Liturgie Palmpasen

Download Report

Transcript Liturgie Palmpasen

Refr.
Gij zendt van de Vader de heil’ge Geest
in de naam van de God van Israël.
Gij zendt van de Vader de heil’ge Geest
in de naam van de God van Israël.
Hosanna….
Palmzondag in de Jozefkerk
Gedachtenis dhr. Jan Jonker ( gemeente gaat staan )
Zingen, staande: Heer, die mij ziet zoals ik ben ( Psalm 139: 1 )
HEER, die mij ziet zoals ik ben,
dieper dan ik mijzelf ooit ken,
kent Gij mij, Gij weet waar ik ga,
Gij volgt mij waar ik zit of sta.
Wat mij ten diepste houdt bewogen,
't ligt alles open voor uw ogen.
Dankgebed
Inzameling van de gaven in drie rondgangen
1. Veertigdagenactie; 2. Pastoraat en eredienst; 3. Onderhoud Jozefkerk
Zingen, staande: Alles wat over ons geschreven is
( Lied 556: 1, 3 en 5 )
Alles wat over ons geschreven is
gaat Gij volbrengen deze laatste dagen,
alle geboden worden thans voldragen,
alle beproeving van de wildernis.
Jezus, de haard van uw aanwezigheid
zal in ons hart een vreugdevuur ontsteken.
Gij gaat vooraan, Gij zult ons niet ontbreken,
Gij Hogepriester in der eeuwigheid.
Dit is uw opgang naar Jeruzalem
waar Gij uw vrede stelt voor onze ogen,
vrede aan allen die uw naam verhogen:
heden hosanna, morgen kruisigt Hem!
Zegen, beantwoord met driemaal gezongen ‘Amen’.
Na afloop van de dienst is er gelegenheid om Henri en Jobke
geluk te wensen met de doop van hun dochter.
Wij wensen u en jou een gezegende zondag toe
8
Kerkdienst op zondag 29 maart 2015
waarin de Heilige Doop wordt bediend aan
Sanne Julia Nagtegaal
met medewerking van:
Piet en Everlien Bruinsma, piano en gitaar
Johan Gerkes, orgel
ds. Ron Koopmans, voorganger
Woord van welkom en Mededelingen
Aanvangslied, staande gezongen: Op Sions berg
( Psalm 87: 1, 3 en 4 )
Op Sions berg sticht God zijn heilige stede.
Zij heeft zijn hart, Hij houdt er open hof.
O Godsstad, vrolijk zingen wij uw lof:
door uwe poort zal ieder binnentreden.
Zingen: Dit is een dag van zingen ( Lied 552 )
1. Dit is een dag van zingen!
Voorgoed zijn wij bevrijd.
Gods kracht zal ons omringen,
zijn liefde duurt altijd.
Ontsloten is de poort
scharnierend op de vrede,
wij zullen binnentreden
en leven ongestoord.
God zal hen zelf bevestigen en schragen
en op zijn rol, waar Hij de volken schrijft,
hen tellen, als in Israël ingelijfd,
en doen de naam van Sions kinderen dragen.
3. Dit is een dag van zegen,
een dag van feest en licht,
van psalmen hoog geheven,
van zon en vergezicht.
Geef ons vandaag de moed
het met uw naam te wagen,
uw vrede uit te dragen.
Loof God, want Hij is goed!
Zij zullen saam, de groten met de kleinen,
dansend de harpen en cymbalen slaan,
en onder fluitspel in het ronde gaan,
zingend: 'In u zijn al onze fonteinen'.
Stil Gebed, Votum en Groet
Prediking
Zingen: Klein Gloria
Intocht met Palmpasenstokken
Ere zij de Vader en de Zoon en de heilige Geest, als in den
beginne, nu en immer en van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen.
( daarna gaan we zitten )
Zingen: Hosanna, hosanna, de Koning komt
( Opwekking 240: 1, 2, 3 en 5 )
Over de Doop
Als wij in de gemeente van Christus de doop bedienen, doen wij dat
in opdracht van Jezus. Jezus droeg zijn apostelen op: “ga de wereld in,
en maak alle volken tot mijn leerlingen, door mensen te dopen in de
Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest,
en hen te leren zich te houden aan alles wat Ik jullie geboden heb”.
Jezus kwam om alle gerechtigheid te vervullen. Zo heeft Hij zichzelf
bij het begin van zijn weg laten dopen door Johannes in de Jordaan,
één met zijn volk. Hij is ons voorgegaan, in zijn doop en in zijn dood,
en ieder die in de naam van Jezus Christus gedoopt is, is door de doop
met Hem begraven en, zoals Christus uit de dood is opgewekt door
de macht van de Vader, met Hem opgestaan tot een nieuw leven.
