
•
•
Wegen, groen en water vormen de drie hoofdcomponenten van de openbare ruimte. De
openbare ruimte faciliteert de verkeersbewegingen voor bedrijven, bewoners en recreanten,
biedt ruimte voor een prettig verblijf, natuur en cultuurhistorie en faciliteert de schone en
vuile waterstromen.
De economische en maatschappelijke baten van de openbare ruimte staan centraal. We
streven naar waardebehoud door een goede zorg voor de bestaande voorzieningen en
waardecreatie door uitbouw en versterking van het aanbod. Meerwaarde wordt behaald door
samenwerking met andere partijen, functies slim te combineren en kansen voor integraliteit te
benutten. Maar ook door verbinding met doelen als arbeidsparticipatie, zorg, gezondheid,
voedselproductie en energie.
De openbare ruimte is toekomstbestendig, met een stevig casco als basis, maar met
flexibiliteit om in te kunnen spelen op veranderende behoeften en omstandigheden. Het
denken in kringlopen is uitgangspunt. De voorzieningen zijn van duurzame kwaliteit, worden
doelmatig beheerd en hebben een uitstraling die past bij de Buitenstad.
De gebruikers kunnen rekenen op een basiskwaliteit van functioneren, comfort en veiligheid
van de voorzieningen. De bewoners en bedrijven worden uitgedaagd om
medeverantwoordelijkheid te nemen voor en identiteit te geven aan de eigen leefomgeving.
Speerpunten van beleid
•
•
•
•
•
vergroenen en verblauwen van de binnenstad en benutten van tijdelijk groen
versterken van groene verbindingen van de stad met de stadsranden
uitvoering van het bekenprogramma
bereikbaarheid en actualisatie van de visie hierop
(arbeids)participatie van bewoners en partijen
Risico's
Achterstand in onderhoud van wegen waardoor onveilige situaties kunnen ontstaan.
Uitgaven ten opzichte van overige programma's
Inkomstenverdeling binnen programma
49
Ambitie 1.0 : op slimme wijze bereikbaar zijn
voor bewoners, bedrijven en bezoekers
210, 212, 214 en 215 Verkeersmaatregelen, openbaar vervoer en
parkeren
Doelstelling
Ambitie 1.0 : op slimme wijze bereikbaar zijn voor bewoners, bedrijven en bezoekers
1.1
1.2
1.3
Zorgdragen voor een toekomstbestendig functionerend infranetwerk voor auto, fiets,
voetgangers en OV met verknoping en bovenlokale aansluitingen.
Goede bereikbaarheid van de binnenstad voor auto, fiets, OV en parkeervoorzieningen.
Beheersen van de effecten van mobiliteit m.b.t. verkeersveiligheid, parkeeroverlast en
mobiliteitsmanagement.
Prestaties
Algemeen bij 1.1, 1.2 en 1.3:
•
Actualisatie Verkeersbeleid
Dit is een uitvloeisel van het bestuursakkoord “Door!”. Inmiddels heeft het college een eerste
richting bepaald in de Koersnota. In 2016 wordt gestart met de uitvoering van maatregelen uit
het geactualiseerde verkeersbeleid.
Behorend bij 1.1:
• Planvorming overweg Laan van Osseveld.
• Molenstraat Centrum: aanleg vrijliggende fietsvoorzieningen.
• Participeren in planvorming andere overheden: dit betreft de aanpak van de A1 en de
leefbaarheidsproblemen van de N786 bij Loenen.
• Apeldoornse inbreng in het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) met mogelijke
consequenties voor OV bereikbaarheid Apeldoorn.
• Verknopingsmaatregelen: verruiming capaciteit van de fietsenstalling aan de zuidzijde van
station.
Behorend bij 1.2:
• Verkeersplan binnenstad: maatregelen voor doorstroming autoverkeer, terugdringen
doorgaand verkeer door binnenstad, fietsbereikbaarheid en fietsparkeren.
• Maatregelen in verband met teruglopende parkeeropbrengsten ter herstel van het saldo van
de RBB. Voor de langere termijn wordt onderzocht hoe de bedrijfsvoering en de aansluiting
met de markt kunnen verbeteren.
• Efficiencyverbetering parkeren door digitalisering: na het kortparkeren in de binnenstad wordt
vanaf 2016 de aandacht gericht op het digitaliseren van (bewoners)vergunningen en de
toegang tot het voetgangersgebied.
Behorend bij 1.3:
• Snelheidsremmende - en verkeersveiligheidsmaatregelen, zoveel mogelijk gekoppeld aan
asfaltonderhoud en gedragsbeïnvloeding door doelgroepgerichte acties .
• Parkeersituatie bij attracties: in 2015 zijn maatregelen genomen om de parkeerproblematiek
bij de Apenheul op korte termijn op te lossen. Eind 2015 zal een besluit worden genomen
over een structurele oplossing die vervolgens in 2016 wordt uitgevoerd.
• Maatwerkgerichte aanpak (parkeer)overlast woonwijken. In 2016 wordt het gebied ten
zuiden van het station aangepakt en de omgeving Daendelsweg.
50
BROA 11.0 Infrastructuur Oostzijde stad/Omnisportcentrum
Dit project betreft het verdubbelen van de Zutphensestraat en de aanpassing van kruispunten.
Het project is aanbesteed en de uitvoering loopt tot eind 2015. De aanbesteding is gunstig
uitgevallen. Pas in een latere fase van het project kan de omvang van het voordeel worden
bepaald, als de risicodragende onderdelen zijn uitgevoerd. De verwachting is dat de
werkzaamheden in 2016 worden afgerond.
Waardering burgers bereikbaarheid en verkeersveiligheid
De Apeldoornse bevolking is in 2014 gevraagd rapportcijfers te geven. De gemeentelijke
bereikbaarheid met de auto krijgt een 6.0, met het OV een 5.9 en met de fiets een 7,8.
Het verkeersveiligheidsgevoel 'in het algemeen' voor reizen met de auto krijgt een 7.6, met de
fiets een 7.2 en als voetganger een 7.4.
Met de jaren verschillen deze metingen slechts enkele tienden. Om dit scherper te krijgen is
gevraagd of en zo ja hoe men verandering hierin heeft ervaren. De twee staafdiagrammen geven
hiervan de resultaten.
Deze waarderingen worden in de actualisatie van het verkeersbeleid betrokken.
Nieuwe ontwikkelingen
Tunnel Laan van Osseveld
De overweg is aangedragen bij het ministerie van I&M in het kader van het subsidieprogramma
Landelijk Verbeterprogramma Overwegen. Wij stellen voor om in onze begroting een startbudget
op te nemen. Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 5.2a.
Fig. ontwikkeling beleving gemeentelijke bereikbaarheid en verkeersveiligheid
Gemeentelijke bereikbaarheid
Beleving verkeersveiligheid
51
Ambitie 2.0 : versterkte groen en blauwe
waarden van de Buitenstad
550, 560 en 580 Natuurbescherming, openbaar groen en recreatieve
voorzieningen
Doelstelling
Ambitie 2.0 : versterkte groen en blauwe waarden van de Buitenstad
2.1.
2.2.
2.3.
Een robuust netwerk van groen en beken met goede verbindingen tussen stad en
landschap en met behoud en versterking biodiversiteit, landschap en cultuurhistorische
waarden.
Versterken van het aanbod groen en water in de binnenstad. (verwijzing naar groene mal)
Zorgdragen voor voldoende groen en speelruimte in de nabijheid van de directe
woonomgeving.
Prestaties
Behorend bij 2.1:
• Realiseren van aantrekkelijkere groene recreatieve verbindingen voor wandelen en fietsen én
het op Buitenstadkwaliteit brengen van de stadsranden.
• Gebiedsmatig versterken van groene gebieden Weteringse Broek en Landgoed Woudhuis in
samenwerking met partijen gericht op kansen voor natuur, recreatie en lokale economie.
• Uitvoering bekenprogramma: deeltrajecten waaraan gewerkt wordt in 2016 zijn onder meer
de Grift PWA-laan en de Ugchelsebeek Noord.
• Uitwerkingsacties Toekomstvisie bossen en landgoederen gericht op
samenwerkingsmogelijkheden die gebruik en exploitatie verbeteren.
Behorend bij 2.2:
• Voortkomend uit de ambitie ‘de eigen(zinnige) en verankerende binnenstad’ van het Regieplan
Binnenstad wordt invulling gegeven aan de opgave van ‘het toevoegen van meer en ander
groen’. Dit ter verhoging van de beeldkwaliteit en de sfeer. Daarmee wordt gezorgd voor een
verleidelijk straatbeeld voor de bezoekers en de bewoners. Bij de herinrichting van de
openbare ruimte van de binnenstad is bijzondere aandacht voor “vergroening”. Kleinere
ingrepen zoals het opknappen van binnenhoven komen tot stand via particuliere initiatieven,
veelal door het stadslab geïnitieerd.
• Direct grenzend aan de binnenstad is in 2015 het tijdelijk Havenpark aangelegd dat zich in
2016 door ontwikkelt.
52
•
Daarnaast vindt een verkenning plaats naar kansen om de Grift Binnenstad richting realisatie
te brengen. Realisatie van dit project is onder meer van belang vanuit klimaatadaptatie, om
het afkoppelen van delen van de binnenstad mogelijk te maken en eventueel meer water in de
binnenstad te kunnen beleven.
Behorend bij 2.3:
• Groeninrichting nieuwe woongebieden
• Stimuleren natuurlijke speelomgevingen
Nieuwe ontwikkelingen:
BROA 3.14 Herinrichting stadsranden (Robuuste Investeringsimpuls)
De verbindingen aan de noord- en oostkant van de stad behoeven een investering om stad en
land beter op elkaar aan te laten sluiten en de stadsrandzone langs de A50 op
Buitenstadskwaliteit te brengen. In dit deel van de stad worden drie projecten gerealiseerd uit de
Robuuste Investeringsimpuls. Eind 2015 zijn deze aanbesteed. Concreet gaat het om drie
projecten: verbinding Zevenhuizen-Zuidbroek, oostelijk deel van Park Zuidbroek en de verbinding
over de A50 met het Weteringse Broek én de geluidswalzone langs de A50 ten noorden van het
park in Zuidbroek. De projecten moeten vóór 1 januari 2018 afgerond zijn.
BROA 3.15 Beekbergsebroek (Robuuste Investeringsimpuls)
Voor de verbinding aan de zuidoostkant van de stad is een investering nodig om stad en land
beter op elkaar aan te laten sluiten. Daarbij gaat het om de verbinding MatenparkBeekbergerwoud. Deze loopt via het Beekbergsebroek, waar de grootste ontbrekende schakel
ligt. Daar wordt vóór 1 januari 2018 de groen recreatieve verbinding gerealiseerd. Dit samen met
de gebiedspartners.
BROA 3.16 Betere aansluiting Apeldoorn West en Binnenstad op Berg en Bos (Robuuste
Investeringsimpuls)
Afgelopen jaren is veel geïnvesteerd om het Park Berg en Bos op te knappen. Echter de
verbindingen met Apeldoorn West kunnen nog verbeterd worden. In aansluiting op de
Badhuisspreng, wordt de Sprengvallei in 2016 opengesteld en opgeknapt. Daarnaast geeft het
dan net vastgestelde Toekomstperspectief Apeldoorn West aan waar nog meer kansen en
opgaven liggen om deze stadsrand te verbeteren.
Binnen zowel BROA 3.14, 15 en 16 krijgt Apeldoorn er in 2016 10 nieuwe wandelroutes bij, die
stad en land met elkaar verbinden voor onze inwoners en bezoekers. Dit onder de vlag Apeldoorn
te Voet, geïnitieerd door Stichting Wandelnet.
BROA 3.17 Landschapsbeheer
Voor dit project wordt van de provincie Gelderland een subsidie ontvangen van € 199.000 voor
het versterken van het landschapsaanleg en –herstel. de subsidie zal worden aangewend voor
landschapsversterking algemeen, Loenen en Beekbergsebeek. Daarbij gaat het met name om
ondersteuning van dorpsraden en aanleg van singels, laanbeplantingen, knotboomrijen,
wandelpaden en herstel poelen.
BROA 25.10 Gelders Fietsnetwerk: fietspad Waterbergweg en Noordweg
Vanuit de provincie Gelderland ontvangt de gemeente een subsidie van € 72.000 voor
aanpassingen van de fietspaden Waterbergweg en Noordweg. De bestaande recreatieve
fietspaden worden qua verharding geoptimaliseerd van asfalt naar beton en verbreed. De
omvorming heeft naast een verminderde onderhoudsgevoeligheid ook tot voordeel dat het
rijcomfort voor fietsers wordt verhoogd.
53
Ambitie 3.0 : een duurzame, beheerbare
leefomgeving met aandacht voor kwaliteit
210 Wegen, straten, pleinen en verkeersmaatregelen
550, 560 en 580 Natuurbescherming, openbaar groen en recreatieve voorzieningen
722/726 Riolering
724/732 Begraafplaatsen
Doelstelling
Ambitie 3.0 : een duurzame, beheerbare leefomgeving met aandacht voor kwaliteit
3.1.
3.2.
3.3.
Instandhouden van de basiskwaliteit van de openbare ruimte mbt functionaliteit,
veiligheid, uitstraling en kosten.
Zorgen voor een goed functionerend afvalwatersysteem en een beheerbare
afvalwaterketen en watersysteem gericht op volksgezondheid, milieu, veiligheid en
kwaliteit van de leefomgeving, waarbij geanticipeerd wordt op de effecten van
klimaatverandering.
Zorgen voor een gedifferentieerd, kostendekkend aanbod van begraafplaatsen.
Prestaties
Behorend bij 3.1:
• In het Herstelplan wegen is een aanpak voor de problematiek van de
onderhoudsachterstanden voorgesteld. In 2014 is hiertoe het onderhoudsbudget verhoogd.
Verder is voor 2014, 2015 en 2016 € 5 mln beschikbaar vanuit de provinciale middelen. De
huidige structurele middelen stoppen de achteruitgang. Maatregelen zijn gericht op aanpak
wegen met kwaliteitsniveau C en D (gestreefd wordt naar een maximum werkvoorraad in
deze categorie van 6%.) De extra middelen van de provincie zouden bij de meting in 2017
een lichte inloop moeten laten zien. In het Uitvoeringsplan 2015 is ook een beperkt aantal
wegen met schadeklasse E2 en E3 opgenomen. Dit zijn de zogenaamde risicowegen: wegen
die met klein onderhoud frequent zijn ‘opgelapt’ en daardoor een verhoogd risico op schades
hebben.
•
In beeld brengen van de levensduur en kwaliteit van de andere ‘assets’ in de openbare
ruimte. Met name het bomenbestand krijgt in 2015 bijzondere aandacht.
54
Nieuwe ontwikkelingen:
Onkruidbestrijding op verhardingen
Op dit moment bestrijden wij de onkruidgroei op verhardingen met het middel Glyfosaat.
Wetgeving is in voorbereiding om dit per 2016 te verbieden. De extra kosten om dit op te vangen
worden binnen de bestaande budgetten opgevangen waarbij op onderdelen een verhoogd risico
op incidentele overschrijdingen en uitstel van vervangingsinvesteringen wordt geaccepteerd. Voor
een nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 5.1.
Behorend bij 3.2.
Uitwerking maatregelen rioleringsplan
• klimaatadaptatie vormgeven en uitvoeren door handhaven huidige beschermingsniveau
wateroverlast door klimaatrobuuste inrichting van de openbare ruimte en het afkoppelen van
regenwater, oplossen knelpunten en communicatie en bewustwording samenleving.
• Uitvoering vervangingsprogramma riolering, waar mogelijk gekoppeld aan andere opgaven.
• Realisatie afkoppelprojecten 4-5 ha/jaar, veelal door meeliften met herstructurering en
herinrichting van de openbare ruimte en participatie afkoppelen door particulieren.
• Professionalisering rioleringsbeheer door verbeteren inzicht functioneren systemen door te
meten en monitoren en op orde brengen en houden van het gegevensbeheer. Toepassen
assetmanagement bij keuzes investeringen en beheer.
• Verduurzaming afvalwaterketen door verminderen van rioolvreemd water, verbeteren
bedrijfsvoering en het verder scheiden van afval(water)stromen (nieuwe sanitatie) om energie
en grondstoffen te besparen en terug te winnen.
Nieuwe ontwikkelingen:
Planvorming en uitvoering rioolaansluiting Biezematen en Beekbergsebroek:
Programmatisch is de ontwikkeling van de Biezematen en Beekbergsebroek tot bedrijventerrein
komen te vervallen. In het verleden is de keuze gemaakt om daarom de bestaande panden niet
aan te sluiten op de (druk)riolering. In 2013 is in een deel van Beekbergsebroek buiten de
plancontouren al drukriolering aangelegd. Voor de Biezematen en het overige deel van
Beekbergsbroek zal een keuze moeten worden gemaakt voor de aansluiting van de bestaande
panden in het licht van de actuele wet- en regelgeving.
Behorend bij 3.3
•
•
Uitvoering plan van aanpak voor maatregelen die de reservepositie versterken;
Inzet is om in 2016 te starten met de ontwikkeling van ruimte voor natuurbegraven. Dit
hangt af van de uitkomst van een verkenning naar samenwerking met een derde partij.
55
Plannen en Kadernotities
Structuurvisie Apeldoorn biedt ruimte 2030
Koersnota Verkeer 2015
Actualisatie parkeernota 2004
Groene Mal 2002
Groene Koers 2002
Waterplan Apeldoorn 2005-2015
Regieplan Binnenstad
Kadernota beheer openbare ruimte 2009
Herstelplan wegen 2014
Beleidsplan gladheidsbestrijding 2013-2017
Gemeentelijk Rioleringsplan Apeldoorn) 2011-2015
Notitie Begraafplaatsen 2002
Uitwerking plan van aanpak begraafplaatsen 2014
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Openbare ruimte
Rekening
Beleidsproduct
210
Wegen, straten, pleinen en
verkeersmaatregelen
210, 212, Verkeersmaatregelen, openbaar
214 en 215 vervoer en parkeren
214/215
Parkeren
550, 560 en Natuurbescherming, openbaar groen
580
en recreatieve voorziening
560
Openbaar groen
580
Recreatieve (speel)voorzieningen
722/726
Leefomgeving
724/732
Begraafplaatsen
Saldo van baten en lasten voor bestemming
Riolering
Bereikbaarheid Binnenstad
Schildersonderhoud openb verlichting
Reserve BROA
Afkoop graven
Reserve herstel onderhoud wegen
Huisvuilrechten
Reserve kaplasten brinklaangarage
Vernieuwen bomenbestand
Egalisatie Bouwleges
Reserve bedrijfsvoering / overlopende projecten
Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting
Saldo
2014
-25.374
Saldo
2015
-28.029
Lasten
2016
25.934
-359
-157
156
732
-60
-584
-126
6.111
235
-13.938
-429
2.437
-20
-37.011
-1.315
41
171
2.213
-330
-362
-15.998
-494
1.581
56
-43.751
-591
596
320
5.626
-45
1.000
39
267
80
11
19.037
496
10.407
1.736
64.112
12.311
5.952
-36.448
84.867
267
-199
839
-35.686
56
862
1.617
Meerjarenbegroting
Baten
2016
1.142
Saldo
2016
-24.792
Saldo
2017
-22.617
Saldo
2018
-22.659
Saldo
2019
-22.645
-156
-157
-159
-160
6.599
148
489
-88
462
-88
589
-89
564
-90
2.068
-15.565
-504
1.830
14
-36.625
-569
484
166
249
-12
250
39
267
-13
10
-15.981
-513
1.352
19
-37.441
-67
506
-16.190
-523
1.390
24
-37.630
-85
759
10
-16.969
-496
1.914
9
-40.089
-676
395
320
1.633
-9
2.000
39
267
-13
10
48.746
-36.123
-35.754
-36.297
12.321
1.746
24.024
11.636
6.347
320
2.495
1.608
2.000
39
267
13
251
-17
250
39
185
-13
10
-18
40
-14
11
-36.937
Programma 4
Milieu
1e lijns
beleidsproducten
721/725
Afvalverwijdering en -verwerking
723
Milieubeheer
57
Doelenboom programma 4: Milieu
Wat willen we bereiken
Een schone, gezonde, stad door het
inzamelen van huishoudelijk afval en
grondstoffen en dit op de juiste wijze
laten verwerken daarbij gericht op zo
maximaal mogelijk hergebruik en
Wat gaan we doen
Effectindicatoren
Een optimaal functionerend containerpark
wordt gegarandeerd
Aantal kilo restafval per inwoner
Optimaliseren en uitnutten van het bestaande
inzamelsysteem gericht op milieu, service en
kosten
Afvalplan Apeldoorn
2008-2012
Uitvoeren van het handhavingsprogramma
dienstverleningsovereenkoms
t 2016 met de OVIJ
Een goede fysieke leefomgeving door
regulering op basis van
vergunningverlening, milieutoezicht,
handhaving en milieuadvisering
Garanderen van een actueel
vergunningenbestand
Leveren van kwalitatief goede advisering op
gebied van bodem- en ondergrond, geluid,
lucht, energie en milieuplanologie
convenant Bodem en
Ondergrond
2016-2020
Actieplan
omgevingslaw aai
2013- 2018
Verrbindt partijen en, zo nodig, regiseert het
transitieproces
Een circulaire en gezonde economie door
het versnellen van de transitie naar meer
energiebesparing en meer duurzame
energieopwekking
Beslisdocument routekaart
Apeldoorn
energieneutraal 2020
oktober 2010
Stimuleert door het beschikbaar stellen van
financiele arrangementen
ondersteunt en adviseert lokale (energie)
initiatieven
58
(gemiddeld) energielabel
gebouwen
4. Milieu
Portefeuillehouder(s): M.J.P. Sandmann
Ambitie van het programma
Het programma milieu wil voor een juiste balans zorgen in de Apeldoornse markt en samenleving
bij de afwegingen die gemaakt worden voor de ontwikkeling van de stad. Programma Milieu acht
zich verantwoordelijk voor het verminderen van de hoeveelheid restafval uit huishoudens (tegen
acceptabele kosten en met de juiste service). Zij zorgt voor zo optimaal mogelijk hergebruik
waarbij grondstoffen weer ingezet kunnen worden in een lokale of regionale circulaire economie.
Een gezonde en vooral veilige leefomgeving kan alleen bestaan als er rechtszekerheid is bij haar
gebruikers middels regulering door vergunningen, milieutoezicht, –handhaving en bijbehorende
milieuadvisering. Deze taken zijn ondergebracht bij de Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ).
Circulair en gezond voor de toekomst betekent ook dat een energietransitie nodig is. Een transitie
naar meer duurzame energieopwekking maar ook naar minder energieverspilling. Met het
programma milieu willen we deze transitie stimuleren en proberen te versnellen. Duurzaamheid in
dit programma richt zich op afval en energie. Onderdelen uit dit programma passen zeer goed in
de Cleantech filosofie van de regio.
Speerpunten van beleid
Voor de invulling van deze ambitie zijn dit onze speerpunten:
• De goede samenwerking met de OVIJ zal gecontinueerd worden. De taken die bij de OVIJ
zijn ondergebracht reguleren de gewenste balans tussen de functies wonen, werken en
recreëren;
• Het huishoudelijke restafval zal verder verminderd worden en hergebruik van afvalstromen zal
worden gestimuleerd;
• Aansluiten bij de regionale ambitie voor energieneutraliteit in 2030;
• Energieneutraliteit zal door de gemeente zoveel als mogelijk binnen het eigen vastgoed
worden toegepast.
Uitgaven ten opzichte van overige programma's
Inkomstenverdeling binnen programma
59
721/725 Afvalverwijdering en -verwerking
Doelstelling
Het afvalbeleid blijft zich onverminderd richten op het verder terugbrengen van de hoeveelheid
restafval. Ze wil garanderen dat burgers haar (gescheiden) afval zo goed en adequaat mogelijk
kwijt kunnen, altijd gericht op zo maximaal mogelijk hergebruik.
Toelichting
Bij wet hoort de gemeente zorg te dragen voor het inzamelen van het huishoudelijk afval. Echter
Apeldoorn wil verder kijken dan alleen de wettelijke verplichtingen en is de afgelopen jaren ook
ambitieus geweest op dit werkveld. Doel was (en is) om tegen zo laag mogelijke kosten
(afvalstoffenheffing) zo optimale mogelijke service te bieden met als doel om uiteindelijk zo min
mogelijk restafval te hebben wat verbrand moet worden. In het afvalplan 2008-2012 was het
doel gesteld op 150 kilo per inwoner per jaar, dit is inmiddels ook gehaald. Alhoewel er (nog)
geen nieuw afvalplan is, is het doel om minder restafval te krijgen wel onverminderd doorgezet
en nog steeds van kracht. Een proef met het zogenaamde omgekeerd inzamelen is inmiddels
gestart en gesprekken over andere inzamelregimes lopen (met onze verbonden partij CirculusBerkel). Gemiddeld bood een burger in Apeldoorn in 2014 nog maar 11 keer per jaar een grijze
container aan. Verwachting is dat dit nog verder zal teruglopen omdat we in 2015 zijn gestart
met de inzameling van kunststofverpakkingsafval samen met blik en drankpakken. Wat er aan
restafval overblijft wordt hiermee significant minder. Om hier nog meer mogelijkheden in te
ontwikkelen en met burgers de uitdaging aan te gaan de hoeveelheid verder te reduceren zal in
2016 het gesprek, met de raad, gevoerd worden over het al dan niet verder invoeren van
omgekeerd inzamelen, het mogelijk aanpassen van het inzamelregime van eens per twee naar
eens per vier weken en zal het project 100 dagen, 100 gezinnen, 100% afval vrij (100-100-100)
worden uitgevoerd. Ook, middels de zogenaamde BEST-tas (Boeken, Electronica, Speelgoed en
Textiel) zal een extra impuls worden gegeven aan de inzameling van deze afvalstromen.
Prestaties
•
•
•
•
•
Behoren bij de top 5 van gemeenten (in de stedelijkheidsklasse van Apeldoorn) met het
minste restafval cq het beste hergebruikspercentage
Verminderen van de hoeveelheid stroringen bij de ondergrondse containers en een
permanente schoonheidsgraad B
Ontwikkelen en aanbieden van nieuw afval/grondstoffen/circulair beleidsplan
Invoering brede inzamel en verwerking van Boeken, Electronica, Speelgoed en Textiel middels
de BEST-tas
Beslisdocument omgekeerd inzamelen
Nieuwe ontwikkelingen
Stuurgroep Algemene Dienst: btw doorbelasten in afvaltarief
Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 6. Voor een inhoudelijke
toelichting verwijzen wij u naar Bijlage 4.3.
60
Ontwikkeling hoeveelheid restafval
723 Milieu
Doelstelling
Milieubeheer:
Milieubeheer in deze context richt zich op het behouden en zo mogelijk versterken van de fysieke
leefomgeving door uitvoering van vergunningverlening, toezicht, handhaving en planadvisering.
Hierbij voortdurend zoekend naar de gewenste balans tussen de functies wonen, werken en
recreëren. Verduurzaming vindt plaats middels projecten op het gebied van bodem, geluid,
energie en luchtkwaliteit.
Uitvoering van rijks- provinciaal en regionaal beleid en het uitvoeren van gemeentelijk beleid met
betrekking tot het voorkomen, beperken dan wel beheersen van bodem-, water- en
luchtverontreiniging, geluidsoverlast en de toepassing van duurzame energie. Onder dit product
valt onder andere: vergunningen, handhaving en toezicht, uitvoering milieu en werken voor
derden. De uitvoering van deze milieutaken en het milieubeleid is vanaf 2013 via een
Dienstverleningsovereenkomst (DVO) belegd bij de Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ). De
gemeente Apeldoorn blijft verantwoordelijk voor de regie en het strategisch en tactisch
milieubeleid en stelt de kaders waarbinnen de uitvoering moet plaatsvinden.
Doordat de taakuitvoering van vergunningverlening, toezicht- en handhaving is ondergebracht bij
de OVIJ voldoet dit aan de landelijke kwaliteitscriteria 2.1.
Prestaties
• Uitvoeren van het convenant Bodem- en Ondergrond 2016-2020;
• Uitvoeren actieplan Omgevingslawaai 2013-2018;
• Uitvoeren van het Handhavingprogramma;
• Uitvoeren actualisatieprogramma vergunningen;
• Kwalitatief goede advisering op gebied van bodem- en ondergrond, geluid, lucht energie
en milieuplanologie.
Duurzaamheid / energieneutraliteit:
Duurzaamheid loopt als rode draad door de begroting. Zoals het hoort: het is een taak en
opdracht voor iedereen, binnen en buiten het gemeentehuis. In programma Milieu is energie de
invulling van duurzaamheid.
61
De inzet vanuit duurzaamheid/energie in programma 4 is gericht op twee hoofdthema’s:
het versnellen van de energietransitie van fossiele naar duurzame energie door meer
energiebesparing en meer duurzame energieopwekking.
Vanuit dit programma wordt voortdurend, aan de hand van de twee thema’s, gesondeerd wat er
leeft bij bedrijven en burgers om vervolgens, in overleg, samen te bekijken wat de gemeente
hierbij kan betekenen. Stimulerend, faciliterend, weghalen belemmeringen, adviserend,
aanjagend, regisserend en soms ook financieel ondersteunend door de uitvoering van een aantal
financieringsmogelijkheden. Kern is dat vanuit dit programma verbindingen worden gelegd tussen
partijen en betrokkenen zodat bestaande initiatieven sneller tot volle wasdom kunnen komen.
Essentieel is de vraag: Wat draagt een project of initiatief in potentie bij aan de versnelling van
deze transitie in Apeldoorn”? Opschalingsmogelijkheden en de slagingskans van projecten en
initiatieven is een leitmotiv.
Het proces van herijking van de energieambitie van gemeente naar gemeenschap wordt in 2016
verder uitgewerkt.
Prestaties
•
•
•
•
Mede aan de hand van de ambitie van de gemeenschap wordt een plan opgesteld om de
energietransitie te versnellen. De ervaringen van Loenen Energieneutraal en
Kerschotenenergie Neutraal (KEN) hebben nadrukkelijk een plaats in dit plan. Er is gewerkt
vanuit het bottum-up principe in combinatie met regisseurs/aanjagers, de
ervaringen/mogelijkheden m.b.t. een revolving fund krijgen een plaats.
Een gerichte lobby op provincie, Rijk en Europa.
Er wordt optimaal gebruik gemaakt van subsidieregelingen.
Verdere ontwikkeling van de ondersteuningstructuur, energiebesparing en duurzame
energieopwekking (Ser-Energieakkoord) met aandacht voor de bundeling van kennis en kunde
van (regionale) stakeholders.
Nieuwe ontwikkelingen
Vol gas op energietransitie
Voor een nadere toelichting verwijzen u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 5.2d.
Stuurgroep Algemene Dienst: verminderen advisering OVIJ binnen afval- en milieutaken
Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 6. Voor een inhoudelijke
toelichting verwijzen wij u naar Bijlage 4.3.
BROA 27.1 Bodemmodule
De gemeente Apeldoorn is programmagemeente in het kader van het Investeringsbudget
Stedelijke Vernieuwing (ISV). Om in aanmerking te komen voor ISV-subsidie heeft de gemeente
Apeldoorn een meerjarenontwikkelingsprogramma stedelijke vernieuwing 2010-2014 (MOP3)
opgesteld. Het bodemsaneringsprogramma maakt hier integraal onderdeel van uit, maar is wel
afzonderlijk gebudgetteerd. De provincie en de gemeente hebben formeel een akkoord gesloten
over het doorschuiven van de prestaties ISV-2/Vinac naar het bodemprogramma ISV-3 zonder
dat daar extra geld bijkomt. De resterende gelden ISV-2 zijn daarom doorgeschoven. Voor het
ISV-3 bodemprogramma 2010-2014 is een subsidie toegekend van € 1.110.000.
62
* Label A inclusief A+ en A++; Label A++ is de meest energiezuinige categorie.
Plannen en Kadernotities
•
•
•
•
Afvalplan Apeldoorn 2008-2012
Convenant bodem en ondergrond 2016-2020
Actieplan omgevingslawaai 2013-2018
Beslisdocument routekaart Apeldoorn 2020 (oktober 2010)
Milieu
Rekening
Beleidsproduct
721/725
Afvalverwijdering en -verwerking
723
Milieubeheer
Saldo van baten en lasten voor bestemming
Reserve BROA
Huisvuilrechten
Egalisatie Bouwleges
Concern bedr.voer.res.Algemeen
Reserve bedrijfsvoering / overlopende projecten
Saldo van baten en lasten na bestemming
Saldo
2014
-1.003
-4.263
-5.266
-18
494
52
-120
-336
-5.194
Begroting
Saldo
2015
-919
-4.910
-5.829
375
769
41
-105
Lasten
2016
18.402
5.103
23.505
-4.749
42.273
63
18.768
Meerjarenbegroting
Baten
2016
20.143
396
20.539
129
17.812
41
Saldo
2016
1.741
-4.707
-2.966
129
-956
41
Saldo
2017
1.804
-4.585
-2.781
130
-1.021
41
Saldo
2018
1.760
-4.519
-2.759
131
-978
42
Saldo
2019
1.787
-4.556
-2.769
132
-1.006
42
38.521
-3.752
-3.631
-3.564
-3.601
Programma 5
Jeugd en onderwijs
1e lijns
beleidsproducten
420
Basisonderwijs, excl. onderwijshuisvesting (openbaar en bijzonder)
421, 431, 441,
480 (deels)
Basis-, speciaal- en voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting (openbaar en
bijzonder)
431
SVO huisvesting
441
Voortgezet ond huisvest openb + bijz
480
Overige onderwijsaangelegenheden
530
Sport (schoolzwemmen)
630
Sociaal cultureel werk
650
Kinderopvang (peuterspeelzaalwerk)
670
Algemene voorzieningen jeugd
671
Eerste lijnsloket jeugd
672
Individuele voorzieningen PGB jeugd
682
PGB Wmo en jeugd progr 5
683
Veiligheid, jeugdreclassering en opvang jeugd
687
Wettelijke ouderbijdrage ind.voorzieningen jeugdzorg
715
Gezondheidszorg jeugd
65
66
5. Jeugd en onderwijs
Portefeuillehouder(s): J. Kruithof en P. Blokhuis
Ambitie van het programma
Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk wordt voor de jeugdzorg, de transitie is
hiermee een feit. De overgang is voor cliënten redelijk soepel verlopen en ook de dienstverlening
naar cliënten is op orde. Daarmee is aan twee belangrijke doelstellingen voldaan.
Dit betekent echter zeker niet dat alles goed functioneert. De "achterkant" van het proces is nog
niet optimaal ingeregeld. We verbeteren de ICT systemen en zijn we druk doende om alle
gegevens over cliënten waar mogelijk en noodzakelijk samen te brengen. Ook in de
samenwerking met partners zoals scholen en huisartsen maken we stappen. Al deze zaken zullen
ook in 2016 doorlopen.
De transformatie van de zorg vraagt ook in 2016 alle aandacht. Op een andere manier kijken naar
zorg vraagt om een cultuurverandering en dat vraagt blijvende investeringen in kennis,
competenties en samenwerking. Via de "transformatieagenda jeugd" willen wij u hierbij actief
betrekken.
In financiële zin is het bij het schrijven van deze MPB niet eenvoudig om voorspellingen te doen.
Per 1 januari 2015 zijn de jeugdzorgbudgetten met 5% gekort en deze zullen door het rijk met
nogmaals 10% gekort worden. Ook zijn er uitnamen richting de Wet langdurige zorg (Wlz). De
financiële opgave is daarmee groot. Naar 2016 toe is het belangrijk om ons te blijven richten op
inzetten van lichtere vormen van zorg (dat kan met een kwalitatief goede toegang), sneller
afschalen (dat vraagt investeringen in de aansluiting op het preventieve veld) en het goedkoper
inkopen van zorg.
In financiële zin stellen we daarom ook voor om het wegvallen van het stadscontract voor
preventief jeugdbeleid (400.000 euro) op te vangen door een verschuiving van
jeugdzorgbudgetten naar het preventieve veld. Ook willen we het transformatiebudget (450.000
euro) net als in 2015 inzetten voor algemene voorzieningen waarmee afschaling van duurdere
vormen van zorg mogelijk worden. We beseffen ons dat dit de jeugdzorgbudgetten zelf onder
grotere druk zet, maar de beweging naar licht is noodzakelijk om ook in financiële zin koers te
houden. We zullen ook in 2016 met rapportages uw raad informeren over de inhoudelijke en
financiële voortgang. Eind 2016 loopt JUMP II af dus we zullen ook in inhoudelijke zin goed ons
vrij toegankelijke aanbod analyseren.
In 2016 zullen we ook blijven inzetten op een sterk CJG. We hebben al mooie stappen gemaakt.
In november 2014 is de stichting CJG Apeldoorn opgericht en heeft deze daarmee een
onafhankelijke rol in het zorgveld gekregen. In juni 2015 zijn alle gedetacheerde medewerkers in
dienst gekomen en in 2016 zullen we de organisatie verder professionaliseren en voorbereiden op
de komst van de jeugdgezondheidszorg.
In het verlengde van de taken op het gebied van de jeugdzorg, hebben de schoolbesturen
invulling gegeven aan het passend onderwijs. De samenwerking met schoolbesturen beperkt zich
niet tot passend onderwijs. Met schoolbesturen hebben we in 2015 stappen gezet binnen de
Lokale Educatieve Agenda (LEA) om ook andere opgaven zoals krimp het hoofd te kunnen
bieden. U heeft hieraan input gegeven en wij willen in 2016 de dialoog hierover doorzetten.
Daarnaast moet de “going concern” binnen Jeugd en Onderwijs (zoals onderwijshuisvesting,
onderwijsachterstandenbeleid, leerlingenvervoer en leerplicht/RMC) overeind blijven. Het goed
uitvoeren hiervan moet leiden tot sneller signaleren van knelpunten, zodat vergroting van de
problemen (en toename van kosten) wordt voorkomen.
67
Binnen onderwijshuisvesting is sprake van een financiële meevaller doordat de rente waartegen
het kapitaal is gefinancierd lager is dan begroot. Deze meevaller bedraagt 2.000.000 euro en
komt ten goede aan de algemene middelen. In de lopende MPB was al rekening gehouden met
lagere lasten.
De ambitie van het Apeldoorns jeugd- en onderwijsbeleid is en blijft daarmee dat álle jeugd kan
opgroeien in veiligheid en geborgenheid, voldoende kansen krijgt om zijn eigen talenten te
ontwikkelen en gestimuleerd wordt tot sociaal en verantwoordelijk burgerschap.
Speerpunten van beleid
Jeugd:
• Wij versterken de samenwerking met onze partners in het veld. Uitgangspunt is dat een gezin
met meervoudige zorgvragen vanuit één team wordt geholpen door middel van een
wijkgerichte aanpak;
• Wij willen in de jeugdzorg dat het kind centraal staat. Wij investeren liever in preventie en
lichte zorg dan dure zorg: niet problematiseren, minder medicaliseren;
• Wij streven ernaar met de beschikbare budgetten uit te komen.
Onderwijs:
• Wij zetten een samenhangende aanpak van onderwijsbeleid, arbeidsmarkt en economische
zaken centraal. Wij willen het aantal vroegtijdig schoolverlaters (VSV'ers) verminderen en
mensen doorgeleiden naar vervolgonderwijs of BBL plekken.
• Wij intensiveren de samenwerking met het onderwijs om ontwikkelingen, zoals het afnemen
van de aantallen leerlingen, passend onderwijs en overheveling van taken voor
onderwijshuisvesting naar de schoolbesturen, in goede banen te leiden;
• Wij streven ernaar dat steeds meer vormen van hoger beroepsonderwijs zich vestigen in
Apeldoorn. Waar kansen zich voordoen op dat vlak, grijpen we die;
• Wij helpen bij het vinden van de goede plek voor elk kind dat extra aandacht behoeft.
Risico's
In algemene zin wordt verwezen aar de risico-analyse die voor het hele sociale domein is
opgesteld. Hieronder volgen enkele aandachtspunten voor jeugd en onderwijs.
Jeugd:
• Onvoldoende kwaliteit van zorg en onvoldoende “transformeren” naar lichtere vormen van
zorg. Om dit risico te beheersen worden deskundige medewerkers geplaatst op die plekken
waar besloten wordt over niet vrij toegankelijke zorg en toeleiding naar het juridisch kader.
Medewerkers die naar het hele gezin kijken, de eigen kracht benutten en durven inzetten op
lichte vormen van zorg indien mogelijk;
• Onvoldoende zorgcontinuïteit voor jeugdigen wanneer zorgaanbieders failliet gaan en de zorg
niet (tijdig) overgenomen kan worden, of wanneer veel verloop (en ontslag) van personeel
plaats vindt vanwege onzekerheid voor instellingen. Om dit risico te beheersen is onder meer
het Regionaal Transitiearrangement (RTA) afgesloten;
• Budgetoverschrijdingen. De budgetten voor de jeugdzorg worden gekort en de gemeente
heeft geen controle over alle toegang naar individuele voorzieningen in de jeugdzorg want
((huis)artsen en medisch specialisten bepalen zélf wanneer dit nodig is. Om dit risico te
beheersen worden prognoses gemaakt om uitgaven te monitoren en bij te stellen;
• Onvoldoende inzet van zorg voor hen die dat nodig hebben. Wanneer signalen onvoldoende
worden opgepakt of we te terughoudend zijn met (duurdere) vormen van zorg kan dit tot
knelpunten leiden. Om dit risico te beheersen worden afspraken gemaakt bij partners zoals
onderwijs en huisartsen over de aanpak en mogelijkheden van het CJG.
• Risico’s op incidenten zoals familiedrama’s. Feit is hierbij dat we ons systeem kunnen
inrichten om de risico’s hierop te verminderen, maar uitsluiten is een utopie. Beter is het om
ons voor te bereiden op het moment dat dit plaatsvindt.
68
Onderwijs:
• Door de terugloop van leerlingen kunnen scholen onder de opheffingsnorm komen. Met name
in dorpen is dit een knelpunt voor ouders en kinderen omdat daar weinig alternatieven
voorhanden zijn. Om dit risico te beheersen wordt met de schoolbesturen gewerkt aan een
visie op de krimp en wordt er gewerkt met het systeem van de gemiddelde schoolgrootte;
• Financiële knelpunten door het teruglopen van het aantal leerlingen (vermindering uitkering
gemeentefonds en "afboekingen" bij vrijkomende locaties). Dit risico is te beperken door goed
portefeuillemanagement. Daarnaast houden we de informatie over de verkoopwaarde van het
vastgoed actueel;
Uitgaven ten opzichte van overige programma's
Inkomstenverdeling binnen programma
69
Wat gaan we doen (onderwijs)?
420 Basisonderwijs, excl. onderwijshuisvesting (openbaar en
bijzonder)
Doelstelling:
De doelstelling is om kwalitatief goed onderwijs te bieden in de wijken en dorpen binnen de
gemeente Apeldoorn, zodanig dat iedereen kansen krijgt om zicht te ontwikkelen. Hiertoe wordt
de samenwerking tussen de gemeente en de schoolbesturen geïntensiveerd.
Prestaties
•
•
•
•
Met de schoolbesturen wordt een Lokale Educatieve agenda opgesteld waarin afspraken
staan over onder meer krimp en het voorkomen en bestrijden van schoolverzuim;
Afspraken rondom informatie, advies en doorverwijzing worden met de schoolbesturen
gemaakt in het kader van passend onderwijs en jeugdzorg;
De doorgaande leerlijn tussen scholen richting de arbeidsmarkt wordt gestimuleerd in de
projecten stagestad en het techniekpact;
Maximale toegankelijkheid (nabijheid) van basisonderwijs, in het bijzonder in de dorpen.
421, 431, 441, 480 (deels) Basis-, speciaal- en voortgezet
onderwijs, onderwijshuisvesting (openbaar en bijzonder)
Doelstelling:
Het gaat om voldoende en kwaliteitsvolle onderwijshuisvesting ten behoeve van een inspirerende
leeromgeving, zodanig dat er een evenwichtige spreiding van de scholen over de wijken blijft.
De kwaliteit van de gebouwen richt zich in het bijzonder op het in stand houden van de kwaliteit
van de scholen via renovatie of vervangende huisvesting. De gemeente heeft hierbij een gedeelde
verantwoordelijkheid met schoolbesturen. De rol van de schoolbesturen bij onderwijshuisvesting
neemt toe door decentralisatie van het buiten onderhoud.
Prestaties
•
•
•
•
Het voorzien en in stand houden van voldoende onderwijsvoorzieningen;
Het voorzien en in stand houden van gymnastieklokalen;
Renovatie van circa 20 gymnastiekaccommodaties die meer dan 40 jaar oud zijn;
Het opstellen van leerlingenprognoses waarmee inzicht verkregen wordt in de spreiding van
voorzieningen.
480 Overige onderwijsaangelegenheden
Doelstelling
Doelstelling onderwijskansen:
Wij willen de jeugd voldoende onderwijskansen bieden zodanig dat stagnaties in de doorlopende
leerlijn worden tegengegaan.
Doelstelling onderwijsdeelname:
Wij willen dat ieder kind tot 18 jaar deelneemt aan het onderwijs en de school regelmatig
bezoekt. Wij doen dit zodanig dat:
•
Zoveel mogelijk jongeren tot 23 jaar een startkwalificatie behalen en daardoor hun kansen op
de arbeidsmarkt vergroten;
•
Voortijdige schoolverlaters worden toe- of teruggeleid naar opleiding en/of werk of waar
nodig passende zorg.
70
De meldingsbereidheid van verzuim is toegenomen. Dit is positief, maar leidt ook tot meer
casussen. Gekoppeld aan een afname van de formatie betekent dit dat er meer wordt gericht op
de wettelijke taken en minder op preventie en nazorg.
Prestaties
Prestaties onderwijskansen:
• Het leveren van een toereikend aanbod van voorscholen;
• Het vergroten van deskundigheid van pedagogische medewerkers van voorscholen zodat zij
in staat zijn achterstanden te signaleren en passende leermethoden te bieden;
• Het realiseren van een doorgaande lijn tussen voorschool en basisschool;
• Het inrichten en uitbreiden van intensieve taalklassen voorzieningen verlengde schooltijd.
Prestaties onderwijsdeelname:
• Het voorkomen en bestrijden van schoolverzuim;
• Het voorkomen en bestrijden van voortijdig schoolverlaten;
• Het terugleiden van jongeren naar onderwijs of arbeidsmarkt;
• Het onder voorwaarden bekostigen van vervoer van en naar school.
Bron: eigen administratie
530 Sport (schoolzwemmen)
Doelstelling
Wij willen kwetsbare en hulpbehoevende kinderen in het speciaal onderwijs voldoende kansen
bieden voor bewegingsonderwijs. Daarom stellen wij deze kinderen in de gelegenheid om deel te
nemen aan schoolzwemmen.
Prestaties
•
Het mogelijk maken van schoolzwemmen voor de meest kwetsbare en hulpbehoevende
kinderen in het speciaal onderwijs door financiële bijdragen.
71
Wat gaan we doen (jeugd)?
650 Kinderopvang (peuterspeelzaalwerk)
Doelstelling
Wij streven naar goede voorzieningen voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk zodanig dat
wordt voldaan aan de door de wetgever gestelde kwaliteitseisen.
Prestaties
•
•
•
•
Een up-to-date Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk (LRKP);
Risicogestuurd toezicht: meer waar nodig, minder waar mogelijk;
Jaarlijkse inspectie van de geregistreerde voorzieningen;
Aanpassing gemeentelijk handhavingsbeleid aan wijziging wet- en regelgeving.
670 Algemene voorzieningen jeugd
Doelstelling
Wij willen jeugdige inwoners kansen geven om mee te doen eventueel met enige ondersteuning
en wij willen kwetsbare jeugdige inwoners een vangnet bieden. Wij doen dit zodanig dat de
voorzieningen voor iedereen toegankelijk zijn (geen beschikking nodig). Het is belangrijk een
breed aanbod te hebben, ook om afschaling van zwaardere en duurdere vormen van zorg
mogelijk te maken.
Prestaties
•
•
•
•
•
Faciliteren van mogelijkheden voor ontmoeting en ontspanning;
Stimuleren van vrijwillige inzet voor en door jeugd- en jongeren;
Het begeleiden, ondersteunen en opvangen van dakloze en/of kwetsbare jongeren zodat zij
weer actief deel kunnen nemen aan de maatschappij;
Verminderen van jeugdoverlast door hinder van (risico)jongeren en jeugdgroepen door de
inzet van jongerenwerkers op straat;
Voorkomen van jeugdprostitutie en seksuele uitbuiting van jongeren door verstrekken van
informatie, advies op scholen en delen van kennis waardoor signalering toeneemt.
671 Eerste lijnsloket jeugd
Doelstelling
Wij ondersteunen inwoners bij het gezond en veilig opvoeden en opgroeien van hun kinderen
zodanig dat:
•
Preventie voorop staat;
•
Waar mogelijk lichte zorg wordt geboden en waar nodig zware zorg.
In 2015 heeft het CJG de nieuwe taken rondom besluiten tot (niet vrijtoegankelijke) zorg. Het is
belangrijk om het CJG in 2016 verder te professionaliseren en voor te bereiden op de komst van
de jeugdgezondheidszorg
Prestaties
•
•
•
•
•
Het geven van informatie en advies aan opvoeders en jongeren op de 4 inlooppunten en via
spreekuren bij huisartsen;
Zorgen voor een adequaat aanbod aan lichte opvoedingsondersteuning in de wijken;
Verbinden van de preventieve zorg met de voorschoolse voorzieningen en het onderwijs;
Beslissen over (niet vrijtoegankelijke) zorg
Vroegtijdige signalering van zorgen rondom kinderen en jongeren (verwijsindex);
72
Bron: Onderzoeksrapport CJG imago-onderzoek 2014.
672 Individuele voorzieningen PGB jeugd
Hierin worden alle persoonsgebonden budgetten (PGB’s) benoemd die worden verstrekt op grond
van de Jeugdwet. PGB’s lopen via de Sociale Verzekeringsbank via trekkingsrecht.
Doelstelling
Kinderen en gezinnen ontvangen de hulp die past bij hun gezinssituatie.
Prestaties
•
•
Verstrekken van PGB’s wanneer er geen zorg in natura kan zijn;
Adequate wijze van gegevensuitwisseling met sociale verzekeringsbank om fraude te
voorkomen.
682 PGB Wmo en jeugd progr 5
Deze functie bevat de individuele voorzieningen in natura. Het betreft alle vormen van jeugdhulp
die door de gemeente als individuele voorziening worden aangemerkt. Dit zijn vormen van jeugden opvoedhulp, jeugd-ggz, zorg aan kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking,
begeleiding, persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf voor de doelgroep 18- en jeugdzorg-plus
(gesloten jeugdhulp).
Doelstelling
Waar kinderen niet gezond en veilig opgroeien bieden wij adequate ondersteuning zodanig dat de
situatie hanteerbaar wordt voor de jeugdige en het gezin. Gelet op de bezuinigingen die het rijk
doorvoert is de opgave om de kosten voor deze zorg te beperken. Onder meer door een goed
preventief veld en een stevige toegang.
Prestaties
•
•
•
•
Zorgen voor een adequaat aanbod aan jeugdhulp en voorzieningen (zoals spoedeisende zorg,
Veilig Thuis, voortgezette diagnostiek, jeugdbescherming/reclassering);
Voorzien in een voldoende aanbod aan plaatsen in jeugd GGZ, jeugd LVG en jeugdzorgplus;
Goede samenwerkingsafspraken met onder meer onderwijs, huisartsen, Veilig Thuis, Raad
voor de Kinderbescherming, gecertificeerde instellingen;
Voorzien in een adequate wijze van gegevensuitwisseling.
73
683 Veiligheid, jeugdreclassering en opvang jeugd
Deze functie omvat alle uitgaven die worden gedaan om de veiligheid van het kind te verbeteren
en de uitgaven aan opvang, voor zover ze de doelgroep 18- betreffen. Dit laatste gaat om
bijvoorbeeld maatschappelijke opvang, huiselijk geweld, regionale instellingen beschermd wonen
(RIBW’s) en programma’s omtrent verslaving (voor zover het de doelgroep 18- betreft). Dit zijn
dure vormen van zorg met bijbehorende financiële risico’s.
Doelstelling
Zorgen dat kinderen gezond en veilig opgroeien en niet worden belemmerd in hun ontwikkeling
en voorkomen dat jongeren voor hun omgeving of zichzelf een gevaar vormen.
Prestaties
•
•
Bieden van begeleiding aan jongeren met meervoudige problemen;
Voorzien in een voldoende en adequaat aanbod.
687 Wettelijke ouderbijdrage ind.voorzieningen jeugdzorg
Doelstelling
Bij het opstellen van de MPB 2015-2018 was het feit dat er een ouderbijdrage wordt gevraagd
bekend (conform jeugdwet). De regeling omtrent de ouderbijdragen was echter nog niet
uitgewerkt. Wij hebben toen op basis van de uitvraag onder aanbieders naar zorgvorm, een
raming gemaakt van de baten. Deze raming is vergeleken met de macrobedragen die voor de
ouderbijdragen waren begroot (voor Apeldoorn gemiddeld 1% van dit bedrag). Dit bedrag is
macroniveau neerwaarts bijgesteld, onder meer doordat er meer uitzonderingsposities zijn
geformuleerd waarbij er geen ouderbijdragen mag worden geïnd. De (te hoge) raming van de
baten waren in Apeldoorn toen al in de boeken opgenomen.
Een tweede argument waarom de inkomsten achterblijven heeft te maken met de discussie
rondom het wel of niet verstrekken van BSN-gegevens, zorgvorm en NAW gegevens op de
factuur. Ook zijn er ICT vraagstukken, bijvoorbeeld rondom het VECOZO knooppunt. Dit alles
zorgt ervoor dat de facturatie achterloopt. Dit heeft nadelige invloed op de hoogte van de gelden
die nu bij de gemeenten binnenkomen. Feitelijk zou er dus een grotere geldstroom vanuit het CAK
naar de gemeente moeten zijn gegaan. Wij hebben het CAK gevraagd om inzicht in de omvang
hiervan, maar dat hebben zij nog niet kunnen bieden.
Het derde argument is dat het wij - mede op verzoek van de raad - besloten hebben om
voorlopig geen ouderbijdragen te heffen voor zorgvormen zoals bijvoorbeeld
dagbesteding/dagbehandeling. Het financiële effect hiervan is overigens gering in vergelijking met
ouderbijdragen die voortkomen uit de 24-uurs zorg/residentiële zorg.
Ruim 100 gemeenten voeren de regeling rond de ouderbijdrage nu niet uit. Het rijk zal mede op
basis van de landelijk spelende vraagstukken na de zomer met een advies komen hoe we met
ouderbijdragen om moeten gaan. Op basis hiervan kan de gemeente de koers bepalen en de
werkwijzen met het CAK afstemmen.
715 Gezondheidszorg jeugd
Doelstelling
Voorkomen en vroegtijdig opsporen van gezondheidsproblemen van jongeren en hen
ondersteunen bij het ontwikkelen van een gezonde leefstijl. De raad heeft een motie aangenomen
waarmee zij oproept de iJGZ zo spoedig mogelijk binnen de Stichting CJG onder te brengen. Wij
streven ernaar dit per 1 januari 2017 te effectueren.
Prestaties
•
•
Voldoende aanbod van voorzieningen op het gebied van jeugdgezondheidszorg;
Gedifferentieerd aanbod JGZ, aansluitend bij de vraag van cliënten.
74
Nieuwe ontwikkelingen programma 5
Financiële ontwikkelingen objectief verdeel model Jeugd.
Voor een nadere toelichting hierop verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 3.
Plannen en Kadernotities
•
•
•
•
•
•
•
Kadernota Jeugd, onze zorg- Nota Jeugd Apeldoorn
Doorontwikkeling CJG Apeldoorn- passende zorg voor ieder kind en gezin
Uitvoeringsnota Zorg voor jeugd 2015-2016
Beleidsnota Inkoop Jeugd
Meerjaren Educatie Agenda (in ontwikkeling)
Startnotitie LEA
Kadernota onderwijshuisvesting 2016 (in ontwikkeling)
Jeugd en onderwijs
Rekening
Beleidsproduct
5.1 Deelbudget onderwijs
421, 431, Basis-, speciaal-, en voortgezet
441, 480
onderwijs, onderwijshuisves
(deels)
431
SVO huisvesting
441
Voortgezet ond huisvest openb +
bijz
480
Overige onderwijsaangelegenheden
530
Sport (schoolzwemmen)
5.2 Deelbudget jeugd
650
Kinderopvang (peuterspeelzaalwerk)
670
Algemene voorzieningen jeugd
671
Eerste lijnsloket jeugd
672
Individuele voorzieningen PGB jeugd
682
PGB Wmo en jeugd progr 5
683
Veiligheid, jeugdreclassering en
opvang jeugd
687
Wettelijke ouderbijdrage
ind.voorzieningen jeugdzorg
715
Gezondheidszorg jeugd
Saldo van baten en lasten voor bestemming
Reserve BROA
Onderwijshuisvesting
Algemene reserve
Reserve bedrijfsvoering / overlopende projecten
Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting
Saldo
2014
Saldo
2015
Lasten
2016
-23.617
-14.122
16.112
-1.659
-6.302
1.401
5.380
-4.018
-83
-27.718
-4.539
-67
-26.689
8.344
157
31.394
-428
-4.228
-1.388
-494
-4.095
-2.985
-2.750
-37.622
-1.003
511
3.618
2.940
2.437
35.820
1.005
494
-2.380
-8.424
-36.142
497
-1.328
-300
719
-36.554
-2.276
-50.731
-77.420
434
-1.101
-300
2.490
48.821
80.215
-78.387
80.215
75
Meerjarenbegroting
Baten
2016
Saldo
2016
Saldo
2017
Saldo
2018
Saldo
2019
-14.240
-13.855
-13.697
-13.584
-1.401
-5.380
-1.504
-5.317
-1.494
-5.267
-1.501
-5.216
3.973
91
5.936
-4.370
-66
-25.457
-4.271
-67
-25.014
-4.310
-68
-24.836
-4.355
-68
-24.724
20
-491
-3.618
-2.940
-2.437
-35.820
-1.005
-497
-3.626
-2.962
-2.137
-34.000
-1.006
-501
-3.657
-2.979
-2.137
-34.000
-1.007
-506
-3.689
-2.997
-2.137
-34.000
-1.008
494
494
494
494
494
202
716
6.652
-2.288
-48.105
-73.562
-2.311
-46.045
-71.059
-2.335
-46.122
-70.958
-2.358
-46.201
-70.925
918
918
574
358
2
7.570
-72.644
-70.485
-70.600
-70.923
1.872
Programma 6
Apeldoorn activeert
1e lijns
beleidsproducten
482
Volwassenen en beroepsgerichte educatie
610
Bijstandsverlening en inkomensvoorziening en -subsidies
611
Sociale werkvoorziening
614
Gemeentelijk armoede- en schuldenbeleid
623
Reïntegratie- en participatievoorzieningen Participatiewet
650
Kinderopvang
2e lijns
beleidsproducten
310
Stadsbank
77
Doelenboom programma 6
Strategisch doel
Wat willen
we bereiken
Wat gaan we doen
Operationeel doel
Prestaties 2016-2019
Effectindicatoren
Beperken instroom en verhogen
volledige en gedeeltelijke
uitstroom naar werk
Bemiddeling naar (deeltijd) werk
Wie kan werken,
werkt naar
vermogen
Bevorderen doorontwikkelen of
behoud van zelfstandig
ondernemersschap
Inwoners zijn aan
het werk dan wel
maatschappelijk
actief
Wie niet kan
werken, levert
een maatschappelijke bijdrage
WSW'ers zijn aan
het werk
Inwoners komen
uit met hun
inkomen
Kansen op de
regionale
arbeidsmarkt
nemen toe
Verhoging aantal
uitkeringsgerechtigden dat
maatschappelijk actief is
Zo veel mogelijk WSW’ers zijn
actief bij reguliere werkgevers
Inwoners zonder
inkomen of met
inkomen onder
het bestaansminimum
ontvangen een
uitkering
Inwoners die er recht op hebben,
ontvangen een uitkering
Waar nodig
wordt het
inkomen
ondersteund
Inwoners die er recht op hebben,
maken gebruik van het sociaal
vangnet
Effectieve
preventieve en
schuldhulpverlening bij
(dreigende)
schuldenproblem
atiek
Lokale ontwikkeling
bijstandsvolume tov de
referentiegemeenten
Voorkomen dat inwoners binnen
4 jaar wederom gebruik moeten
maken van schuldhulpverlening
Uitvoering
Akkoord van
Beekbergen
Minder uitkeringsgerechtigden
zonder startkwalificatie
Uitvoering geven
aan het Sociaal
Akkoord via het
Regionaal
Werkbedrijf
Meer uitkeringsgerechtigden met
een arbeidshandicap aan het
werk
Inwoners worden
aan een baan
geholpen via
Sociaal
Aanbesteden
Tenminste 5% van de
opdrachtsom wordt besteed aan
banen aan de onderkant van de
arbeidsmarkt
78
Aantal inwoners/huishoudens dat
onderdeel uitmaakt van de
doelgroep voor een
minimaregeling
Aantal inwoners dat gebruik
maakt van de minimaregeling
6. Apeldoorn activeert
Portefeuillehouder(s): J. Kruithof
Ambitie van het programma
Met dit programma willen we bereiken dat inwoners financieel onafhankelijk zijn en naar
vermogen participeren in de samenleving. Uitgangspunten zijn:
1.
