Digitale informatievaardigheden meting

Download Report

Transcript Digitale informatievaardigheden meting

Digitale informatievaardigheden meting. Beginscherm met uitleg over de test, en de tijdsduur. 50-60 minuten.

Demografische gegevens: Naam, leeftijd, geslacht, schooltype en klas

Demografische gegevens deel 2: geboorteland, Nederlandse taalgebruik thuis, aantal uur per dag op Internet, activiteiten op Internet

Uitleg leeromgeving.

Vervolg uitleg leeromgeving.

Opdracht. In de gele balk bovenin de taak: Jongeren smsen en msnen veel. Heeft dit invloed op hun Nederlands? (Licht je antwoord toe in ongeveer 15 regels in eigen woorden.). Deze taak kan aangepast worden, voor het onderzoek zullen 4 taken ontwikkeld worden, die random aan proefpersonen worden toegewezen. De zoekmachine Google is het startpunt van het instrument. Proefpersonen zoeken gewoon op Internet, maar er zit een ‘laag’ overheen, waardoor al hun acties gelogd worden. De trefwoorden die worden ingevuld, welke zoekresultaten iemand bezoekt, (en het hoeveelste zoekresultaat uit de lijst dat was), hoe lang iemand op een site is, enz. Tijdens het zoeken, kan de proefpersoon gebruik maken van de volgende opties: Uitleg – popup window met uitleg van de leeromgeving Kladblok Mijn opmerkingen Antwoord geven Maximale tijd om te zoeken is 30 minuten

Met behulp van de beoordelingsknop kunnen deelnemers opmerkingen plaatsen over de zoekresultaten en websites. Door op het poppetje rechts te klikken, en daarna op de plek waar de proefpersoon iets over wil zeggen, ontstaat een invoerveld. De opmerking wordt opgeslagen, maar is daarna niet meer zichtbaar op het scherm.

De gemaakte opmerkingen kunnen opgeroepen worden door de knop ‘Mijn opmerkingen’

Informatie die van pas komt voor het beantwoorden van de vraag, kan geplakt worden in het kladblok.

10 en 5 minuten voor het verstrijken van de tijd een herinnering dat de tijd er bijna op zit. Maximale zoektijd 30 minuten, eerder stoppen kan altijd.

Door op de knop ‘antwoord geven’ te klikken, sluit de proefpersoon de zoekprocedure. Er kan niet meer terug gegaan worden naar de zoekmachine. Bij het antwoord geven is de informatie die op het kladblok is gezet beschikbaar.

De proefpersoon vergelijkt het gegeven antwoord met een modelantwoord en geeft zichzelf een cijfer.

Aantal vragen over het zoekproces. Onder andere over wat de nuttigste site was, wat de deelnemer volgende keer anders zou doen.

Wederom jezelf een cijfer geven, deze keer voor het proces.

Volgende taak. Deelnemers zoeken nu niet zelf, maar krijgen 5 websites gepresenteerd. De vraag bij elke site is: Zou je deze site wel of niet gebruiken? En waarom? Waar let je op? Geef je mening met de beoordelingsknop. Je mag zoveel opmerkingen maken als je wil. Klik op Volgende als je klaar bent. De taak: ‘Jongeren sms en msn veel, heeft dit invloed op hun Nederlands’ staat nog steeds centraal.

Ook hier kunnen weer opmerkingen gemaakt worden dmv de beoordelingsknop.

Nadat de 5 sites beoordeeld zijn, moet de deelnemer ze in volgorde zetten, de nuttigste bovenaan, de minst nuttige onderaan. De gemaakte opmerkingen staan naast de sites. De deelnemer moet een reden geven voor het plaatsen van de site op die plek. Het verplaatsen van de site gaat makkelijk door te verslepen

Daarna volgt een modelantwoord. Wat zou een goede volgorde zijn, en welke punten hadden opgemerkt kunnen worden aan de sites.

Ook bij deze opdracht geven deelnemers zichzelf een cijfer.

Tot slot de uitslag. Alle antwoorden, cijfers, gemaakte opmerkingen bij de websites, gebruikte zoektermen worden weergegeven. Dit kan uitgeprint of, gemaild.