In de doop dragen wij het merkteken van onze Heer. Hij heeft een nieuw
begin gemaakt, eeuwig duurt zijn trouw.
2
2. Zijn intocht werd tot teken,
tot hoeksteen van het recht;
van vrede kwam Hij spreken,
van leven warm en echt.
Gezegend is zijn naam.
Hij heeft aan ons zijn leven
en liefde doorgegeven
tot grond van ons bestaan.
Refr.
Hosanna, hosanna, de Koning komt
in de naam van de God van Israël.
Hosanna, hosanna, de Koning komt
in de naam van de God van Israël.
Hosanna, hosanna, de koning van Israël.
Hosanna, hosanna, de koning van Israël.
Refr.
Wees welkom, wees welkom o Vredevorst
in de naam van de God van Israël.
Wees welkom, wees welkom o Vredevorst
in de naam van de God van Israël.
Hosanna….
Refr.
Gij geeft ons het leven en overvloed
in de naam van de God van Israël.
Gij geeft ons het leven en overvloed
in de naam van de God van Israël.
Hosanna…
7
Zingen: Al zie ik soms geen hand voor ogen ( melodie Lied 978 )
Al zie ik soms geen hand voor ogen,
geen zon, geen maan, geen hoge ster,
al denk ik soms: het is geloven,
die God-nabij is mij te ver,
toch staar ik op geen muur mij blind –
één venster opent Hij: zijn kind.
Al zwerf ik over vele wegen,
al kom ik in het donker thuis,
al zijn de ruiten nat van regen,
door dit raam zie ik: langs het kruis,
voorbij de heuvel Golgotha,
een land van licht – halleluja!
Schriftlezing: Marcus 11: 1 - 11
Toen ze Jeruzalem naderden en in de buurt waren van Betfage en
Betanië bij de Olijfberg stuurde Hij twee van zijn leerlingen vooruit.
Hij zei tegen hen: ‘Ga naar het dorp dat daar ligt. Zodra jullie er
binnenkomen, zul je daar een ezelsveulen vastgebonden zien staan,
dat nog nooit door iemand bereden is; maak het los en breng het hier.
En als iemand jullie vraagt waarom jullie dat doen, zeg dan: ‘De Heer
heeft het nodig, Hij zal het meteen weer terugsturen.’ Ze gingen op weg
en vonden een veulen dat buiten op straat bij een deur was
vastgebonden, en ze maakten het los. Er stonden een paar mensen die
vroegen: ‘Waarom maken jullie dat veulen los?’ Ze zeiden wat Jezus
hun had opgedragen te zeggen en de mensen lieten hen begaan.
Ze brachten het veulen naar Jezus en legden hun mantels op het dier
en Hij hing erop zitten. Velen spreidden hun mantels uit op de weg,
anderen spreidden taken met bladeren uit, die ze in het veld afhakten.
Allen die voor Hem uit liepen of achter Hem aan kwamen, riepen
luidkeels: ‘Hosanna! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer.
Gezegend het komende koninkrijk van onze vader David.
Hosanna in de hemel!’ Hij trok Jeruzalem in en ging naar de tempel.
Nadat Hij alles in ogenschouw had genomen, ging Hij – want het was al
laat geworden – met de twaalf terug naar Betanië.
Dit hartsgeheim van de Kerk geldt ook voor de kinderen: voor Israël was
het ondenkbaar om bij de bevrijding uit Egypte, de kinderen achter te
laten in dat land van duisternis en slavernij; zij namen hen mee door de
Schelfzee en de woestijn, op weg naar het beloofde land; zij wisten hun
kinderen gesteld onder Gods opdracht en belofte; zij onderwezen hun
kinderen in het geheim van Pasen, en leerden hun de liederen van
bevrijding. Zo heeft de Kerk sinds de dagen van de apostelen ook
aan kinderen de doop bediend. Het is dan ook de taak van heel
de Gemeente, en in het bijzonder van de ouders, om voor de kinderen
de liefde te belichamen van God, die ons uit de duisternis geroepen
heeft tot zijn wonderbaar licht.
Zingen, staande: Ik geloof dat God mijn Vader ( melodie Lied 103c )
Ik geloof dat God mijn Vader,
bron van al het goede is,
die van hemel en van aarde
Schepper, Herder, Hoeder is:
Hij zal weiden, medelijden,
teder als een moeder is.
Ik geloof dat Jezus Heer is,
die zachtmoedig binnenrijdt,
aan Wie alle dank en eer is:
zaad, tot ondergang bereid,
opgestaan en opgevaren
keert Hij weer in heerlijkheid.