Inwoners zijn aan het werk dan wel maatschappelijk actief;
2.
Inwoners komen uit met hun inkomen;
3.
Kansen op de regionale arbeidsmarkt nemen toe.
Speerpunten van beleid
Inwoners zijn aan het werk dan wel maatschappelijk actief
Wij helpen de verschillende doelgroepen bij het zoeken naar een geschikte plek waar zij of hij op
het eigen niveau een bijdrage levert aan het arbeidsproces. Uitstroom uit de bijstand bevorderen
we via het (door)ontwikkelen van het beproefde programma Direct Actief en reïntegratieinstrumenten zoals leerwerksettings. We bevorderen uitstroom door werkgevers te inspireren om
mee te denken en mee te doen. Ook binnen de gemeente zoeken we (leer)werkplekken zoals bij
het gemeentelijke leerwerkbedrijf.
Inwoners komen uit met hun inkomen
Een sobere en rechtvaardige uitvoering van de bijstand staat ook de komende periode centraal.
Inwoners hebben daarbij rechten maar zijn ook verantwoordelijk voor het nakomen van de
verplichtingen. Inwoners die in de schulden dreigen te raken, staan we tijdig bij. Wij zorgen voor
een sociaal vangnet om onder andere de ongewenste gevolgen van de decentralisaties te
ondervangen.
Kansen op de regionale arbeidsmarkt nemen toe
Via het programma de Ondernemende Stad werken wij, mét ondernemers, aan het versterken
van de (regionale) arbeidsmarkt. Als onderdeel daarvan hebben we in het Akkoord van
Beekbergen belangrijke ambities neergelegd om samen met werkgevers de werkgelegenheid te
stimuleren. We werken intensief verder aan de relatie met het onderwijsveld. Daarnaast geeft
Apeldoorn als centrumgemeente uitvoering aan het sociaal akkoord via het regionaal werkbedrijf
en worden inwoners aan een baan geholpen via Sociaal Aanbesteden.
Risico's
•
•
•
•
•
Het beroep op financiële ondersteuning is zodanig groot dat de daarvoor beschikbare
middelen ontoereikend zijn. Dit geldt voor zowel de uitvoering als voor de budgetten;
Het budgettaire kader van de Participatiewet is zodanig beperkt dat de dienstverlening voor
de doelgroepen niet op het huidige niveau gehandhaafd kan blijven;
De Participatiewet kan leiden tot nadelige maatschappelijke gevolgen die wij niet kunnen
voorkomen en oplossen;
Betalingsgedrag is zodanig verslechterd dat het aflossen op gemeentelijke vorderingen
afneemt en beroep op schuldhulpverlening toeneemt;
Verbetering van het objectieve verdeelmodel heeft onvoldoende resultaat en het structurele
(financiële) vangnet pakt vanaf 2017 voor ons nadelig uit.
79
Uitgaven ten opzichte van overige programma's
Inkomstenverdeling binnen programma
482 Volwassenen en beroepsgerichte educatie
Doelstelling
Volwassen laaggeletterde inwoners en niet-inburgeringsplichtigen worden in staat gesteld om een
opleiding te volgen om hun kennis van de Nederlandse taal en rekenvaardigheden te verbeteren.
Prestaties
•
De afspraken over de inzet van de bijdrage, de inhoud en de duur van de opleidingen worden
vastgelegd in een productovereenkomst.
80
610 Bijstandsverlening en inkomensvoorziening en -subsidies
Doelstelling
Zodanig efficiënt en effectief uitvoering geven aan de Wet bundeling van uitkeringen
inkomensvoorziening aan gemeenten (BUIG) dat inwoners die daar recht op hebben een uitkering
ontvangen.
Prestaties
•
Inwoners die er recht op hebben, ontvangen een uitkering.
Bron: benchmark referentiegemeenten bijstandsvolume
Nieuwe ontwikkelingen
Financiële ontwikkelingen domein Inkomensvoorziening
Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 4a.
611 Sociale werkvoorziening
Doelstelling
Het zodanig overeenkomen van jaarlijkse prestatieafspraken met het Dagelijkse Bestuur van de
Felua-groep dat de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) wordt uitgevoerd conform de daarbij
behorende financiële middelen.
In het Bestuursakkoord “Door!” is opgenomen dat de werkprocessen tussen het Werkplein
Activerium en Felua-groep in 2017 zijn samengevoegd. In 2015 en 2016 wordt onderzocht op
welke wijze dit kan gebeuren.
Prestaties
•
Felua-groep voert de prestatieafspraken op de afgesproken wijze uit.
Nieuwe ontwikkelingen
Financiële ontwikkelingen domein Participatie
Voor een nadere toelichting verwijzen we u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 4b.
81
614 Gemeentelijk armoede- en schuldenbeleid
Doelstelling
•
•
Waar nodig wordt het inkomen ondersteund. Het gemeentelijke minimabeleid is zodanig vorm
gegeven, dat elke inwoner ongeacht het inkomen al dan niet in combinatie met ziekte,
handicap of psychosociale problemen in staat is om zo lang mogelijk een zelfstandig leven te
leiden en maatschappelijk te participeren.
Efficiënte (preventieve) schuldhulpverlening die zodanig wordt ingezet dat de inwoner
duurzaam financieel stabiel is.
Prestaties
•
•
Inwoners die er recht op hebben, maken gebruik van het sociaal vangnet.
Inwoners zijn zodanig financieel zelfredzaam dat ze binnen 4 jaar na een positieve beëindiging
van een minnelijke schuldregeling niet wederom een schuldregeling aanvragen.
Bron: Minimascan, Stimulansz
Bron: GWS
Het aantal huishoudens dat gebruik kan maken van het sociaal vangnet neemt toe omdat de
inkomensgrens vanaf 2015 is verhoogd van 110% naar 120% van het sociaal minimum.
Voor gegevens over het aantal huishoudens wordt gebruik gemaakt van de minimascan van
Stimulansz, deze is per september 2015 beschikbaar. In deze tabel is daarom nog uitgegaan van
de aantallen in 2014.
In het sociaal vangnet is bepaald dat ook inwoners met een inkomen tussen 120% en 150% van
het sociaal minimum kunnen deelnemen aan de aanvullende collectieve zorgverzekering die de
gemeente heeft afgesloten. Deze doelgroep is in bovenstaande cijfers buiten beschouwing
gelaten omdat dit voornamelijk gaat om mensen met hoge zorgkosten.
623 Reïntegratie- en participatievoorzieningen Participatiewet
Doelstelling
In samenwerking met ondernemers en onderwijs en overheid willen we de kansen op de
arbeidsmarkt zodanig laten toenemen dat:
•
Wie kan werken, werkt naar vermogen;
•
Wie niet kan werken, levert een maatschappelijke bijdrage.
82
Prestaties
•
•
•
•
•
•
Beperken instroom uitkeringsgerechtigden en verhoging gedeeltelijk en volledige uitstroom
naar werk;
Verhoging aantal uitkeringsgerechtigden dat maatschappelijk actief is;
Minder uitkeringsgerechtigden zonder startkwalificatie;
Meer uitkeringsgerechtigden met een arbeidshandicap aan het werk;
Tenminste 5% van de opdrachtsom bij gemeentelijke aanbestedingen wordt besteed aan
banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt;
Meer uitkeringsgerechtigden worden gecoacht in het doorontwikkelen of behoud van hun
bedrijf.
Bron: Cognos
Prognose ontwikkeling bijstandsvolume: septembercirculaire Gemeentefonds 2014
Nieuwe ontwikkelingen
Stuurgroep Werk & Inkomen: meeneemregeling participatiebudget
Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 4c. Voor een
inhoudelijke toelichting verwijzen wij u naar Bijlage 4.2.
650 Kinderopvang
Doelstelling
De gemeente verstrekt een toeslag zoals vastgesteld in de regeling tegemoetkoming kosten
kinderopvang 2013.
Nieuwe ontwikkelingen
Stuurgroep Werk & Inkomen: Bezuiniging kinderopvang
Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 4c. Voor een
inhoudelijke toelichting verwijzen wij u naar Bijlage 4.2.
Apeldoorn activeert
Voor de onderstaande producten verwijzen wij u naar de online begroting.
2e lijns beleidsproducten
310
Stadsbank
83
Plannen en Kadernotities
Voor de raad:
• Kadernota Participatiewet
• Startnotitie Sociaal Vangnet Voor Elkaar
• Kadernota Sociaal Vangnet Voor Elkaar
• Kaderstelling Schuldhulpverlening
• Uitvoeringsplan Handhaving Werkplein Activerium
• Verordening afstemming en bestuurlijke boete
• Verordening bestuurlijke geldschulden sociale zekerheid 2015
• Verordening Participatiewet 2015
• Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015
• Verordening cliëntenparticipatie 2015
• Verordening Individuele Studietoeslag
Voor het college:
• Bankreglement gemeente Apeldoorn
• Beleidsregels integrale schuldhulpverlening gemeente Apeldoorn
• Beleidsregels bijzondere bijstand
• Beleidsregels bijzondere bijstand bijlage verstrekkingenlijst 2015
• Beleidsregels regelrecht 2015
• Beleidsregels kostendelersnorm en verlaging bijstandsnorm 2015
• Beleidsregels zelfstandigen op bescheiden schaal
• Regeling adviesraden VWI en Wmo 2015
• Beleidsregels terugvordering Participatiewet IOAW en IOAZ 2015
• Beleidsregels Krediethypotheek Participatiewet 2015
• Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet Bbz 2004, IOAW en IOAZ 2015
• Beleidsregels verhaal Participatiewet 2015
• Regeling tegemoetkoming kosten kinderopvang
• Richtlijn scholingsplicht jongeren
Apeldoorn activeert
* de bijdrage vanuit de reserve riolering en de reserve huisvuilrechten heeft betrekking op de vergoeding
voor kwijtschelding
Rekening
Beleidsproduct
6.1 Deelbudget inkomensvoorziening
310
Stadsbank
482
Volwassenen en beroepsgerichte
educatie
610
Bijstandsverlening en
inkomensvoorziening en -subsidies
614
Gemeentelijk armoede- en
schuldenbeleid
650
Kinderopvang
6.2 Deelbudget participatie
611
Sociale werkvoorziening
623
Reïntegratie- en
participatievoorzieningen
Participatiewet
Saldo van baten en lasten voor bestemming
Riolering
Huisvuilrechten
Concern bedr.voer.res.Algemeen
Reserve bedrijfsvoering / overlopende projecten
Saldo van baten en lasten na bestemming
Saldo
2014
Begroting
Saldo
2015
Lasten
2016
Meerjarenbegroting
Baten
2016
Saldo
2016
Saldo
2017
Saldo
2018
Saldo
2019
-2.200
-29
-2.148
-27
2.666
1.481
519
1.454
-2.147
-27
-2.188
-27
-2.206
-28
-2.227
-28
-9.976
-11.677
58.260
45.708
-12.552
-12.417
-12.168
-12.340
-10.789
-11.484
12.620
381
-12.239
-12.406
-12.506
-12.574
-155
-23.149
-245
-25.581
202
75.229
5
48.067
-197
-27.162
-200
-27.238
-202
-27.110
-204
-27.373
-362
-1.093
-25.464
-7.025
25.867
6.528
-25.867
-6.528
-25.470
-7.061
-25.472
-7.076
-25.475
-7.092
-1.455
-24.604
380
543
34
-1.445
-25.092
-32.489
-58.070
276
916
32.395
107.624
48.067
280
916
-32.395
-59.557
280
916
-32.531
-59.769
283
916
-32.548
-59.658
286
916
-32.567
-59.940
289
916
-56.878
107.624
49.263
-58.361
-58.570
-58.456
-58.735
84
Programma 7
Maatschappelijke ondersteuning
1e lijns
beleidsproducten
620
Maatschappelijke begeleiding en advies
621
Vreemdelingen
630
Sociaal cultureel werk
652
Voorzieningen gehandicapten
661
Maatwerkvoorzieningen natura materieel Wmo
662
Maatwerkvoorzieningen natura immaterieel Wmo
663
Opvang en beschermd wonen GGZ Wmo
667
Eigen bijdragen
670
Algemene voorzieningen Wmo
671
Eerste lijnloket Wmo
672
Maatwerkvoorzieningen PGB Wmo
714
Openbare gezondheidszorg
2e lijns
beleidsproducten
677
Eigen bijdragen
922
Algemene baten en lasten
85
86
7. Maatschappelijke ondersteuning
Portefeuillehouder(s): P. Blokhuis
Ambitie van het programma
De ambitie van het beleid is dat álle burgers zo lang mogelijk zelfstandig, volwaardig en met een
aanvaardbare kwaliteit van leven en gezond kunnen meedoen aan onze maatschappij. Onze
gemeente doet hierbij een beroep op de eigen kracht en het eigen sociale netwerk van onze
burgers en zal dit ook ondersteunen en versterken. De uitgangspunten van de Wmo 2015 en het
Wmo-beleidsplan 2015-2018 vormen daarbij het strategisch kader waarbij de cliënt en zijn gezin
centraal staan. De doorontwikkeling richt zich op versterking van dit (gezins)systeem.
Speerpunten van beleid
Uitgangspunt is dat Apeldoorners eigen verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij hun
leven inrichten en deelnemen aan het maatschappelijk leven. Van burgers verwachten wij dat zij
elkaar daarbij naar vermogen bijstaan. Als burgers verdere ondersteuning nodig hebben richt deze
zich eerst op de versterking van de zelfredzaamheid en participatie. Dit doen wij door te
investeren in preventie, informele zorg en algemene voorzieningen, al dan niet in combinatie met
het inzetten van maatwerkvoorzieningen, binnen de beschikbare budgetten.
Cliënten krijgen voldoende keuzevrijheid tussen aanbieders van zorg in natura en het
persoonsgebonden budget.
Risico's
Een risico voor cliënten is dat zij vanwege onduidelijkheden in de afbakening tussen de Wmo, de
Zvw en de Wlz niet weten waar zij met hun hulpvraag terecht moeten. Zeker in het geval van
zorgmijders is het risico dat zij vanwege deze onduidelijkheid helemaal niet in beeld komen. De
inzet van SWT’s is er op gericht dit risico te beperken door een outreachende benadering en
intensieve samenwerkingsverbanden met bijvoorbeeld politie, woningbouwcorporaties en
welzijnswerkers.
Vervolgens kan het zo zijn dat de eenmaal ingezette ondersteuning, ondanks alle inspanningen
niet voldoende aansluit bij de ondersteuningsbehoefte van de cliënt (en zijn gezin) en zijn
incidenten helaas niet geheel uit te sluiten. Beperking van dit risico is ingezet door middel van
vroegsignalering en het inrichten van het Sociaal Meldpunt.
Verder bestaat voor cliënten het risico dat onvoldoende continuïteit van ondersteuning kan
worden geboden wanneer aanbieders failliet gaan en de ondersteuning niet tijdig door een andere
aanbieder kan worden overgenomen.
Een aanzienlijk risico voor de gemeente is dat de beschikbare budgetten niet voldoende zijn
vanwege het overgangsrecht en de inrichting van de verdeelmodellen. Ook de raming voor de
eigen bijdragen van de cliënten, die is gebaseerd op de opgave van het Rijk, is een risico.
87
Uitgaven ten opzichte van overige programma's
Inkomstenverdeling binnen programma
88
I Sociale basisvoorzieningen
670 en 621 Algemene voorzieningen Wmo
Doelstelling
Er is in Apeldoorn een fijnmazig netwerk van algemene voorzieningen dat vrij toegankelijk is voor
inwoners met ondersteuningsbehoeften. Voorbeelden zijn: ontmoeten, dagbesteding en
cliëntondersteuning.
De algemene voorzieningen kunnen ook onderdeel uitmaken van het ondersteuningsplan.
Verder zijn er voorzieningen om maatschappelijke deelname door minderheden te bevorderen.
Prestaties
Het instellingsgerichte subsidiesysteem is in 2015 omgebouwd naar een subsidieregeling gericht
op functies waardoor nieuwe innovatie en samenwerking wordt gestimuleerd. Het palet van
algemene voorzieningen werkt preventief ten opzichte van maatwerkvoorzieningen zodanig dat
deze laatste binnen de begroting blijven. De komende jaren wordt ingezet op het verhogen van de
effectiviteit van de algemene voorzieningen.
De focus van de voorzieningen voor minderheden ligt op communicatie.
714 Openbare gezondheidszorg
Doelstelling
De GGD Noord- en Oost Gelderland voert de taken uit de Wet Publieke Gezondheidszorg uit
zodanig dat iedereen een gelijke kans heeft op een optimale gezondheid;
Bovenop deze wettelijke taak voorziet de GGD in projecten om alcoholgebruik te verminderen
zodanig dat blijvend hersenletsel bij m.n. jeugdigen wordt voorkomen.
Prestaties
Het voorkomen of vroegtijdig op te sporen van ziekten en het bevorderen van de gezondheid door
voorlichting over gezondheidsrisico’s als o.a. alcohol en overgewicht.
89
II Eerstelijns ondersteuning
671 Eerste lijnloket Wmo
Doelstelling
De gemeente informeert, adviseert, verwijst, regisseert en beschikt aan de hand van de
resultaatafspraken uit het ondersteuningsplan zodanig dat de burger passende ondersteuning
krijgt gericht op zo zelfstandig mogelijk leven en meedoen aan de samenleving.
De gemeente heeft een toegankelijk Wmo loket dat samen met de sociale wijkteams burgers
informeert en adviseert bij ondersteuningsvragen.
Het Wmo-loket zal de komende jaren nodig hebben om uitvoering van de nieuwe taak continue te
verbeteren. Dit betekent monitoren, evalueren, bijscholen en keuzes maken.
Zie verder onder de producten 661, 662 en 667.
Prestaties
De wettelijke proceseisen worden efficiënt en effectief uitgevoerd zodanig dat de cliënt adequaat
is geholpen. Complexe casuïstiek bij volwassenen en gezinnen wordt geregisseerd vanuit de
Sociale Wijkteams zodat integrale hulpverlening mogelijk is en sneller en adequater hulp geboden
kan worden.
De uitkomsten van de klachten en bezwaarschriften worden gebruikt als input om de
dienstverlening te verbeteren en het beleid aan te passen.
Het totaal aan maatwerkvoorzieningen blijft binnen de begroting. Hiertoe verzorgt het team
Realisatie de factuurcontrole en -betaling van de Wmo maatwerkvoorzieningen en die voor de
jeugdzorg.
III Tweedelijns ondersteuning
661 Maatwerkvoorzieningen natura materieel Wmo
Doelstelling
De gemeente verstrekt woonvoorzieningen, rolstoelvoorzieningen en vervoersvoorzieningen
zodanig dat mensen zelfstandig kunnen wonen en zich in huis en in de omgeving zo zelfstandig
mogelijk kunnen verplaatsten. Bij de verstrekking van deze voorzieningen worden ook de eigen
oplossingsmogelijkheden en die van het sociale netwerk van de burger meegewogen.
Prestaties
Via een contract hulpmiddelen inkopen die afgestemd zijn op de beperkingen van de cliënt,
zodanig dat deze in staat is een zelfstandige huishouding te voeren of andere mensen te
ontmoeten. Omdat deze voorzieningen altijd via een beschikking worden geregeld kunnen de
financiële voortgang en volumes gemeten worden en via tussenrapportages kan bijgestuurd
worden.
Zie product 667/671.
Nieuwe ontwikkelingen
Stuurgroep Zorg: verlagen budget woningaanpassingen
Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 3e. Voor een
inhoudelijke toelichting verwijzen wij u naar Bijlage 4.1.
90
662 Maatwerkvoorzieningen natura immaterieel Wmo
Doelstelling
Deze functie bevat de maatwerkvoorzieningen gericht op ondersteuning bij het wonen en leven.
Het betreft hier de bouwstenen wonen (waaronder spoedopvang, logeeropvang, respijtopvang)
en hulpverlening (waaronder individuele begeleiding, dagbesteding, regie op een gestructureerd
huishouden).
Prestaties
Via een raamovereenkomst bouwstenen inkopen, zodanig dat de cliënten de passende
ondersteuning ontvangen.
Omdat deze voorzieningen altijd via een beschikking worden geregeld zal de voortgang gemeten
worden en via tussenrapportages kan desgewenst bijgestuurd worden.
Het verstrekken van een Inkomensbijdrage huishoudelijke hulptoelage (HHT) aan mensen met een
laag inkomen die deze huishoudelijke hulp nodig hebben en dit niet (geheel) zelf kunnen betalen.
Via de gemeentelijke collectieve aanvullende verzekering kunnen de eigen bijdragen voor
maatwerkvoorzieningen gedeclareerd worden. Vanaf 2015 komt de centrale inkomensgrens te
vervallen waardoor een bredere doelgroep waaronder chronisch zieken en gehandicapten zich kan
aansluiten.
672 Maatwerkvoorzieningen PGB Wmo
Doelstelling
Met het PGB maken wij optimale keuzevrijheid mogelijk voor het geval dat een voorziening in
natura niet tot het gewenste resultaat kan leiden. De cliënt kan dus kiezen, onder voorwaarden,
of hij/zij de zorg in natura of als persoonsgebonden budget (PGB) beschikbaar wil ontvangen.
Prestaties
Inhoudelijk: zie onder de nummers 661, 662 en 667. De administratieve afhandeling van de
PGB’s wordt uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank.
IV Bescherming en veiligheid
663 Opvang en beschermd wonen GGZ Wmo
Doelstelling
Deze maatwerkvoorziening wordt geleverd indien de combinatie van eigen kracht, netwerk,
vrijwilligers, informele zorg en algemene voorzieningen voor de cliënt onvoldoende is om zijn of
haar leven zelfstandig vorm te geven, zie product 667. Op deze manier krijgen de meest
kwetsbare burgers de ondersteuning die ze nodig hebben.
Doel is de door- en uitstroom bevorderen waardoor de doelgroep zo zelfstandig mogelijk kan
blijven functioneren. Hiervoor is ketenregie nodig.
Bijzonder bij deze taak is dat de rol van de gemeente Apeldoorn, die voor 1 januari 2015 als
centrumgemeente fungeerde, in een aantal jaren moet worden afgebouwd. Het betreft de
gemeenten uit de regio ‘Regionaal Kompas Oost Veluwe’ (Apeldoorn, Brummen, Epe, Heerde en
Voorst). Het oorspronkelijke Regionaal Kompas is komen te vervallen en gaat op in dit onderdeel
voor dezelfde gemeenten. De gemeenten hebben op bestuurlijk niveau aangegeven te willen
blijven samenwerken. De nieuwe samenwerking ten aanzien van de maatwerkvoorzieningen heeft
geleid tot het gezamenlijk afsluiten van een raamovereenkomst.
Prestaties
Bij betrokken zorgaanbieders, via een raamovereenkomst, wonen c.q. verblijf bouwstenen
inkopen zodanig dat de cliënt zo zelfstandig mogelijk kan deelnemen aan de samenleving.
91
Om de gewenste doorstroom naar ander aanbod te regelen zal een convenant worden gesloten
met de desbetreffende aanbieders over de transformatie naar meer ambulante begeleiding.
Nieuwe ontwikkelingen
Financiële ontwikkelingen beschermd wonen en maatschappelijke opvang
Voor een nadere toelichting verwijzen we u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 3.
Vrouwenopvang en huiselijk geweld
Doelstelling
Het bestrijden van geweld in afhankelijkheidsrelaties door inzet op het voorkomen en het
signaleren ervan en door het (acute) beschermen en ondersteunen van slachtoffers, zodanig dat
het geweld snel stopt en slachtoffers een leven zonder geweld kunnen opbouwen.
Apeldoorn fungeert voor de uitvoering van deze taak als centrumgemeente voor veertien
gemeenten uit de regio.
Prestaties
In 2015 bezien of en zo ja hoe de huidige regeling vanaf 1-1-2017 geïntegreerd kan worden in de
algemene en maatwerkvoorzieningen en hoe (de financiering van) het beleidsveld zich verhoudt
tot de regionale afspraken met gecertificeerde instellingen in het kader van jeugdzorg.
Door ketenaanpak wordt de doorstroming van de opvang naar zelfstandig wonen zodanig
georganiseerd dat wachtlijsten worden voorkomen. Het regionaal advies meldpunt huiselijk
geweld en kindermishandeling (AMHK) is onderdeel van Veilig Thuis.
V Eigen bijdragen
667/677 Eigen bijdragen
Doelstelling
Eigen bijdragen in de kosten van de maatwerk worden geheven over alle maatwerkvoorzieningen
en persoonsgebonden budgetten.
Prestaties
Het innen van de eigen bijdrage voor alle maatwerkvoorzieningen verloopt via het Centraal
Administratie Kantoor (CAK).
Nieuwe ontwikkelingen programma 7 (totaal)
Financiële ontwikkelingen Wmo lokaal
Voor een nadere toelichting verwijzen we u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 3.
Innovatie Zorg en Werk
Voor een nadere toelichting verwijzen we u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 5.2a.
Stuurgroep Zorg: stelpost Wmo en budget monitoring
Voor een nadere toelichting verwijzen we u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 3e. Voor een
inhoudelijke toelichting verwijzen we u naar Bijlage 4.1.
Zorg en welzijn
Voor de onderstaande producten verwijzen wij u naar de online begroting.
2e lijns beleidsproducten
677
Eigen bijdragen
922
Algemene baten en lasten
92
Plannen en Kadernotities
•
•
•
Wmo-beleidsplan 2015-2018
Kadernota Begeleiding “De kracht van Apeldoorners”
Afbouw huishoudelijke hulp: Nieuwe kaders voor huishoudelijke hulp
Maatschappelijke ondersteuning
Rekening
Beleidsproduct
7.1 Deelbudget WMO
620
Maatschappelijke begeleiding en
advies
621
Vreemdelingen
630
Sociaal cultureel werk
652
Voorzieningen gehandicapten
661
Maatwerkvoorzieningen natura
materieel Wmo
662
Maatwerkvoorzieningen natura
immaterieel Wmo
667
Eigen bijdragen
670
Algemene voorzieningen Wmo
671
Eerste lijnloket Wmo
672
Maatwerkvoorzieningen PGB Wmo
714
Openbare gezondheidszorg
7.2 Deelbudget beschermd wonen
663
Opvang en beschermd wonen GGZ
Wmo
Saldo van baten en lasten voor bestemming
Reserve BROA
Algemene reserve
Reserve bedrijfsvoering / overlopende projecten
Saldo van baten en lasten na bestemming
Saldo
2014
Begroting
Saldo
2015
Lasten
2016
Meerjarenbegroting
Baten
2016
Saldo
2016
Saldo
2017
Saldo
2018
Saldo
2019
-699
-233
-243
246
-5.431
-3.734
3.252
-12.428
-24.829
19.330
-2.248
-28.085
6.293
-11.966
-11.617
-7.596
-2.661
-56.353
14.739
11.533
7.300
2.658
59.058
-9.579
-46.004
-9.579 -46.004
-37.664 -102.357
93
-1.500
-488
-39.652 -102.264
-8.786
1.740
93
-246
-248
-251
-253
92
-3.160
-3.196
-3.232
-3.268
3
-19.327
-18.925
-18.984
-19.044
4.711
2.710
7.516
4.711
-12.029
-11.533
-7.300
-2.658
-51.542
4.722
-12.364
-11.100
-7.303
-2.684
-51.098
4.733
-12.617
-11.143
-7.305
-2.583
-51.382
4.745
-12.756
-11.195
-7.308
-2.609
-51.688
47.840
1.874
-45.965
-45.939
-45.970
-46.005
47.840
106.898
1.874
9.390
-45.965
-97.507
-45.939
-97.037
-45.970
-97.352
-46.005
-97.693
106.898
9.390
-97.507
-97.037
-97.352
-97.693
Programma 8
Cultuur, erfgoed, evenementen en
sport
1e lijns
beleidsproducten
480/530/531
Overige onderwijsaangelegenheden
510
Bibliotheek
511/540
Kunstzinnige vorming/talentontwikkeling
530
Omnisport
530
Ruimte voor sport
530
Sportverenigingen en -activiteiten
531
Groene sportvelden en terreinen
540
Podiumkunsten
540
Creatieve industrie
541/002
Museum en archief
541/821
Erfgoed en oudheidkunde
821
Stads- en dorpsvernieuwing
2e lijns
beleidsproducten
002
Bestuursondersteuning B&W
95
96
8. Cultuur, erfgoed, evenementen en sport
Portefeuillehouder(s): D.H. Cziesso, N.T. Stukker
Ambitie van het programma
Apeldoorn heeft een fantastisch buitengebied mét een stedelijke infrastructuur van erfgoed,
kunstwerken, attracties en culturele/sportieve voorzieningen. Orpheus, CODA, Markant, Gigant,
Omnisport zijn samen met Museum Paleis Het Loo, de Apenheul, de Julianatoren en Radio
Kootwijk het visitekaartje van Apeldoorn. Ook op muzikaal gebied heeft Apeldoorn bijzondere
instellingen: Ensemble De Ereprijs, het Nederlands Jeugdorkest, de Internationale Stichting
Masterclass Apeldoorn en de Young Composers Meeting. Apeldoorn heeft meer dan honderd
kunstwerken in de openbare ruimte, vele monumenten, en de nationale oeuvreprijs
Wilhelminaring voor de beeldhouwkunst.
Cultuur, erfgoed, evenementen en sport zijn essentiële voorwaarden voor een goed
vestigingsklimaat voor bedrijven, een goed leefklimaat voor bewoners, en aantrekkelijkheid voor
bezoekers.
Voor de inwoners van Apeldoorn vormen sport, cultuur en erfgoed mogelijkheden om zich te
kunnen ontplooien, voor een goede lichamelijke conditie, sociale cohesie, voor vrijetijdsbesteding
en voor het vormgeven van creatief en sportief talent.
Cultuur, erfgoed, evenementen en sport zorgen niet alleen voor veel bezoekers maar ook voor
veel vrijwilligers. Deze participatie willen we koesteren en daar waar nodig stimuleren. Jong
geleerd is oud gedaan, het is belangrijk om nieuwe generaties te interesseren en te binden.
Daarom investeren we, in lijn met het rijksbeleid, in educatie en participatie.
De gemeente investeert in grote en kleine basisvoorzieningen, van Omnisport tot het sportveld,
van Orpheus tot de Muziektent Oranjepark. Dit doen we, daar waar dit niet door de markt wordt
opgepakt, maar waar dit wél essentieel is voor een evenwichtig en representatief aanbod. Dit
aanbod moet breed en toegankelijk zijn voor alle Apeldoorners.
In het coalitie akkoord “Door” hebben wij sport en bewegen nadrukkelijk benoemd als instrument
voor participatie en het stimuleren van gezondheid en ontwikkeling van met name kinderen. Wij
willen sportverenigingen en hun vrijwilligers helpen een centralere plak in te nemen in wijken en
dorpen. Dit heeft geresulteerd in het in nauwe samenwerking met de Sportraad en andere
partners in het sportveld opstellen van een Apeldoornse Sportagenda.
De culturele sector staat voor de uitdaging om te vernieuwen, minder financieel afhankelijk te
worden van de overheid, en aansluiting te houden bij de wensen van de hedendaagse en
toekomstige consument. Daarom zetten we in onze meerjarenafspraken in op cultureel
ondernemerschap, samenwerking & verbinding met andere sectoren, en productvernieuwing.
Het uitstralen van een herkenbare historische identiteit is van belang voor een toekomstbestendige binnenstad en voor de toeristische aantrekkelijkheid van de gemeente. Daarom willen
we dat erfgoed nog beter voor het voetlicht wordt gebracht (b.v. monumentensubsidies,
gevelfonds, informatievoorziening en zichtbaarheid (archeologische) monumenten).
97
Speerpunten van beleid
•
•
•
Voldoende en optimaal benutte voorzieningen voor sport en cultuur en behoud van cultureel
erfgoed;
Een aanbod dat aansluit bij de actuele en toekomstige wensen van bedrijven, bezoekers en
bewoners;
Aantrekkingskracht, zichtbaarheid en bereikbaarheid van aanbod waarborgen en vergroten.
Risico's
•
•
•
•
Leegstand en of onderbenutting van sport- en cultuurvoorzieningen;
Exploitatietekorten bij gesubsidieerde culturele instellingen;
Specifiek: Omnisportcentrum, investeringen wielerbaan en onderhoudsvoorziening;
Specifiek: renovatie of vervanging sporthal Zuiderpark.
Uitgaven ten opzichte van overige programma's
Inkomstenverdeling binnen programma
510 Bibliotheek
Doelstelling
Het beschikbaar stellen van middelen voor een stedelijk instituut dat de burgers in Apeldoorn van jong tot oud - op goed bereikbare locaties in de gemeente toegang biedt tot informatie via
oude en nieuwe media.
Prestaties
•
•
Bereikbare bibliotheekvoorziening;
Leesbevordering.
Nieuwe ontwikkelingen
Stuurgroep AD: besparingen binnen bibliotheekwerk
Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 6. Voor een inhoudelijke
toelichting verwijzen wij u naar Bijlage 4.3.
98
511/540 Kunstzinnige vorming/talentontwikkeling
Doelstelling
Het bijdragen in de kosten van muzikale en creatieve ontwikkeling in cursusverband of in
binnenschools verband van de jonge burgers van Apeldoorn. Het financieel ondersteunen van de
amateurkunst. Het mede financieren van professionele muziek- en orkestorganisaties die
gevestigd zijn in Apeldoorn en onderdeel uitmaken van de nationale en provinciale bestel voor de
podiumkunsten.
Prestaties
•
•
•
•
•
Gevarieerd aanbod van amateurkunst;
Breed aanbod cultuureducatie en activiteiten voor een breed publiek;
Stimulering jong talent;
Een goed aanbod op het gebied van jong muziektalent;
Een goed aanbod op het gebied van muziekproductie.
540 Creatieve industrie
Doelstelling
Het stimuleren van de creatieve industrie in Apeldoorn. Tot de creatieve industrie worden de
kunsten, media en entertainment en creatieve zakelijke dienstverlening gerekend. De Apeldoornse
creatieve sector wordt gefaciliteerd met ruimte en subsidie voor productie, experiment, expositie
en ontmoeting.
Prestaties
•
•
•
faciliteren van de Apeldoornse creatieve sector met ruimte voor productie, experiment,
expositie en ontmoeting;
coördineren van de plaatsing van kunst in de openbare ruimte (incidenteel particulier initiatief
en kunstwerken Wilhelminaring);
uitvoeren van regulier onderhoud van kunst in de openbare ruimte.
540 Podiumkunsten
Doelstelling
Het bijdragen in de kosten van een theater, een poppodium en een filmhuis die voorzien in een
gevarieerd aanbod van voorstellingen, art-house film en concerten voor een breed publiek.
Prestaties
•
•
Een schouwburg met een breed en divers aanbod;
Een filmhuis en poppodium met een breed en divers aanbod.
99
541/002 Museum en archief
Doelstelling
Een gevarieerd aanbod van tentoonstellingen, passend bij een stedelijk niveau van voorzieningen
Het beheren van het gemeentelijk statisch archief en documentatiecollecties.
Prestaties
•
Een gevarieerd aanbod van tentoonstellingen.
541/821 Erfgoed en oudheidkunde
Doelstelling
Ondersteuning van het behoud van het historisch waardevolle (archeologische) erfgoed en het
stimuleren van de belangstelling voor de cultuurhistorie en archeologie in Apeldoorn.
Prestaties
•
•
•
•
Inventariseren en waarderen van cultuurhistorisch erfgoed en dat integraal opnemen in
ruimtelijke plannen;
Stimuleren van en bijdragen aan onderhoud en herstel van gemeentelijke monumenten;
Verbinden van de cultuurhistorische beleidsdoelen met economische doelen van de gemeente
( voorbeeld, herstel historische gevels in de binnenstad m.b.v. gevelfonds);
Het ontsluiten van kennis over het Apeldoornse verleden. Specifieke doelgroepen zijn de
eigen plaatselijke bevolking, bezoekers/toeristen en de schoolgaande jeugd.
Nieuwe ontwikkelingen
BROA 30.6 Regio archeologie
Vanuit de provincie Gelderland ontvangt de gemeente Apeldoorn een subsidie van € 51.200
t.b.v. de deelnemende gemeenten Regio Stedendriehoek. De subsidie is bestemd voor:
- het adviseren van gemeenten op het gebied van archeologie;
- het initiëren van voorlichting, educatie en bevorderen draagvlak;
- het beoordelen van de kwaliteit van archeologisch onderzoek;
- inbedding archeologie in RO beleid;
- advisering beheer en behoud archeologische monumenten
Gevels en monumentale panden
Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 5.2a.
480/530/531 Overige onderwijsaangelegenheden(gymnastieklokalen)
Doelstelling
Het in stand houden van breedtesportvoorzieningen voor binnensport, buitensport en voor het
zwemmen, die worden benut voor bewegingsonderwijs, verenigingssport en individuele
sportbeoefening.
Prestaties
•
•
•
Het efficiënt en kwaliteitsvol beheren en exploiteren van gemeentelijke sportaccommodaties;
Optimale inzet, spreiding en benutting van gemeentelijke sportvelden;
Ondersteunen van sportverenigingen bij het doen van investeringen in de eigen
sportaccommodaties.
100
Bron: Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen
(Zorgatlas.nl)
Bron: Burgerpeiling 2014
530 Sportverenigingen en -activiteiten
Doelstelling
Het over een breed front ondersteunen van het plaatselijke sportleven, zowel door subsidiëring
van sportverenigingen (vooral voor instandhouding van de infrastructuur) als door het vanuit de
gemeente stimuleren van (school)sport.
Prestaties
•
•
•
•
Kwaliteitsbehoud van het verenigingsaanbod en het stimuleren van vitale verenigingen;
Bevorderen samenwerking tussen en fusies van verenigingen;
Ondersteunen van sportverenigingen bij het doen van investeringen in de eigen
sportaccommodaties;
Het stimuleren van dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen.
Nieuwe ontwikkelingen
Sport is meer dan sport
Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 5.2a.
530 Omnisport
Doelstelling
Een sportvoorziening voor breedtesport, topsport en talentontwikkeling waar internationale
topsportevenementen plaats kunnen vinden als bijdrage aan de sportieve uitstraling van
Apeldoorn.
Prestaties
•
•
•
•
•
Een platform bieden voor de organisatie van grote topsportevenementen (zoals EK’s en WK’s)
in het Omnisport Apeldoorn;
Bijdragen aan de passieve sportbeleving door een hoogwaardig sportaanbod;
Trainingslocatie voor topsport;
Voorziening voor Apeldoornse verenigingsactiviteiten op gebied van alle indoor zaalsporten,
baanwielrennen, indooratletiek en voor outdoor skeeleren, schaatsen en beachvolleybal;
Voorziening voor activiteiten op gebied van bewegingsonderwijs.
101
Nieuwe ontwikkelingen:
Budget voor topsportevenementen
In het Bestuursakkoord is het onderdeel topsportevenementen van een –pm raming voorzien in
afwachting van een nadere uitwerking. Die uitwerking heeft geresulteerd in ons voorstel om daar
een bedrag van structureel € 200.000 voor beschikbaar te stellen.
In de MPB 2014-2017 is tot en met 2017 een aanjaagbudget opgenomen van jaarlijks
€ 300.000. Dit budget is bedoeld voor de stimulering van 6 thema’s, waaronder het uitlokken
van extra bestedingen door een aantrekkelijker en zichtbaarder aanbod van cultuur, horeca en
(top)sportevenementen.
Cultuur, erfgoed, evenementen en sport
Voor de onderstaande producten verwijzen wij u naar de online begroting.
2e lijns beleidsproducten
002
Bestuursondersteuning B&W
Plannen en Kadernotities
•
•
•
•
•
•
Structuurvisie Apeldoorn biedt ruimte 2030
Welkom in Apeldoorn
Programma de ondernemende stad
Nota spin-off nr 2, Apeldoornse cultuurnota
Nota I-cultuur
Archeologische beleidskaart
Cultuur, erfgoed, evenementen en sport
Rekening
Beleidsproduct
002
Bestuursondersteuning B&W
480/530/531Overige onderwijsaangelegenheden
510
Bibliotheek
511/540
Kunstzinnige
vorming/talentontwikkeling
530
Omnisport
530
Ruimte voor sport
530
Sportverenigingen en -activiteiten
531
Groene sportvelden en terreinen
540
Creatieve industrie
540
Podiumkunsten
541/002
Museum en archief
541/821
Erfgoed en oudheidkunde
821
Stads- en dorpsvernieuwing
Saldo van baten en lasten voor bestemming
Sportactiviteiten
Reserve BROA
Topsportevenementenfonds
Concern bedr.voer.res.Algemeen
Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting
Saldo
2014
-744
-838
-5.173
-1.976
Saldo
2015
-845
-1.007
-5.338
-1.964
-1.143
-7.348
-435
-809
-1.437
-5.528
-1.398
-817
-279
-27.925
135
-1.156
-6.709
-572
-626
-1.718
-5.230
-1.131
-549
-725
-27.570
40
-27.750
100
160
11
-27.299
102
Lasten
2016
6.367
5.263
1.976
1.155
8.167
573
523
1.715
7.232
1.139
584
1.414
36.108
36.108
Meerjarenbegroting
Baten
2016
5.384
Saldo
2016
Saldo
2017
Saldo
2018
Saldo
2019
-983
-5.263
-1.976
-1.017
-5.304
-1.961
-1.023
-5.343
-1.981
-1.031
-5.397
-2.000
14
1.085
11.652
-1.155
-6.205
-573
-403
-1.715
-4.146
-1.139
-570
-329
-24.457
-1.166
-6.021
-576
-402
-1.732
-4.187
-1.151
-577
-323
-24.417
-1.126
-5.989
-580
-398
-1.747
-4.228
-1.162
-481
-315
-24.373
-1.136
-5.838
-584
-391
-1.763
-4.271
-1.174
-486
-308
-24.379
100
100
100
11.752
-24.357
-24.317
-24.373
-24.379
1.962
120
3.087
Programma 9
Door! met de buitenstad
1e lijns
beleidsproducten
310/311/560
Handel en ambacht
560
Openluchtrecreatie
810
Ruimtelijke ontwikkeling
822
Volkshuisvesting
823
Omgevingsvergunningen, activiteit bouwen
830
Bouwgrondexploitatie
103
104
9. Door! met de buitenstad
Portefeuillehouder(s): M.J.P. Sandmann en N.T. Stukker
Ambitie van het programma
Het samen met bewoners en bedrijven behouden en verder ontwikkelen van een
toekomstbestendig woon- en investeringsklimaat is de ambitie van dit programma. Dit
programma levert hiermee belangrijke bijdragen aan de strategische opgaven van de buitenstad
Apeldoorn: de comfortabele woonstad, de veelzijdige economie en het toeristisch toplandschap.
We investeren daarom tijd en geld in:
• een betaalbare, voldoende beschikbare en kwalitatief goede woningvoorraad in Apeldoorn;
• de veelzijdige economische structuur van Apeldoorn;
• een uitnodigende ruimtelijke kwaliteit in Apeldoorn;
• de rechtszekerheid voor en veiligheid van bewoners en bedrijven;
• de ruimtelijke dynamo’s én de kwetsbare gebieden in de bestaande stad en dorpen;
• de binnenstad.
Speerpunten van beleid
Het bestuursakkoord zegt veel over de ambitie van dit programma. Samenvattend:
“De woonagenda vormt de basis voor de vraagstukken binnen de volkshuisvesting en de
zorgkwetsbaren. Samenwerking is het sleutelwoord voor de economische portefeuille;
samenwerking met bestaande en nieuwe bedrijven en met de Apeldoornse attracties en
toeristische sector. De ‘andere overheid’ wil minder regelen en meer inspireren op het gebied van
de ruimtelijke kwaliteit in Apeldoorn. Onze focus en inzet ligt steeds meer op de bestaande stad,
dat wil zeggen de kwaliteit van de wijken en dorpen ‘die er al zijn’. Openheid en transparantie
spelen een belangrijke rol in de Apeldoornse grondportefeuille. We stellen daarnaast orde op
zaken in onze vastgoedportefeuille, zowel vanuit financieel-economisch als maatschappelijk
belang. We verdubbelen de energie op de binnenstad; het is belangrijk dit gebied aantrekkelijk te
houden voor bewoners, bedrijven en bezoekers. Tot slot willen we de bewoners en bedrijven
steeds eerder in het ruimtelijk ordeningsproces duidelijkheid en rechtszekerheid bieden en
anticiperen we op de nieuwe omgevingswet.”
Risico's
Er
•
•
•
•
•
zijn op een aantal punten risico’s:
asbestrisico’s
privaatrechtelijke overeenkomsten ontwikkelende partijen
bestemmingsplannen
kwetsbare functies
leges omgevingsvergunning
105
Uitgaven ten opzichte van overige programma's
Inkomstenverdeling binnen programma
822 Volkshuisvesting
Doelstelling
Een betaalbare, voldoende beschikbare en kwalitatief goede woningvoorraad in Apeldoorn.
Prestaties
De gemeenteraad heeft begin 2014 de ‘Woonagenda Apeldoorn 2014-2018’ vastgesteld. Deze
woonagenda is anno 2015 nog actueel. In de woonagenda staan de drie hoofdopgaven en
agendapunten waar wij als gemeente de komende jaren energie en geld op inzetten:
• bewaking van de volkshuisvestelijke basis door regie op adequate huisvesting voor kwetsbare
huishoudens op de woningmarkt;
• beheer van de bestaande (buiten)stad; het maken van afspraken en ondersteuning bieden bij
initiatieven om de aantrekkelijkheid van de woningvoorraad op peil te houden;
• sturing op nieuwbouw in een marktmeesterrol.
Binnen deze hoofdopgaven krijgen de volgende agendapunten bestuurlijke prioriteit:
• voldoende en betaalbare woonkwaliteit voor zorgkwetsbaren (waaronder de
extramuralisering);
• inzetten op kwetsbare plekken en woningcomplexen;
• het actueel houden van de woningbouwprogrammering (kwantitatief en kwalitatief);
• de afstemming in de stedendriehoek met regiogemeenten en provincie.
106
Bron: Burgerpeiling 2014
Bron: 2012 t/m 2014 bron CBS
2015 t/m 2019 prognose volgens het meerjaren
woningbouwprogramma
310/311/560 Handel en ambacht
Doelstelling
Een veelzijdige economische structuur van Apeldoorn.
Prestaties
De gemeenteraad krijgt komend jaar het uitvoeringsprogramma De Ondernemende Stad
aangeboden om sturing te geven aan de veelzijdige economie van Apeldoorn. Dit programma
vervangt De Strategisch Economische Beleidsvisie Apeldoorn 2000-2020 (SEBA) uit 2001.
De komende jaren investeert de gemeente tijd en geld in:
• de werkende stad: het versterken van de kwalitatieve en kwantitatieve match tussen vraag
en aanbod op de arbeidsmarkt;
• de stad van economische groei:
ο het faciliteren van het topsectorenbeleid (IT, zorg, vrijetijdssector, maakindustrie
(cleantech) en logistiek);
ο het ondersteunen van (kleine) initiatieven en starters;
ο het samen met het bedrijfsleven zorgen voor een goed vestigingsklimaat en
aantrekkelijke werklocaties;
• de stad van kennis en innovatie: met bedrijven en onderwijs werken aan (intermediaire)
kenniscentra (o.a. cleantech).
• samen met de partnerts uit de regio werken aan het versterken van de cleantech sector.
De sector vrije tijd heeft afgelopen jaar een apart programma Welkom in Apeldoorn gekregen met
als doel nog meer bezoekers en bestedingen naar de Veluwe en Apeldoorn te trekken.
Daarnaast stuurt de gemeente stuurt programmatisch en ruimtelijk op het economisch vastgoed
in haar stad. De Detailhandelsvisie 2014-2019 en het binnenkort aan de gemeenteraad aan te
bieden kantorenbeleid (incl. programma leegstand) geven aan investeerders duidelijkheid op
welke plekken in de stad en dorpen we ruimte bieden. We faciliteren hierbij initiatieven die een
kwaliteitsimpuls voor de economische structuur betekenen en stimuleren het gebruik van
leegstaand vastgoed. Daarnaast geven we uitvoering aan de opgaven die uit het beleid naar
voren komen.
107
Bron: ondernemerspeiling 2015
Bron:
werkgelegenheidsenquete
(PWE) van provincie
Nieuwe ontwikkelingen
Ondernemende stad
Cleantech
Binnenstad en binnenstadsfonds
Zwitsal
Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 5.2b.
Welkom in Apeldoorn
Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 5.2c.
810 Ruimtelijke ontwikkeling
De ‘andere overheid’ wil in de ruimtelijke ontwikkeling voortdurend de balans te zoeken tussen
rechtszekerheid, ruimte geven en inspireren. We inspireren door onze bewoners, bedrijven en
bezoekers vanaf het begin uit te nodigen een bijdrage te leveren aan de ruimtelijke kwaliteit van
Apeldoorn. We bieden duidelijkheid door vooraf de kaders en speelruimte voor ruimtelijke
ontwikkelingen helder te maken. De implementatie van de Omgevingswet zien we als
fundamentele verandering in denken en handelen. We behandelen ruimtelijke initiatieven
integraal: lokale regelgeving dringen we fors terug en tegenstrijdigheden lossen we op. We
starten met een pilot omgevingsplan binnenstad om te anticiperen op de omgevingswet.
Daarnaast blijven we ons gebieds-, wijk- en dorpsgericht focussen op verschillende
vernieuwingsopgaven in Apeldoorn: de ruimtelijke dynamo’s uit de structuurvisie én de bestaande
stad en dorpen. Hierbij vraagt de binnenstad extra inspanning.
Doelstelling
•
•
•
Actieve inzet op de ruimtelijke dynamo’s en opwaardering van de bestaande stad;
De binnenstad: van een 6,5 naar een 8.
Een uitnodigende ruimtelijke kwaliteit.
Prestaties
Bestaande stad
Gebiedsgerichte inspanning is nodig om het woon-, werk- en vestigingsklimaat op peil te houden
en te versterken. De ruimtelijke dynamo’s uit de structuurvisie Buitenstad Apeldoorn blijven tijd
en aandacht vragen om de buitenstad aantrekkelijk te houden voor bewoners, bedrijven en
bezoekers:
• Programma binnenstad (aparte doelstelling);
• Programma Kanaaloevers en Kanaalzone: transformatiegebieden;
• Programma Zuidbroek en Zonnehoeve: uitleggebieden woningbouw.
108
De gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de transformatie- en uitleggebieden wordt vanuit het
grondbedrijf gefaciliteerd, zie 830.
De focus van de ruimtelijke ordening komt hiernaast steeds meer op de kwaliteit van de
bestaande stad en dorpen te liggen; niet alleen op de woongebieden, maar ook op de
werkgebieden ‘die er al zijn’. We steken daarom tijd en energie in het maken van
ontwikkelingsplannen voor bestaande woon- en werkgebieden in de stijl van de
kansenbenadering.
Binnenstad
De binnenstad is het visitekaartje voor het woon-, werk- en investeringsklimaat in Apeldoorn. We
zetten daarom met dubbele energie in op de ambities die wij hebben met onze binnenstad:
• De compacte en complete binnenstad;
• De bereikbare binnenstad;
• De verblijfskwaliteit van de binnenstad: groen, water, openbare ruimte en gevels.
De komende jaren voeren we het uitvoeringsprogramma binnenstad uit. We investeren onder
andere in het vergroenen en verblauwen van de binnenstad (zie programma 4), in het verbeteren
van de historische gevels, in het tijdelijk invullen van braakliggende terreinen, in een nieuwe
openbare ruimte, in de bereikbaarheid en in acties leegstand en hergebruik. Daarnaast faciliteren
we de ondernemers bij het oprichten van centrummanagement (incl. een ondernemersfonds) voor
de binnenstad.
Leefomgeving
Minder regelen, meer inspireren. Met de kookboeken voor het landschap, de dorpen en de stad
hebben we een nieuwe koers ingezet om bewoners en bedrijven te verleiden om te investeren in
de ruimtelijke kwaliteit van onze buitenstad. We gebruiken de kookboeken in onze samenwerking
met bewoners en bedrijven om hen te inspireren om samen tot een verbetering van de ruimtelijke
kwaliteit te komen. De welstandsnota wordt momenteel vernieuwd, waarbij verder inhoud wordt
gegeven aan deze inspirerende koers. Hierbij zal het erfgoed van Apeldoorn een belangrijk
fundament zijn. De bestemmingsplannen komen tot stand volgens de werkwijze die is vastgelegd
in de notitie 'Samen voor kwaliteit, naar een nieuwe ruimtelijke ordening in Apeldoorn'. Met deze
werkwijze wordt de samenleving uitgenodigd zelf invulling te geven aan het versterken van de
eigen leefomgeving; de gemeente pakt een inspirerende en waar nodig regisserende en
kaderstellende rol.
Nieuwe ontwikkelingen
BROA 4.2 Binnenstad
De gemeente Apeldoorn heeft de ambitie om de binnenstad van een 6,5 naar een 8 te brengen.
Door het project als één van de onderdelen van het strategisch kader te benoemen is duidelijk
kenbaar gemaakt dat de raad groot belang hecht aan het slagen van dit project. In het in 2010
vastgestelde regieplan zijn de contouren vastgelegd waarbinnen de uitwerking zijn beslag krijgt.
De komende tijd zullen kleinere ontwikkelingen en activiteiten in de binnenstad worden
uitgevoerd. In verband met de veiligheidssituatie zullen er verkeersaanpassingen plaats vinden in
het Veldhuisgebied. Voor programmamanagement wordt drie jaar lang budget gereserveerd.
BROA 4.3 Binnenstad – GSO-4 en overige subsidies
In 2015 en 2016 zal de herinrichting van de binnenstad zijn beslag krijgen en zullen de bijdragen
van derden (GSO-4, EFRO- en provinciale subsidies) hiervoor worden benut. De herinrichting van
de binnenstad betreft het voetgangersgebied van de Hoofdstraat tussen Kapelstraat en de
Kanaalstraat en de hiermee verbonden zijstraatjes. Ook zijn de voorbereidingen voor de
reconstructie van Molenstraat Centrum en het kruispunt W. Druckerstraat/Vosselmanstraat
getroffen zodat deze in 2015 in uitvoering kunnen gaan. De aanleg van het tijdelijke park Haven
Centrum zal in 2015 worden afgerond. De reconstructie van Hoofdstraat Zuid staat voor 2016
op het programma.
109
BROA 4.4 Renovatie Spoorstraat 23 t.b.v. Wittenborg University
Voor dit project wordt een subsidie van de provincie Gelderland ontvangen van € 320.000. De
subsidie is bestemd voor het geschikt maken van een voormalig schoolpand t.b.v. het onderwijs
vanuit de masterprogramma’s die de Wittenborg University wil aanbieden. Het betreft een
gemeentelijk monument dat gerestaureerd en gerenoveerd wordt, waarbij speciale aandacht
uitgaat naar verduurzaming.
BROA 14.1 Kanaalzone
De Kanaalzone is volop in ontwikkeling! Bij het Project Pilot zuid zijn de eerste woningen
opgeleverd en is gestart met de volgende fase. Vlijtsepark begint zich ook steeds meer als
aantrekkelijke locatie te profileren. Steeds meer bedrijven en instellingen weten het bijzondere
vastgoed in Vlijtsepark te waarderen, er vinden evenementen plaats en er wordt hard gewerkt
aan een nadere invulling van het project tot aantrekkelijk woon-werk-recreatie milieu. De gelden
die binnen de BROA-kanaalzone nog beschikbaar zijn, zijn met name bedoeld voor Pilot zuid en de
Kanaalzone in het algemeen. Onderdeel van Pilot zuid is de herinrichting van de kade die voor de
komende periode wordt voorzien. Hiervoor is ca € 1,0 mln binnen de BROA beschikbaar.
Daarnaast kent de BROA nog een buffer (€ 0,3 mln) voor het opvangen van tegenvallers binnen
grondexploitaties. Voor het programmamanagement is jaarlijks een bedrag van € 50.000
beschikbaar om de diverse ontwikkelingen in samenhang te bezien en aan te sturen.
BROA 9.4 Wijken – De Maten (GSO-4) en De Maten vitaal (investeringsimpuls)
Betreft het voorkomen van achteruitgang van buurten in het stadsdeel ZuidOost door projecten te
starten die dit tegengaan en renovatie van het Matenpark. In 2015 zal een nieuwe lijst met 25
ideeën voor Zuidoost aangepakt worden. Daarnaast wordt een aantal kleinere projecten gestart.
De verbouwing van voormalige school De Zonnehoek tot tijdelijk jongerencentrum/vergaderruimte
voor het sociale wijkteam en verbetering van de inrichting van het Violierenplein. Daarnaast zal in
het kader van De Maten Vitaal in de jaren 2015 t/m 2017 de revitalisering van het Matenpark ter
hand worden genomen.
BROA 9.5 Wijken – Orden en Kerschoten (GSO-4) en Duurzame aanpak winkelcentrum
Kerschoten
In 2015 wordt het project KEN voortgezet en de Happy Kids Route uitgevoerd. Het
Buurtontwikkelingsplan Kerschoten wordt afgerond en andere voorstellen die komen uit het
Buurtontwikkelingsplan. De planontwikkeling en –vorming van het winkelcentrum Kerschoten zal
de komende tijd plaats vinden. De uitvoering is gepland in 2016 en 2017.
BROA 9.6 Verduurzamen van voorzieningen in wijken en dorpen
Dit project betreft onder andere de verduurzaming van sportaccommodaties (gymzalen). Dit
gekoppeld aan de noodzakelijke renovatie van deze gymzalen. De provinciale bijdrage is bestemd
voor extra maatregelen in het kader van duurzaamheid. Naar verwachting zal in 2016 de
renovatie plaats vinden van ca twintig gymzalen.
Ook de buurt- en dorpshuizen worden toekomstbestendig en duurzamer gemaakt. Er zijn
subsidies toegekend aan diverse dorpshuizen. In 2015 wordt geïnventariseerd welke buurt- en
dorpshuizen nog in aanmerking komen voor subsidie.
BROA 9.7 Verbeteren kwaliteit parken
Betreft de verbetering van de kwaliteit van de parken (Citybox park Zuidbroek, skatebaan
Voorwaarts, Westenenkerpark, Goudstraat). Het gaat om het versterken van gebruiksgroen, meer
plek voor de jeugd en het klimaatbestendig maken. De aanleg van de skatebaan Voorwaarts zal
in 2015 plaats vinden. De uitgaven voor de parken in Zuidwest worden in 2016 verwacht.
BROA 15.1 Wijkontwikkelingsplan Zevenhuizen
De beschikbare BROA-middelen voor het WOP Zevenhuizen zijn, in aanvulling op investeringen
van corporaties en marktpartijen, geheel toegedeeld. De fasering van de uitgaven wordt periodiek
verfijnd aan de hand van het nieuwste inzicht in het uitvoeringsproces.
BROA 15.2 Wijkontwikkelingsplan Zuid
110
Voor de afronding van het ondergronds brengen van de hoogspanningsleidingen en het
opknappen van het park en plinten in de Vogelbuurt is nog budget beschikbaar.
BROA 15.3 Parkeergarage Anklaar
De provinciale bijdrage voor het BROA-project Zevenhuizen (ISV3 budget) wordt aangewend voor
realisatie van de parkeergarage onder het nieuwe winkelcentrum Anklaar. In het voorjaar 2015
zijn de aanwezige winkels gesloopt. De start van de bouw van de parkeergarage en het
winkelcentrum zal ook in 2015 plaatsvinden.
830 Bouwgrondexploitatie
Doelstelling
Het mogelijk maken van bestuurlijke doelen voor de gemeente Apeldoorn door het
uitvoeringsprogramma van het Grondbedrijf te realiseren en hierover tijdige en juiste
verantwoording afleggen.
Prestaties
•
•
•
•
•
Ontwikkeling van uitleggebieden: Zuidbroek en Groot Zonnehoeve waar het zwaartepunt van
de woningbouwproductie ligt
Stedelijke vernieuwing met programma’s Kanaalzone en Binnenstad (met Kanaaloevers,
Marktstraat/Beekstraat, PWA zone en Stationsgebied).
Ontwikkeling van bedrijventerreinen. Hierbij ligt de focus op Stadhoudersmolen, Apeldoorn
Noord II en Ecofactorij.
