vonnls - De Telegraaf

Download Report

Transcript vonnls - De Telegraaf

0582341475 Spirit

10:41:49

23- 1 2-201 5 1 t32

vonnls

RECHTBAN K NOORD.NEDERLAND

Afdeling privaatrecht Locatie Leeurvarden zaaknummer / rolnummer:

CllT/l3Ûl03

/ FtA

ZA

13-303 Vonnis van 23 december 2015 in de zaak van de stichting STTCTTTING

CLAIMSTICÌITTNG

gevestigd te Apeldoom, BOT'WSTATE

V,

eiseres, advocaat mr. A.M. van Heest te Rotterdam, tegen

I.

J.E.M. BOTIWTIUIS, rvonende te

2.

Apeldoorn, H. \ryIEGEL, rvonende te Oudega, gedaagden, advocaat mr. L.C.M. Berger en mr. C.M, Reijnen te Amsterdam.

Partijen zullen hiema respectievelijk rvorden.

de Claimsticlrting, Bourvhuis en Wiegel genoemd

t.

De procedure 1

.l.

Het verdere verloop van de procedure blíjkt uit: - het incidenteelvonnis van 23 april2014; - de conclusie van anhvoord van

4juni

2014 - het tussenvonnis van 1 I

juni

20 I 4; - het proces-verbaal van comparitie van

I

december 2014; - de conclusie van repliek van 28 januari 201 5, tevens houdende akte aanvulling grondslagen van eis en vermeerdering van eis; - de conclusie van dupliek van

I

april 2015; - de akte uitlating producties van 20 mei 2015.

1.2. Bij

brief van 3 december 2014 hebben Bourvhuis en wieget verzocht om aanvulling van het proces-verbaal.

Bij

brief van 4 december 2014 heeft de Claimstichting daartegen bezrvaar aantekeningen gemaakt. De rechtbank is na raadpleging van de schriftelijke van de griffier van oordeel dat van een kennel[jke verschrijving geen sprake is gelveest en dat het proces-verbaal geen aanvulling behoeft. Ten overvtoede rvüst de rechtbank erop dat de door Bouwhuis en Wiegel getvenste aanvulling geen rol speelt bij onderstaande beoordeling door de rechtbank.

4s82341475 Spirit 1O:42:02 23-'12-2015 2 t32

c/r7ll30l

03 HA

zA

l3-303 23 deeember 2015

L3. 2.

Ten slotte is wederom vonnis bepaald De feiten

2.1.

De besloten vennootsclrap Bourv State V B.V. (hierna: Bourv State

V)

is een op 8 mei 2008 opgericht beleggingsfonds rvaarin belegd rvorclt in onroerend goed. Enig aandeelhoucler en bestüurder van Bourv State

V

is Bourv State Flolding

ll

B.V. (hierna: Bourv State Flolcling

ll).

tinig aa¡rdeelhor¡de¡'en bestuurder

tot l5

maart 2010 Bourvltuis Investments Bourvhuis Investments van Bourv State Flolding

II

rvas ll B.V. Enig aandeelhouder en bestuurder van

ll

B.V. is Bouwhuis. Va¡ral'

l5

rnaart 2010 is Capita Ficluciary B.V.

(lriema: Capita State l'lolcling Fiduciary) bestuurder va¡: Bourv State

lloldirg Il.

De aandelen van Bouw

tl

zijn per l5 nraart 2010 overgedragen aan de Stichting Adrninistratiekantoor Bor¡r,v State Beheer (hierna: STAK).

2.2.

De uitgilte van obligaties door Bourv State

V

is ee¡r initiatief van Bourvhuis Vastgoed 8.V., rvaarva¡r Bourvhuis oprichter en enig aandeelllouder is. Bourvhuis was rnidclellijk aandeelltouder e¡r trestuu¡'cler vir¡r in totarl zcs vastgocdfondsen, rvirarorrder Bourv State V.

2.3.

De obligatiehouders vau llourv State V rvorcle¡r vertegellrvoordigd door cle Stichtíng Obligaliehouclcrs [Jourv State V (hierna: cle Stichting Obligatiehouders). lvâs tot l¿t nraart 2013 enig lrestuurtler van cle Stichting Obligatiehouclers.

Wicgcl

2.¿1.

Dc Cllainrstichting is

bij

rrotariële akte va¡r 30 nrei?013 opgerícht, ln

artikcl3

r,an dc statutc¡r is hct docl van cle Clainrsticlrting ornschrcvcn.

llierilr

staìat, voor z-ovcr v¿uì belang: "¡lrîîhel 3. DOI;L l:N ,'l:ßMAGßN 3.1 l)t: sriclliug lte t'li tan doel he't itt ¿la nlct'sl ruinc :iu dt,s x,oods hahøligttt't,tn ic halattgr:u rzut (lira<:t td'ítttlirecl) sunrcnhwtguul uc! lour ßot,:rr'steill I'c..r, rrít¡'e¡¡ct't tt ohligaties.

3.2 7-ij trucht hat doal ul.ç lttlockl in llø'tikal 3.I te heraikcn tloor uultr neer: (.. ) c) lrct {:ottodifl iust¿llen vutt reclúsvuzlerinp¡en ufs hedacld ¡n urtikel 305¿t t'un lJoek 3 ycm het llurgcrlijk ll'ethotk en arrikel 210 tun lÌock 6 v¿n lrct lhn'garlijk ll'ethack eu undere racht.rt,ortlerin¡¡e,n; (... t vor

2.5.

I3ij de Clairnstichting hebben zich 55 declnemers aangemeld door middel van een deelnamel'ormulier. f)eze deelnemers houden in totaal 99 van de 155 obligaties clie cloor Bourv State V zijn uitgegeven"

2.6.

Bouw Statc V heeft op I

juni

2008 een prospectus vern'reld, voor zover van belang: uitgegeven. l-lierin staat 2

0582341 475 Spirit 1O:42:13 23-12-2015 3 t32

cl

t7 I 130t03 HA

Z^

¡ 3-303 23 december 2015 "1, SAilIENVATTING (...) Doelslellirtg Het d.ael van Bouw Stale l' is door de aankoop, exploitalie ett verkoop van vastgoed, (...) een vast beleggingsrendenßnt ten behoe,u,e van de obligatiel¡ouders te realíseren.

(...

)

De objecleu Ten behoeve obiecren van Bonv State lt Bl' en Boutv State Spørzje I'SL =al een vijftal objecten aangekocht vorden. De bevínden:iclt in de plaatsen Kerþ'ade. lloordrecht, Helnrcnd, Ðeyenter en Ibi:a (ES). De aankooppr$s van de obiecten, exclusief overdrachtsbelasting en venlervingskosten, bedraagt € I 7.8 I 1.98J. De totale huu'opbrengst voor lp! eerste jøar bedraagt € 1.391. I 57. (...) Fìtuwcíering De Nederlandse obiecten van Eouv State l' 8.1". nillen v,orden geJìna¡¡cicrd door ndddel r,a¡t een hypothecaire Jìnanciering bíj SNS Property Fi,tance voor 7 I oÁ van de ge!æxeerde taarden. tlet restant :al *'arclen gelinancierd door middel van de ohligatielening, u,elke een nradnnle on*,a¡¡g ,-au € 7.750.000:al hebben.

(...) Kentgegevetts vau de oblígatíes - de 8,1%vastgoedohligaîie dient lerfinancieringvan State Spanje l'SL: de vastgoedportefeuílle van Boutç State l'Blr en Bawv ' lrceft een loopt$d van 7 jacr (uitcrlijk tot I 2 jturí 2015) nrct de nøgelîjkheid voor Bout, Slate l' o¡n na het tlerde jaar veru'oegd afte |ossen; - biedt de obtígatieløuders eenjaarlijk vast rendentent van 8, I Yo perjaar: - heeft een uitgífteptijs per obligatie von naninaø! € 5A.000 (exclusicf 3%o enissiekosten): (.,.)

'

als zekcrheíd v'ot dt aan de obligatíehoutlers het 2' tzcht van h1'potheek verstrekt ap !rct Nederlandse vastgoed en het !" recht van lq,'potlrcek ap het Spaanse vaslgoecl door nidde! von cessie; - naandelijkse uitkering van het rendenent.

.RisÍc¿'s Be[eggen brengt ø\\íjd bepaalde negøtief beïnvloeden. risico's net ziclt ntee- O¡wen¡,achte ontvikkelingen ktrnnen de rendenenten lt[et nanrc vordl gette:en op de rísico's van leegstørtd vsn taslgoed en prÇsfuctuatíes ap de vastgoednnrkt. In het slechtsle geval lüilurcn oblígatiehauders lnu volledige inleg verlie:en.

(...) 2. NSICOFACTOREN 2.1 Algemeen Hierna v'orden de rísicoþctot'en van de gevolgen vermeld die voor ablígotìehouders ran betekenis en relevan!

ijn

in het licitt en de vaarschijnlijkheitl ervan. Derhalve :ijn niet alle nogelíjke rísicofactaren vermeld- (...) Aangezien de salvabilíteit efl tiquid¡teit van Eoutt'State lt Bl: volledig gebaseerd:ijn op de explaitatíe van de vaslgoedportefeuille vorden de risíca's die hiermee verband houden besproken. (...) Híeronder zíjn rtsìco's genoenrd die næl het behee¡, lrct hottden vnu en tle erploìtnlíe vnn de vastgoedportefeuílle gepoonl l*ttrten Eaan (...)

:

3

0582341475 Spir¡t

'lO:42:24

23-12-2015 4 t32

c/t7lr30r03

HA 23 december20l5

zA

13-303 4 2.6 Itet leegshtndsrisico Dit is lrct risico tlut óén ol'nrccrdere ohjecten uit cle vrstgoe(lportcfeuíllc nct beëindigítzg ran cle lunutvereenkonrst nrct de hetrefþnde lnw'der, niet clirect opniettv verhuu¡'d kunnen vordut IIet gevolg totala huuro¡threngpt lagier knn uitvullen tlnr in tlit prospectus beeroot. Dit kott gcvalgcn lrcbhe n vot¡r cle Jìnatrcii!le posîtie ran Bouv' Staîe l' Bl'e n'$ Bot¿¡¡,ñ¿¡le þruye 1"5'l o,rt e.t,¿ ¿te renlL'- eìt trflossingsterpliclúingen tc kunnen valrlar:n. (,., ) (...) 2,1 3 Risíco gereluteenl nnu hel hyputhcekrechl op l¡¡¡.ri.s v¿r¡¡ d¿ Psrollel Dcl)t (.!it hot{dc van de ohligatielening van IJoutt' Sf¿tle l' Rl' fueft ietle re Ahligatiehou¿ler een vonlerirtg o¡t Boutl Stetc I' BI'. Tot :ckerlrcicl t'utt dtt uakonúttg vtut lnarterpliclilíngen jegcns cle Obligatielnude rs ril ltooftle van de:e ohlígatielening, lrceft lJouv,State l' Ill'een lryltothcekreclrt (tttede in rang) geva$ti!:d op he! vastgoed itt i¡'ctlerltntd tl¿ü ßotnv Stott l' lll'in eigentlottt lrceft vcrAregen. T'evens heeJi lloutl Slt¡te l' lll" een cer.stt

lryTntlrcekrecht terkregen op het Spuuns onxterend E¡otd. l'mrrege lrct gr

(...) eil d.rLu'tril:e or¡k inclírat't tot¡ l¡cl vttstgoc¿|.

(.. ) 7. NE STRUCT'UUII (.. ) 7.1 Bonw Slttl¿ V ß)/ Ilt¡u¡'Stute

l'

IJI', de ui!gevntla iuslelling,, is o¡tgt'riclü ¡nr S nrci 2008 (.- .).

(.. ) Ilct nuutsclut¡tpclijl; kupilaol vutr lloutt Snrc l' Ill' he tlruogt € 90.000,-.

(..) 7.2 ßouty Stute Spnnje l: SL Ilouty Stute Spurie l'SL ís apgericht pr:r 28 tnei 2008 t¡tull." dt: nøum Ihi:a Peulhottsa Sl.. (...¡ l)e nuant vtut lhi:a l'unilnuse SL :<¡l :lt.n'r,la¡t gevtj:igd i¡t lJout¡'State Spanje l'S[".

(." ) l Ìe

(.)

! noolscln¡rytelijk kopittnl vut Hot¡t State Spanje l' SI. hcdruu¡¡t € 3. lA0,-.

7.4 StÍchtÍng Ohlignfichontlus Boutç Stula V Dt ohÌigutielnu¿ler,r',çonlen verregen*oordigtl ¿loar ¿le Stichtiug Ahligatie lnuders ßoutl.1¡¡¡l¿ l'. I)e:e sticlting is spcciau! o¡tgcriclil '¡'or¡r lpt hehortígun vttn de btktnge¡¡ vtut da ohligutíaluxulers e¡t:íel onclcr onclere loe o¡t tru.çttktt apge.rleld (...). De v)or:ittt)r wm de slichting is tlc lucr Il. ll'iegttt, u'e/Åc ¡s oungettelct duor de

058234147s Spirit

10:42:37

23-12-2015 5 t32 c/r7 I r30t03 HA

zA

t3-303 23 december 2015 uitgevende [nstellittg. Daantaasl beslaat hel bestuur uit fit,ee bestuursleden

til

het núdden van de obligatiehouders velke ín een vergaderíng van oblígatiehorders :al varden geko:en.

(...) 8. DE BELEGGINGEN (...) Botttt' State I' Bl' en Bouv State Sprznje l' SL :illett per I 2 jtuti 2008 juridisch eigenaar ¡,orden van de objecten.

De abieclen ziitt alle verkregen van externe partijen. Er is geen sprake yan lransacties net gelieerde erz/of terbonden partíjen.

(...) 8.2 Dc vastgoedponefcnílle De vastgoedportefeuílle vastgoedabjecten tig! verspreid over Nederland en Spanje (lbi:a) en bestuat tit verhtutrde objecren. De in lloordrecht, Helnrcnd e¡t op Ihí:a ben-elfen geheel nieut'e panclen.

(...) Ihízn, (..,) (...) Iterugegevens

Hwu'ders Expiratíedatuut Botuy'aar

Totale

huur

Gepragnosticeerde

luw.

(...) lbi:a Penlnuse Nederland 8.1,.

19-06-2A18 2008 € 372.000

€ 372.0A0

Het obiect gelieerde vardl I¡ntrinkonsleu gekocht tzu te gatnnderen.

de projectantv'íHielaar. tlet object is verhutu.d øaÍ ee,l aan initiatiefttenrcr part$. Doar Bamvlwis l|astgoed B.l'. is een coneerngat'antie verstrebt aan de verlnntrder on de (.

)

9. FINANCTEEL 9,1 Definøucíête posítíe en geldstonrcn (...) Fotttlsínvesterìng Aankoopprijs onroerend

goert Aankoopkosletl

l:e*rijgittgsprijs onroerend

goed LiErida!íereserve Fandsinvestering

Hypothecaire

geldlening

,lchtergestelde lening Botnvhttis I'astgoed

Bl'

Eigenvern'øgett Bo¡w State

B.I'. Obligatie

Áantal

participaties

€ l7.8ll.g\¿

t.32t.lï1 € t g. t 36.168

250.000

€ 19.386.468 lA0% € 10.j0A.000 53%

I.

ÛA.1AA

6%

€ 236.46g

t%

7.7j0.000 J0%

/jj

De totale investering exclusiefIiguiditeitsstorting bedraag € tg. I36.169.

Dit kan vordett ottden'erdeeld in de tatale investering ín het Nederlandse vasrgoed voor € I 5.700-5 l 2 en de lotale illl.esterittg ín het Spøanse vastgoed vaor € 3.1J.5_956.

