begeleidende brief eindrapport meierijsamenwerking

Download Report

Transcript begeleidende brief eindrapport meierijsamenwerking

Aan de leden van de gemeenteraden, colleges van de gemeenten
Boxtel, Haaren, Schijndel, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode en Vught.
Schijndel, 7 november 2012
Geachte leden,
Namens de stuurgroep „Wij van de Meierij‟ nodig ik u graag uit voor een informatie- en discussiebijeeenkomst van de
gezamenlijke raden en colleges van de zes Meierijgemeenten op
maandag 19 november 2012, vanaf 19.00 uur in restaurant Molenwijk, Molenwijk 2 in Boxtel.
De burgemeesters Eugster en Pommer zullen voor de pauze namens de stuurgroep het rapport presenteren. Na de
pauze vindt er onder leiding van een extern gespreksleider een inhoudelijke discussie plaats, waarbij het rapport in
relatie tot het nieuwe regeringsbeleid aan de orde gesteld zal worden. Wij verwachten aan het einde van deze avond
nog geen concreet standpunt van gemeenteraden in deze. Mede op basis van de discussie zal de stuurgroep de
balans opnmaken en een concreet voorstel naar de gemeenten doorleiden voor de raadsvergaderingen van januari
2013. Met het oog op een goed verloop van de bijeenkomst zenden wij u bijgaand de eindrapportage “Wij van de
Meierij” toe. Wij willen u het navolgende nog meegeven.
Bestuursopdracht
Op 17 april 2012 hebben de colleges van de gemeenten Boxtel, Haaren, Schijndel, Sint-Michielsgestel, SintOedenrode en Vught de notitie „de kunst van het loslaten en vertrouwen‟ onderschreven, waarin opgenomen de
basisvisie op intergemeentelijke samenwerking en de intentie om de mogelijkheden tot samenwerking nader te
verkennen. Een daartoe ingestelde stuurgroep is aan de slag gegaan met de uitvoering van de volgende
bestuursopdracht:
a.
b.
c.
Lever een concrete rapportage waarin - op basis van de maatschappelijke uitdagingen en een gezamenlijke visie
- aangegeven wordt welke mogelijkheden van samenwerking tussen de zes gemeenten verkend worden. Dat
kan zich uitstrekken van operationele activiteiten tot bestuurlijke activiteiten en beleid, dit alles binnen de
gestelde randvoorwaarden.
geef concreet aan in welke mate en op welke wijze samenwerking gestalte kan en zal krijgen: dat kan zich
uitstrekken van kennisuitwisseling, netwerksamenwerking en samenwerking op zaak- en dossierniveau tot
bundeling van menskracht en samenvoeging van organisaties of organisatieonderdelen.
Zet een „stip op de horizon‟ en geef aan welke stappen concreet gezet moeten worden op weg naar
verdergaande samenwerking. De samenwerking dient daarbij toekomstgericht te zijn en gericht op innovatie en
vernieuwing via ontwikkeling in de richting van landelijke standaarden die opgesteld worden door het
Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING). De samenwerking dient tevens gericht te zijn op vergroting
van kwaliteit en kracht en op vermindering van (meer)kosten.
d.
Rapporteer over de voorgaande drie punten aan de raden van de zes Meierij-gemeenten, zodat elke gemeente
haar standpunt kan bepalen. We maken de balans op en komen in 2013 tot nadere uitwerking, zodat we in de
beleidsperiode 2014 – 2018 tot uitvoering kunnen overgaan.
De stuurgroep heeft haar bestuursopdracht inmiddels afgerond en biedt u thans haar eindrapport aan met de titel
„ Wij van de Meierij, een verkenning van de samenwerking tussen de gemeenten Boxtel, Haaren, Schijndel, SintMichielsgestel, Sint-Oedenrode en Vught‟. In het rapport wordt u verslag gedaan van het gevolgde proces en de
inhoudelijke resultaten, conclusies en aanbevelingen. De stuurgroep stelt vast dat er een breed draagvlak is voor
intergemeentelijke samenwerking. Met dit rapport is daarentegen nog slechts een basis gelegd voor verdere
versterking van de intergemeentelijke samenwerking in De Meierij. Daarom wordt aanbevolen om een aanvullende
bestuursopdracht te verlenen. In het eindrapport wordt daartoe een concreet voorstel gedaan.
Regeringsbeleid
Op het moment dat het eindrapport in de stuurgroep ter besluitvorming voorlag, werden de plannen van de nieuwe
regering bekend, onder meer ten aanzien van de bestuurlijke inrichting van ons land. Het kabinet streeft naar
gemeenten met een minimale omvang van 100.000 inwoners. De decentralisaties zullen in principe gericht worden
op 100.000+ gemeenten (korting oplopend van € 60 mln. in 2015 tot structureel € 975 mln). Als overweging wordt
gesteld dat een grote decentralisatie van taken en bevoegdheden medeoverheden vergt, die op een passende schaal
zijn georganiseerd. Het kabinet heeft daarom het perspectief van vijf landsdelen met een gesloten huishouding en
gemeenten van tenminste honderdduizend inwoners voor ogen. De inwonersnorm kan worden aangepast aan de
bevolkingsdichtheid in verschillende delen van het land. Er is een structurele bezuiniging van € 975 miljoen ingeboekt
in verband met lagere apparaatskosten gemeenten. Dit is gebaseerd op een daling van 75 gemeenten. Benadering is
100 tot 150 gemeenten in 2025. De waterschappen worden samengevoegd met de landsdelen. Samen met de
medeoverheden wil het kabinet dit lange-termijn-perspectief realiseren. Ontwikkelingen in de gewenste richting
worden aangemoedigd. De landelijke overheid zal zijn doen en laten in de contacten met medeoverheden richten op
het gewenste eindbeeld. Dit heeft gevolgen voor het overleg en de vormgeving van decentralisaties en
financieringsarrangementen. Decentralisaties zullen in principe gericht worden op 100.000+ gemeenten. Ook niet
onbelangrijk voor de samenwerkingsdiscussie is de aankondiging van een wetsvoorstel tot afschaffing van de WGR+
samenwerkingsverbanden.Hoe dan ook: met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan gesteld worden dat
opschaling van gemeenten werkelijkheid gaat worden.
Nieuwe dimensie samenwerkingsdossier
De stuurgroep heeft gemeend van deze ontwikkeling in het eindrapport geen melding te maken, maar dit in deze
aanbiedingsbrief aan de orde te stellen. We mogen en kunnen onze ogen niet sluiten voor deze ontwikkelingen en
zullen dit als nieuwe dimensie aan ons samenwerkingsdossier toe moeten voegen. Het voornemen van het Kabinet
leidt immers tot nieuwe inzichten en roept vragen op voor onze samenwerking binnen de Meierij.
Zo wordt de gemeenteraden thans de vraag voorgelegd of de genoemde ontwikkelingen aanleiding geven tot
heroverweging van alle eerder vastgestelde uitgangspunten. Maar ook moet de vraag beantwoord worden of de
thans in ons onderzoek betrokken gemeenten in de regio De Meierij voldoende binding met elkaar voelen. En wat te
doen als deze vraag ontkennend wordt beantwoord ? De stuurgroep ziet in de hierop door gemeenteraden te
formuleren antwoorden een belangrijke voorwaarde om het vervolg van samenwerking inhoudelijk vorm te geven.
Namens de leden van de stuurgroep,
Jetty Eugster – van Bergeijk (voorzitter)