Overige ontwikkelingen, waaronder veelal kleine projecten zoals Westpointlocatie en
Ordenplein.
Oppakken actiepunten voorraad NIEG-gronden conform vastgesteld document Koersbepaling.
Openheid en transparantie spelen een belangrijke rol in de Apeldoornse grondportefeuille, waarbij
het uitwerken en actualiseren van het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG) een
belangrijke rol speelt. Jaarlijks wordt hierbij een herziene begroting van het Grondbedrijf
opgesteld. Deze is geen onderdeel van de voorliggende MPB maar zal via het MPG begin volgend
jaar aan uw raad worden aangeboden.
In het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties 2015 is de meerjaren programmering voor de
verschillende categorieën opgenomen. Voor jaarschijf 2016 is de programmering:
-
woningbouw
bedrijventerreinen
winkels
maatschappelijke doelen
overige
203 woningen*
5,4 ha.
5.200 m2 bvo
9.450 m2
56.400 m2
* incl. 27 particuliere kavels
111
Bron: Nota
MPG 2015
823 Omgevingsvergunningen, activiteit bouwen
Doelstelling
De rechtszekerheid voor en veiligheid van bewoners en bedrijven.
Prestaties
Burgers en bedrijven verwachten van de gemeente rechtszekerheid en veiligheid in de gebouwde
omgeving. Komend jaar gaan we aan de slag met de actualisatie van de volgende
bestemmingsplannen: Apeldoorn Zuid-West en Zuidbroek. Bestemmingsplan buitengebied
Beekbergen en Loenen ronden we af. De handhaving focust zich komend jaar op de volgende
gebieden: de stadsdelen Zuid-Oost en de dorpen en buitengebied Beekbergen-Loenen én WenumWiesel. Daarnaast krijgen vanuit handhaving de thema’s woonwagenstandplaatsen (De Haere),
recreatieterreinen en reclame extra aandacht. Ook het welstandskader wordt geactualiseerd. Er
wordt ingestoken op een andere wijze van informatieverstrekking waarbij de beschikbare formatie
zo efficiënt mogelijk wordt ingezet. Dat betekent meer sturen op de digitale kanalen en het
stoppen met de zgn. “vrije inloop” bij het Omgevingsloket. Door bezoekers voortaan op afspraak
te woord te staan kan tijdwinst worden geboekt door een goede voorbereiding van het gesprek
en daardoor een efficiëntere beantwoording van de vragen.
Om de rechtszekerheid en veiligheid te borgen steken wij tijd en geld in:
• het opstellen van bestemmingsplannen;
• het verlenen van omgevingsvergunningen;
• het actief anticiperen op de invoering van de nieuwe Omgevingswet;
• het uitvoeren van het strategisch handhavingsplan.
Nieuwe ontwikkelingen
Ontwikkeling kosten en opbrengsten omgevingsvergunningen
De inkomsten uit de leges staan al enige tijd onder druk. Dit wordt deels veroorzaakt door de
economische situatie maar ook door andere ontwikkelingen zoals de toename van het
vergunningvrije bouwen etc. Dit betekent dat de te maken kosten voor vergunningverlening,
toezicht en handhaving (VTH), niet meer telkens kunnen worden gedekt uit de legesinkomsten.
Met de gemeenteraad is hierover in een afzonderlijke PMA gediscussieerd hetgeen heeft geleid
tot een aantal aanpassingen in de Voorjaarsnota 2015. Uitgangspunt hierbij is dat het legestarief
(3,3%) zelf niet is verhoogd, maar dat extra inkomsten worden gegenereerd door een aantal niet
kostendekkende producten (meer) kostendekkend te maken, een aantal werkzaamheden voortaan
ten laste te brengen van de algemene dienst en geen correctie meer op voorhand toe te passen
op de projecten die zijn ingediend maar waarvan niet met zekerheid kan worden gesteld of die
projecten in het begrotingsjaar ook daadwerkelijk doorgang zullen vinden.
112
Digitalisering bouwarchief
Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 5.1.
Bouwtoezicht en handhaving
Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar Hoofdstuk 3, onderdeel 5.2a.
Plannen en Kadernotities
•
•
•
•
•
•
•
•
Woonagenda (raadsbesluit, 2014)
Programma ondernemende stad
Detailhandelsvisie (raadsbesluit, 2014)
Koersdocument kantorenmarkt Apeldoorn
Over welstand geschreven -Welstandsnota (raadsbesluit, 2004)
Vigerende bestemmingsplannen (diverse raadsbesluiten)
Regieplan binnenstad (raadsbesluit, 2010)
Strategisch handhavingsplan (raadsbesluit, 2014)
Door! met de buitenstad
Rekening
Beleidsproduct
310/311/560Handel en ambacht
560
Openluchtrecreatie
810
Ruimtelijke ontwikkeling
822
Volkshuisvesting
823
Omgevingsvergunningen, activiteit
bouwen
830
Bouwgrondexploitatie
Saldo van baten en lasten voor bestemming
Reserve BROA
Egalisatie Bouwleges
Concern bedr.voer.res.Algemeen
Algemene reserve Grondbedrijf
Reserve bedrijfsvoering / overlopende projecten
Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting
Meerjarenbegroting
Saldo
2014
-1.413
-487
-10.098
-6.911
4.641
Saldo
2015
-1.722
-548
-6.757
-7.292
4.187
Lasten
2016
2.455
649
9.271
7.756
Baten
2016
539
-9.054
-23.322
7.540
-3.114
73
10
341
-18.472
-1.505
-13.637
2.365
109
145
1.405
50.067
70.198
-9.613
73.784
113
3.586
717
448
3.586
Saldo
2016
-1.916
-649
-8.554
-7.308
3.586
Saldo
2017
-1.724
-655
-5.966
-7.299
3.610
Saldo
2018
-1.731
-785
-4.874
-7.189
3.532
Saldo
2019
-1.744
-791
-4.825
-7.109
3.535
49.904
55.194
5.004
3.491
-163
-15.004
5.004
-95
-163
-12.197
1.513
-56
-13
-11.060
250
-112
-13
-10.947
157
-60
163
163
163
13
13
63.852
-9.932
-10.577
-10.909
-10.837
3
Financiële beschouwingen
115
3 Financiële beschouwingen
3.0 Inleiding
In de nota van aanbieding (Hoofdstuk 1) hebben we de contouren en kaders uiteengezet die wij
bij de opstelling van deze MPB in acht hebben genomen. In dit hoofdstuk geven wij een
toelichting op de financiële effecten.
In de afgelopen periode hebben we uw raad frequent geïnformeerd over de ontwikkelingen die
verband houden met de drie grote decentralisaties (drie D’s). Niet alleen over de grote mate van
(financiële) onzekerheden waar wij ons – en overigens alle gemeenten – voor geplaatst zien,
maar ook over onze actieve lobbystrategie om het voor Apeldoorn dreigende onheil te keren.
Dat lijkt zijn vruchten af te werpen, maar tegelijkertijd moeten we constateren dat veel
onzekerheden en risico’s hiermee nog niet zijn weggenomen.
Dit gegeven heeft ook zijn weerslag gehad op het voorbereidingsproces van deze MPB. Naast het
actieve lobbyproces hebben we ook intern maatregelen getroffen. Het afwachten van de verdere
ontwikkelingen was voor ons geen optie. In een vroeg stadium van dit voorbereidingsproces
hebben wij daarom besloten om drie stuurgroepen in te stellen met als opdracht om
ombuigingsmogelijkheden in kaart te brengen ten behoeve van onze integrale MPB-afweging.
Aanleiding hiervoor was primair de grote mate van financiële onzekerheid, m.n. in het sociale
domein. Ook hierover hebben we u geïnformeerd.
We hebben hierbij de volgende stuurgroepen onderscheiden:
• stuurgroep Zorg;
• stuurgroep Werk en Inkomen;
• stuurgroep overig Algemene Dienst.
De stuurgroepen zijn samengesteld uit de betrokken portefeuillehouders, leden van de
directieraad en adviseurs van de betrokken eenheden.
Uw raad heeft ons verzocht om inzicht te krijgen in de door de stuurgroepen in kaart gebrachte
ombuigingsmogelijkheden. Hiervoor verwijzen wij u naar bijlage 4 van deze MPB.
Verderop in dit hoofdstuk lichten wij toe welke van deze mogelijkheden wij hebben ingeboekt.
De criteria die wij hierbij hebben gehanteerd zijn:
• maatregelen die weinig tot geen nadelige beleidsmatige of maatschappelijke effecten hebben;
• maatregelen die onder gunstiger financiële omstandigheden in de toekomst omkeerbaar zijn.
In het volgende overzicht presenteren wij u de financiële meerjarenuitkomst van de MPB
2016-2019. Daar hebben we de prognoses zoals wij u die in de Voorjaarsnota (VJN) 2015
hebben gepresenteerd aan toegevoegd, aangezien die voor uw raad het referentiepunt vormen.
In het vervolg lichten wij elk punt van dit overzicht toe en gaan in op de verschillen tussen de
prognoses in de VJN 2015 en de financiële uitkomst van deze MPB.
Tot slot van deze inleiding melden wij u dat kort voor de publicatie van deze MPB de
septembercirculaire over het Gemeentefonds is verschenen. Die wordt momenteel geanalyseerd.
Wij zullen u daarover zo spoedig mogelijk - voorafgaand aan de raadsbehandeling van de MPB informeren. De gevolgen van deze circulaire zijn dus niet in deze MPB verwerkt.
117
Meerjarendoorrekening Voorjaarsnota 2015
(bedragen * € 1.000,-)
Prognose meerjarenuitkomst eenheidsplannen inclusief
1
verwerkte BBB-mutaties VJN (pré-BBB)
2
3
4
5
6
7
8
Subtotaal 1 ten gunste van de Algemene Dienst
Ontwikkeling Gemeentefonds
Subtotaal 2 ten gunste van de Algemene Dienst
Wmo, Beschermd Wonen GGZ, maatschappelijke opvang
en Jeugd
a. Invoering objectief verdeelmodel Wmo lokaal
Vrij te spelen budgetruimte
b. Invoering objectief verdeelmodel Wmo beschermd
wonen
c. Maatschappelijke opvang/Regionaal Kompas
Vrij te spelen budgetruimte
d. Invoering objectief verdeelmodel Jeugd
Vrij te spelen budgetruimte
Subtotaal 3 ten laste van de Algemene Dienst
I-deel WWB
a. Eigen Risico t.l.v. AD
b. Nadeel na correctie eigen risico
c. Stelpost verbetering model
d. Stelpost bijdrage uit vangnet
e. Vrij te spelen budgetruimte
NIET SPECIFIEK BENOEMD in VJN
b. Invoering verdeelmodel Participatie
Vrij te spelen budgetruimte (taakstelling doorgeven aan
Felua)
Subtotaal 4 ten laste van de Algemene Dienst
Ambities
a. Ruimte voor ambities
b. Vrij te spelen budgetruimte AD
Subtotaal 5
Opvangbuffers
Aangepaste opvangbuffer
Overig vrij te spelen budgtruimte AD
Subtotaal 6
a. Totaal (subtotaal 1 t/m 6)
b. Storting in Algemene Reserve (AR)
c. Indicatieve einduitkomst
Stand AR totaal
Stand AR per 31-12
Stand AR inlopen tekort grondexploitaties per 31-12:
118
2016
2.335
2017
3.135
2018
3.398
2019
3.953
2.335
115
3.135
671
3.398
1.489
3.953
1.489
115
671
1.489
1.489
-660
660
pm
-2.000
1.000
-800
800
-1.000
-1.320
1.320
pm
-2.000
1.000
-1.600
1.600
-1.000
-1.980
1.980
pm
-2.000
1.000
-1.600
1.600
-1.000
-2.640
2.640
pm
-2.000
1.000
-1.600
1.600
-1.000
-3.101
-3.403
1.701
851
851
-2.910
-6.973
3.487
1.744
1.743
-2.686
-10.693
5.346
2.673
2.673
-2.788
-11.001
5.501
2.751
2.750
0
0
-3.100
0
0
-2.909
0
0
-2.687
0
0
-2.787
-pm
pm
0
-pm
pm
0
-pm
pm
0
-pm
pm
0
1.650
1.650
0
0
0
-2.296
2.400
104
1
-1
0
-3.742
2.900
-842
358
-358
0
-3.742
3.400
-342
1.312
-1.312
0
14.331
-31.120
14.331
-25.755
14.690
-20.208
16.002
-14.472
Per 31-122022
19.939
3.931
Meerjarendoorrekening
voorstellen MPB 2016-2019
1
2
3
(bedragen * € 1.000,-)
a. Uitkomst BBB 2016-2019
b. Correctie heffingen recreatieve branche
c. Schrappen taakstelling vastgoed
Subtotaal 1 ten gunste van de Algemene Dienst
Ontwikkeling Gemeentefonds
stijging AU accres
uitgavenstelpost Wmo huishoudelijke hulp
uitgavenstelpost Eigen kracht/We can young
uitgavenstelpost vrouwenopvang
Subtotaal 2 ten gunste van de Algemene Dienst
Domein Zorg (Wmo, Beschermd Wonen, GGZ,
Maatschappelijke
opvang en Jeugd)
a. Invoering objectief verdeelmodel Wmo lokaal
Effect rijkskorting macrobudget/hogere uitgaven
extramuralisering
Verlaging budgetten Wmo lokaal
b. Wmo beschermd wonen
Hogere rijksvergoeding beschermd wonen
Hogere uitgaven beschermd wonen
c. Maatschappelijke opvang nadeel verdeelmodel en
inzicht
realisatie
Verlaging
uitgaven binnen het domein (w.o. tarieven)
4
Verlaging budgetten maatchappelijke opvang
d. Invoering objectief verdeelmodel Jeugd
Verlaging budgetten Jeugd
e. Ingeboekte ombuigingsmogelijkheden Stuurgroep Zorg
Subtotaal 3 ten laste van de Algemen Dienst
Domein Inkomensvoorziening en Participatie
a. I-deel WWB
Eigen Risico t.l.v. AD
Nadeel na correctie eigen risico
Stelpost verbetering model
Stelpost bijdrage uit vangnet
Vrij te spelen budgetruimte
b. Invoering verdeelmodel Participatie (meicirculaire)
Uitgavenstelpost reintegratie: toename doelgroep
Verlaging uitgaven binnen het domein: toename
doelgroep
In te verdienen door Felua
c. Ingeboekte ombuigingsmogelijkheden Stuurgroep Werk
en
Inkomen
Subtotaal
4 ten laste van de Algemene Dienst
5
Voorstellen tot beschikbaar stellen van extra budgetten
5.1 Algemeen
a. Verkiezingsborden en -spandoeken
b. Digitalisering bouwarchief
c. Gifvrije onkruidbestrijding op verhardingen
119
2016
2.467
-750
-390
1.327
2017
3.207
-100
-100
3.007
2018
4.359
2019
4.826
-100
4.259
-100
4.726
2.522
-180
-40
-29
2.273
1.263
-400
2.025
-400
4.078
-400
-58
805
-315
1.310
-315
3.363
-1.873
-1.400
3.273
-2.935
-3.000
5.935
-3.833
-3.000
6.833
-4.098
-3.000
7.098
5.600
-5.600
-3.100
1.000
1.100
-1.950
1.950
935
-65
5.600
-5.600
-3.600
1.000
1.600
-657
657
935
-65
5.600
-5.600
-3.600
1.000
1.600
-550
550
935
-65
5.600
-5.600
-3.600
1.000
1.600
-506
506
935
-65
-2.101
-3.403
1.701
1.702
-1.823
-1.910
-6.973
3.487
1.744
1.743
-3.612
-1.685
-10.693
5.346
2.673
2.673
-5.110
-253
-1.788
-11.001
5.501
2.751
2.750
-6.178
-484
117
1.706
550
-1.550
10
3.602
50
-1.860
5.363
50
-1.635
6.662
50
-1.738
-20
-167
0
-20
-166
0
-20
-167
0
0
(bedragen * € 1.000,-)
5.2 Voorstellen uitwerking Bestuursakkoord
a. Comfortabele gezinsstad
- Innovatie Zorg en Werk
- Van noodopvang, naar AZC naar tijdelijke reguliere
huisvesting
- Sport is meer dan Sport
6
7
8
- Jonge Cultuur
- Tunnel Laan van Osseveld
1. Startbudget t.l.v. BROA
2. Storting in BROA t.l.v. AD
- Gevels en monumentale panden
- Bouwtoezicht en handhaving
b. Veelzijdige economie
- Ondernemende stad
- Clean Tech
- Binnenstad en Binnenstadsfonds
- Zwitsal
c. Toeristisch toplandschap
- Welkom in Apeldoorn
- Citymarketing
- Topevenementen
d. Duurzaamheid als rode draad
- Vol gas op energietransitie
e. Voor alle 3 strategische doelen
- Lobby
Subtotaal 5 ten laste van de Algemene Dienst
Terugvalopties
a. Ruimte voor toekomstige ontwikkelingen en
terugvaloptie
b.
Ingeboekte ombuigingsmogelijkheden Stuurgroep AD
Subtotaal 6
a. Subtotaal 7 (subtotaal 1 t/m 6) MPB 2016-2019
b. Storting in Algemene Reserve (AR)
c. Eindtotaal MPB 2016-2019
Stand AR totaal
Stand AR per 31-12:
Stand AR inlopen tekort grondexploitatie per 31-12:
120
2016
2017
2018
2019
-500
-150
-150
-pm
-pm
-pm
-150
-200
-200
-100
-pm
-200
-100
-pm
-200
-100
-pm
-100
-pm
-pm
-pm
-475
-pm
-pm
-100
-100
-200
-pm
-100
-100
-pm
-pm
-100
-100
-pm
-pm
-100
-100
-pm
-pm
-100
-325
-200
-100
-325
-200
-225
-325
-200
-225
-325
-200
-100
-100
-pm
-pm
-75
-2.467
-75
-1.637
-75
-1.511
-75
-1.820
-1.000
1.706
706
224
-224
0
-2.000
2.166
166
416
-416
0
-3.000
2.166
-834
1.524
-1.524
0
-4.000
2.166
-1.834
2.632
-2.632
0
15.854
-31.120
16.271
-25.755
17.794
-20.208
20.427
-14.472
(-600)
Per 31-122022
29.749
3.931
3.1 Toelichtingen meerjarendoorrekening MPB 2016-2019
Voor de hierna opgenomen toelichting op de onderdelen volgen we de nummering zoals in die in
het financiële meerjarenoverzicht is opgenomen.
Ad 1. Begroting Bestaand Beleid (BBB)
1a Uitkomst van de BBB
In de VJN 2015 is een inschatting gegeven van de uitkomst van de BBB (de zogenaamde pré
BBB). Nadien is de feitelijke BBB-uitkomst bepaald (zie 1a) met inbegrip van de meicirculaire over
het Gemeentefonds (GF). De effecten van de meicirculaire lichten wij toe onder ad 2.
Dit geheel levert een verschil op tussen de veronderstelde uitkomst van de VJN en de feitelijke
uitkomst. De verschillen lichten we hierna toe.
• Tribuut
Medio dit jaar heeft u besloten om met de gemeenten Epe, Lochem, Voorst en Zutphen de
belastingtaak te laten uitvoeren door de gemeenschappelijke regeling Tribuut. Voor Apeldoorn
leidt dit tot een besparing oplopend tot € 500.000 in 2019. In de MPB 2015-2018 was
hiervoor een taakstelling opgenomen oplopend tot € 300.000 per 2017. Een deel van de
hogere besparing komt ten gunste van de tarieven voor afval-, riool- en hondenbelasting.
Het resterende voordeel voor de Algemene Dienst, dat oploopt tot € 157.000 in 2019 is in de
BBB verwerkt.
• Rente over ‘Niet in exploitatie genomen gronden’ (Niegg’s)
In de VJN is een extra rentevoordeel opgenomen vanwege een dalende rente. Een deel van dit
rentevoordeel wordt doorgegeven aan het Grondbedrijf. De in de VJN gehanteerde rente
bedraagt 3%. Conform de suggestie vanuit uw raad hebben wij de rente op de Niegg’s verder
verlaagd naar 2%. Omdat bij Niegg's het voornemen bestaat tot afstoten van deze gronden en
het gemeentelijk eigendom derhalve niet permanent is, betekent dit ook dat we qua
financiering kunnen werken met leningen met kortere looptijden waarvan de rente lager is.
Deze aanpassing heeft geen effect op de BBB-uitkomst. Tegenover de lagere rentekosten voor
de Niegg's staat een lager rentevoordeel voor de Algemene Dienst.
• Areaal, indexering en rente
In de VJN zijn inschattingen gemaakt van arealen (toename groen en verharding), uitkomsten
van aangepaste indexering en rente. Uit de definitieve doorrekening naar alle producten blijkt
dat er t.o.v. de VJN een voordelig verschil ontstaat.
• Trap op trap af bedrijfsvoering Werkplein Activerium (WA)
Wij hanteren al jaren het fenomeen van areaalgroei in de openbare ruimte. Jaar op jaar passen
we daarbij de budgetten voor onderhoud aan op de verwachte groei van de te onderhouden
m2, aantal lichtmasten etc.
Omdat de personele capaciteit van WA geen gelijke tred houdt met de ontwikkeling van het
aantal bijstandsgerechtigden, is in de MPB 2015-2018 besloten tot een structurele uitbreiding
van de formatie met € 700.000. De capaciteitsuitbreiding was gebaseerd op het
formatieonderzoek Activerium, uitgevoerd door een extern adviesbureau. Als basis voor dit
onderzoek geldt de actuele stand van het aantal bijstandsgerechtigden per 1 januari 2014.
In die MPB hebben wij aangekondigd een trap op- trap af systematiek uit te werken, waarbij de
ontwikkeling van de personele formatie wordt afgestemd op de ontwikkeling van het aantal
bijstandsgerechtigden. Om de schommelingen in het bestand – ook in te toekomst - te kunnen
opvangen, heeft het externe adviesbureau in voornoemde formatieonderzoek een voorstel
gedaan. Op basis hiervan stellen wij voor om de formatie naast de inkomensgerelateerde
werklast ook voor de handhavinggerelateerde taken, jaarlijks mee te laten bewegen. In deze
variant wordt naast de vaste formatie, de variabele formatie samenhangend met de reïntegratie
gefixeerd. De formatie samenhangend met de inkomensgerelateerde en handhavingstaken kan
121
veranderen. Voor schuldhulpverlening hebben wij er voor gekozen dezelfde systematiek toe te
passen.
Gesaldeerd betekent dit een uitbreiding van de personele capaciteit bij de eenheid WA met 5
fte. Dit komt neer op een jaarlijks benodigd extra budget van € 387.000. Dit bedrag heeft
betrekking op salariskosten en kosten van ondersteuning.
In de verdeelsystematiek van het Gemeentefonds zit ook een component voor vergoeding van
apparaatskosten, die wordt verhoogd indien het aantal bijstandsgerechtigden stijgt. Dat zien
we nu ook terug in onze uitkering uit het Gemeentefonds.
Wij hebben in de BBB het extra budget van € 387.000 structureel opgenomen. Bij elke nieuwe
begrotingscyclus – vooreerst bij de VJN 2016 – zullen we, afhankelijk van de volumeontwikkeling, de personele formatie neer- dan wel opwaarts bijstellen.
• Bestemming Klijnsma-gelden voor gemeentelijke sociaal vangnet
In de VJN hebben wij aangekondigd om op grond van het feitelijk uitgavenverloop voor het
sociaal vangnet in de eerste helft van dit jaar, te zullen bezien welk deel van de zogenaamde
Klijnsma-gelden structureel benodigd is voor de uitvoering van het door uw raad vastgestelde
beleid. Op basis van een recente prognose blijkt dat de in de VJN toegekende
€ 750.000 ook daadwerkelijk nodig is. Binnen het sociaal vangnet ontstaat in 2015 enerzijds
een voordeel op de uitgaven collectieve ziektekostenverzekering, maar anderzijds doen zich
nadelen voor op de onderdelen beschermingsbewind en kosten levensonderhoud van exasielzoekers. Bovendien dient uit de toegekende € 750.000 de uitgaven voor ZZP-ers in de
bijstand en de ZZP-ers die een inkomen op bijstandsniveau hebben, te worden bekostigd. In de
BBB hebben we daarom het sociaal vangnet met structureel € 750.000 verhoogd.
1b. Correctie heffing recreatieve branche
Wij hebben de uitwerking van motie 26 ‘De toeristische route’ bij onze integrale MPB-afweging
betrokken. Wij hebben besloten de hieruit voortvloeiende voorstellen te betrekken bij de VJN
2016. In dat verband willen we de noodzaak tot invoering van de voorstellen opnieuw tegen het
licht houden.
In de BBB-doorrekening (ad 1a) is conform de MPB 2015-2018 onder de titel ‘invoering
forensenbelasting’ rekening gehouden met een netto opbrengt van € 750.000 in 2016, oplopend
tot € 850.000 in 2017 en verdere jaren. Ons besluit houdt in dat deze budgetreeks met een jaar
moet worden doorgeschoven. Dat leidt tot een nadelig effect van € 750.000 in 2016 en €
100.000 in 2017. Dit is onder ad 1b verwerkt.
1c. Schrappen taakstelling vastgoed
Na consultatie van uw raad hebben wij definitief besloten tot het afstoten van het oneigenlijk
woningbezit. Een lopende taakstelling tot afstoten van dit vastgoed kan hierdoor niet worden
gerealiseerd. Die taakstelling hebben we geschrapt.
Tegenover dit nadeel staat als gevolg van boekwinst een eenmalig voordeel van € 1,3 miljoen in
2015. Die is in de Algemene Reserve gestort.
Ad 2. Ontwikkeling Gemeentefonds (GF)
Een belangrijk onderdeel van de inschattingen in de VJN had betrekking op de uitkering uit het
GF. Hiervan is ook nu weer gebleken dat, vanwege de dynamiek in de financiële verhouding met
het rijk, het steeds moeizamer wordt om daarover - voorafgaande aan de circulaires voorspellingen te doen. Wij hebben u op hoofdlijnen geïnformeerd over de ontwikkeling van de
GF-uitkering als gevolg van de meicirculaire. Per saldo resulteerde dat in een oplopend nadeel van
€ 3 miljoen, waarbij rekening is gehouden met hogere uitgaven in het sociale domein.
In deze paragraaf beperken we ons tot de reguliere algemene uitkering; de algemene uitkering
exclusief de vergoedingen die we via het GF ontvangen voor de drie D’s. De gevolgen van de
meicirculaire voor de integratie uitkering sociaal domein (WMO, jeugd en participatie) komen
onder punten 3 en 4 van dit hoofdstuk aan de orde.
De algemene uitkering is vooral in 2016 positief door een hoger accres dan vorig jaar het geval
was. Dat komt omdat het kabinet in 2016 onder verbeterde economische omstandigheden
122
hogere rijksuitgaven verwacht. De jaren daarna laten een wisselend beeld zien. Of die hogere
rijksuitgaven ook werkelijkheid worden is altijd de vraag. Zeker in 2015 werd zichtbaar wat de
gevolgen voor gemeenten kunnen zijn, als het kabinet om verschillende redenen tot lagere dan
geraamde uitgaven komt. Dat leverde ons over 2014 en 2015 een korting van € 4,7 miljoen op.
In BBB hebben wij toch de meicirculaire onverkort als vertrekpunt gekozen. De provinciale
toezichthouder eist dit ook van ons.
Naast de accresontwikkeling is sprake van een aantal geoormerkte toevoegingen en één korting
op het GF. Die lichten wij hieronder toe.
In de VJN zijn wij uitgegaan van een hogere reguliere algemene uitkering in 2019 van afgerond
€ 1,5 miljoen. In deze BBB is die hoger; in 2019 ruim € 4 miljoen (zie onder ad2, stijging AUaccres van de financiële meerjarendoorrekening).
Geoormerkte toevoegingen GF
Via de meicirculaire heeft het kabinet de volgende geoormerkte bedragen aan de GF-uitkering
toegevoegd. Hiervoor hebben we de volgende uitgavenstelposten opgenomen.
• Wmo huishoudelijke hulp
Het kabinet heeft vanaf 2016 een tot € 400.000 oplopend budget aan het GF toegevoegd
vanwege verwachte hogere uitgaven WMO huishoudelijke hulp als gevolg van
extramuralisering (mensen uit instellingen overbrengen naar een meer zelfstandige eigen
huishouding, waar ze wel ondersteuning krijgen). Dit onderdeel heeft een relatie met de
gedecentraliseerde WMO-taken, waar vanaf 2016 ook sprake zal zijn van toenemende kosten
als gevolg van extramuralisering. Omdat we nog niet weten hoe de werkelijke uitgaven zich
zullen ontwikkelen, hebben wij hiervoor een stelpost van structureel € 400.000 (€ 180.000 in
2016) opgenomen in afwachting van een integraal voorstel van de vakeenheid.
• Eigen kracht
Het programma eigen kracht heeft betrekking op het activeren van vrouwen met een afstand
tot de arbeidsmarkt richting werk. De centrumgemeenten van de arbeidsmarktregio’s, zoals
Apeldoorn, ontvangen hiervoor in 2015 en 2016 per gemeente € 30.000.
Wij hebben hiervoor een stelpost opgenomen.
• We can young
Het programma we can young beoogt de relationele en seksuele weerbaarheid van jongeren te
vergroten en daarmee een bijdrage te leveren aan de preventie van geweld tegen vrouwen. In
2012, 2013 en 2014 heeft Apeldoorn ook deelgenomen aan dit programma. Voor 2015 en
2016 ontvangen elf gemeenten, waaronder Apeldoorn, € 10.000 per jaar. Ook hiervoor
hebben we een stelpost opgenomen.
• Vrouwenopvang
Wij ontvangen als centrumgemeente budget voor de taak vrouwenopvang. In de circulaire is
sprake van een groei van het regionaal in te zetten budget ten opzichte van de in de MPB
2015-2018 opgenomen budgetreeks. Er is sprake van een toename van € 29.000 in 2016
naar € 315.000 in 2018 en verder. Ook deze extra middelen hebben we in de vorm van een
stelpost in de BBB verwerkt.
Geoormerkte kortingen GF
We worden opnieuw gekort op het budget voor maatschappelijke opvang. Vanwege de sterke
samenhang met de gedecentraliseerde Wmo taak voor beschermd wonen lichten we de
achtergrond hiervan toe onder ad 3 van dit hoofdstuk.
123
Inflatiecorrectie sociaal domein
Het Rijk presenteert in de meicirculaire 2015 de integratievergoeding sociaal domein opnieuw in
constante prijzen. Wel geeft het kabinet aan, dat zij mogelijk in de septembercirculaire de
budgetten gaat indexeren. Zij zal daarbij het prijspeil bruto binnenlands product hanteren van
0,8% in 2016 en 0,5% in 2017 en verder. In de BBB 2016-2019 hebben wij zowel in de
algemene uitkering als via uitgavenstelposten op de begrotingsprogramma’s 5 (Jeugd), 6
(Participatie) en 7 (Wmo), met deze cumulatieve inflatiecorrectie rekening gehouden. De
inflatiecorrectie loopt in het laatste jaar (2019) op tot € 2,9 miljoen.
Ad 3. Domein zorg (Wmo lokaal, Wmo beschermd wonen, maatschappelijke
opvang en jeugd)
De rijksvergoedingen voor de drie D’s worden via het GF aan gemeenten verstrekt.
In deze paragraaf gaan we in op het zorgdomein op grond van de meicirculaire GF, met daarbij
bijzondere aandacht voor het onderdeel beschermd wonen. Omdat maatschappelijke opvang
nauw gerelateerd is aan beschermd wonen, nemen we dit onderdeel hieronder ook mee.
In financiële zin volgen we de eerder met uw raad afgesproken lijn, dat de decentralisaties
worden uitgevoerd met het geld dat we daarvoor vanuit het rijk - aangevuld met de eigen
bijdragen van de cliënten - ontvangen.
3a. Objectief verdeelmodel Wmo lokaal en extramuralisering
We hebben bij de Wmo lokaal te maken met zowel een oplopende korting vanwege de
gefaseerde invoering van het objectief verdeelmodel (afgerond van € 1,8 miljoen in 2016 naar
€ 4,1 miljoen in 2019) als hogere uitgaven als gevolg van extramuralisering (€ 1,4 miljoen in
2016 naar € 3 miljoen vanaf 2017). De programmabudgetten zullen voor 2016-2019 op de
beschikbare rijksmiddelen worden afgestemd, terwijl binnen het domein ook ruimte moet worden
gevonden voor de meeruitgaven extramuralisering. Daarover verderop meer.
3b. Wmo beschermd wonen
Vooral dit onderdeel vraagt sinds een aantal maanden veel ambtelijke en bestuurlijke aandacht. In
eigen huis is daartoe een projectteam ingesteld. Maar ook in het collectief G32 en VNG-verband
wordt een grote inzet gepleegd om grip te krijgen op de onvolledige brongegevens en
cliëntendata, zoals die door het Rijk per 1 januari 2015 aan de gemeenten zijn overgedragen.
Deze valse start heeft tot gevolg dat er een verschil is tussen het door het Rijk beschikbare
macrobudget en de verplichtingen waar wij voor komen te staan.
In de zomer heeft het bureau HHM een onderzoek uitgevoerd gericht op het verkrijgen van
sluitende data, inzicht in de werkelijke AWBZ uitgaven 2014 en de daaruit te verwachten
uitgaven 2015. Van de 43 centrumgemeenten hebben er 27, waaronder Apeldoorn, HHM hiertoe
opdracht verstrekt. Wij hebben het bureau vervolgens nog een aanvullende opdracht gegeven
voor een nadere verdieping naar de geleverde (financiële) prestaties in 2014. Deze zijn mede
bepalend voor de noodzakelijke omvang van het macrobudget beschermd wonen en het
Apeldoorns aandeel daarin.
Daarnaast zijn wij in overleg getreden met de aanbieders van beschermd wonen (en
maatschappelijke opvang) om met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015 tot bijstelling van de
gesloten Raamovereenkomst te komen. Wij zijn nog volop in gesprek met de aanbieders. Deze
hebben zich tot nu toe constructief opgesteld en onderkennen de problematiek waar de
gemeente voor staat. Zij hebben in dit kader aandacht gevraagd voor de administratieve lasten
die zij tot heden ondervinden. Wij hebben de verwachting, dat met een verlaging van de tariefstructuur een substantieel deel van het oorspronkelijk ingeschatte miljoenentekort voorkomen kan
worden. Of dit met terugwerkende kracht tot 1-1-2015 mogelijk zal zijn, is nog een belangrijk
bespreekpunt. Voor de aanbieders leidt de aanpassing van de Raamovereenkomst tot aanzienlijke
verlichting van hun administratieve lasten.
Wij hebben de tariefaanpassing aan HHM voorgelegd met de vraag, of deze realistisch is. HHM
heeft dit bevestigd.
124
Dan is er het macrobudget en ons aandeel daarin. Wij blijven vasthouden aan het uitgangspunt,
dat Apeldoorn recht heeft op een budget voor beschermd wonen dat nodig is om de geïndiceerde
zorg aan cliënten te kunnen leveren. Beschermd wonen is de enige decentralisatie die zonder
korting op de budgetten naar gemeenten is overgedragen. Toch dreigt een aanzienlijk tekort,
zeker na de herverdeling van het macrobudget zoals in de meicirculaire 2015 heeft
plaatsgevonden en waarbij wij voor € 3 miljoen worden gekort. Wij hebben HHM gevraagd om in
lijn met hun onderzoek naar cliëntdata, tarieven etc. ook een onderbouwing te geven van de
werkelijke AWBZ uitgaven 2014, waarop de rijksvergoeding 2015 en 2016 voor Apeldoorn zou
moeten worden gebaseerd.
De conclusie van HHM is duidelijk: waar in de meicirculaire de rijksvergoeding voor ons op
€ 35,8 miljoen is bepaald, heeft Apeldoorn recht op een bedrag dat € 5,6 miljoen hoger ligt. Wij
gaan er van uit dat wij dit budget van het rijk krijgen om de zorgcontinuïteit te kunnen leveren.
Deze hogere vergoeding is dan ook volledig nodig ter dekking van de verwachte uitgaven.
De hiervoor beschreven aanpassing van de Raamovereenkomst met de aanbieders en een hogere
rijksvergoeding van € 5,6 miljoen leiden er toe, dat wij binnen het beschikbare budget voor
beschermd wonen kunnen blijven. Vanzelfsprekend met inachtneming van een aantal risico’s dat
wij hierna toelichten. Wij willen hier benadrukken, dat voor aanpassing van de
Raamovereenkomst overeenstemming met de aanbieders een vereiste is.
3c. Maatschappelijke opvang
Ook op dit onderdeel hebben we te maken met een aanzienlijke overschrijding. Dit als gevolg van
zowel een korting op de rijksvergoeding, als van een hoger aantal cliënten dan kon worden
voorzien. We ramen het tekort op € 3,1 miljoen in 2016, oplopend tot € 3,6 miljoen in 2017 en
verdere jaren. Als wij overeenstemming bereiken met de aanbieders levert aanpassing van de
Raamovereenkomst een aanzienlijke bezuiniging op, maar dan blijft er nog altijd een tekort over
van € 2,1 miljoen in 2016 en € 2,6 miljoen structureel. In de VJN 2015 hebben wij opgenomen
dat € 1 miljoen van dit tekort als toegestaan nadeel wordt opgevangen door de Algemene Dienst.
Het restant van € 1,1 miljoen in 2016 en € 1,6 miljoen vanaf 2017 zal binnen het zorgdomein
opgevangen moeten worden. Medio september zijn wij nog in gesprek met de aanbieders.
3d. Jeugdzorg
Bij jeugd is sprake van twee bewegingen: als gevolg van de gefaseerde invoering van het
objectief verdeelmodel worden wij in het eerste jaar fors gekort, maar de jaren daarna neemt ons
aandeel in het macrobudget veel minder sterk af. Uit de meicirculaire valt niet op te maken,
waardoor dat komt. Naar onze inschatting heeft dit een aantal redenen:
• het macrobudget jeugd wordt door het Rijk gekort vanwege onderuitputting op de AWBZ
uitgaven 2014. Deze korting bedraagt ruim € 100 miljoen; voor ons ca. € 1 miljoen. Dit komt
direct in 2016 tot uitdrukking;
• het effect voor Apeldoorn van het objectief verdeelmodel jeugd is minder nadelig, dan het Rijk
bij eerste doorrekening in het najaar 2014 liet weten. Op die weergave hebben wij de
inverdientaakstelling in de VJN 2015 gebaseerd;
• actualisatie historische budgetverdeling jeugd met afwijkend woonplaatsbeginsel (voogdij) en
jeugd 18+.
Voor de goede orde: in deze tabel staan enkel de nieuwe bezuinigingen genoemd. Deze komen
bovenop de al bekende bezuinigingen bij de jeugdzorg van 5% van het totaalbudget per
1-1-2016 en 10% per 1-1-2017 (samen € 4 miljoen). Deze afbouw was reeds in de MPB 20152018 verwerkt, maar moet nog wel worden gerealiseerd.
Dekking tekorten Wmo lokaal, maatschappelijke opvang en jeugd
Wij hebben de in de BBB opgenomen budgetten 2016 en verder voor WMO lokaal, jeugd en
maatschappelijke opvang verlaagd tot het niveau van de rijksvergoeding zoals die in de
meicirculaire 2015 zijn opgenomen. De benodigde dekking voor uitgaven extramuralisering
dient eveneens binnen de bestaande budgetten gerealiseerd te worden. Per saldo gaat het in
2016 dan om een bedrag van afgerond € 7,3 miljoen aan budgetverlaging. Vanaf 2017
neemt de noodzaak tot verdere ombuigingen toe: afgerond € 9,2 miljoen (2017), € 9,98
miljoen (2018) en € 10,2 miljoen (2019).
125
Subdomein (bedragen x € 1.000)
3a. WMO lokaal
3c. Maatschappelijke opvang
3d. Jeugd
Totaal zorgdomein
2016
3.273
2.100
1.950
7.323
2017
5.935
2.600
657
9.192
2018
6.833
2.600
550
9.983
2019
7.098
2.600
506
10.204
Voor de volledigheid treft u hieronder de opbouw van de budgetverlagingen aan.
Het zorgdomein staat met deze reeks voor een enorme opgave. Waar mogelijk te realiseren
via transformatie en innovatie binnen de zorg.
Risico’s binnen het zorgdomein
De onzekerheden in deze MPB voor wat betreft het sociaal domein zijn groot en worden
veroorzaakt door een gebrek aan inzicht in de werkelijke uitgaven 2015, cumulerende
effecten van de objectieve verdeelmodellen en de voortslepende discussie over de omvang
van de rijksvergoeding. In paragraaf 4.1 Weerstandsvermogen en risicobeheersing van deze
MPB wordt hier verder op ingegaan.
Hier willen we de risico’s met betrekking tot beschermd wonen benadrukken. Voor
beschermd wordt het beschikbare budget gebaseerd op:
- het macrobudget volgens de meicirculaire
€ 35,8 miljoen
- de eigen bijdrage van cliënten
€ 2,3 miljoen
- de hogere rijksvergoeding conform advies HHM
€ 5,6 miljoen
Beschikbaar
€ 43,7 miljoen
Het is evident dat de € 5,6 miljoen hogere rijksvergoeding, ondanks de heldere
onderbouwing door HHM, een risicofactor is. Wij blijven in VNG en G32-verband bij het Rijk
pleiten voor ophoging van de rijksvergoeding. Dat is echter geen garantie op succes.
Daarnaast kent dit beleidsveld nog een aantal andere risico’s:
- Inning eigen bijdrage cliënten door het CAK;
- Volumegroei na 1 september 2015;
- Verborgen cliënten PGB (niet in data overdracht, wel indicatie).
Hier staat een positief risico tegenover, namelijk dat de aanbieders in 2015, 2016 en 2017
nog een deel van hun huisvestingskosten bij het Rijk kunnen declareren. De tariefafspraken
die wij met de aanbieders hopen te maken houden hier rekening mee, waardoor in
genoemde jaren de uitgaven respectievelijk € 2,3 miljoen, € 1,6 miljoen en € 0,7 miljoen
lager kunnen uitvallen. Dit voordeel zal worden ingezet ter dekking van genoemde risico’s.
3e. Ingeboekte ombuigingsmogelijkheden stuurgroep Zorg
In de VJN hebben we voor het zorgdomein een structureel bedrag van € 1 miljoen voor rekening
van de Algemene Dienst gebracht. Dat hield verband met een halvering van de ombuiging op
maatschappelijke opvang/Regionaal Kompas (€ 1 miljoen in plaats van € 2 miljoen). Daarmee zijn
we afgeweken van het uitgangspunt dat we de drie D’s uitvoeren met het geld dat er voor
beschikbaar komt. Om toch zoveel mogelijk dit uitgangspunt te benaderen, hebben we onder 3e
van de door de stuurgroep Zorg aangereikte ombuigingsmogelijkheden de volgende ingeboekt:
Stelpost WMO en budget monitoring:
Verlaging budget woningaanpassing:
Totaal structureel
structureel
structureel
€ 560.000
€ 375.000
€ 935.000
Voor een toelichting op deze ombuigingen verwijzen wij u naar bijlage 4 van deze MPB.
Door deze mogelijkheden in te boeken is het tekort van de VJN van € 1 miljoen teruggebracht tot
€ 65.000 (zie subtotaal 3 van het financiële overzicht).
126
Ad 4. Domein Inkomensvoorziening en Participatie
4a. Inkomensdeel Wet Werk en Bijstand (BUIG)
In 2015 en 2016 is het objectieve verdeelmodel voor het inkomensdeel van de Participatiewet
voor 50% ingevoerd. De overige 50% van de rijksvergoeding wordt historisch verdeeld. Vanaf
2018 wordt het budget volledig objectief verdeeld. Op basis van een eigen risico van gemiddeld
10% in geval van overschrijding van de uitgaven hebben wij in de VJN een tekort ten laste van
de algemene middelen opgenomen. Voor 2016 € 3,1 miljoen aflopend naar afgerond
€ 2,8 miljoen in 2019. Dit is het eigen risico voor gemeenten bij overschrijding van de uitgaven,
vóór dat er een beroep op een (financiële) vangnetregeling kan worden gedaan.
Op 19 juni jl. heeft staatssecretaris Klijnsma de Tweede Kamer over een aantal onderwerpen ten
aanzien van de Participatiewet en het verdeelmodel geïnformeerd. De staatssecretaris heeft na
overleg met de VNG ingestemd met verlaging van het eigen risico. Een item waar ook leden van
ons college in de VNG commissies voor hebben gepleit. Het eigen risico wordt (eerst alleen voor
2015 en 2016) bepaald op een bandbreedte van 5% - 10%. Tot 5% van de rijksvergoeding is
het risico van overschrijding volledig voor rekening van de gemeente. Tussen 5% en 10% draagt
de gemeente de helft van het risico. Boven de 10% kan een volledig beroep worden gedaan op
het vangnet. Deze aanpassing betekent voor ons in 2015 en 2016 een lager eigen risico van
afgerond € 1 miljoen.
Het definitieve vangnet voor 2017 en verder is nog onderwerp van gesprek tussen Rijk, VNG,
Divosa en een aantal gemeenten. De staatssecretaris heeft echter met de stap naar 5% naar
onze mening wel richting aangegeven voor een definitief vangnet. Ook zullen de eerste
verbeteringen van het verdeelmodel naar verwachting voor ons gunstig uitwerken. Onder meer
door het honoreren van de uitgaven voor mensen in instellingen (zak- en kleedgeld). Hoe dit exact
voor ons uitpakt is nu nog niet aan te geven. De optelsom van aanpassing van het vangnet 2015
en 2016 en de verbeteringen in het model zijn voor ons echter zwaarwegend genoeg om u voor
te stellen om de € 1 miljoen verlaging van het eigen risico in 2015 en 2016 structureel in deze
MPB op te nemen. Dit betekent dat er nog een eigen risicodeel op de bijstandsverlening overblijft
van € 2,1 miljoen in 2016, aflopend naar afgerond € 1,8 miljoen in 2019. In lijn met de VJN
2015 wordt het restant eigen risicoaandeel in deze MPB ten laste van de Algemene Dienst
gebracht.
Het tijdelijke vangnet voor 2015 en 2016 kent slechts beperkte toegangscriteria. Wij gaan er dan
ook vanuit dat wij voor deze jaren, voor het tekort boven ons eigen risico, ten volle een beroep
kunnen doen op het vangnet. Omdat vanaf 2017 nog niet duidelijk is welke voorwaarden aan het
vangnet verbonden zullen zijn, hebben wij voor de verdere jaren de ramingen van de VJN 2015
overgenomen. Dit betekent dat de helft van het restant tekort ten laste van het vangnet kan
worden gebracht en dat de andere helft binnen het domein gevonden moet worden.
U treft deze opbouw in de meerjarendoorrekening onder ad 4a aan.
4b. Invoering verdeelmodel Participatie
De decentralisatie via de Participatiewet kent de elementen re-integratie en voormalig WSW.
Het budget voor re-integratie wordt via een objectief verdeelmodel over alle gemeenten verdeeld,
waarbij zowel sprake is van een efficiencytaakstelling als van groei vanwege instroom van
cliënten die niet meer onder de Wajong vallen omdat zij voor een deel arbeidsgeschikt zijn. In de
reeks onder 4b is voor 2016 en 2017 nog sprake van meer efficiencykorting dan instroom,
waardoor wij de uitgaven verlagen. Vanaf 2017 is sprake van het tegenovergestelde en
ontvangen wij ook een hogere rijksvergoeding in de algemene uitkering.
Het budget dat voorheen beschikbaar was voor uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening
(WSW) is ook onder de Participatiewet opgenomen. Zoals bekend vindt vanaf 2015 geen nieuwe
instroom in de sociale werkplaatsen meer plaats. Het jaarlijks aflopende budget dat gemeenten
voor de doelgroep ontvangen is berekend aan de hand van de blijfkans van de zittende populatie
en wordt jaarlijks op basis van eerdere realisatie bijgesteld.
Het rijksbudget betalen wij ieder jaar door aan de Feluagroep, die in haar meerjarenbegroting
rekening houdt met de jaarlijkse afbouw. De onder 4b opgenomen afbouw met € 1,7 miljoen in
2016 tot afgerond € 6,7 miljoen 2019 is op deze systematiek gebaseerd.
127
4c. Ingeboekte ombuigingsmogelijkheden stuurgroep Werk en Inkomen
Binnen dit domein hebben we ook besloten tot inboeking van een aantal
ombuigingsmogelijkheden zoals ons die door de stuurgroep Werk en Inkomen zijn voorgelegd.
Hierbij gaat het om de volgende mogelijkheden:
• Meeneemregeling participatiebudget: eenmalig € 500.000 in 2016;
• Kinderopvang: structureel € 50.000 met ingang van 2016.
Opnieuw verwijzen wij u voor een toelichting op deze maatregelen naar bijlage 4.
Het nadelige subtotaal van dit domein is met bovengenoemde ontwikkelingen t.o.v. de VJN
verlaagd met € 1,55 miljoen in 2016 en € 1,05 miljoen in 2019.
Ad 5. Voorstellen tot beschikbaar stellen van extra budgetten
Op dit onderdeel hebben we een tweedeling aangebracht; enerzijds verzoeken van algemene aard
(5.1) en anderzijds verzoeken die verband houden met de uitwerking van het Bestuursakkoord
(5.2).
5.1 Verzoeken van algemene aard
• Verkiezingsborden en -spandoeken
Het presidium heeft ons bij brief van 17 april 2015 verzocht om bij alle verkiezingen weer één
of meerdere gemeenschappelijke voorzieningen te treffen waarop duidelijk wordt gemaakt dat
er verkiezingen zijn. Het presidium denkt hierbij aan verkiezingsborden voor het plakken van
posters en spandoeken waarop wordt opgeroepen te gaan stemmen en/of waarop politieke
partijen hun logo kunnen laten plaatsen. Het presidium heeft ons verzocht om hiervoor
financiële ruimte in de MPB 2016-2019 op te nemen. Wij hebben dit verzoek gehonoreerd. De
verwachte kosten bedragen maximaal € 20.000 in het jaar dat er verkiezingen worden
gehouden. In 2016 zijn er geen verkiezingen; in 2017, 2018 en 2019 wel.
• Digitalisering bouwarchief
Het bestaande bouwarchief is een belangrijke bron voor het aantonen van rechten en plichten
van burgers, bedrijven en gemeente en is daarom wettelijk aangewezen als register voor de
Basisregistratie adressen en gebouwen. Het wordt veelvuldig geraadpleegd voor het uitvoeren
van gemeentelijke taken en door burgers en bedrijven, o.a. voor het voorbereiden van
bouwprojecten (jaarlijks ca 2.000 door externen en ca 250 door medewerkers gemeente).Het
regeringsbeleid gaat uit van digitale dienstverlening in 2017, waarbij burgers/bedrijven door
digitale selfservice zich van overheidsproducten en diensten kunnen voorzien.
Volgens het Bestuursakkoord Door! kunnen Apeldoorners rekenen op deugdelijke service bij
hun contacten met de gemeentelijke overheid door bereikbare, snelle en deugdelijke
informatieverstrekking via het web. Uw raad wenst een vergaande digitalisering van het Wabo
proces om de vergunningverlening voor burgers en bedrijven eenvoudiger en sneller te maken.
In het kader van de Omgevingswet (per 1-1-2018 operationeel) dienen overheden te
participeren in de digitale laan van de Leefomgeving. Een digitaal bouwarchief is dan een
absolute voorwaarde om uitvoering aan deze wet te kunnen geven.
De digitalisering van het bouwarchief draagt bij aan onze doelstelling van een
toekomstbestendige organisatie, waarbij het optimaliseren van onze bedrijfsprocessen centraal
staan. Voor de digitalisering is vorig jaar een businesscase opgesteld.
De kosten vragen een investering van € 500.000. De uitgaven worden verwacht in 2016,
2017 en 2018. Dit komt neer op een jaarlijks bedrag van € 167.000.
De digitalisering levert een besparing op van een halve fte bij team DIV, die al als taakstelling
in de BBB is ingeboekt. Daarnaast leidt digitalisering tot efficiencyvoordelen in de
dienstverlening bij CODA (formatie) en RL/bouwzaken en tot beperking van archiefruimte bij
CODA.
128
• Gifvrije onkruidbestrijding op verhardingen
Vanaf 2016 geldt een Europees verbod op het toepassen van het chemisch
onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat. Dit middel wordt gebruikt om verhardingen onkruidvrij te
houden. Dit met het oog op een nette uitstraling en de functionaliteit van de verharding. Het
afgesproken beeldkwaliteitsniveau B (zoals vastgelegd in CROW handboek) dient hierbij als
uitgangspunt. Het stoppen met het gebruik van het bestrijdingsmiddel glyfosaat vraagt om een
andere arbeidsintensievere en dus duurdere aanpak. Daar staat tegenover dat een beperkt deel
(de helft van de extra veegkosten) volgens de geldende afspraken ten laste van het rioolfonds
kan komen. Per saldo is het verschil ca € 390.000.
Ook is onderzocht of meer onkruidtolerantie (cq kwaliteitsbeeld C) besparingen op kan leveren.
Dit blijkt nauwelijks het geval, maar ook levert dit een minder nette en functionele verharding
op.
Verder is onderzocht of meer burgerparticipatie soelaas kan bieden. Gezien de ervaringen met
participatie lijkt dit niet het type onderhoud waar bewoners zelf mee aan de slag zullen gaan.
Wel zien wij kans om voor een klein deel van het werk mensen met achterstand op de
arbeidsmarkt (arbeidsparticipatie) in te zetten.
Er ligt dus een forse opgave om een oplossing voor dit probleem te vinden.
In de wetenschap dat de gemeente weinig financiële speelruimte heeft, is gezocht naar
mogelijkheden die de bestaande begroting voor het beheer van de openbare ruimte biedt.
Weliswaar zijn alle budgetten bestemd, maar er kunnen keuzes gemaakt worden in de
prioriteiten. Daartoe zijn de volgende principes gehanteerd:
• daar waar de netheid dit toelaat minder inzet op afvalruimen (onderhoudsniveau B blijft wel
uitgangspunt);
• het uitstellen van vervangingen (cq verlengen van de economische levensduur) voor zover
dit (veiligheids-) technisch verantwoord is;
• het verkleinen van de jaarbudgetten voor bestrijding van de eikenprocessierups en gladheid,
zonder daarbij de kwaliteitseisen te veranderen. Dit klinkt tegenstrijdig. Maar beide
budgetten kennen een seizoens- en klimaatgevoeligheid en fluctueren per jaar sterk.
Het risico van deze actie is dat er budgetoverschrijdingen kunnen ontstaan. Indien deze zich
voor gaan doen zullen wij dit tijdig melden.
Op deze manier lijkt het financiële probleem van onkruidbestrijding op verhardingen op korte
termijn binnen de bestaande middelen oplosbaar. Het moge echter duidelijk zijn dat dit
consequenties heeft:
• financiële speelruimte rond zwerfafval is er niet meer;
• vervangingsmiddelen voor de openbare ruimte zijn nu al onvoldoende en dit tekort zal op
langere termijn nog knellender worden;
• het risico op budgetoverschrijdingen neemt toe.
Tenslotte nog een algemene opmerking. De ervaring met deze problematiek maakt, nog meer
dan het al was, duidelijk dat het nodig is om het beheer van de openbare ruimte en de opgaven
die er liggen, vanuit een integraal lange termijnperspectief te bezien. Het initiatief hiertoe wordt
in gezamenlijkheid door de eenheden Ruimtelijke Leefomgeving en Beheer & Onderhoud
uitgewerkt.
5.2 Extra inzet op ambities bestuursakkoord
In het bestuursakkoord Door! is gekozen voor het uitwerken van de drie strategische doelen: het
bevorderen van een comfortabele gezinsstad, het innovatieve veelzijdige economisch klimaat en
een toeristisch toplandschap. Duurzaamheid gaat als een rode draad door de drie doelen heen.
Wij hebben de doelstellingen in ons collegewerkprogramma ‘Doorvertaald’.
Wij werken volop aan de gestelde doelen, maar constateren ook dat op sommige onderdelen
onvoldoende middelen beschikbaar zijn. In deze MPB stellen wij voor om via herschikking en
prioriteitstelling voor deze onderdelen geld vrij te maken om net dat extra zetje te kunnen geven
dat nodig is.
In de navolgende deel lichten wij onze voornemens per onderdeel toe. Wij gebruiken daarvoor de
strategische doelen als kapstok, ook al raken sommige onderdelen meer dan één strategisch doel.
129
a. Comfortabele gezinsstad
• Innovatie Zorg en Werk
Het Rijk heeft fors bezuinigd op de budgetten van de nieuwe taken in het sociale domein.
Wij realiseren ons dat wij de nieuwe taken alleen zonder kwaliteitsverlies kunnen uitvoeren,
als wij het anders gaan doen. Daarom willen wij nieuwe ideeën, innovaties, concrete
initiatieven kansen geven zich te ontwikkelen in het belang van onze inwoners. Daarvoor
maken wij in 2016 € 500.000 vrij als aanjaagbudget voor de sociale vernieuwing en
innovatie op het raakvlak van Zorg (Wmo en Jeugd) en Werk (Participatie). Bij de
Voorjaarsnota 2016 zullen wij beoordelen of dit aanjaagbudget gecontinueerd moet worden.
Bij de invulling van het aanjaagbudget denken wij aan de volgende onderwerpen:
- Het uitvoeren van een experiment waarbij uitkeringen in een zogenaamde regelluwe
omgeving worden verstrekt. Dit om te bezien of een dergelijke aanpak een positief
effect heeft op de uitstroompotentie van bijstandsgerechtigden. Ook elders in het land
(Utrecht, Wageningen, Tilburg en Leeuwarden) worden dergelijke experimenten
opgezet. Wij willen ons graag aansluiten bij deze innovatieve tendens. Hiervoor moet
wetenschappelijke begeleiding worden geregeld;
- Kinderen die zorg ontvangen komen na hun 18e verjaardag in een ander regime terecht,
in jargon ‘aansluiting 18- naar 18+’. De aansluiting van de diverse ketens wordt op dit
punt heel concreet en laat zien dat dit niet vlekkeloos verloopt. Dit onderwerp staat nu
prominent op de landelijke agenda. Kinderen zijn de toekomst van Apeldoorn. Daarom
willen wij in 2016 direct met concrete voorstellen komen om deze aansluiting te
verbeteren. Ook hiervoor is extra inzet nodig;
- Hoe eerder een probleem gesignaleerd en aangepakt wordt, hoe beter. Preventief beleid
is het meest efficiënt bij onze jongeren. In overleg met onderwijsinstellingen willen wij
kijken of er een impuls nodig is in het schoolmaatschappelijk werk;
- De afstemming tussen het nieuwe gemeentelijke sociale domein met de Wet langdurige
zorg en de Zorgverzekeringswet vertoont hiaten. Perverse prikkels liggen op de loer,
iets waar onze inwoners last van kunnen krijgen. Wij zetten in op het maken van een
aantal concrete afspraken met zorgverzekeraars en zorgkantoor om te voorkomen dat
cliënten tussen wal en schip terecht komen.
Wij realiseren ons dat de ontwikkelingen in het sociale domein elkaar snel opvolgen.
Bovengenoemde voorbeelden zijn dan ook niet uitputtend bedoeld. Wij zullen u in het
voorjaar de concrete invulling hiervan aanbieden.
• Van noodopvang naar AZC naar tijdelijke reguliere huisvesting
Momenteel richten wij ons op de noodopvang en daarnaast op de tijdelijke opvang van
vluchtelingen in een nieuw te realiseren AZC. Wij realiseren ons dat onze morele plicht en
uitdaging daar niet eindigt. Een deel van de vluchtelingen zal op basis van een (tijdelijke)
verblijfsstatus regulier gehuisvest moeten worden in Apeldoorn. De huisvesting, begeleiding
en integratie van deze nieuwe, mogelijk tijdelijke, Apeldoorners vraagt een blijvende
inspanning van onze gemeenschap, de Apeldoornse corporaties, maatschappelijke
organisaties en marktpartijen. Ook de provincie heeft al aangeboden hierbij te willen helpen.
Begin volgend jaar komen wij bij u terug met meer uitgewerkte plannen over hoe wij in
gezamenlijkheid de huisvesting en integratie willen realiseren.
In deze MPB reserveren wij eenmalig €150.000 voor voorbereidings- en organisatiekosten
die met dit vraagstuk gepaard gaan. Een punt van aandacht hierbij is ook het stroomlijnen
van al die geweldige initiatieven en acties die nu door onze inwoners worden ondernomen
voor de vluchtelingen in de noodopvang en later het AZC.