(...) Doør Bonr Slate l'BY zal een bedragvan € 3.320.A00 v'orden doorgestort aan Bou:r,, State Sponje l,'SL, on de aankoop vun hel Spaanse onraerend goed voor € 3.100.000 financieren. Hierdoar ontstaat een hypothecait'e vardering en tle overdrochtsbelastítrg van € 2l 7.000 te vrllt Botrlr' State

l'

81, op haar ¿lochterntaatsclnppij 5

054234147s Spirit 1O:42:47 23-12-2015 6 /32 c/17l130t03 t-LA 23 december20l5

zA

l3-303 6 Iloutt State Sparyc,SL vocn' lrct lolttal bedr¿,g van € i.i20.000. Eonv State Spa4je l'SL ver.rtrekt Irct recht vøt lo It¡,potheek o¡t het Spaunse I'aslgoecl oan hoar utoeder nnatschappii lloilü Stl:'te l' 8l'. ßouv S,,r.re l' Bl'verpønd ¿lit recht a¿m de Stichtittg Obligatiehoucþrs Bonv St(rte t'(.,.).

9.2 ll/uunlerÍng punden (... )

Locutíe

(. ")

Konpsom

Ovcr¡lrachlsh¿lttslìng l/cncen'¡ttgsLost¿tt Totuul (.. ) lbi:o, Spatde {:3.1A0.000

É'217.000

€ I

18.9i6

€ 3.135,956 I)¿ r'errrer¡'ing.rkosten heslaan uit notarjskoste¡t, uukelutu"skosten, accounltrntskoslen cn een aunhreng'rergacdiug vutr 3,I 96 tner de koopson. De nr:nthrertg'ergotúing konrl len großtc ¡'rul llo¡lrr,/¡¡li.r

l'astgoul lì. l'. ¡,.. ¡."

2.1.

ln bijlagc

lV

van het prospectus z¡jn de obligatievoonv¿rarden opgenc,mcn. t-lierin sterat, voor zover van be[ang: "( ..") 4.IIFLOSS ING EN ¿l,.tNtíOOP 1. L.(lossíng \,.tot'da I e n'uldttlun¡ óétt.itttri ttltt¿lui:ø¿rl ucht (...) itt dt ¿,er.rta :es ((¡) uoundcn ut dc uit¡1ifie niat doorguot dortrgautt kon le t'ttt¡ da I.liltlttt't'nde |ustelling vustgoetktlljcclttt ttuttkupan df yoldottt uutt ¿l¿ in lrt Itnxpcc'tus om.tcltt'eve¡t ke n nrc r ke n vt n d e b t' o ogdt :.trs I Nrte dp ort t l¿ ui I I a.

(...) B. TRIIS'I'EE (rb: Sticlrting Obligatichourlcrs lJourv Stütc V) nulere gevollen die in clc-c Übligutievçorlt'ar¡rd¿n o.f ic 7'ntstakte vorelen genoe tn¿|, v,ordatt ie recluen ¡:n btlungcn ¡'¿w dt Obli.sutiehouclers,:otrtl ttganoter t.l¿ 'l'rnslea ) :o¡t¿ler lnn f¡¡s.rc¡¡Aor¡r.rl ¿le llilgevcnde lnstallirr uls tttgenavar tlerdcn (atulers tkur daor de 'l'n¡stee nrct innclttttt:uti ng wrn tla T'rushkte uitgeocfand e n o¡ttrtden.

(... ) IA. UITOEFENING I',{,N RECIITEN lA. I Op ell; nonrcnL nudut de Obligaties onnktttellijh hanolhtuu' :!jn gevordtn, krl.r.t dc 'l'tttst¡:c naot' :üt, 'li'uslae ,iee,tl tlut cle:t nodig is au ¿le hepaliugen vau cle:e Ohligiievoartyaurtlen aJ'te tltv'ittgett. Da'li'ustee kun cle:e procerhr¿ ulleen heginrcn v'ututeer hij l¡ierlue t'ur:acht is rloor e ttt sclu'(ielijk beslui! vun tÞ te r¡¡trcleriug vur Ohligulieln)wttrs cn clit hc.sluit naor:iitt in:itlü volth¡e¡túa is gev'uurhorgtl. lcn Obligatieluwtler nw¡¡ slechts een proceclurc hegínnan tegen tle tlitgevencle lnslelling op lnt notnent ¿lat rle'{i.rtstec ilel.tsl cct, procedm'e le st.ûlen bintrcn een uJ:ieubarc t$d en dit ver:uint vot¡rtrlwtrl.

2.8.

Bijlage

Vll

van het Stichting Obligatiehouders. prospectus is een kopie van cle akte van oprichting van de hlierin slnat vermeld, voor zover van belang:

0582341475 Spirit

10:42:59

23-12-2015 7 /32

c/t7il30103

HA

ZA

13-303 23 december20l5 "(..,) Anìkcl 3. Doel.

De Stichtittg lrceJi ten doel het aplreden als trustee nrct betre$;ing tot de Oblígatielening, u,aaronder begrepen het ad¡xinistreren van Abügaties, ander neer daor het útoefenen van de aan díe Obligatíes verbonden rechÍen, het innen van de op de Obligaties verschijnende renlen en andere uitkeringen en let tittvinnen van de :ekerheidsrechten die len behoeve van de Stíchtíng ter:ekerheid van de nakonúng van de verplichtíngen van de Uítgevnde hlr,telling uit haofde tan de Obligalies:ijn gercstigd, het uÍlkeren van die voordelen en uitkeringen aan de Abligatiehouders, alsnrcde het verrichten ,*an al hetgeen daarnede verband houdl, tíén en snder nqt inachnemûtg van de tnßtakle."

2.9.

Bijlage

VIII

van het prospectus is een kopie van de trustah1e. Hierin is opgenomen, voor zover van be¡ang: " (...) Anì*cl 8. Trustee.

(...) 8.1 ìÍet út:andering van het uîlbrengen van eett sîcrn h een I'ergadering, alsnnde ín eventüele andere gevallen die in de:e Tntstakle worden genoentd, varden de reclÍen en belangen wn de Ahligatiehouclers,;owel tegenovr de Uitgevende instelling als legenover derden (anders dan de Trustee) zonder hwt tussenkonsl door de Tnßtee uítgeoefend en venrgenonßn. Individnele Obligatiehøudet-s ktmnen in de sítuatie als bedoeld in de voríge ;in løn dìt lid niet rechtstreeks optreden (...) 8. I0 Ðe Tntstee is ter :ake van de taak die door heu bij de:e hastakte op :ich genonrcn, níeî verdcr aansprakelíikiegens de Ohlígatielnudcrs en de Uítgevende Instellíng dan voor schade yeroonaakÍ door g,.ove

scltuld of grove oPzet van de Tntslee in de uinoeríng'¡,an de door hem bíj de:e Trustakte op :ich genonen take,L Evenmin:al h$ verû,lht'oordeliik zijn voor enige duad of nalatigheid vot't personen of instellingen, te :íjner goede trouv ingeschakeld itt de uitvoering vnn:íjn u,erkaantheden.

(...) A ¡tìkel I 0, Vemroegie opeísbaørheî d; lVîjzìg ing rechten.

(...) I0'1 In spaedeisende gevallen, nals reorgattisatie, dreigendfaillissement of dreigende stu.céance van betalîng van de Uitgevende hrtellitrg, :ull

l'oor het al datt níet gebnik nwken daor de Trustee van de in de vorige zin yan dir lid verleende bevoegdheid, dan wel de vli:e van gebruik waken daarvant, alsmede de gevolgen dacnan, is de Tntsree nimmer aansptaketijk behalve in geval van grove sclwld ofgrove ap:et vc.n de Tnçtee.

I0'5 Ðe Trustee is vorden toegelicht." gelrcudet indien hij de onder lid 4 van dit artikel bedoelde handelingen lnefr ven icht, binnen een nßand da,ortn een ltergadering le houden, vaarin de motieven voor het verríchten va¡z de:e handelingen

2.10.

Door het ondertekenen van een deelnameformulier hebben de obligatiehouders zich verplicht om obligaties van Bourv State V aan te kopen en hebben zij verklaard volledig bekend te zijn en akkoord te gaan met de inhoud van het prospectus en de bülagen.

Ook hebben zij door ondertekening van voornoemd formulier een onherroepelijke volmãcht verleend aan de Stichting Obligatiehouders, met het recht tot substitutie, om voor en namens hen alle documenten en akten te ondertekenen en alle handelingen te verrichten die 7

4s82341475 Spirit

10:43:13

23-12-2015 I /32 c1t7il30103 HA

ZA

t3-303 23 decemberZAIS

I

noodzakelijk, nuttig of rvenselijk mochten blijken om de overeenkomst te effectueren, een en ander met inachtneming van hetgeen in lret prospectus is bepaald.

2.1I

.

De obligaties ziin rond l2

juni

2008 uitgegeve¡r. Naast het bedrag van € 50.000,00 per obligatie diende tevel'¡s een bedrag van

1.500,00 per obligatie aan uitgiftekosten te worden betaald.

2.12.

Reeds in 2007, vóór de opriclrting van Bourv State V, heeft Bourvhuis tle (nog in aanbourv zijnde) penthouses op lbiza gekocht. Ilourvlruis rvas in die tijd bezig met het oprichten van de verschillende Bourv State fondsen, waar hij vastgoed voor rvilde vel'lverven. Bourvhuis heeft voor de aankoop van de penthouses te lbiza drie koopovereenkomsten gesloten met drie verschillende partijen, die op hun beurt elk een koopovercellkomst hadden gesloten nret de projectontrvikkelaar Valor Real (hielna: de projectontrvikkelaar). Gedure¡rcle de bourv van de penthouses berr¡stte de eigendom van cle pentlrouses bij de projectontrvikkelaar. De projectontrvikkelaar had te¡l beltoeve van de boulv van cle penthouses een bot¡rvkrecliet verkregen van de Spaanse Bank BBVA. Tot zekerhcid voor cle terugbetaling van het bourvkrcdiet heeft cle Spnanse Bank een hypotheekrcclrt ¡ra¿rr Spaans recht verkregen op cle - nog te bourven - pcnthouses.

7.13.

De oorspronkelijke particuliere koper vau pcnthouse 28 op lbizn, mevroutv Nelson.

rvas ruct cle pro.icctontlvikkel¿ar cett koopsonr van € 927.91l,3tl (inclusief tÌ1'W) overeerrgekornen. onderhandse ln een op 7 scptenrher 2007 opgenrnnkt coutr¿¡ct, neergelcgcl in een akte, i.s llourvhuis nret Nelsou overeengckomen clat lrij het koopcontract van Ilaar overneeutt voor een beclrag van € 224.582,00. die Nelson rceds lrad voldaa¡r. vermeerclerd Dit beclrag [restnat uit de aanbetalingen rnct een koopsonr van 6 39.695,00 voor de ovcnlanle van hct contræt. Bourvhuis hce [t lret bedrag van € 224.582,00 op 7 septenrber 2007 betaald vanaf zi.in privé barrkrekening.

2.14.

Pentlror¡sc 30 is oorspronkelijk door cle heer l'-erilli gekocht voor cen koopsom van G 720.313,30 (inclusief B-l-W). Op

3l

oktober 2007 heeft Bourvht¡is een indeplaatsstellingsovereenkomst rnet

llerilli

gesloten, neergelegd in een onderhandse akte, rvaarin staat dat Bourvhuis het koopcontract heeft overgenornen voor een bedrag van € 642.499.36. Dit bedrag hestaat uit de cloor Ferilli gedane aanhetalingen van

I44.062,00 in totaal en een koopsonr van € 498.437,36 voor de ovenrnute van het contract. I'let hedrag van të. 642.499,36 is op

3l

oktober 2007 va¡ral'cle bankrekening van Bourvhuis Vastgoed belaald.

2.15.

Penthouse 3

I

is oorspronkelijk door Ceseliando SL gekocht voor sen koopsom van

I .091 .400 (inclusiel'UTW). ln dc tusse n Bor¡lvhuis err Geseliando SL gesloten overcenkonrst van loczegging van koop, ncergelegd in een onderhnndse akte en gedateerd 29 augustus 7007, zijn Bourvhuis en Geselianclo SL onder meer overe€ngekomen dat Bourvhuis een bedrag van € 55,000,00 in contanten aan Geseliando SL zal voldoen en een bedrag van € I 63 .7 1 0,00 per bank. Flet bed rag van € 5 5.000,00 ziet op de koopsom voor de overname van het contract en het bedrag van

I 63.7 I 0,00 op de aanbetalingen die Geseliando SL aan Valor Real heeft voldaan. De betaling heeft op een andere rvijze plaatsgevonden dan overeengekomen. Bourvhuis heeft op

l0

september 2007 een bedrag van € 40.000,00 in contanten betaald en een bedrag van

178.710,00 per bank, via de privé bankrekening van Boulvhuis. Voorts lreeft Bor¡rvltuis op

l0

september 2007 een bedrag van € 54.570,00 van ziin privé bankrekening aan Valor Real lrclaald.

0582341475 Spirit

10:43:30

23-12-2015 9 t32

clt7tß0ta3 HAzA

l3-303 23 december2015

2.16. Bij

e-mailbericht van I februari 2008 heeft de projectonnvikkelaar geschreven, voor zover van belang: aan Bourvhuis "(...) On our last reunion vitlt tlrc conslnrctiofl conrpan), "Fert ov' t|l", on 28th of Janua4t, 'çe notíced that the staÍe

af

building tras slíghtly behind schedule.

Åfter several e-rplot'otory tallis rrith the buildíng nøtßgentent ve hm'e been pronised by the head of contpony that tlrc project wíll bee Jinished in April 20t8.

(...) As soo¡t the búlding is fnished ve The receptíon of these vill be appls,ittg

þr

the needed dacnuenÍs øt the appropriale tov,¡tlto¡tse.

vill toke approximately 30 days. Therefore ve caluúate Íhat the siguing at the nota,y ca,l take placefrom 20th of Jure 2A08 otr. (...)"

2.17.

Op l9

juni

2008 heeft de projectonhvikkelaar voor zover van belang: per e-mail aan Bouwhuis geschreven, "(...) Utrfortwalely r¡'e have to ínform yo¡ tttat once again a delay is arase vhich uot attributable to us but if reason is that the required tlocutnents ft'an the tovtt hall not ye¡ have been received. (...) I can thereþrc cottJirnt herewitlt that u'e con sigtting ar the nolatyf-on I9 July 2A08. (...)" 2'¡

I'

Bouwhuis van de penthouses heeft de op obligatiehouders vervolgens laten informeren dat de lbiza omstreeks 20 levering

juli

2008 zou plaatsvinden. De penthouses lvaren rond die datum echter niet gereed. De projectontrvikkelaar heeft nadien nogmaals meerdere keren aan Bourvhuis taten rveten dat de penthouses gereed w&ren voor oplevering, daarvan in

terwijl

rverkelijkheid geen sprake was. Voor de verhuur van de nieuwbourvrvoning moest een vergunning rvorden verkregen. Vanrvege bourvgebreken en het feit dat de penthouses nog niet af waren, kon het voor de afgifte van die vergunning benodigde certificaat van voltooide bourv niet worden aangevraagd. Voorts rvas de projectontrvikkelaar in financiële moeilijkheden komen te verkeren.

2.19.

Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting Bouwhuis verklaard, voor zover van belang: van

I

december 2014 heeft "lledio 2008 concludeerde ik dat de boutv niet op schena líep en dat er geen keiharde data varen taarap alles Haar zou;iirt. Een probleen *,as ook nog dat de projectonhvikkelaar ingevalge de aanneentovercenkonrs! algemene voontasrde¡, ítr geval van calamíteiten de levering net achttien nøanden nocht opsclmiven. Die nagel$kheid hadden vij niet. II'ij hadden tn da! getal aok niet het recht cle overeenkontst te ontbinden.

ofde Inmíddels hadden vij vel veel kosten gentaakt en verd de angst dat de onn¡ikkelaor om zot vallen steeds groter.

