Derde kerstdag - PKN-Surhuisterveen

Download Report

Transcript Derde kerstdag - PKN-Surhuisterveen

Lezen: Leviticus 12: 1-8 & Lucas 2: 15-32 Gemeente van onze Heer Jezus Christus, Deze zondag gelijk na de beide kerstdagen kunnen we wel beschouwen als een soort derde kerstdag. We willen vandaag kijken naar de eerste effecten van het kerstevangelie. Ook de nadrukkelijk Joodse achtergrond van Jezus’ geboorte willen we nader onderzoeken. Met dat laatste willen we beginnen. Dat Jozef en Maria belijdende Joden zijn wordt al duidelijk als ze na acht dagen Jezus laten besnijden. Dat zal waarschijnlijk in de plaatselijke synagoge gebeurd zijn. Het voorschrift van de besnijdenis vinden we in het gedeelte dat we gelezen hebben uit het boek Leviticus. Een boek waar we niet zo heel veel in lezen. Veel mensen die de Bijbel van voor tot achter door willen lezen, lopen vast in Leviticus. Het is een erg moeilijk te lezen boek en daar zijn drie belangrijke redenen. De eerste reden is dat, zoals iemand het verwoordde, het een supersaai boek is. Er zit geen verhaal in. Het lijkt op het lezen van een wetboek. Ook dat zullen mensen niet zomaar even doorlezen. Het is meer een naslagwerk. De tweede reden is dat het boek ons eigenlijk niet zoveel zegt. Het komt uit een heel andere cultuur en een heel andere tijd. Er staan dingen in die ons erg vreemd voorkomen. De derde reden is dat het ons volstrekt onbelangrijk lijkt. Wat heeft Leviticus ons in deze moderne tijd nog te zeggen. Het is een boek bedoelt voor het Joodse volk dat leeft onder de wet van Mozes. Het boek Leviticus is voor een Jood echter van groot belang. De enige God laat voor zijn volk daarin zijn bedoelingen duidelijk blijken. Het gaat om rechtvaardigheid en heiligheid. In het Nieuwe Testament komen we dat ook tegen: ‘Wees heilig, want Ik ben heilig’. God is heilig en rechtvaardig en Hij verwacht dat ook van zijn volk Israël. Maar Hij verwacht dat net zo goed ook van ons, al gelden al die geboden uit Leviticus niet meer voor ons, omdat het offer eens en voor altijd in volbracht door onze Hogepriester Jezus Christus.

Maar om veel van de Bijbel te kunnen begrijpen, hebben we het boek Leviticus wel nodig. Leviticus 12 dat we gelezen hebben, is maar een klein hoofdstuk. Het is een hoofdstuk tussen de andere hoofdstukken die gaan over reinheid en onreinheid. Hoofdstuk 12 gaat over onreinheid na de geboorte. Een vrouw die een zoon baart is zeven dagen onrein. Die onreinheid is vergelijkbaar met de onreinheid van de vrouw in de menstruatieperiode. Tijdens die zeven dagen mag de vrouw niet aangeraakt worden. Het duurt zelfs 40 dagen voor de vrouw iets wat aan de Heer is toegewijd mag aanraken. Ze mag dus in die periode ook geen synagoge of tempel binnengaan. De onreinheid heeft te maken met het bloedverlies bij de geboorte. Dat het vloeien van bloed de vrouw onrein maakt, heeft te maken met het gegeven dat het bloed in de Bijbel de zetel van het leven is. Als het bloed uit een mens wegstroomt, stroomt het leven uit een mens. Dat is natuurlijk ook duidelijk als we veel bloed verliezen. Het leven door God gegeven verliezen, maakt onrein. Omdat het mogelijk is dat er nabloedingen zijn, moeten vrouwen die een zoon gebaard hebben veertig dagen uit de gemeente blijven, mogen niet deelnemen aan de handelingen in de tabernakel of de tempel. Voor vrouwen die een dochter gebaard hebben, geldt een dubbele periode. Er is echter geen bevredigende verklaring voor dit verschil tussen een zoon en een dochter. Ik zei al eerder dat het boek Leviticus ons soms wat vreemd voorkomt in onze tijd. Wij kunnen er niet zoveel meer mee. Wij weigeren vrouwen in hun maandelijkse periode niet de toegang tot de kerk en na de geboorte houden we ze ook niet een meer dan een maand, of zelfs meerdere maanden bij de geboorte van een dochter, buiten de kerk. Maar Jozef en Maria waren oprechte Joden en hielden zich aan deze voorschriften zoals we konden lezen. Op de achtste dag werd Jezus besneden en kreeg Hij zijn naam, zoals de engel die genoemd had. En we lazen bij Lucas dat Jozef en Maria na veertig dagen naar de tempel gingen voor een korte ceremonie die bestond als het om de eerste zoon ging uit twee onderdelen: het toewijden van de eerstgeborene en een offer ter reiniging van de moeder.