• Sport is meer dan Sport
Vanuit de ambitie van de comfortabele gezinsstad wordt er binnen het bestuursakkoord en
het collegewerkprogramma sterk ingezet op sport. Wij hebben samen met de Sportraad,
sportverenigingen en andere partijen een Sportagenda opgesteld. In de Sportagenda hebben
de sportverenigingen aangegeven – in concrete acties – wat men zelf doet cq voornemens
is.
130
Sport is steeds vaker een middel voor andere beleidsvelden om doelstellingen te bereiken.
Denk aan gezondheid, participatie, vrijwilligerswerk, wijkontwikkeling, profilering et cetera.
In deze Sportagenda laat het veld zien deze rollen te willen oppakken. Het motto is daarbij
‘Sport is meer dan Sport’. Echter, men vraagt daarbij ook de gemeente om enige
ondersteuning om de acties levend te houden, partijen te verbinden, voorbeelden uit het land
te vinden en te verbreiden, netwerken te versterken, advies te geven, belemmeringen weg
te nemen, kansen te pakken et cetera. Ook de uit de Sportagenda voortkomende
beleidsthema’s ‘sporten van jongs af aan’ en ‘iedereen doet mee/WMO’ vragen vanuit de
gemeente een actieve aanpak.
Tenslotte vraagt ook een goed renderende verbinding tussen breedtesport en
topsport(evenementen) extra inzet. Dit is het moment om samen de agenda te blijven
vasthouden en uit te werken. Het past dan niet dat de gemeente met ‘de handen op de rug’
vanaf de zijlijn toekijkt. De sportagenda wordt u dit najaar aangeboden.
Om de Sportagenda verder te begeleiden – zoals hierboven uitgewerkt - en de twee
beleidsthema’s ‘sporten van jongs af aan’ en ‘iedereen doet mee/WMO’ uit te voeren,
stellen wij voor om vanaf 2016 jaarlijks € 100.000 op te nemen voor extra inzet op de
breedtesport en daarnaast een vooralsnog tijdelijk stimuleringsbudget van € 50.000 voor
zowel 2016 als 2017. Het stimuleringsbudget is bedoeld om bij te dragen aan de realisatie
van de Sportagenda en de beide beleidsthema’s. Denk aan het bevorderen van open-club
acties waarbij verenigingen hun accommodaties openstellen in het kader van de WMO.
Bezien moet worden of de inzet van een dergelijk budget op termijn moet worden
gecontinueerd.
• Jonge cultuur
Cultuur is van groot belang voor wonen, werken en recreëren, en dus voor het
vestigingsklimaat van Apeldoorn. Apeldoorn heeft geïnvesteerd in een brede basis van
culturele voorzieningen. De huidige tijd vraagt om nieuwe vormen van samenwerking over
de sectoren heen. Daarom hebben wij in ons bestuursakkoord benadrukt dat we willen
sturen op culturele samenwerking. Dit is verwerkt in de culturele agenda van de
vastgestelde cultuurnota Spin-Off #II. Daar koersen wij aan op bijstelling van bestaande
subsidieafspraken én het aanjagen van nieuwe culturele initiatieven. De instellingen zijn
bezig met samenwerkingsexperimenten op het gebied van cultuurparticipatie,
zomerprogrammering (stadsoase, papierbiënnale), binnenstadsverlevendiging (street-art
festival) en evenementen. Maar wij moeten ook de cultuur van morgen, de nieuwe/jonge
culturele initiatieven aanjagen (waaronder creatieve sector, experimenteel locatietheater,
culturele leegstandsinitiatieven). Hiervoor ontbreken op dit moment de benodigde middelen.
Daarvoor hebben wij in de MPB een structureel budget van € 200.000 opgenomen.
Daarnaast hebben de culturele basisinstellingen van Apeldoorn de laatste jaren grote
bezuinigingen verwerkt. Dit was en is niet zonder risico’s. Vooral de continuïteit van de popen filmhuisfunctie als een voedingsbodem voor jonge cultuur loopt gevaar. Daarom sturen
wij aan op duurzaam behoud van deze functies. Het gevraagde budget is nodig om ook dit
mogelijk te maken.
• Tunnel Laan van Osseveld
Bereikbaarheid is een belangrijke kwaliteit van Apeldoorn. Daarom willen wij een serieuze
stap zetten in de oplossing van het grootste verkeersknelpunt in de ring: de
spoorwegovergang in de Laan van Osseveld. In de Verkeersvisie 2010-2020 is dit knelpunt
al benoemd.
De overweg Laan van Osseveld staat op een lijst van 140 overwegen met een hoog
verbeterpotentieel ten aanzien van veiligheid en doorstroming, die in het kader van het
subsidieprogramma “Landelijk Verbeterprogramma Overwegen” (LVO) is opgesteld.
Voor 1 oktober 2015 dienen wij een plan van aanpak in voor deze overweg met als doel in
aanmerking te komen voor de derde tranche van het LVO. Indien de aanvraag positief
wordt beoordeeld, start een gezamenlijke studiefase naar de overweg. In de studiefase
wordt gezocht naar kosteneffectieve oplossingen. Alle denkbare oplossingen worden in het
proces afgewogen. Voor ons is een tunnel de best denkbare oplossing.
131
Het plan van aanpak gaat vergezeld van een brief, waarin wij aangeven een
inspanningsverplichting aan te gaan richting het Ministerie van I&M voor de gemeentelijke
financiële bijdrage (50%). Wij denken hierbij nadrukkelijk ook aan bijdragen van derden. Door
in 2016 een eerste reservering in de Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) te
maken van € 600.000 laten wij zien dat wij het oplossen van dit verkeersknelpunt serieus
nemen. Omdat dit bedrag ten laste van de BROA (en niet de Algemene Dienst) wordt
gebracht, is het bedrag in het financieel overzicht tussen haakjes geplaatst. Om ervoor te
zorgen dat de BROA niet negatief komt te staan is in 2019 een donatie vanuit de Algemene
Dienst nodig van € 475.000.
Met de oplossing van het knelpunt spoorwegovergang Laan van Osseveld wordt een
belangrijke bijdrage geleverd aan de bereikbaarheid van de oostzijde van de stad.
• Gevels en Monumentale panden
Om Apeldoorn aantrekkelijk te houden voor onze inwoners en voor onze gasten investeren
wij in onze cultuur-historische identiteit. In concurrentie met andere steden is het
onderscheidende karakter van onze stad belangrijk. De Atlas 2015 voor gemeenten
onderbouwt dit.
Apeldoorn is een bijzondere stad die niet historisch gegroeid is vanuit een middeleeuwse
stad, maar als één van de weinige steden in Nederland die is ontwikkeld van dorp tot
woonstad onder de vleugels van Het Loo. Onze historische identiteit ligt in de gouden eeuw
van Apeldoorn, de periode (ca. 1850-1950) dat de grote groei op gang kwam. Wij
investeren en begeleiden al geruime tijd restauraties van bouwwerken uit deze periode.
Hiervoor is een subsidieregeling aanwezig en is er kennis en kunde in huis.
Het subsidie is aanleiding om het gesprek aan te gaan met de eigenaren waardoor wij als
gemeente met de eigenaren op een hoog niveau restauraties kunnen laten uitvoeren. In
verschillende bezuinigingsronden is het budget fors verlaagd. Was het budget in 2011 nog
€ 190.000 in 2016 is dit gereduceerd tot € 60.000. De koppelsubsidie van de provincie is
hierdoor in die periode evenredig verlaagd.
Het gevelfonds is sinds 2014 actief en succesvol. Met een team van deskundigen
waaronder een expert restauratie is het budget van € 270.000 bijna benut.
Wij willen echter meer investeren in het versterken van onze identiteit door in 2016 en 2017
jaarlijks € 100.000 extra in te zetten voor restauraties van gevels in de binnenstad en voor
onze monumenten.
Door deze extra financiële impuls kan het huidige succes van het gevelfonds gecontinueerd
worden, juist op een moment dat de bekendheid zijn vruchten gaat afwerpen. Daarnaast
maakt deze extra impuls het mogelijk dat wij het huidige ‘hoge niveau’ van uitvoering van
restauraties kunnen continueren voor deze twee jaren. Voor de periode na 2017 is nieuwe
besluitvorming nodig.
• Bouwtoezicht en handhaving
Begin 2014 heeft uw raad ingestemd met een vernieuwende aanpak van bouwtoezicht en
handhaving. Besloten werd om voortaan de gemeentelijke inspanningen te richten op
enerzijds acute veiligheidsvragen en anderzijds op jaarlijks vast te stellen thema's zoals
recreatieterreinen en een stadsdeelgerichte aanpak. Dit laatste was volstrekt nieuw. Het idee
is om met alle stakeholders rond handhaving in één integrale en in de tijd en gebied
begrensde aanpak alle handhavingszaken aan te pakken.
Deze aanpak wordt in De Maten beproefd. De stakeholders waarmee dat gebeurt zijn onder
meer de wijkraden, buurtcommissies, woningbouwcorporaties, wijkagent, milieupolitie, team
Thor, wijkbeheerder en brandweer. De belangrijkste kanteling in werken is dat wij van een
solitaire reactieve aanpak, een piepsysteem, naar een integrale actieve aanpak zijn
overgegaan. Bij de vaststelling van de nieuwe werkwijze werd gewezen op de krappe
formatie. Afgesproken werd om de nieuwe werkwijze uit te proberen en op basis van een
evaluatie bij uw raad terug te komen over de effectiviteit van de nieuwe aanpak en de
toereikendheid van de gemeentelijke inzet.
Dit najaar zal de evaluatie van de aanpak met u gedeeld worden. Duidelijk is dat de nieuwe
aanpak tot grotere tevredenheid én meer tijdsbeslag leidt. Wij zien sowieso een toenemende
vraag om handhaving. De verklaringen daarvoor zijn divers van aard. Zeker is dat de
132
onduidelijkheid in regelgeving tot meer vragen van inwoners aan de medewerkers
bouwtoezicht en handhaving leidt. Bovendien is de categorie vergunningvrij bouwen
verruimd. Bij deze categorie heeft de gemeente nog steeds een wettelijke taak. Waar deze
voorheen legesgedekt was, zal de financiering nu uit de Algemene Dienst moeten komen.
Ook zien wij dat daar waar handhavend wordt opgetreden de tijdsinvestering toeneemt
omdat inwoners zich meer en meer op het standpunt 'gelijke monniken gelijke kappen'
stellen.
De nieuwe aanpak tenslotte is doeltreffend doordat deze in de keten wordt opgepakt. Maar
vraagt toch meer tijd in zowel de sturing op het gehele proces als de concrete afhandeling
en effectuering van handhavingsacties. De keuze die voorligt, is wat u tegen deze
achtergrond nodig acht om de wettelijke taak bouwtoezicht en handhaving uit te oefenen. In
deze MPB hebben wij daarom een pm-reeks opgenomen. Afhankelijk van de bespreking in de
gemeenteraad kunnen wij bij de Voorjaarsnota 2016 een voorstel doen over de adequate
capaciteit voor de uitoefening van deze taak.
b. Veelzijdige economie
• Ondernemende Stad
Apeldoorn streeft naar een veelzijdige innovatieve economie. Deze ambitie is vertaald in het
programma ‘de ondernemende stad’, dat door u vorig jaar is vastgesteld. Apeldoorn
positioneert zich als aantrekkelijke vestigingslocatie en wil voldoende werkgelegenheid
creëren voor de beroepsbevolking van Apeldoorn en omgeving. Het streven is om in 2020
100.000 arbeidsplaatsen te hebben. Hiervoor is het belangrijk om bestaande bedrijven vast
te houden en nieuwe bedrijven aan te trekken. Kansen voor Apeldoorn doen zich met name
voor in onze topsectoren ICT, maakindustrie (Clean Tech), zorg, toerisme & recreatie en
transport & logistiek. Onze ligging aan de A1 en A50 maakt ons aantrekkelijk voor bedrijven.
De markt trekt weer aan, waardoor het juist nu van belang is om de zich voordoende
mogelijkheden alle aandacht te geven. Met de huidige capaciteit en middelen worden onze
doelstellingen en ambities niet gehaald en blijven kansen onbenut. Met een extra structureel
budget van € 100.000 investeren wij in Apeldoorn als logistieke hotspot (promotiemateriaal,
deelname aan de beurs Logistica, etc), in ons rode loperbeleid voor (Clean Tech) bedrijven
(Samen met de regio Stedendriehoek), in actualisering van de bestaande voorraad aan
bedrijfskavels in Apeldoorn, in de intensivering van samenwerking met marktpartijen en
intermediairs (gezamenlijke promotie van werklocaties in Apeldoorn en regelmatige
uitwisseling van gegevens) en in het actief begeleiden van bedrijven bij bouwplannen,
huisvesting, arbeidsmarktvraagstukken, etc.
Daarnaast vraagt de toenemende internationalisering van de economie om ons als Apeldoorn
ook op het internationale speelveld te begeven. Internationale handel zal een bijdrage gaan
leveren aan het versterken van de economische positie van Apeldoorn. Hierbij is het
bedrijfsleven primair aan zet. De gemeente speelt daarbij een faciliterende rol zoals het
‘openen van deuren’ in het buitenland, het makelen en schakelen tussen overheden
(provincie, rijk, internationaal) voor het aanboren van (versnellings-) subsidies, het leggen
van relaties en het inzetten van kennis en kunde. Ook ziet het bedrijfsleven een rol voor de
gemeente in het netwerken en profileren van Apeldoorn als interessante stad om zich te
vestigen. Waar mogelijk sluiten wij daarbij aan bij provinciale initiatieven die o.a. gericht zijn
op Duitsland.
• Clean Tech
De duurzaamheidambities van Apeldoorn zijn breed: energieneutraal in 2030, minder
restafval (circulaire economie), duurzaam watermanagement, duurzame mobiliteit, innovaties
en werkgelegenheidsgroei in het MKB/de maakindustrie. Clean Tech is hierbij het
overkoepelende thema: het inzetten van duurzame productiemiddelen voor duurzame
productie. Samen met onze partners in de Stedendriehoek, waaronder ondernemers,
onderwijs en andere overheden (bijeengebracht in de Strategische Board), streven wij naar
4.000 nieuwe Clean Tech gerelateerde banen, 200.000 ton besparing op CO2 uitstoot en
20.000 ton minder huishoudelijk restafval in de regio. Deze ambities zijn beschreven in de
regionale Clean Tech Agenda en vormen de basis voor onze inzet in het kader van Agenda
133
Stad en de Europese Urban Agenda, maar voor de gemeentelijke lobby richting provincie. Zo
gaat het regionale bedrijfsleven de komende jaren bijvoorbeeld 25 businesscases uitwerken.
In de gemeente Apeldoorn zelf is echter nauwelijks capaciteit en wordt er te weinig
slagkracht ingezet op de Clean Tech Agenda. Om deze agenda in Apeldoorn te realiseren zijn
extra middelen nodig. Wij hebben in deze MPB daarvoor jaarlijks € 100.000 opgenomen.
Met deze middelen gaan wij het bedrijfsleven, de publieke en private investeerders alsmede
kennisinstituten actief benaderen om met hen een schone technologie agenda voor
Apeldoorn op te stellen en hands-on uit te voeren. Doel: een 'schone' gemeente en meer
schone werkgelegenheid.
• Binnenstad en Binnenstadsfonds
Voor de toekomst willen wij een bruisende binnenstad die voor zowel bewoners, bedrijven
als bezoekers aantrekkelijk is. Wij hebben de ambitie om de binnenstad qua
publiekswaardering van een 6,5 naar een 8 te brengen. Hiervoor investeren wij in de fysieke
kant en verwachten wij acties van de ondernemers zelf. De afgelopen jaren zijn hier door
ondernemers pogingen gedaan, die zijn gestrand door tal van redenen. Wij zien echter volop
potenties voor een betere binnenstad: er ontstaan initiatieven (bijvoorbeeld Apeldoorn Draait
Door, activiteiten georganiseerd door Stichting Centrum Management) maar het ontbreekt
aan organisatiekracht om dit op een groter schaalniveau voor de hele binnenstad goed te
regelen.
Wij zien dat er nu het juiste moment is om de gestarte initiatieven te versterken door het
oprichten van een Binnenstadsfonds. In 2016 onderzoeken wij welke vorm dat
Binnenstadsfonds moet hebben en op welke wijze een bijdrage door de ondernemers zelf
wordt geleverd. Wij nemen hier als gemeente bewust een actievere houding aan dan in de
afgelopen jaren. Wij gaan zelf met het onderzoeken van een fonds aan de slag. Ook
ondersteunen wij als gemeente initiatieven die door ondernemers gezamenlijk en/of door
Stichting Centrummanagement worden ontplooid en medegefinancierd. De acties en
promotie-initiatieven in 2016 zullen de samenhang vergroten en zorgen voor draagvlak om
samen te werken in een op te zetten Binnenstadsfonds. Wij zullen in 2016 een
centrummanager leveren. De financiële ondersteuning ten behoeve van de binnenstad in
2016 bedraagt € 200.000. Tweederde hiervan is bestemd als cofinancieringsbijdrage voor
de promotie-activiteiten, kosten van de centrummanager en een bijdrage in de exploitatie
van sfeerverlichting. De rest wordt ingezet als ondersteuning, kwartiermaken of inhuur van
expertise voor het Binnenstadsfonds.
• Zwitsal
De gemeente Apeldoorn is vanaf 1 januari 2013 eigenaar van Zwitsal, een groot industrieel
complex waar in de begin periode nog gezocht werd naar de kwaliteiten en de
bruikbaarheid. Momenteel wordt aan een profiel gewerkt zodat meer richting gegeven kan
worden aan de invulling op het terrein. Zwitsal als broedplaats voor economische innovatie,
maar ook belangrijk voor de culturele ontwikkeling van de stad. Daarnaast kan Zwitsal, als
verblijfsgebied, een rol spelen in ons toeristisch toplandschap.
Met subsidie van de provincie is een aanzet gemaakt om gebouwen op te knappen waardoor
het voor huurders aantrekkelijker is naar Zwitsal te komen. Dat lukt steeds beter en daar zou
door de gemeente een versnelling aan gegeven kunnen worden door een substantiële
investering te doen in de openbare ruimte, één van de kerntaken van de gemeente.
Zwitsal zou voor iedereen toegankelijk gemaakt moeten worden door de hekken te
verwijderen, een duidelijke routing voor het verkeer te maken inclusief parkeerplaatsen en
door de straatverlichting op te waarderen.
Met genoemde investeringen in de openbare ruimte kunnen ook bestaande fietsnetwerken in
de stad gekoppeld worden met Zwitsal. Basisvoorzieningen die de aantrekkelijkheid op een
verantwoorde wijze vergroten, op draagvlak bij de huidige huurders kunnen rekenen en die
een grote toegevoegde waarde hebben voor de stad.
Ook kan de ingezette lijn om in de gebouwen te investeren gecontinueerd worden.
Potentiële huurders zijn daardoor makkelijker over te halen om zich daar te vestigen. De
ontwikkeling van Zwitsal zal door de investeringen aanmerkelijke versneld worden. Door niet
134
af te wachten maar deze impuls nú te geven wordt ook vertrouwen uitgestraald richting
nieuwe huurders op het terrein, de gemeente durft…wie volgt!
De kosten van bovenstaande voorstellen zijn globaal geraamd op € 2 miljoen en de komende
maanden zal onderzocht worden op welke wijze dit gefinancierd kan worden. Uiteraard is
één en ander afhankelijk van de invulling die uw raad zal kiezen. In afwachting hiervan
hebben wij in deze MPB volstaan met een pm-raming.
c. Toeristisch toplandschap
• Welkom In Apeldoorn
Apeldoorn en de Veluwe hebben alles in huis wat nodig is om een toeristisch toplandschap
te zijn. Toch zijn we onze nummer 1 positie voor vakantiebestemmingen in Nederland
kwijtgeraakt. Wij profiteren de afgelopen jaren onvoldoende van de nationale groei van het
toerisme in Nederland. Het aantal korte vakanties is in onze regio fors gedaald met 22%.
Het aantal banen in de vrijetijdssector stabiliseert zich al jaren rond de 6.000, ondanks de
landelijke groei aan werkgelegenheid. De waardering voor het fietsnetwerk op de Veluwe is
gedaald naar 3 sterren, terwijl concurrerende regio’s als Drenthe juist zijn gestegen naar 5
sterren. Er ligt dus een forse opgave om weer de absolute top te worden in toeristisch
Nederland.
De afgelopen maanden is met ondernemers en onderwijs intensief samengewerkt aan een
programma dat de ambitie heeft om de ‘Veluwe weer op ‘1’ te krijgen van de meest
aantrekkelijke vakantiebestemmingen. Een programma dat er voor moet zorgen dat de
ambities uit het Startdocument ‘Welkom in Apeldoorn’ worden gerealiseerd: meer banen,
hogere bestedingen en toename van het aantal bezoekers aan de binnenstad.
Daarvoor gaan wij samen met de sector acties uit het programma ‘Welkom in Apeldoorn’
uitvoeren. Hiervoor is extra organisatiekracht nodig. Daarvoor hebben wij in deze MPB
jaarlijks € 100.000 opgenomen. Met deze investering continueren wij onze incidentele inzet
op recreatie & toerisme. Daarbovenop trekken wij voor een periode van twee jaar extra
organisatiekracht aan. Wij zijn dan in staat om initiatieven en plannen, die bijdragen aan de
kwaliteit en groei van de vrijetijdseconomie, te initiëren. Ook kunnen wij de verbinding
versterken tussen toeristische sector en de binnenstad. Ook willen wij de nationale en
provinciale beleidsvorming meer beïnvloeden en bijdragen aan visievorming. Ook zullen voor
Apeldoorn nieuwe thema’s zoals ‘bevrijdingstoerisme’ worden opgepakt.
Het programma voor het realiseren van het Toeristisch Toplandschap is nog in voorbereiding
en wordt naar verwachting nog dit jaar aan u voorgelegd. Op basis van beschikbaar
aanjaagbudget kan in 2016 en 2017 al een start met de uitvoering worden gemaakt. Vanaf
2018 willen wij structureel € 125.000 aanjaaggeld inzetten voor het innoveren en
verbeteren van het toeristisch product Apeldoorn.
• Citymarketing
Om het Toeristisch Toplandschap en de andere 2 strategische doelen te kunnen realiseren is
naast lobby en samenwerking ook Citymarketing een belangrijk instrument. Door Apeldoorn
vanuit een heldere propositie goed op (inter)nationaal niveau zichtbaar te maken, wordt onze
concurrentiekracht versterkt. Ondernemers en andere stakeholders geven aan dat een
krachtige positionering van Apeldoorn op de terreinen wonen, werken en recreëren
noodzakelijk is. Vanuit partnerschap zal worden gewerkt aan gezamenlijke campagnes
gericht op:
• het terugdringen van het tekort aan hoogopgeleiden;
• het verzilveren van kansen die Apeldoorn biedt aan starters op de woningmarkt en jonge
gezinnen;
• meer toeristen naar de binnenstad te trekken door ook de stedelijke kwaliteiten te
vermarkten die Apeldoorn als grootste stad van de Veluwe biedt.
Voor deze doelen zijn marketingconcepten in voorbereiding die worden vertaald in een
uitvoeringsprogramma en -organisatie. Wij bereiden dit voor in een Stuurgroep waarin ook
diverse externen uit het betreffende veld deelnemen. Voor een professionele uitvoering van
citymarketing is structureel € 325.000 nodig. Het gaat dan o.a. om organisatiekracht, het
135
kunnen voeren van campagnes, het stimuleren van innovatie en huisvestingslasten. De
Citymarketingvisie en het bijbehorende uitvoeringsprogramma leggen wij nog dit jaar aan u
ter vaststelling voor. In deze MPB anticiperen wij hierop en hebben het benodigde budget
alvast in de begroting opgenomen.
• Top-evenementen
Het nieuwe evenementenbeleid legt de verbinding tussen evenementen en de drie
strategische doelen. Meer reuring en evenementen gericht op inwoners en toeristen moet
bijdragen aan ons doel meer bezoekers in de binnenstad te krijgen.
Daarnaast zijn er ook topevenementen met een nationale uitstraling nodig ter ondersteuning
van citymarketing. Hiervoor moeten nationale evenementen worden ingekocht (bijvoorbeeld
Serious Request) en geschikte Apeldoornse evenementen doorgroeien tot citymarketing
evenement.
In lijn met de door uw raad omarmde motie ‘Serieus verzoek’ en de motie ‘Een
maatschappelijk verantwoorde Giro d’Italia 2016’, hebben wij een structureel bedrag van
€ 200.000 in deze MPB opgenomen voor incidentele topevenementen. Dit budget is bedoeld
als cofinancieringbudget voor evenementen zoals dat ook is gebeurd bij bijvoorbeeld het WK
Beachvolleybal. Immers, een top(sport)evenement organiseer je niet alleen, maar in
gezamenlijkheid. Voor topevenementen zullen wij, vergelijkbaar met topsportevenementen,
een strategische agenda maken. Dat kan betekenen dat we het budget van het ene jaar
gebruiken voor de organisatie van het topevenement in het volgende jaar.
d. Duurzaamheid als rode draad
• Vol gas op de energietransitie
De duurzaamheidsambitie Apeldoorn Energie Neutraal loopt als een rode draad door de drie
gemeentelijke strategische doelen, waarbij de ambitie inmiddels breed is verankerd in het
gemeentelijk beleid. De duurzaamheidsambitie is door uw raad op 18 juni 2015 nog eens
onderstreept met de motie ‘Groene Euro’s’. Om op deze ambitie extra inzet te plegen stellen
wij u voor om gedurende 2 jaar, € 100.000 per jaar beschikbaar te stellen. In 2017 zullen
wij bezien of verlenging hiervan wenselijk is.
Met deze extra middelen kunnen Apeldoornse initiatieven net dat zetje in de rug krijgen (met
‘handjes en/of een kleine financiële ondersteuning’), dat nodig is om uit te groeien tot
initiatieven die daadwerkelijk bijdragen aan de realisatie van de doelstelling Apeldoorn
Energie Neutraal 2030. Wij zullen daarbij vooral inzetten op die initiatieven die de komende
tijd vanuit de lokale gemeenschap zelf worden geïnitieerd, waaronder het bieden van
ondersteuning in de vorm van het beschikbaar stellen van (externe) expertise of financiële
middelen. Wij denken hierbij bijvoorbeeld aan maatschappelijke initiatieven voor gezamenlijke
inkoop van energie, besparing van energie dan wel duurzame opwekking ervan,
vernieuwende fiscaal/juridische contractvormen rond energiebesparing,
informatie/inspiratiebijeenkomsten, ontwikkeling van nieuwe technieken, educatieve
bijeenkomsten en het ruchtbaarheid geven aan opgedane ervaringen (bijvoorbeeld vanuit de
Energie-expeditie Apeldoorn).
Een deel van de middelen kan worden benut voor het vervolg van KEN (Kerschoten Energie
Neutraal), waarbij de inzet van een energieregisseur een belangrijke rol speelt. Ook zal de
doorontwikkeling van het ACE-project Loenen (LEN) worden ondersteund (eventueel in de
vorm van een ‘transitiecoach’) zodat het succes van het ACE-project verder wordt
uitgebouwd en ook andere delen van de stad hier de vruchten van kunnen plukken!
e. Voor alle drie strategische doelen
• Lobby
Wij voeren een gerichte lobby richting Provincie, Rijk en Brussel om onze drie strategische
doelen (inclusief duurzaamheid) te realiseren. Deze lobby moet leiden tot extra middelen,
beleidsbeïnvloeding en positionering/profilering van Apeldoorn. Om hieraan uitvoering te
geven is door uw raad tot en met 2016 een lobbybudget beschikbaar gesteld. Voor de jaren
2014 en 2015 ging het jaarlijks om € 200.000 en voor 2016 om € 100.000. Wij stellen u
136
voor om vanaf 2016 jaarlijks € 75.000 toe te voegen aan het lobbybudget. Dat betekent
voor 2016 nog een extra injectie om de opbouwfase van onze lobbyinspanningen af te
ronden. Vanaf 2017 is het budget vooral bedoeld voor het aangaan van partnerships,
crowdfunding, de kosten voor de fysieke aanwezigheid in Brussel, een out of pocket budget
voor het organiseren van bijeenkomsten en inhuren van deskundigheid voor subsidiescans en
begeleiding van concrete projectaanvragen.
Ad 6. Terugvalopties
Zoals meerdere keren opgemerkt blijven de financiële risico’s onverminderd groot. Om die reden
hebben we onder 6a een uitgavenstelpost opgenomen, bestemd voor toekomstige
ontwikkelingen en voor een terugvaloptie indien mocht blijken dat de substantiële maatregelen
waar we voor staan niet geheel haalbaar blijken. De budgetreeks bedraagt € 1 miljoen in 2016,
oplopend tot structureel € 4 miljoen in 2019.
Deze budgetreeks is mede mogelijk doordat wij een aantal van de ombuigingsmogelijkheden van
de stuurgroep Overig Algemene Dienst hebben ingeboekt (zie ad 6b van de
meerjarendoorrekening). In het volgende overzicht hebben we die samengevat.
Ingeboekte ombuigingsmogelijkheden stuurgroep AD
(bedragen x € 1.000)
Niet indexeren materiele budgetten in 2016
Niet indexeren uitgaand subsidies in 2017
Niet indexeren uitgaande subsidies afzonderlijke instelling in 2017
Besparing onderhoudsbudgetten Beheer & Onderhoud/Ruimtelijke
Leefomgeving
Vermindering advisering OVIJ binnen afval- en milieutaken
Besparing binnen bibliotheekwerk
Reserve en tarief riolering verlagen en btw door belasten in afvaltarief
Vennootschapsbelasting deels onder brengen bij het Grondbedrijf
Totaal ingeboekt
2016
2017
2018
2019
260
260
100
200
260
100
200
260
100
200
166
100
166
160
100
166
160
100
166
160
100
930
250
1.706
930
250
2.166
930
250
2.166
930
250
2.166
De toelichtingen op deze maatregelen treft u aan in bijlage 4. Daarin wordt ook toegelicht dat de
uitruil van de verlaging van het rioolrecht met een verhoging van het afvaltarief binnen de voor
inflatie aangepaste gemiddelde lastendruk valt.
Ad 7. Subtotaal en Eindtotaal MPB 2016-2019
Alle hiervoor genoemde ontwikkelingen leiden tot positieve eindresultaten in alle jaarschijven van
deze MPB (zie ad 7a). Deze positieve einduitkomsten worden onder 7b gestort in de Algemene
Reserve.
Ad 8. Stand van de Algemene Reserves
Onder dit punt treft u het verloop van zowel de reguliere Algemene Reserve als de stand van de
Algemene Reserve inlopen tekort grondexploitaties aan.
De reguliere Algemene Reserve bereikt eind 2022 een stand van afgerond € 29,7 miljoen. De
stand per die datum van de Algemene Reserve inlopen tekort grondexploitatie blijft onveranderd
op het niveau van ruim € 3,9 miljoen.
Tot zover de toelichtingen op de financiële meerjarendoorrekening van deze MPB.
137
3.2 Streefniveau Algemene Reserve
Tot op heden is als streefniveau voor de Algemene Reserve een bedrag van € 15 miljoen
aangehouden. Maar zoals in de Nota van Aanbieding en in dit hoofdstuk opgemerkt, zien wij ons
als gevolg van de drie D’s voor extra risico’s geplaatst. In de paragraaf 4.1
‘Weerstandsvermogen en risicobeheersing’ zijn de risico’s voor de Algemene Dienst ingeschat.
Met het oog hierop is de zgn. weerstandscapaciteit relevant; dit is de financiële buffer waarover
de gemeente beschikt om niet begrote kosten als gevolg van risicogebeurtenissen te dekken. De
Algemene Reserve vormt één van de mogelijkheden om hieraan het hoofd te bieden. Daarnaast
kunnen ook met de structurele terugvaloptie onder 6a van de meerjarendoorrekening van deze
MPB risico’s worden opgevangen.
In voornoemde begrotingsparagraaf wordt uiteen gezet dat als gevolg van de extra risico’s die
met de drie D’s verband houden, een Algemene Reserve van € 20 miljoen is benodigd.
Slagen we erin om de uitgaven voor de drie D’s te beteugelen binnen de in dit hoofdstuk
aangegeven kaders, dan zullen deze risico’s navenant verminderen. In de eerstvolgende MPB
(voor de jaren 2017-2020) zullen we daar meer zicht op hebben. In dat geval zal dan het
streefniveau van de Algemene Reserve weer neerwaarts kunnen worden bijgesteld.
3.3 Niet ingeboekte ombuigingsmogelijkheden van de stuurgroepen
In de inleiding van dit hoofdstuk hebben we de criteria genoemd die voor ons leidend zijn
geweest voor het inboeken van ombuigingsmogelijkheden, zoals die ons door de stuurgroepen ter
afweging zijn voorgelegd. Een deel van deze mogelijkheden voldoet hieraan niet en zijn om die
reden door ons niet benut. Een ander deel voldoet echter wel aan deze criteria, maar wij hebben
er bewust voor gekozen om die thans niet in te boeken. Die hebben onder meer betrekking op de
mogelijkheden tot opheffing van (kapitaallasten)reserves, zoals door de stuurgroep Overig
Algemene Dienst aangereikt. We hebben er voor gekozen om die mogelijkheden wel nadrukkelijk
in het oog te houden, maar pas in te boeken indien mocht blijken dat we er in 2016 niet in slagen
om de uitgaven voor het zorgdomein en voor het domein inkomensvoorziening en participatie
binnen de onder ad 3 en ad 4 van de meerjarendoorrekening aangegeven kaders te begrenzen. Ze
liggen als het ware op de plank en zullen door ons worden ingeboekt als hiertoe de noodzaak zich
aandient. Op die wijze wordt voorzien in een extra terugvaloptie voor het opvangen van risico’s.
3.4 Bestemmingsreserve Ontwikkeling van Apeldoorn (BROA)
De meerjarendoorrekening van de BROA, zoals door uw raad via de MPB 2015-2018 vastgesteld,
is geactualiseerd voor de periode 2015-2024. Dat houdt in dat de opname van de
projectbudgetten over de diverse jaarschijven is afgestemd op de huidige verwachtingen omtrent
de voortgang van de projecten. Daarnaast is het jaarresultaat van 2014 verwerkt.
Nieuw ten opzichte van de door u vastgestelde BROA is dat we - conform één van onze
voorstellen tot uitwerking van het Bestuursakkoord - € 600.000 als startbudget voor de tunnel
Laan van Osseveld in de jaarschijf 2016 hebben opgenomen. Dat geldt ook voor de storting van
€ 475.000 in 2019 vanuit de Algemene Dienst, noodzakelijk om alle jaarschijven van de BROA
tenminste op nul te brengen. Wij hebben de meerjarendoorrekening van de BROA inclusief de
toelichtingen op de BROA-projecten opgenomen onder bijlage 2.1. Wij stellen u voor de
meerjarendoorrekening vast te stellen.
138
3.5 Reserve Bereikbaarheid Binnenstad (RBB)
De parkeerinkomsten zijn afgelopen jaren mede door economische omstandigheden teruggelopen.
Voor de MPB 2016-2019 is de meerjarendoorrekening van de RBB geactualiseerd.
Op 18 juni jl. heeft uw raad ingestemd met ons voorstel om de tarieven voor kortparkeren in de
parkeergarages per 1 juli 2015 aan te passen. Dit leidt tot een extra baat voor de RBB van
€ 130.000. Deze tariefsverhoging op korte termijn was nodig als gevolg van dalende
parkeerinkomsten.
In de geactualiseerde doorrekening van de RBB (zie bijlage 2.2 ) is dit besluit verwerkt. De
parkeerinkomsten dekken nog niet volledig de uitgaven voor parkeren en parkeerbeleid. Het nu
geprognosticeerde jaarlijkse tekort kan in de komende jaren nog worden opgevangen binnen de
RBB. De ontwikkeling van de parkeerinkomsten blijven echter onzeker en zorgelijk. Wij zullen uw
raad separaat hierover informeren. Eventuele maatregelen zullen betrokken worden bij de
integrale afweging in het kader van de Voorjaarsnota 2016.
Wij stellen u voor om met de meerjarendoorrekening in te stemmen.
139
4
Paragrafen 2016-2019
141
4.1 Paragraaf Weerstandsvermogen en
risicobeheersing.
4.1.0 Inleiding
In 2013 heeft het college gemeentebreed afspraken gemaakt over risicomanagement, zoals
vastgelegd in de Nota Risicomanagement Gemeente Apeldoorn 2013. In 2014 en 2015 zijn deze
afspraken geïmplementeerd. Risicobeheersing is een cyclisch proces. In deze paragraaf
weerstandsvermogen geven we aan wat de financiële impact is van de risico's voor de komende
jaren op basis van deze MPB 2016-2019 en de voorstellen van ons college aan uw raad.
We geven aan wat de weerstandscapaciteit is en hoe deze zich de komende jaren ontwikkelt.
Daaruit kunnen we afleiden wat ons weerstandsvermogen zal zijn.
Met ingang van deze begroting hebben we in deze paragraaf de financiële kengetallen
opgenomen, zoals voorgeschreven in het Besluit Begroting en Verantwoording. Deze kengetallen
geven aanvullend een beeld van de financiële positie van onze gemeente.
4.1.1 Risicobeheersing en risico’s
De gemeente Apeldoorn voert een prudent financieel beleid. Bij de voorbereiding van zowel de
(meerjaren)programmabegroting als van separate voorstellen worden de benodigde budgetten
getoetst en worden eventuele risico’s in beeld gebracht. Algemene kostenontwikkelingen
(inflatie) worden vroegtijdig door begrotingsrichtlijnen vastgelegd. Omgevingsfactoren –
bijvoorbeeld het rijksbeleid – worden voortdurend gesignaleerd, waarbij wij beoordelen wat de
effecten hiervan voor Apeldoorn zijn. De ontwikkeling van de algemene en specifieke uitkeringen
krijgen in dit kader bijzondere aandacht.
Er worden stappen gezet om de prestatieafspraken gemaakt tussen raad, college en management
meer specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden (SMART) te maken. Daardoor
wordt een beter inzicht in mogelijke risico’s bereikt.
Het risicomanagement wordt steeds beter verankerd in de integrale bedrijfsvoering. In het kader
van versterking van de planning- en controlfunctie wordt het managen en daarmee beheersen van
risico’s steeds meer een vast onderdeel binnen de bestaande cycli, processen en rapportages.
Bij het inventariseren van de risico’s wordt onderscheid gemaakt in financiële risico’s en risico’s
op prestaties en imago. In de paragraaf weerstandsvermogen zijn de financiële risico's leidend.
Daarnaast maken we onderscheid tussen risico’s op projecten in het Grondbedrijf en risico’s in de
Algemene Dienst en risico’s van de drie decentralisaties (3 D’s). In de tussentijdse rapportages
aan de gemeenteraad rapporteren we over deze risico's. Gelet op de onzekerheid over de kosten
van de 3 D's en de budgetten die we daarvoor van het rijk krijgen staan we in deze paragraaf
uitvoerig stil bij de risico's van de 3 D's.
4.1.1.1 Risico’s (projecten) Grondbedrijf
De risico’s van het Grondbedrijf worden in eerste instantie binnen het Grondbedrijf zelf
opgevangen. Voor het risico op de projecten van het Grondbedrijf is de Algemene Reserve
Grondbedrijf (ARG) gevormd. Deze reserve bepaalt vooral de weerstandscapaciteit van het
Grondbedrijf. Ook voor het Grondbedrijf geldt als norm, dat de weerstandscapaciteit groter is dan
het risicobedrag, met andere woorden: weerstandsvermogen > 1.
143
Omvang risico’s Grondbedrijf
Bij het Grondbedrijf zijn er zowel algemene risico’s (markt, prijsstelling, etc.) als projectspecifieke
risico’s die het resultaat van complexen kunnen beïnvloeden.
In het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) 2015 zijn deze risico’s in vijf onderdelen
uitgesplitst. Onderstaande tabel geeft per onderdeel inzicht in het risicobedrag (benodigde
weerstandscapaciteit) dat niet binnen het project (via onvoorzien of lagere winstverwachting)
opgevangen kan worden.
nr
Risico-onderdelen
Bedrag
Verwijzing
naar MPG
§ 7.2
§ 7.2
§ 7.3
§ 7.4
§ 7.5
1
Projectoverstijgende risico’s wonen
€ 8,0 mln
2
Projectoverstijgende risico’s niet- wonen
€ 5,4 mln
3
Risico’s projecten o.b.v. statistische methode
€ 2,8 mln
4
Risico’s projecten o.b.v. IFLO-methode
€ 0,8 mln
5
Kwalitatief woningbouwprogramma 2020-2030 € 12,7 mln
Totaal
€ 29,7 mln
Tabel 4.1: Inzicht in omvang risico’s dat niet binnen projecten opgevangen kan worden.
Voor een toelichting op de onderdelen wordt verwezen naar hoofdstuk 7 van het MPG 2015 (zie
verwijzing in laatste kolom). Hieronder zijn voor het inzicht de grootste risico’s kort benoemd.
Externe omstandigheden
De grootste risico’s van het Grondbedrijf zijn gelegen in externe omstandigheden. Het betreft o.a.
risico’s t.a.v. de rente, inflatie, lagere grondopbrengsten en vertraging in de uitgifte. Deze risico’s
worden nagenoeg volledig ingegeven door economische omstandigheden en zijn meegenomen bij
de onderdelen 1 en 2.
Projectspecifieke openbare risico’s en kansen
• Als gevolg van de status van het project Vlijtsepark wordt er nog gerekend met algemene
ramingen voor bouw- en woonrijpmaken (inclusief sanering). Het is op dit moment onzeker of
deze ramingen toereikend zullen zijn.
• Hogere kosten en vertraging door mogelijk archeologische vondsten Vlijtsepark
• Niet kunnen nakomen van contractuele verplichting warmtenet Zuidbroek
• Mogelijke vestiging Hornbach op de Voorwaarts ipv bij Zuidbroek (risico Zuidbroek / kans
Voorwaarts).
• Extra aanjagen van verkoop particuliere kavels in Groot Zonnehoeve kan mogelijk extra
kosten (pr-budget) en lagere opbrengsten (projectmatige vrijstaande bouw) met zich
meebrengen.
Kwalitatief woningbouwprogramma
Begin 2015 heeft de raad op hoofdlijnen het kwalitatief woningbouwprogramma herzien. Voor
het Grondbedrijf betekent dit dat het aandeel dure programma’s fors neerwaarts moet worden
bijgesteld. Voor de bijstelling in de periode 2015-2019 is bij de jaarrekening 2014 een
verliesvoorziening getroffen van € 2,8 mln. Voor deze periode is redelijk goed in te schatten welk
programma in welk project zal worden omgezet. Voor de periode 2020-2029 is dat op dit
moment nog te vroeg. Wel is, op basis van de gegevens die nu beschikbaar zijn, een berekening
gemaakt van het mogelijke financiële risico voor deze periode. Dit risico is berekend op € 12,7
mln. Vorig jaar stond deze nog op PM.
144
Grafiek 4.1: Overzicht risico’s per project
Weerstandsvermogen grondbedrijf
De beschikbare weerstandscapaciteit van het Grondbedrijf bestaat uit de volgende onderdelen:
• Post onvoorzien binnen grondexploitatiebegrotingen
• Eventuele winstverwachting van grondexploitatiebegrotingen
• Algemene Reserve Grondbedrijf (ARG)
Het weerstandsvermogen wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen
door de benodigde weerstandscapaciteit/ financieel effect van de risico's (zie tabel 4.1).
Rekening houdend met de mogelijkheid om risico’s binnen projecten op te kunnen vangen (post
onvoorzien of lagere winstverwachting) zou de ARG per 1-1-2015 € 29,7 mln moeten bedragen.
De ARG bedraagt op basis van het MPG 2015 € 7,2 mln, zodat het weerstandsvermogen eind
2014 uitkomt op 0,24 (€ 7,2 / € 29,7). Voor het Grondbedrijf geldt als norm, dat de
weerstandscapaciteit groter is dan het risicobedrag, met andere woorden:
weerstandsvermogen > 1.
Grafiek 4.2: ontwikkeling weerstandsvermogen Grondbedrijf
145
Ontwikkeling weerstandsvermogen en risico Grondbedrijf ten laste van Algemene Dienst
De komende jaren lijkt het weerstandsvermogen te verbeteren (zie stijgende lijn na 2015).
Belangrijke disclaimer daarbij is dat de winstnames in de tijd en in omvang vaak zeer onzeker zijn.
Tevens is er in bovenstaande grafiek rekening mee gehouden dat de omvang van de risico’s niet
wijzigt. Dat zal in werkelijkheid niet het geval zijn.
Het risico dat niet gedekt wordt door de ARG stijgt met € 17,2 mln tot € 22,5 mln per 1-1-2015.
In eerste instantie wordt gezocht naar mogelijkheden om dit risico binnen het grondbedrijf te
beheersen. Gezien de forse toename heeft de raad bij de besluitvorming omtrent het kwalitatief
woningbouwprogramma (grootste oorzaak van de forse toename) besloten om alle kaders van
het Grondbedrijf opnieuw tegen het licht te houden. Zo zullen o.a. de parameters opnieuw
worden bekeken en wordt er binnen projecten gezocht naar mogelijkheden om financiële
middelen vrij te spelen. Dit proces loopt door tot in 2016 maar in 2015 zal op onderdelen al
besluitvorming aan de raad worden voorgelegd. Zo wordt in deze MPB 2016-2019
aangekondigd dat in 2015 de rekenrente voor het Grondbedrijf opnieuw wordt bezien. Een 1e
doorrekening laat zien dat een verlaging naar 3% een direct voordelig resultaat (mutatie in
verliesvoorzieningen) van ca € 3 tot € 4 mln oplevert. Vooruitlopend op vaststelling van de MPBis
dit nog niet in de hierboven opgenomen cijfers meegenomen.
Lopende dit onderzoek is in deze MPB geen risico van het Grondbedrijf opgenomen voor de
Algemene Dienst.
4.1.1.2 Risico’s AD en het financiële effect
Bij het inventariseren en kwantificeren van deze risico’s kijken naar de kans, dat een
risicogebeurtenis zich voordoet, het financiële effect van een risico en naar de impact op
prestatie en imago van de gemeente. De risico’s worden opgenomen in de Apeldoornse
risicomatrix en weergegeven in risicoprofielen. De risico’s zijn deels incidenteel en deels
structureel. Bij de kwantificering van de risico’s gaan we er vanuit, dat structurele risico’s in vier
jaar worden gedekt door ombuigingen binnen de begroting dan wel aanpassing van beleid of
beheersmaatregelen. Dit leidt tot een verdubbeling van het financieel effect (1e jaar 100%, 2e
jaar 67%, 3e jaar 33%, 4e jaar 0%).
De risico's van de Algemene Dienst (AD) kwantificeren we nu op € 23,1 miljoen. Voor de
ontwikkeling van het weerstandsvermogen gaan we ervan uit, dat het risico komende jaren niet
wijzigt.
Grafiek 4.3: ontwikkeling risico’s Algemene Dienst en financieel effect
146
Hieronder gaan we in op de TOP risico's voor de AD. Dit zijn de risico's van de 3 D's en enkele
overige AD- risico's. Het betreft de risico's met een kans van minimaal 25% op een financieel
effect groter dan € 500.000.
Risico’s 3 D’s
In 2014 heeft het college een risicoanalyse uitgevoerd op de nieuwe taken in het sociaal domein.
Hierbij is gekozen voor een aanpak waarbij strategie (doelstellingen) en risico’s van de
decentralisaties aan elkaar worden gekoppeld. Ook zijn de doelen van de decentralisaties
gekoppeld aan kritische succesfactoren, de belangrijkste activiteiten die moeten leiden tot het
realiseren van deze doelen. Dit heeft geresulteerd in een strategiekaart waarin de doelstellingen
en de kritische succesfactoren voor de realisatie hiervan aan elkaar zijn gerelateerd. Op basis van
de strategiekaart hebben wij de risico’s van de decentralisaties benoemd en ze op basis van de
systematiek van risicomanagement van onze gemeente nader uitgewerkt door elk risico te
classificeren (tijdsperspectief, kans, financieel effect en impact op doelstellingen en imago), de
verantwoordelijkheden te expliciteren en de beheersmaatregelen in beeld te brengen. Met het
calculeren van de mogelijke financiële gevolgen van de risico’s wordt ook een inschatting
gemaakt van de benodigde financiële weerstandscapaciteit voor de nieuwe taken in het sociaal
domein.
Het is gezien de ongekende dynamiek in het sociaal domein van belang de risico’s van de
decentralisaties en de benoemde beheersmaatregelen nauwgezet te monitoren en met regelmaat
te actualiseren. Die actualisatie heeft inmiddels bij herhaling plaatsgevonden. In deze MPB treft u
een nieuwe update van de risico’s van de decentralisaties aan voor het jaar 2016 en de jaren
daarna. Omdat een deel van de eerder benoemde risico’s incidenteel van karakter was, is het
aantal risico’s afgenomen. Er resteren echter nog steeds een drietal TOP-risico’s voor de
komende jaren, waarvan de eerste twee een enorme impact op de financiële positie van onze
gemeente kunnen hebben. Vanwege het grote belang en de complexiteit van deze TOP-risico’s
beschrijven wij ze uitgebreid naar de stand van medio september 2015 en schetsen wij de
beheersmaatregelen. Omdat het sociaal domein momenteel een enorme dynamiek kent,
veranderen de risico’s snel. Dit is een onvermijdelijk gegeven voor alle gemeenten en daarmee
ook voor Apeldoorn.
Risicobedrag
Wij hebben de TOP-risico's van de 3 D's op basis van de systematiek van risicomanagement van
onze gemeente nader uitgewerkt door elk risico te classificeren (financieel effect, kans,
tijdsperspectief, het benodigd weerstandsvermogen en impact op doelstellingen en imago) naar
de situatie van september 2015.
Wij gaan er in de Apeldoornse systematiek van risicomanagement vanuit dat wij structurele
risico’s in 4 jaar afbouwen (100%, 67%, 33% en 0%). De risico’s van de decentralisaties zijn
met ongekend veel onzekerheden omgeven en laten zich om die reden nauwelijks inpassen in ons
systeem van risicomanagement. Wij hebben deze onzekerheden hiervoor zo goed en volledig
mogelijk beschreven. Hieruit blijkt dat het niet mogelijk is het financieel effect van deze risico’s
goed te calculeren. De bandbreedtes van de financiële effecten zijn groot en de calculaties zijn bij
voortduring aan verandering onderhevig. Dat neemt niet weg dat wij een zo goed mogelijke
calculatie hebben gemaakt van de financiële effecten van de TOP-risico’s. Voor het zorgdomein
hebben wij per zorgtaak de bandbreedte van het risicobedrag getaxeerd en nemen wij het
gemiddelde hiervan als het risicobedrag. In onderstaande tabel geven wij op die manier berekende
risicobedragen van de taken in het zorgdomein weer.
Inschatting risico's taken
zorgdomein
Beschermd wonen
Maatschappelijke opvang
WMOlokaal
Jeugdzorg
TOTAAL
Risicobedrag
2.000.000
1.750.000
2.000.000
2.000.000
7.750.000
147
Voor de Bijstand gaan wij uit van een risicobedrag dat overeenkomt met het bedrag dat wij in de
MPB op hebben genomen als vrij te spelen budgetruimte op de Bijstand (structureel circa € 2,7
mln. vanaf 2018). In de jaren daarvoor gaat het om budgetten van € 850.000 (2016) en € 1,7
mln. (2017). De risico’s Bijstand houden onder andere verband met onzekerheden rond het
structurele vangnet, het resultaat van de verbetering van het verdeelmodel en de ontwikkeling
van de rijksvergoeding Bijstand de komende jaren (als die stijgt neemt ook het eigen risico van de
gemeente namelijk toe).
Op grond van het voorgaande hebben wij de financiële effecten van de TOP-risico’s van de 3
decentralisaties berekend. Het resultaat presenteren wij met alle mogelijke voorbehoud en levert
een benodigde weerstandscapaciteit van bijna € 11,8 mln. op.
TOP- risico's 3 D's
Nr. Risic
Financieel effect Kans
I/S
Netto financieel
gevolg input
paragraaf
weerstandsvermogen
Impact op de Impact op
doelstelling het Imago
Totaal
score
10.1 Structureel onvoldoende budget taken
zorgdomein
7.750.00050%
S
7.750.000
9
8
17
10.2 Structureel onvoldoende budget taken
bijstand
2.750.00060%
S
3.300.000
9
8
17
10.3 Borgen continuiteit zorg en opvangen
frictiekosten
1.500.00050%
I
750.000
6
7
13
Totaal risico's
12.000.000
11.800.000
Toelichting per risico.
TOP-Risico 1. Structureel onvoldoende budget WMO, Maatschappelijke Opvang en Jeugdzorg als
gevolg van (nieuwe) verdeelmodellen, lagere eigen bijdragen en extramuralisering
Als gevolg van nieuwe objectieve verdeelmodellen die onvoldoende aansluiten op de bestaande
Apeldoornse situatie bestaat de kans dat de budgetten die het rijk voor de taken in het
zorgdomein beschikbaar stelt ontoereikend zijn voor de kosten die wij maken. Het gevolg hiervan
kan zijn dat er structurele tekorten ontstaan voor Apeldoorn als (centrum)gemeente. Op deze
zorgtaken en de bijbehorende risico’s gaan wij nader in.
Beschermd wonen
Het ontwikkelde objectief verdeelmodel voor beschermd wonen is na een intensieve lobby van
tafel. In 2015 is een traject in gang gezet (commissie Dannenberg) dat een nieuwe beleidsvisie
op beschermd wonen en een nieuw verdeelmodel moet gaan opleveren. Implementatie hiervan is
op dit moment met ingang van 2017 voorzien. Dit brengt nieuwe financiële risico’s voor
Apeldoorn met zich mee. Het resultaat van het werk van de commissie Dannenberg zal sterk
bepalend zijn voor het financieel perspectief van beschermd wonen op termijn. De aanpassingen
in het beleid beschermd wonen en (financiële) consequenties van de beoogde overgang naar een
nieuw verdeelmodel per 2017 zijn op dit moment uiteraard nog onbekend. Daarmee blijven de
risico’s voor Apeldoorn zowel in het jaar 2016 als ook in de jaren daarna groot en is
kwantificering van het financieel effect van de risico’s complex.
Tegelijkertijd zijn de historische gegevens die als basis dienden voor de calculatie van het
macrobudget beschermd wonen 2015 nog steeds met onzekerheid omgeven. Uit nader
onderzoek door een extern bureau (HHM) is gebleken dat niet alle cliënten en de bijbehorende
kosten uit Apeldoorn en regiogemeenten over 2014 juist en volledig zijn meegenomen. Omdat
het Rijk geen korting op dit budget heeft doorgevoerd, zal de staatssecretaris nog met extra
148
budget voor Apeldoorn over de brug moeten komen, nu deze kosten hoger blijken te zijn dan ons
budget. Wij gaan er vanuit dat onze gemeente dit extra budget alsnog van het rijk zal ontvangen.
In de septembercirculaire wordt onze gemeente toegezegd dat we voor 2015 extra budget
ontvangen, maar voor de jaren daarna is dat nog niet het geval. Hiervoor hebben wij in de MPB
2016-2019 een extra budget van € 5,6 mln. opgenomen.
Als centrumgemeente krijgen wij steeds meer zicht op de aantallen cliënten beschermd wonen,
waarmee wij hebben te maken. Zodra wij de onderhandelingen met de zorgaanbieders over
tariefaanpassing hebben afgerond, hebben wij ook de werkelijke kosten die zij in 2015 bij ons in
rekening zullen brengen in beeld.
Tot slot speelt er nog een positief risico rond beschermd wonen, namelijk dat de aanbieders een
deel van hun huisvestingskosten in 2015, 2016 en 2017 alsnog bij het rijk kunnen declareren.
Er blijft daarmee onzekerheid over zowel de budgetten die onze gemeente in de jaren 2016 en
verder zal ontvangen als ook de kosten waarmee wij worden geconfronteerd.
Maatschappelijke Opvang
Maatschappelijke Opvang is een bestaande taak voor Apeldoorn als centrumgemeente waarvoor
eerder al een nieuw verdeelmodel is ingevoerd. Op het budget zijn in stappen forse kortingen
doorgevoerd, die maken dat de kosten structureel hoger zijn dan het budget dat wij hiervoor
ontvangen. Door de instroom van oud-AWBZ-cliënten in de Maatschappelijke Opvang neemt het
financieel tekort op deze taak verder toe. Wij zetten alles op alles om via gerichte
beheersmaatregelen het tekort op Maatschappelijke Opvang zover mogelijk terug te dringen. Er
vinden gesprekken plaats met zorgaanbieders om de tarieven waarmogelijk te verlagen en
onnodige instroom in de Maatschappelijke Opvang te beperken. Verminderde instroom betekent
wel dat die cliënten doorschuiven naar de lokale WMO, waar vanaf 2016 ook sprake is van een
budgetkorting. Het structureel financieel risico blijft daarmee groot en de omvang van de tekorten
Maatschappelijk Opvang op termijn onzeker. Dat is ook reden geweest voor het college om in
deze MPB voor te stellen van dit tekort vanaf 2016 structureel circa € 1 mln. uit bezuinigingen
op andere zorgbudgetten te financieren. Het resultaat van het werk van de commissie
Dannenberg zal ook mede bepalend zijn voor de omvang van het resterende tekort
WMO lokaal
Het objectief verdeelmodel voor WMO-begeleiding wordt met ingang van 2016 ingevoerd en dit
leidt voor onze gemeente tot een reductie van het budget. In dit model zullen nog wel
verbeteringen worden doorgevoerd, maar het effect hiervan op het Apeldoorn’s budget is nog
onzeker. Ook hebben gemeenten te maken met een korting op het budget, omdat het rijk heeft
vastgesteld dat de werkelijke AWBZ-kosten in 2014 lager waren dan in 2013. Tegen eerdere
afspraken in worden gemeenten hier vanaf 2016 alsnog structureel voor gekort. Voor nieuwe
cliënten als gevolg van de extramuralisering voegt het rijk geld toe aan het budget WMO lokaal.
Het is echter onzeker of dit toereikend zal zijn voor de bijbehorende nieuwe instroom. Voor de
komende jaren betekent het voorgaande een budgetverlaging WMO-lokaal van € 3,2 mln. (2016),
€ 5,9 mln. (2017), € 6,8 mln. (2018) en € 7,1 mln. (2019).
Voor WMO-begeleiding geldt dat wij inmiddels zicht hebben op de werkelijke (bestaande en
nieuw ingestroomde) cliënten. Omdat zorginstellingen nog achterstanden hebben in hun
facturering, ramen wij de werkelijke kosten op basis van de rechten die cliënten volgens
afgegeven beschikkingen hebben. Het is nog onzeker in welke mate cliënten gebruik maken van
deze rechten (verzilveringspercentage). De hoogte van dit verzilveringspercentage en de omvang
van de nieuwe instroom in WMO-lokaal zullen bepalen of het (gekorte) budget al dan niet
toereikend zal zijn de komende jaren. Uitgaande van de meicirculaire zal het budget WMO lokaal
stapsgewijs gereduceerd worden en vanaf 2019 structureel ruim € 4 mln. minder zijn. Of de
resultaten van de beoogde transformatie van het lokale zorgdomein zodanig zullen zijn dat de
kosten WMO lokaal volledig uit dit resterend budget zijn te dekken, valt nu nog niet te zeggen.
Als gevolg van de extramuralisering zal een categorie van inwoners die nu intramuraal wonen
zelfstandig gaan wonen en een deel van deze cliënten zal aanspraak maken op het budget WMO
lokaal. Over de exacte aantallen en het tempo waarin die uitstroom plaats zal vinden bestaat nog
onzekerheid. De volgende cijfers zijn op dit moment al bekend:
149
•
•
•
in onze regio zal het aantal klinische bedden worden gehalveerd van 340 naar 170 in een
periode van circa 4 jaar;
op lokaal niveau zal het aantal plaatsen beschermd wonen met 250 tot 300 worden
verminderd (in periode tot 2020);
in regionaal verband zal het aantal “long stay”-bedden bij GGNet met 100 afnemen.
De komende jaren zal moeten blijken welk deel van de cliënten dat extramuraal gaat wonen zich
in Apeldoorn gaat vestigen. Verwacht mag worden dat dit een substantieel deel zal zijn.
Jeugdzorg
Eind 2014 is ook het verdeelmodel voor de Jeugdzorg bekend gemaakt. Uit de meicirculaire blijkt
dat ook dit model onze gemeente een budgetkorting oplevert. Deze korting neemt af van bijna
€ 2 mln. in 2016 tot structureel € 0,5 mln. vanaf 2019. Deze korting houdt verband met het
objectief verdeelmodel, maar ook met een rijkskorting als gevolg van lagere AWBZ-kosten in
2014 (dan in 2013). Het model zal nog verder worden verbeterd. Later zal blijken of en zo ja
welk effect dit heeft op het Apeldoorns budget. Verder geldt voor een belangrijk deel van de
maatwerkvoorzieningen Jeugdzorg (bijna 40% van het budget) dat we pas in de tweede helft van
2015 goed zicht krijgen op de werkelijke cliëntenaantallen en kosten. ICT- en administratieve
problemen bij zorgaanbieders en de SVB en onzekerheid rond de actualisatie van het
woonplaatsbeginsel zijn hiervoor verantwoordelijk. Daarmee geldt ook voor de Jeugdzorg dat het
financieel risico groot is en de omvang hiervan met onzekerheid omgeven.