De aanbetalingen die tk ttt 2007 heb gedaan bedroegen o,rgeveer

I,l

ntiljoen. Dan ging het om een aanbetaling op het vastgaed, daor mij:elfgedaan op basís van een achtergestelde lening.,,

2.24.

De eerste vergadering van de obligatiehouders van Bourv State V heeft op 4 december 2008 plaatsgevonden, in aanrvezigheid van Boulvhuis en rrViegel. Blijkens het verslag van de vergadering heeft een obligatiehouder de volgende vraag gesteld: "(...) 2. l(otden er uitsluitend verhuzu'¿le objeclen aangekocht ofook \eegstartd en project onhvikkeling?

9

0582341475 Spirit 1Q:43:43 23-12-2015 10 t32 c/l71130103 HA

zA

l3-303 23 december20lS t0 De lver Bolrthnis geeft antvoord: Nee er v'orck geen prajectotútrikkeling enkd leegslaantle objeclen øangekocht."

2.71.

Om het fouds liostendekkend te nralien diende er een oplossing te kome¡r. Blijkens lret proces-verbaal van de terechtzitting van

I

december 2014 heeft Borrrvhuis te dien äanz¡en opgemerkt: "tliteindelijk hehhen vii lsesloten on cleJincntcicríngvttt het bouvprojecl eloor de Spaanse hank aver le nenrcn ont o¡t clie nxtnier dc eíge ntktn nedr orrs toe tc halen. Die be.slissing lrcbben vij in 2A09 genomeü ncl v-eel vikkett en Í'ege,t. I)i¡ rr,¿¡.r aok in ot'erleg net ltticgel" ll:ij rt'islen *'el d¿ft tle Spcttutse hank het re clú van eerste lrypotltcek had- Ik nrcest lrct þncls verder /ìncutcieren en effectueren en dat is gelukl, øtdars :ou¿len wíj ollcen een tordering op cle Jaillittc boedel hcbhcn gehad.

bij rrii niet dirccl eut

lin

lu! [¡estuun \eu cÈn eerst recht vnn lq'pothee k'nn de S¡tutu.re ltank v'isl ík in 2A07 nJ'(...)."

2.22.

Bliikens voornoernd proces-verb¡ral heefl V/iegel op dit puïrt verkl¿lûrd "(... ) lk kenl,: hat prospeúus. lL hcb iltr.t uturll gakekcn uunr

(

.) dt risica's. (l dot goul r

ullcett ot'tr lJr¡u¡r' ,S¡¡¡/e l', nuutr ottar olle "/ìnulx:tt.

(...) Ik ùnk dçt llouvhuis utg ítt 2008 vnn úe ¡trobleux:tr itt Sprutjt o¡t tle luxtgtc haeft gestcld. ll'ij hadden eíglnlijk .r¡.,c,rr Acrr.r, Ik kon uij tti¿:t Irrinncrett oJ'en v,utrtu:et' ik de ohliguticlu¡wle r"^ op le hoogte

lrb

¿4estcltl. Dul :ul in rccltl v¿ttt ctrste h11to!lrcek dat de Stichting Ohlíguticluxulers r'olgens het praspectus :t¡t¡ tt¡t:kon¡eû eventuae!

Ik herinur nì

j

nie t oJ' ik utij tluorbi

j

hí:h lilÍsìt lcitlu¡t cloor urt ike

I

10.5 tttn elc I\astokte, Itc! k¿tn l,e st :tjn dut ik nit:! hi¡urcn ean uoutxl le oblignticlnwlers op da haogte lrcb gesteli. lta¡ was ap dtrt ntofiß,tt clc t:ttigt nogeliikheíd tlie er l.;.'us cn ik vncl ¿lttt hat ¡¡e,heurut nntes!."

2.23.

Als gcvolg viln cle overnanre van het projcct ten aanzicn van de drie pentlrouscs zijn er op 30 maart 2A09,7 me i 2009 sn 30 oktober 2009 leveringshandelingen verricht ten bchoeve van lbiza Penthor¡se

tlolding

Sl, - nog voordlt cle penthouses geretd \,v¿lre¡r - en rverd het krecliet van de aannemer overgenomen door sclruldoverneming. Schuldoverneming heeft eveneens plaatsgevonden in maart, mei en oktober 2009 door het aangaan van indeplaatsstellingsovereenkontsten, waarbü lbiza Pentlrouse Flolding SL de plaats van Valor Real als schulde¡raar van de Spaanse Bank

BBVA

overn¿rm. Flet door de Spaanse Bank BBVA verkregen recht vân eerste lrypotheek op de penthouses is ongewijzigd gebleven. I-let beslt¡it tot het verlenen van toestemming voor het aangaan van voomoemde indeplaatsstellings-overeenkomsten is op

l0

maart 20û9 door Wiegel genomen als bestuurder van de Stichting Obligatiehouders op grondvan arlikel 10.4 van de trustakte.

Wiegel ivas op dat moment enig bestuurder van de Stichting Ohligatiehouders.

0582341 475 Spirit 1O:43:57 23-12-2015 11 t32

cltTtßua3HAzA

r3-303 23 decemberZA|S

ll 2.24.

De overgenomen hypotheekschuld bedroeg € 4i8.366,83 ter zake penthouse 28, € 3 70.55 8,62 ter zake penthouse 30 en € 408.959,33 ter zake penthouse 3 I , in totaal een bedrag van

€ l.l

97.884,70.

2.25.

Begin 2009 is Bourvhuis gescheiden van z[jn echtgenote. De advocaat van zijn echtgenote (mr. Bartels) heeft de Bourvhuis Groep vervolgens in de media beschuldigd van fraude. De voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam heeft de handehvijze van de advocaat als onrechtmatig gekrvalifi ceerd.

2.26.

Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting Bourvhuis onder meer verklaard: van

I

december 2014 heeft "De anhviHcelíttgen in 2A08 gingen heel ntel. Korl nadat vij het besluit begin 2009 hadden genonten om de lìnancieriug aver le nelnen en het besluit nþes! worden afgetvikkeld brak de pleuris uit door de actíe van Qttote en Bartels. Íl'íj lrcbben lwrd geverkt on een reddingsactie ttit te voeren. Iltij 'wiste¡t v'el da, v,ij het aan de oblígatiehouders ntoesten voorleggen naar hebben dot toen rrog r?iet gedaan, (..,)"

2.27.

Op 9 november 2009 heeft in aanwezigheid van Bourvhuis en lty'iegel een vergadering van obligatiehouders plaatsgevonden. In het verslag staat vermeld, voor zover van belang: "2. ToelíclttÍttg olgenrcen door de ha¿r J.EM. Bonwhuîs (...) Het negatieve eigen vernrcgen kanl voort ui! een geconsolideerde balans waî opgenaak is voar hel ecltscheídingsdassfer. De verntogeùspositie is ernstig aangetast door de econontisclrc crísis en al hetgeen v,at heeft plaatsgevonden.

1. (...) (...) ltanuit de :oal konÍ er een vraag over de besturen vø¡¡ de verschillende stichtingen van de Boutv Slate Obligatiefondsen. (...) De heer llliegel bevesligt dat er inderdaad per stichting een bestutr is, maar dete komt ,rrct nsme in aclie als er een heel groat probleem is in eenran die fondsen en dal is tol nt, loe niet gebeurd. (...)"

2.28.

De banken hebben nadien aan de continuerïng van de financieringen van de Bourvhuis Groep een eis verbonden, namelük de aanstelling van een interim-bestuurder.

De Boutvhuis Groep is vervolgens geherstructureerd. Voornoemde herstructurering is geêffectueerd met het nemen van een herstructureringsbesluit door de besturen van de Stichtingen Bourv State Fondsen I tot en met

VI

op 2 februari 2010 op grond van artikel 10.4 van de trustakte. Het besluit is namens de Stichting Obligatiehouders Bourv State

V

door Wiegel genornen. ln het kader van de herstructurering Holdíng en Bouw State Holding zijn de aandelen in Bourv State

II

overgedragen aan de Stichting Administratiekantoor Bouw State Beheer (hierna: STAK), rvaarin Bourvhuis geen zeggenschap heeft. Bourvhuis heeft aßtand gedaan van alle functies en bevoegdheden binnen de Bourv State Fondsen en binnen de Bourv State Ho¡dings. Capita Fiduciary B.V. (hierna: Capira Fiduciary) is benoemd tot bestuurder van de vastgoedfondsen. Verder is besloten om de vorderingen van de Bouw State Fondsen en de obligatiehouders op de Bouwhuis Groep vennootschappen gedurende hveejaar buiten incasso te stellen.

2.29.

Op 22 februari 20

l0

zijn aan het bestuur van de Stichting Obligatiehouders heren H. den Boer en B.D.N.A. van der Tas toegevoegd.

de

0542341475 Spirit 1O:44:2O 23-12-2015 12 /32

c/l

7/l 30 I 03

tt{ z^

I 3-303 23 december20l5

l2 2.30.

Op26 oktober 2010 heeft een vergadering van de obligatiehouders van Bouw Stale

V

plaatsgevonden. In het daarvan opgemaakt verslag staat onder meer vermeld: "(.. ) De voor:itter licht aun tlc ho¡ttt v¿tn een presentutie de situnlie rond lrcl fotuls tac. Itet fond.r heslaat uit hree j urirlísche entite ilen, le ve te ü Sorrìr, ,St¿¡le l' B.l'. e¡t lhi:¿t Penthouse Ilolclittg S. L. (in pros¡teclus Bant Slate Spanje I'5.L.), De aun¿le len v¿u lbi:a Petúltouse :ijn aìtijcl gehoud¿t¡ cÌoor de hecr Boutrluús. Cn¡sita il de afgelopen nasnden be:ig gev'ea.rt ant canlrole te verkrijgen otcr tlc aawlelen door middel vc.il ee,t de aonrlclen rerltuncl te krijgen aan llau:¡'' State l' B.I'. De Jìnuttciering tloor ßouu'ln,is I'o:;tgoed ß.1'. is in JAA| oterge,n,rrctl eloor ßßl'¡1, een Spururse llctnk. De ín de ¡trospeclu.t tlwils eloar nnt'ktourstcuuligheden 6,69'a îe bedrtrgen. genoentle Jinøtcieringsrente van 5,2Yo blijkt I)e lwn'ot,¿recnkoutsî net lhi:ct Pe¡tthouse Nedcrlantl BI' l'ostgoed I).1'. Iir i.ç clus een laS4ere huuropbrengst dun'¡'en¡,çtlt¡. De lnpere Jìnturcie ríngslaslen in conl¡inatíe nrct lugere htnu'inkontslen en onthreken lrrl r¿'.rdn'c.T hceJi geleicl lol stski,tg:vcm de ahligtrtíererrlelrutdlinge,r.

(..)".

2.31.

Capita Fiduciary heeft ti.jclens een verg¿ìdering van obligatiehouders rrp I

I

april 201

I

besloten de penthouses te kcrop

lan

te bieden en cle verhuur le staken, onìdat de exploitatie vân hr:t Spaanse vastgoed naar hct oorcleel van Capita Fiduciary nict rendabel korr geschieden. l"let S¡:aiurse vastgoed is uitcindelijk verkocht voor ecn bcdrag vnn

I.490.000,00 in totaal. Vnn de verkoopopbrengst uitgekeerd ¿ìan cle obligatiehouders, is een bcdrlg van

193.750,00 oflervel eerr bedrag v¿rn

1.250,00 per otrligatie. Vart het Ncclsrlandse vastgoed is het pand ¡n Deventcr vsrkocltt en v¿ln clc verkoopopbrengst is een lreilrag v¿rn

155.000,00 flÍrn dc obligatiehouclers uitgekeerd, hetgeen neerkonrt op een bedrag v¿rn € I .000,00 per oblig¿rtie. lJourv Strte V hecli cle rentetretalingen aa¡] de olrligutiehoudcrs na 2 februari 2Al2 - ond¿ìnlts hc'rhaald verzock en so¡nnìatie - niet hervat.

2.32.

De cleelncmers van de Clairnstichting hebben de Clainrstichting in nrei 2013 kraclrtc¡rs lastgeving de opdracht verstrekt om ds cloor herr gcleden schade ten gevolgc van onrecl'¡tmâtig hanclelen vnn (onder meer) I]ourvhuis en Wiegel onder ândere ûp hen te verhalen. ln het deelnamelormulier staat in dit vcrband vcnneld, voor zover vart belang: itilichtiugen (pros¡tcctus ttctnsprakeliikhe itt), het uttrekhtn vun gelclan ( ... ) t'olu' tude rc bedrijfrvre enile toe:iclil honden o¡t de fusttdin¿¡ vt:rl

7.33. Bij

brieven van 23 augustr¡s 2013 heeft de Claimsticlrting Bourvhuis en Wiegel aansprakelijk gesteld voor alle schade die de Claimstichting en haar deel¡emers geleden hebben of zullen lijden ten gevolge van onrechtmatig handelen van Bourvhuis en Vy'iegel. ln voornoemde brieven heeft de Clainrstichting Bûuwhuis en Wiegel voorts uitdrukkelijk uitgenodigd tot het voeren van overleg over de te betalen schadevergoeding.

2.34"

Bourvhuis en Wiegel hebben al'wi-izencl iedere aansprakelijkheid van de haud gervezen.

op lret voorstel gereageerd en hebben

0582341475 Spirit

10:44:39

23-12-2015 13 /32

c/17/t30t03

FIA

zA

t3-303 23 decembel2015

l3 2,35.

Ter verzekering van verhaal van haar vordering heeft de claimstichting conservatoir beslag laten leggen op aan Wiegel in eigendom toebehorende (onverdeelde aandelen in) onroerende zaken.

3.

Het geschil

3.1.

De Claimstichting vordert - na verrneerdering van eis en verkort ïveergegeven de rechtbank

bij

vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

-

dat I. a. voor recht verklaart dat Bourvhuis, al dan niet in zijn hoedanigheid van (middellijk) bestuurder van Bourv state V B.v. jegens de Obligatiehouders in Bourv state v

B.v.

onreclrtmatig heeFt gelrandeld, althans dat Bourvhuis behoeve van Bourv state b[i uitgifte van het prospectus ten

v

B.v. jegens de obligatiehouders in Bourv state v

B.v.

onrechtmatig heeft gehandeld, althans dat de door Bou'ivhuis gebezigde gedragingen de obligatiehouders in Bourv State

v

B.V. als onrechtmatige daad krvalificeren; jegens I. b. voor recht verklaart dat Wiegel, al dan niet in zijn hoedanigheid van bestuurder van de Stichting Obligatiehouders Bourv State

V

B.V. jegens de Obligatiehouders in Bourv State B.V. onrechtrnatig heeft gehandeld, althans dat de door hem gebezigde gedragingen jegens

V

de Obligatiehouders in Bourv State V B.V. als onrechtmatige daad krvalificeren;

IL

voor recht verklaart - op vordering van de Claimstichting in haar hoedanigheid van lasthebber van de bij haar aangesloten gelaedeerden - dat Boulvhuis en Wiegel ten gevolge van voornoemd onrechtmatig lrandelen hoofdelijk aansprakellik zijn voor de ten gevolge daarvan door de Obligatiehouders in Bourv State V B.V. geleden schade;

Ill.

ter zake van de onder punt veroordeelt - tegen behoorlijk

II

bedoelde schade Bouwhuis en Wiegel hoofdelijk bervijs van krvijting - aan de Claimstichting in haar hoedanigheid van lasthebber van de bij haar aangesloten gelaedeerden te betalen: a. primair ter zake van niet betaalde obtigatierente een bedrag van € z.?05.224,ia, en, b. primair ter zake van niet terugbetaalde obligatie-inleg een bedrag van€.4.949.999,40, te vermeerderen met de rvettelijke rente vanaf I 3

juni

201 5 tot aan de dag van algehele voldoening, althans, c. subsidiair ter zake van onrechtmatige rekening-courântopnames een bedrag van € 2.080.000,00, te vermeerderen met de rvettelijke rente vanaf 28 januari 2015 tot aan de dag van algehele voldoening, en, d. subsidiair ter zake van onrechtmatig ten laste van de obligatie-inleg betaalde obligatierente een bedrag van € 278.091,49,te vermeerderen met de rvettelijke rente vanaf 2Sjanuari 2015 tot aan de dag van algehele voldoening en, e. subsidiair ter zake van het onrechtmatig aan de obligatiehouders onthouden van een eerste recht van hypotheek op het Spaanse vastgoed een bedrag van

1.068.43 7,5 8, te vermeerderen met de rvettelijke rente, vanaf 28 januari 201 5 tot aan de dag van algelrele voldoening, en,

0542341475 Spirit 10:¿14:55 23-12-2015 14 t32 ct t7 I 130103 HA

ZA

I 3-303 23 december 2015 14 f. subsidiair ter zake van de ¡riet verschafte achtergestelde lening een bedrag van

¡ .100.000,00, te venneerderen met de rvettelijke rente vanaf 28 januari 2015 tot aan de dag van algehele voldoening, en, g. subsidiair ter zake van het niet verschafte eigen vermogen een bedrag van € 2l 8.468,00, gerekend vanaf 28 januari 20 I 5 tot aan de dag van algehele voldoening, althans, h. meer subsidiair een door de rechtbank te bepalen bedrag,

lV.

met veroordeling van Bourvhuis en Wiegel in de proceskosten, inclusief de beslagkosteu.

