Lees verder - Vereniging Rijschool Belang

Download Report

Transcript Lees verder - Vereniging Rijschool Belang

BRANCHE
Ruud Rutten
Frank Hoornenborg
Peter van Neck
Voorzitters belichten
brandende kwesties
Van de ruim achtduizend rijscholen zijn er alles bij elkaar nog geen tweeduizend aangesloten bij een brancheorganisatie.
Dat is belachelijk weinig, aangezien deze organisaties wel het beleid van de branche bepalen. Maar waar staan ze
eigenlijk voor? In Rij-instructie geven wij de voorzitters Frank Hoornenborg (BOVAG), Peter van Neck (VRB) en Ruud Rutten
(FAM) de gelegenheid een onderwerp aan te snijden. Ook laten we ze elke keer reageren op een actuele stelling.
Eisen aan rijscholen op
Europees niveau
Het is BOVAG Rijscholen een doorn in
het oog dat er in Nederland geen eisen
worden gesteld aan de ondernemersvaardigheden van rijschoolhouders. De
opleiding tot rijinstructeur is hier goed
geregeld, maar ondernemen is toch echt
iets anders dan rijles geven. In Duitsland
hebben ze dit ondervangen met de regel
dat een rijinstructeur eerst ervaring in
loondienst moet opdoen, voordat hij
zelfstandig ondernemer mag worden.
Bovendien moet er in de tussentijd een
ondernemerscursus worden doorlopen.
Hier in Nederland schermt minister
Schultz echter met het recht op vrij
ondernemerschap zonder daar aanvullende eisen aan te willen stellen. Terwijl
14
Rij-instructie
maart 2015 nummer 3
er in onze branche helaas toch het nodige
aan de hand is en BOVAG al meermaals in
Den Haag bijval heeft gekregen toen misstanden aan de kaak werden gesteld.
BOVAG is actief lid van de Europese
koepel van brancheorganisaties voor
rijscholen (EFA) en eind januari werd in
Frankfurt van gedachten gewisseld over
Europese minimumeisen aan rijscholen.
Er is een standaard opgesteld waar rijschoolhouders volgens EFA minstens aan
moeten voldoen, waarbij wordt gekeken
naar ervaring en vaardigheden van de
ondernemer, waarborgen van procedures,
de staat van lesvoertuigen, minimale
verzekeringsplicht, et cetera.
Het is onze ambitie dat deze standaard
een regeling op Europees niveau wordt,
net zoals de regeling met minimumeisen
die bijvoorbeeld aan transportbedrijven
worden gesteld. Als het inderdaad zover
komt, is de branche niet meer afhankelijk van de eigen Nederlandse invulling
en wordt langs de Europese weg toch
voldaan aan de wensen van vele professionele collega’s die een waardig imago van
het vak nastreven.
Frank Hoornenborg,
voorzitter BOVAG Rijscholen
De prairie als decor voor
de rijschoolbranche
Te pas en te onpas worden we als totale
branche aangemerkt als cowboys. Tenminste als je niet aangesloten bent bij
de branchevereniging die sinds jaar en
dag de dienst heeft kunnen uitmaken, of
Sdu Uitgevers
BRANCHE
als je helemaal nergens bij aangesloten
bent. Je hoort er dan niet bij of je levert bij
voorbaat ondermaatse producten af. Het
is erg aanmatigend!
Dit hardnekkige woord, dat kennelijk tot
de verbeelding spreekt voor de schrijvende media, blijft als een spook rondwaren,
want in ieder artikel in welke krant dan
ook wordt het woord gebezigd. Als we een
artikel lezen, met meestal een negatieve
teneur, en dat vermaledijde woord staat er
in, weten wij als geen ander waar de journalist - of wat hiervoor moet doorgaan
- zijn informatie vandaan heeft.
De VRB zal zich nooit en te nimmer op
deze manier uitlaten over welke collega
dan ook. Het is toch van de zotte dat het
betalen van contributie aan een branchevereniging plotsklaps je kwaliteit van
lesgeven bepaalt.
Een vereniging die jouw belangen als
rijschoolhouder behartigt en er tevens
voor zorgt dat je met de problemen die
je in de dagelijkse praktijk tegenkomt,
direct daar terecht kunt waar het opgelost
kan worden, zorgt voor een stuk rust op
de werkvloer. En inderdaad dat komt uiteindelijk ook tot uiting in de lesauto.