Eigen bijdragen WMO en Jeugdzorg
In aanvulling hierop gaat het rijk er bij elk van de verdeelmodellen vanuit dat onze gemeente
structureel eigen bijdragen van meer dan € 5 mln. kan innen voor de WMO en Jeugdzorg.
Achterstanden bij het CAK maken dat de werkelijke omvang van de eigen bijdragen zich nog niet
laat calculeren. Het risico is echter reëel dat hieruit, mede gezien de cumulatie van eigen
bijdragen voor het totale zorgdomein een extra financieel tekort met een structureel karakter
voortvloeit. Ook zal er nog politieke besluitvorming dienen plaats te vinden over de hoogte van
(een deel van) de te hanteren eigen bijdragen. In plaats van op normbedragen kunnen de eigen
bijdragen ook op basis van de werkelijke kosten worden berekend. Als voor de laatste optie
wordt gekozen, zullen de inkomsten als gevolg van eigen bijdragen hoger zijn. Het risico op
lagere eigen bijdragen hebben wij opgenomen in de totale risicobedragen per zorgtaak.
Effecten transformatie zorgdomein nu nog onzeker
Belangrijk doel van de decentralisatie van zorgtaken van rijk naar gemeente is het realiseren van
een transformatie in het zorgdomein. Resultaat hiervan moet een verhoging van de effectiviteit
en efficiëntie van uitvoering van de bijbehorende zorgtaken zijn. Naarmate die resultaten groter
zijn en sneller kunnen worden gerealiseerd, kunnen de taakstellingen zoals die in MPB voor het
zorgdomein zijn opgenomen beter gerealiseerd worden en zullen de financiële tekorten in het
zorgdomein beperkter blijven. Ook voor het resultaat van de transformatie geldt dat het te vroeg
is hiervan al een adequate inschatting te maken. Aan de transformatie zal – na een periode van
transitie- voor een belangrijk deel nog concreet vorm en inhoud moet worden gegeven.
Cumulatieregeling gemeentefonds voor het sociaal domein en het groot onderhoud.
In het voorjaar van 2015 hebben rijk en gemeenten de afspraak gemaakt, dat de
herverdeeleffecten van de decentralisaties (exclusief Bijstand) als gevolg van nieuwe
verdeelmodellen en het groot onderhoud op het gemeentefonds beperkt worden tot maximaal
€ 15 per inwoner per jaar. Zodra de korting op de betrokken budgetten van een gemeente meer
dan dit bedrag bedraagt, zal het rijk de gemeente hiervoor compenseren. Dit bedrag cumuleert in
de loop der jaren tot € 60 per inwoner. De regeling biedt de gemeente Apeldoorn echter geen
soelaas. Op het groot onderhoud van het Gemeentefonds kennen wij een voordeel en de
kortingen op de overige budgetten zijn niet zo groot dat wij gebruik kunnen maken van de
cumulatieregeling. De werkelijke kosten die een gemeente maakt zijn voor deze regeling
irrelevant.
150
Beheersmaatregelen:
1. Continue actieve bestuurlijke en ambtelijke lobby gericht op passende verdeelmodellen voor
zorgdomein.
2. Lobby via VNG en G32 richting het rijk. Participatie in ambtelijke werkgroepen. Actieve
samenwerking met andere gemeenten met zelfde probleem.
3. Onderzoeken en voorbereiden mogelijke bezuinigingsscenario’s (onder regie van de
stuurgroep Zorg).
4. Actief en constructief accountmanagement met zorginstellingen en hen nauw betrekken bij
problematiek.
5. Strakke monitoring verstrekkingen en kosten.
6. Ontwikkelen effectief en efficiënt transformatiebeleid en zo nodig versoberen beleid.
7. Goede afspraken maken met regio gemeenten.
8. Inzet van ambtelijke scrumteams voor nader onderzoek naar brongegevens, cliëntaantallen,
kosten e.d.
TOP-Risico 2. Structureel onvoldoende budget Bijstand als gevolg van (nieuwe) verdeelmodel en
extramuralisering
Het nieuwe objectieve verdeelmodel voor het de BUIG levert Apeldoorn al vanaf 2015 een
financieel tekort op. Uitgaande van het voorliggende verdeelmodel zal dit tekort de komende jaren
voor onze gemeente sterk oplopen. Ook tegen dit verdeelmodel voert onze gemeente samen met
andere gemeenten een intensieve en voortdurende lobby. Zo zijn wij tegen de voorlopige BUIGbeschikking in bezwaar gegaan en hebben wij samen met andere gemeenten een extern
onderzoeksbureau ingeschakeld om aan te tonen dat het verdeelmodel onvoldoende aansluit op
de realiteit van gemeenten. Nadat het ministerie ons bezwaarschrift (en die van de andere
bezwaarmakende gemeenten) heeft afgewezen, zijn wij hier tegen in beroep gegaan bij de
rechtbank.
Het voorliggende verdeelmodel is niet van tafel en bepaalt in de jaren 2015 en 2016 voor 50%
het budget dat gemeenten ontvangen. Daarmee blijven de financiële risico’s voor onze gemeente
nog steeds groot. Wel zien wij resultaat van onze lobbyinspanningen. Zo heeft het rijk inmiddels
toegezegd dat zij gemeenten financieel zal compenseren voor het te betalen zak- en kleedgeld
aan inwoners in instellingen. Verder tonen zowel de Raad voor Financiële Verhoudingen (Rfv) als
ook het door Apeldoorn en andere (nadeel)gemeenten ingeschakeld onderzoeksbureau aan dat
het verdeelmodel nog een aantal belangrijke tekortkomingen kent, die een oplossing behoeven.
Zo bevat het model systematische schattingsfouten van de kans dat een inwoner in de bijstand
geraakt. Dit geldt met name voor gemeenten als Apeldoorn met een centrumfunctie en
gemeenten met een afwijkende concentratie van kansarmen. Ook wordt aangetoond dat de
verschillen tussen model en realisatie vooral groot zijn voor gemeenten waarvan de populatie
sterk afwijkt van het Nederlands gemiddelde. Het verdeelmodel is namelijk gebaseerd op
enquêtedata die niet volledig representatief zijn, waardoor de samenstelling van de bevolking in
een gemeente geschat moet worden. Wij hebben eerder al vastgesteld dat die schatting in
Apeldoorn sterk afwijkt van de werkelijkheid. Met de per 2017 beoogde overgang naar integrale
data (werkelijkheid van gemeenten) zal dit probleem naar verwachting grotendeels worden
opgelost. De verbetering van het verdeelmodel zal maken dat het eerder gemelde substantiële
tekort op het Bijstandsbudget afneemt. In welke mate dit gebeurt en welk tekort resteert, laat
zich nog niet voorspellen.
Vanwege de tekortkoming in het model heeft het rijk voor de jaren 2015 en 2016 een eenvoudig
vangnet geïntroduceerd, dat gemeenten financiële compensatie biedt voor tekorten op het I-deel
in het Participatiebudget. Gemeenten met een tekort van meer dan 5% op het Rijksbudget
kunnen hier aanspraak op maken. Tekorten tussen 5% en 10% compenseert het rijk voor de helft
en het tekort boven de 10% volledig. Wel dienen zij aan een beperkt aantal voorwaarden te
voldoen. Wij gaan er in onze analyse vanuit dat Apeldoorn in staat is aan die voorwaarden te
voldoen. Als het definitief Bijstandsbudget hoger uitvalt dan het voorlopig toegekende budget,
dan leidt dit automatisch tot een hogere eigen bijdrage van de gemeente (naarmate de
Rijksvergoeding BUIG toeneemt stijgt ook de van gemeenten gevraagde eigen bijdrage in het
151
tekort). Dit vormt dan ook een risico voor onze gemeente. Ook voor de jaren na 2016 werkt het
rijk aan een vangnetconstructie, maar de inhoud hiervan is nog niet bekend. In de calculatie van
het financieel effect van dit risico nemen wij deze tijdelijke vangnetconstructie vooralsnog als
uitgangspunt voor de eerstkomende 4 jaren. Dit vormt wel een risico, omdat versobering
denkbaar is.
Als gevolg van de hiervoor beschreven extramuralisering in de zorg voorzien wij eveneens een
extra instroom in de Bijstand, met als gevolg een toenemende druk op het beschikbare
Bijstandsbudget. Cliënten die intramuraal wonen en zak- en kleedgeld ontvangen, zullen als zij
zelfstandig gaan wonen volledige bijstand ontvangen (de meerkosten hiervan zijn circa € 8.500
per inwoner). Niet alle cliënten die extramuraal gaan wonen zullen zich in Apeldoorn vestigen.
Ook zal een deel van deze inwoners niet of slechts kortdurend aanspraak hoeven te maken op
Bijstand. Dat neemt niet weg dat het aantal cliënten dat wel in Apeldoorn blijft, een
bijstandsuitkering behoeft (wellicht in combinatie met ondersteuning vanuit de WMO en reintegratie) naar verwachting substantieel zal zijn. In aanvulling hierop is het de vraag of de
verdeelmodellen van het Rijk gemeenten voor het effect van extramuralisering voldoende gaan
compenseren. Ook dit vormt een risico.
In de MPB is structureel al een bedrag van € 1 mln. aan eigen middelen opgenomen ter dekking
van het tekort op Bijstandsuitgaven. Hier voegen wij in de MPB 2016-2019 een bedrag van ruim
€ 2,1 mln. aan toe vanwege het eigen risico, dat wij als gemeente zelf moeten financieren.
Verder ramen wij voor de jaren 2016-2019 een bedrag aan vrij te spelen budgetruimte dat
oploopt van € 850.000 in 2016 tot € 2.750.000 in 2019. Deze laatste post hebben wij als
risicobedrag opgenomen.
Beheersmaatregelen:
1. Continue actieve bestuurlijke en ambtelijke lobby gericht op een passend verdeelmodel voor
Bijstandsuitgaven en een toereikende vangnetconstructie.
2. Lobby via VNG, Divosa en G32 richting het rijk. Participatie in ambtelijke werkgroepen.
Actieve samenwerking met andere gemeenten met zelfde probleem.
3. Onderzoeken en voorbereiden mogelijke bezuinigingsscenario’s (onder regie van de
stuurgroep Werk & Inkomen).
4. Strakke monitoring instroom Bijstand en effectiviteit re-integratie.
5. Doorontwikkelen en implementeren effectief en efficiënt transformatiebeleid en zo nodig
versoberen beleid.
6. Actieve en effectieve samenwerking met regiogemeenten en bedrijfsleven in kader
Arbeidsmarktregio
TOP-Risico 3. Borgen continuïteit zorg en dienstverlening en mogelijke frictiekosten
Als gevolg van faillissementen van zorgleveranciers en reïntegratiepartners bestaat de kans dat
discontinuïteit van zorg en dienstverlening ontstaat met als gevolg dat de gemeente kostbare
maatregelen moet nemen om continuïteit te garanderen. In aanvulling hierop kunnen gedwongen
fusies, overnames en ontslagen bij (voormalige) contractpartijen leiden tot frictiekosten doordat
personeel of vastgoed afgestoten dienen te worden. Dit risico wordt in de loop van de jaren
minder.
Beheersmaatregelen:
1. Veel investeren in effectieve samenwerkingsrelaties met ketenpartners op ambtelijk en
bestuurlijk niveau.
2. Veel aandacht voor inkoop en scherp inkopen op diensten, producten en voorzieningen
(selectie professionele en stabiele leveranciers) en heldere afspraken maken met bestaande
aanbieders. Checken op solvabiliteit en continuïteit.
3. Het instellen van een financiële buffer voor het sociaal domein.
4. Ontwikkelen en hanteren van een standaardprotocol voor situaties waarin zorgaanbieders in
ernstige financiële problemen verkeren.
152
Overige TOP Risico’s AD
Het financiële effect van de overige risico’s van de Algemene Dienst bedraagt € 11,3 miljoen. het
gaat om tientallen risico's met een gering financieel effect en een aantal TOP- risico’s.
TOP- risico's AD
Nr. Eenheid
Risico
Financieel effect Kans I/S
Netto
Impact op de Impact op Totaal
financieel
doelstelling
het Imago score
gevolg input
paragraaf
weerstandsv
ermogen
Programma 1
1.1 Financiën & control
1.7 F&C en W&A
Financiering en rente
risico’s
Regionalisering
1.27 Veiligheid & recht
Planschade
1.000.00025% S
500.0005
5
10
3.000.00025% I
750.0003
3
6
700.00050% I
350.0001
2
3
800.00050% I
400.0003
1
4
1.000.00070% I
700.0007
8
15
600.00075% S
900.0005
1
6
900.00090% I
810.0008
8
16
500.00050% S
250.0008
5
13
I 1.000.0008
8
16
1.35 Personeel communicatie en
bestuursondersteuning
WW-lasten
Programma 3
3.1 Beheer en onderhoud
Beheer en onderhoud
wegen, bruggen etc.
Programma 5
5.1 Jeugd Zorg en Welzijn
Onderwijshuisvesting
Programma 6
Zie 3 D'S
Programma 8
8.4 Vastgoed & Grond
8.6 Vastgoed & Grond
Omnisport
wielerbaan
CODA/Orpheus
Programma 9
9.7 Vastgoed & Grond
Afwaardering
vastgoed
Vastgoedbedrijf
Overige risico's
10.000.00010%
5.692.725
Totaal risico's
11.352.725
Ten opzichte van de risico’s in de Jaarrekening 2014 zijn er enkele risico's gewijzigd of erbij
gekomen:
1.1 Financiering en renterisico's: het risico op een renteverhoging wordt hoger ingeschat (25%)
dan een jaar geleden (10%).
1.35 WW-lasten: door gewijzigde wetgeving is het risico op WW- verplichtingen toegenomen.
Het aantal tijdelijke medewerkers of boventallige medewerkers dat mogelijk een beroep doet op
de WW is toegenomen.
8.6 Groot onderhoud CODA en Orpheus: Voor beide panden is een nieuw MJOP opgesteld.
Gebleken is dat er momenteel geen sprake is van achterstallig onderhoud. Risico is wel, dat er
onvoldoende onderhoudsreserve beschikbaar is voor toekomstig groot onderhoud en dat daarvoor
extra gereserveerd moet worden.
9.7 Afwaardering vastgoed: De kans dat dit risico zich voordoet is kleiner dan 25%. Gelet op het
financieel effect hebben we dit risico toch aan de TOP- risico's toegevoegd.
153
Risicoprofielen risico’s AD
De TOP risico’s met de grootste impact wat betreft kans en risicobedrag zitten in kwadrant I van
het risicoprofiel (kans > 25%, risico > € 500.000).
Grafiek 4.4: risicoprofiel ontwikkeling risico’s Algemene Dienst en financieel effect
De matrix laat zien, dat de risico's van de 3 D's (10.1, 10.2 en 10.3) op dit moment de meeste
impact hebben.
4.1.2 Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente
beschikt om niet begrote kosten als gevolg van risicogebeurtenissen te dekken. Voor het bepalen
van de weerstandscapaciteit kijken we naar drie componenten:
• Het buffervermogen
• Ruimte in de begroting
• Onbenutte belastingcapaciteit.
De weerstandscapaciteit eind 2014 was op basis van de jaarrekening 2014 -/- €17,4 mln. De
weerstandscapaciteit in 2016 is in deze MPB geraamd op -/- €14,3 mln en groeit naar € 37,4
mln in 2022.
Grafiek 4.5: Weerstandscapaciteit (bedragen * € 1.000)
154
4.1.2.1 Buffervermogen
Het buffervermogen is dat deel van het eigen vermogen, dat beschikbaar is om risico’s op te
vangen. Basis voor het buffervermogen is de Algemene Reserve. Deze wordt gecorrigeerd voor
de negatieve reserves, zoals de Reserve Tekort Grondbedrijf. Het buffervermogen bedraagt eind
2016 -/- € 15,2 miljoen en groeit naar 33,4 miljoen in 2022.
4.1.2.2 Ruimte op de begroting
Ook de bezuinigingsmogelijkheid binnen de bestaande begroting behoort tot een van de factoren
die de weerstandscapaciteit bepaalt. Immers wanneer het echt tegenzit, zullen de zeilen op alle
fronten moeten worden bijgezet, zeker wanneer er sprake is van onvoldoende (of negatief) eigen
vermogen. In dat geval zal er fors moeten worden ingegrepen. Gelet op de nog te realiseren
taakstellingen en ambities en onzekerheden is een structurele opvangbuffer opgenomen in de
MPB van € 1 miljoen in 2016 oplopend naar € 4 miljoen in 2019. Deze buffer draagt bij aan de
weerstandscapaciteit.
4.1.2.3 Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit ontstaat door de mogelijkheid om extra middelen te genereren
door belastingen te verhogen of heffingen meer kostendekkend te maken. Uitgangspunt voor de
heffingen (waarvan de afvalstoffenheffing en het rioolrecht de meeste inkomsten genereren) is,
dat deze 100% kostendekkend zijn. Een hogere dekkingsgraad is niet toegestaan. Hierin zit dus
geen extra inkomsten mogelijkheid.
Om mogelijke buitensporige Onroerende Zaak Belasting (OZB)- verhogingen te voorkomen stelt
het Rijk jaarlijks de macronorm vast. Dit is een toegestane stijging van de OZB- opbrengst van
alle gemeenten samen ten opzichte van de opbrengst van het jaar daarvoor. Als de macronorm
door alle gemeenten gezamenlijk wordt overschreden kort het Rijk op het Gemeentefonds. Voor
de verhoging van de OZB hanteren wij de macronorm. Bij de behandeling van de MPB 20152018 is de mogelijkheid van de invoering van forensenbelasting besproken. In de MPB is hiervoor
een baat opgenomen vanaf 2017. De opbrengst van precariobelasting is nog onzeker. De
onbenutte belastingcapaciteit ramen we vooralsnog op nul.
4.1.2.4 Omvang weerstandscapaciteit
weerstandscapaciteit AD einde jaar (*€1000)
Algemene reserve
Reserve inlopen tekort grondexploitatie
Egalisatiereserve bouwleges
Egalisatiereserve begraafplaatsen
Buffervermogen
Ruimte in de begroting
Weerstandscapaciteit AD incidenteel
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
23.646 22.413 15.631 15.854 16.271 17.794 20.427 23.534 26.641 29.749
-46.178 -41.325 -36.308 -31.119 -25.755 -20.208 -14.472
-1.465
0
0
0
-229
0
0
0
0
0
-24.226 -18.912 -20.677 -15.265
-9.484
-2.414
1.000
2.000
3.000
-24.226 -17.412 -20.177 -14.265
-7.484
586
0
1.500
500
Tabel 4.2: weerstandscapaciteit
155
0
0
-8.542
-2.410
3.631
0
0
0
0
0
0
0
0
5.955 14.992 24.231 33.380
4.000
4.000
4.000
4.000
9.955 18.992 28.231 37.380
4.1.3 Weerstandsvermogen
Tot en met 2018 is onze weerstandscapaciteit en daarmee ook ons weerstandsvermogen
negatief. Op basis van de prognose van onze reservepositie in deze MPB en op basis van de
huidige financiële impact van onze risico's zal het weerstandsvermogen toenemen van -/- 0,6 in
2016 naar 1,6 eind 2022.
Grafiek 4.6: Ontwikkeling weerstandsvermogen
4.1.4. Financiële positie.
Naast het weerstandsvermogen zijn er ook andere graadmeters voor de beoordeling van de
financiële positie van de gemeente. In de zomernota 2012 hebben we de Algemene Reserve
benoemd als graadmeter voor ons herstel.
Met ingang van 2016 dienen de gemeenten op basis van het Besluit Begroting en
Verantwoording deze kengetallen in de paragraaf weerstandsvermogen op te nemen. In deze
paragraaf baseren wij ons op de kengetallen zoals aangegeven in de meicirculaire 2015. Onlangs
hebben we vernomen, dat de definities van de kengetallen dit najaar nog aangepast worden. We
zullen u dan d.m.v. een erratum hierover informeren.
De Provincie Gelderland heeft bij enkele kengetallen (b t.m. e) een norm aangegeven. In de tabel
hieronder hebben wij deze verwerkt.
Financiële Kengetallen:
a Algemene reserve/ reserve tekort grondbedrijf 2022 (mln)
Rekening
2014
€ 23,1
Begroting
2015
€ 20,9
Begroting
2016
€ 33,7
Norm
> €20
goed
b netto schuldquote
129,05%
135,66%
116,24%
< 100% matig
c netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte
leningen
d Solvabilteitsratio
116,64%
123,28%
104,73%
< 100% matig
4,97%
2,52%
4,01%
> 50% onvold
oende
> 0,6% matig
e Structrurele exploitatieruimte
-0,16%
-1,94%
0,26%
f
grondexploitatie
18,10%
16,66%
12,05%
n.v.t.
n.v.t.
g belastingcapaciteit
97,13%
97,90%
97,49%
n.v.t.
n.v.t.
Tabel 4.3: financiële kengetallen
156
Toelichting.
a. Algemene reserve.
Met de zomernota 2012 hebben we ons financiële herstelplan gepresenteerd. Het herstel is erop
gericht om in 2022 weer voldoende vet op de botten te hebben. Doelstelling was dat de
algemene reserve in 2022 is gegroeid naar minimaal € 15 miljoen. Gelet op de taken, budgetten
en risico's, die met de drie decentralisaties in het sociaal domein zijn overgekomen naar de
gemeente zullen we deze doelstelling moeten bijstellen. De risico's voor de Algemene Dienst zijn
gecalculeerd op bijna 24 miljoen. In de MPB is structureel een buffer geraamd van € 4 miljoen
vanaf 2019. Dit betekent dat de Algemene Reserve tenminste € 20 miljoen moet bevatten om de
resterende risico's te kunnen opvangen.
Grafiek 4.6: Ontwikkeling Algemene Reserve/ Buffervermogen
b. Netto schuldquote (verplicht)
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast. De schuldenlast is ten
opzichte van vorige jaren afgenomen, maar nog steeds groter dan 100%.
c. Netto schuldquote gecorrigeerd (verplicht)
Hetzelfde geldt voor de gecorrigeerde schuldenlast. De correctie betreft de doorgeleende gelden.
d. Solvabiliteitsratio
Hiervoor hebben we al aangegeven, dat onze Algemene Reserve inclusief de Reserve Tekort
Grondbedrijf tot 2019 negatief is. Ook onze bestemmingsreserves zijn beperkt. Dit in combinatie
met een hoge schuldenlast leidt tot een lage solvabiliteit. De provincie geeft als norm voor een
gezonde financiële positie een solvabiliteit > 50%. Wij vinden deze norm voor een gemeentelijke
overheid veel te hoog.
e. Structurele exploitatieruimte
De structurele exploitatieruimte geeft aan welke structurele ruimte er is om extra eigen lasten te
dragen. De structurele exploitatieruimte is ten opzichte van vorige jaren verbeterd.
f. Grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde )
baten. Het kengetal is een aanduiding van het risico dat gemeenten lopen als gevolg van
waardevermindering van nog niet in exploitatie genomen gronden en van bouwgrond in
exploitatie.
g. Belastingcapaciteit.
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk van onze gemeente zich verhoudt ten
opzichte van het landelijke gemiddelde. Onze belastingdruk ligt onder het landelijk gemiddelde.
157
4.2 Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen
De gemeente Apeldoorn heeft een groot vermogen geïnvesteerd in kapitaal- goederen in de vorm
van wegen, openbare verlichting, riolering, groen, water, sportvoorzieningen,
gemeentegebouwen en onderwijsgebouwen. Het onderhoud van deze goederen is van groot
belang voor het zo goed mogelijk functioneren van de gemeente op vele terreinen. Vanwege het
belang hiervan is dit onderhoud grotendeels vastgelegd in allerlei meerjarenplannen, nota’s, visies
en regelingen.
In deze paragraaf wordt per onderwerp ingegaan op de notities en plannen waarin het
beleidskader is aangegeven, de stand van zaken en de voornemens voor de komende periode.
Hiermee willen we inzicht geven op welke wijze het onderhoud van de gemeentelijke
kapitaalgoederen wordt geborgd.
Integrale openbare ruimte
Stand van zaken:
Apeldoorn is een ‘Buitenstad’. De Apeldoornse ruimte is schoon, heel en veilig. Verduurzaming
en ‘voorraadbeheer’ zijn hierin de opgaven voor de toekomst.
In navolging op Herstelplan wegen zijn wij bezig met integraal ‘voorraadbeheer’ van de openbare
ruimte. Wij inventariseren wat er moet gebeuren in Apeldoorn door het maken van een ‘foto van
de wijk’ en door het monitoren van de kwaliteit en levensduur van de ‘assets’. Aangezien de
meeste voorzieningen inmiddels 40 a 50 jaar oud zijn verwachten wij in de komende decennia
een grote investeringsopgave. In 2016 willen wij, aanvullend op het herstelplan wegen, een beeld
hebben van de stand van zaken van het complete voorzieningenpakket voor de openbare ruimte.
We zullen daarbij onderzoeken hoe we daarin gebruik kunnen maken van de principes van
assetmanagement. Dat houdt in het sturen op basis van vastgestelde waarden en risicoprofielen.
Wij signaleren een oplopende spanning tussen de behoefte aan groot onderhoud en vervanging
enerzijds en van achterblijvende indexeringen en de opgave om onkruidbestrijding op
verhardingen zonder chemische middelen op te lossen anderzijds.
a. Groen
Stand van zaken:
Apeldoorn is een stad in het groen. Wij hebben oog voor de waarde van de groene gebieden in en
om van de stad. Groen is meer dan alleen een natuurlijke versiering. Groen brengt mensen bij
elkaar, draagt bij aan de gezondheid en verhoogt de waarde van de leefomgeving. Groen leent
zich voor burgerinitiatieven en samenwerking met medewerkers met een afstand tot de
arbeidsmarkt. De budgetten voor onderhoud zijn toereikend voor het onderhoudsniveau waarbij
geen sprake is van onveiligheid of kapitaalvernietiging door gebrekkig onderhoud, maar ze zijn
ontoereikend om in de vervangingsopgave op de lange termijn te kunnen voorzien. In het
bijzonder geldt dit voor het bomenbestand.
Programma 2016:
In 2016 wordt het onderhoud, conform de vastgestelde kwaliteit zoals aangegeven in de nota,
gerealiseerd. Er is tevens een website waarop alle burgerinitiatieven zijn terug te vinden. Het
lange termijn perspectief bomenbestand is in beeld gebracht.
b. Wegen (en bruggen, tunnels en viaducten)
Stand van zaken:
In 2014 is gestart met de uitvoering van de maatregelen die zijn opgenomen in het ‘Herstelplan
Wegen (fiets-, voetpaden en wegen)’.
Inzet is om geleidelijk de achterstand op wegenonderhoud terug te brengen. Een goed en veilig
wegennet is ook nodig om iedereen die onderweg is gastvrij te ontvangen. Voor het gastvrije
onthaal hebben wij veilige wandel- en fietspaden. Verduurzaming en ‘voorraadbeheer’ zijn de
opgaven voor de toekomst. In 2014 is in overeenstemming met het Herstelplan Wegen een
reserve herstel onderhoud wegen gevormd. Deze is in de MPB opgenomen in bijlage 3.5.
159
Met de extra middelen die beschikbaar zijn kunnen wij het teruglopen van achterstanden keren,
maar aan het inlopen zijn wij nog niet toe.
Programma 2016
In 2016 worden de wegen en fiets/wandelpaden conform het door ons vastgestelde
Uitvoeringsplan Wegen 2016 in uitvoering gebracht. Tevens is in het najaar van 2015 een
driejaren doorkijk aan de raad aangeboden waarin is aangegeven welke wegen in die periode
worden aangepakt.
Openbare verlichting
Stand van zaken:
De komende jaren worden de technisch goede masten geschilderd en de slechte masten
vervangen. Tevens worden minder energie efficiënte armaturen vervangen door een dimbare LED
armatuur. De verwachting is dat we met het huidige vervangingsbudget in combinatie met de
reserve schilderonderhoud de achterstanden op mastvervanging in 2020 hebben weggewerkt.
Wij dragen bij aan energieneutraliteit en duurzaamheid. De openbare verlichting is een onderdeel
binnen integraal ‘voorraadbeheer’.
Programma 2016:
Het planmatig onderhoudsbudget wordt overeenkomstig het jaarlijkse onderhoud- en
vervangingsplan ingezet.
Bruggen
Stand van zaken:
De bruggen voldoen aan de functionele eisen. Er is echter sprake van een
onderhoudsachterstand. Binnen 5 tot 10 jaar zal een groot aantal houten fiets- en voetbruggen in
de wijken Zevenhuizen en de Maten vervangen moeten worden. De omvang van de
werkzaamheden gaan het reguliere budget te boven. Daarom is in het ‘Herstelplan Wegen (fiets-,
voetpaden en wegen)’ deze problematiek ook meegenomen. Het onderhouden en vervangen van
bruggen maken deel uit van integraal voorraadbeheer.
Programma 2016:
In 2016 worden onderhoud en vervanging uitgevoerd zoals aangegeven in de paragraaf Bruggen
in het door ons vastgestelde Uitvoeringsplan Wegen 2016.
Begraafplaatsen
Stand van zaken:
In de MPB 2014-2017 heeft uw raad ingestemd met een éénmalige aanvulling van € 350.000 in
de reserve begraafplaatsen. Naar aanleiding van een zorgwekkende terugloop van de
egalisatiereserve is in 2014 een plan van aanpak voor verbetering van de exploitatie gemaakt. Dit
plan van aanpak zal leiden tot een integrale visie op het beheer en de exploitatie van
begraafplaatsen, waarbij de mogelijkheden van een natuurbegraafplaats worden onderzocht. De
éénmalige aanvulling in combinatie met de nieuwe integrale visie zorgt ervoor dat de reserve de
komende jaren op peil blijft.
Programma 2016:
In 2016 wordt het onderhoud, zoals aangegeven in de nota begraafplaatsen, conform de
jaarlijkse begroting uitgevoerd.
Water & Riolering
Stand van zaken:
De visie op het water in Apeldoorn is vastgelegd in het waterplan dat een scoop heeft tot 2030.
De uitwerking vindt plaats in twee programma’s: het uitvoeringsprogramma water en riolering en
het programma Beken en Sprengen.
160
Het uitvoeringsprogramma water en riolering loopt van 2006 tot 2015. De ambities, doelen en
maatregelen voor water en riolering zijn vastgelegd in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP)
2011-2015. Het GRP is een wettelijk verplicht plan. In 2015 wordt een nieuw GRP opgesteld.
Het uitvoeringsprogramma van het waterplan zal worden voortgezet in het nieuwe GRP 20162020 (afkoppelen regenwater) en het programma Beken en Sprengen.
Programma 2016:
In de programma’s worden diverse projecten uitgevoerd. De belangrijkste zijn: maatregelen tegen
wateroverlast, beekherstel, waterkwaliteitsmaatregelen door oplossen knelpunten o.a. door
verbeteringen in de riolering en diverse afkoppelprojecten. In 2016 wordt onder meer de
Ugchelsebeek Noord voorbereid en de Driehuizerspreng PWAlaan gerealiseerd.
Verkeersapparatuur
Stand van zaken:
Er zijn contracten gesloten met alle leveranciers van verkeersapparatuur voor het beheer en
onderhoud evenals het verhelpen van storingen. Daarnaast wordt er voor de
verkeersregelinstallaties een jaarlijks vervangingsprogramma uitgevoerd. Afstemming en
implementatie binnen integraal ‘voorraadbeheer’ zal plaatsvinden.
Programma 2016:
In 2016 wordt het onderhoud en de vervanging conform het jaarlijkse onderhoud- en
vervangingsplan uitgevoerd.
Parkeren
Parkeren:
Stand van zaken:
Voor het onderhoud parkeerapparatuur, parkeergarages en maaiveld zijn contracten afgesloten.
Begin 2015 was de planning de parkeergarage apparatuur te vervangen. Gezien de staat van de
apparatuur (inclusief enkele tussentijdse vervangingen) is de vervanging een jaar opgeschoven.
Programma 2016:
In 2016 wordt het onderhoud en de vervanging conform het jaarlijkse onderhoud- en
vervangingsplan uitgevoerd. Onderdeel hiervan is de vervanging van de parkeergarageapparatuur.
Gemeentegebouwen
Stand van zaken
Met betrekking tot het onderhoud wordt gewerkt met Meerjarenonderhoudsplannen (MJOP’s),
conform de NEN 2767. Voor het merendeel van ons vastgoed zijn MJOP’s beschikbaar.
Uitzonderingen hierop zijn objecten waarvoor afstoot/verkoop wordt overwogen en het vastgoed
in projectontwikkelingsgebieden. Hier wordt alleen het hoognodige onderhoud voor uitgevoerd.
De MJOP’s zijn leidend voor de wijze en mate van uitvoering van het onderhoud aankomende
jaren en vormen de (financiële) basis voor de onderhoudsvoorziening binnen het Vastgoedbedrijf.
Voor een aantal objecten geldt dat het eigenarenonderhoud is belegd bij de huurder van het
vastgoed. Dit geldt voor Orpheus, Coda, Omnisport en de Accres-portefeuille. De gemeente
streeft in lijn met haar eigenarenrol naar een goede regie en sturing op het eigenarenonderhoud
van haar eigen vastgoed. Voor Orpheus, Coda, Omnisport en de Accres-portefeuille wordt dan
ook onder-zocht hoe de sturing en regie op het eigenarenonderhoud door de gemeente kan
worden ingevuld.
Programma 2016:
Accres draagt in opdracht van de gemeente zorg voor de uitvoering van het eigenarenonderhoud.
Toegewerkt wordt naar een nieuwe kort cyclische MJOP systematiek, waarvoor in 2014 reeds
de MJOP’s en bijbehorende budgetten van de Accres portefeuille zijn geactualiseerd. Hierbij
161
wordt rekening gehouden met de voorgenomen afstoot van panden zoals opgenomen in het
uitvoeringsprogramma van de Nota Gemeentelijk Vastgoed.
Voor een aantal objecten zal een nieuw MJOP worden opgesteld. Voor landgoederen zal in 2016
eerst een projectplan worden opgesteld en vervolgens een MJOP om deze panden conform
beoogde exploitatie weer up-to-date te krijgen voor de komende decennia. Dit gelet op het
bestuurlijke besluit in 2014 om bossen en landgoederen niet af te stoten, maar te behouden.
Daarnaast wordt in 2016 ook toegewerkt naar een actualisatie van de MJOP’s voor de
gemeentelijke accommodaties op sportterreinen.
Onderwijsgebouwen
Stand van zaken
Per 2015 is buitenonderhoud schoolgebouwen primair onderwijs overgeheveld naar de
schoolbesturen. Het binnenonderhoud was al een verantwoordelijkheid voor de besturen. Omdat
de besturen van het voortgezet (speciaal) onderwijs ook integraal verantwoordelijk zijn voor hun
gebouwen, kunnen de onderwijsgebouwen voortaan voor de paragraaf onderhoud
kapitaalgoederen buiten beschouwing blijven. De gymlokalen die naast onderwijs ook voor andere
doeleinden (sport, welzijn) worden gebruikt vallen onder de Accres portefeuille.
Sportvelden
Stand van zaken:
In het verleden zijn gemeentelijke veldsportaccommodaties (velden en bijbehorende
kleedgebouwen) voor een deel geprivatiseerd naar de verenigingen die de accommodaties in
gebruik hebben. Een deel (circa 35 velden) is nog gemeentelijk eigendom. Beleid van de
gemeente is om het onderhoud van het entouragegroen over te laten nemen door de
verenigingen. Een groot gedeelte van de overeenkomsten met de verenigingen is hier al op
aangepast. Ook de energielasten worden zoveel mogelijk bij de verenigingen belegd door
aansluitingen rechtstreeks op naam van de gebruikers te stellen.
Programma 2016:
Er zijn geen wijzigingen in de bestaande situatie.
Gemeentelijke kapitaalgoederen
Omschijving
Beleidsnota
Vaststelling jaar
1. Integrale openbare ruimte
•
Groen
•
Wegen
Kadernotitie beheer openbare ruimte
Herstelplan wegen
2009
2013
€ 4.646
€ 10.878
Handboek openbare verlichting
Herstelplan Wegen/nota Bruggen
Nota begraafplaatsen
Gemeentelijk rioleringsplan
Verkeersvisie 2010-2020
Actualisatie parkeernota
Vastgoednota Apeldoorn
nvt
2010
2002
2011
2009
2004
2010
€ 1.751
€ 470
€ 464
€ 4.243
€ 987
€ 1.014
€ 3.115
Integraal Huisvestingsplan 2012-2015
Geen
2011
nvt
€0
€ 70
2. Openbare verlichting
3. Bruggen
4. Begraafplaatsen
5. Water en riolering
6. Verkeersapparatuur
7. Parkeren
8. Gemeentegebouwen
(incl. Accres)
9. Onderwijsgebouwen
10.Sportvelden
* budget is exclusief interne uren
162
Budget 2016
(* € 1.000,-)*
4.3 Paragraaf Financiering
4.3.1 Algemene ontwikkelingen
Het economische herstel lijkt in 2016 zijn verdere beslag te krijgen. De zomerse moeizame
onderhandelingen tussen de EU en Griekenland lijken nu geen rol meer te spelen op de financiële
markten. Echter, ten tijde van het schrijven van deze paragraaf is het vertrouwen in de Chinese
economie en andere opkomende markten aan het wankelen gebracht. De vraag is hoe dit
mondiaal door werkt. Op korte termijn heeft dit forse impact op de financiële markten, maar gaat
het ook gevolgen hebben voor de reële westerse (Europese en Amerikaanse) economieën? Laat
de Amerikaans Centrale bank (de FED) haar rentebeleid door deze ontwikkelingen beïnvloeden of
zet zij toch de eerste stappen naar een hogere rente. De verwachting is dat de Europees Centrale
Bank (ECB) de korte rente in het komende jaar niet zal verhogen, en het opkoop programma van
obligaties niet voortijdig zal beëindigen. De rente van de ECB staat nu op 0,05% en om geld uit
te lenen aan de ECB moeten partijen zelfs 0,2% betalen. De 10-jaars rente staat op een niveau
van 1,00, maar is erg bewegelijk. Veranderingen van 0,10 procent of meer op een dag komen
veel vaker voor dan in het in verleden. Voor 2016 houden wij rekening met een kortlopende rente
dicht bij 0% en een langlopende rente tussen 1,0% en 1,5%. De kans dat de feitelijke rente
anders wordt, blijft altijd aanwezig. In de alinea (4.3.2.) over renterisicobeheer blijkt dat een
eventuele rente stijging gedempt wordt door een grotere spreiding van de leningportefeuille dan
de wettelijk kaders voorschrijven.
Met betrekking tot de Wet schatkistbankieren streven wij er naar in 2016 geen geld onder te
brengen in de schatkist.
De Wet Hof (Houdbare overheidsfinanciën) gaat een steeds grotere rol spelen met betrekking tot
de investeringsruimte (grof vertaald meer kasuitgaven dan inkomsten) voor de decentrale
overheden en het Rijk. De middellange termijn doelstellingen tenderen naar een 0,5% structureel
begrotingstekort geschoond voor de conjunctuur voor de gehele Nederlandse overheid (Rijk,
Sociale fondsen, decentrale overheden, waaronder gemeenten, provincies en waterschappen).
Eind 2014 is de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (RUDDO) als onderdeel
van de Wet Financiering Decentrale Overheden (FiDO) aangepast. De beperkingen die zijn
opgelegd gaan minder ver dan bij de overige publieke entiteiten. De ratingeisen voor de mogelijke
tegenpartijen zijn aangepast aan de huidige realiteit, dat willen zeggen dat er wettelijk nu een
single A-rating als ondergrens geldt. Wij hanteren in ons treasurystatuut voorlopig nog een
ondergrens van AA-. Vanuit spreiding in de financieringsvormen ligt de voorkeur bij nieuwe
financieringen niet op de eerste plaats bij de inzet van rente-instrumenten. In de prijzen van de
nieuwe leningen houden we rekening met een zogenaamde liquiditeitstoeslag, die in het laatste
jaar steeds verder is afgenomen naar nu ca 0,2% bij een 10-jaars lening.
Om in meer algemene zin het inzicht in en de treasuryfunctie verder te verbeteren is er op 7 juli
2015 een nieuwe handreiking Treasury-2015 van het ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijkrelaties verschenen. Wij zullen deze handreiking bestuderen en daar waar nodig onze
treasuryfunctie verder versterken.
Voor de berekening van de kapitaallasten van onze investeringen hanteren we marktconforme
percentages;
Levensduur Activa, < € 2,5 mln
=< 5 jaar
5 <> 10 jaar
11 <> 20 jaar
> 20 jaar
Activa => € 2,5 mln
Rente %
0,7%
1,0%
1,4%
1,7%
Maatwerk
163
Deze percentages zijn begin maart 2015 bepaald.
De administratieve organisatie van de treasuryfunctie is georganiseerd conform het door ons in
2014 vastgestelde Treasurystatuut.
4.3.2 Risicobeheer
4.3.2.1 Renterisicobeheer
Renterisico over de vlottende schuld
De kasgeldlimiet wordt conform de Wet FiDO berekend naar een vast percentage (8,5%) van het
begrotingstotaal per 1 januari. Voor 2016 is de kasgeldlimiet voorlopig berekend op € 50,7
miljoen.
Uitgangspunt is, zolang de korte rente lager is dan de rente voor langere looptijden dat de
kasgeldlimiet optimaal wordt benut. Bij extreem lage lange rente is het mogelijk dat er eerder
wordt besloten om korte leningen om te zetten in lange leningen.
Renterisico over de vaste schuld
Voor het renterisico over het begrotingstotaal geldt een norm van maximaal 20% per jaar. Dit
houdt in dat wij in enig jaar niet meer dan een bedrag ter grootte van 20% van het
begrotingstotaal aan herfinanciering dan wel renteherziening mogen hebben. Dat maximum
percentage is door het Rijk ingesteld om een enigszins stabiele rentelast over de jaren te
bewerkstelligen. In onderstaand overzicht is dit voor onze gemeente weergegeven voor de
komende 5 jaren.
Renterisiconorm (bedragen x € 1
mln.)
2016
- Maximaal renterisico op vaste schuld
- Renterisiconorm
Ruimte onder limiet
2017
70,4
120
49,6
55,8
120
64,2
2018
71,1
120
49,9
2019
71,1
120
49,9
2020
62,4
120
57,6
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de renterisiconorm in 2016 en verdere jaren niet
overschreden gaat worden.
Voor 2016 houden we voorlopig rekening met € 65 miljoen aan nieuwe leningen. Het te lenen
bedrag is vooral benodigd voor herfinanciering. Rekening houdend met enige onder uitputting,
verwachten we dat de nieuwe investeringen kunnen worden betaald uit de afschrijvingen.
4.3.2.2 Kredietrisico’s op beleggingen
Kredietrisico op beleggingen
(bedragen x € 1 mln)
Restant vordering
Per 1-1-2016
Absoluut %
- Gemeenten / provincies
- Woningbouwcorporaties met garantie WSW
- Semi-overheidsinstanties
- Financiële instellingen met rating A, of hoger
- Overige instellingen
Totaal
21,4
14,8
12,3
10,8
59,3
36,1%
25,0%
20,7%
18,2%
100,0%
Waarvan
met
aanvullend
e zekerheid
0,7
De beleggingen zijn oplopend gerangschikt naar risico, waarbij alle beleggingen binnen de
1
toegestane kredietrisico’s vallen.
1
Een rating is een classificatie door een gespecialiseerd bureau dat min of meer aanduidt wat de kans is dat niet aan
financiële verplichtingen kan worden voldaan. Voor de voor onze gemeente relevante rating gelden classificaties die
lopen van AAA, AA en A. De classificatie AAA houdt het minste risico in.
164
4.3.2.3 Risico’s op verstrekte gemeentegaranties
De gemeenteraad heeft vooral in het verleden garanties verstrekt voor leningen die onder meer
door lokale woningbouwverenigingen, verzorgingstehuizen, sportverenigingen en dergelijke zijn
aangegaan. Tegenwoordig opereren er waarborgfondsen voor woningbouw, zorg en dergelijke.
Hiermee wordt een rechtstreeks beroep op de gemeente om garant te staan voor leningen,
aangegaan door deze instanties, steeds kleiner. Bij de woningbouw is de gemeente nog steeds
verplicht om als ‘achtervang’ garant te staan.
Ons college heeft besloten om vanaf 1-1-2011 niet meer garant te staan voor nieuwe leningen
die worden verstrekt onder de Nationale Hypotheek Garantie (NHG).
Risico op gemeentegaranties
(bedragen x € 1 mln.)
Restant bedrag
per 1-1-2015
Absoluut %
- Rechtstreekse garantstelling
- Als achtervang met WSW-garantie
Totaal
8,5
434,8
443,3
1,9%
98,1%
100%
4.3.3 Gemeentefinanciering
4.3.3.1 Financieringspositie
De
•
•
•
•
jaarlijkse financieringsbehoefte wordt bepaald door een aantal elementen:
mutaties in de leningen- en beleggingenportefeuille;
de begrote besteding van de reserves en voorzieningen;
Meerjarige investeringsplannen;
het meerjarige liquiditeitsverloop van het Grondbedrijf.
In 2016 voorzien wij een financieringsbehoefte van circa € 65 miljoen. Dit gaat om
herfinanciering van een deel van de huidige leningenportefeuille en beperkte investeringen.
Daarnaast verwachten we een positieve kasstroom uit grondbedrijf activiteiten in dat jaar. In de
jaren na 2020 en verder is de financieringsbehoefte beperkt. Bij de invulling van de looptijden
voor de nieuwe financieringsbehoefte zullen wij met deze situatie rekening houden.
165
4.3.3.2 Leningenportefeuille opgenomen gelden
Mutaties leningenportefeuille
Stand per 1 januari 2016
- Nieuwe leningen
- Reguliere aflossing
- Vervroegde aflossing
- Renteherziening
Stand per 31 december 2015
Bedrag
(x € 1
mln.)
Gemiddeld
e rente
554,6
+65,0
-70,4
n.v.t.
n.v.t.
549,2
3,12%
1,50%
2,63%
3,03%
Volgens de voorlopige raming zal in 2016 voor € 65 miljoen aan leningen moeten worden
aangetrokken. De looptijden van de nieuwe leningen worden afgestemd op het
meerjarenfinancieringsperspectief.
Het verloop van de leningportefeuille vanaf 2012:
4.3.3.3 Leningportefeuille uitgezette gelden
Tot deze portefeuille behoren vooral de leningen die conform uw besluiten zijn verstrekt aan
woningbouwverenigingen, Orpheus, sportverenigingen, en dergelijke. Verder vallen hier de gelden
onder die belegd zijn vanwege de verkoop van voormalige VNB-aandelen.
Mutaties beleggingenportefeuille
Stand per 1 januari 2016
- Nieuwe beleggingen
- Reguliere aflossing
- Vervroegde aflossing
- Renteherziening (oud percentage)
- Renteherziening (nieuw percentage)
Stand per 31 December 2016
Bedrag
Gemiddeld
(x € 1 mln) e rente
59,3
0,0
-0,3
n.v.t.
0,0
0,0
58,9
4,41%
0.0%
0,0%
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
4,43%
In deze tabel is nog geen rekening gehouden met eventueel nieuw te verstrekken leningen.
166
4.3.4 (Netto) Schuldquote
In het collegewerkprogramma hebben wij als aandachtspunt de Schuld(quote) benoemd.
Voor de definitie van de schuld hebben wij besloten om aansluiting te zoeken bij de door de VNG
gehanteerde definitie. Deze berekeningswijze van de Netto Schuldquote is ook voorgesteld als
één van de financiële kengetallen voor gemeenten, waarbij zowel terug gekeken als vooruit
gekeken wordt. Zie ook de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing.
De definitie luidt:
(Onderhandse leningen+overige vaste schuld+kortlopende schuld+overlopende passiva langlopende uitzettingen - kortlopende (debiteuren) vorderingen en uitzettingen – liquide middelen
– overlopende activa)/ totaal van de inkomsten op de exploitatiebegroting.
Onze Netto schuldquote kwam per 31-12-2014 uit op 129%.
Op basis van de MPB 2015 en MPB 2016 komen we respectievelijk uit op 135,7% per eind
2015 en 116,2% per eind 2016.
Hoe kunnen we meer concreet de schuldquote verlagen?
•
•
•
Indien we de inkomsten in de exploitatie kunnen opvoeren heeft dat een positief effect. Als
die inkomsten worden toegevoegd aan de reserves, kan er schuld worden afgelost. Dan
ontstaat een extra positief effect op de netto schuldquote.
Wij hebben definitief besloten om een belangrijk deel van de voorraad Oneigenlijk woning
bezit te verkopen. Met de opbrengst zal een deel van de schuld worden afgelost.
De gemeente heeft ervoor gekozen om van actief naar passief grondbeleid te gaan. Voor de
huidige projecten binnen het Grondbedrijf zal de actieve rol blijven bestaan totdat de
betreffende projecten zijn afgebouwd. De komende jaren zijn erop gericht de boekwaarde zo
veel en zo snel als mogelijk terug te verdienen (deels lukt dit niet en zijn daardoor al
verliesvoorzieningen getroffen) wat een positieve kasstroom tot gevolg heeft.
Al deze mogelijkheden hebben (politiek bestuurlijke) consequenties, die verder gaan dan alleen
een verlaging van de netto Schuldquote.
Overigens is de verwachting dat de netto schuldquote in de komende jaren zal dalen als gevolg
van:
• Effect grondexploitatie, in de huidige begroting is rekening gehouden met het inlopen van de
eerdere verliezen vanuit het grondbedrijf, ieder jaar wordt daarmee een deel van de schuld
afgelost. Dit heeft ook een afname van de gemeentelijke schuld tot gevolg.
• Toename Algemene Reserve, wij “sparen” vanuit de begroting om de Algemene Reserve de
komende jaren te verhogen naar ten minste € 20 miljoen in 2022. In de praktijk betekent dit
dat als er meer geld binnen komt dan eruit gaat, er direct een deel van de (korte)schuld wordt
afgelost.
167
4.4 Paragraaf Verbonden partijen
4.4.1 Inleiding
Verbonden partijen zijn derde rechtspersonen waarmee de gemeente een bestuurlijk en een
financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan een zetel in het bestuur van een
rechtspersoon of het hebben van stemrecht. Financieel belang is er, als de gemeente middelen
ter beschikking heeft gesteld en die kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij of
als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Wij
hebben bestuurlijke en financiële belangen in gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen en
pps-constructies. Afhankelijk van onze mate van verbondenheid (bijv. geplaatst aandelenkapitaal)
zijn wij in meer of mindere mate in staat om invloed op het beleid van de betreffende verbonden
partij uit te oefenen.
4.4.2 Visie op verbonden partijen
Het gemeentebestuur van twee of meer gemeenten kunnen afzonderlijk of samen een
gemeenschappelijke regeling treffen ter behartiging van één of meer belangen van die
gemeenten. Hieronder volgt een toelichting op de gemeenschappelijke regelingen, waarin de
gemeente Apeldoorn deelneemt.
Vanuit het oogpunt van het behartigen van het publieke belang, is Apeldoorn deels of geheel in
het bezit van de aandelen van een aantal vennootschappen. Onderstaand worden per programma
deze deelnemingen toegelicht.
Publiek private samenwerking is een middel om beleidsdoelen te realiseren. De samenwerking
met marktpartijen moet meerwaarde opleveren. Meerwaarde in de vorm van het benutten van
kennis en expertise van andere partijen en het spreiden van risico’s kan leiden tot efficiëntere
uitvoering van plannen en projecten. Onderstaand een toelichting op deze PPS-constructies.
Ten opzichte van voorgaande jaren is de opzet van de paragraaf gewijzigd mede vanwege
aanpassing van de wettelijke voorschriften (BBV). Deze aanpassingen voorzien o.a. in het
expliciet benoemen van belangrijke risico’s bij en inzage in de vermogenspositie (hoofdlijnen) van
de verbonden partijen.
4.4.3 Overzicht van verbonden partijen
a. Gemeenschappelijke regelingen
Programma 1
Regio Stedendriehoek
Vestigingsplaats: Twello
Doel en openbaar belang: Op intergemeentelijk niveau de belangen behartigen met betrekking tot
gemeente overstijgende aangelegenheden op het terrein van ruimtelijke en sociale ontwikkeling,
wonen, verkeer en vervoer en economische zaken
Deelnemers: 7 gemeenten met in totaal 414.000 inwoners)
Financiële bijdrage 2016: In de begroting van de regio Stedendriehoek is de totale gemeentelijke
bijdrage geraamd op € 1.064.000. De bijdrage van de gemeente Apeldoorn bedraagt € 406.000.
Beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2016: De begroting 2016 is opgebouwd op basis van de
op 29 december 2013 ondertekende en bekrachtigde "De Agenda Stedendriehoek". De rode
draad hierin is om naast de samenwerking tussen de zeven regiogemeenten ook externe partners
uit het bedrijfsleven, het onderwijs en maatschappelijke organisaties te betrekken bij het
realiseren van maatschappelijke opgaven. In gezamenlijkheid is de nieuwe koers van de regio
bepaald.
Eigen vermogen (rekening 2013 en 2014): € 294.000 en € 246.000
169
Vreemd vermogen (rekening 2013 en 2014): € 3.298.000 en € 3.565.000
Rekeningresultaat 2013 en 2014: € 44.000 en € 22.000
Risico(’s): het weerstandsvermogen van de regio Stedendriehoek is niet groot. Indien de regio op
enig moment onverhoopt niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen, moet teruggevallen
worden op de deelnemende gemeenten.
Tribuut
Vestigingsplaats: Epe
Doel en openbaar belang: met ingang van 1 januari 2016 voert Tribuut voor de gemeente
Apeldoorn de belastingtaak uit.
Deelnemers: 5 gemeenten met in totaal 294.000 inwoners
Financiële bijdrage 2016: In het bedrijfsplan van Tribuut is de totale gemeentelijke bijdrage 2016
geraamd op € 5,15 mln. De bijdrage van de gemeente Apeldoorn bedraagt € 2,41 mln.
Beleidsvoornemens/prestatieafspraken 2016: In de tweede helft van 2015 wordt de uitvoering
per 2016 voorbereid en wordt de samenwerking conform bedrijfsplan geïmplementeerd. De
begroting 2016 van Tribuut wordt voor een zienswijze aan de gemeenteraad voorgelegd en begin
2016 door het bestuur van Tribuut vastgesteld. De afspraken over de uitvoering worden in een
samenwerkingsovereenkomst met de gemeenten vastgelegd.
Eigen vermogen (rekening 2013 en 2014): n.v.t.
Vreemd vermogen (rekening 2013 en 2014): n.v.t.
Rekeningresultaat 2013 en 2014: n.v.t.
Risico(’s): Tribuut is een nieuwe organisatie. De samenvoeging van de belastingtaken van de vijf
gemeenten brengt risico's met zich mee, zoals weergegeven in het bedrijfsplan van Tribuut. Als
één van deze risico's zich voordoet, kan dit leiden tot vertraging en extra kosten. De financiële
ruimte in de begroting van Tribuut om deze risico's op te vangen is beperkt. Indien Tribuut op
enig moment niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen, moet teruggevallen worden op de
deelnemende gemeenten.
Programma 2
Veiligheidsregio N.O. Gelderland/GHOR
Vestigingsplaats: Apeldoorn
Doel en openbaar belang: op regionaal niveau voorkomen, beperken en bestrijden van
grootschalige incidenten en rampen, coördinatie van multidisciplinaire samenwerking van
hulpverleners en uitvoeren van brandweertaken.
Deelnemers: 22 gemeenten met 812.000 inwoners.
Financiële bijdrage 2016: € 11.593.000.
Beleidsvoornemens/prestatieafspraken 2016:
• De basisbrandweerzorg is afgestemd op de risico’s in het vastgestelde risicoprofiel EpeVoorst-Apeldoorn.
• Opnieuw beoordelen en vaststellen risicoprofiel en regionaal beleidsplan. In 2016 wordt het
beleidsplan 2017-2021 opgesteld. Het risicoprofiel wordt in 2016 geactualiseerd.
• Het organiseren van 2 multidisciplinaire oefeningen.
• Realisatie van het project Risicogerichte slagkracht als uitwerking van de beleidsvoornemens
uit MOED (Masterplan voor een Optimale, Effectieve, Doelmatige brandweerorganisatie) en
de implementatie daarvan in de periode 2016-2018, inclusief de regionaal te realiseren
taakstellingen.
Eigen vermogen (rekening 2013 en 2014): € 6,5 mln en € 6,2 mln.
Vreemd vermogen (rekening 2013 en 2014): € 36,7 mln en € 32,6 mln
Rekeningresultaat 2013 en 2014: € 2,8 mln en € 1,6 mln
Risico(’s): De VNOG heeft een buffer van € 4,6 mln om risico's op te vangen. Hiervan is € 2,9
mln bestemd voor het opvangen van risico's binnen de brandweerclusters.
Vooralsnog lijkt de buffer voldoende groot om de bedrijfsvoeringsrisico's zoals benoemd in de
begroting 2016 van de VNOG op te vangen.
Belangrijk risico voor de gemeente is de implementatie van Slagkracht en de bezuiniging die
daarmee gerealiseerd dient te worden. Daarnaast wordt per 2017 een nieuwe verdeelsleutel
ingevoerd, die kan leiden tot herverdeling van de gemeentelijke bijdragen.
170
Programma 4
Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ)
Vestigingsplaats: Apeldoorn
Doel en openbaar belang: het behartigen van de belangen van de deelnemers ter zake van
vergunningverlening, toezicht en handhaving in het kader van het omgevingsrecht. Het
samenwerkingsverband richt zich in eerste instantie op de uitvoering van milieutaken. Apeldoorn
heeft ook milieuadvisering over diverse thema’s (bodem, geluid etc.) bij OVIJ ondergebracht.
Deelnemers: gemeenten Apeldoorn, Brummen, Epe en Voorst en Provincie Gelderland.
Financiële bijdrage 2016: € 4.058.000
Beleidsvoornemens/prestatieafspraken 2016: De beleidsvoornemens/prestatieafspraken 2016
worden vastgelegd in de in het najaar 2015 op te stellen samenwerkingsovereenkomst tussen de
gemeente Apeldoorn en de Omgevingsdienst Veluwe IJssel.
Eigen vermogen (rekening 2014): € 370.000
Vreemd vermogen (rekening 2014): € 1.168.000
Rekeningresultaat 2014: € 101.000
Risico(’s): OVIJ heeft een algemene reserve gevormd van € 150.000 en een budget van
€ 60.000 in de begroting om risico's op te vangen. Belangrijkste risico is, dat OVIJ de
efficiencytaakstelling die met de deelnemende gemeenten en provincie is afgesproken, niet of
vertraagd realiseert.
Programma 6
Felua-groep
Vestigingsplaats: Apeldoorn
Doel en openbaar belang: in kader van de Participatiewet mensen die door diverse oorzaken
(lichamelijk, verstandelijk, psychisch, langdurige werkloosheid) een grote afstand tot de
arbeidsmarkt hebben, zoveel mogelijk begeleiden en ontwikkelen zodat zij het meeste uit zichzelf
kunnen halen. Dit kan zijn door regulier werk, individuele of groepsdetacheringen, begeleid
werken of werken binnen de Felua-groep.
Deelnemers: 3 gemeenten (Apeldoorn, Epe en Heerde).
Financiële bijdrage 2015: € 25,5 mln. (rijksbijdrage Apeldoorn in kader van WSW-oud)
Beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2015: Felua-groep zal in 2015 samen met het Activerium
voorstellen uitwerken waarmee inhoud wordt gegeven aan de opdracht van het college van
Apeldoorn om de werkprocessen van beide organisaties per 2017 in elkaar te schuiven.
Eigen vermogen (rekening 2013 en 2014): € 5,0 mln respectievelijk € 5,0 mln.
Vreemd vermogen (rekening 2013 en 2014): € 3,8 mln respectievelijk € 3,7 mln.
Rekeningresultaat 2013 en 2014: nadeel in 2013 van € 0,46 mln en een positief resultaat van
€ 78.000 in 2014. Het rekeningresultaat 2014 is ten bate van het eigen vermogen van de Feluagroep gebracht.