3.2.

Bourvhuis en Wiegel voeren verryeer cn concluderen tc,t ¡riet-ontvankelijkheicl vnn dc Clairnsticlrting in haar vorcteringen tot sclraclevergoecling en voor het overige tot afrvijzing van de vorderingen van de Clain'rstichting, met veroorde lirrg van de Claimstichting in cle proceskosten.

3.3.

De rechtbank zal in het hienravolgencle ingaan op de stellingen en verÌ!'eren van partijen voor z-over relevant voor de beoorcleling.

4.

Dc stantlpuntc¡r v¿rn

partijen

e¡r de bcoordeling d:r:rn'an

4.1.

'l'r¡ssen 3:305a

)ntwu*cliikheid

partijen is niet irr geschil

drt

de Clairrrstichting er:n stichting is in de ziu r,¿rn artikel l¡d

I

BVi/ cn drt cle Claimstichting karr rvorden ontvangen in lraar colleclieve actic voor zùver clie ertoe strekt verklaringen vuor rcclrt te verkrijgen clat Bourvhuis en Wiegel - kort gezegd - onrechtmatig jegens de obligntiehouders in Bourv Statc V hebben gehandeld lrr dit verba¡rtl is voorts onrveersproken door clc Claimstichting gesteld dat zij door rnidclel van het versturen van cle brieven van 23 ougustus

20ll

- zoals rveergegeven in reclrtsoverrveging 2.30. - voldoende heefl getracht hct gevorderde door overleg ntet Bourvhuis en Wiegel te verkrijgen, zodat de rechtbank ervan uitgant dat aan het bepaalclc in artikel 3:305a lid 2 BW is voldaan.

4.2.

'fen aanzien van de door de Claimstichting ingestelde vorderingen tot vergoeding van de door de otrligatiehouders geleden sclracle - in haar hoedanigheid van l¿rsthebber van de gelaedeerden (de deelnemers) - hebben Bouwhuis en Wiegel aangevoerd clat dc Claimstichtirrg niet-ontvankelijk is in haar vorderingcn, Volgens Bourvhuis en Wiegel hebben de obligatiehouders de last op basis wÍrarvåuì de Claimstichting de vorderingen tot vergoeding van schacle heeft ingestelcl, al privatief aan de Stichting Obligatiehouders verstrekt en kan deze last maar eenrnaal worclen verstrekt- De Claimstichting heeft het verweer van Bouwhuis en Wiegel gemotiveerd betrvist.

4.3,

Alvorens de standpunten van partijen ten aanzien van de privatieve tast te bespreken overweegt de reclrtbank als volgt. Aangezien de Claimstichting ontvankelijk is ten aanzien van de gevraagde verklaringen voor recht, zoals ook niet ter discussie staat tussen partijen, zal de rechtbank die vorderingen eerst beoordelen. Vervolgens zal de rechtbank oordelen over de ontvankelijkheicl ten aanzien van de overige door de C laimsticlrting ingestelde vorderingen.

0582341 475 Spirit 10:45:1

1

23-12-2015 15 t32

c/t1/t3at03

FIA 23 december 2015

zA

13-303 15

4.4.

Verklaringen voor recht De rechtbank stelt vast dat de Claimsticliting de gewijzigde eis en grondslagen.

haar eis en de grondslagen daarvan blj conclusie van repliek heeft gelvijzigd en vermeerderd. Bouwhuis en Wiegel hebben tegen die rvijziging en vermeerdering van eis geen venveer gevoerd. dat de rvijziging in strijd is met de goede proeesorde, Nu voorts niet is gebleken zal de rechtbank oordelen op basis van

4.5.

Tussen partijen is in de kern genomen in geschil of Bourvhuis en Wiegel persoonl[jk aansprakelijk kunnen rvorden gehouden voor het - grotendeels - onbetaald en onverhaalbaar blíjven van de vorderingen die de obligatiehouders op Bouw State

V

hebben.

De Claimstichting stelt in dit verband - kort gezegd - dat Bouwhuis en Wiegel onrechtmatig jegens de obligatiehouders hebben gehandeld op grond van artikel 6:162 BW juncto artikel 2:9 BW en voor rvat betreft Bourvhuis mede met toepassing van artikel 2:l

I

BW. Bourvhuis heeft onrechtmatig gehandeld door zijn taak als middetlijk bestuurder van Bourv State

V

onbehoorliik uit te oefenen en Wiegel heeft onrechtmatig gehandeld door zijn taak als bestuurder Wiegel van de behvisten Stichting dat zij Obligatiehouders onrechtmatíg onbehoorlijk uit te oefenen. Bourvhuis en jegens de obligatiehouders hebben gehandeld. Ten aanzien van de in dit verband tussen partijen opgekomen gesclrilpunten ovenveegt de rechtbank als volgt.

4.6.

De rechtbank stelt voorop dat er, in geval van benadeling van een schuldeiser van een vennootschap door het onbetaald en onverhaalbaar blijven van diens vordering, naast de aansprakelijkheid van de vennootschap mogelijk ook, aftrankelijk van de omstandigheden van het concrete gevat, grond kan zijn voor aansprakelijkheid van degene die als bestuurder (i) namens de vennootschap heeft gehandeld dan wel

(ii)

heeft belverkstelligd of toegelaten dat de vennootschap haar rvettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt. In beide gevallen mag in het algemeen alleen dan rvorden aangenomen dat de bestuurderjegens de schuldeiser van de vennootschap onrechtmatig heeft gehandeld rvaar hem, mede gelet op zijn verplichting tot een behoorlijke taakuitoefening als bedoeld in artikel 2:9 BW, een voldoende ernstig venvijt kan rvorden gemaakt. Als maatstaf geldt in de onder (i) bedoelde gevallen of de betrokken bestuurder

bij

het namens de vennootschap aangaan van verbintenissen rvist of redelijkenvijze behoorde te begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden, en in de onder

(ii)

bedoelde gevallen

ofhet

handelen ofnalaten als bestuurder van de betrokken bestuurder ten opzichte van de schuldeiser in de gegeven omstandigheden zodanig onzorgvuldig is dat hem daarvan persoonlijk een ernstig venvijt kan rvorden gemaakt (vgl. FIR I december 2006, Ontvanger/Roelofsen, ECLI:NL:FIR;2006:A2;0758). De aansprakelijkheid van een reehtspersoon als bestuurder van een andere rechtspersoon rust tevens hoofdelijk op ieder die ten tijde van het ontstaan van de aansprakelijkheid van de rechtspersoon daarvan bestuurder is (artikel 2:1

I

B\t/).

4.'1.

Aan de hand van voornoemde maatstaf zal de rechtbank eerst het gestelde onrechtmatig handelen van Bourvhuis beoordelen en vervolgens het gestelde onrechtmatig handelen van Wiegel. Tussen partíjen is niet in geschil dat de solvabiliteit en liquiditeit van Bouw State

V

onder meer afhankelijk rvas van de huurinkomsten uit het Spaanse vastgoed en dat het gemis aan die huurinkomsten een belangrijke rol heeft gespeeld bij de uiteindeliike staking van de obligatierentebetalingen aan de obligatiehouders door Bourv State V. Voorts is onrveersproken venvachten is dat Bourv State door de Claimstichting gesteld dat het ook niet te

V

haar betalingsverplichtingen jegens de obligatiehouders

0582341475 Spirit

10:45:32

23-12-2015 16 t32

c/l

7/1301 03

bt{ zA

I 3-303 23 december 2015 16 alsnog zal nakomen, zodat de rechtbank er

bij

de beoordeling van uitgaat dat de vorderingen die de obligatiehouders op Bouw State

V

hebben, onbetaald en onverhaalbaar zullen blijven.

f,.

Bourvhuis

5.1.

De Claímstichting stelt in de eerste plaats dat Bouwhuis Bourv State V door zijn lrandehvijze heeft bewerkstelligd als indirect bestuurder van of toegelaten dat Bourv State

V

haar contractuele verplichtingen jegens de obligatiehouders niet meer kan nakornen en beroept zictr daarmee op de hiervoor in rechtsoverweging 4.6. onder

(ii)

genoemde gevallen" f)e Claimstichting verrvijt Bourvlruis onder meer - verkort weergegeven en voor zover van belang voor de hiernavolgende beoordeling - dat hij (a) Bourv State V een prospectus heeft laten uitgeven terrvijl hij rvist, althans bchoorde te rveten dat het prospectus onjuistheden bevatte, alsmede (b) clat

hij

in 2009 de overname van de penthouses in onafgebourvde en onverhuurbare staat lreel't berverkstelligd, schade in Bouw State V zou ontstaan. terwijl lrij rvist dat daardoor grote ltnanciëlc De stellingen en venvËren van partijen ten aanzien van voonloemde verrvijten zullen in de hiernavolgende overwegingen (nader) worclen uiteengezet.

5.7.

(u) Mislcidancl pros¡tectus Dc Claimsticlrting stelt i¡l clit verbnnd - verkort weergcgevr:n doorvoering van het hcrstructureringsplau - dnt cle obligatiehouders tta is gebleken dnt het door Bourv Stnte

V

uitgegevert prospectus op rvezenlijke ondertlelen urisleidencl is gerveest in cle zin víìn artikel 6: 194 IIW d¿rn rvel 6: l93b BW, rvaarcloor dc olrligatielroutlers dc obligaties heblren aangcscltaft op basis va¡r cerr bcrvr¡st

V

SL pcr l2

juni

2008 juridisch eigenaar zouden rvorclen van cle objecten en dat de vastgoedportef'euille in Nederland e¡r Spanje uit verhuurcle objecteu ztlu bestaan, onjuist dan wel onvolledig gebleken. Daartoe stelt de Clainrstichting dat de penthou-ses op lbiz-a niet direct na oprichting van het vastgoedl'onds van de projectontrvikkelalr zijn gekoclrt en dat van afgebourvcle pentltouses en daadrverkelijke verlruur daarvan eve¡rmin sprake is gerveest. I"let in het prospectus doen voorko¡nen alsof het ging om kant en klare pe ntlrouses die direct verhuurd zouden worclen, is volgens de Claimsticlrting van doorslaggevend belang gelveest voor de rendementsberekening in het prospectr¡s en voor de deelnamebeslissing van de obligatiehot¡ders. De Clai¡nstichting stelt voorts dat na de herstructurering is gebleken dat er niet een eerste recht van hypotlreek aan Bouw State V was verleend (en verpand aan de Stichting Obligatiehouclers), mflar aan een Spaanse bank genaamd BBVA. Dit tern,ijl in het prospsctus zr:nder voorhehoud staat vermeld dat Bouw State V een eerste recht van hypothcck heeft verkregen op lret Spaanse onrocrend goed en Bourvhuis tijdc'ns de comparitie van partijen van

I

dscember 2014 hecfi verklaard dat

hij

in 2007 van het bcstaan van het eerste recht van hypotheek van de Spaanse bnnk afwist. Om die reden is het prospectus ook op dit punt misleidend gewecst. Daartoe stelt de Claimstichting dat de toegezegde hypothecaire zekerheid van groot belang is geweest op de deelnamebeslissing van de obligatiehouders, omclat een eerste recht van hypotheek de sterkste zekerheidspositie biedt. Ook staat in het prospectus vermeld clat er geen sprake is van transacties met gelieerde of verbonclen partijen. In werkelijkheid was daarvan echter wel sprake, aldus de Claimstichting. Bourvhuis had ruim

I .100.000,00 aanbetaald op de penthouses zonder enige vorm van zekerheid te bedingen en had dan ook een aanzienlijk f inanciee I belang bij de penthouses. Bourvhuis krvalificeert daamree als gelieerde partij. Het onvermeld laten vun

0582341475 Spirit

10:45:52

23-12-2015 17 t32

clt7lß01a3 HAZA

l3-303 23 december20l5

t7

dit privébelang van Bourvhuis in het prospectus had volgens de Claimstichting alleen tot doel de deelnamebeslissing van de obligatiehouders te beïnvloeden. De Claimstichting stelt voorts dat Bourvhuis betrokken rvas

bij

alle beslissingen die door Bourv State V rverden genomen en dat Bourvhuis als enig (middellijk) bestuurder van Bourv State V volledig veranhvoordelijk rvas voor de inhoud van het prospectusn zodat hij wist, althans behoorde te lveten, dat het prospectus onjuistheden bevatte. Gelet daarop, op het feit dat Bourvhuis geen enkele poging heeft ondernomen om de obligatiehouders over de rverkelljke feiten te informeren en op het feit dat Bourvhuis door de in 2007 verrichte aanbetalingen in privé als (indirect) aandeelhouder een persoonlijk en financieel belang had bij de uitgave van het prospectus, acht de Claimstichting de handehvijze van Bourvhuis onrechtmatig.

5.3.

Bourvhuis voert tot zijn venveer aan - samengevat rveergegeven - dat artikel 6:194 BW dan rvel artikel 6:193b BW niet op aansprakelükheid van de bestuurder ziet, maar op aansprakelijkheid van de uitgevende instelling, te weten Bourv State V, en dat voor de aansprakelijkheid van de bestuurder dient te zijn voldaan aan de vereisten van artikel 6: I 62 BW, aan de hand van de norn van artikel 2:9 BW. In dit verband voert Bourvhuis aan dat

hij

er ten tijde van de uitgifte van het prospectus vanuit ging - en er gezien de omstandigheden op dat mornent ook vanuit mocht gaan - dat hetgeen in het prospectus tvas opgenomen, bervaarheid zou rvorden, zodat van misleiding geen sprake lvas. Zo kan uit het prospectus rvorden afgeleid dat ten tijde van de uitgiPte van het prospectus nog níet alle panden waren geleverd. In artikel 4.1 van de obligatievoonvaarden staat volgens Bourvhuis ook vermeld dat het fonds zal proberen om alle panden binnen een halfjaar te verkrügen.

