Orde van dienst - Burgwalkerk Kampen

Download Report

Transcript Orde van dienst - Burgwalkerk Kampen

PROTESTANTSE WIJKGEMEENTE (I.W.) KAMPEN
illustratie
DONDERDAG 24 DECEMBER 2015 – VIERING VAN DE KERSTNACHT
EEN SCHAT VOOR ONS HART!
Ds. Ad van Noord, voorganger
Kamper Vocaal Ensemble ‘Kavóca’ o.l.v. Luthine Postuma
Jurjan Lipke, piano
Sander van den Houten, orgel
K – koor / A – allen
Descant – koorbovenstem
VOORAF
Welkom in dit huis! Laat in de avond bent u gekomen om te vieren dat het Kind
van Gods belofte mens is geworden, ons evenbeeld, band tussen God en ons. Om
te vieren dat ons leven door zijn komst beslissend anders is geworden – voor ieder
en voor altijd. Mooier kun je niet horen ... Een gezegende Kerstnacht gewenst!
ZINGEN VOOR DE DIENST
Lied 489
1 Komt ons in diepe nacht ter ore:
de morgenster is opgegaan,
een mensenkind voor ons geboren,
`God zal ons redden' is zijn naam.
Opent uw hart, gelooft uw ogen,
vertrouwt u toe aan wat gij ziet:
hoe 't woord van God van alzo hoge
hier menselijk aan ons geschiedt.
2 Geen ander teken ons gegeven
geen licht in onze duisternis
dan deze mens om mee te leven
een God die onze broeder is.
Zingt voor uw God, Hij openbaarde
in Jezus zijn menslievendheid.
Zo wordt de wereld nieuwe aarde
en alle vlees aanschouwt het heil.
3 Zoals de zon komt met zijn zegen
een bruidegom van licht en vuur,
zo komt de koning van de vrede voorgoed gekomen is zijn uur.
Hij huwt de mensen aan elkander
zijn liefde gaat van mond tot mond.
Hij geeft zijn lichaam ons in handen.
Zo leven wij zijn nieuw verbond.
Lied 442
1 Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen. 2 Vervul, o Heiland, het verlangen,
Verlos mij van mijn bange pijn!
waarmee mijn hart uw komst verbeidt!
Zie, heel mijn hart staat voor U open Ik wil in ootmoed U ontvangen,
en wil, o Heer, uw tempel zijn.
mijn ziel en zinnen zijn bereid.
O Gij, wien aard' en hemel zingen,
Blijf in uw liefde mij bewaren,
verkwik mij met uw heilge gloed.
waar om mij heen de wereld woedt.
Kom met uw zachte glans doordringen, O, mocht ik uwe troost ervaren:
o zon van liefde, mijn gemoed!
doe intocht, Heer, in mijn gemoed!
Koor: ‘Resonet in laudibus’ – M. Praetorius (1571-1621)
Resonet in laudibus
cum jucundis plausibus
Sion cum fidelibus.
Laat lof klinken
en vrolijk handgeklap
Sion en de getrouwen.
Apparuit quem genuit Maria.
Sunt impleta, quae praedixit Gabriel.
Hij is verschenen, geboren uit Maria.
Al wat Gabriël voorzegde is in vervulling gegaan.
Eia, eia, virgo Deum genuit
quem divina voluit clementia.
Hodie apparuit in Israel.
Ex Maria virgine est natus Rex
magnum nomen Domini Emanuel,
quod annunciatum est per Gabriel.
Kijk, kijk, God, geboren uit een maagd
zoals zijn goedertierenheid het heeft gewild.
Vandaag is Hij is verschenen in Israël.
Uit de maagd Maria is een Koning geboren,
met de grote naam van de Heer: Emanuël,
zoals door Gabriël is voorzegd.
Christus, natus hodie
ex Maria Virgine
sine viri semine:
apparuit ...
Christus, vandaag geboren
uit de maagd Maria
zonder de tussenkomst van een man:
Hij is verschenen, geboren uit Maria.
Deo laus et gloria,
virtus est victoria.