Risico(’s): uit de meerjarenbegroting van Felua volgt dat in 2015 en 2016 nog een tekort van
respectievelijk € 334.000 en € 35.750 wordt begroot. Daarna wordt winst begroot, die oploopt
tot € 336.250 in 2019. Felua-groep kan de begrote tekorten voor 2015 en 2016 nog uit de
eigen reserves dekken. Als de tekorten onverhoeds toch groter zijn dan begroot of de
geprognosticeerde winsten omslaan in verliezen, dan kan het eigen vermogen onvoldoende zijn
en kan Felua-groep een financieel beroep doen op de in de GR participerende gemeenten. Dit
risico schatten we op dit moment als klein in.
171
Programma 7
GGD Noord- en Oost Gelderland
Vestigingsplaats: Apeldoorn
Doel en openbaar belang: het bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van de
inwoners. Ten behoeve van de wettelijke verplichting op het gebied van collectieve preventie
volksgezondheid werken gemeenten in de Achterhoek, Midden IJssel/Oost Veluwe en de Noord
Veluwe samen.
Deelnemers: 22 gemeenten met in totaal 812.224 inwoners
Financiële bijdrage 2016: € 2.164.805
Beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2016: Voor de GGD vormen de programmabegroting
2016 en de Bestuursagenda 2014 - 2018 het inhoudelijke kader. De kern hiervan is dat de
gemeenten die deelnemen in de GGD Noord- en Oost Gelderland hebben gekozen voor een
organisatie die zich versterkt als gemeentelijke gezondheidsdienst. In 2013 is de gemeentelijke
nota Op uw Gezondheid 2013 -2016 opgesteld, waarin beleidsvoornemens staan op het gebied
van preventiebeleid en waar de GGD Noord- en Oost Gelderland nauw bij is betrokken.
Prestatieafspraken met de GGD in het kader van de GR:
• Jeugdgezondheidszorg; doorontwikkeling van het basistakenpakket preventieve
jeugdgezondheidszorg voor 4-19 jarigen. Flexibiliseren van de contactmomenten. Een extra
contactmoment voor adolescenten in het voortgezet onderwijs en middelbaar
beroepsonderwijs, positionering en organisatie van de jeugdgezondheidszorg.
• Algemene gezondheidszorg: bundeling kennis van zoönosen, verbinding sociale veiligheid en
publieke gezondheid, opschaling tuberculosebestrijding, publieke gezondheidszorg
asielzoekers
• Kennis en expertise; monitoring en evaluatie in het sociale domein, beleidsadviezen op maat
aan gemeenten voor volksgezondheid, betere uitwisseling tussen wetenschap, beleid en
praktijk d.m.v. de academische werkplaats Agora, ondersteuning van de samenwerking (op
inhoud en proces) tussen gemeenten en zorgverzekeraars
Eigen vermogen: rekening 2014 en verwachting 2016: respectievelijk € 3.145.000 en
€ 2.365.000.
Vreemd vermogen rekening 2014 en verwachting 2016: respectievelijk € 3.537.000 en
€ 3.500.00.
Rekeningresultaat 2013 en 2014: € 391.000 en € 238.000
Risico(’s):
• Minder afname door de gemeenten van de plusproducten zoals jeugdzorg, algemene zorg en
kennis en expertise.
• Opnieuw bezuinigingstaakstellingen bij gemeenten
• Gemeenten kunnen besluiten om in het kader van de decentralisatieopgaven voor het
onderdeel Jeugdgezondheidszorg uit te treden. De JGZ hangt nauw samen met de andere
taakgebieden van de GGD.
b. Deelnemingen
Programma 1
Bank Nederlandse Gemeenten
Vestigingsplaats: Den Haag
Doel en openbaar belang: De BNG bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor
maatschappelijk belang. Via financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke
kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Aandelenbelang: De Staat is de houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen
van gemeenten, provincies en een waterschap. Ieder jaar wordt door de bank dividend
uitgekeerd. de gemeente Apeldoorn heeft 0,24% van de aandelen.
Financieel belang: Over 2014 is € 75.300 aan dividend ontvangen.
Beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2015: nvt
172
Eigen vermogen (rekening 2013 en 2014): € 3,4 mld en € 3,6 mld
Vreemd vermogen (rekening 2013 en 2014): ca. € 128 mld en ca. € 150 mld
Rekeningresultaat 2013 en 2014: € 283 mln en € 126 mln
Dividend 2013 en 2014: € 168.000 en € 75.300
Risico(’s): Bij tegenvallende winstontwikkeling, dan wel een lagere uitbetaalratio over de winst
kan het dividend tegenvallen.
NV Luchthaven Teuge
Vestigingsplaats: Teuge
Doel en openbaar belang: Faciliteren van General Aviation vliegverkeer en daaraan verbonden
recreatie en bedrijvigheid binnen wettelijke en door de aandeelhouders gestelde kaders.
Aandelenbelang: 54 %
Financieel belang: De gemeente Apeldoorn heeft een belang van € 1 mln ingebracht in NV
Luchthaven Teuge.
Beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2015/ 2016:
• Kostendekkende exploitatie.
• Eind 2015 neemt de Provincie Gelderland een luchthavenbesluit. Daaraan voorafgaand stelt
de NV in samenspraak met betrokken overheden, bedrijven, omwonenden en
belangenorganisaties een advies op over de toekomst van de luchthaven.
• Op basis van het advies en binnen de kaders van het luchthavenbesluit zal een plan worden
opgesteld voor de verdere ontwikkeling van de luchthaven en een nieuw bedrijfsplan.
Eigen vermogen (rekening 2013 en 2014): € 1,76 en € 1,51 mln
Vreemd vermogen (rekening 2013 en 2014):€ 1,91 mln en € 2,52 mln
Rekeningresultaat 2013 en 2014: -/- € 37.000 en -/- € 251.000
Dividend 2012 en 2013: nvt
Risico(’s):
• het faillissement van de vliegschool heeft geleid tot minder vliegbewegingen
• risico is dat de vliegbewegingen langere tijd achterblijven ten opzichte van de planning,
waardoor minder havengelden worden ontvangen
• fluctuerende brandstofprijzen, waardoor risico van lagere marge dan geraamd
Alliander NV
Vestigingsplaats:Utrecht
Doel en openbaar belang: Alliander is het netwerkbedrijf van het voormalige Nuon en in 2009
afgesplitst. Het netwerkbedrijf heeft alleen publieke aandeelhouders.
Aandelenbelang: 0,0043%
Financieel belang: Het resultaat (na belastingen en correctie) van Alliander in 2014 was € 323
mln. Hiervan is € 125 mln als dividend uitgekeerd. De gemeente Apeldoorn heeft hiervan
0,0043% ontvangen; dat is € 53.750.
Beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2016: In 2015 heeft er een ruilverkaveling plaats
gevonden tussen de netwerken van de regionale netbeheerders Alliander en Enexis. Met de
ruilverkaveling bedient Alliander alle burgers en bedrijven in de provincies Friesland, Flevoland,
Gelderland en Noord-Holland en een deel van Zuid-Holland. Daarmee sluit het beter aan op de
bestuurlijke indeling in ons land. Ook de klanten profiteren hiervan. De burgers in Friesland krijgen
nu met 1 in plaats van 2 netwerkbedrijven te maken, alle burgers kunnen op termijn op 2 euro
lager tarief rekenen. Bij de ruilverkaveling realiseert Alliander een boekwinst van € 140 mln,
waarvan 45% zal worden uitgekeerd aan de aandeelhouders.
Eigen vermogen (rekening 2013 en 2014): € 3,375 mld en € 3,579 mld
Vreemd vermogen (rekening 2013 en 2014): € 4,173 mld en € 4,093 mld
Rekeningresultaat 2013 en 2014: € 288 mln en € 323 mln
Dividend 2013 en 2014: € 53.750 en € 53.750
Risico(’s): minimaal
173
Vitens
Vestigingsplaats: Arnhem
Doel en openbaar belang: Vitens is het grootste drinkwaterbedrijf in Nederland en verzorgt de
drinkwatervoorziening in de gemeente Apeldoorn. Vitens is afgelopen jaren ontstaan uit fusies
van lokale en regionale drinkwaterbedrijven. In 2007 heeft de gemeente een belang in Vitens
genomen.
Aandelenbelang: 1 aandeel
Financieel belang: Het financieel belang is gering. Het netto resultaat van Vitens in 2014 was een
winst van € 42,1 mln, waarvan 40% aan dividend is uitgekeerd. Het dividend voor Apeldoorn
bedroeg € 2,94.
Beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2015: nvt
Eigen vermogen (rekening 2013 en 2014): € 438 mln en € 421
Vreemd vermogen (rekening 2013 en 2014): € 1,274 mld en € 1,293 mld
Rekeningresultaat 2013 en 2014: € 39,3 mln en € 42,1 mln
Dividend 2013 en 2014: € 2,72 en € 2,94
Risico(’s): nvt
Leisurelands (RGV)
Vestigingsplaats: Arnhem
Doel en openbaar belang: Het (laten) exploiteren van dagrecreatieve voorzieningen voor een
breed publiek
Aandelenbelang: Apeldoorn heeft 16% van de aandelen. Voor Apeldoorn is de laagdrempeligheid
en het onderhoud van de recreatieve voorzieningen van belang zoals Busloo. De gemeente kan
hierop in hoofdlijnen invloed uitoefenen.
Financieel belang: De nominale waarde bedraagt € 32.604. De aandeelhouders hebben
afgesproken dat de eerste vijf jaar van het aandeelhouderschap (t/m 2016) geen dividend wordt
uitgekeerd.
Beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2016: nvt
Eigen vermogen (rekening 2013 en 2014): € 50 mln en € 52,4 mln
Vreemd vermogen (rekening 2013 en 2014): in beide jaren € 52 mln
Rekeningresultaat 2013 en 2014: € 3,6 mln en € 2,5 mln
Dividend 2012 en 2013: geen
Risico(’s): minimaal
Programma 3
BV Parkeerexploitatie Orpheus
Vestigingsplaats: Apeldoorn
Doel en openbaar belang: Het beheren en exploiteren van de parkeervoorzieningen gelegen aan
het Churchillplein in Apeldoorn.
Aandelenbelang: de gemeente is voor100% aandeelhouder
Financieel belang: Jaarlijkse bijdrage van circa € 300.000 ter dekking van het exploitatietekort.
Beleidsvoornemens/prestatieafspraken 2016: in 2015/ 2016 wordt de BV ontbonden. De
exploitatie en het beheer worden binnen de gemeentelijke organisatie ondergebracht.
Eigen vermogen (rekening 2013 en 2014): -/- 64.000 en -/- 6.000
Vreemd vermogen (rekening 2013 en 2014): € 190.000 en € 144.000
Rekeningresultaat 2013 en 2014: € -/- € 11.000 en € 58.000
Dividend 2013 en 2014: nvt
Risico(’s): de kans dat er bij ontbinding van de BV onvoorziene verplichtingen voordoen is gering.
174
Programma 4
Circulus-Berkel BV
Vestigingsplaats: Apeldoorn
Doel en openbaar belang: Circulus-Berkel vervult voor de gemeente Apeldoorn de wettelijk taak
van het inzamelen en laten verwerken van huishoudelijk afval. Daarnaast heeft zij een
adviserende en ondersteunende rol ten aanzien van afvalmanagement in de breedste zin.
Aandelenbelang: De gemeente Apeldoorn heeft 55% van de aandelen.
Financieel belang: De nominale waarde van de aandelen bedraagt € 3.565. De jaarlijkse omvang
van de dienstverleningskosten bedraagt circa € 9 mln.
Beleidsvoornemens/prestatieafspraken 2016: in 2016 zal met Circulus-Berkel op dezelfde voet
verder worden gewerkt als voorheen. Op basis van een specifieke Resultatenovereenkomst en zo
nodig aanvullende opdrachten zorgt C-B voor de uitvoering van inzameling en verwerking van
afval. In 2016 zal het nieuwe verwerkingscontract voor restafval ingaan (het vervoer zal worden
aanbesteed). Ook zal de verwerking van GFT worden aanbesteed. De gesprekken over het
eigendom en het beheer van het containerpark worden in 2016 afgerond.
Eigen vermogen (rekening 2013 en 2014): € 9,1 mln en € 9,5 mln.
Vreemd vermogen (rekening 2013 en 2014): € 22,1 mln en € 26,1 mln, waarvan € 5,6 mln
leningen van de aandeelhouders.
Rekeningresultaat 2013 en 2014: € 2,2 mln en € 2,1 mln.
Dividend 2013 en 2014: Aan Apeldoorn is in 2013 € 0,9 mln en in 2014 € 0,6 mln dividend
uitgekeerd.
Risico(’s):
• dat minder afval wordt aangeboden voor de afvaloverslag. Dit zal effect hebben op het
resultaat van het overslagbedrijf van Circulus en leiden tot een lagere dividenduitkering.
• invoering van de vennootschapsbelasting voor overheidsbedrijven zal leiden tot een lagere
dividenduitkering.
De risico's voor de gemeente als aandeelhouder zijn gering. De gemeente heeft de regie over de
afvalinzameling en legt prestatie- en prijsafspraken vast in de dienstverleningsovereenkomst.
Programma 8
Stichting Exploitatiegarantiefonds OSCA
Vestigingsplaats: Apeldoorn
Doel en openbaar belang: de stichting beheert 2 exploitatiegarantiefondsen, te weten één fonds
gericht op de eerste 10 jaar en één fonds gericht op de periode na deze 10 jaar. Op verzoek van
exploitant Exploitatiemaatschappij Omnisportcentrum BV kan in enig jaar de stichting een
bijdrage verstrekken in het verlies op de exploitatie van het Omnisportcentrum, indien dit wordt
veroorzaakt door een onvoorziene omstandigheid of door bijvoorbeeld een tekort op de
participatie in een topsportevenement. Een resterend saldo aan het eind van de exploitatieperiode
wordt uitgekeerd aan de Exploitatiemaatschappij Omnisportcentrum B.V.
Aandelenbelang: niet van toepassing.
Financieel belang: van belang is dat de stichting goed beheer voert. De gemeente kan dit
controleren aan de hand van de jaarverslagen
Beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2016: het voeren van goed beheer
Eigen vermogen (rekening 2013 en 2014): € 548.000 en € 667.000
Vreemd vermogen (rekening 2013 en 2014): € 11.000 en € 13.000 (kort vreemd vermogen)
Rekeningresultaat 2013 en 2014: € 45.000 en € 42.000
Dividend 2013 en 2014: niet van toepassing.
Risico(’s): de gemeente loopt geen risico.
175
Exploitatiemaatschappij Omnisportcentrum B.V
Vestigingsplaats: Apeldoorn
Doel en openbaar belang: met deze exploitatiemaatschappij, dochter van Libéma Vastgoed, heeft
de gemeente in 2006 een Huur- en Exploitatieovereenkomst Omnisportcentrum Apeldoorn
afgesloten voor de exploitatie van het Omnisport Apeldoorn. Met het Omnisport accommodeert
Apeldoorn lokale en landelijke sportorganisaties. Omnisport draagt bij aan de uitstraling van
Apeldoorn
Aandelenbelang: niet van toepassing.
Financieel belang: de exploitatiemaatschappij ontvangt jaarlijks een contractueel overeengekomen
exploitatiebijdrage van de gemeente van ruim € 700.000.
Beleidsvoornemens/prestatieafspraken 2016: nakoming van de in de een Huur- en Exploitatieovereenkomst overeengekomen afspraken.
Eigen vermogen (rekening 2013 en 2014): € 785.000 en € 959.000
Vreemd vermogen (rekening 2013 en 2014): € 812.000 en € 545.000 (kort vreemd vermogen)
Rekeningresultaat 2013 en 2014: € 319.000 en € 174.000
Dividend 2013 en 2014: niet van toepassing
Risico(’s): het exploitatierisico is voor de exploitatiemaatschappij. De gemeente loopt geen
rechtstreeks financieel risico. Wij kunnen wel afbreuk leiden door teruglopende evenementenkalender Omnisport, door verslechtering relatie tussen exploitatiemaatschappij en gebruikers of
door gebreken aan het Omnisport etc.
NV Orpheus theater/congrescentrum
Vestigingsplaats: Apeldoorn.
Doel en openbaar belang: het aanbieden van een breed cultureel programma. Het bieden van
accommodatie en ondersteuning voor culturele organisaties in Apeldoorn, zowel op amateur- als
op professioneel niveau.
Aandelenbelang: De gemeente Apeldoorn bezit 72,7% van de aandelen.
Financieel belang: De aandelen hebben een nominale waarde van € 270.000.
De gemeente verstrekt een subsidie van jaarlijks ruim € 4,2 mln. De gemeente is tevens eigenaar
van gebouw, gronden en parkeergarage.
Beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2016: Orpheus heeft een nieuw Meerjarenplan 20162019 opgesteld. Groei van het eigen vermogen blijft primair de doelstelling (+€ 300.000 is de
ambitie). Stijging van de opbrengsten, marges en resultaten over de hele lijn en groei van
sponsorbijdragen (projectgelden) zijn de uitgangspunten. Voor het theater is de koers gericht op
een stijging van 11% uit netto inkomsten kaartverkoop. Voor congressen is het doel een
jaarlijkse omzetstijging van € 300.000. Ingezet wordt op +500 personen per event.
Eigen vermogen (rekening 2013 en 2014): -/- € 0,54 mln en -/- € 0,3 mln
Vreemd vermogen (rekening 2013 en 2014): € 3,7 mln en € 3,6 mln
Rekeningresultaat 2013 en 2014: € 88.000 en € 248.000.
Dividend 2013 en 2014: nvt.
Risico(’s):
• De financiële doelstelling voor 2016 staat onder druk, omdat de aanvullende subsidie in 2015
met € 450.000 en in 2016 met € 900.000 is verlaagd. Volgens het nieuwe meerjarenplan
van Orpheus zal 2016 e.v. met een positief resultaat worden afgesloten.
• De NV heeft een negatief eigen vermogen .Als komende jaren geen positief rekeningresultaat
wordt gerealiseerd en het eigen vermogen wordt aangevuld is het risico, dat de waardering
van de aandelen op de gemeentelijke balans moet worden afgeboekt.
176
Programma’s 5, 7 en 8
Accres Apeldoorn BV
Vestigingsplaats: Apeldoorn.
Doel en openbaar belang: in opdracht van de gemeente beheren en verzorgen van de
gebruikersexploitatie van de gemeentelijke maatschappelijke accommodaties. Vanwege juridische
en fiscale aspecten en de wens om na de verzelfstandiging in 1999 de gemeentelijke aansturing
zo maximaal mogelijk te laten zijn, is gekozen voor een vennootschapsconstructie.
Aandelenbelang: de gemeente is voor 100% aandeelhouder.
Financieel belang: de waarde van de aandelen op onze balans bedraagt € 18.151. De subsidie
aan Accres bedraagt € 11.653.000. Accres huurt het gemeentelijk vastgoed voor € 6.350.000.
Beleidsvoornemens/prestatieafspraken 2016: in 2016 zal uitvoering worden gegeven aan de
nieuwe prestatie afspraken die wij met Accres overeenkomen. Het bestuursakkoord waarin is
aangegeven, dat wij de relatie met vastgoedbeheerder Accres zullen optimaliseren en
verzakelijken, is vertrekpunt voor de nieuwe afspraken. In de nieuwe prestatie overeenkomst zal
sprake zijn van een transparante opdrachtgever- en opdrachtnemer rol en versterking van de prijsproduktverhouding. Wij willen de mogelijkheden van Accres om zich als ondernemer op te stellen
vergroten.
Eigen vermogen (rekening 2013 en 2014): € 4,0 mln en € 4,3 mln.
Vreemd vermogen (rekening 2013 en 2014): € 3,9 mln en € 3,7 mln (kortlopende schulden
Rekeningresultaat 2013 en 2014: € 1.150.000 en € 621.000.
Dividend 2013 en 2014: in beide jaren is de afgesproken € 260.000 gerealiseerd.
Risico(’s): Vanwege door de gemeente opgelegde bezuinigingen krimpt de portefeuille van
Accres. Dit betekent dat de BV andere opdrachten en opdrachtgevers dient te verwerven om de
continuïteit van het huidige bedrijf te borgen en waar mogelijk te versterken. Overigens kent
Accres per 1/1/2015 een gezonde liquiditeits- en solvabiliteitspositie.
c. PPS-constructies
De PPS'en van het grondbedrijf worden gefinancierd via een schuldrelatie met de gemeente. Er is
geen eigen vermogen van de partners gestort. Jaarlijks worden de kosten en opbrengsten in het
onderhanden werk bijgeschreven, respectievelijk afgeboekt; er is geen rekening resultaat. Alleen
bij beëindiging kan er rekeningresultaat ontstaan.
Programma 9
Veldekster BV
Vestigingsplaats: Ugchelen
Doel en openbaar belang: gemeenschappelijk tot exploitatie brengen van bouwgrond gericht op
de realisering van woningbouw in een deelgebied van de Zuid West Poort.
Financieel belang: kosten en opbrengsten met betrekking tot de grondexploitatie komen ten laste
dan wel ten gunste van de betrokken partijen op basis van een vastgelegde
samenwerkingsovereenkomst. De gemeente neemt voor 25% deel in deze samenwerking.
Beleidsvoornemens/prestatieafspraken 2016: voor het wasserijcomplex bestaat een goed
initiatief voor herontwikkeling met behoud van het bestaande. De ontwikkeling hiervan zal in
samenwerking met de partners nader uitgewerkt worden.
Eigen vermogen rekening 2013 en 2014: € 0
Vreemd vermogen rekening 2013 en 2014: € 112.000 en € 81.000.
Rekeningresultaat 2013 en 2014: niet van toepassing
Risico(’s): met de huidige marktomstandigheden is de verkoop van (grote) kavels in deze
prijsklasse niet eenvoudig. Het risico zit met name in de fasering.
177
Wegener
Vestigingsplaats: Apeldoorn
Doel en openbaar belang: de transformatie van het plangebied passend binnen de visie voor de
Zuidwestpoort.
Financieel belang: de gemeente participeert voor 1/3 deel. Daarnaast treedt de gemeente op als
financier voor het onroerend goed.
Beleidsvoornemens/prestatieafspraken 2016: de door de gemeente op te stellen
kantorenprogrammering kan aanleiding vormen de gemaakte afspraken te herzien.
Eigen vermogen rekening 2013 en 2014: € 0
Vreemd vermogen rekening 2013 en 2014: € 9.382.000 en € 9.454.000
Rekeningresultaat 2013 en 2014: niet van toepassing.
Risico(’s): de ontwikkeling van kantorenprogramma in zijn algemeenheid vormt een groot risico.
Voor het risico op gemeentelijke gronden is begin 2014 door de raad een algemene
verliesvoorziening ingesteld en is de raad voor de Wegener-locatie (niet openbaar) geïnformeerd.
Kanaalzone Zuid
Vestigingsplaats: Apeldoorn
Doel en openbaar belang: partijen (corporaties, provincie en gemeente) zijn overeengekomen het
plangebied gelegen aan de Kanaalzone Zuid in onderlinge samenwerking te ontwikkelen tot een
hoogwaardige locatie voor woningbouw, alsmede tot een locatie voor commerciële en
maatschappelijke voorzieningen.
Financieel belang: elke partij draagt 1/3 deel van het risico in de grondexploitatie. De corporaties
zijn 100% verantwoordelijk voor de opstalontwikkeling.
Beleidsvoornemens/prestatieafspraken 2016: de locatie wordt op basis van een overeengekomen
planning ontwikkeld. Voor de afname van gronden staan vaste data, de bouw van de opstallen is
aan de corporaties. Zij hebben een afnameplicht, geen bouwplicht.
Eigen vermogen rekening 2013 en 2014: € 0
Vreemd vermogen rekening 2013 en 2014: - € 6.878.000 en - € 7.125.000
Rekeningresultaat 2013 en 2014: niet van toepassing.
Risico(’s): met de vastgestelde herontwikkeling zijn veel risico’s uitgesloten. Toch blijft de
marktontwikkeling voor de Pilot onzeker. Dat zit hoofdzakelijk in het bestaande vastgoed dat her
ontwikkeld of verkocht dient te worden. Over dat bestaande vastgoed bestaan geen afspraken en
het financiële resultaat is sterk afhankelijk van de actuele marktwaarde van dit vastgoed. In het
bijzonder kunnen we hier noemen de herontwikkeling van het voormalige Kufa-pand en de
verkoop van de Drieslagwoningen aan de Lepelaarweg en Kanaal Zuid.
178
4.5 Paragraaf Grondbeleid
4.5.1 Algemeen
Wat zijn wij verplicht te regelen in deze paragraaf?
De paragraaf grondbeleid maakt onderdeel uit van de Meerjaren programma Begroting (MPB). Het
grondbeleid vormt een vast onderdeel van de begroting en verantwoordingscyclus van de
gemeente. Elk jaar is de gemeente op grond van het besluit Begroting en Verantwoording (BBV),
verplicht om een paragraaf grondbeleid in zowel de meerjarenprogrammabegroting (vooruitblik)
als de jaarrekening (terugblik) op te nemen. Dit is geen keuze. De paragraaf grondbeleid bevat
tenminste:
a.
De visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de
programma’s die zijn opgenomen in de gemeentelijke meerjarenbegroting;
b.
Een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert.
c.
Een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie
d.
Een onderbouwing van de geraamde winstneming.
e.
Beleidsuitgangspunten omtrent reserves voor grondexploitatie in relatie tot de risico’s die
daaraan verbonden zijn.
Ad a+b - Nota grondbeleid
De gemeente Apeldoorn heeft haar visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de
doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de gemeentelijke meerjarenbegroting
vastgelegd in de nota grondbeleid die op 13 juni 2013 door de raad is vastgesteld. In deze nota
staat aangegeven welke vorm van Grondbeleid de gemeente voorstaat, en welke instrumenten
het zal inzetten om het ruimtelijke beleid tot uitvoering te brengen. De nota grondbeleid betreft
geen wettelijke verplichting.
Ad c+d+e – Meerjaren Perspectief Grondexploitaties
In aanvulling op de begroting en de jaarrekening kent de gemeente Apeldoorn een
meerjarenperspectief grondexploitaties (MPG). Het MPG geeft informatie over de actuele
voortgang van de grondexploitaties. In het MPG wordt teruggekeken op het afgelopen jaar en
vooruit gekeken naar de komende jaren. De te verwachten ontwikkelingen worden financieel
vertaald. Tevens wordt een inschatting gemaakt van de risico’s. Kortheidshalve wordt naar de
MPG 2015 verwezen die in de gemeenteraad van 28 mei 2015 is vastgesteld. Die publicatie
vormt de laatst bekende bedrijfseconomische barometerstand rond het grondbedrijf.
Wat willen wij regelen in deze paragraaf?
De paragraaf is geen middel om ‘nieuw beleid’ vast te stellen. Nieuw beleid wordt via de lijn
College ter bespreking naar u als Raad gebracht. Deze paragraaf is een middel om:
• actuele onderwerpen terug te laten komen en nader uit te werken;
• toekomstige ontwikkelingen, waar grondbeleid een relatie mee heeft te agenderen.
De afgelopen jaren zijn verschillende beleidsdocumenten vastgesteld die betrekken hebben op
activiteiten binnen het grondbedrijf. Hieronder een overzicht met deze verschillende
beleidsdocumenten, thema’s die in deze paragraaf nader worden uitgewerkt, dossiers die zijn
benoemd in het MPG 2015 en langlopende ontwikkelingen die komende jaren nog aandacht
vragen.
179
Vastgesteld beleid
Algemeen
Nota Grondbeleid (verwijzing)
Paragraaf Grondbeleid (begroting + rekening) (verwijzing)
Financieel
Uitvoeringskader Grondbedrijf (verwijzing)
Specifiek
Nota Gronduitgifteprijsbeleid (verwijzing)
Nota Gronduitgiftebeleid (verwijzing)
Notitie werkwijze en kostenverhaal bij zelfrealisatie (verwijzing)
Actuele ontwikkelingen (Onderwerpen in deze Paragraaf)
A. Ontwikkelingen fiscaal-juridisch
De vennootschapsbelasting
De omgevingswet
B. Ontwikkelingen planeconomisch
Onderwerpen uit te werken vanuit MPG
Niet in exploitatie genomen grond (NIEGG)
Programmering (KWP)
Programmering woningbouw
Beheersing boekingen Vastgoedbedrijf
Ontwikkelingen die de komende jaren aandacht
Omgevingswet (ontwikkelingen)
Herijking kaders complexen en grondbedrijf
(verwijzing nota MPG, hfd 8)
(verwijzing nota MPG, hfd 8)
(verwijzing nota MPG, hfd 8)
(verwijzing nota MPG, hfd 8)
vanuit de eenheid V&G vragen
Bovenwijks
Kostenverhaal
Waardecreatie - ontwikkelen zonder grond
Stedelijke herverkaveling
4.5.2 Actuele ontwikkelingen
A. Ontwikkelingen fiscaal-juridisch
Vennootschapsbelasting(VPB)
Het wetsvoorstel introduceert per 1 januari 2016 een belastingplicht voor
overheidsondernemingen. Het is de bedoeling dat overheden die winst of structureel
overschotten realiseren met activiteiten die concurreren met de ‘markt’, VPB plichtig worden.
Activiteiten die structureel verliesgevend zijn leiden niet tot belastingplicht. Tussen die twee
uitersten ligt een grijs gebied. Dit grijze gebied wordt op dit moment tussen belastingdienst en
VNG uitgewerkt. De tijd dringt, maar veel duidelijkheid is er op dit vlak nog niet. Hieronder een
beknopte uiteenzetting hoe de gemeente op dit moment denkt dat het voor het Grondbedrijf zou
kunnen uitwerken.
De afbakening van grondexploitatieactiviteiten is van invloed op het effect dat de VPB kan
hebben. Die activiteiten kunnen als volgt als volgt ingedeeld worden:
Voorraad grond- en
hulpstoffen
Geen raadsbesluit en
geen stellig
voornemen voor
toekomstige
ontwikkeling
Vlottende activa
Voorraad NIEGG
Reëel en stellig
voornemen voor
toekomstige ontwikkeling
Voorraad BIE
Vastgestelde ruimtelijke
kaders
De komende periode zal onderzocht moeten worden wat het effect van de VPB is op de
verschillende categorieën en wat het effect is van bepaalde keuzes die gemaakt kunnen worden
zoals het wel of niet in ontwikkeling nemen van bepaalde gebieden, keuzes met betrekking tot
verdere afwaarderingen of optimalisaties, etc.
180
De Omgevingswet
Op dit moment ligt er een voorontwerp omgevingswet. Het doel van deze nieuwe wet is het
integreren van alle wetten en regelingen in één omgevingswet waardoor het eenvoudiger moet
worden om projecten op te starten. Deze wet kan effect hebben op de mogelijkheden omtrent
het kostenverhaal voor Bovenwijks, Bovenplans en de Bijdrage ruimtelijke ontwikkelingen (zoals
deficit sociaal).
De binnenstad van Apeldoorn, het stationsgebied en de Kanaaloevers zijn door de gemeente
aangewezen als geschikte locaties voor een mogelijke pilot om de vernieuwde Omgevingswet toe
te passen. Deze gebieden kennen een grote diversiteit aan functies, met lastige ruimtelijke
opgaven. Door de financiële en economische crisis is gebleken dat het waarmaken van deze
ambities niet altijd even goed van de grond komt. De mogelijkheden die het omgevingsplan biedt
kunnen mogelijk een goede bijdrage leveren aan het oplossen van verschillende knelpunten en het
verwezenlijken van de ambities.
B. Ontwikkelingen planeconomisch
Herijking kaders complexen en grondbedrijf
In 2014 heeft de raad verschillende besluiten moeten nemen die een negatief effect hadden op
de hoogte van de algemene reserve grondbedrijf (ARG). Voorbeelden hiervan zijn de vaststelling
van de kwalitatieve woningbouwprogrammering (algemene verliesvoorziening) en de
grondprijzenbrief 2015 (verdere afwaarderingen van diverse ontwikkellocaties). De algemene
reserve grondbedrijf is gedaald tot € 7,2 mln terwijl het gewenste niveau om alle risico’s af te
kunnen dekken bijna € 30 mln. is. De komende periode (t/m 2016) zal gebruikt worden om alle
raadskaders en uitgangspunten tegen het licht te houden met als doel de ARG te verhogen en/of
de risico’s binnen het grondbedrijf te verminderen om zo het gewenste niveau van de ARG
positief te kunnen beïnvloeden. Het college heeft hiervoor inmiddels een stuurgroep ingesteld.
Uiteindelijk zal dit resulteren in concrete raadsvoorstellen zodat u als raad afwegingen kunt
maken.
181
4.6 Paragraaf Lokale heffingen
4.6.1 Inleiding
De baten van de gemeente bedragen voor 2016 € 541 mln, exclusief verrekening met reserves.
Meer dan de helft daarvan wordt ontvangen van het Rijk via de algemene uitkering uit het
Gemeentefonds en specifieke uitkeringen (bijv. sociale zekerheid, maatschappelijke
dienstverlening). Bij de overige baten moet u denken aan bouwgrondexploitatie, interne
verrekeningen en eigen belastingen (heffingen, rechten en leges). Bij de heffingen is de
onroerende- zaakbelasting de belangrijkste component.
4.6.2 Overzicht belastingen en heffingen
Gemeenten zijn beperkt in de soorten belastingen die ze mogen heffen. Deze zijn limitatief
opgesomd in de wet.
Naast belastingen, heft de gemeente rechten en leges voor individuele dienstverlening aan haar
burgers. De tarieven van deze rechten en leges dienen zodanig vastgesteld te worden dat de
geraamde opbrengsten de geraamde kosten voor het verlenen van de diensten niet overschrijden.
De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient alleen ter bestrijding van de kosten
die de gemeente voor de betreffende dienstverlening maakt. De gemeentelijke kosten stijgen in
2016 gemiddeld met 1,2%. De opbrengsten van de belastingen en overige heffingen worden in
beginsel alleen aangepast aan de inflatiecorrectie. Deze bedraagt 0,70%.
De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de ongebonden heffingen (algemene
belastingen). De gemeentelijke belastingen en retributies die in 2016 in Apeldoorn worden
geheven zijn:
Ongebonden belastingen:
Onroerende- zaakbelastingen
Hondenbelasting
Parkeerbelastingen
Precariobelasting
Toeristenbelasting
Gebonden belastingen:
Afvalstoffenheffing
Rioolheffing
Leges en rechten
183
4.6.3 Voorstel per belastingsoort
Onroerende- zaakbelasting (OZB)
De OZB wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. De nieuwe
vastgestelde WOZ-waarden met als waardepeildatum 1 januari 2015 zijn bepalend voor het
belastingjaar 2016. In 2016 worden voor alle onroerende zaken binnen de gemeentegrenzen
nieuwe WOZ-beschikkingen afgegeven die het hele jaar 2016 geldig zijn. De waarde van een
woning in Apeldoorn is ten opzichte van peildatum 1 januari 2014 gemiddeld met 1,0%
gestegen. De waarde van een niet-woning is gemiddeld gedaald met 3,4%. Daarnaast blijft de
leegstand bij niet-woningen toenemen. Uitgangspunt voor de berekening van de tarieven OZB is,
dat we de opbrengst gelijk houden. Een waardedaling leidt daarom tot een tariefstijging en een
waardestijging leidt tot een tariefdaling. De leegstand wordt verrekend in de tarieven voor nietwoningen. Daarnaast hebben we rekening gehouden met volume- effecten. Verder hebben we
de tarieven gecorrigeerd met de laatst bekende macronorm zoals gebruikelijk. De macronorm die
we voor de tarieven 2015 hadden gehanteerd, bleek op basis van de septembercirculaire 2015
0,5% te hoog te zijn. Daarom hebben we in deze begroting de macronorm van 3% verlaagd met
0,5% tot 2,5%.
Bovenstaande wijzigingen leiden tot de volgende OZB- tarieven voor 2016:
Percentage van de heffingsmaatstaf (WOZ-waarde) voor berekening
2015
2016
niet-woningen
0,2744%
0,2910%
woningen
niet-woningen
0,1427%
0,3404%
0,1448%
0,3680%
Gebruikersbelasting:
Eigenarenbelasting:
Rioolheffing
Naast de zorg voor inzameling en transport van afvalwater hebben gemeenten ook een
regenwaterzorgplicht en hebben zij een duidelijke rol als regisseur bij de aanpak van
grondwaterproblemen. De gemeente is dus niet alleen verantwoordelijk voor het onderdeel
afvalwater, maar voor de gehele gemeentelijke waterhuishouding. De kosten die hiervoor worden
gemaakt, worden met de rioolheffing verhaald op gebruikers van woningen en niet-woningen. De
aanslagen rioolheffing worden berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende
zaak.
Ook voor de rioolheffing geldt dat, door de waardedaling van de onroerende zaken, de tarieven
verhoogd zouden moeten worden om tot eenzelfde belastingopbrengst te komen. Echter, in de
praktijk blijkt dat het onderhoud en de vervanging van riolen door de toepassing van nieuwe
technieken minder kosten met zich meebrengen dan geraamd. Anderzijds moeten we in de
toekomst meer gaan investeren in afkoppelingen en natuurlijk afvalwaterbeheer
(klimaatadaptatie). Rekening houdend met alle ontwikkelingen en beleidsvoornemens zien we dat
er financiële ruimte is in de reserve riolering voor een tariefsverlaging. De gemiddelde aanslag
rioolheffing in 2016 wordt daarom verlaagd met 4,15%.
184
Voornoemde wijzigingen leidt tot het percentage zoals genoemd in de volgende tabel.
Percentage van de heffingsmaatstaf (WOZ-waarde) voor berekening
rioolheffing:
2015
gebruikers
2016
0,0687%
0,0652%
Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast en een variabel gedeelte. Elk huishouden is het vaste
gedeelte verschuldigd. Het variabele deel wordt berekend op basis van het aantal aanbiedingen
restafval.
Bij de behandeling van de MPB 2015-2018 heeft uw raad het amendement ‘De afvalscheider
beloond’ aangenomen. De tarieven voor de komende jaren zijn in eerste instantie op basis van dit
amendement berekend. Dit heeft mede effect gehad op het aantal aanbiedingen van restafval. Dit
aantal neemt af, waardoor echter ook de opbrengsten teruglopen. De verwerkingskosten van
restafval lopen echter niet evenredig terug. We constateren ook dat de tarieven voor
afvalstoffenheffing nog niet volledig kostendekkend zijn. Zo worden de btw kosten op de
dienstverlening van Circulus niet volledig doorbelast in de tarieven. In het kader van het financieel
herstelplan streven we naar volledige kostendekkendheid van de tarieven. Minder aanbieding en
volledige kostendekkendheid leiden tot een tariefsverhoging in 2016 van 4,7%.
Voor meerpersoonshuishoudens ziet het plaatje er als volgt uit:
Meerpersoonshuishoudens
Tarieven vastrecht
Tarief variabel 240-litercontainer
per lediging
2015
2016
2017
2018
2019
€ 166,44
€ 174,26
€ 178,10
€ 182,37
€ 186,75
€ 8,11
€ 8,49
€ 8,68
€ 8,89
€ 9,10
Ontwikkeling woonlasten
In onderstaande tabel wordt een totaalbeeld gegeven van de ontwikkeling van de woonlasten
voor een meerpersoonshuishouden met een woningwaarde van € 211.000.
Woonlasten
Ozb
Rioolheffing
afval vastrecht
afval variabel*
Totaal
* uitgaande van een aanbod van
2015
2016
% ontw.
€ 298,26
€ 305,53
2,44%
€ 143,43
€ 137,57
-4,09%
€ 166,44
€ 174,26
4,70%
€ 81,10 € 80,65
-0,56%
€ 689,23
€ 698,01
1,27%
9,5 ledigingen per jaar voor een 240- litercontainer
Op totaalniveau stijgen de woonlasten in 2016 met 1,27%.
Overige heffingen en rechten
• Parkeerbelastingen
In de gemeente Apeldoorn worden de parkeertarieven gebruikt om de kosten voor
parkeervoorzieningen te bestrijden en om het parkeren binnen de gemeente te reguleren. Hierbij
wordt onderscheid gemaakt tussen parkeren voor bewoners, bezoekers en woon- werk parkeren.
Het streven is zo min mogelijk auto’s langs de openbare weg te laten parkeren en het gebruik van
de auto voor woon- werkverkeer te ontmoedigen.
De parkeerinkomsten zijn afgelopen jaren mede door economische omstandigheden teruggelopen.
Op 18 juni jl. heeft uw raad ingestemd met het voorstel om de tarieven voor kortparkeren in de
185
parkeergarages per 1 juli 2015 aan te passen. Dit leidt tot een extra baat voor de Reserve
Bereikbaarheid Binnenstad van € 130.000. Deze tariefsverhoging op korte termijn was nodig als
gevolg van dalende parkeerinkomsten.
• Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven voor het gebruik van gemeentegrond. Hieronder valt niet alleen
het plaatsen van containers langs- of op de openbare weg, maar bijvoorbeeld ook lichtbakken aan
winkels die boven gemeentegrond hangen. Precariobelasting is een ongebonden belasting,
waarbij de gemeente volledige vrijheid heeft in de vaststelling van de hoogte van de tarieven.
Voorgesteld wordt om de tarieven voor de precariobelasting te verhogen met het
inflatiepercentage (0,70%).
Precariobelasting netwerkbeheerders
Momenteel is het heffen van precariobelasting voor het gasleiding- en elektriciteitsnetwerk van
Liander onderwerp van een fiscale procedure bij de hoogste belastingrechter. Uitspraak in deze
procedure wordt niet eerder verwacht dan in het voorjaar van 2016.
Zoals wij u in 2014 meedeelden heeft het opleggen van precariobelasting op kabels en leidingen
van netwerkbeheerders niet direct invloed op de energienota van Apeldoornse burgers en
bedrijven. De toezichthouder van de netwerkbedrijven, de Autoriteit Consument en Markt (ACM),
stelt namelijk maximum tarieven vast. Dat neemt niet weg dat kostenstijgingen in de toekomst
worden meegenomen in de tarieven.
Omdat er meerdere gemeenten zijn die precariobelasting (gaan) heffen, benadelen we onze
gemeente en daarmee onze burgers als we geen precario op kabels en leidingen heffen.
Wij stellen u voor om voor alle netwerken het huidige tarief van € 2,25 per strekkende meter,
met ingang van 2016 te verhogen naar € 2,75. In verband met de onzekere uitkomst van het
juridisch geschil is in deze begroting nog geen rekening gehouden met de mogelijke opbrengst
van Liander.
• Hondenbelasting
Hondenbelasting is een algemene belasting. Dat houdt in dat de raad vrij is in de bepaling van de
opbrengst: er hoeft geen relatie met de kosten te zijn. Uw raad heeft bij de invoering van de
hondenbelasting besloten dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan de kosten van de maatregelen
om de overlast van honden te beperken. Deze kosten betreffen voornamelijk de kosten voor het
onderhoud van de hondenuitlaatplaatsen. De prijsverhoging vanwege inflatie kan binnen het
budget worden opgevangen. Voorgesteld wordt om de tarieven voor hondenbelasting te
handhaven op het niveau van 2015.
• Toeristenbelasting
Voor de toeristenbelasting heeft uw raad in het verleden besloten dat de tarieven worden
aangepast overeenkomstig het consumentenprijsindexcijfer van het CBS. Voorgesteld wordt om
deze lijn voort te zetten en de tarieven voor de toeristenbelasting overeenkomstig dit indexcijfer
(1,1%) aan te passen.
• Forensenbelasting
Forensenbelasting wordt in 2016 nog niet ingevoerd. Voor een toelichting verwijzen wij u naar
Hoofdstuk 3.
186
• Marktgelden
De marktgelden zijn al enige tijd niet-kostendekkend. In 2015 zijn de tarieven niet verder
verhoogd dan met de gewogen index (1,2%). Er is sprake van een terugloop van het aantal
markthandelaren.
Er wordt naar gestreefd om de warenmarkten kostendekkend te maken.
Door middel van het verhogen van het markttarief kan een stap gezet worden naar een situatie
waarbij sprake is van kostenneutrale warenmarkten. Vermindering van personele kosten door
flexibeler inzet van personeel is hier ook een onderdeel van.
Voorgesteld wordt om de tarieven van marktgelden voor 2016 te verhogen met 10%.
• Grafrechten
Sinds 2009 wordt een boveninflatoire tariefstijging toegepast van 1,5%. De kosten stijgen met
gemiddeld 1,2%. Voorgesteld wordt dan ook om de tarieven van de begraafplaatsenrechten per
2016 te verhogen met 2,7%. Hiermee zijn de grafrechten volledig kostendekkend.
• Leges en rechten
De verschillende leges en rechten die worden geheven, worden in principe verhoogd met 1,2%.
Bij de vaststelling van een aantal tarieven, zoals leges burgerzaken, is rekening gehouden met
wettelijk vastgestelde tarieven. Voorgesteld wordt om de legestarieven omgevingsvergunning te
handhaven op het niveau van 2015.
4.6.4 Geraamde opbrengsten 2016 ten opzichte van 2015
In de tabel hieronder zijn, met inachtneming van de voorstellen uit hoofdstuk 3, de geraamde
opbrengsten voor 2016 vergeleken met de geraamde opbrengsten van 2015. Voor een
toelichting op de hierna vermelde bedragen verwijzen wij u naar voornoemd hoofdstuk over de
financiële beschouwingen.
(bedragen in €)
- OZB
- Afvalstoffenheffing
- Rioolheffing
- Parkeerbelasting
- Omgevingsvergunning bouwen
- Leges burgerzaken
2015
44.661.200
16.825.000
12.076.000
3.745.000
3.270.700
2.800.000
2016
45.704.300
16.850.000
12.076.000
3.441.000
3.585.000
2.980.000
Overig
- Precariobelasting
- Hondenbelasting
- Toeristenbelasting
- Begraafrechten
- Leges vergunningen publiek domein
- Marktgelden
Totaal
671.500
771.000
1.636.000
1.575.000
224.900
368.800
88.625.100
755.900
771.000
1.659.000
1.698.000
228.800
374.900
90.124.000
187
4.6.5 Geraamde kosten 2016 ten opzichte van geraamde
opbrengsten 2016
In de tabel hieronder zijn van de gebonden belastingen (zie 4.6.2) de geraamde kosten 2016
vergeleken met de geraamde opbrengsten 2016.
(bedragen in €)
- Afvalstoffenheffing
- Rioolheffing
Leges en rechten
- Begraafrechten
- Omgevingsvergunning (bouwen)
- Leges burgerzaken
- Leges vergunningen publiek
domein
- Marktgelden
Kosten 2016
Opbrengsten
2016
19.567.000
11.766.000
18.962.000
11.287.000
1.674.000
3.585.000
3.460.000
439.000
1.698.000
3.585.000
2.980.000
229.000
429.000
375.000
4.6.6 Lokale lastendruk
Uit onderstaande grafieken blijkt dat de totale woonlasten van een éénpersoonshuishouden in
Apeldoorn in 2015 beduidend lager liggen dan die van omliggende gemeenten van vergelijkbare
grootte. De totale woonlasten van een meerpersoonshuishouden in Apeldoorn in 2015 liggen
beduidend lager dan die van Ede en Nijmegen en zelfs aanzienlijk lager dan die van Arnhem.
Momenteel is nog niet duidelijk welke tarieven volgend jaar in de omliggende gemeenten gaan
gelden.
(Bron: Coelo 2015 (Coelo houdt echter te weinig rekening met Diftar. Dit is in bovenstaande grafieken gecorrigeerd)).
188
4.6.7 Kwijtscheldingsbeleid
Apeldoorn hanteert als kwijtscheldingsnorm 100% van de bijstandsuitkering. Voor
gepensioneerden geldt 100% van de aow-norm. Apeldoorn maakt daarmee, net als in het
overgrote deel van de andere gemeenten in Nederland, gebruik van het recht dat lokale
overheden hebben om de landelijke norm van 90% van het bijstandsniveau te verhogen tot
maximaal 100% van die norm. Dit houdt in dat als men onder de norm komt, men in aanmerking
komt voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.
Niet voor alle heffingen wordt kwijtschelding verleend. De afvalstoffenheffing, rioolheffing,
hondenbelasting (voor 1 hond) en een gedeelte van de onderhoudsrechten graven komen in
Apeldoorn in beginsel voor kwijtschelding in aanmerking. Voor het onderhoudsrecht van graven
wordt slechts zeer beperkt kwijtschelding aangevraagd en verleend. Voor de overige heffingen
zijn voor 2016 de kosten van kwijtschelding geraamd op:
Hondenbelasting:
Afvalstoffenheffing
Rioolrechten
€ 42.000
€ 918.000
€ 280.000
Voor de afvalstoffenheffing wordt beperkt kwijtschelding (vastrecht en een maximaal aantal
ledigingen) verleend, zodat er ook voor de minima een prikkel blijft bestaan om zorgvuldig met
hun huishoudelijke afvalstoffen om te gaan. Het maximaal kwijt te schelden bedrag is zodanig
vastgesteld dat dit bij “normaal afvalgedrag” toereikend is. Gemiddeld wordt een 240 liter
container door een meerpersoonshuishouden 8 maal per jaar ter lediging aangeboden. Vandaar
dat het maximaal kwijt te schelden bedrag voor wat betreft het variabele gedeelte voor 2016
wordt vastgesteld op € 65,20.
189
4.7 Paragraaf Bedrijfsvoering
4.7.1. Inleiding
De gemeentelijke bedrijfsvoering is erop gericht om de beleidsmatige doelstellingen zoals die in de
voorliggende Meerjaren Programma Begroting zijn geformuleerd, op een zo effectief en efficiënt
mogelijke manier te bereiken. De in 2012/2013 doorgevoerde reorganisatie staat aan de basis
van de wijze waarop wij als organisatie hier invulling aan geven. Maar inmiddels is er ook al veel
veranderd.
Grote opgaven rondom de decentralisatie binnen de domeinen jeugd, zorg en participatie zijn,
voor zover dat nu kan worden gemeten, zonder al te veel kleerscheuren geïmplementeerd.
Andere opgaven zoals de implementatie van de omgevingswet staan voor de deur.
Wat blijft zijn de financiële zorgen. Het financieel herstel vordert gestaag, maar op het domein
van de decentralisatie rommelt het nog. Herverdeeleffecten kunnen nog steeds leiden tot grote
nadelen. Tegelijkertijd willen we ook ‘Door’. Ambities zoals in het bestuursakkoord vastgesteld
zijn er niet voor niets en er wordt hard gewerkt aan de realisatie ervan. Ook de bedrijfsvoering
levert hier een bijdrage aan. De ervaringen die we in de afgelopen jaren in de nieuwe setting
hebben opgedaan, gebruiken wij om de organisatie scherp en flexibel te houden. Grote
reorganisaties willen wij zo lang mogelijk voorkomen door proactief te reageren op noodzakelijke
aanpassingen van onze organisatie In dat licht is deze bedrijfsvoeringsparagraaf geschreven.
4.7.2. Anders Denken Anders Doen: het vervolg
Hoofddoel van de in 2012/2013 geïnitieerde en geëffectueerde reorganisatie van de ambtelijke
organisatie was om tot een toekomstbestendige organisatie te komen. Er zijn in de afgelopen
jaren flinke inspanningen geleverd om te hiertoe te komen en in de komende periode gaan wij hier
mee door. Dan gaat het over stenen, het omvormen van ons stadhuis naar “Het huis van de
Stad”, maar ook gaat het over ‘de bewoners’, onze medewerkers. We bouwen aan een
organisatie waarbij mobiliteit niet het gevolg is van verbeteringen, maar de kern ervan. Zo staat
het in onze organisatievisie Apeldoorn Anders. Vanuit die visie blijven wij de organisatie sturen
op drie kernwaarden: betrokken, uitnodigend en slagvaardig (BUS).
De afgelopen periode is ingezet op de concrete uitvoering van de organisatievisie. Dat hebben wij
gedaan door te doen. Er is extra inzet gepleegd op de interne communicatie. De leden van de
directieraad zijn zichtbaar aanwezig en sturen nadrukkelijk op de kernwaarden. De hoofden van
de ambtelijke eenheden komen frequent bij elkaar. En in deze overleggen ligt het accent niet op
de structuur van de organisatie maar op de cultuur én op samenwerking en integraliteit.
Met de keuze voor een toekomstbestendige organisatie is gekozen voor een organisatie die
flexibel en veranderbaar is. Een organisatie die kan meebewegen indien dat noodzakelijk is en
zichzelf periodiek op verschillende aspecten een spiegel voor houdt. Zo is in 2015 een
Medewerker Tevredenheidsonderzoek (MTO) uitgevoerd, is de telefonische bereikbaarheid tegen
het licht gehouden en heeft de directieraad intern de opdracht uitgezet om te kijken naar de
mogelijkheden om het aantal eenheden iets terug te brengen.
Formatie en bezetting
In de afgelopen drie jaar is de ambtelijke formatie met 225 arbeidsplaatsen gekrompen. Invulling
van deze taakstelling loopt tot 2017. Op 1 januari 2013 bedroeg het aantal te herplaatsen
medewerkers 124 (102 fte). Bij vacaturevervulling krijgen zij voorrang. Daardoor is het aantal
herplaatsingkandidaten teruggebracht tot thans (stand per juni 2015) 24 medewerkers, waarvan
er 8 vóór 2017 via (pré)pensioen de organisatie zullen verlaten. De toekomstige vacatures zullen
nodig zijn voor herplaatsingen van de resterende medewerkers en voor her realiseren van reeds
afgesproken taakstellingen. Dit betekent wel dat de organisatie steeds verder vergrijst. In 2014
en in 2015 is de organisatie er in geslaagd, een beperkt aantal trainees aan te trekken. Enkelen
191
daarvan hebben ook een plek gekregen in de vaste formatie. Ook bij de door de raad
geaccordeerde formatie-uitbreiding voor Werkplein Activerium en JZW (zie hieronder) zijn enkele
jongere medewerkers aangetrokken. Maar voor een enigszins toekomstbestendige
leeftijdsopbouw van de organisatie is de instroom van jongeren veel te laag.
Zoals al eerder aangegeven signaleren wij spanning tussen de toegenomen werkdruk en in
omvang gekrompen formatie. Om het hoofd te kunnen bieden aan de snel veranderende
omstandigheden is inhuur als ‘flexibele schil’ onvermijdelijk. Een ander gevolg is een stijging van
het aantal tijdelijke contracten.
De omvang van de vastgestelde formatie in september 2014 bedroeg 1136,89 fte’s. De formatie
is in januari 2015 opnieuw vastgesteld en gestegen naar 1153,06 fte’s. Vooral het aantal
formatieplaatsen in het sociale domein is gestegen in verband met toename aan werkzaamheden
gebaseerd op uitvoering van wettelijke taken (nieuwe wetgeving). Bij het Werkplein Activerium
zien wij ook een flinke stijging. Belangrijkste oorzaken zijn het grote aantal projecten ten gevolge
van de invoering van de Participatiewet en de externe eenmalige subsidiebudgetten, waarvoor
tijdelijk personeel is ingezet. Vanaf 2016 zal de omvang van de personele formatie van WA voor
de inkomens- en handhavingsgerelateerde taken gebaseerd worden op een trap op trap af
systematiek. Hierbij worden groei en krimp van de formatie afgestemd op de ontwikkeling van
het aantal bijstandsgerechtigden. In deze variant wordt naast de vaste formatie, de variabele
formatie samenhangend met de re-integratie gefixeerd. Voor schuldhulpverlening zullen wij
dezelfde systematiek toepassen.
4.7.3. Op weg naar een toekomstgerichte organisatie
Organisatie: naar mogelijk minder eenheden
Zoals hierboven reeds aangegeven, willen we een toekomstgerichte organisatie zijn. Een
organisatie die meebeweegt met de ontwikkelingen die er zowel binnen als buiten de organisatie
zijn. Naast de uitplaatsing van het team belastingen en de krimp in formatie als gevolg van reeds
bekende taakstellingen is ook de wens om de dienstverlening verder te verbeteren aanleiding om
het aantal eenheden nog een kritisch tegen het licht te houden. De opdracht hiervoor is in juni
2015 door de directieraad uitgezet en zal mogelijk, afhankelijk van het advies, in 2016 op
onderdelen leiden tot aanpassing van de huidige organisatie.
Dienstverlening: naar een 24/7 service
Als organisatie zien we steeds meer en complexere vragen op ons af komen. Daarbij zien we ook
het verwachtingspatroon stijgen van onze burgers, bedrijven en instellingen hoe ze zaken kunnen
doen met hun gemeente. De Apeldoorner verwacht steeds meer een 24/7 service. Als antwoord
op de verdergaande digitalisering, het waar mogelijk inspelen op verwachtingen van onze burgers
en om het niveau van de publieksdienstverlening op niveau te houden is het programma
dienstverlening Focus 2017 vastgesteld. Kern van dit programma richt zich op drie hoofddoelen
met ‘hostmanship’ (vraag van de klant staat centraal) als rode draad.
De programmalijnen richten zich op;
• e-toegankelijk maken van de gemeentelijke producten en e-toegang stimuleren. We sturen,
veel meer dan voorheen, op gebruik van het digitale kanaal, zodat we meer ruimte kunnen
maken voor vragen/onderwerpen die niet digitaal kunnen worden afgedaan;
• beter klantcontact door in de eerste lijn sneller het goede antwoord te geven;
• beter klantcontact door beter beheer van informatie (meer zaakgericht werken). Zodoende
goed overzicht van een klantsituatie voor zowel de front- en backoffice als de klant zelf.
De opbrengst: minder onnodige klantcontacten en meer snelheid en slagvaardigheid in het eerste
contact en een beter samenspel tussen front- en backoffice.
De komende jaren worden de kosten van de dienstverlening gevolgd en kunnen eventuele
efficiencyvoordelen blijken.
192
Huisvesting: naar een Huis van de Stad
Het stadhuis is, na vijfentwintig jaar intensief gebruik, toe aan groot onderhoud. In het
bestuursakkoord ‘Door!’ is de ambitie uitgesproken het gemeentelijk vastgoed duurzamer te
maken. In het collegewerkprogramma 2014 – 2018 ‘Doorvertaald’ is aangegeven dat het
stadhuis moet voldoen aan de eisen die aan een moderne, efficiënt dienstverlenende organisatie
worden gesteld, het stadhuis moet transformeren naar ‘Huis van de Stad’. Als gevolg van nieuwe
wet- en regelgeving moeten tot slot maatregelen worden getroffen om aan de laatste
brandveiligheidseisen te kunnen voldoen.
Kunnen deze verschillende aspecten worden gecombineerd zodat met de investeringen in groot
onderhoud ook de bestuurlijke ambities gerealiseerd kunnen worden? Met deze vraag is een
projectgroep aan de slag gegaan. Uitgangspunt is dat de ruimte voor de benodigde investeringen
structureel gevonden moet worden binnen bestaande bedrijfsvoeringsbudgetten.
Voor vier aspecten (duurzaamheid, kantoorconcept, dienstverlening en ontmoeten) zijn ambities
op drie niveaus beschreven. Van handhaven op het huidige niveau tot het hoogste ambitieniveau
is in beeld gebracht wat de mogelijkheden, consequenties en financiële gevolgen zijn.
Dit is aan het college voorgelegd en dat heeft gekozen voor het volgende scenario:
• Een rendabel duurzaam stadhuis: Investeringen in duurzaamheid zijn ambitieus maar ook
financieel rendabel;
• Een flexibel kantoorconcept, waarbij gekozen is voor flexen binnen vlekken;
• Integrale dienstverlening: alle dienstverlening die centraal wordt aangeboden (inclusief het
werkplein Activerium; exclusief Beheer en Onderhoud) wordt geïntegreerd op één plek in het
stadhuis. De inrichting is open en uitnodigend;
• Bedrijfsrestaurant en vergadercentrum worden geïntegreerd tot een aangename, uitnodigende
ruimte die efficiënt gebruikt kan worden.
Op basis van dit scenario wordt een huisvestingsplan opgesteld dat rond de zomer 2015 gereed
is. Hierna volgt een Programma van Eisen, waarbij ook inzicht gegeven kan worden in de kosten
en baten. Dit is naar verwachting eind 2015 / begin 2016 gereed. College en raad zullen dan
besluiten wel of niet door te gaan met dit project.
Personeel: naar een goede van de HRM visie
In 2013 is een HRM visie opgesteld 2013-2016. Het thema is: Samen werken aan een
betrokken, uitnodigende en slagvaardige organisatie.
De HRM-visie ziet er schematisch als volgt uit:
193
BUS-waarden
De drie centrale waarden van het concern zijn Betrokken, Uitnodigend en Slagvaardig. In de
organisatie zijn we daar op verschillende manieren mee bezig. In opdracht van de directieraad
heeft HRM hier specifiek aandacht voor gecreeerd door het in gang zetten van een MTO
(Medewerker Tevredenheids Onderzoek). Een MTO onderzoekt de tevredenheid van medewerkers
en de onderlinge relaties (tussen leidinggevenden en medewerkers en tussen medewerkers
onderling). In april 2015 zijn de eerste resultaten gepresenteerd. Inmiddels is er een actieplan
voorgesteld met acties, actiehouders en een planning. Deze acties worden de komende maanden
en het volgende kalenderjaar uitgevoerd.