Dat dit niet is gelukt is het aangekochte penthouses gevolg van het feit dat de projectonhvikkelaar de op Ibiza niet tijdig gereed heeft gekregen en - midden in rvat later de kredietcrisis bleek te zijn

-

in grote problemen krvam te verkeren. In de aanloop naar de start van ltet fonds heeft de projectontwikkelaar volgens Bourvhuis echter consequent doen voorkomen alsof de penthouses tijdig gereed zouden zijn. Bourvhuis voert verder aan dat de penthouses na de levering per direct zouden zijn verhuurd aan Ibiza Penthouse Nederland B.V. voor een periode van tien jaar. Dat de projectonhvikkelaar een enorrne vertraging zou laten ontstaan rvas votgens Bouwhuis op voorhand niet te voorzien, In dit verband voert Bourvhuis verder aan dat men pas na uitgifte van het prospectus op de hoogte is geraakt van de vertragingen in de bouw die vertragingen in de levering tot na de start van het fonds ten gevolge hadden. Ten aanzien van het recht van eerste hypotheek heeft Bourvhuis tot zijn venveer aangevoerd dat de penthouses op Ibiza ten tijde van het uitbrengen van het prospectus nog in aanbourv lvaren- Volgens Bourvhuis rvas het de bedoeling dat het door de Spaanse bank BBVA verkregen recht van eerste þpotheek op de penthouses na oplevering zou rvorden overgedragen aan lbiza Penthouses Holding SL, rvaarna het hypotlreek¡echt aan Bouw State

V

zou lvorden verstrekt. Doordat de projectontlvikkelaar in de problemen is gekomen en de oplossing voor de nadien ontstâne noodsituatie rverd gevonden in overname van het project en de schuld aan de bank, is daarmee ook de bestaande h¡potheek overgegaan, zodat het recht van eerste hypotheek niet langer verkegen kon lvorden door Ibiza Penthouses Holding SL en Bouw State V. Indien Ibiza Penthouses Holding SL de penthouses conform afspraak van de projectonhvikkelaar zouden hebben verkregen, had voor het bourvkrediet royement kunnen rvorden verleend op de hypotheek- Echter, omdat Bourv State reeds een jaar verstoken was van belangrijke inkomsten kon zij het voor royement benodigde bedrag niet vrijmaken. Met het oog op de continuileit van Bourv State

V

is ervoor gekozen om de hypotheekschuld als deel van de koopsom schuldig te blijven.

Bourvhuis behvist voorts dat hij dient te worden aangemerkt als een gelieerde panij. Het

feit

dat Bourvhuis de koopcontracten in privé heeft overgenomen van de toenmalige kopers en

058234 1 475 Spirit 10:46: 'l

5

23-12-2015 18 t32

cl

t7 I 130t03

t{A zA

1 3-3 03 23 december 201 5

l8

dat cJe penthouses vervolgens rechtstreeks aan lbiza Penthouse Holding SL zijn geleverd, maakt niet dat sprake is van een transactie tussen gelieerde partijen. De eigenclom van de penthouses is nooit overgegaÍln aan Bonrvlruis betaald. Van enige misleiding is volgens Bourvhuis dan ook geen sprake geweest. Voorts betwist Bourvhuis dat het enkele feit dat hij op de hoogte tvas vãn het reilen en zeilen van het fonds en dat hij er een financieel belang bij had, een grondslag voor vereenzelviging op Bouwhuis en lbiza Penthouse Flolding SL heeft ook niet nret Bouw State V oplevert.

5.4.

De rechtbank oordeelt ter zake als volgt. Zoals hiervoor overrvogen itr rechtsovenveging 4.6. lranteert de rechtbank in dit verband de aldaar aangegeven maatstaf voor het antrvoord op de vraag

of

Bot¡rvhr¡is pelsoonlijk aansprakelijk kan worden gehouden voor lret onbetaald en onverhaalbaar blijven van de vorderingen van de obligatiehouders op Bourv State V. Gelet op de stellingen van de Cl¿rirnstichting dat het door Bouw State V ruitgcgeven prospectus nlisleiclend is gerveest en dat Boulvhuis - door zijn lrandelen ol' nalaten als rniddellijk bestuurcler van Bourv State V - i¡r de gegeven oûlstand¡gheden zodanig onzorgvuldig jegens cle obligatiehouders hee ft gehandeld dat lrenr daarvan een ernstig persoonlijk verrvijt knn rvorden genraakt, zal de rechtbank i¡t de eerste ptaats beoordelen bea¡rtrvoord óf het prospectus misleidend is geweest. lndien deze vraag bcvestigend rvordt

zll

de rechtbank vervolgens beoordelen of Bouwhuis daarva¡r - kort gezegd een ernstig persoonlijk venvijt kan worde¡r gemaakt.

5.5.

vrnag Gelet op het mon¡ent varr uitgilte van het prospectus, fe $,eten I .iuni 2008, dielrt de

olhet

prospectus ¡nisleiclend is geweest te rvorden beoorcteeld al¡l dc ht¡td va¡l artikel 6: 194 (oucl) BW ter zlke misleirlcntle reclame. Met cle ínrvcrkingtreding per

l5

oktober 2008 van de artikc.len 6: l93a-.i BW - in rvelke artikelen Richtliin 2005/29lEG geinrplementeerd - ¡noet de aansprakelijklteid voor mislcidencle recliunc jcgens is consu¡nente¡l vanaf dat moment rvorden beoordeelcl aan de lrand

vtn

deze bepnlingen en is artiliel 6: 194 BW alleen nog varn toepnssing op rnisleicling van iemand clic handelt in de uitoefening van zijn beclrijf. Voor zover 6: 194 (ouct) BW jcgens cle oblígatiehouders clic consument zijn reecls conform Richtlijn 2005/29/EC dient te worden geïntcrpretcerd (vgl.

l-lof Arnsterrlanr, 14

¡nei20l3,

ECLI:NL:G}{AMS:2013:C43906) heelt clit geen rvezenlijke gevolgen voor de hiernavolgende beoorcleling tegen de achtergrond van 6:194 (oud) BW.

5.6,

Artikel 6:194 (oud) BW bepaalt dat lrij die omtrent goederen of diensten die door hcm of clegcne ten behoeve van rvie

hii

hnndelt in cie uitoe[ening van een beroep of bedrijf rvorden anngeboden, een mecledeling openbaar maakt of laat openbaar ntaken, onreclrtnratig hnnclclt indicn deze mededeling in een of nreer opzichten misle idencl is.

5.7

.

Voor het antrvoord op de vraag ol'een (rnededeling in een) prospectus misleidend is dient krachtens vaste rechtspraak te worclen uitgegaan van de vernroedelijke verwachting van een gemiddelcl geinformeerde, omzichtige en oplettende gewcne belegger tot tvie de mededeling zich riclrt of die zij bereikt (vgl. ttR 30 mei 200E, ECLI:NL:FIR:2008:8D2820).

Van deze zogenaamde'maatman-belegger' aangeboden mag rvorden verwacht dat hii bereid is zich in de infcrmatie te verdiepen, maar niet dat lrij beschikt over specialistische

of

bijzondere kennis en ervaring- Van misleiding zal tnet name sprake kunnen zijn indien de mededeling onjuist of onvolledig is. De teitelijke vaststelling dat sprake is van een onjuiste of onvolledige mededeling brengt echter nog niet mee dat deze ook misleidend is. Daartoe is nodig dat de mededeling de'rnaatman-belegger' misleidt of kan misleiden en door haar misleidende karakter zijn economische gedrag kan beihvloeden. Ëen mededeling in een

os82341475 Spirit

10:46:35

23-12-2015 19 t32 c,/ t7 I 130103 HA

zA

13-303 23 december 2015

l9

beleggingsprospectus kan daarom pas als misleídend rvorden gekrvalifîceerd, indien redelijkenvijs aannemelijk is dat de onjuistheid of onvolledigheid van materieel belang is voor de beslissing van de 'maatman-belegger'om al dan niet tot de desbetreffFende reclttshandeling over te gaan. In dat geval is immers redelijkenvlis aannemelijk dat de onjuistheid of onvolledigheid het economisch gedrag van de'maatman-belegger' kan beihvloeden (vgl. HR 27 november2009, World Online, ECLI:NL:HR:2009:BH2l6l).

5.8.

In het prospectus, zoals weergegeven in rechtsovenveging 2.6., staat vermeld, voor zover van belang: " 8. DE BELEGGINGEN (...) Eottr Stale I'en Bauu'Stale Spanje l'SL:rillenper 12juni Z01ïjuridisch eigenaary'ordenvonde objecten. De obiecten :iin alle verld'egen van eïertß partijen. Er is geen sprake Ltan transaclies nrct gelieerde enlof rcrbonden parlijen.

(...) 8, 2 D e vnsl o etþ o n efeaì I I e De vastgoedportefeuille ligt versprcid over Nederland en Spanje (lbi:a) en bestaat uit verhuurde abjecten. Ðe vastgoedobjecten Ìn Lloordrecht, I'lelnrcnd en op lbi:a betrellen gelrcel nieuve pauden. (...)"

5.9.

Vast staat dat Bourv State

V

en Boulv State Spanje

V

SL per l2

juni

2008 geen juridisch eigenaar zijn geworden van de penthouses op lbiza, omdat de penthouses op dat moment nog niet gereed waren en de eigendom berustte bij Valor Real (zie rechtsovenveging2.l2.). Hoervel in het prospectus rvordt gesproken van nieurve panden, rvordt voorts zonder enig voorbehoud meegedeeld dat meer) de penthouses op lbiza per dejuridische eigendom van (onder

l2juni

2008 zal rvorden venvorven. Hierdoor rvordt naar het oordeel van de rechtbank de rvaren, althans zouden z{in, indruk gervekt dat de nieurv gebouwde objecten al gereed

uiterlijk

l2

juni

2008 alsmede dat de levering uiterlijk per

juni

2008 geëffectueerd zou zijn. Gelet op het feit dat de penthouses per

l2juni

2008

l2

nog niet gereed waren, de eigendom niet

bij

Bouw State

V

of Bourv State Spanje

V

SL berustte en de bourv van de penthouses op dat moment de facto projectontrvikkeling betrof, acht de rechtbank de in het prospectus gedane mededeling, zonder een voorbehoud ter zake, onjuist en onvolledig.

5.10.

Ook de mededeling in het prospectus dat de vastgoedportefeuille uit verhuurde objecten bestaat is ten aanzien van de penthouses op lbiza onjuist en onvolledig gebleken.

In het prospectus rvordt - zonder voorbehoud - aangegeven dat de vastgoedportefeuille bestaat uit verhuurde objecten. Zoals hiervoor overwogen lvaren de penthouses echter op het moment Ìvaarop het fonds rvas volgestort nog niet gereed, zodat geen sprake lvas van verhuurde penthouses. De rechtbank acht het prospectus derhalve ook ten aanzien van deze mededeling onjuist en onvolledig.

5.11.

Voorts kan uit de feiten, zoals rveergegeven in rechtsovenvegingen 2.13. tot en met 2.15., worden afgeleid dat Bouwhuis voor de aankoop van de penthouses in 2007 een bedrag van (€ 224.482,0A +

178.710,00 + € 54.570,00 =) €, 457.762,00 van zijn privé bankrekening heeft betaald, een bedrag van € 40.000,00 in contanten heeft betaald en een bedrag van€.642.499,36 van de bankrekening van Bourvhuis Vastgoed B.V. heeft betaald.

Aldus heeft Bourvhuis in privé en als enig aandeelhouder en bestuurder van Bourvhuis Vastgoed B.V. in 2007 in totaal een bedrag van

1.140.261,36 in de penthouses

0582341475 Spirit

10:46:54

23-12-2015 20 /32

c/I7lt30103

HA

zA

l3-301 23 decernber 2015 20 geïnvesteerd, transacties met als gevolg dat naar llet oordeel van de rechtbank sprake was van met verbonden en/of gelieerde partijen alsnrede dat Bourvhuis een persoonlijk financieel belang had

bij

Bouw State

V.

De omstandigheid dat de penthouses niet aan Boulvhuis zijn geleverd en Bot¡r'vhuis om die rede¡l geen eigenaar is gervorden van de penthouses doet dnar niet aan af. De door Bourvhuis in privé en via Bourvhuis Vastgoed B.V. verriclrte betalingen ku¡rnen niet los worden gezien van de levering van de penthouses aan lbiza Pentlrouse Holding SL, zodat Bourvhuis en Bouwlu¡is Vastgoed B.V. naar het oordeel va¡l de rechtbank moeten rvorden aangenrerkt als gelieerde partijen. De mededeling in het prospectus dat er geen sprake is van transacties met gelieerde enlof verbotrden partijen acht de rechtba¡rk daarom onjuist en onvolledig.

5.12.

ln het prospectus, zoals weergegeve¡r onder het kopje leiten in rechtsoverrveging 2.6., staat voorts vermeld, voor zover van belang: " (...) 2.1-1 Rísìco gcreltltenl uutt het h¡rpatheekntchl op husìs van de I'¿rallel (. ) llcltt T'evens hctJi liotnr Stqtt l' Ill'eeu eerste h11tollrcckrecht vc'r'Âr'c.r¡er o¡t hct S¡tuturs utroerend gaeLl, (-..) "

5.13.

Vast staat dat de Sparnse bank BBVA ten tijdc van de uitgifte van ltet prospeclus een rccht van eerste hypotlrcek op de penthouses le lbiza had, helgeen vertrand hield nret hct feit dat cle penthouses nog niet rvaren af,gebourvd en gelevercl. V¿rn et:n resds door Bourv State V verkrcgen recht vân eerste lrypotheek rvas aldus geen sprake, zodat ook voor voornocnrde, zoncler v:ur cnig voorbelroud vergez-eldr, nredecleling geldt dat deze oniuist en onvolledig is.

5.14.

llcn en ander in onderling verband en same¡rha¡rg beschourvend, constateert dc rcchtbank clat de gcmidde ld geïnfbrnreerde, omzicl¡tíge en oplettende gervone belegger uit cle mededelingerr in het prospectus de indruk krijgt dat cle gelden belegd zouden rvorden iu bsstaalld en reetls vsrhuurd vastgoed, inclusief zekerheidsrechten (recht v¡ru eerste hypotheek), terrvijl in lverkelijkheid ten aanzien van de penthouses te lbiza vceleer sprakc lvas va¡ì projectontrvikkcling. De in het prospectus gedane mededelingerì over het nrontent van levcring van de pentlrouscs, de verhuur daarvan en over lìet verkrijgen van het rccht van eerste hypotheek zìjn alle gebaseerd op cle aanrvezigheid van algebourvde pentltouses.

Doordat de obligatiehouders in rverkelijkheid risico's hebben gelopen belrorend bij projectontrvikkeling en in het prospectus geen melding rvordt gemaakt van die risico's, is de rechtbank van oordecl dat dc obligatiehouders door het in het prospectus geschctste beeld van investcringcn in bestaande bourv zijn misleid. Imrners,

zij

hebben risico's gelopen behorende bij proiectontrvikkeling zonder dat (voldoende) op die risico's is gewezen in ltet prospectus. t'let zijn die risico's die zich vervolgens ook hebben gemanífèsteerd. De levering van de penthouses heeft veel later plaatsgevonden dan beoogd, de penthouses zijn daardoor rveer veel later verhuurd dan beoogd en de obligatiehouders hebben geen recht van eerstÊ hypotheek verkregen. Gevolg lriervan rvas - blijkens het verslag van een vergadering van obligatiehouders van Bourv State

V

van 26 oktober 201 0, zoals weergegeven in reclltsoverlveging 2.30. - dat de financieringsrente in de tussentijd door marktomstandigheden hoger rvas geworden, dat de huuroveree¡rkomst met lbiza Penthouse Nederland B.V. met daari¡r een lruurgarantie van € 372.000,00 niet kon worden nagekomeu en dat de concerngarantie door Bourvhuis Vastgoed B.V. niet kon rvordeu nagekomen.