Perpete memoria
apparuit ...
God alleen de lof en eer,
zijn kracht heeft overwonnen.
Blijf je voor altijd herinneren
dat Hij is verschenen, geboren uit Maria.
Lied 479
1 Een lied weerklinkt in deze nacht,
ons ooit door engelen gebracht. (bis)
Een lied weerklinkt in deze nacht,
ons ooit door engelen gebracht.
2 Niet langer drukt ons droefheid neer:
wij vinden vreugde in de Heer. (bis)
Hij heeft ons van de nacht bevrijd,
schept ons een dag vol zaligheid.
3 Nu wijkt de zonde voor zijn licht.
Ons leven wordt weer opgericht. (bis)
Stem, mensen, met de eng’len in,
aanschouw de Zoon, dit nieuw begin!
4 Hij doet de duisternis teniet
en eng’len zingen ons dit lied: (bis)
glorie aan God, want vrede is
nu hartslag der geschiedenis.
‘Al wie dolend’ – Henk Jongerius / ‘Once in royal Davids city’
in wisselzang koor, vrouwen, mannen, allen
1 Al wie dolend in het donker
in de holte van de nacht
en verlangend naar een wonder
op de nieuwe morgen wacht:
vrijheid wordt aan u verkondigd
door een koning zonder macht!
2 Onze lasten zal Hij dragen
onze onmacht totterdood
geeft als antwoord op ons vragen
ons zichzelf als levensbrood;
nieuwe vrede zal er dagen
liefde straalt als morgenrood.
3 Tot de groten zal Hij spreken
even weerloos als een lam het geknakte riet niet breken
Hij bewaakt de kleine vlam:
hoort en ziet het levend teken
van een God die tot ons kwam.
4 Dor en droog geworden aarde
die om dauw en regen vraagt,
dode mens die snakt naar adem,
wereld die om toekomst vraagt:
zie mijn Zoon, de nieuwe Adam,
die mijn welbehagen draagt.
VOORBEREIDING
Welkom en groet
(wij gaan staan)
Lied 477: 1, 4, 5 (5e couplet met descant)
1 Komt allen tezamen,
jubelend van vreugde:
komt nu, o komt nu naar Bethlehem!
Ziet nu de vorst der englen hier geboren.
Komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden die Koning.
4 O Kind, ons geboren,
liggend in de kribbe,
neem onze liefde_in genade aan!
U, die ons liefhebt, U behoort ons harte!
Komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden die Koning.
5 Zingt aarde en hemel,
zingt nu engelenkoren,
zingt alle scharen rondom de troon:
Glorie aan God en vrede voor de mensen!
Komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden die koning.
(wij gaan zitten)
DE SCHRIFT
Samen in de nacht van Kerstmis!
Koor en allen Lied 483: ‘Silent night’- arr. R. Prizeman/arr. J Bremer
Silent night, holy night. All is calm, all is bright.
Round yon virgin Mother and Child.
Holy Infant so tender and mild.
Sleep in heavenly peace. Sleep in heavenly peace.
Silent night, holy night. Shepherds quake at the sight.
Glories stream from heaven afar.
Heavenly hosts sing Allelujah.
Christ the Saviour is born. Christ the Saviour is born.
Silent night, holy night. Son of God, love's pure light.
Radiant beams from Thy holy face.
With the dawn of redeeming grace.
Jesus Lord at Thy birth. Jesus, Lord at Thy birth.
Stille nacht, heilige nacht. Alles in rust, sluimert zacht, rond de moeder en het
Kind. Lieflijk Kind zo lief en zo teer, sluimer in hemelse vrede.
Stille nacht, heilige nacht. Herders beven van angst, uit de hemel klinken
lofprijzingen. Engelenkoren zingen: Halleluja. Heden is Jezus, de Heiland,
geboren.
Stille nacht, heilige nacht. Zoon van God. Licht van liefde. Stralend licht omgeeft
Uw goddelijk gelaat. De eerste tekenen van Uw oneindige genade. Jezus, Heer, bij
Uw geboorte.