In vroege tijden werden alle eerstgeboren zonen afgezonderd voor de dienst aan de Heer. Later zijn de Levieten dit gaan doen, maar moesten de eerstgeboren zonen nog wel worden ‘losgekocht’ met een offer. Daar lezen we bij Jezus niet over. Jezus wordt wel voorgesteld aan de Heer en daarmee in zijn dienst aangeboden. Voor de reiniging van Maria moesten twee offers gebracht worden: een brandoffer (een éénjarig schaap) en een zondoffer (een jonge duif of tortelduif). Maria maakt echter gebruik van de uitzonderingsbepaling voor de armen. Volgens die bepaling was het degenen die dit financieel niet konden opbrengen - en blijkbaar was dat het geval bij Jozef en Maria - toegestaan om i.p.v. een éénjarige schaap een jonge duif of tortelduif te offeren. Het hele offer bestond in dat geval dus uit twee duiven. Het mag duidelijk zijn Jozef en Maria hielden zich nauwkeurig aan de Joodse wet, zoals Jezus dat zelf later ook zou doen. In Jezus zijn wij nauw met de Joden, het volk van God, verbonden. We willen ook nog kijken naar de uitwerking van het Kerstevangelie. Op de geboorteplaats van Jezus komen we de herders tegen. De herders die een engelenkoor gezien hebben. De herders zijn gelijk in beweging gekomen nadat ze gehoord hebben dat de Messias is geboren. We lazen dat Lucas schrijft dat ze meteen op weg gingen. Ze laten er geen gras overgroeien. Ze komen in beweging en gaan op reis naar Bethlehem. Daar vinden ze het Kind zoals hen door de engel is verteld. En terwijl ze teruggaan naar hun kudde prijzen en loven ze God om deze geweldige gebeurtenis. We lazen nog over iemand die in beweging kwam een zekere Simeon. Hij wordt rechtvaardig en vroom genoemd. Prachtig als dat van je gezegd wordt. Simeon zag uit naar de tijd dat God Israël vertroosting zou schenken. Deze uitdrukking ontleent aan Jesaja 40 betekent dat Simeon uitzag naar de komst van de Messias zoals die in vele profetieën was aangekondigd. En er wordt nog iets moois over Simeon gezegd: de Heilige Geest rustte op hem. Dat is toch bijzonder, want het was nog geen Pinksteren geweest. Simeon moet een bijzondere man geweest zijn. Hij leefde in een nauwe relatie met God.

De Geest maakt hem duidelijk dat hij die bewuste dag naar de tempel moet gaan. De Geest had hem al eerder belooft dat hij niet zou sterven voordat hij de Messias gezien zou hebben. In de tempel gekomen, ontmoet hij Jozef en Maria met hun kind Jezus. Waarschijnlijk heeft de Geest hem ook duidelijk gemaakt dat Jezus de Messias is. Hij neemt Jezus in zijn armen en begint te profeteren. Hij doet opvallende uitspraken. Hij profeteert onder andere dat de Messias niet alleen voor het volk Israël is gekomen. Ook kondigt Hij aan dat velen in Israël door Jezus ten val zullen komen. Maar Simeon heeft ook een moeilijke boodschap voor Jozef en Maria: zij zullen als door een zwaard doorstoken worden. Simeon profeteert hier ook al over het lijden en sterven van Jezus. Jezus nog maar 40 dagen oud wordt hier al met lijden en sterven in verband gebracht. Maar dat lijden en sterven is redding en bevrijding voor een ieder die in Hem gelooft. Gemeente, zusters en broeders, we kwamen zo vanmorgen allerlei verschillende mensen tegen. Jozef en Maria levend volgens de Joodse wet. De herders die na het horen van het kerstevangelie naar Bethlehem reisden om de Messias te ontmoeten. Simeon vol van de Geest die in de tempel een ontmoeting had met de Messias. De vraag op deze derde kerstdag is: waar staan wij? Leven wij volgens de wet? Of krijgen we toch telkens een benauwd gevoel als we de wet horen? Een gevoel van enorm te kort schieten? Een schuldgevoel? Of denken we dat we de wet goed genoeg houden en dat we geen Verlosser nodig hebben? Of zijn we als de herders gelijk op zoek gegaan naar het Kerstkind? Hebben we Hem gevonden en zij wel vol lof? Of herkent u zich in Simeon? Bent u, ben jij, ook vol van Gods Geest en ziet u uit naar Gods rijke beloften dat Hij eenmaal terug zal komen naar deze wereld om haar dan volledig te verlossen? Ik hoop dat u zich het meest herkent in de herders en/of Simeon, want de wet die ons angstig en schuldig maakt, is weliswaar terecht, maar we mogen ook weten van het volbrachte werk van Jezus Christus. Het is volbracht als we in geloof onze hand daarop leggen.

Als we denken dat we zelf geen zonde hebben en daarmee geen Verlosser nodig hebben, dan heeft Gods Geest ons blijkbaar nog niet echt geraakt en ons op onze zonden gewezen. Nee, wij redden het echt niet zonder het Kerstkind. Maar ik hoop en bid dat we toch wel een ontmoeting met de Heer, met het Kerstkind, de Messias, onze Verlosser hebben gehad. En dat we gevuld zijn met God Heilige Geest. Ik hoop en bid dat Kerst ons werkelijk gezet heeft op Gods weg. Bid om de Geest en leef door Gods Geest dan kunnen we in vertrouwen op weg gaan naar 2016. Amen.