Tussen parlijen is niet in geschil dat de hogere linancieringslasten in combinatie met lagere

0582341475 Spirit 1O:47'.13 23-12-20'15 21 t32

c/t7lß0rc3 HAZA

l3-303 23 december20l5 21 huurinkomsten en het ontbreken van reserves uiteindelijk obligatierentebetalingen door Bourv State V.

hebben geleid tot staking van de

5.15.

De conclusie is dat redelijkenvijs aannemelijk is dat het niet vermelden van risico's behorend bij projectonhvikkeling van materieel belang is voor de beslissing van de 'maatman-belegger', in dit geval de obligatiehouders. De rechtbank acht het dan ook zeer aannemelijk dat het in het prospectus geschetste beeld van de aanrvezigheid van afgebourvde penthouses (in plaats van projectonhvikkeling) één van de wezenlijke onderdelen is gerveest waarop de obligatiehouders hun beslissing om deel te nemen aan Bouw State

V

hebben gebaseerd, mede gelet op het venvacl¡te potentiële rendement van Bourv State V. Voorts acht de rechtbank het redelijkenvljs aannemel[ik dat het niet vermelden van de transacties met gelieerde partijen Bourvhuis en Bourvhuis Vastgoed B.V. van materieet belang is gerveest voor de deelnamebeslissing van de obligatiehouders. De transacties bestaande

uit

de aankoop van de penthouses in 2007 door betalingen in privé door Bourvhuis en via

zijn

'eigen'vennootschap (Bourvhuis Vastgoed B.V.), brengen naar lret oordeel van de rechtbank met zich dat Bourvhuis een persoonlijk financieel belang had bij Bouw State V. De (potentieel) daaruit voortvloeiende belangenverstrengeling, in samenhang bezien met het niet vermelden van de risico's behorend bij projectonhvikkeling acht de rechtbank van materieel belang voor de beslissing van de obligatiehouders om deel te nemen aan Bourv State V, te meer omdat onweersproken door de Claimstichting is gesteld dat Bourvhuis de aanbetalingen (in totaal een bedrag van € l. I 40.26 1,36) heeft verricht zonder enige vorm van zekerheid te bedingen. Voornoemde onjuiste en onvolledige mededelingen in het prospectus kunnen daarom geacht rvorden van invloed te zijn gerveest op het economisch gedrag van de obligatiehouders.

5.16.

Het voorgaande leidt tot de slotsom dat Bourv State V door het openbaar maken van onjuiste en onvolledige mededelingen in het prospectus, rvelke mededelingen - zoals Bourv State V rvist, althans had moeten rveten - van rvezenlijk belang zijn gerveest voor de deelnamebeslissing van de obligatiehouders, onrechtmatig heeft gehandeld in de zin van artikel 6:194 BW. De overige door de Claimstichting gestelde en door Bourvhuis behviste onjuiste mededelingen in het prospectus behoeven gelet op het vorenstaande geen bespreking meer.

5.17.

Vervolgens staat te beoordelen of Bourvhuis op grond van artikel 6:162 BW

juncto

artikel 2:9 BW, mede met toepassing van2 l

I

BW, als middellijk bestuurder van Bourv State V aansprakelijk kan rvorden gehouden voor de onrechtmatige daad van Bouw State

V.

Hiervan is sprake indien Bourvhuis een persoonl[jk en ernstig verwijt kan rvorden gemaakt.

Van een dergelijk venvijt zal sprake zijn als Bourvhuis als middellijk bestuurder van Bourv State V rvist of redelijkenvijze had behoren te begrijpen dat de door hem berverkstelligde of toegelaten handehvijze van Bouw State

V

in een onrechtmatige daad van Bourv State V zou resulteren dan wel tot gevolg zou hebben dat Bourv State

V

haar verplichtingen jegens de obligatiehouders niet zou nakomen en ook geen verhaal zou bieden voor de als gevolg daarvan optredende schade. Met inachtneming van de verplichting tot een behoorlijke taakuitoefening als bedoeld ìn artikel 2:9

B\l/

stelt de rechtbank bij haar beoordeling voorts voorop dat van kennelijk onbehoorlijke taakvervulling sprake is indien geen redelijk denkend en verstandig bestuurder zou hebben gehandeld onder dezelfde omstandigheden op een dergelijke (vgl. HR I

juni

2001, ECLI;NL:HR:2001:482053).

rvijze

0582341475 Spir¡t 1Q:47:33 23-12-2015 22 t32

c/l

7/130103 HA

ZA

r 3-303 23 december 2015 22

5.18.

De reclrtbank overweegt als volgt.

Uit

de feiten, zoals rveergegevett in rechtsovenveging2.l2. kan rvorden afgeleid dat Bourvhuis de penthouses op lbiza in 2007 in privé heeft aangekoclrt ten behoeve van de nog op te richten Bourv State fondsen. tJit rechtsovenvegingen 2-16. tot en met 2.19. kan voorts rvorden afgeleid dat Bourvl'¡uis ten tijde van de uitgif'te van lret prospectus wist, altlrans behoorde te welen dat de penthouses nog niet warerì afgebouwd, dat om die reden van verlruur van de penthouses nog geen sprake kon penthouses. zijn en dat er geen recht van eerste lrypotheek ',vas verkregen op de Spaanse De rechtbank is daarorn van oordeel dat Bourvhuis lvist, althans behoorde te lveten, dat ten tijde van de uitgifte van het prospectus geen sprake was van een investering in afgebourvde en verhuurde penthor¡ses inclusiefeen recht van eerste hypotheek door de potentiële obligatiehouders, maar dat de facto sprake was van projectfinanciering. De rechtbank is in clit verband voorts van oordeel dat uit rechtsoverweging 2.19. kan rvorden afgeleid dat Bouwhuis er niet zonder meer op lreelt mogen vertrouwen dat de penthouses binnen de in artikel 4.1. van de obligatíevoorrvaarden gcnoenrdc ternrijn van zes maanden voor leveri¡rg van de penthouses (gerekend vanaf'het moment van uitgifte van het prospectus) gereed zouden zijn. Bor"rwlruis wist immers, ahhans behoorde te welen, dat de aanncmer de levcring op grond van de aannemingsovereenkomst of de algemene voorrvaarcle¡r ¡net achttien m¡anden mocht rritstellen in geval van caltmiteiten, nret nlle risico's va¡r dien. Verder is onrveersproken door dc Clai¡nstichting gestelcl dat Bourvhuis als indirect bestuurcler varr Bourv State

V

de inhorrd van het prospectus heeft bepnald. z-oals hiervoor weergegevcn in rechtsovcrrveging 5.1 1 ., uit de fciten rvorclen Ook kan,

aþlcid

dat Br:urvhuis in privé en als cnig aandeelhoucler en bestuurder van Bourvhuis Vastgoecl B.V. in 2007 in totaal ee¡r bcdrng van

I .140.261,36 ir¡ de penthouses had geïrrvesteerd, met nls gevolg dnl Bourvhuis ¡uar hct oc¡rdeel vnn cle rechtbank als persoonlijk en financieel belanghehbcnde hccft te gelclen

bii

lret dtror Bourv State V gcvt'rercle bele id. Zoals hicrvoo¡' weergegeven in recl¡tsoverrveging 5.15. is onrveersprokerr docr de Cl¿irnstichting gesteld tlat Bourvhuis voornoe¡lde aanbctalirrgcn lrecli verricht zoncler enige vornr van zekcrheid te bedingeu. l'en slotte volgt uit cle niet behviste stellingen va¡r

de

Clairnstichting dat Bourvlruis als indirect besluurcler van Bourv State V. de dagelijkse gâng v¡n znken in Bottrv State

V

bepaalde.

5.19.

Een en ancler in onderling verband e n sanrenlra¡rg oordeel dat Bourvhr¡is be schourvend is dc reclrtbank van op het rnoment van uitgiftc van het prospectils rvist, althans behoordc te rveten dat de obligatiehouders in geval van deelnnme aan het vastgoedfonds dc risico's z-ouden lopen behorend bij projectontwikkeling, terrvijl daarvatr geen meldirrg rverd gcmaakt in het prospectus e¡r Bor¡lvhuis als indirect bestuLrrder van Bourv State V volledig verantlvoordclijk was voor cle inhoud v¿r¡r het prospectus. De rechtbank is voorts van oordeel clat Bouwlruis als indirect bestuurder v¿¡r Bourv State V rvist of'redelijkerrvijs had behore¡r te begrijpen dat het niet vermelden van de risico's behorend bij prcrjectontrvikkeIing misleiding van de obligatiehouders met zich zou brengen op tle wijze zoals hiervoor i¡r rechtsoverwegingen 5 . I 3 . en 5. I 4. overwogen. Verder acht de rechtbank van belang dat Bouwhuis - door de door hen¡ in privé en via zijn 'eigen'vennootschap B.V.) gedane betalingen - als persoonlijk en financieel belanghebbende (Bouwhr.ris Vastgoed heeft te gelden.

Van voornoernde privé-investeringen en het daan¡it voortvloeiend persoonlijk belang is geen melding gemaakt in het prospectus. I-let voorgaande brengt naar het oordeel van de reclrtbank met zich dat bij de uitgifte van het prospectus van de zijde van Bouwht¡is sprake is gerveest vân een 'conflict ol'interest' trlssen enerzijds het persoonlijk en fìnancieel belang van Bourvhuis en anderzijds het belang van de obligatiehouders. Om die reden lrad ¡raar het oordeel van de rechtbank van Bouwhuis mogen worden verwacht extra zorgvutdigheid te

0s82341475 Spir¡t

10:47:55

23-12-2015 23 t32 cltT/130103 HA

zA

l3-303 23 december 2015 23 betrachten bij de informatievoorziening richting de obligatiehouders. Door de uitgifte van het prospectus zonder vermelding van de risico's behorend bij projectonhvikkeling en zondervermelding van het persoonlijk belang van Bourvhuis bij het vastgoedproject toe te laten, heeft Bourvhuis als State middellijk bestuurder van Bourv State V belverkstelligd dat Bourv

v

een onvolledig en onjuist prospectus openbaar heeft gemaakf, hetgeen heeft geresulteerd in misleidende mededelingen in de zin van artikel 6:194 BW. Hiervan kan Bourvhuis naar het oordeel van de rechtbank persoonlijk een ernstig verwijt tvorden gemaakt, zodat ook Bourvhuis op dit punt, in zijn hoedanigheid van indirect bestuurder Bourv State V, onrechtmatig jegens de obligatiehouders heeft gehandeld.

van (b) Doarschuíven penÍhouses

5.24.

De Clairnstichting stelt voorts obligatiehouders na te komen.

- verkort weergegeven - dat Bourvhuis als

middellijk

bestuurder van Bourv State

V

onrechtmatig jegens de obligatiehouders van Bourv State

V

heeft gehandeld, omdat Bourvhuis de penthouses in 2009 via Ibiza Penthouse Holding SL (rvaarvan Bourvhuis enig aandeelhouder rvas) heeft doorgeschoven naar het fonds,

tenvijl hij

rvist dat daardoor grote financiële schade in het fonds zou ontstaan omdat de penthouses

niet aþbourvd

waren en niet goed verhuurbaar rvaren, met als gevolg dat Bourv State

V

uiteindelijk niet meer in staat was haar contractuele betalingsverplichtingen jegens de

5.21.

Bourvhuis voert aan - samengevat weergegeven

-

dat in 2009 rvas gebleken dat de projectonhvikkelaar niet alleen ver achter lag op zijn bouwschema" maar ook dat

hij

in financiële problemen lvas komen te verkeren. Gelet daarop en op het feit dat het fonds reeds een jaar verstoken was van belangrijke inkomsten, is volgens Bourvhuis voor overname van het project van de aannemer gekozen, om ervoor te zorgen dat de penthouses alsnog gereed zouden komen. Deze oplossíng voor de ontstane problemen hield ook in dat het krediet van de aannemer diende te rvorden overgenomen. Er rvas echter sprake van een noodsituatie en om het onroerend goed te verkrijgen diende er volgens Bourvhuis nu eenmaal een oplossing te lvorden gevonden. Het besluit is genomen met het oog op de continui'teit van het fonds op de lange termijn en om de belangen van de obligatiehouders te beschermen.

van

onrechtmatig handelen is dan ook geen sprake gewees! aldus Bourvhuis.

5'22.

Met inachtneming van hetgeen hiervoor is ovenvogen in rechtsovenvegingen 5.17.

en 5.1 8. is de rechtbank van oordeel dat het ontstaan van de noodsituatie in 2009 een rechtstreeks gevolg is gerveest van - kort gezegd - de risico's behorend bij projectontwikkeling, rvelke risico's onvermeld zijn gelaten in het prospectus en ten aanzien waarvan Bourvhuis een persoonlijk en ernstig verwijt kan rvorden gemaakt. De rechtbank is voorts van oordeel dat het in die situatie op de weg van een redelijk denkend en verstandig (indirect) bestuurder had gelegen om de obligatiehouders in 2009, toen bteek van de noodsituatie, alsnog te informeren over de werkelijke situatie en om een vergadering te (laten) beleggen alvorens uiwoering te geven aan de gekozen oplossing voor de ontstane problemen. In dit verband acht de rechtbank mede van belang dat Bouwhuis - zoals hiervoor overwogen in rechtsovenvegingen bedrag van €. 5. 16.

bij

het door Bourv State V gevoerde en 5. I 7. beleid, door 497.762,00 in privé, zonder dat - een persoonlijk en financieel belang had zijn investering in de penthouses voor hij daarvoor enige vorm van zekerheid had

""n

bedongen. Indien dit belang rvordt bezien in het licht van de gekozen oplossing voor de ontstane problemen, kan het toelaten dan rvel berverkstelligen van die oplossing door Bourvhuis zonder machtiging van de vergadering van obligatiehouders, niet rvorden

0582341475 Spirit 1O:48:37 23-12-2015 24 t32

c/l

7/r 301 03 HA

zA

r 3-303 23 decernber20lS 24 aangemerkt als de handehvijze van een objectief en redelijk denkend indirect bestuurder. De gekozen oploss¡ng had immers niet alleen overtlame van het risico van een bourvFrnanciering steeds tot gevolg, tenvijl het recht van eerste hypotheek op de penthouses nog bij de Spaanse bank bleefl, maar ook toerekening van de reeds door Bourvhuis in privé en door zijn 'eigen' vennootschap verrichte betalingen, aan Boulv State V. Daargelaten de vraag of de aanbetalingen in 2007 als achtergestelde lening in het vastgoedfonds zijn ingebracht - de Claimstichting betwist dit - had Bourvhuis de obligatiehouders moeten informeren over de in lret vastgoedfonds ontstane problemen. Dit te meer omdat het ontstaan van die problemen het rechtstreeks gevolg was van de risieo's verbonden aan projectfinarrciering, lvelke risico's ten onrechte niet zijn vermeld in het prospectus, wâarvâ¡l Bourvhuis een persoonlijk en ernstig

venvijt

kan rvorden gemaakt. Daarbij kornt dat die problemen nauw raakten aarr cle belangen van de obligatiehouders. I let venveer va¡l Bourvhuis dat Wiegel als bestuurder verleend voor het aangaÍrn van de Sticlrting Obligatiehouders toestemming had van de indeplaatsstellingsovereenkomsten op grond van artikel 10.4 van de trustakte, kan Bouwhuis naar het oordeel van de rechtbnnk niet baten. De ontstÍrne noodsitt¡atie rvas immers een gevolg van niet in het prospectr¡s onrscltreven risico's die zich hebben verrvez-enlijkt en waarover cle obligntiehouders ook niet op andere rvijze waren geïnformeerd, zodat onder clie omstandiglreden een beroep op de op het fc¡nds en de obligatiehouders van toepassing z-ijncle trustakte niet op gaat.