3 Stille nacht, heilige nacht!
Vreed' en heil wordt gebracht
aan een wereld, verloren in schuld;
Gods belofte wordt heerlijk vervuld.
Amen, Gode zij eer! Amen, Gode zij eer!
Gebed om het Licht van Gods Geest
Lezing uit de profeet Jesaja 8: 23 – 9: 6 (N.B.G. 1951)
Doch er zal geen donkerheid wezen voor het land dat in benauwdheid was. Zoals
Hij in het verleden smaad bracht over het land van Zebulon en over het land van
Naftali, zo brengt Hij in de toekomst eer over de weg der zee, de overzijde van de
Jordaan, de landstreek der heidenen.
Het volk dat in donkerheid wandelt, ziet een groot licht; over hen die wonen in
een land van diepe duisternis, straalt een licht. Gij hebt het volk vermenigvuldigd,
zijn vreugde groot gemaakt; het verheugt zich voor uw aangezicht als met de
vreugde bij de oogst, zoals men juicht bij het verdelen van de buit. Want het juk
dat het drukte, en de stang op zijn schouder, de roede van zijn drijver, hebt Gij
verbroken als op Midjansdag. Want elke schoen die dreunend stampt, en elke
mantel, in bloed gewenteld, zal verbrand worden, een prooi van het vuur. Want
een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn
schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader,
Vredevorst. Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van
David en over zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en
gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid. De ijver van de Here der
heerscharen zal dit doen.
Koor en allen (antifoon): Lied 460 ‘De nacht loopt ten einde’
(antifoon 1e keer door koor, dan door allen)
A
1 Het volk dat woont in duisternis
zal weten wie zijn Heiland is
Onverwacht komt van heind'en ver
de Mensenzoon, de morgenster
De nacht loopt ten einde, de dag komt naderbij
2 Tekens aan sterren, zon en maan
hoe zal de aarde dat bestaan
Zo spreekt de Heer: verheft u vrij
want uw verlossing is nabij
De nacht loopt ten einde, de dag komt naderbij
3 Wanneer de zee bespringt uw land
en slaat u 't leven uit de hand,
weet in uw angst en stervenspijn:
uw dood zal niet voor eeuwig zijn
De nacht loopt ten einde, de dag komt naderbij
4 Ziet naar de boom, die leeg en naakt
in weer en wind te schudden staat,
de lente komt, een twijg ontspruit
zijn oude takken lopen uit.
De nacht loopt ten einde, de dag komt naderbij
5 Een twijgje, weerloos en ontdaan,
zonder gestalte, zonder naam.
Maar wie gelooft, verstaat het wel.
Dat twijgje heet: Emmanuel
De nacht loopt ten einde, de dag komt naderbij
6 Die naam zal ons ten leven zijn.
Een zoon zal ons gegeven zijn.
Opent uw poorten metterdaad
dat uw Verlosser binnengaat.
De nacht loopt ten einde, de dag komt naderbij
Koor: ‘Domine Fili unigenite’ – A. Vivaldi (1678-1741) (deel 7 uit ‘Gloria’ in
D)
Domine Fili unigenite, Jesu Christe.
Heer, enig geboren Zoon, Jezus Christus.
(allen gaan staan)
Lezing uit het Evangelie volgens Lucas 2: 1-13 (NBV)
In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk
zich moesten laten inschrijven. Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het
bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten
inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Jozef ging van de stad
Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet,
aangezien hij van David afstamde, om zich te laten inschrijven samen met Maria,
zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. Terwijl ze daar waren, brak de dag van
haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze
wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen
plaats was in het nachtverblijf van de stad.
Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de
wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze
omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel
zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het
hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David jullie
redder geboren. Hij is de messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie
zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak
ligt.’ En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees
met de woorden:
Lied 487: 1
1 Eer zij God in onze dagen,
eer zij God in deze tijd.
Mensen van het welbehagen,
roept op aarde vrede uit.
Gloria in excelsis Deo.