Ik geloof: de Geest, de Trooster,
en één Kerk, de ware bruid,
de vergeving van de zonden,
Paaslicht dat ons graf ontsluit.
Eeuwig samen zing ik: Amen,
roep ik, God, uw glorie uit.
De dopeling wordt binnengebracht, onder orgelspel
Doopgebed
Zingen: Heer van uw kerk ( Lied 348: 1, 2 en 5 )
Heer van uw kerk,
Gij hebt het woord genomen
en zegt ons: laat de kindren tot Mij komen,
want hunner is het koninkrijk.
6
3
Hier zijn wij dan:
van U is 't jonge leven,
het moet U dankend worden weergegeven
want alles komt uit uwe hand.
Overhandiging Doopgeschenk,
door de kinderen en ouderling dhr. J. Sjoers
Het water wacht
en 't kind ontvangt uw zegen,
Gij spreekt het aan, het heeft een naam gekregen
en niemand rukt het uit uw macht.
Zingen: Wij zijn bij U gekomen
Doopvragen ( ouders staan )
Gelooft u in God de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel
en aarde, en in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Heer,
en in de Heilige Geest?
Erkent u, dat onze kinderen in de Doop het teken en zegel
van Gods liefde ontvangen, en daarom als leden van de Gemeente
gedoopt worden?
Belooft u uw kinderen in dit geloof van de Kerk op te voeden,
en hen te laten delen in de gemeenschap van de Gemeente
en het onderricht van de Christelijke Kerk?
Antwoord van: Henri en Jobke Nagtegaal
Rond de doopvont:
Zingen met de kinderen: Klein klein kindje
Klein klein kindje, je wordt vandaag gedoopt,
God wil ook voor jou zorgen, Hij geeft je nieuwe hoop.
Klein klein kindje, je hoort er nu ook bij,
mag met God verder leven. Hij zegt: ‘je hoort bij Mij’.
Bediening van de Heilige Doop aan:
Sanne Julia Nagtegaal
Zingen, staande: Er is gedoopt! ( Lied 348: 9 )
Er is gedoopt!
Wij allen zijn verbonden,
het voorgeslacht, de ouders, die hier stonden,
de ganse kerk in één geloof.
4
Paasproject; de kinderen gaan met licht en bijbel naar de nevendienst
Wij zijn bij U gekomen om kind aan huis te zijn,
wij openen onze harten, Heer, voor uw groot geheim.
O lieve God, wij vragen: kom heel dicht bij ons staan,
wij leven door uw liefde, wij leven door uw Naam.
Wij zijn bij U gekomen, want Jezus gaat ons voor.
Zijn hartelijke liefde wijst ons het goede spoor.
Gebed om de opening van het Woord
Schriftlezing: Numeri 22: 21 - 31
De volgende morgen maakte Bileam zich gereed, zadelde zijn ezelin en
ging met de Moabitische leiders mee. Maar nauwelijks was hij op weg,
rijdend op zijn ezelin en vergezeld door twee van zijn dienaren, of God
ontstak in woede, en een engel van de Heer ging op de weg staan om
Bileam tegen te houden. De ezelin zag de engel van de Heer op de weg
staan, met een getrokken zwaard in de hand, en ze ging opzij van de
weg af het veld in. Bileam sloeg de ezelin om haar weer naar de weg te
drijven. Hierop ging de engel van de Heer op een smalle weg tussen de
wijngaarden staan. Aan weerszijden was een muur. Toen de ezelin de
engel van de Heer zag, drukte ze zich tegen de muur, zodat Bileams
voet bekneld raakte. Weer sloeg hij haar. De engel van de Heer ging
opnieuw een stuk verderop staan, in een nauwe doorgang, waar geen
ruimte was om naar links of rechts uit te wijken. Toen de ezelin de engel
van de Heer zag ging ze liggen, met Bileam nog op haar rug. Bileam
werd woedend en sloeg de ezelin met een stok. Toen liet de Heer de
ezelin spreken. Ze vroeg Bileam: ‘Wat heb ik u misdaan, dat u me nu al
drie keer geslagen hebt?’ ‘Je drijft de spot met me,’ zei Bileam.
‘Als ik een zwaard bij me had, dan had ik je allang gedood.’
De ezelin vroeg Bileam: ‘Ben ik niet de ezelin waarop u al uw
hele leven rijdt? Heb ik mij soms ooit eerder zo gedragen?’
‘Nee,’ antwoordde hij. Toen opende de Heer Bileam de ogen, zodat hij
de engel van de Heer op de weg zag staan, met het getrokken zwaard
in de hand. Hij knielde en boog diep voorover.
5