5.23.

Beicle vorenstnandc verrvijten (lret rrrisleidertd prospectus de penthouses), en ltet doorscltuivell v¡¡n rvclke als de kenr va¡r het gesclril hebben te gelden, leiden zorvel onnfhnnkelijk van clkaar nls in crnclerlinge samcnlrang l:eschoulvcl tot tle conclusie dirt cls handclrvijze va¡r Bourvhuis als inclirect bcstuurder van lJoulv State V zodnnig onzorgvrrlclig jegerrs de obligatielrouclçrs is gerveest, dat hcm claarvan et:n persoontijk enrstig verrvijt kan rvorden gemaakt. De gevordcrde verklaring voor recht clat Bourvltuis in zijn hoedanighe id als midclellijk bestuurder van Bourv Statc

V

onrechtmatig jegens dc obligntiel¡ouders lree[t gelrantlelcl acht de rechtbank daartlrn tocrviisbaar. Dc overige stellingen van de Claimstichting ter zake vcnvijtbaar handele¡r va¡r Bourvht¡is als indirect hestuurder van Bouw State V behoeve¡r om die reclen geen bespreking meer. Cetet op het voorgaancle behoefr de vraag ol'Ëlouwhuis pro se onrechtmatig jegens de Claimstichting heeft gehandcld, ook geen bespreking meer.

6.

Wiegel 6.1

.

Dtl Claimstichting stelt - same ngevat - dat Wiegel als bestuurder van de Stichting Obligatiehouders door zijn handclwijzc heel't bcrverkstelligd oItoegelaten dat Bourv State V lraar contractuele verplichtingen jegens de obligatiehouders niet meer kan nakomen, zotl;rt cle Claimstichting zich ook ten aanzien van \ùy'iegel beroepl op cle onder

(ii)

van rechtsoverrveging 4.6. genoemde situatie. De Claimsticlrting verwijt Wiegel onder nreer - verkort lveergegeven en voor zover van belang voor de lriernavolgende beoordeling - dat hij door het nemen van het spoedbesluit

op l0

maart 2009 inzake de overname van de bourvfina¡rciering van de projectontwikkelaar door Bouw State V, actief heeft bijgedragen aan het prijs geven van de rechten van de obligatiehouders, tenvijl hij op de hoogte lvas van de problemen met het Spaanse vastgoed- ln dit verband stelt de Claimstichting dat Bourv State V tot het momenl van de overname geen contractspartij was bij de aankoop van de penthouses, zodat het niet afnemen van de penthousesjegens de obligatiehouders de enige juiste stap zou zijn gerveest. Door het doorschuiven van de onafgebouwde penthouses heeft Wiegel bewerkstelligd dat Bourv State

V

in financiële problernen krvam te verkeren,

0582341475 Spirit

10:49:12

23-12-2015 25 t32

c/r7/t3at03

HA

zA

13-303 23 december 2015 25 waardoor zij haar verplicht¡ngen jegens de obligatiehouders niet meer kon nakomen. De Claimstichting venvijt Wiegel voorts dat hij de obligatiehouders bewust cruciale informatie heeft onthouden door hen niet - althans in een veel te laat stadiurn, nadat bepaalde onomkeerbare handelingen al rvaren verricht - te informeren over de problemen met de penthouses. Volgens de Claimstichting kan Wiegel hiervan een persoonlijk en ernstig venvijt rvorden gemaakt.

6.2.

Wiegel betwist dat hij zijn taak als bestuurder van de Stichting Obligatiehouders onbelroorlijk heeft vervuld en voert daartoe aan - samengevat Ìveergegeven en voor zover van belang voor de lriernavolgende beoordeling - dat hij geen toezichtstaak had die inhield dat hli toezicht moest houden op Bouwhuis of op de juiste naleving van het prospectus. Ten aanzien van het spoedbesluit van

l0

maart 2009 voert Wiegel verder aan dat het doel van de overname van de penthouses en de projectlrypotheek rvas om de penthouses voor het fonds veilig te stellen en daarmee ook de financiële verplichtingen van Bourv State V jegens de obligatiehouders, Conform de obligatievoonvaarden stond het Wiegel vrü een spoedbesluit te nemen indien daartoe dringende aanleiding rvas. Volgens Wiegel rvas lriervan sprake omdat het fonds al eenjaar verstoken rvas van huurinkomsten uit Spanje, zodat langer rvachten tot een faillissement van Bouw State

V

zou hebben geleid. Wiegel behvist voorts dat het niet afnemen van de penthouses de obligatiehouders geen enkele schade zou hebben berokkend. Het geld van Bouwhuis was ingebracht als achtergestelde lening en eigen vermogen in het fonds. Dit geld en de leningen van de obligatiehouders zouden verloren gaan indien de penthouses niet konden lvorden verkregen. Voorts was het fonds reeds € 372.000,00 op jaarbasis misgelopen aan huurinkomsten. Ook had het fonds aanzienlijke extra kosten moeten maken ter beperking van schade en voor het inrvinnen van juridisch advies. Wiegel betrvist verder dat

hij

de obligatiehouders bervust cruciale informatie heeft onthouden. De fondsdocumentatie legt op geen enkele plaats een dergel[ike informatieplicht op de Stichting Obligatiehouders. Bovendien is de aansprakelijkheid van de Stichting obligatiehouders beperkt tot grove schuld en grove opzet,tenvijl wiegel daarvan vervolgens nog een persoonlijk en ernstig venvijt moet kunnen rvorden gemaakt. Van dit alles is volgens Wiegel geen sprake gerveest.

6.3.

De rechtbank stelt bij de beoordeling voorop dat uit artikel 10.4 van de trustakte - zoals weergegeven in rechtsovenveging 2.9. - voortvloeit dat de Stichting Obligatiehouders in spoedeisende gevallen bevoegd is de rechten van de obligatiehouders geheel of gedeeltelijk prijs te geven, te verminderen of te veranderen (zonder machtiging van de vergadering van obligatiehouders) indien de Stichting Obligatiehouders van oordeet is dat dit - kort gezegd - in het belang van de obligatiehouders is. Voorts vloeit uit artikel 10.5 van de trustakfe - zie rechtsoverweging 2.9. - voort dat de Stichting Obligatiehouders dat geval gehouden is binnen een maand (alsnog) een vergadering te houden, waarin de motieven worden toegelicht.

in

6.4.

Vast staat dat Wiegel ten tijde van het op 10 maart 2009 op grond van artikel 10.4

van de trustakfe genomen besluit tot het verlenen van toestemming voor ovemame van de financiering van de projectonhvikkelaar enig bestuurder van de Stichting Obligatiehouders was en op grond van zijn taak als bestuurder alsmede artikel 10.5 van de trustakte in het belang van de obligatiehouders diende te handelen bij het nemen van voomoemd spoedbesluit. Voorts kan uit de feiten onder rechtsovenveging 2.22. wañen afgeleid dat V/iegel ten tijde van het nemen van het besluit bekend was met de problemen in Spanje en daarover een aantal keren per dag contact had met Bourvhuis. Ookis tussen partijén niet in

0582341 475 Spirit

10:49:47

23-12-2015 26 t32

c/l

7/130 103 LlA

zA

13-303 23 december 2015 26 geschil dat de ovenlame van de bouwfinanciering een overname van het bourvrisico met zich bracht, alsmecle exlra kosten in de vorm van periodieke aflossingen en rentebetalingen aan de Spaanse bank. Een en ander in onderling verband en samenhang lreschourvend is de rechtbank van oordeel dat Wiegel door toestemming te verlenen aan het overnemen van de projectfinanciering e¡r het daarbij behore¡rde (bourv)risico, heeft bewerkstelligd dat er door Bourv State V, althans lraar middellijk bestuurder Bouwhuis, maatregelen lverden getrol'fen die niet strookten met de lvezenlijke uitgangspunten genoemd in het prospectus én die niet in het belang van de obligatiehouders rvaren. Zoals hiervoor overwogen behoorde de behartiging van de belangen va¡l de obligatiehouders wel tot de primaire taken van Wiegel.

Voor zover Wiegel zich beroept op het feit dat sprake rvas van een noodsituatie rvaarin snel een besluit moest lvorden genomen, is de rechtbank van oordeel dat dit beroep niet op gaat.

Doordat feitelük van aânvang af sprake is geweest van een sitt¡atie waarin de obligatiehouders risico's liepen behorend

bij

projectontlvikkeling, rvas de verrvezenlijking van die risico's in zoverre niet onvoorzien, maar een rechtstreeks gevolg van de door Bourv State V en haar middellijk bestuurder Bouwhuis in het leven geroepen constructie, alsmede het gebrek aan zekcrheden. Naar het oorclcel van de rechtbank was Wiegel van deze constn¡ctic en de daarbij behorende risico's op de hoogte, althnns behoorde hij clat te zijn.

Uit rcchtsoverlveging 2.22. kan immers rvorden afgelcid dat Wiegel bekend rvas nret de inhoud van het prospectus en de risico's aldaar opgenomen, zodat V/iegel, op het moment clat hij bekcncl raakte met de problemcn in Sparr.ie wist, althans behoorde te lveten, problemen niet stroolttcn mct de in het prospectus bcschreven wijze van beleggcrr clat cleze (verhuurcl, bestaand vastgoed inclusiel'zekerheden) en de daarbij behorencle risico's, atgezet tegen de problenren in Spanie clie een rechtstreeks gevolg rvrrcn vatr het f'eit dat in rverltelijkheid sprake rvirs v¿rn (risico's behorend trij) projeetlinrrrciering. Ook is cle reclrtbank valr oordeel dat Wiegel onvoldoende lrceft ortderbourvcl rlat clc irrgelegde gelclerr van de obligaticlrouders op l0 ¡raart 2009 reeds (gehecl) rvarcn aangervcncl ter lÌnanciering van hct project, zodat niet uit te sluiten valt dat dcze gelclen behouden hndden kunnen hlijven voor cle obligatiehouclers.

6,5.

ln de gegeven omstandigheden hnd naar het oordeel van de rechtbank van eetì redelijli denkencl e¡r verstandig bestuurder mogen worclen venvacht de r:bligatiehouders - die van de gehele situatie geen rveterrschap lradden - eerst te inflormeren over de bestaancle problemen ter zake het Spaanse vastgoed en de rísico's verbonden aan een ovemame van de bouwlinanciering, in plaats van toestenrming te verlene¡r op grond van artikel 10.4 vnn de trustakte. Dit heeft Wiegel nagelaten. Door te bewerkstelligen dat Bourv State

V

in strijd kon handclen met cle uitgangspunten zoals opgenomen in het prospectus, heefi Wiegel zich onvoldoende rekenschap gegeven van de belangen van de obligatiehouders, hetgeen onder de gesclretste omstandigheden als onzorgvuldig is aan te merken. Ook na het besluit van

l0

rnaart 2009 heelt Wiegel nagelaten de r:bligatiehouders conform lret bepnalde in artikel 10,5 van de trustakte alsnog te infornreren. Tijdens de eerstvolgende vergaclering van obligatiehouders op 9 november 2009 (zie rechtsoverweging?.2T.) heel't Wiegel geen melding gemaakt van het spoedbesluit en geen toelichting gegeven op de rnotieven voor het nemen van het besluit. Wiegel maakt daarentegen melding van het feit dat zich tot juist géén grote problemen binnen de vastgoedlondsen hebben voorgedaan, Deze dan toe handelwijze van Wiegel levert in ieder geval strijd op met zijn in artikel 10.5 van de trustakte opgenomen taak als bezoldigd en op dat moment enig bestuurder van de Sticlrting Obligatiehouders. Een e¡r ander brengt met zich dat Wiegel naar lret oordeel van de rechtbank in de gegeven omstandigheden zodanig onzorgvuldig jegens cle obligatiehottclers heeft gehandeld. dat hem daarvan persoonlijk een ernstig verrvijt kan rvorden genraakt. l-let

0582341475 Spirit

10:50:24

23-12-2015 27 t32

cl

t7 / 130103 HA

zA

I 3-303 23 decembeî2A15 27 door Wiegel in dit verband gedane beroep op artikel 8.10 van de trustakte en het daarin opgenomen exoneratiebeding kan Wiegel in dit verband niet baten. Het exoneratiebeding ziet alleen op aansprakeli¡'kheid recht op basis van voor de schade en niet op de gevraagde verklaring voor onrechtnatig handelen. De gevorderde verklaring voor recht dat $/iegel in ziin hoedanigheid van bestuurder van de Stichting Obligatiehouders onrechtmatig jegens de obligatiehouders heeft gehandeld acht de rechtbank daarom toervijsbaar. De overige stellingen van de Claimstichting ter zake venvijtbaar handelen van Wiegel als bestuurder van Bourv State

V

behoeven om die reden geen bespreking meer.

6.6.

De Claimstichting stelt voorts - verkort rveergegeven - dat Wiegel (pro se) een norm van maatschappelijke zorgvuldigheid heeft oveftreden door extem een beeld op te roepen van een betrouwbare toeziehthouder (door gebruikmaking van zijn publieke bekendheid en het actief in de markt zetten van de obligaties via rectamespotjes) om potentiële deelnemers te bervegen tot aankoop van obligaties van € 50.000,00 per stuk en door vervolgens geen enkele reële uitvoering te geven aan die toezichtstaak en de obligatiehouders niet adequaat te informeren.

6.7.

Wiegel betrvist dit en voert daartoe aan - samengevat weergegeven - dat de term 'toeziclttltouder'enkel uit de koker van de Claimstichting komt, maar dat daarvan op basis van de obligatievoonvaarden en de trustakÍe geen sprake rvas. Dat Wiegel zich graãg aan de Stichting Obligatielrouders heeft verbonden, omdat hû vertrouwen had in Bourvhuis en zljn onderneming en om die reden heeft meegerverkt aan reclamespots om de obligaties op de markt te zetten, valt hem niet op rechtens relevante rv[ize te venvijten.

6.8.

De rechtbank ovenveegt als volgt. Feiten of omstandigheden rvaaruit Wiegel anders dan uit hoofde van zijn taak als bestuurder

blijkt

dat van de Stichting Obligatiehouders onrechtmatig jegens de obligatiehouders heeft gehandeld zijn de rechtbank onvoldoende gebleken. De omstandigheid dat Wiegel zijn publieke bekendheid heeft aangervend om potentiële deelnemers te bervegen tot aankoop van obligaties brengt, zonder nadere toelichting die de Claimstichting niet heeft gegeven, niet met zich dat Wiegel pro se in strljd heeft gehandeld met rvat volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Ook heeft de Claimstichting niet nader onderbourvd lvaarom het feit dat Wiegel in ziin hoedaniglreid van bestuurder van de Stichting Obligatiehouders de belangen vun

J"

obligatiehouders onvotdoende heeft behartigd met zich brengt dat wiegel pro se onrechtmatig jegens de obligatiehouders heeft gehandeld. De gevorderde verklaring voor recht ter zake onrechtmatig handelen van Wiegel pro se acht de rechtbank daarom niet toervijsbaar.

7.

Ontvankelijkheid Claimstichting ín vorderingen tot vergoeding van schade

7.1.