Lezing uit het Evangelie volgens Lucas 2: 15-20
Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen
elkaar: ‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd
is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ Ze gingen meteen op weg, en troffen
Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het kind zagen,
vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden
verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze
woorden in haar hart en bleef erover nadenken. De herders gingen terug, terwijl
ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals
het hun was gezegd.
Lied 487: 2
2 Eer zij God die onze Vader
en die onze Koning is.
Eer zij God die op de aarde
naar ons toe gekomen is.
Gloria in excelsis Deo.
(wij gaan weer zitten)
Overweging: ‘Een schat voor ons hart!’
Koor: ‘The shepherd’s farewell (to the holy family)’ – H. Berlioz (1803 - 1869)
Thou must leave Thy lowly dwelling,
the humble crib, the stable bare.
Babe, all mortal babes excelling,
content our earthly lot to share.
Loving father, loving mother,
shelter Thee with tender care!
U moest Uw bescheiden woning verlaten,
de nederige kribbe, de kale stal.
Liefelijk Kind, die alle stervelingen overtreft
en bereid bent ons aardse lot te delen.
Liefhebbende vader, liefhebbende moeder
beschermen U met liefelijke zorg!
Blessed Jesus, we implore Thee
with humble love and holy fear.
In the land that lies before Thee,
Forget not us who linger here!
May the shepherd’s lowly calling,
ever to Thy heart be dear!
Gezegende Jezus, wij smeken U
met nederige liefde en eerbied.
In het land dat voor U ligt:
Vergeet ons niet, die hier nog verwijlen.
Bewaar de nederige oproep van de herders
eeuwig als een kostbaar geschenk in Uw hart.
Blest are ye beyond all measure,
thou happy father, mother mild!
Guard ye well your heav’nly treasure,
the Prince of Peace, The Holy Child!
God go with you, God protect you,
guide you safely through the wild!
Mateloos gezegend bent U,
gelukkige vader en liefelijke moeder.
Bewaak uw hemelse Schat goed.
de Vredevorst, het Heilig Kind!
God is met jullie en beschermt jullie
Hij leidt jullie veilig door de woestenij!
Koor en allen ‘O little town of Bethlehem/Een diepe nacht’ – Trad. Sytze de
Vries / Tune Forest Green – K 1, A 2, 3
1 O little town of Bethlehem,
How still we see thee lie!
Above your deep and dreamless sleep,
The silent stars go by.
Yet in thy dark streets shineth
The everlasting Light,
The hopes and fears of all the years,
Are met in thee tonight.
2 Het zwijgen van de lange nacht
bewaart een stil geheim:
hoe God, de mensen toegedaan,
als één van hen wil zijn.
Zo ongehoord verschenen,
zo klein en zonder macht,
komt Gods genade aan het licht.
Een kind betrekt de wacht.
3 Gezegend Kind van Bethlehem,
dat onze harten wint,
wij bidden dat ook Gij bij ons
een onderkomen vindt.
De eng'len zingen glorie,
de morgen wordt begroet.
Het is de echo van dit lied
die ons ontwaken doet.
GEBEDEN EN GAVEN
Dankzegging en voorbeden met als gezongen respons Lied 367d (bew.):
A
Stil gebed
‘Onze Vader’ (gezegd in de oecumenische versie)
Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd,
Uw Koninkrijk kome,
Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij onze schuldenaars vergeven.
En leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van de boze.
Want van U is het Koninkrijk en de kracht
en de heerlijkheid in eeuwigheid.
Amen.
Inzameling van de gaven
Traditiegetrouw is de collecte in de Kerstnachtdienst bestemd voor het Hulpfonds
voor de Minima. Dit fonds is ingesteld door de Gereformeerde Kerk en de Rooms
Katholieke Parochie. Alle inwoners van Kampen met een minimuminkomen
kunnen in noodsituaties een beroep doen op dit fonds voor hun eerste
levensbehoeften.