Waardering
Deze pijler behelst de herziening van het arbeidsvoorwaardenpakket.
Najaar 2014 is langs de lijnen van de ‘inzetbrief’ van het college overleg gevoerd met vakbonden
en ondernemingsraad over modernisering en flexibilisering van arbeidsvoorwaarden in Apeldoorn.
Op belangrijke punten zoals duurzame inzetbaarheid, transparante secundaire
arbeidsvoorwaarden en ‘loon naar werken’ hebben partijen in 2015 overeenstemming bereikt.
Tevens is een grote stap voorwaarts gezet in het verduurzamen van het werk-werkverkeer van
de gemeentelijke ambtenaren.
Resultaat
Deze pijler betreft de implementatie van de HRM-gesprekscyclus (startgesprek,
voortgangsgesprek en evaluatie/beoordelingsgesprek), waarbij ook aandacht is voor de
persoonlijke ontwikkeling van de medewerker.
Uit een in 2014 uitgevoerd toets is de voorlopgie conclusie dat de HRM cyclus breed in de
organisatie is ingezet, maar dat er nog veel diversiteit is in hoe het instrument wordt gebruikt en
hoe met resultaatgerichte afspraken wordt omgegaan.De komende jaren zal de cyclus periodiek
worden geëvalueerd waarna voorstellen kunnen volgen voor het bijstellen en verder fijnslijpen van
dit instrument.
Dynamiek en Ontwikkeling
In de pijler Dynamiek is ook stevige voortgang geboekt. De plaatsing van de
herplaatsingskandidaten vordert gestaag. Tegelijkertijd is inmiddels het nieuwe centrum voor
mobiliteit, speciaal bedoeld voor alle medewerkers in de organisatie, geopend. Met de
managementgame (een oefening in het voeren van gesprekken over mobiliteit), de week van de
uitwisseling en de “ontwikkelmarkt” zijn diverse initiatieven genomen om medewerkers te
motiveren om na te denken over de eigen ontwikkeling. De klussenbank is uiterst succesvol en
hierdoor ontstaat steeds meer tijdelijke beweging. Maar, de instroom en uitstoom zijn nog laag,
evenals de structurele dynamiek. De komende jaren wordt geprobeerd om de duurzame
inzetbaarheid verder te stimuleren met behulp van alle instrumenten.
Een van de projecten waarbij volop wordt ingezet om de duurzame inzetbaarheid van
medewerkers te vergroten is strategische personeelsplanning (SPP). In dit project kijken we
gericht(er) naar de omvang, samenstelling en kwaliteit van ons personeelsbestand in relatie tot
in- en externe ontwikkelingen en onze organisatiestrategie.
Automatisering: naar hogere eisen voor informatiebeveiliging en privacy
Informatiebeveiliging en privacy krijgen de laatste jaren steeds meer aandacht. De Rijksoverheid,
onze ketenpartners en het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) stellen hier steeds
hogere eisen aan. Dit betreft zowel de correcte toepassing van de privacywetgeving op zich als
de aantoonbare beveiliging van privacygevoelige en anderszins vertrouwelijke gegevens.
Daar komt bij dat de boetebevoegdheid van het CBP substantieel is verhoogd en er een
meldplicht privacywetgeving datalekken zal worden ingevoerd. Indien privacygevoelige gegevens
zijn gelekt dient dit bij het CBP te worden gemeld. Verwacht mag worden dat het CBP in een
dergelijk geval ook de kwaliteit van de beveiliging zal onderzoeken. Wij constateren dan ook dat
informatiebeveiliging en privacy steeds meer samenhangen vertonen. Dit wordt nog versterkt in
194
een situatie dat data steeds vaker bij derde partijen worden opgeslagen (zgn. SAASconstructies).
Onze activiteiten zullen dan ook met name zijn gericht op de aantoonbare borging van een en
ander. In het jaarlijks op te stellen Jaarverslag Beveiliging en Privacy zullen wij u over de stand
van zaken informeren.
Financieel beheer: naar een verbeterd jaarrekeningproces
Het proces rondom de jaarrekening 2014 is moeizaam verlopen. Het proces is kwetsbaar op
zowel capaciteit en kwaliteit. Begin 2015 heeft adviesbureau BMC opdracht gekregen om het
jaarrekeningtraject in beeld te brengen en advies te geven over de wijze waarop dit traject
verbeterd kan worden. Dit heeft geresulteerd in een rapport waarin aanbevelingen zijn gedaan op
het proces, de organisatie en het resultaat van het jaarrekeningtraject. Deze aanbevelingen zijn
opgedeeld in Quick Wins die op zeer korte termijn kunnen worden opgepakt en aanbevelingen die
een langere doorlooptijd kennen.
Naar aanleiding van het rapport is intern opdracht gegeven voor het opstellen van een plan van
aanpak waarin de aanbevelingen worden uitgewerkt en in de tijd worden uitgezet. Belangrijke
mijlpaal is eerste helft 2016, wanneer het jaarrekeningproces 2015 zowel procesmatig als
inhoudelijk sterk moet zijn verbeterd.
Regionale samenwerking
Belastingtaken
De inzet om te komen tot regionale samenwerking heeft, voor wat de belastingtaak betreft,
geleidt tot het besluit tot oprichting van Tribuut per 1 januari 2016. De gemeenten Apeldoorn,
Epe, Voorst, Zutphen en Lochem hebben hiertoe een gemeenschappelijke regeling opgericht.
Sociaal domein
Met de overheveling van de decentralisaties in de zorg, jeugd en participatie, is de regionale
gemeentelijke samenwerking het afgelopen jaar stevig toegenomen. In de Wmo is een
gezamenlijk inkoopbeleid ontwikkeld voor ondersteunende diensten. Daarnaast is een
gemeenschappelijke regeling vastgesteld voor het vervoer in de Stedendriehoek. Met verzekeraar
Achmea/Zilveren Kruis worden regionale afspraken gemaakt over de wijkverpleging en bedden
afbouw in de zorg, eveneens in Stedendriehoekverband. Bij de Jeugdwet zijn bovenregionale
afspraken gemaakt over de inkoop van de zwaardere zorg (meestal gedwongen) en regionale
afspraken over de inkoop van ondersteunende diensten in Stedendriehoekverband. Bij de
participatiewet is er de regionale werkkamer, waarin de gemeenten in de Stedendriehoek en
noord Veluwe samenwerken om banen te ontwikkelen voor mensen met een arbeidshandicap.
4.7.4. Inzicht in de kosten en prestaties van de bedrijfsvoering
Vensters voor bedrijfsvoering
Sinds 2013 neemt Apeldoorn deel aan ‘Vensters voor bedrijfsvoering’. Deze online tool geeft
inzicht in de wijze waarop Apeldoorn met haar bedrijfsvoering presteert t.o.v. andere gemeenten.
Deze benchmark levert daarmee waardevolle stuurinformatie op voor mogelijke bijsturing op
onderdelen van de bedrijfsvoering.
Rapport Depla: vernieuwing van de begroting en verantwoording gemeenten
In opdracht van het VNG-bestuur heeft een commissie geadviseerd over een vernieuwing van het
Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten. De belangrijkste aanleiding voor
het instellen van de commissie was de wens om de kaderstellende en controlerende rollen van de
raad te versterken. De commissie pleit onder meer voor betere vergelijkbaarheid van begrotingen.
Deze vergelijkbaarheid houdt o.a. in dat de kosten van bedrijfsvoering mogelijk specifiek in de
begroting inzichtelijk worden gemaakt. De kans is groot dat bij de begroting 2017 de eerste
aanpassingen naar aanleiding van dit rapport in wetgeving zijn omgezet. Dit kan ook gevolgen
hebben voor de opzet en inhoud van de huidige paragraaf bedrijfsvoering.
195
4.7.5. Ontwikkelingen met betrekking tot de bestuurlijke organisatie
Gemeentelijke overheid: Sturen op kerntaken en andere rolneming
De uitgangspunten voor de rolverandering van 'de Andere Overheid' zijn leidend voor het beleid
en de uitvoering ervan. De inwoner van Apeldoorn staat daarbij voorop. Het betekent ook dat de
overheid niet meer als vanzelfsprekend taken oppakt en uitvoert. Er dient meer ruimte te zijn voor
initiatieven en verantwoordelijkheid van burgers.
Beleidsmatig zal ingezet worden op het realiseren van de strategische doelen.
Bij de ondersteuning van de raadsgriffie ligt de nadruk op het organiseren van en adviseren over
de procedures en processen, waarbij de raad adaptief reageert op ontwikkelingen in de
samenleving en anderzijds oog houdt voor de kwaliteit van de bestuurlijke besluitvorming. Daarbij
hecht de raad eraan om betrokken, vooruitstrevend en innovatief zijn werk te kunnen doen.
Veel staat de komende jaren in het teken van het op orde brengen van de gemeentelijke
financiën, maar ook wordt gezocht naar ruimte voor nieuwe initiatieven. Dat kan zowel met als
zonder financiële middelen. De raad hanteert met betrekking tot de planning en controlcyclus de
zogenaamde omkering van de begrotingscyclus. Het belangrijkste aspect daarvan is dat de raad
in een vroeg stadium daadwerkelijk sturing geeft en niet pas bij de behandeling van de meerjaren
programmabegroting.
Bij de optimalisering van PMA structuur in 2013 is door de raad geconcludeerd dat er behoefte
bestaat om meer grip te hebben op de behandeling van onderwerpen die strategisch of politiek
van belang zijn. In 2014 is daar inhoud aan gegeven door direct na de verkiezingen aan de slag te
gaan met het opstellen van een lange termijnagenda (LTA) voor de gemeenteraad.
Het doel van de Strategische agenda is dat de raad stuurt op de agendering van door de raad
bepaalde onderwerpen voor een langere termijn. Daarbij geeft de raad aan in welke fase in het
beleidsproces het onderwerp in de raad wordt behandeld, de eigen rolneming van de raad en wat
de raad van het college verwacht. Tevens kan de raad per onderwerp de gewenste
burgerparticipatie aangeven. Ook is het de basis voor het college om in vervolg hierop vorm en
inhoud te geven.
Verder werkt de raad vaker met startnotities om daarmee vroegtijdig in het proces sturing te
geven en daarbij ook de burgers te kunnen betrekken.
Tenslotte bouwen we in 2016 verder aan de modernisering van de begroting en in het verlengde
daarvan de jaarstukken.
Politieke Markt, interactie en communicatie
De Politieke Markt Apeldoorn is een beproefde manier van werken die optimaal kansen geeft om
de lokale democratie goed te laten functioneren en is daarmee ook het centrale punt voor de
raadscommunicatie.
Met ingang van november 2013 werkt de gemeenteraad met een geoptimaliseerde werkwijze en
vergaderstructuur. De raadsvergaderingen en PMA’s vinden om en om elke week plaats. Op de
raadsavond wordt dit voorafgegaan door een laagdrempelige mogelijkheid voor burgers en
organisaties om te participeren en om onderwerpen te agenderen door middel van ‘In gesprek
met de raad’.Hier is ook ruimte voor het aan de orde stellen van initiatieven van burgers
Daarnaast kunnen onderwerpen via petities worden aangedragen.
Inbreng van buiten
Het oogmerk is niet alleen buiten naar binnen te brengen maar het stadhuis (raad, college en
organisatie) ook meer naar buiten zodat meer en beter inzicht bestaat in de wensen, belangen en
opvattingen van de burgers. Het is belangrijk dat de raad en bestuur als verbinder met de
Apeldoornse samenleving opereren. In die zin wordt vorm gegeven aan onze
netwerksamenleving.
Optimaal is wanneer de raad zowel wordt geïnformeerd door college en organisatie, als ook in
toenemende mate door de burgers en instellingen van de stad en dorpen. Dit om de kwaliteit van
de besluitvorming te verbeteren. In dit kader zoeken raad en college actief burgers en
organisaties op. Dit gebeurt door het bijwonen van bijeenkomsten en onder andere door bij
gebiedsgerichte onderwerpen ook daadwerkelijk een Politieke Markt of andere bijeenkomsten op
de betreffende locatie te organiseren.
196
Digitaliseren, Social Media en Internet-tv
Alle agenda’s en de stukken voor de raad en PMA zijn opgenomen in het ook voor burgers
toegankelijke raadsinformatiesysteem.
Een divers medialandschap is belangrijk. De raad heeft gekozen voor het webcasten van de
Politieke Markt Apeldoorn in vier vergaderzalen. Hierdoor zijn alle vergaderingen, zowel live als in
het archief, thuis of waar dan ook toegankelijk: alle uitzendingen zijn via vrijwel alle tablets en
mobiele telefoons te bekijken.
In 2014 hebben social media als Facebook en Twitter een prominentere plek gekregen in de
communicatie door de raad, raadsfracties en individuele raadsleden: 29 Raadsleden, 16
fractievertegenwoordigers en 11 raadsfracties zijn actief op twitter.
De gemeenteraad Apeldoorn heeft ook een eigen twitteraccount @raadapeldoorn en een
facebookaccount: facebook.com/gemeenteraadapeldoorn.
197
5
Bijzondere paragrafen 2016-2019
5 Bijzondere paragrafen 2015-2018
199
5.1 Paragraaf Dienstverlening
5.1.1 Ambitie en speerpunten van beleid
Het bestuursakkoord 2014 -2018 geeft als koers voor de publieksdienstverlening; "Apeldoorners
kunnen rekenen op deugdelijke service bij hun contacten met de gemeentelijke overheid.
Bereikbaarheid, snelle en deugdelijke informatieverstrekking en korte wachttijden blijven van
groot belang. Automatisering speelt hierbij een essentiële rol. Wij willen de dienstverlening via de
gemeentelijke website uitbreiden."
Als gemeente zien we steeds meer en complexere vragen op ons afkomen. Daarbij zien we ook
het verwachtingspatroon stijgen van onze burgers, bedrijven en instellingen hoe zij zaken kunnen
doen met hun gemeente. De Apeldoorner verwacht steeds meer 24/7 service. Als antwoord op
de verdergaande digitalisering, het inspelen op verwachtingen van onze klanten en om de
kwaliteit van de dienstverlening op peil te houden is het programma Focus 2017 vastgesteld.
5.1.2 Wat gaan we doen?
Kern van het programma Focus 2017 zijn drie lijnen met hostmanship (de vraag van de klant
staat centraal) als rode draad;
• E-toegankelijk maken van de gemeentelijke producten en e-toegang stimuleren. We sturen
veel meer dan voorheen op het gebruik van het digitale kanaal, zodat we meer ruimte kunnen
maken voor vragen/onderwerpen, die niet digitaal kunnen worden afgedaan;
• Beter klantcontact door in de eerste lijn sneller het goede antwoord te geven;
• Beter klantcontact door beter beheer van informatie (meer zaakgericht werken). Zodoende
goed overzicht van een klantsituatie voor zowel het front- als backoffice als de klant zelf.
5.1.3 Wat is het effect?
Indicatoren:
• Een tenminste gelijk blijven van de klanttevredenheid gebruikers ( inwoners, bedrijven) per
jaar;
• Een stijging van het aantal digitaal toegankelijke producten per jaar;
• Een stijgend aandeel van het digitale kanaal t.o.v. telefoon, post/mail en balie in het
klantcontact.
De komende jaren zullen ook de kosten van de dienstverlening worden gemonitord en kunnen
eventuele efficiencyvoordelen blijken.
Onderstaand overzicht geeft een weergave van de programma’s en producten waar
dienstverlening een belangrijke rol speelt.
Transactie /activiteit
Documenten
Burgerzaken
Aanvragen
vergunningen
Programma
Bestuur, burgerzaken, organisatie
en financiën (1)
Veiligheid (2)
Openbare Ruimte (3)
Duurzame milieubescherming (4)
Ruimtelijke ontwikkeling,
economie en wonen (9)
Aanvragen uitkeringen,
schuldhulpbemiddeling
Werk, inkomen en arbeidsmarkt
(6)
Behandelen klacht of
bezwaarschrift
Bedrijvenloket
Bestuur, burgerzaken, organisatie
en financiën (1)
Ruimtelijke ontwikkeling,
economie en Wonen (9)
201
Beleidsproduct
Burgerzaken (003)
Brandweer en rampenbestrijding (120)
Openbare Orde en veiligheid (140)
Parkeren (214)
Milieubeheer (723)
Openbaar groen (560)
Overige volkshuisvesting (822)
Schuldhulpverlening (310)
Werkgelegenheid (611)
Participatie (623)
Bestuursondersteuning (002)
Handel en ambacht (310)
In de begrotingsprogramma’s 1, 2, 3, 4, 6 en 9 spelen specifieke normen voor de dienstverlening
van burgerzaken, de vergunningverlening, zorg, werk en inkomen en het bedrijvenloket. Voor al
deze vormen van zogenaamde transactiedienstverlening tussen de gemeente Apeldoorn en
burgers en bedrijven geldt dat er zoveel mogelijk via digitale dienstverlening wordt gewerkt, dat
er kwaliteitsnormen aan het telefoonverkeer van de klantencontactcentra (Servicecentrum
Stadhuis, ISP Activerium) evenals voor het e-mail- en postverkeer worden gesteld. Ook wordt er
gestuurd op zo kort mogelijke doorlooptijden, zo mogelijk beperkt tot 1 dag of direct klaar
producten.
Ten slotte: Goede publieksdienstverlening vraagt om goede bedrijfsprocessen in de gemeentelijke
organisatie. De ondersteuning van deze bedrijfsprocessen omvat de interne dienstverlening vanuit
de eenheden Informatie Voorziening, Personeel, Communicatie & Bestuursondersteuning evenals
het Shared service Center.
202
5.2 Paragraaf Vastgoed
5.2.1 Inleiding
De gemeente Apeldoorn heeft veel vastgoed in eigendom. Veel van dit vastgoed is nodig voor
het vervullen van wettelijke taken en/of het bereiken van onze gemeentelijke beleidsdoelstellingen
zoals voor onderwijs, sport, welzijn, cultuur en de eigen huisvesting van medewerkers. In totaal
gaat het om circa 440 objecten. Daarvan bevinden zich circa 185 objecten in het Vastgoedbedrijf
(beheer) en circa 120 in het Grondbedrijf (ontwikkel). Daarnaast heeft de gemeente een
economisch claimrecht op circa 100 schoolgebouwen, waarvan het juridisch eigendom bij de
scholen ligt. Onderdeel van de onderwijsportefeuille zijn de ca 35 gymlokalen.
5.2.2 Vastgoedbedrijf
De afgelopen jaren is gewerkt aan het professionaliseren van het Vastgoedbedrijf en de
vastgoedportefeuille van de gemeente Apeldoorn. Kernwoorden behorend bij deze
professionalisering zijn; inzicht, transparantie, verzakelijking en afgeslankte
vastgoedkernportefeuille en daarbij passende hoogwaardige vastgoedorganisatie.
Een belangrijk instrument voor deze ontwikkeling is de ontwikkeling van het MPV
(Meerjarenperspectief Vastgoed). Het MPV schept kaders, biedt inzicht in onze portefeuille en
brengt vraag en aanbod financieel en functioneel in kaart. Het MPV vormt daarmee voor de
2
gemeenteraad een goed instrument om haar controlerende- en kaderstellende rol uit te voeren .
In het MPV staan we stil bij wat we aan vastgoed willen behouden en wat we willen afstoten. In
2015 is zowel het hernieuwde ‘Uitvoeringskader Vastgoedbedrijf’ als het eerste MPV (2015)
door de Raad vastgesteld.
5.2.3 Grondbedrijf
In de Grondbedrijf portefeuille zijn de eerste keuzes gemaakt met betrekking tot de NIEGGportefeuille. Deze keuzes hebben betrekking op het behoud dan wel het overgaan tot verkopen
van het vastgoed in de NIEGG-gebieden. De komende periode zal door het Verkoopteam worden
beoordeeld wanneer deze objecten het beste verkocht kunnen worden.
2
Op 14 november 2013 heeft uw raad ons college verzocht om met ingang van het jaar 2014 een MPV aan de raad voor
te leggen. Motie 26 – Meerjarenperspectief Vastgoed
203
5.2.4 Onderwijshuisvesting (Eenheid Jeugd, Zorg & Welzijn)
De schoolbesturen zijn juridisch eigenaar van de meeste schoolpanden. Zij gaan over het
onderhoud en de instandhouding van de scholen. De verantwoordelijkheid voor het
buitenonderhoud en de aanpassingen van het primair onderwijs gaat in 2015 over van gemeente
naar de schoolbesturen. De gemeente houdt een gedeelde verantwoordelijkheid met de
schoolbesturen waar het gaat om renovatie, uitbreiding en (ver)nieuwbouw. Gedeeltelijk komen
keuzes daarbij tot stand vanuit onderwijskundige (beleids)ontwikkelingen die plaatsvinden,
bijvoorbeeld het passend onderwijs.
5.2.5 Financiële context
Vastgoed Vastgoedbedrijf (excl.
Onderwijshuisvesting en Grondbedrijf);
bedragen * € 1.000 o.b.v. BBB 2016 2019
Beleidsprodukten VGB via AD
V&G/Algemene reserve
Beleidsprodukten VGB via AD andere
eenheden/reserves
Totaal beleidsprodukten VGB
Boekwaarde
primo 2015
Totale lasten
2016
Totale baten
2016
Resultaat
2016
197.587
17.931
16.514
-1.417
9.216
1.633
6.349
4.716
206.803
19.564
22.863
3.299
NB: bedragen zijn exclusief Brinklaangarage (nog niet bij VGB) en verrekeningen met reserves/andere eenheden, inclusief
taakstellingen vastgoed, budget maatschappelijk vastgoed en interne bijdragen/huren
5.2.6 Actuele ontwikkelingen & programma 2016
MPV (Meerjarenperspectief Vastgoed)
In 2015 is het eerste MPV aan de Raad aangeboden. Vooraf is aangegeven dat het MPV een
groeidocument betreft. In 2016 willen we hier dan ook een verdere slag in maken, waarbij we
verder inzicht geven in de volledige portefeuille van het Vastgoedbedrijf. Opmerkingen van de
Raad en de bevindingen van de Rekenkamer zullen we zoveel mogelijk gaan verwerken.
Ontwikkelingen vastgoedportefeuille
In lijn met de beoogde slanke kernportefeuille van ons vastgoed en de daaraan verwante
taakstellingen, wordt ook in 2016 proactief ingezet op het afstoten c.q. verkopen van ons
gemeentelijk - met name maatschappelijk - vastgoed. Door het in de etalage zetten van ons
vastgoed via onze winkel Kavels & Panden, website en door het bieden van diverse flexibele
stimulerende verkooparrangementen met betrekking tot o.a.(huur)koop, pacht, et cetera. Ook
willen we bij de start van en in het bestemmingsplanproces bewoners en bedrijven meer
rechtszekerheid en duidelijkheid bieden om daarmee de verkoop bevorderen.
204
Duurzaamheid
Duurzaamheid is afgelopen jaren - binnen de budgettaire kaders - in diverse projecten en panden
toegepast, maar onvoldoende zichtbaar geweest. We werken daarom aan een meer zichtbare
voorbeeldfunctie als het gaat om verduurzamen van ons eigen vastgoed.
Daarnaast gaan wij voor onze strategische (kern)portefeuille verduurzaming maatregelen treffen
die eenvoudig leiden tot besparingen op korte termijn (2 jaar), het zogenaamde ‘laaghangend
fruit’. En nemen wij maatregelen voor verduurzaming zodat onze vastgoedportefeuille voldoet aan
de wettelijke eisen uit de Wet Milieu Beheer. Ook inventariseren wij in lijn met het MJOP en
passend bij het functioneel gebruik van ons vastgoed waar verduurzamingsmaatregelen op de
lange termijn bijdragen aan beter gebruik en energiebesparing.
Verzakelijking Accres
In samenhang met de vragen ‘wat doen we zelf en wat laten we over aan derden en onder welke
voorwaarden?’ worden met betrekking tot de taken vastgoedbeheer en exploitatie die we aan
Accres hebben uitbesteed, de afspraken voor uitbesteding op prijs en kwaliteit onder de loep
genomen en waar gewenst herijkt. Heldere inhoudelijk en financiële kaders, regie, korte lijnen en
transparantie zijn uitgangspunten voor een goede invulling van de opdrachtgeversrol met als doel
zakelijker en efficiënter te werken.
De kerntaken, beleidsuitgangspunten en de gemeentelijke regierol vormen de basis bij het
formuleren en uitbesteden van het takenpakket met betrekking tot het beheer en exploitatie van
ons gemeentelijk vastgoed.
We pakken dit traject met de nodige zorgvuldigheid op, gezien onze langdurige relatie met
Accres.
205
Bijlagen
207
Bijlage 1
Doorrekening Algemene Reserve
209
1. Doorrekening Algemene Reserve
Algemene reserve
Stand per 31-12-2014
Ontwikkelingen 2015:
- Onttrekking voorfinanciering NUP gelden (algemene uitkering)
- Bijdrage van reserve onderwijshuisvesting cf besluitvorming rekening 2012
- bestemmingsvoorstel rekening 2013, budget ict 3 decentralisaties
- Archeologisch onderzoek
- Opbrengst verkoop Drieschoten (storting vanuit eenheidsplan 2014)
- Eerste wijziging eenheidsplannen 2015
Bijdrage aan de Algemene Dienst 2015
verkoop oneigenlijk woningbezit
22.412.963
Stand per 01-01-2016
Bijdrage aan/van de Algemene Dienst 2016
15.630.688
223.632
Stand per 01-01-2017
Bijdrage aan/van de Algemene Dienst 2017
15.854.320
416.352
Stand per 01-01-2018
Bijdrage aan/van de Algemene Dienst 2018
16.270.671
1.523.733
Stand per 01-01-2019
Bijdrage van de Algemene Dienst 2019
17.794.404
2.632.318
Stand per 01-01-2020
Correctie eenmalig nadeel 2019: storting broa
Bijdrage van de Algemene Dienst 2020
20.426.721
475.000
2.632.318
Stand per 01-01-2021
Correctie eenmalig nadeel 2019: storting broa
Bijdrage van de Algemene Dienst 2021
23.534.039
475.000
2.632.318
Stand per 01-01-2022
Correctie eenmalig nadeel 2019: storting broa
Bijdrage van de Algemene Dienst 2022
26.641.356
475.000
2.632.318
Stand per 31-12-2022
29.748.674
211
-885.000
300.000
-586.424
-77.401
179.550
-32.000
-6.981.000
1.300.000
Algemene reserve inlopen tekort grondexploitaties
Stand per 01-01-2015
Rente 2015 3,4%
Storting annuiteit tekort grondbedrijf
-41.325.201
-1.405.057
6.422.607
Stand per 01-01-2016
Rente 2016 3,4%
Storting annuiteit tekort grondbedrijf
-36.307.651
-1.234.460
6.422.607
Stand per 01-01-2017
Rente 2017 3,4%
Storting annuiteit tekort grondbedrijf
-31.119.504
-1.058.063
6.422.607
Stand per 01-01-2018
Rente 2018 3,4%
Storting annuiteit tekort grondbedrijf
-25.754.960
-875.669
6.422.607
Stand per 01-01-2019
Rente 2019 3,4%
Storting annuiteit tekort grondbedrijf
-20.208.022
-687.073
6.422.607
Stand per 01-01-2020
Rente 2020 3,4%
Storting annuiteit tekort grondbedrijf
-14.472.487
-492.065
6.422.607
Stand per 01-01-2021
Rente 2021 3,4%
Storting annuiteit tekort grondbedrijf
Stand per 01-01-2022
Rente 2021 3,4%
Storting annuiteit tekort grondbedrijf
Stand per 31-12-2022
-8.541.945
-290.426
6.422.607
-2.409.764
-81.932
6.422.607
3.930.911
TOTAAL per 31-12-2022
33.679.584
212
Bijlage 2
Doorrekening bestemmingsreserves
213
2.1 Bestemmingsreserve Ontwikkeling
Apeldoorn (BROA)
Toelichting doorrekening Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA)
1. Inleiding
Ten opzichte van de vorige BROA-doorrekening in de MPB 2015-2018 is de enige toevoeging het
startbudget Tunnel Laan Van Osseveld ad € 0,6 mln. Vanuit de algemene dienst is een storting
gedaan van € 0,475 mln in de BROA om de reserve niet negatief te laten lopen.
2. Financieel-technische actualisatie meerjarendoorrekening BROA
2.1 Financieel technische actualisatie
De BROA is in het kader van de BBB 2016-2019 in financieel-technische zin geactualiseerd.
Hierbij zijn de rekeningcijfers 2014 verwerkt. Deze actualisatie heeft plaatsgevonden onder
handhaving van bestaand beleid, conform de door de raad laatst vastgestelde BROA (MPB 20152018).
Per project is nagegaan
• wat er moet gebeuren met in 2014 niet bestede budgetten;
• in hoeverre de fasering van de opgenomen budgetten over de verschillende jaarschijven op
basis van actuele inzichten bijgesteld moet worden. De vertraging in de uitvoering heeft in
veel gevallen een herverdeling van de budgetten over de jaarschijven tot gevolg gehad;
• in welke IPOR-fase het project zich bevindt (IPOR staat voor Initiatief-, Plannings-,
Ontwikkelings- en Realisatiefase van het project. Dit onderscheid is van belang om meer
inzicht te krijgen in de financiële risico’s;
• in hoeverre de budgetten aangepast moeten worden aan het huidige prijspeil. De BROA is
opgesteld op basis van het prijspeil 2015, waarbij uitsluitend projecten die zich in de
ontwikkelings- of realisatiefase bevinden worden geïndexeerd.
Daarnaast is de actualisatie toegelicht en zijn de rekeningcijfers 2014 in de financiële
doorrekening verwerkt.
2.2 Percentage onderuitputting
Sinds enkele jaren wordt er op de BROA-ramingen een percentage onderuitputting toegepast. De
reden hiervoor was, dat planningen van projecten in de praktijk uitlopen, waardoor aan het eind
van het jaar niet alle beschikbaar gestelde budgetten zijn uitgegeven. In de MPB 2015-2018
gingen we uit van 70% uitgaven in het eerste jaar. Gezien de werkelijke uitgaven van 2014 zien
we geen aanleiding om de onderuitputting aan te passen. In de huidige doorrekeningen hebben
we gerekend met de volgende percentages: 70% in het 1e jaar, 15% in het 2e jaar en 15% in het
derde jaar.
3. Resultaten financieel technische actualisatie
De financieel technische actualisatie heeft geleid tot een actuele doorrekening van de BROA. De
actualisatie van de projecten heeft ertoe geleid dat de fasering van de meeste projecten is
gewijzigd en enkele BROA-projecten financieel zijn afgerond
Zoals bekend, mogen reserves op grond van het landelijk geldende Besluit Begrotings- en
Verantwoordingsvoorschriften (BBV) in geen van de jaarschijven een negatieve stand vertonen.
De doorrekening van BROA voldoet aan dit criterium.
Het eindsaldo in 2024 is door het opnemen van het startbudget Tunnel Laan van Osseveld nihil.
215
4. Toelichting budgetten 2015
Om meer inzicht te geven in het verloop van de BROA projecten wordt ook een toelichting
gegeven op de projecten die in het lopende begrotingsjaar zijn of worden afgerond. Voor deze
projecten is een toelichting opgenomen na het overzicht van de projecten. De lopende en de
nieuwe BROA projecten worden evenals in vorige MPB’s toegelicht bij de betreffende
begrotingsprogramma’s.
216
(bedragen x € 1.000)
Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA)
2015
Reserve per 1-1
2016
12.022
7.978
300
300
643
128
3.000
300
4.100
300
2017
2018
5.366
1.653
500
300
500
2019
349
2020
2021
2022
2023
2024
332
177
102
44
14
0
0
0
-50
-57
0
0
0
0
-107
0
0
0
-50
0
0
0
0
0
-50
0
0
0
-50
0
0
0
0
0
-50
0
0
0
-21
0
0
0
0
0
-21
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Algemene voeding
Rentevoet (vlgs richtlijnen MPB)
1) GSO4 (1e tranche), te ontvangen
11.000
tgv. complexen GB
-5.000
- ontvangen in 2012 t/m 2014
-5.400
nog te ontvangen
600
2) GSO4 (2e tranche), te ontvangen
2.570
- ontvangen in 2012 t/m 2014
-1.799
nog te ontvangen
771
3) Investeringsimpuls Provincie (17 mln)
17.000
tgv. reserve herstel onderhoud wegen
-5.000
- ontvangen in 2014
-3.900
nog te ontvangen
8.100
4) Bijdrage van de algemene dienst tbv investeringen
5) Bijdrage van de algemene dienst MPB 2016-2019
475
Totaal algemene voeding (excl. 'pm')
Programma 1: Groene Mal
Programma 4: Binnenstad
Programma 8: Kanaalzone
Programma 9: Complete wijken
Programma 10: Alle jeugd telt
Programma 14: Verkeer (incl. startbudget Tunnel Laan van Osseveld € 0,6 mln)
Programma 15: Milieu
Programma 16: Overige
Totaal netto onttrekkingen lopend en lopend nieuw beleid
Verwacht uitgavenpatroon
- verwachte uitgaven 1e jaar
- verwachte uitgaven 2e jaar
- verwachte uitgaven 3e jaar
Saldo per 31-12 (excl. 'pm')
70%
15%
15%
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
4.243
-1.379
-1.859
-335
-2.418
-554
-4.085
-678
-530
-11.838
4.828
-1.015
-3.167
-641
-2.406
0
-480
-65
-318
-8.092
800
-124
-822
-641
-290
0
0
0
-300
-2.177
-8.287
-1.776
-5.664
-1.776
-1.214
-1.524
7.978
217
5.366
1.653
500
-126
0
-150
-100
0
0
0
0
-376
-1.214
-327
-263
349
475
0
0
-57
-100
0
0
0
0
-157
-327
-56
-110
332
-56
-24
-75
177
-24
-16
-35
102
-16
-8
-35
44
Uitgaven na
2024
Eindsaldo
-8
-8
-15
14
-8
-3
3
-3
0
Overzicht BROA-projecten
Een-heid
MOP- programma's
Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA)
(bedragen x € 1.000)
MPB
progr.
Restant
t/m
en prod
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
0
0
Programma 1: Groene Mal
Lopende projecten
3.13
Projecten beken en sprengen; herstel
Eendrachtspreng
RL
prog. 3/
-147
722
Investeringsimpuls Provincie (€ 17 mln)
3.14
Herinrichting stadsranden
RL
prog. 3/
-596
-300
-60
-60
-501
-403
-50
-51
-145
-301
-15
-15
-90
-90
-19
100
79
20
-1.379
-1.015
-124
-281
-50
-52
60
3.15
Beekbergsebroek
3.16
Betere aansluiting Apeldoorn West en
RL
prog. 3/
560
Binnenstad op Berg en Bos
RL
prog. 3/
560
3.17
Landschapsbeheer
RL
prog. 3/
560
- bijdrage provincie Gelderland
Totaal A-projecten programma 1
Programma 4: Binnenstad
Lopende projecten
4.2
Binnenstad
PJ
prog.9/
810
218
-126
0
0
0
0
Eenheid
4.3
Binnenstad GSO-4
PJ
(€ 1 mln uitgaven bij Brinkpark)
MPB
prog.
en prod
Restant
t/m
2015
2016
prog.9/
-200
-461
-930
-1.950
-570
-150
-595
-200
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
0
0
0
0
0
810
Investeringsimpuls Provincie (17 mln)
- Binnenstad, herinrichting binnenstad
- Binnenstad, bereikbaarheid, doorstroming,
bewegwijzering, fietsenstallingen
- Binnenstad, transformatie, braakliggende
terreinen en leegstaande plinten
-239
Voetgangersdomein Brinklaan
-456
- EFRO subsidie
456
Molenstraat Centrum
-425
- BDU subsidie
170
85
(ontvangen subsidie 2014 € 170.000)
Kruispunt W. Druckerstraat/Vosselmanstraat
-284
- BDU subsidie
4.4
Renovatie Spoorstraat 23 t.b.v onderwijs
227
RL
Wittenborg University
57
prog.9/
822
- subsidie provincie
-320
320
Totaal A-projecten programma 4
-1.859
-3.167
-822
0
0
0
-100
-100
-100
-7
-491
-491
Programma 8: Kanaalzone
ISV-3 subsidie: € 1,7 mln
Lopende projecten
14.1
Kanaalzone
RL
prog. 9/
810
- Onvoorz. tekorten (Pilot Zuid, Vlijtsepark,
afwaardering NIEGG, politiekavel)
- Aanleg kade Pilot Zuid
219
Eenheid
Kanaalzone projectbureau
PJ
MPB
prog.
en prod
Restant
t/m
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
-50
-50
-50
-50
-50
-50
-50
-50
-21
-641
-641
-150
-57
-50
-50
-50
-21
-250
-100
-60
-120
-20
-100
-100
-57
prog. 9/
2024
810
Investeringsimpuls Provincie (17 mln)
Kanaalzone Vlijtsepark
-285
Totaal A-projecten programma 8
-335
Programma 9: Complete Wijken
Lopende projecten
9.4
Wijken - De Maten (GSO-4)
POW
prog. 9/
-265
810
Investeringsimpuls Provincie (17 mln)
De Maten vitaal
9.5
Wijken - Orden/Kerschoten (GSO-4)
-250
POW
prog. 9/
-328
810
Investeringsimpuls Provincie (17 mln)
Duurzame aanpak winkelcentrum Kerschoten
Investeringsimpuls Provincie (17 mln)
9.6
Verduurzamen van voorzieningen in wijken
prog. 9/
en dorpen
810
- plannen en projecten
POW
-300
-190
- feitelijke uitvoering
V&G
0
-500
-95
-347
-150
-25
-50
-50
Investeringsimpuls Provincie (17 mln)
9.7
Verbeteren kwaliteit parken
POW
prog. 9/
810
- bijdrage Groene Kluis (intern beheerd
compensatiebudget )
15.1
Wijkontwikkelingsplan Zevenhuizen
('t Podium/openbare ruimte)
52
PROJ
prog. 9/
-50
810
220
0
Eenheid
15.2
Wijkontwikkelingsplan Zuid
PROJ
MPB
prog.
en prod
prog. 9/
Restant
t/m
2015
2016
-120
-284
-750
-862
-2.418
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
-2.406
-290
-100
-100
-57
0
0
0
0
-554
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-4.085
-50
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
810
15.3
ISV-3 budget parkeergarage Anklaar
RL
prog. 9/
810
Totaal A-projecten programma 9
Programma 10: Alle Jeugd Telt
Lopende projecten
10.3
Wijken - Uitvoeren jeugdbeleid (GSO-4)
JZW
prog. 5/
-554
630
Totaal A-projecten programma 10
Programma 14: Verkeer
Lopende projecten
11.0
Infrastructuur Oostzijde stad/Omnisport/
RL
verdubbeling Zutphensestraat
prog. 3/
211
- bijdrage derden(BDU)
25.10
Gelders Fiets Netwerk 2015: Fietspad
170
RL
Waterbergweg en Noordweg
progr. 3/
-58
- bijdrage provincie Gelderland
25.11
Startbudget Tunnel Laan van Osseveld
-14
560
58
RL
prog. 3/
14
-600
211
Totaal A-projecten programma 14
-4.085
-480
-678
-65
-678
-65
Programma 15: Milieu
ISV subsidie 2005-2007: € 0,254 mln
27.1
Bodemmodule
Totaal A-projecten programma 15
RL
prog. 4/
221
Eenheid
MPB
prog.
en prod
Restant
t/m
2015
2016
2017
-548
-300
-300
-82
-82
43
8
57
56
-530
-318
-11.838
-8.092
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
-300
0
0
0
0
0
0
0
-2.177
-376
-157
-107
-50
-50
-21
0
Programma 16: Overige
Lopende projecten
30.5
Investeringen 2014-2017
S&R
(zie MPB 2014-2017)
30.6
Regio archeologie
- bijdrage provincie Gelderland
prog. 1/
922
RL
prog. 8/
541
- bijdrage deelnemende gemeenten
Regio Stedendriehoek
Totaal A-projecten programma 16
TOTAAL
222
Toelichting in 2015 af te ronden A-projecten BROA
Programma 1: Groene Mal
MPB programma 3/722
3.13 Projecten beken en sprengen, herstel Eendrachtsprengen
Herstel van de Eendrachtsprengen is een uitwerking van het Apeldoorn Waterplan. Er wordt
ruimte geboden aan afgekoppeld regenwater, overtollig grondwater, natuurontwikkeling, recreatie
en cultuurhistorie. De bijdrage vanuit de BROA is onderdeel van de cofinanciering. Voor het
project is synergiesubsidie verkregen. De grondcontracten zijn vrijwel afgerond en het bestek is
opgesteld. De afronding vindt in 2015 plaats.
Programma 10: Alle Jeugd telt
MPB programma 5/670
BROA 10.3 Wijken – Uitvoeren jeugdbeleid (GSO-4)
In 2015 loopt de huidige GSO-4-financiering voor preventief jeugdbeleid af. Voor 2016 wordt een
nieuw plan voor de komende periode uitgewerkt. De bijdrage vanuit GSO-4 is nodig om het
huidige beleid voort te kunnen zetten.
223
2.2 Reserve Bereikbaarheid Binnenstad
RESERVE BEREIKBAARHEID BINNENSTAD
(bedragen * 1.000 euro)
DOORREKENING 2015
- Indexering vlg BBB 2015 en BBB2016
- index kosten en opbrengsten na MPB periode gelijk
- herijking R.B.B. augustus / september 2015
Opbrengsten en ontvangsten
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
50
429
911
285
50
435
924
266
1.662
174
265
1.687
171
274
50
434
934
239
0
1.704
171
276
50
427
927
211
150
1.692
171
274
50
439
927
191
150
1.691
168
274
50
436
934
170
300
1.704
168
276
50
437
941
149
300
1.716
168
278
50
438
948
127
450
1.729
168
280
50
439
955
106
450
1.742
168
283
50
441
962
85
450
1.755
168
285
50
441
969
63
550
1.768
168
287
3.776
3.807
3.807
3.902
3.889
4.037
4.040
4.191
4.192
4.196
4.297
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
60
60
61
61
61
62
62
63
63
64
64
0
520
110
36
0
66
230
739
236
316
313
5
19
521
110
36
0
66
165
740
236
316
313
5
0
515
111
36
0
66
135
745
238
317
313
5
19
508
112
37
0
67
146
751
240
318
313
5
0
487
113
74
0
67
126
756
241
319
313
5
19
466
113
76
0
68
127
762
243
321
313
5
0
459
114
77
0
68
129
768
245
322
313
5
19
462
115
78
0
69
130
773
247
323
313
5
0
466
116
79
0
69
131
779
249
324
313
5
19
469
117
79
0
70
132
810
251
325
313
5
0
473
118
80
0
70
133
791
253
327
313
5
-214
6
6
5
5
5
5
5
0
0
0
0
25
25
25
25
25
25
25
25
25
25
25
30
30
30
30
25
25
25
25
25
25
25
409
300
409
300
409
300
409
300
409
300
409
300
409
300
409
300
409
300
409
300
409
300
25
0
50
25
35
50
25
67
50
25
67
50
25
67
50
25
67
50
25
67
50
25
67
50
25
67
50
25
17
50
0
7
50
183
494
183
494
184
498
186
502
187
506
188
509
190
513
191
517
193
521
194
525
196
529
3.938
4.144
4.135
4.173
4.162
4.178
4.171
4.207
4.208
4.223
4.166
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
1.470
1.133
805
533
260
119
-12
VOEDING
1 Parkeerbijdragen
2 Parkeervergunningen (maaiveld+garages)
3 a. Meters/automaten maaiveld
b. bijdrage AD in kader Brinklaan en Orpheus
4 Stelpost: tariefsaanpasingen
5 Parkeergarage Marktplein, kortparkeren
6 Parkeergarage Koningshaven, kortparkeren
7 Parkeergarage Brinklaan, kortparkeren
Netto beschikbaar
Netto onttrekkingen
KOSTEN ALGEMEEN
8 Parkeeradvisering / ondersteuning
KOSTEN BEHEER EN ONDERHOUD
9
10
11
12
13
13
14
15
16
17
18
19
Parkeeronderzoek
Parkeercontrole
Parkeervergunningen (maaiveld+garages)
Parkeervergunningensysteem (PVS4U)
Afbreken PRIS
Fysieke afsluiting binnenstad
Meters en automaten maaiveld
Parkeergarage Marktplein
Parkeergarage Koningshaven
Parkeergarage Brinklaan
Bijdrage aan exploitatietekort pg Orpheus
Diversen
INVESTERINGEN
parkeergarages/-terreinen
20 Reservering investering Brinkparklaan
21 Reservering Carpoolplaats zuid
parkeerregulering
22 Diverse wijken
openbaar vervoer
23 toegankelijkheid OV
0
verkeersbeleid
23 Verkeerskaart: ondersteunend beleid
diversen
24 Apeldoorn 2000 onderhoud infra BS
25 Onttrekking t.g.v. algemene reserve
KAPITAALLASTEN
26
27
26
27
28
Berg en Bos
PVS4U apparatuur
Vervanging p-apparatuur maaiveld
Vervanging p-apparatuur p-garages
Zomernota (PRIS)
0
STIMULERINGSMAATREGELEN
jaarlijks wordt een bedrag van 25% van de parkeeropbrengsten gereserveerd voor uitvoering van deze
stimuleringsmaatregelen openbaar vervoer en fiets.
29 Maatregelen fiets / OV
30 Fiets - gratis stallen
Totaal projecten en kapitaallasten
Saldo Reserve Bereikbaarheid Binnenstad op 31/12
224
2022
2023
2024
-29
-45
-73
2025
57
2.3 Reserve Riolering
Meerjarenexploitatie doorrekening Rioolfonds
2015 t/m/ 2025
Bedragen x 1000 in euro's
2015 2016
Opbrengsten
Opbrengst rioolrecht
rente reserve
TOTAAL OPBRENGSTEN
Verwachte uitgaven
Overlopende kosten post 5, 10
2017
12.076 11.287 11.461
37
22
2018
2019
11.636
11.814 11.993 12.174
19
20
12.112 11.309 11.479
11.656
2015 2016
2018
2017
2020
2021
2022
2023
2025
12.727
12.916
36
43
50
11.834 12.014 12.199
12.387 12.577
12.770
12.966
2019
2022
2024
2025
20
21
2020
26
2021
12.356 12.541
2024
31
2023
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.269
1.257
1.233
1.268
1.268
1.271
1.284
1.290
1.297
1.306
1.311
2.267
2.267
2.267
2.267
2.172
1.690
1.573
1.445
1.418
1.312
1.248
2.050
2.050
1.400
1.411
1.421
1.435
1.450
1.464
1.479
1.494
1.509
489
489
492
496
500
501
504
506
508
511
513
459
466
474
470
474
478
479
481
484
486
489
508
508
512
513
515
518
520
523
526
528
531
49
49
50
50
50
50
50
51
51
51
51
TOEGEREKENDE KOSTEN
1 Doorber. Kostenplaatsen/ uren inzet
KAPITAALLASTEN
2
Riolen en randvoorzieningen
VOORZIENINGEN
3
Bijdrage tbv Rioleringsprojecten
KOSTEN beheer,onderhoud en vervanging
Vrijverval riolering
4
beheer en onderhoud
Kolken / lijngoten
5
beheer en onderhoud
Pers-en vacuumriolering
6
beheer en onderhoud
Vrijverval riolering
7
reiniging en inspectie
Algemeen riolen
8
bijdrages en vergoedingen
-29
-86
-63
-60
-70
-65
-66
-68
-67
-67
-68
9
meten en functioneren
436
493
472
471
482
480
482
486
488
490
493
10 automatisering en heffingen
143
142
143
144
144
145
146
147
148
148
149
11 Kwijtschelding rioolrecht
305
312
308
311
313
314
316
317
319
320
322
Diverse overige kosten
12 Perceptiekosten
236
208
227
225
222
227
227
228
229
230
231
13 BTW-compensatiefonds
1.044
1.198
1.273
1.292
1.311
1.334
1.356
1.378
1.396
1.414
1.433
14 veegkosten 50%
1.073
1.067
1.075
1.080
1.082
1.090
1.095
1.100
1.105
1.111
1.116
807
807
807
807
807
807
807
807
807
807
807
0
56
121
187
252
319
386
454
523
592
662
411
483
561
640
719
798
877
955
955
955
955
11.516 11.766 11.354
11.570
11.565 11.666
11.689
11.752
Kapitaalslasten "actief duurzamer"
15 Waterkwaliteit GRP 2 t/m 2015
16 Klimaatadaptatie GRP 3 vanaf 2016
17 Beken en sprengen
TOTAAL UITGAVEN
Jaarresultaat
Saldo Reserve Riolering op 31/12
11.662 11.391 11.485
597
-457
126
86
172
623
714
823
912
1.081
1.214
3.121
2.664
2.790
2.876
3.048
3.671
4.385
5.207
6.119
7.200
8.414
225
2.4 Reserve Huisvuilrechten
RESERVE HUISVUILRECHTEN
(bedragen * 1.000 euro)
Doorrekening 2015-2019
Areaalaccres 300 aansluitingen per jaar
Tarief vastrecht en variabel tarief stijgen met 4,7% in 2016, 2,2% in 2017 en 2,4% in 2018 en 2019.
Tarieven
2015
2016
2017
2018
2019
Tarieven vastrecht (per huishouden):
1-persoonshuishoudens
152,04
159,24
162,72
166,68
170,64
2-persoonshuishoudens
159,24
166,68
170,40
174,48
178,68
3- of meerpersoonshuishoudens
166,44
174,24
178,08
182,40
186,72
120-liter container (restafval)
4,06
4,25
4,34
4,44
4,55
140-liter container (restafval)
4,73
4,95
5,06
5,18
5,30
240-liter container (restafval)
8,11
8,49
8,68
8,89
9,10
40-literzak (restafval)
1,35
1,41
1,44
1,47
1,51
37,14
38,89
39,75
40,70
41,68
Tarieven variabel recht (per aanbieding):
1100-liter container (restafval)
Reserve
2015
Stand van de reserve op 1 januari
Opbrengst afvalstoffenheffing
Bij: overige baten
Af: lasten
Teruggave surplus reserve
Stand van de reserve op 31 december
2016
2017
2018
2019
5.223
3.710
3.104
2.476
2.156
16.302
16.850
17.001
17.462
17.934
21.526
20.560
20.105
19.937
20.090
3.069
2.112
2.128
2.144
2.160
-20.886
-19.567
-19.757
-19.925
-20.095
0
0
0
0
0
3.710
3.104
2.476
2.156
2.155
Minimum = € -600.000; maximum = € 3.600.000
226
Bijlage 3
Overige bijlagen
227
3.1 Totaal overzicht van baten en lasten
Programma
1. Met elan samen DOOR: Bestuur,
(wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
2. Veiligheid
3. Openbare ruimte
4. Milieu
5. Jeugd en onderwijs
6. Apeldoorn activeert
7. Maatschappelijke ondersteuning
8. Cultuur, erfgoed, evenementen en sport
9. Door! met de buitenstad
Subtotaal programma's
Lasten
34.604
Baten
362.743
(x € 1.000)
Saldo
328.139
17.308
64.112
23.505
80.215
107.624
106.898
36.109
70.198
540.573
2.360
24.024
20.539
6.652
48.067
9.390
11.652
55.194
540.621
-14.948
-40.088
-2.966
-73.563
-59.557
-97.508
-24.457
-15.004
48
Programma
Toevoegingen en onttrekkingen reserves
1. Met elan samen DOOR: Bestuur,
(wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
2. Veiligheid
3. Openbare ruimte
4. Milieu
5. Jeugd en onderwijs
6. Apeldoorn activeert
7. Maatschappelijke ondersteuning
8. Cultuur, erfgoed, evenementen en sport
9. Door! met de buitenstad
Totaal mutaties reserves
Lasten
Saldo na bestemming
229
Baten
(x € 1.000)
Saldo
12.783
2.268
-10.515
20.755
18.768
24.722
17.982
918
1.196
3.967
-786
918
1.196
3.586
55.892
100
8.658
55.844
100
5.072
-48
596.465
596.465
3.2 Overzicht incidentele baten en lasten
In dit overzicht zijn de incidentele baten en lasten vermeld. Deze baten en lasten hebben betrekking op de exploitatiebegroting,
zijn in de programma's opgenomen en beïnvloeden eenmalig het begrotingsresultaat.
ProBeleids- Omschrijving
gramma product
2016
Lasten
Baten
1
002
Ondersteuning informatiebeveiliging
1
002
Vebreding en intensivering lobby
-100
1
002
vluchtelingen
-150
1
003
Verkiezingen
0
1
922
Bijdrage van de BCF-reserve
1
935
correctie belastingvoordeel recreatieve branche
3
980
tunnel laan van osseveld storting in de broa
5
723
energietransitie
6
623
stuurgroep w&i: meeneemregeling
participatiebudget
8
541
gevels en monumentale panden
-100
7
671
innovatie zorg en participatie
-500
9
822
digitalisering bouwarchief
-167
9
310
binnenstad
-200
Totaal
2017
Lasten
Baten
2018
Lasten
-210
2019
Lasten
Baten
Baten
-220
-550
200
210
-750
-100
-475
-100
100
500
-100
-166
-2.067
710
230
-476
-166
0
-386
0
-1.025
200
3.3 Overzicht jaarlijks terugkerende
arbeidskosten 2016
Eenheid
Loonkosten,
uitkeringen,
Totaal
aantal
Loonsom
per
vergoedingen
fte's
fte
in €
Huidig personeel
Raadsleden
1.022.721
Bestuur (incl lasten APPA)
1.063.350
Griffie
769.400
Organisatie-eenheden
Directieraad
in €
9,53
80.735
430.228
3,00
143.409
Strategie en Regie
Publiek, Ondernemen en Wijken
1.809.076
5.145.570
18,37
89,04
98.480
57.789
Shared Service Center
Ruimtelijke Leefomgeving
5.946.307
8.761.339
102,60
111,10
57.956
78.860
6.965.335
12.001.512
101,91
200,63
68.348
59.819
Beheer en Onderhoud
Vastgoed en Grond
9.359.853
2.431.803
186,48
31,36
50.192
77.545
Veiligheid en Recht
Projecten
4.193.742
5.325.530
63,66
65,41
65.877
81.418
Personeel, Communicatie en Bestuursondersteuning
Financiën en Control
3.783.820
4.955.707
55,18
64,66
68.572
76.643
Informatievoorziening
5.615.235
76,92
73.001
Jeugd, Zorg en Welzijn
Werkplein Activerium
Totaal huidig personeel
79.580.528
Voormalig personeel
Uitkeringen wethouders
Pensioenen wethouders
144.091
228.890
Wachtgeld en WW-uitkeringen (totale concern)
408.594
Totaal voormalig personeel
781.575
Totaal personele lasten
80.362.103
231
1.179,85
3.4 Kapitaallasten en nieuwe investeringen 2016
Bedragen * € 1.000
Balans
Omschrijving
Cursief = investeringen 2016
Eenheid
nr.
B0101
Gronden en terreinen
B0102
Woonruimten
B0103
Bedrijfsgebouwen
Boekwaarde
Vermeerdering
1-1-2016
(investering)
Verminderingen
Afschrijving
Boekwaarde
Rente*
31-12-2016
Totaal
kapitaallasten
41.783
0
41.783
1.449
1.449
4.450
3
4.447
134
137
5.303
10.592
394.923
14.600
25.191
400.212
Specificatie vermeerdering:
B0104
- Huisvesting scholen
JZW
4.894
50
4.844
163
213
- Overig
SSC
408
9
400
3
12
4.358
2.380
64.204
2.505
4.885
62.226
Grond- weg- en waterbouwk.werken
Specificatie vermeerdering:
B0105
- Diverse (riolerings)werkzaamheden
RL/BO
1.564
3
1.561
71
74
- Beken en sprengen
RL
2.794
23
2.771
127
150
1.021
338
2.699
58
396
1.021
61
960
5
66
5.505
3.224
23.179
706
3.929
2.016
Vervoermiddelen
Specificatie vermeerdering
- Routine investeringen
B0106
20.898
Machines/apparaten/installaties
Specificatie vermeerdering:
B0107
- Automatisering
IV
1.882
172
1.710
8
179
- Huisvesting
SSC
3.109
197
2.911
23
220
- Binnenklimaat scholen
JZW
515
12
503
9
22
1.509
1.004
10.735
386
1.390
10.229
Overige materiële vaste activa
Specificatie vermeerdering:
- Huisvesting
SSC
935
49
886
11
60
- Basis administratie bevolking
IV
574
57
517
2
59
17.540
541.971
19.837
37.377
Totaal materiële activa
541.814
17.697
0
* exclusief bouwrente
232
3.5 Overzicht reserves en voorzieningen (meerjarendoorrekening)
Doorrekening reserves
Bal. Omschrijving
nr
201 Eigen vermogen
Algemene reserve
Boekwaarde
01-01-2016
Mutaties
2016
Vermeerdering
wegens rente
Overige
vermeerdering
Vermindering
Boekwaarde
31-12-2015
Boekwaarde
31-12-2016
Boekwaarde
31-12-2017
Boekwaarde
31-12-2018
15.630.700
223.600
0
223.600
0
15.854.000
16.270.700
17.794.400
20.426.700
Reserve inlopen tekort grondbedrijf
Totaal buffervermogen
202 B. Bestemmingsreserves
Huisvesting
-36.307.700
-20.677.000
5.188.100
5.411.700
-1.234.500
-1.234.500
6.422.600
6.646.200
0
0
-31.119.500
-15.265.500
-25.755.000
-9.484.300
-20.208.000
-2.413.600
-14.472.500
5.954.200
1.717.000
16.200
0
114.000
97.800
1.733.200
1.716.200
1.703.800
1.740.300
Reserve aandelenkap. Teuge
BCF-reserve
Ontwikkeling Apeldoorn (BROA)
Kapitaallasten gedane investeringen
met economisch nut
941.200
209.100
7.977.500
-45.000
-210.000
-2.611.500
0
0
0
0
0
4.828.500
45.000
210.000
7.440.000
896.200
-900
5.366.000
851.100
-900
1.652.000
806.100
-900
348.000
761.000
-900
330.000
3.784.400
-299.900
127.500
0
427.400
3.484.600
3.183.400
2.962.400
2.925.200
119.200
0
0
0
0
119.200
119.200
119.200
119.200
Egalisatiereserve bouwleges
1.436.600
158.300
3.700.800
3.542.500
1.594.800
1.689.500
1.917.700
2.090.900
Reserve de Haere
1.800.000
0
0
72.000
72.000
1.800.000
1.800.000
1.800.000
1.800.000
Algemene reserve Grondbedrijf*
9.920.800
-/- pm
4.901.600
-/- pm
297.600
4.964.000
-/- pm
360.000
14.822.400
-/- pm
19.507.100
-/- pm
20.907.300
-/- pm
23.949.500
-/- pm
Bereikbaarheid binnenstad*
1.470.400
-337.000
0
3.807.000
4.144.000
1.133.400
805.400
534.400
261.400
Riolering*
3.121.200
-457.000
22.000
11.287.000
11.766.000
2.664.200
2.676.200
2.533.200
2.357.200
Huisvuilrechten*
3.709.400
-605.000
0
18.962.000
19.567.000
3.104.400
2.476.400
2.156.400
2.155.400
Schildersonderh. openb. Verlichting
Vernieuwen bomenbestand
486.500
604.500
-320.000
13.300
0
0
0
13.300
320.000
0
166.500
617.800
0
631.200
0
644.700
0
658.300
Reserve herstel onderhoud wegen
362.500
0
0
2.000.000
2.000.000
362.500
362.500
362.500
362.500
Reserve afkoopsom onderhoud graven
141.800
1.616.700
1.607.800
150.700
162.400
179.800
197.300
Stelpost lok. woonw.bew./kerm.
Reserve Onderwijshuisvesting
6.222.300
-918.100
0
0
918.100
5.304.200
4.730.200
4.371.900
4.369.800
47.900
8.500
0
0
0
0
0
0
0
0
47.900
8.500
47.900
8.500
47.900
8.500
47.900
8.500
50.000
1.326.600
0
-145.000
0
0
0
0
0
145.000
50.000
1.181.600
50.000
1.181.600
50.000
1.181.600
50.000
1.181.600
Totaal Bestemmingsreserves
45.457.400
-859.100
447.100
51.365.300
52.662.600
44.607.200
43.649.900
42.634.500
45.365.100
Totaal reserves
24.780.400
4.552.600
-787.400
58.011.500
52.662.600
29.341.700
34.165.600
40.220.900
51.319.300
Sportactiviteiten
Topsportevenementen
Bedrijfsvoeringsreserve griffie
Concernreserve bedrijfsvoering
233
Maximum
Doel en bijzonderheden
n.v.t. Buffer t.b.v. rekening-uitkomsten; wordt ook wel
gebruikt ter dekking van incidentele uitgaven.