De Claimstichting vordert voorts - in haar hoedanigheid van lasthebber van de bü haar aangesloten obligatiehouders - een verklaring voor recht dat Bouwhuis en V/iegel ten gevolge van voomoemd onrechtmatig handelen hoofrlelijk aansprakelijk zijn voor de ten gevolge daarvan door de obligatiehouders geleden schade, alsmede een vergoeding van die schade. Boulvhuis en V/iegel betrvisten datzij (hoofdelijk) aansprakelijk zijn vooñventuele schade en menen dat de Claimstichting ook niet de bevoegdheid heeft om vorderingen vergoeding van schade in te stellen. Zoals hiervoor ovenvogen in rechtsovenveging 4.2.

tot hebben Bourvhuis en Wiegel - verkort lveergegeven - tot hun venveer aangevo"id ãat de last op basis ivaarvan de Claimstichting de vorderingen tot vergoeding van schàde heeft

0582341 475 Spirit

10:50:58

23-12-2015 2A t32 C/\7l130 I 03

lrl{ ZA

I 3-303 23 december2û15 28 ingesteld, al privatief aan de Stichting Obligatiehouders was verstrekt. Bourvhuis en Wiegel verwijzen in dit verband naar het bepaalde in artikel 8.1 van de obligatievoorwaarden ett artikel 8.4 van de trustakte en voeren verder aan dat de door de obligatiehouders aan de trustee verstrekte privatieve last ten doel heeft om de gelijkheid van de obligatiehotrders in de vastgoeclfondsen te waarborgen.

7.2.

De Claimstichting betrvist dat zij niet-ontvankelijk is in haar vorderingen en stelt daartoe - samengevat rveergegeven - dat de door de obligatiehouders aan de Sticlrting Obligatiehouders gegeven last de Clairnsticlrting pro se niet regardeert, omdat zij niet alleen de individuele belangen van de obligatiehouders behartigt, maâr ook algenteen rnaatschappelijke belangen, zoals een recht op effectieve en efficiënte rechtsbescherming.

Voorts stelt de Claimstichting tlat Bouwhuis en V/iegel geen partij zijn bij de trt¡stakte en obligatievoonvaarden en dat de last niet een actie uit hoofde van onrechtmatige ctaad omvat jegeus Bourvhuis en Wiegel. De Claimstichting stelt verder dat de aan cle Stichting Obligatiehouders gegeven last enkel de gezamenlijke belangen van de obligatiehouders omvat en niet cle individt¡ele belangen. l lonorering van het slandpunt van Bourvhuis en Wiegcl zou volgens cle Claimstichting nret zich brengen dnt een individucle obligatiehouder in leite het recht op vrije toegang tot de rechter wordt ontnomen, hetgeen zou leiden tot een naar nraatstaven v¿ln redelijkheicl en billijkheid onaanvaarclbaar resultaat. Voorts meent de Clainrstichting dat artikel 8.1 van de obligatievoorrvaarden en artiliel 8.4 van de trustakte dienen te rvorden geklvaliliceerd als ;rlgerncne voorlânrdcn en clat de bedingen in voornoenrcle artikelen orrredelijk bez-rvarend z-ijn, zodat cle Clainlstichting een beroep doet op vernietiging van clie beclingen. ln clit vertrand stelt de Clnimsticlrting dat het overgrote deel v¿¡n hanr deelnerners de obligatics in llourv Statc V ltecll aattgesch¡rft in cle lroedanigheirl vn¡r cousr¡ment.

1.3.

De rechtbank r:verrveegt als volgt. Artikel 7:423,|id

l,

BW heeft betrekking op plivatieve lastgcving cn bepaalt clat indien is bedongen clat de lasthebbcr er:¡l aatr cle lastgever toekornend recht in eigen naanr en met uitsluiting van de lastgever zal uitoefbnen, deze de bevocgdheicl mist tot clezc uitoefening voor clc duur van de overeertkonrst, ook jegens derden. Uit het bepaalde in

lid I

volgt vercler dat de privatieve lastgeving alleen aan derden kan rvorclen tegengervorpen die haar kenden of'behoorden te kennen. Blijkens de parlenrentaire geschiedenis nr. 8, blz. (Memorie van Antlvoord, Kamerstukken

l0)

is de regeling van artikel

'l:4?3,lid

I

ll, l99l-1992,

, EIW rvelisrvaar geschrcven

l'l

voor een 779, organisatie als Buma/Stemra die cle rechten van dc aangesloten auteurs beheren, maar geldt de regeling naast auteursrechten ook voor vorderingsrechten, lvaaronder clie uit olrrcclrtmatige auteursrecht, claad ter beschernring van prestaties die met absolute rcclrten als l¡et r:ctrooien, krvekersrechten et cetsrâ op één lijn kunnen worden gcsteld, alsmede vorderingen tot sclradevergoeding.

'1.4.

Gelet op het bepaalde in artikel 8.1 van de obligatievoorwaarden en artikel 8.4 van de trustakte (zie rechtsovenvegingen 2.7 en 2.8.), alsmede op het feit dat de obligatiehouders zich bekend en akkoord hebben verklaard met de inhoud van deze bepalingen (zie reclrtsovenveging 2.9.), is de rechtbank van oordeel dat de obligatiehouders van Bouw State V een privatieve last in cle zin van artikel 7:423,1id

l,

BW aan de Stichting Obligntiehouders hebben verstrekt inhoudende dat alle rechten en belangen van de obligatiehouders (zonder hun tussenkomst) door de Stichting Obligatiehouders rvorden uitgeoef'end, zorvel tegenover Boulv State V als tegenover derden (anders dan de Stichting Obligatiehouders). met uitzondering van - kort gezegd - het uitbrengen vân een stenl in

0542341475 Spirit

10:51:37

23-12-2015 29 t32

c/t7n3ata3HAZA

23 december 2015 13J03 29 vergaderingen. Met inachtneming van hetgeen hiervoor in rechtsovenveging 7.3. is ovenvogen betekent dit dat de obligatiehouders hun vorderingsrechten uit hoofde van onrechtmatige daad en een vergoeding voor de daaruit voortvloeiende schade slechts via de Stichting Obligatiehouders kunnen uitoefenen. Concrete feiten of omstandigheden rvaaruit volgt dat onder'derden' in de zin artikel 8.1 van de obligatievoonvaarden en artikel 8.4 van de trustakte slechts bij de obligatieovereenkomst betrokken partijen kunnen rvorden verstaan (die hebben onderhandeld over de strekliing van de bedingen) zijn gesteld noch gebleken, zodat de rechtbank de stelling van de Claimstichting dat Bourvhuis en Wiegel geen beroep kunnen doen op de onbevoegdheid van de Claimstichting als onvoldoende adequaat onderbourvd zal passeren.

Uit

de tekst van voornoemde bedingen kan evenmin rvorden afgeleid dat de last enkel de gezamenlijke belangen van de obligatiehouders omvat en niet de individuele. Blijkens de tekst hebben de obligatiehouders immers hun zelfstandige vorderingsrecltten uit handen gegeven aan de Stichting Obligatiehouders, met ats doel om eventuele geschilbeslechting te centreren. De stelling van de Claimstiehting dat de last haar pro se niet regardeert omdat zij ook de maatschappelijke belangen van de obligatiehouders vertegenrvoordigt, kan de Claimstichting evenmin baten. De Stichting Obligatiehouders heeft de opdracht alle belangen van de obligatiehouders te behartigenjegens het fonds

of

derden, met uitzondering van het uitbrengen van een stem in de vergadering.

7.5.

Van een situatie rvaarin de privatieve last de facto met zich brengt dat de individuele obligatiehouders de toegang tot de rechter rvordt ontzegd is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake. De toegang tot de rechter kan immers plaatsvinden via de Sticltting Obligatiehouders. Hoewel uit de obligatievoonvaarden volgt dat er aan bepaalde voonvaarden moet entameren z[jn voldaan alvorens de Stichting Obligatiehouders een procedure zal (zie artikel 10.1 zoals lveergegeven in rechtsovenveging 2.7 .\ en de rechtbank zich kan voorstellen dat deze voonvaarden onder bepaalde omstandigheden de toegang

tot

de rechter zouden kunnen beperken, is in de voorliggende procedure niet komen vast te staan dat die voonvaarden obligatiehouders daadwerkelijk een zodanige belemmering opleveren, dat de feitelljk het recht op een vrije toegang tot de rechter rvordt ontnomen. De Claimsticl¡ting heeft geen concrete feiten of omstandigheden gesteld rvaaruit dit kan rvorden

aþleid

en niet gebleken is dat de obligatiehouders hebben geprobeerd om de thans via de Claimstichting ingestelde procedure via de Stichting Obligatiehouders bij de rechter aanhangig te maken. dat de Naar het oordeel van de rechtbank is daarom niet komen vast te staan privatieve last naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid een onaanvaardbaar resultaat oplevert óf als een onredelijk bezrvarend beding dient te rvorden aangemerkt. In

dit

verband merkf de rechtbank nog op dat het in de voorliggende zaak niet gaat om inperking van een bevoegdheid om bewljs te leveren, maar om het instellen vän een rechtsvordering, rvelk recht door de privatieve last uitdrukkelijk uit handen is gegeven. Een vergelijking met de beschikkingen van de rechtbank Zutphen van

l4

februarien 25

april20l3

zoats betoogd door de claimstichting gaat daarom niet op. De door de Claimstichting ingeroepen vemietiging van artikel 8.1 van de obligatievoonvaarden en artikel 8.4 van de trustakfe kan om die reden - nog daargelaten dat niet gebleken is dat alle deelnemers consumenten zijn

-

niet slagen.

7.6.

Het voorgaande brengt met zich dat de Claimstichting niet-ontvankelijk dienr te rvorden verklaard in de door haar

-

in haar hoedanigheid van lasthebber van de bij haar aangesloten obligatiehouders - ingestelde vorderingen tot vergoeding van de door de obligatiehouders geleden sc,hade (zoals rveergegeven in rechtsovenveging 3. | . onder III).

0582341 47s Spirit

10:52r43

23-12-2015 30 t32

c/L7lt3al03

t-tA

z^

13-303 23 december 2015 30 De beoordeling van de door de Claimstichting - in haar hoedanigheid van lasthebber van de bij haar aangesloten obligatiehor¡ders - gevorderde verklaring voor recht dat Bourvhuis en Wiegel hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door de obligatiehouders geleden schade, kan naar het oordeet van de rechtbank niet los rvorden gezien van de beoordeling van voornoemde vorderingen tot vergoeding van schade. Vanrvege die samenhang met de vorderingen die slechts door de Stichting Obligatiehouders ku¡rnen rvorde¡r ingesteld, zal cle Claimstichting ook ¡riet-ontvankelijk rvorden verklaard in cle gevorderde verklarirrg voor reclrt ter zake hoofdelijke aansprakelijkheid vau Bouwhuis en Wiegel (zoals rveergegeven in rechtsoverrveging 3.1. onder II).

7,7. Bij

akte uitlating producties van 20 rnei 2015 heeft de Claimstichting aangegeven dat clrie van haar deelnemers zijn overleclen, nret als gevolg dat de privatieve lastgeving voor deze deelnemers op grond van artikel 7:422.|id

I

aanhef en onder a, BW is geëirrdigd.

ln dit verba¡:cl stelt de Clainrsticlrting voorts dat de schadevergoedingsvorderingen reclrtsgeldig door de crfgenamen van de overledenen zijn aangemeld bij de Clairnstichting.

Volgens de Claimstichting brengt het voorgaande met zich dat het niet, ontvankelijkheidsvrangstuk ten aanzien van cleze vorcleringen niet geldt.

7.8.

Anders dan de Clainrstichting meent kan de door de Cllaimstichting getrokken couclt¡sie ten aanzien van de ontvankelijkheid van een aantal vau haar deelnenrers, naar het oordeel van dc reclrtbank niet uit de door de Claimsticlrting overgelegdc stukken worderr afgeleid, in het bi.izonder niet uit de overgelegdc deelna¡neÍormnlieren. Daarnaast heell de Clainrstichting lraar slclling in het gehcel niet onclcrbourvd, zod¿rt de C'lainrsticlrting niet ontvarrkelijk is in hnar vorcleringen tot vergoedi¡ìg van schade.

7.1).

l-let voorgaande leiclt tot cle slotsour clat cle vorderingen onder l. a. en b. (z-oals rveergegeven in rechtsovenveging 3.1-).iegens lJourvhuis en Wiegel in hun hoedanigheid va¡r nriclclellijk bcstuurder van Bourv State V respectievelijk bestuurder van de Stichting Obligatiehot¡ders zullen rvorden toegervezen en clat de Chirnstichting in de overige vorderi n gen n iet-ontvanke I ij k zal rvorclen verkl anrd.

7.1

0.

l"[et door Bourvhr¡is en Wiegel gevoerde verrveer tegen cle gevorderde uitvoerbaarverklaring bij voorraad van het vonnis, zal de rechtbartk passeren omdat de tocgewezen verklaringerr voor recht nairr lru¡r aard niet voor executie vatbaar zijn. Voor zover het verw'eer van Boulvhuis en Wiegel ook ziet op de tritvoerbaarverklaring u itvoerbaarverklarin g bij voorraad toerv ij sbaar is.

b¡j voorraad van ds gevorderde veroordeling tot betaling van beslag- en proceskosten, is rechtbank van oordcel - de belangen van partiien aftvegende - dat dc gevorderde de 7.I I

.

De door de Claimstichting gevorderde veroordeling van Bouwhuis en Wiegel tot betaling van de beslagkosten acht de rechtbank niet toervijsbaar. De Claimstichting is niet ontvankelijk in haar vorderingen tot vergoeding vân schade, zodat de beslagkosten voor rekening van cle Claimstichting dienen te komen.

7.12.

Bouwhuis en Wiegel zullen als de grotendeels in het ongelijk te stellen partijen in de proceskosten rvorden veroordeeld. Celet op het fbit dat slechts de zogenoenrde onbepaalde vorderingen zullen worden toegewezen, z¿rl voor wat betreft de hoogte van het toe te kennen salaris advocaat rvorden aangeknoopt bij het tarielbehorend bij onbepaalde

0582341475 Spirit

10:53:56

23-12-2015 31 /32

cltTtß01a3

HA

zA

l3-303 23 december 2015 vorderingen. De kosten aan de zijde van de Claimstichting rvorden tot op heden vastgesteld - - op:

dagvaarding

€ griffierecht

- salaris

advocâat Totaal €

156,68 3.715,00 1.582.00 (3,5 punten x tarief

452,00) 5.453,68.

8.

Dc beslissing De reehtbank

8.1.

verklaart voor recht dat Bourvhuis in zijn hoedaniglreid van middellijk bestuurder van Bouw State V B.V. jegens de Obligatielrouders in Bourv State

V

B.V. onrechtmatig heeft gehandeld;

8.2.

verklaart voor recht dat Wiegel in zijn hoedanigheid van bestuurder van de Stichting Obligatiehouders Bourv State V B.V. jegens de Obligatiehouders in Bourv State V B.V.

onrechtmatig heeft gehandeld;

8.3.

verklaart de Claimstichting niet-ontvankel[jk in haar vordering dat de rechtbankvoor recht verklaart dat Bourvhuis en Wiegel ten gevolge van voornoemd onrechtrnatig handelen hooftlelijk aansprakelijk zijn voor de ten gevolge daarvan door de Obligatiehouders State V B.V. geleden schade; in Bourv

8.4.

schade; verklaart de Claimsticlrting niet-ontvankelijk in haar vorderingen tot vergoeding van

8.5.

veroordeelt Bourvhuis en V/iegel in de proceskosten, aan de zijde van de Claimstichting tot op heden vastgesteld op € 5.453,68;

8.6.

voorraad; verklaart dit vonnis rvat betreft de onder 8.5. genoemde beslissing uiwoerbaar

bij 8.7.

lvljst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gervezen door mr. J.E. Biesma, mr. S.B. van Baalen en mr. E.Th.M. Zlvart sneek en in tegenrvoordigheid van mr. A. Hut, grifüer, ín het openbaar uitgesproken op 23 december 2015.

3l

conc.:698lah g t]

conform

0582341 475 Spirit

eil7tr30103 r{A zA

r3-303 23 december 2015

10:54:43

23-12-2015 32 t32 32