Tijdens de inzameling luisteren we naar het koor met:
Koor: ‘Three Kings’ – P. Cornelius (1824-1874)
(Solo: Lucie Tromp en 6st. koor met koraal ‘Hoe helder staat de Morgenster’)
Three Kings from Persian lands afar
To Jordan follow the pointing star:
And this the quest of the travellers three,
Where the new-born King
of the Jews may be.
Full royal gifts they bear for the King;
Gold, incense, myrrh are their offering.
Drie Koningen uit verre Perzische landen,
volgen de wijzende ster naar Jordanië.
Dit is de zoektocht van de drie reizigers,
naar waar de pasgeboren Koning
der Joden zal zijn.
Beladen met koninklijke gaven voor de Koning;
Goud, wierook, mirre zijn hun geschenken.
How brightly shines the morning star!
With grace and truth from heaven afar,
our Jesse tree now bloweth.
Hoe helder schijnt de Morgenster!
Met genade en waarheid vanuit de hoge hemel,
wordt de stam van Isaï bewogen.
The star shines out with a steadfast ray;
The kings to Bethlehem make their way,
and there in worship they bend their knee
as Mary’s child in her lap they see;
Their royal gifts they show to the King;
De ster wijst met een onafgebroken straal;
De koningen volgen de ster naar Bethlehem
en daar knielen zij in aanbidding neer,
Als ze Maria’s kind zien, in haar schoot;
ze geven hun koninklijke geschenken aan de
Gold, incense, myrrh are their offering.
Koning
Goud, wierook, mirre zijn hun geschenken.
Thou Child of man, lo, to Bethlehem
The Kings are travelling, travel with them
The star of mercy, the star of grace,
shall lead thy heart to its resting place.
Gold, incense, myrrh thou canst not bring;
Offer thy heart to the infant King.
U Mensenzoon, voorwaar in Bethlehem.
De Koningen reizen, reis met hen mee.
De ster van genade, de ster van gratie,
zal uw hart leiden naar de Bron van rust
Goud, wierook, mirre kunt u niet brengen;
Schenk uw hart aan het Koningskind.
Of Jacob’s stem and David’s line.
For thee, my Bridegroom, King divine,
my soul with love o’erfloweth.
Thy word, Jesu, inly feeds us,
rightly leads us, Life bestowing.
Praise, O praise, such Love o’erflowing.
Uit Jakob’s stam en uit het geslacht van David.
Voor U, mijn Bruidegom, Goddelijke Koning.
mijn ziel stroomt over van liefde.
Uw woord, Jezus voed ons,
leidt ons op rechte paden, die levens behouden.
Prijs! O prijs, die overstelpende Liefde!
BESLUIT
Lied 481 (couplet 2 met descant)
1 Hoor, de englen zingen de eer
van de nieuw geboren Heer!
Vreed' op aarde, 't is vervuld:
God verzoent der mensen schuld.
Voegt u, volken, in het koor,
dat weerklinkt de hemel door,
zingt met algemene stem
voor het kind van Bethlehem!
Hoor, de englen zingen de_eer
van de nieuw geboren Heer!
2 Hij, die heerst op 's hemels troon,
Here Christus, Vaders Zoon,
wordt geboren uit een maagd
op de tijd die God behaagt.
Zonne der gerechtigheid,
woord dat vlees geworden zijt,
tussen alle mensen in
in het menselijk gezin.
Hoor, de englen zingen de_eer
van de nieuw geboren Heer!
3 Lof aan U die eeuwig leeft
en op aarde vrede geeft,
Gij die ons geworden zijt
taal en teken in de tijd,
al uw glorie legt Gij af
ons tot redding uit het graf,
dat wij ongerept en rein
nieuwgeboren zouden zijn.
Hoor, de englen zingen de_eer
van de nieuw geboren Heer!
Zending en zegen
Slotlied: ‘Ere zij God’
‘Ere zij God in den hoge
en vrede op aarde
in mensen een welbehagen.
Amen’.

Er is nu gelegenheid elkaar te ontmoeten in de Grote Zaal.
Daar wordt warme chocolademelk en Glühwein geschonken.
U en jij bent daar van harte welkom.
Van harte een goed en gezegend Kerstfeest gewenst!