Het rondstrooien van indianenverhalen is
de nieuwste manier om onrust te zaaien
in de branche, maar iedereen die de
boeken van Karl May heeft gelezen weet
als geen ander dat de indianen nooit als
winnaar uit de strijd kwamen.
Peter van Neck,
voorzitter VRB
Sluit je aan bij een
branchevereniging
Na ongeveer 9 maanden interimvoorzitter te zijn van de FAM, durf ik het aan om
even terug te kijken. Laat ik voorop stellen
dat ik er al die tijd vol energie en enthousiasme mee bezig ben en hoop dat ik nog
enkele stenen mag bijdragen.
Het valt mij vooral op hoeveel mensen er
bezig zijn om van deze branche een nog
betere branche te maken. Dit kost veel
tijd, veel energie en vooral veel doorzettingsvermogen.
Wat me enorm tegenvalt, is het negativisme van veel mensen langs de zijkant.
Is het niet naar de brancheorganisaties
dan wel richting CBR of iets (of iemand)
anders. Achteraf kritiek geven op genomen besluiten, is altijd makkelijk. Maar
deze organisaties werken hard en met alle
goede bedoelingen aan onze en dus ook
uw branche. Wij spreken regelmatig met
alle branchepartijen en vechten samen
binnen de wettelijke kaders voor een
gezonde branche. Ook is er regelmatig het
Branche Voorzitter Overleg, waar de branchevertegenwoordigers hun problemen
en ideeën bespreken. Bij de FAM wordt
altijd enkele weken vooraf een mail naar
de leden gestuurd voor input.
Dit geeft eens te meer aan hoe belangrijk
het is om lid te worden van een brancheorganisatie, want hoe meer mensen
aangesloten zijn, hoe sterker onze stem
gehoord wordt. Om een goed en professioneel bedrijf te leiden, kun je naar mijn
mening niet zonder branchevereniging!
Nergens bij aangesloten zijn en alleen
maar roepen dat er niks van klopt in onze
branche is mij te goedkoop. Dus sluit je
aan en praat mee!
Ruud Rutten,
voorzitter FAM
Stelling van de maand
‘Het feit dat het CBR aan 4800 kandidaten die zijn gedupeerd door
storingen bij het CBR, geen gratis theorie-examen aanbiedt straalt
negatief af op de hele branche’
Frank Hoornenborg: “BOVAG Rijscholen is het eens met deze
stelling. Het tarief voor het theorie examen is € 28,55. Het had
het CBR gesierd als men dit tarief gewoon had geschonken aan
de kandidaten die onverrichterzake naar huis zijn gestuurd. En
zich opnieuw moeten voorbereiden, opladen, verlof vragen, etc.
Bovendien is het veel praktischer dan de aanpak die CBR heeft
gekozen. 4800 keer een reiskostenvergoeding per kandidaat
uitrekenen, verifiëren en uitkeren, is veel meer werk.”
Peter van Neck: “Niet de branche komt hiermee negatief in
beeld, maar louter het CBR. Er is adequaat gereageerd op ons
telefoontje op de eerste maandag van de storingen om in ieder
geval de reiskosten te vergoeden aan leerlingen die voor niets
naar de oproepplaats zijn gegaan. Maar helaas alweer half werk:
bied het toch gewoon aan en laat de kandidaten niet met allerlei
ingewikkelde procedures achter de vergoeding aan gaan. Als
je nu als leerling niet van de regeling af weet, krijg je dus ook
Sdu Uitgevers
niets. En als een leerling zelf de reservering gemaakt heeft, weet
de rijschool wellicht helemaal niet dat zijn leerling tevergeefs
onderweg is geweest. Er valt dus nog heel wat te verbeteren in
het traject. Waarbij communicatie het grootste pijnpunt is.”
Ruud Rutten: “In deze huidige tijd van vernieuwingen, waarin
ICT essentieel is, kunnen zulke dingen wel eens voorkomen. Helaas gebeurt dit bij zowel het CBR als de Belastingdienst en ook
binnen onze bedrijven. Het is heel mooi, al deze systemen, maar
als de techniek weigert heb je een probleem. Het gaat mij er niet
om of de kandidaten wel of geen reiskosten of andere vergoedingen krijgen. Het belangrijkste is de communicatie naar de
kandidaat en het oplossen van situaties waardoor de kandidaat
eventueel in de problemen kan komen met zijn vervolgtraject.”
maart 2015 nummer 3 Rij-instructie
15