0 Reserve tbv inlopen tekort grondbedrijf
n.v.t. Egalisatiereserve om fluctuaties in huisvestingskosten
op te vangen
n.v.t. Deelneming in NV luchthaven Teuge
n.v.t. Opvang structureel nadeel btw compensatiefonds
n.v.t. Gecombineerde reserve voor diverse doeleinden
n.v.t. Dekking kapitaallasten
geen Dekking optredende tekorten
geen
26.200.000 Gebaseerd op MPG 2015, het weerstandsvermogen
van het grondbedrijf wordt jaarlijks geactualiseerd. In deze
doorrekening zijn toekomstige winsten en verliezen nog
niet meegenomen.
3.000.000 Parkeervoorzieningen en stimulering fiets en OV
ter ontsluiting binnenstad
n.v.t. Onderhoud, vervanging verouderde rioolstelsels
en waterberging
1.200.000 Egalisatie tariefsaanpassingen. Overschrijding
toegestaan voor deel efficiencykorting (Essent).
1.000.000 Reservering voor werkzaamheden 1 maal per 7 jaar
750.000 Aanplant nieuwe bomen ter compensatie gekapte
bomen
Reservering voor herstel onderhoud wegen
n.v.t. Fluctuaties in lasten en baten (egalisatiefunctie) en
spaarfunctie voor toekomstige investeringen
600.000 Ondersteuning van sportevenementen
n.v.t. Ondersteuning van topsportevenementen
50.000 Waarborgen continuïteit bedrijfsvoering
3.950.000 Waarborgen continuïteit bedrijfsvoering
Doorrekening voorzieningen
Omschrijving
Dienst Boekwaarde Vermeerdering Vermindering Boekwaarde Boekwaarde Boekwaarde Boekwaarde
01-01-2016
31-12-2016 31-12-2017 31-12-2018 31-12-2019
Uitgaven worden vanwege BBV rechtstreeks ten laste geboekt van de betreffende voorziening
voorziening Wijkzaken
POW
108.617
30.000
50.000
88.617
58.617
38.617
RL
199.304
670.000
150.000
719.304
619.304
619.304
voorziening Riolering
B&O
483.398
2.050.000
2.533.398
0
0
0
voorziening Onderhoud stadhuis
SSC
2.269.311
748.189
586.328
2.431.172
2.344.502
2.118.043
393.492
393.492
393.492
voorziening Gebiedsgericht grondwaterbeheer
voorziening Vorderingen/zaken onder rechter
FC
393.492
voorziening Frictiekosten
FC
3.378.450
242.000
2.694.000
926.450
0
0
voorziening Bovenwijks
V&G
2.170.399
150.000
550.000
1.770.399
1.420.399
1.070.399
voorziening Sociaal Deficiet
V&G
135.421
42.000
93.421
93.421
93.421
voorziening Onderhoud VGA
V&G
1.162.453
493.185
394.306
1.261.332
1.300.702
1.353.122
4.383.374
7.000.032
7.684.187
6.230.437
5.686.398
Totaal
10.300.845
234
Doel en bijzonderheden
18.617 ter dekking van kosten voor specifieke
wijkontwikkelingsprojecten die reeds
zijn toegezegd aan de wijkraden
619.304 ter dekking van kosten voor grondwaterbeheer
0 ter dekking van vervangingsinvesteringen
verplichtingen voor topsportevenementen
2.033.534 ter dekking toekomstig groot onderhoud
393.492 ter dekking (toekomstige) vorderingen
n.a.v. rechterlijke uitspraken
0 ter dekking frictiekosten agv reorganisatie
720.399 ter dekking van kosten van bovenwijkse
voorzieningen
93.421 ter dekking kosten voor sociaal deficit
1.556.292 ter dekking toekomstig groot onderhoud
gemeentelijk vastgoed; o.b.v. Jaarrekening
2014, prijspeil 2014
5.435.059
3.6 Enkele kerngegevens
Begroting
Omschrijving
2015
A.
1.
Belangrijkste maatstafgegevens voor uitkering Gemeentefonds
Waarde woningen (x € 1.000)
Waarde niet woningen (x € 1.000)
totale waarde onroerende zaken binnen de gemeente conform
de WOZ
2016
14.202.000
14.199.000
3.822.000
4.302.000
18.024.000
18.501.000
2.
Inwoners
157.940
157.703
3.
4.
Jongeren
Ouderen
35.400
30.736
35.414
30.613
5.
Huishoudens met een laag inkomen
(het aantal huishoudens met een inkomen tussen een bepaalde
onder- en bovengrens)
21.212
21.786
6.
7.
Bijstandsontvangers (o.b.v. ABW, IOAW, IOAZ)
Uitkeringsontvangers
3.230
13.255
3.236
13.175
7.629
7.700
72.975
164.672
74.058
164.415
248.541
247.888
11.711
11.598
(bijstandsontvangers ABW, IOAW, IOAZ en ontvangers van WSW,
WAO-jong, WAO, WAZ en WIW)
8.
Minderheden
(zelf of één van de ouders geboren in Suriname, Nederlandse Antillen,
Aruba, Turkije of Marokko en vluchtelingen overeenkomstig artikel 9
of artikel 10 Vreemdelingenwet)
9.
10.
Huishoudens
Lokaal klantenpotentieel
(klantenkring van de lokale gemeentelijke voorzieningen in kring van
20 km)
11.
Regionaal klantenpotentieel
(klantenkring van de regionale gemeentelijke voorzieningen in kring van
60 km)
12.
Leerlingen voorgezet onderwijs
13.
Oppervlakte gemeente
33.988
33.988
14.
15.
Woonruimten
Omgevingsadressendichtheid
72.108
1.212
72.826
1.231
16.
17.
Bedrijfsvestigingen (bron: CBS)
Totale oppervlakte bebouwing in ha (1 ha = 10.000m2)
13.684
1.010
13.684
1.007
18.
19.
Oppervlakte bebouwing in de bebouwde kom (in ha)
Oppervlakte bebouwing buiten de bebouwde kom (in ha)
803
206
809
198
466
817
466
817
1.283
1.283
1.306
1.306
585
842
(leerlingen worden geteld in de gemeente waar zij naar school gaan)
B.
1.
Overige fysieke structuurgegevens
Lengte van de wegen (km):
- buiten de bebouwde kom
- binnen de bebouwde kom
totaal
2.
3.
Lengte van de riolering in km (incl. drainverzamelleidingen en
duikers/beekriolering)
Oppervlakte openbaar groen excl. bossen en begraafplaatsen
(in ha)
Voor wat betreft groenonderhoud is in 2015 een nieuw beheerpakket GBI in gebruik genomen. De toename
naar 842 ha. komt doordat nu ook het totale buitengebied en alle bermen meegenomen zijn. Er is dus meer
sprake van het been bijtrekken, dan van daadwerkelijke uitbreiding in ha.
235
Bijlage 4
Door stuurgroepen aangedragen en
door het college ingeboekte
ombuigingsmogelijkheden
237
Inleiding
In deze bijlage hebben wij conform uw verzoek de resultaten van de door ons ingestelde drie
stuurgroepen, met als opdracht om ombuigingsmogelijkheden in kaart te brengen ten behoeve
van onze integrale MPB-afweging, opgenomen. De resultaten van de stuurgroep Zorg treft u aan
onder punt 4.1, van de stuurgroep Werk en Inkomen onder 4.2 en van de stuurgroep Algemene
Dienst onder 4.3.
Elk van deze onderdelen start met een samenvattend financieel overzicht van de aan ons
voorgelegde ombuigingsmogelijkheden. Daaronder treft u het overzicht aan van de door ons
ingeboekte ombuigingsmogelijkheden. Daarna volgen de inhoudelijke toelichtingen.
Wij hebben een deel van de aan ons voorgelegde ombuigingsmogelijkheden ingeboekt, voor zover
ze voldoen aan de volgende criteria:
• maatregelen die weinig tot geen nadelige beleidsmatige of maatschappelijke effecten hebben;
• maatregelen die onder gunstiger financiële omstandigheden in de toekomst omkeerbaar zijn.
Een deel van de aan ons voorgelegde ombuigingsmogelijkheden voldoet niet aan deze criteria en
zijn om die reden door ons niet benut. Een ander deel voldoet echter wél aan deze criteria, maar
wij hebben er bewust voor gekozen om die thans niet in te boeken. Die hebben onder meer
betrekking op de mogelijkheden tot opheffing van (kapitaallasten)reserves, zoals door de
stuurgroep Algemene Dienst aangereikt. We hebben er voor gekozen om die mogelijkheden wel
nadrukkelijk in het oog te houden, maar pas in te boeken indien mocht blijken dat we er in 2016
niet in slagen om de uitgaven voor het zorgdomein en voor het domein inkomensvoorziening en
participatie, binnen de in deze MPB aangegeven kaders te begrenzen. Ze liggen als het ware op
de plank en zullen door ons worden ingeboekt als hiertoe de noodzaak zich aandient. Op die wijze
wordt voorzien in een extra terugvaloptie voor het opvangen van risico’s.
239
4.1 Stuurgroep Zorg
Door stuurgroep Zorg aangedragen ombuigingsmogelijkheden
in duizenden euro's
Nr
1
Omschrijving
2016
2019
560
360
560
460
560
530
560
530
0
50
100
195
95
95
95
95
25
25
25
25
0
350
350
350
500
500
500
500
0
0
0
0
375
375
375
375
200
500
500
500
200
200
200
200
Totaal (incl. variant 1 ad 6)
2.115
2.915
3.035
3.130
Totaal (incl. variant 2 ad 6)
2.115
2.615
2.735
2.830
- Stofkam subsidies Jeugdhulp
Onderwijsbudgetten
- Budget wet OKE (voorschoolse opvang)
- Lokaal ontwikkelingsbudget (o.m. onderwijs zieke
kinderen)
3
2018
Algemene voorzieningen WMO & Jeugdhulp, Stofkam
- Stelpost WMO en budget monitoring
- Stofkam WMO- subsidies (1e en 2e fase)
2
2017
Mantelzorg
- Afschaffen collectieve ondersteuning mantelzorg
- Geheel afschaffen individuele waardering via
mantelzorgcompliment
4
Huishoudelijke hulp
- Verlagen budgetten huishoudelijke hulp
5
Woningaanpassing
- Verlagen budget woningaanpassingen
6
Vervoer
- variant 1: voordeel aanbesteding geheel inboeken
- variant 2: voordeel aanbesteding deels inzetten voor
beleidswijziging
Door het college overgenomen ombuigingsmogelijkheden van stuurgroep Zorg
in duizenden euro's
Nr
Omschrijving
2016
2017
2018
2019
1
Algemene voorzieningen WMO & Jeugdhulp, Stofkam
560
560
560
560
5
- Stelpost WMO en budget monitoring
Woningaanpassing
- Verlagen budget woningaanpassingen
375
375
375
375
Totaal
935
935
935
935
Toelichting op de ombuigingsmogelijkheden van Stuurgroep Zorg
1. Algemene voorzieningen WMO & Jeugdhulp, Stofkam subsidies
Omschrijving
Dit bezuinigingsvoorstel voorstel betreft een tweetal deelvoorstellen:
• verlagen Stelposten WMO en Monitoring & Innovatie
• stofkam door de subsidies voor algemene voorzieningen WMO en Jeugd
Voorstel A. Verlagen Stelposten WMO en Monitoring & Innovatie
240
De begroting voor de Wmo kent twee posten met een zekere bestedingsruimte. De eerste is de
zogenaamde “Stelpost Wmo”. Doel van deze stelpost is om eventuele fouten in de bestedingen,
eventueel verloren bezwaarzaken en eventuele gerechtvaardigde overschrijdingen te dekken. De
besteding van deze stelpost ligt daarmee in het logische juridische verlengde van de
subsidiebeschikkingen. Het wordt verantwoord geacht om een deel van deze stelpost af te romen
ter dekking van tekorten.
De tweede post “Monitoring en innovatie” dient om de kosten van monitoring te dekken en
eventuele innovatieve initiatieven te ondersteunen. Ten behoeve van dit laatste is 3 ton van het
maatwerkbudget overgeheveld naar deze begrotingspost. Het voorstel is om dit, gezien de
financiële situatie, terug te draaien. Daarmee dient deze begrotingspost dient enkel nog ter
dekking van kosten voor monitoring.
Maatschappelijk effecten van verlaging van de Stelposten WMO en Monitoring & Innovatie
Gevolg van deze budgetoverhevelingen is dat we een zeker financieel risico lopen bij
bezwaarzaken. Daarnaast verliest het college aan bewegingsruimte t.a.v. innovatieve initiatieven
– die we juist hard nodig hebben. Dit hoeft geen probleem te zijn als we de beschikbare
subsidieregeling hierop toespitsen. De huidige regeling is hier nog niet helemaal toereikend voor
en daarom zullen we met aanpassingsvoorstellen komen.
Voorstel B. Stofkam door subsidies voor algemene voorzieningen Wmo en jeugdzorg
Het tweede voorstel heeft betrekking op verlaging van subsidies voor algemene voorzieningen
WMO en Jeugdzorg. Op basis van een kritische analyse is in 2 stappen bezien wat de
mogelijkheden zijn de subsidies te verlagen zonder dat dit ingrijpende consequenties heeft. Het
college heeft eerder al een besluit genomen over Kasschuif WMO en vervolgens heeft de
stuurgroep Zorg de verleende beschikkingen WMO en Jeugdzorg opnieuw kritisch bekeken aan
de hand van de volgende criteria:
1. Zitten er dubbelingen in de subsidieregeling?
2. Draagt de gesubsidieerde instelling expliciet bij aan de doelstelling van de Wmo?
Stofkam door subsidies voor algemene voorzieningen WMO
In een besluit over de subsidieregeling voor algemene voorzieningen heeft het college al besloten
tot de volgende bezuinigingen op de WMO: € 210.000 MEE en € 150.000 Iriszorg.
Totaal: € 360.000
Een nieuwe kritische analyse door de stuurgroep Zorg aan de hand van de genoemde criteria
maakte duidelijk dat in eerdere bezuinigingsrondes al veel kaf van het koren hebben gescheiden.
Voor relatief kleine bedragen zijn nog mogelijke herschikkingen te vinden. Concreet gaat het
hierbij om de volgende bezuinigingsopties.
Ontmoeting, F1:
• Tuinen van Zuidbroek, Kristal en Stadsakkers dubbelen voor een bedrag van € 50.000,- (nog
niet uitgegeven vanwege vertraging / onzekerheid Tuinen van Zuidbroek).
Cliëntondersteuning, F3:
• De Buurtcoöperatie Zuid en Stimenz dubbelen in stadsdeel zuid v.w.b. cliëntondersteuning
voor geschat € 50.000. Let op, vertekend beeld. Stimenz zal waarschijnlijk haar formatie
inzetten elders of anders (faciliteren burgerinitiatieven) in de stad zodat de dubbeling zich in
feite niet of minder voordoet. Ook zijn het deels appels en peren: Stimenz levert een ander
kwaliteitsniveau. “Technisch” geredeneerd heeft de Buurtcoöperatie een eenmalige subsidie
ontvangen.
• F3: Bij cliëntondersteuning is voor het eerst ook aangevraagd door meerdere instellingen(met
samenwerking), mogelijk zit hier een kleine dubbeling voor geschat € 50.000.
• mogelijk dubbelt Art blanche met Ontmoeten, geschat op € 10.000; efficiency Op
stapwoningen nieuwe stijl, geschat op € 10.000;
241
Mantelzorgondersteuning, F6:
• Hiervoor is een apart format ingevuld, bezuiniging is mogelijk.
Totaal: € 170.000
Stofkam door subsidies voor algemene voorzieningen Jeugdzorg
Ook de subsidies Jeugdhulp heeft de stuurgroep Zorg langs de twee criteria gelegd, met het
volgende resultaat.
• Subsidies Scouting. Geen hard causaal verband met doelstelling preventieve jeugdhulp.
Totaal gaat het om ruim € 25.000. In een paar jaar afbouwen naar € 0;
• De subsidie aan Real-X geen hard causaal verband met doelstelling preventieve jeugdhulp
Totaal gaat het om een kleine € 140.000 (inclusief huisvesting). In een paar jaar afbouwen
naar € 0;
• Premie op actie: Geen hard causaal verband met doelstelling preventieve jeugdhulp. Totaal
gaat het om Premie op actie € 30.000. In een paar jaar afbouwen naar € 0;
Totaal: € 195.000
Maatschappelijke effecten van de stofkam door de subsidies algemene voorzieningen:
De analyse maakt zichtbaar dat een deel van de bezuinigingsmogelijkheden die wij zien bij deze
subsidiestromen maatschappelijk en politiek gevoelig liggen. Enige tot grote ongerustheid ligt dan
ook in de verwachting. Maatschappelijke effecten in de betekenis van kwaliteit van zorg zijn
relatief gering.
Voor wat betreft de 20%-schuif. Alles wat in de “stofkam” zit maakt in principe ook deel uit van
deze schuif. Onze verwachting is dat het financiële verhaal te begrijpen is, maar het verkleinen
van investeringen aan de “voorkant” niet. Onze analyse maakt zichtbaar dat de grootste
besparingen zullen worden gevonden in het sluiten van ontmoetingsplekken en het vergaand
bezuinigen op cliëntondersteuning. Hiermee worden feitelijk de mensen getroffen die de hulp
nodig hebben bij het zoeken naar zorg en ondersteuning.
2. Onderwijsbudgetten
Omschrijving
Er zijn twee onderwijsbudgetten aangewezen, met de vraag is om meer inzicht te geven in de
beïnvloedingsmogelijkheden (halvering van budgetten). Het gaat om het budget van de wet OKE
(€ 193.000) en het lokaal Onderwijsbudget (€ 50.000).
Het eerstgenoemde budget dient ter bestrijding van onderwijsachterstanden in de voorschoolse
fase door het bekostigen van voorscholen, die ervoor zorgen dat kinderen van 4 jaar zonder
taalachterstand en zonder ernstige gedragsproblematiek de basisschool instromen. De gemeente
heeft de wettelijke verplichting voldoende plaatsen aan te bieden in voorscholen (m.n.
peuterspeelzalen met een voorschools educatief programma). Het eerdere budget (€ 309.000) is
in 2014 teruggebracht tot € 193.000. Het betreft een gemeentelijk budget en de gemeente is
gerechtigd dit budget te verlagen. Wel moet rekening er worden gehouden met algemene
beginselen van behoorlijk bestuur, met name omdat er medewerkers in dienst zijn bij de door ons
in dit kader gesubsidieerde organisaties.
Uit het lokaal ontwikkelingsbudget worden het onderwijs aan langdurige zieke kinderen, Veilig
Honk, GGD-vertrouwenspersoon, en de week van de techniek ondersteund. Recent is met de
betrokken wethouders afgesproken dat er € 20.000 bijgedragen wordt in de kosten van
maatschappelijke stage. Voor dit budget gelden geen kaders.
242
Maatschappelijke effecten van verlaging van deze onderwijsbudgetten
Halvering van het budget van de wet OKE betekent dat twee voorscholen moeten sluiten. Dat
betekent dat wachtlijsten groeien en pedagogisch medewerkers ontslagen moeten worden. Er zijn
met de voorschoolorganisaties verplichtingen aangegaan, die niet in een jaar teruggedraaid
kunnen worden. Tevens betekent halvering dat de gemeente niet meer in het wettelijk minimale
aanbod aan plaatsen voor doelgroepkinderen kan voorzien en na de monitoring door de
onderwijsinspecteur van de minister een aanwijzing in het kader van taakverwaarlozing verwacht
mag worden. Ook kan de minister onderdelen van de bestuursafspraak opzeggen en financiële
middelen terugvorderen. Het zijn kinderen uit kansarme gezinnen met een laag opleidingsniveau
en lage inkomens en waar het thuismilieu gekenmerkt wordt door taalarmoede en
laaggeletterdheid.
Halvering van het lokaal onderwijsbudget betekent dat bij maatschappelijke stage de
makelaarsfunctie wordt opgeheven en kinderen niet meer worden bemiddeld voor
vrijwilligerswerk. De vrijwilligers van de SOZKA (zieke kinderen) zullen hun minimale
administratieve kosten niet langer vergoed krijgen (jaarlijks € 5.000) en vermoedelijk gedwongen
zien hun werkzaamheden te beëindigen. Kinderen lopen daarmee achterstanden op.
Bij Veilig Honk (€ 1.500) worden leerlingen, die op grote afstand wonen van de school, niet
langer geholpen in noodsituaties door vrijwilligers. De vertrouwenspersoon wordt ingeschakeld
voor leerlingen die zich seksueel geïntimideerd voelen. Bij de techniek, die door de gemeente in
allerlei andere sectoren van beleid gepromoot wordt, wordt aan de organisatie van de
promotieweek niet langer bijgedragen.
3. Mantelzorg
Omschrijving
De bestemming van het budget ten behoeve van mantelzorgwaardering (het voormalige
mantelzorgcompliment) en het effect van een halvering of beëindiging is in beeld gebracht. De
budgetten voor Mantelzorg voor 2015 en 2016 worden in onderstaande tabel weergegeven.
Budgetten Mantelzorg
Rijksuitkering
Inzet middelen t.b.v. Algemene Voorzieningen
(collectieve ondersteuning)
Inzet middelen t.b.v. individuele waardering
mantelzorgers (individuele cadeaubonnen € 50)
2015
2016
€ 700.000
€ 271.141
€ 850.000
€ 350.000
€ 428.859
€ 500.000
Het budget voor Mantelzorg wordt besteed aan collectieve ondersteuning van mantelzorgers en
het individueel waarderen van mantelzorgers via een cadeaubon van € 50. Dit najaar zal blijken
hoeveel mantelzorgers gebruik gaan maken van deze regeling. Per 2015 is het landelijke
3
mantelzorgcompliment gestopt. Door de hervorming van de langdurige zorg verdwijnen de oude
indicatievormen en daarmee ook de grondslag voor het compliment. Cliënten die hun
mantelzorgers willen waarderen worden verwezen naar de gemeente. In de Wmo 2015 is
vastgelegd dat gemeenten vanaf 2015 in de Verordening maatschappelijke ondersteuning
bepalen op welke wijze het college zorg draagt voor een jaarlijkse blijk van waardering voor
mantelzorgers in hun gemeenten (art. 2.1.6).
In het bestuursakkoord ‘Door!’ heeft het college hierover het volgende vastgelegd:
“Het geld dat de gemeente vanaf 2015 van het rijk krijgt vanuit het budget voor het
mantelzorgcompliment wordt volledig ingezet voor het ondersteunen en ontlasten van
mantelzorgers.”
De gemeenteraad kan er bij nader inzien voor kiezen een andere beleidslijn in te zetten en te
bezuinigen op de budgetten voor Mantelzorg.
3
Een jaarlijkse uitkering van € 200 uitgekeerd door de Sociale Verzekerings Bank
243
Maatschappelijke effecten verlagen budgetten Mantelzorg
Collectieve ondersteuning: in de nabije toekomst zal een grotere druk op mantelzorgers ontstaan,
omdat mensen met een ondersteuningsvraag door de extramuralisering steeds langer thuis zullen
blijven wonen. De inzet van deze nieuwe middelen voor collectieve ondersteuning van
mantelzorgers zorgt dat er (kwalitatief en kwantitatief) meer geïnvesteerd kan worden in
ondersteuning van Apeldoornse mantelzorgers, waardoor overbelasting mogelijk voorkomen kan
worden. Bezuinigingen op dit budget leiden ertoe dat we minder vormen van mantelzorgondersteuning kunnen financieren en daarmee minder investeren in de preventie van
overbelasting van mantelzorgers.
Individuele waardering: een individuele waardering aan mantelzorgers leidt niet direct tot minder
overbelasting van mantelzorgers of dient als oplossing voor eventuele financiële nadelen die
mantelzorgers als gevolg van het uitoefenen van hun zorgtaken ondervinden. Daarnaast
organiseert De Kap met behulp van subsidie een jaarlijkse Dag van de Mantelzorger, wat als
collectieve vorm van waardering kan worden opgevat. Hiermee voldoet het college aan art. 2.1.6
van de Wmo. Het schrappen van de individuele waardering heeft daarmee niet direct
maatschappelijke effecten.
Het mantelzorgcompliment leeft echter wel onder mantelzorgers en hun naasten. De gemeente
heeft tientallen telefoontjes gekregen met vragen over de toekomst van het compliment. Velen
lijken grote waarde te hechten aan een individuele geldelijke bijdrage. Het lijkt daarbij vooral te
gaan om de erkenning en gevoelde waardering voor het werk dat mantelzorgers verrichten.
100% bezuinigen op deze middelen zal maatschappelijk gezien dan ook zeer gevoelig liggen.
Het college heeft echter de mogelijkheid om de € 500.00o die nu gereserveerd is voor de
individuele waardering te verlagen met een nader te bepalen percentage. Er is voor 2016 namelijk
nog geen regeling voor de waardering van individuele mantelzorgers vastgesteld.
N.B.
Mocht ons college in november het subsidieplafond voor mantelzorgondersteuning op 80%
vaststellen (i.e. het plafond verlagen van € 880.000 naar € 704.000 betekent dit dat € 176.000
overgaat naar maatwerkvoorzieningen. Dit is feitelijk geen bezuiniging. Wel is de inzet van deze
middelen aan maatwerkvoorzieningen minder duidelijk te koppelen aan ondersteuning van
mantelzorgers, zoals het college in het bestuursakkoord beloofd heeft.
4. Woningaanpassingen
Omschrijving
Gemeenten moeten ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen,
eventueel met behulp van een aanpassing aan de woning. Er wordt een afweging gemaakt
tussen verhuizen en het aanpassen van de woning. Dat hangt in eerste instantie af van de kosten
van de benodigde aanpassing. Zijn de kosten lager dan de vergoeding die staat voor verhuizen en
herinrichting, dan blijft deze afweging achterwege.
Sinds een aantal jaren is er sprake van een overschot op de begroting van woningaanpassingen.
Belangrijkste reden hiervoor is het beleid dat al langer gericht is op het bewust maken van
ouderen om zelf tijdig in oplossingen te voorzien die het wonen veiliger en makkelijk maken.
Daarnaast heeft het actualiseren van de lijst met woonvoorzieningen die algemeen gebruikelijk
zijn in 2011 geleid tot minder vraag. Om die reden doet de stuurgroep Zorg het voorstel dit
budget structureel met een bedrag van € 375.000 te verlagen.
Maatschappelijke effecten verlagen budget Woningaanpassing
Ondanks de verwachting dat vanwege de vergrijzing en beleid gericht op extramuralisering het
beroep op de Wmo zal toenemen, denken wij dat er structureel € 375.000 op dit product kan
worden bezuinigd. We verwachten dat een deel van de cliënten die nu onder de Wet Langdurige
Zorg valt, er – indien mogelijk- voor kiest om toch onder de Wmo te vallen, met bijkomende
benodigde beroep op woningaanpassingen van de gemeente tot gevolg. Het grotere beroep op
het budget is op dit moment nog niet terug te zien. Dit heeft ook te maken met het feit dat de
meeste klanten op dit moment in een overgangsregeling vanuit de AWBZ zitten. Indien blijkt dat
244
het beroep op de Wmo voor woningaanpassing toeneemt dan zal het college tijdig voorstellen om
het beschikbare budget weer naar boven bij te stellen.
5. Huishoudelijke hulp
De stuurgroep heeft vastgesteld dat zij met ingang van het jaar 2016 geen mogelijkheden ziet
verder te bezuinigen op de budgetten voor Huishoudelijke hulp. Het jaar 2015 zal naar
verwachting het laatste jaar zijn waarin sprake is van een substantieel voordeel op dit budget.
6. Vervoer
Omschrijving
Nieuwe aanbesteding van het regiovervoer levert mogelijk in stappen een voordeel op van naar
verwachting € 550.000. Tegelijkertijd hanteert Apeldoorn als enige gemeente in de regio de
gemeentegrens voor het vervoergebied. Aanpassing van het vervoergebied kost ons structureel
€ 300.000. Het jaar 2017 is een logisch moment voor deze aanpassing. Afhankelijk van de
bestuurlijke keuze om al dan niet tot aanpassing hiervan over te gaan, onderscheidt de
stuurgroep een tweetal bezuinigingsvarianten.
Variant 1: Regiotaxi, vraagafhankelijk Wmo-vervoer (volledig aanbestedingsvoordeel)
We verwachten naar de huidige inzichten een oplopend voordeel op het regiovervoer als gevolg
van de nieuwe aanbesteding en wel om de volgende redenen:
• Dalende volumes doordat een groter beroep wordt gedaan op de eigen kracht en
zelfredzaamheid;
• Het terugdringen van oneigenlijk gebruik. Minder intra- en extramuraal vervoer naar
bijvoorbeeld dagbesteding in Regiotaxi;
• Lagere prijzen als gevolg van de nieuwe aanbesteding.
Omdat we in 2016 nog te maken hebben met incidentele kosten, bedraagt het voordeel in 2016
naar verwachting € 200.000. Vanaf 2017 ramen we een structureel voordeel van € 500.000.
Variant 2: Aanbestedingsvoordeel en aanpassen grenzen vervoergebied Apeldoorn
In deze variant dekken we uit het aanbestedingsvoordeel van Regiotaxi de kosten van een
aanpassing van het vervoersgebied.
Raming structurele kosten aanpassing vervoergebied € 300.000. Mogelijk logisch moment voor
het aanpassen van het vervoergebied: 1 januari 2017 (start vervoercentrale). Daarmee is er bij de
keuze voor deze variant sprake van een structureel voordeel van € 200.000 vanaf 2017.
Maatschappelijke effect inboeken aanbestedingsvoordeel en aanpassen grenzen vervoergebied
Het inboeken van het voorziene aanbestedingsvoordeel heeft in principe geen maatschappelijk
effect. Wel is het voordeel op dit moment nog onzeker en spelen er rond die aanbesteding nog de
volgende risico’s:
• als gevolg van de nieuwe aanbesteding per 1 januari 2017 kan de prijs van het vervoer
stijgen;
• het realiseren van de publieke Vervoercentrale (beheer- en regietaken) is duurder dan
verwacht of de implementatie- en opstartkosten zijn hoger dan verwacht. Huidige aanname:
kosten Vervoercentrale bedragen circa 15% van de vervoerskosten;
• Reizigers, die hier toe in staat zijn, worden nog meer gestimuleerd om eigen
vervoersalternatieven te vinden en het OV meer dan nu te benutten;
• Het is mogelijk dat de vervoerkosten van deze reizigers hierdoor toenemen.
Apeldoorn hanteert als enige gemeente in de regio de gemeentegrens. De Wmo spreekt over
lokale verplaatsingen. Uit jurisprudentie blijkt dat het college hieronder een afstand van 15 tot 20
kilometer vanaf de woning mag verstaan. Het hanteren van de gemeentegrenzen kan in
individuele gevallen een inperking betekenen. We verwachten dat het hanteren van de
245
gemeentegrens in bepaalde individuele gevallen (bijvoorbeeld wanneer een cliënt aan de rand van
de gemeente woont) juridisch niet houdbaar is. In deze gevallen wordt een maatwerkoplossing
geboden in de vorm van een financiële tegemoetkoming. Overigens is het huidige vervoergebied
(gemeentegrens) groot. Een aanpassing betekent ook dat er reizigers zijn die juist meer moeten
gaan betalen voor bepaalde ritten.
4.2 Stuurgroep Werk en Inkomen
Door Stuurgroep Werk en Inkomen aangedragen ombuigingsmogelijkheden
in duizenden euro's
Nr Omschrijving
2016
2017
2018
2019
1
Meeneemregeling participatiebudget
2
Kinderopvang
- variant bezuiniging € 50.000
50
50
50
50
- variant bezuiniging € 75.000
Minimabeleid
75
340
75
340
75
340
75
340
Totaal (incl. variant bezuiniging kinderopvang € 50.000)
890
390
390
390
Totaal (incl. variant bezuiniging kinderopvang € 75.000)
915
415
415
415
3
500
Door het college overgenomen ombuigingsmogelijkheden van stuurgroep Werk en
Inkomen
in duizenden euro's
Nr Omschrijving
2016
1 Meeneemregeling participatiebudget
2 Kinderopvang
2017
2018
2019
500
- variant bezuiniging € 50.000
Totaal
50
50
50
50
550
50
50
50
Toelichting op de ombuigingsmogelijkheden van Stuurgroep Werk en Inkomen
1 Meeneemregeling Participatiebudget
Jaarlijks mocht de gemeente maximaal 25% van het participatiebudget meenemen naar het jaar
opvolgend. De afgelopen jaren is hier gebruik van gemaakt. Dit budget was niet vrij besteedbaar
maar moest op cliëntniveau worden verantwoord tov het rijk. Een belangrijke argumentatie (ook
van het Rijk) voor deze meeneemregeling was dat veel re-integratieverplichtingen niet stoppen
aan het einde van het jaar, maar doorlopen naar het opvolgende jaar. Indien het Rijk het
participatiebudget aanzienlijk zou verminderen, dan kan hiermee de doorlopende verplichtingen
worden voldaan.
Sinds 2015 (invoering Participatiewet) is er sprake van een andere regelgeving. Besteding is aan
de gemeente evenals de toepassing van een meeneemregeling.
In de begroting 2015 is nog uitgegaan van de oude regeling. Dit betekent dat er circa 1 miljoen is
meegenomen vanuit 2014.
Voor 2016 zal een balanspost vanuit 2015 worden opgevoerd ter hoogte van € 1 mln.
Gezien het beperkte risico van het in één keer afbouwen van het re-integratiebudget is het
mogelijk de meeneem-regeling te halveren tot maximaal € 0,5 mln.
Het is niet verstandig het meeneembudget volledig te saneren, gezien de doorlopende
verplichtingen en het nog onzekere beeld t.a.v. de re-integratie kosten voor de nieuwe doelgroep
(met een beperking).
246
2 Kinderopvang
In het verleden was er sprake van een aanzienlijke overbesteding op het budget
kinderopvangregeling. Aansluitend is de regeling hieromtrent aangepast wat heeft geleid tot een
teruggang in de uitgaven. Het begrote budget voor 2016 is € 250.000 .
De huidige uitvoering van de kinderopvangregeling leidt nu tot een overschot van circa € 80.000.
Ook vorig jaar was er sprake van een overschot tot dit bedrag.
Een bezuiniging van € 50.000 tot € 75.000 is reëel. Dit gaat uit van bestaand beleid. Nieuw
beleid zou kunnen leiden tot een verhoging van deze uitgaven.
3 Minimabeleid
In 2015 is er met een nieuwe kaderstelling Sociaal Vangnet ingegaan. De inzet van Klijnsmamiddelen zijn daarbij onderwerp van gesprek geweest. Zoals het zich nu laat aanzien zijn de
“Klijnsma” middelen nodig om het Sociaal Vangnet te financieren, waarbij de kosten bijzondere
bijstand in verband met toename beschermingsbewind en de toename huisvesting van
asielgerechtigden belangrijke factoren zijn.
Hierbij moet wel worden opgemerkt dat het budget van het Sociaal vangnet naar verwachting
over 2016 al fors onder druk staat en ontoereikend zal zijn, onder andere als gevolg van de te
verwachten toename van het gebruik van de collectieve ziektekostenverzekering.
De raad heeft vorig jaar aangegeven iets extra’s te willen doen voor kinderen, waardoor de
waarde van de strippenkaart is verhoogd van 46 naar 63 euro en de kidskaart is verhoogd van
50 naar 75 euro.
Gezien de druk op het budget van het Sociaal Vangnet kan er budgettaire ruimte gecreëerd
worden door de extra bijdragen voor kinderen weer ongedaan gemaakt. Dit levert respectievelijk
€260.000 en €80.000 op. Samen is dit €340.000 aan ombuigingen.
Gezien de onzekerheden rondom de uitgaven ook in relatie met de decentralisatie WMO en Jeugd
is een aanzienlijke structurele heroverweging van het vangnet/minimabeleid naar verwachting
voor de toekomst noodzakelijk. Dit maakt dat een ad hoc bezuiniging over 2016 gezien de
gevoeligheid van het onderwerp af te raden is. Als bijlage wordt de impact van ombuigingen bij
het vangnet/minimabeleid op de doelgroep als bijlage bijgevoegd.
4.3 Stuurgroep Algemene Dienst
Door Stuurgroep Algemene Dienst aangedragen ombuigingsmogelijkheden
in duizenden euro's
Nr Omschrijving
1 Niet indexeren materiële budgetten in 2016 en 2017
2
3
4
5
6
7
8
9
Niet indexeren uitgaande subsidies 2017 en 2018
Niet indexeren uitgaande subsidies afzonderlijke
instellingen 2017 en 2018
Besparingen onderhoudsbudgetten B&O en RL
Verminderen advisering OVIJ binnen afval- en
milieutaken
Besparingen binnen bibliotheekwerk
Reserve en tarief riolering verlagen; BTW doorbelasten
in afvaltarief
Team Thor onder afvaltarief
Opheffen reserve Teuge
- structureel nadeel
10 Opheffen kapitaallastenreserve post Zuid
- structureel nadeel
11 Opheffen reserve woonwagenlokaties
12 Vennootschapsbelasting deels onderbrengen bij het
grondbedrijf
Totaal
247
2016
260
2017
530
2018
530
2019
530
100
200
200
400
200
400
166
166
166
160
160
160
100
100
100
100
930
930
930
930
265
986
265
265
265
-45
3.100
-45
-45
-45
-160
94
-160
-160
-160
250
250
250
250
5.946
2.496
2.796
2.796
166
Door het college overgenomen ombuigingsmogelijkheden van stuurgroep Algemene Dienst
in duizenden euro's
Nr Omschrijving
1 Niet indexeren materiële budgetten in 2016
2 Niet indexeren uitgaande subsidies 2017
Niet indexeren uitgaande subsidies afzonderlijke
3 instellingen 2017
4 Besparingen onderhoudsbudgetten B&O en RL
Verminderen advisering OVIJ binnen afval- en
5 milieutaken
6 Besparingen binnen bibliotheekwerk
Reserve en tarief riolering verlagen; BTW doorbelasten
7 in afvaltarief
Vennootschapsbelasting deels onderbrengen bij het
12 grondbedrijf
Totaal
2016
260
2017
2018
2019
260
100
260
100
260
100
166
200
166
200
166
200
166
100
160
100
160
100
160
100
930
930
930
930
250
1.706
250
2.166
250
2.166
250
2.166
Toelichting op de ombuigingsmogelijkheden van Stuurgroep Algemene Dienst
1 Niet indexeren materiële budgetten in 2016 en 2017
Het voorstel van de stuurgroep Algemene Dienst is om alle gemeentelijke materiële budgetten
gedurende twee jaar niet te compenseren voor kostenstijgingen. Hierdoor is er uiteraard per saldo
minder te besteden op deze budgetten.
Wij hebben er voor gekozen om alleen in 2016 de materiële budgetten niet te indexeren.
2 Niet indexeren uitgaande subsidies 2017 en 2018
Het voorstel is om de subsidie-ontvangers gedurende twee jaar niet te compenseren voor
kostenstijgingen. Deze instellingen hebben daardoor in deze jaren minder budget te besteden.
Gezien de lopende afspraken kan dit niet eerder dan in 2017 ingeboekt worden.
De subsidies die onder de WMO-afspraken vallen, zijn buiten beschouwing gelaten gezien de
afzonderlijke systematiek van subsidieverstrekking. Dit geldt ook voor de subsidies Jeugd binnen
het sociaal domein Jeugd.
Dit voorstel hebben wij deels overgenomen. Alleen in het jaar 2017 worden de uitgaande
subsidies niet geïndexeerd.
3 Niet indexeren uitgaande subsidies afzonderlijke instellingen 2017 en 2018
Met een aantal grotere instellingen worden afzonderlijke subsidie-afspraken gemaakt (o.a. CODA,
Accres, Orpheus). Ook hier is het voorstel om deze subsidie-ontvangers gedurende twee jaren
niet te compenseren voor inflatie.
Ons college is ook hier van mening dat we de uitgaande subsidies alleen in 2017 niet moeten
indexeren.
4 Besparingen onderhoudsbudgetten B&O en RL
Het is mogelijk om te besparen op de onderhoudsbudgetten bij de eenheden Beheer en
Onderhoud en Ruimtelijke Leefomgeving (bijvoorbeeld onderhoud abri’s, gevonden voorwerpen,
structurele projectbudgetten, gebruik LED-verlichting, budget bevordering verkeersdoorstroming
e.d.). De consequentie is wel dat het kwaliteitsniveau van het onderhoud omlaag gaat.
5 Verminderen advisering OVIJ binnen afval- en milieutaken
Binnen de afval- en milieutaken is op het onderdeel advisering voor de OVIJ 2.300 uur in te
boeken als besparing. Omdat de DVO in 2017 vernieuwd wordt, is het niet logisch om de
besparing al in 2016 in te boeken. De advisering van de OVIJ zal minder uitgebreid zijn, wat
mogelijk ook ten koste van de kwaliteit kan gaan. Ook gaat het ten koste van de
duurzaamheidsambities.
248
6 Besparingen binnen bibliotheekwerk
Het betreft met name de volgende posten:
• subsidie ICT- traject CODA
• subsidie inzake verplaatsen filiaal Zevenhuizen
• kosten onderzoek budgetsubsidies
Er zijn voor de genoemde posten nog geen verplichtingen aangegaan.
7 Reserve riolering en reserve huisvuilrechten: rioolrecht verlagen en BTW personeelskosten
Circulus- Berkel doorbelasten in tarieven
Stand reserve riolering per 1-1-2015 is € 2,52 miljoen; maximum niet van toepassing.
Stand reserve huisvuilrechten per 1-1-2015: € 5,2 miljoen; maximum € 3,6 miljoen.
Er is een nieuw Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) in voorbereiding. Het beeld is dat er komende
jaren minder vervangingen van riolering nodig zijn, maar dat er meer geïnvesteerd moet worden in
afkoppelingen en natuurlijk afwaterbeheer (klimaatadaptatie). Dit najaar zal het nieuwe GRP aan
de raad worden voorgelegd. Rekening houdend met alle ontwikkelingen en beleidsvoornemens
verwachten we dat er financiële ruimte resteert in de reserve riolering van structureel 4% tot 7%
(ca € 700.000) afhankelijk van de keuzes die gemaakt worden voor klimaatadaptatie.
Het is niet eenvoudig om eenmalig geld uit de reserve te onttrekken, omdat deze in principe is
opgebouwd uit de baten van rioolheffing. Het is wel mogelijk om het tarief in 2016 en daarmee
de opbrengst van rioolheffing met € 700.000 te verlagen. Dit biedt compensatie ruimte om bij
gelijkblijvende woonlasten het tarief voor OZB of voor afvalstoffenheffing te verhogen.
Extra verhoging van de OZB is voor u geen optie.
De tarieven voor afvalstoffenheffing zullen komende jaren licht moeten stijgen. In de
tussenrapportage zal worden gemeld, dat de aanbiedingen van restafvalcontainers afnemen. De
vermindering van de aanbiedingen zal niet leiden tot evenredig minder kosten. We zien dat met
name door het gescheiden aanbieden van kunststof minder containers restafval worden
aangeboden. Het gaat om volume, terwijl de tonnages te verwerken restafval nauwelijks
afnemen. De verwerkingskosten blijven ongeveer gelijk. De opbrengst van huisvuilrechten blijft
door deze ontwikkeling achter bij de raming. Het extra nadeel zal in 2016 en 2017 oplopen tot
€ 500.000 per jaar. We gaan uit van 31.000 minder aanbiedingen in 2016 en 62.000 in 2017.
We constateren ook dat de tarieven voor afvalstoffenheffing nog niet volledig kostendekkend
zijn. In het verleden heeft de raad ervoor gekozen om de BTW over de personeelskosten van
Circulus niet door te belasten in de tarieven. In principe zou dit wel kunnen. Het gaat om een
bedrag van ruim € 1,1 miljoen per jaar. Anderzijds onttrekken we jaarlijks € 200.000 aan de
reserve t.g.v. de AD om renteverlies als gevolg van het achteraf afrekenen te compenseren.
Door enerzijds de BTW volledig door te belasten en anderzijds de compensatie te laten vervallen,
kan per saldo € 930.000 worden omgebogen t.g.v. de AD. Door deze maatregel is een
verhoging nodig van de afvaltarieven.
Woonlasten
De maatregelen huisvuilrechten en riolering beïnvloeden de tariefstelling en de woonlasten.
Hieronder hebben we uitgewerkt wat de effecten zijn voor de gemiddelde woonlast van een
meerpersoonshuishouden. We hebben 3 scenario’s uitgewerkt:
• De ontwikkeling van de woonlast bij een trendmatige tariefstijging conform de voorjaarsnota
2015;
• De ontwikkeling van de woonlast als gevolg van de daling van de aanbiedingen van restafval;
• De ontwikkeling van de woonlast inclusief het voorstel om enerzijds het tarief voor rioolrecht
te verlagen en anderzijds de BTW over de dienstverleningskosten van Circulus- Berkel volledig
door te berekenen in het tarief.
249
Scenario 1: Ontwikkeling woonlasten op basis van voorjaarsnota 2015.
De tarieven stijgen trendmatig conform de BBB 2016-2019/ voorjaarsnota 2015
Ontwikkeling tarieven scenario 1.
Stijging OZB
Stijging Rioolrecht
Afval vastrecht
Afval variabel
aantal ledigingen
2016
2,50%
1,40%
0%
€ 8,11
10,00
2017
3,00%
1,00%
1,00%
€ 8,19
10,00
2018
3,00%
1,00%
1,00%
€ 8,27
10,00
2019
3,00%
1,00%
1,00%
€ 8,35
10,00
Ontwikkeling woonlasten meerpersoonshuishouden scenario 1.
OZB
Rioolheffing
Afval vastrecht
Afval variabel
2015
€ 298,26
€ 143,43
€ 166,44
€ 81,10
2016
€ 305,72
€ 145,44
€ 166,44
€ 81,10
2017
€ 314,89
€ 146,89
€ 168,12
€ 81,90
2018
2019
€ 324,33 € 334,06
€ 148,36 € 149,84
€ 169,80 € 171,48
€ 82,70
€ 83,50
Totaal woonlasten
€ 689,23
€ 698,69
€ 711,80
€ 725,19 € 738,89
Procentuele stijging woonlasten
1,4%
1,9%
1,9%
1,9%
Scenario 2: Aanbiedingen restafval nemen af.
De aanbiedingen van restafval nemen in 2016 (-31.000) en 2017 (-62.000) verder af. Hierdoor
zullen de tarieven van de afvalstoffenheffing stijgen.
Ontwikkeling tarieven scenario 2
Stijging OZB
Stijging Rioolrecht
Afval vastrecht
Afval variabel
Afval variabel
aantal ledigingen
2016
2,50%
1,40%
1,40%
1,40%
€ 8,22
9,50
2017
3,00%
1,00%
1,40%
1,40%
€ 8,34
9,00
2018
3,00%
1,00%
2,40%
2,40%
€ 8,54
9,00
2019
3,00%
1,00%
2,40%
2,40%
€ 8,74
9,00
Ontwikkeling woonlasten scenario 2
OZB
Rioolheffing
Afval vastrecht
Afval variabel
2015
€ 298,26
€ 143,43
€ 166,44
€ 81,10
2016
€ 305,72
€ 145,44
€ 168,77
€ 78,12
2017
€ 314,89
€ 146,89
€ 171,13
€ 75,05
2018
€ 324,33
€ 148,36
€ 175,24
€ 76,85
2019
€ 334,06
€ 149,84
€ 179,45
€ 78,69
Totaal woonlasten
€ 689,23
€ 698,05
€ 707,96
€ 724,79
€ 742,05
Procentuele stijging woonlasten
1,3%
1,4%
250
2,4%
2,4%
Scenario 3: Voorstel verlaging tarief rioolrecht en doorbelasting BTW Circulus- Berkel in het tarief
van afvalstoffenheffing.
In dit scenario houden we rekening met minder aanbiedingen restafval. BTW over de
dienstverleningskosten van Circulus-Berkel wordt volledig doorberekend in het tarief met
correctie van verrekening kosten voorschotnota; per saldo € 930.000. Het tarief voor rioolrecht
wordt verlaagd, zodat de opbrengst van rioolrecht met € 700.000 afneemt.
Ontwikkeling tarieven scenario 3
Stijging OZB BBB
Stijging Rioolrecht
Afval vastrecht
Afval variabel
Afval variabel
aantal ledigingen
2016
2,50%
-4,15%
4,70%
4,70%
€ 8,49
9,50
2017
3,00%
1,00%
2,20%
2,20%
€ 8,68
9,00
2018
3,00%
1,00%
2,40%
2,40%
€ 8,89
9,00
2019
3,00%
1,00%
2,40%
2,40%
€ 9,10
9,00
Ontwikkeling woonlasten scenario 2
OZB
Rioolheffing
Afval vastrecht
Afval variabel
2015
€ 298,26
€ 143,43
€ 166,44
€ 81,10
2016
€ 305,72
€ 137,48
€ 174,26
€ 80,67
2017
€ 314,89
€ 138,85
€ 178,10
€ 78,10
2018
2019
€ 324,33 € 334,06
€ 140,24 € 141,64
€ 182,37 € 186,75
€ 79,98
€ 81,90
Totaal woonlasten
€ 689,23
€ 698,12
€ 709,94
€ 726,92 € 744,35
Procentuele stijging woonlasten
1,3%
1,7%
2,4%
2,4%
Samenvatting/ Conclusie woonlasten.
De afname van de aanbiedingen restafval leidt in eerste instantie tot een lichte daling van de
woonlast ten opzichte van de trendmatige ontwikkeling. In 2018 en 2019 zal de woonlast echter
meer dan trendmatig toenemen.
De verlaging van het tarief voor rioolrecht tegelijk met verhoging van de tarieven voor
afvalstoffenheffing beïnvloedt de woonlast slechts in geringe mate.
2016
2017
2018
2019
Woonlasten scenario 1
1,4%
1,9%
1,9%
1,9%
Woonlasten scenario 2
1,3%
1,4%
2,4%
2,4%
Verschil t.o.v. scenario 1
-0,1%
-0,5%
0,5%
0,5%
Woonlasten scenario 3
1,3%
1,7%
2,4%
2,4%
Verschil t.o.v. scenario 1
-0,1%
-0,2%
0,5%
0,5%
Het effect op de reserves huisvuilrechten en riolering blijft binnen de afgesproken kaders.
De reserve riolering zou zonder maatregelen op lopen van € 2,5 miljoen (1-1-2015) naar € 5,1
miljoen per 31-12-2019. De verlaging van het tarief resulteert in een reserve van € 2,1 miljoen
per 31-12-2019 ( kader > € 0 en geen maximum).
De reserve huisvuilrechten zal van € 5,2 miljoen per 1-1-2015 teruglopen naar € 2,1 miljoen per
31-12-2019 (kader -/- € 600.000 en < € 3.600.000).
251
Om inzicht te geven van de huidige lastendruk van de gemeente Apeldoorn voegen we de
vergelijking met andere Gelderse gemeenten (uit de jaarrekening 2014) toe:
Meerpersoonshuishoudens met een eigen woning van gemiddelde waarde (Coelo ‘15)
Apeldoorn
Ede
Nijmegen
Arnhem
OZB eigendom woning
Afvalstoffenheffing*
Rioolheffing
totaal
289
248
139
676
284
249
166
699
444
131
148
723
342
244
169
755
* Coelo houdt te weinig rekening met Diftar. Dit is hierboven
gecorrigeerd.
8 Team Thor onder afvaltarief
De kosten van team THOR voor afvalcontrole bedragen € 320.000. Hiervan wordt nu 17,5%
t.l.v. de reserve huisvuilrechten gebracht. De overige kosten, € 265.000, komen t.l.v. de
Algemene Dienst (AD). Het is mogelijk om de kosten volledig t.l.v. de reserve en de afvaltarieven
te brengen. Voor zover de taken specifiek zijn gericht op het toezicht en de controle van de
huisvuilinzameling en verwijdering is dit mogelijk. Deze ontwikkeling kan in eerste instantie
binnen de reserve worden opgevangen, maar zal in latere jaren doorwerken in de tarieven. In de
scenario’s van voorstel 7 is dit effect op de tarieven van afvalstoffenheffing nog niet
meegenomen.
9 Opheffen reserve Teuge
In de periode 1996- 2000 heeft de gemeente de aandelen NV Luchthaven Teuge verworven na
opheffing van de GR Luchthaven Teuge (€ 1,06 miljoen). Er is toen voor gekozen om het
aandelenkapitaal apart zichtbaar te maken op de balans in de vorm van een bestemmingsreserve.
De rente, die aan de reserve wordt toegevoegd, wordt vervolgens ten gunste gebracht van de
AD. De bestemmingsreserve kan gezien worden als een buffer om het risico van het
aandeelhouderschap af te dekken.
Wij hebben afgelopen jaren de lijn ingezet om de risico’s af te dekken via de algemene reserve en
de omvang van de bestemmingsreserves te beperken. Er wordt ook geen rente meer aan deze
bestemmingsreserve toegevoegd, zodat de reserve geleidelijk afneemt.
De reserve bedraagt nog € 986.000 per 1-1-2015. Jaarlijks valt € 45.000 van de reserve vrij
t.g.v. de algemene dienst. Voorstel is nu om deze reserve ineens vrij te laten vallen per 2016. Dit
leidt tot een structureel tekort in de begroting (21 jaar) van € 45.000.
Advies: de reserve aandelenkapitaal Teuge, ad € 986.000, vrij laten vallen.
252
10 Opheffen kapitaallastenreserve post Zuid
Er zit € 3,1 mln in deze reserve. De reserve is gevormd uit opbrengsten van voormalige MMO/
OW- panden en dient als dekking voor een deel van de huisvestingslasten/kapitaallasten van Post
Zuid (€ 160.500). In lijn met ons financieel beleid zou deze reserve kunnen vervallen. Op het
moment dat de reserve vrijvalt, betekent dit een structurele last voor de AD van € 160.500,
namelijk een jaarlijks tekort huisvestingslasten Post Zuid bij B&O.
Advies: de reserve kapitaallasten transformatieplan ad 3,1 miljoen in 2016 vrij laten vallen.
11 Opheffen reserve woonwagenlocaties
In deze reserve zit € 119.000 bestemd voor diverse activiteiten voor de afwikkeling De Haere.
De enige post die zeker nog gaat komen is het verplaatsen van een woonwagen en het
verwijderen van een tijdelijke standplaats, geschat op € 25.000. We weten alleen niet wanneer
deze kosten gemaakt gaan worden. Dit zou ook pas over enkele jaren kunnen zijn.
Advies: van de reserve € 94.000 vrij laten vallen.
12 Vennootschapsbelasting deels onderbrengen bij het grondbedrijf
Vanaf 1 januari 2016 worden overheidsondernemingen belastingplichtig voor de
vennootschapsbelasting (VPB). Dit geldt voor directe als indirecte overheidsondernemingen. Een
directe overheidsonderneming is een activiteit die binnen de gemeente plaatsvindt, bijvoorbeeld
het grondbedrijf, vastgoedbedrijf en het bieden van gelegenheid tot parkeren. Een indirecte
overheidsonderneming heeft betrekking op een BV, NV, stichting of vereniging, waarvan de
gemeente 100% aandelen of financiële en bestuurlijke zeggenschap heeft (bijvoorbeeld Accres).
Door de VNG is geschat dat invoering van de VPB voor het rijk een voordeel van € 100 miljoen
oplevert, waarvan € 50 miljoen afkomstig van gemeenten. Voor onze gemeente zou dat naar
verhouding een nadeel van € 500.000 inhouden. In de Voorjaarsnota 2015 is € 500.000 als
nadeel opgenomen ten laste van de Algemene Dienst. Vooralsnog gaan we er vanuit dat 50% ten
laste van de algemene dienst komt en 50% ten laste van het Grondbedrijf. Voor de algemene
dienst betekent dit een voordeel van € 250.000.
253
Bijlage 5
Trefwoordenlijst
255
A
Accres
Activerium
Afval
Algemene baten en lasten
Algemene uitkering
Anklaar
Apeldoorn Academie
AWBZ
159, 160, 175, 203, 250, 256
16, 81, 85, 121, 169, 190, 191, 200, 233
253, 254
29, 38, 39, 87, 94
29, 37, 39
113, 220
34
23, 36, 124, 125, 147, 148, 247
B
Bedrijfsrestaurant
Bedrijfsvoering
Begraafplaatsen
Beken en sprengen
Bereikbaarheid
Bestuursondersteuning
Beveiliging
Bibliotheek
Bodemmodule
Brinkpark
Burgerzaken
191
189
160
234
224
233
193
97, 100, 104
62, 220
217
29, 35, 39, 199
3, 23,
29, 36, 38, 39, 47, 54, 56, 158,
226,
4, 7, 46, 56, 131, 139, 184, 199,
29, 34, 36, 39, 97, 104, 200,
C
Circulus
CODA
17, 60, 173, 183, 251, 254
99, 128, 151, 152, 250, 251
D
Decentralisaties
Detailhandelsvisie
Dienstverlening
Dividend
Duurzaamheid
109,
3, 190,
29, 38, 39, 171, 172, 173, 174,
12, 13, 59, 61, 129, 136,
14
115
199
175
203
E
Ecofactorij
Erfgoed
Evenementen
113
97, 102, 104
35
F
Feluagroep
Fiets
127
220
257
G
Geldleningen
Gemeentefonds
Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP)
Gezondheidszorg
GGD
Griffie
Grift
Groene Mal
29, 38, 39
5, 6, 37, 83, 119, 121, 122, 148, 153, 181, 237
159, 251
65, 74, 75, 91
23, 91, 170, 244
233
52, 53
56, 215, 216, 223
H
Handel en ambacht
Hondenbelasting
105, 109, 115, 200
181, 184, 185, 187
I
ICT-taken
Infrastructuur
Inkomensondersteuning
23
51, 220
15
J
Jaarrekening
151
Jeugd 3, 15, 23, 24, 65, 67, 68, 75, 124, 126, 130, 151, 202, 220, 223, 231, 233, 242, 249,
250
Jeugdcriminaliteit
43
Jeugdgezondheidszorg
170
Jeugdzorg
125, 145, 146, 148, 243, 244
Jongeren
237
K
Kanaaloevers
Kanaalzone
Kinderopvang
110, 113, 179
110, 112, 113, 176, 215, 217, 218
65, 72, 75, 77, 83, 85, 128, 248, 249
L
Leerlingenvervoer
Lobby
23
13, 25, 34, 35, 136, 149, 150
M
Mantelzorg
Minimabeleid
Museum
242, 245, 246
23, 248, 249
97, 99, 102, 104
O
Onderwijs
Onderwijshuisvesting
67, 68, 69
23, 75, 151, 202
258
Openbaar groen
Openbare ruimte
Openbare verlichting
Orpheus
Ouderen
47, 56,
3, 23, 24, 25, 47, 49, 56,
158,
99, 151, 152, 159, 165, 172, 174,
199
231
160
250
237
P
Park Berg en Bos
Parkeergarage
Parkeren
Participatie
Persoonsgegevens
Planschade
Portaal
Post onvoorzien
Premie op actie
53
113
47, 56, 159, 160, 199
14, 15, 16, 17, 81, 124, 127, 130, 149, 150, 199
193
151
23
143
244
R
Raad
Raadsleden
Real-X
Regio Stedendriehoek
Regionale samenwerking
Reïntegratie
Rekenkamer
Rekenkamercommissie
Rente
Riolering
15, 16, 73, 149, 177, 201,
196,
24,
33, 102, 167,
202
233
244
222
193
77, 82, 85
202
36
121, 161, 210, 234
4, 7, 39, 54, 56, 85, 158, 226, 227
S
Schuldhulpverlening
Scootmobielen
Servicecentrum
Sportvelden
Sportverenigingen
Stadhoudersmolen
Stadsbank
Stadsdeelaanpak
Stedelijke vernieuwing
Stedendriehoek
85, 199
23
200
160
97, 103, 104
113
77, 83, 85
39
113
36, 133, 167, 168, 193
T
THOR
Treasurystatuut
Trendbrief
44, 46, 255
162
35
V
Vastgoed
Veiligheidsplan
3, 151, 160, 174, 201, 202, 233
43, 44
259
Verkeer
Verkeersmaatregelen
Vrouwenopvang
56, 215, 220
47, 50, 56
94, 123
W
Waterplan
Wegen
Werkgelegenheid
Wijkontwikkelingsplan Zevenhuizen
Wijkontwikkelingsplan Zuid
Wonen
Woningbouwcorporaties
WOZ-beschikkingen
56, 223
47, 49, 54, 56, 157, 158, 160
199
112, 218
113, 220
15, 200
162
182
Z
Zonnehoeve
Zuidbroek
111, 113, 142
53, 111, 112, 113, 114, 142, 243
260