schreef - Saskia Naafs

Download Report

Transcript schreef - Saskia Naafs

PS5
ZATERDAG 16 AUGUSTUS 2014
Elke avond
oh la la
Al 125 jaar wordt in de
Moulin Rouge in Parijs de
Franse cancan gedanst.
De Nederlandse Julia
Graveland (23) wist een
felbegeerd plekje als
danseres te bemachtigen.
‘De eerste weken heb ik op
Ibuprofen geleefd.’
tekst SASKIA NAAFS
A
ls klein meisje droomde ze van een
leven als prima ballerina, maar in
plaats van spitzen en een tutu
draagt Julia Graveland elke avond
hakken en een verentooi. Ze is
sinds anderhalf jaar showdanseres bij het befaamde Moulin Rougecabaret en danst zes avonden in
de week twee shows van twee uur.
Hoe ze daar als Nederlandse terecht is gekomen? Gewoon, door
auditie te doen, zegt Graveland in
een typisch Parijs cafeetje in Montmartre, waar de obers
zwarte jacquets dragen en een oude man voor het terras
op zijn valse viool speelt.
Graveland is gekleed in spijkerbroek en wit gehaakt
vest en drinkt een Orangina. Het is twee uur ’s middags
en ze is net wakker. “Vaak gaan we na de laatste show,
die om één uur ’s nachts is afgelopen, nog stappen met de
meiden.” Bij de chique clubs aan de Champs-Élysées
mogen de Moulin Rougedanseressen langs de rij naar
binnen. “We worden met de laserpen gewenkt zodra we
de taxi uitstappen. Dat is wel tof, soms zit je tussen de
beroemdheden aan een tafeltje. Laatst zag ik Jay-Z in een
club.”
Het leven van een Moulin Rougedanser bestaat uit
glitter en glamour, maar het is vooral ook keihard werken. Elk avond vier uur dansen en overdag repetities.
Tussendoor wordt de conditie bijgehouden in de fitnesszaal of op de yogamat. “Toen ik hier net kwam, heb ik een
paar weken op Ibuprofen geleefd. De repetities waren
loodzwaar. Voor de Franse cancan moet je je benen heel
hoog zwaaien, ik had continu spierpijn.”
Als je vanaf Place Pigalle, het meest sjofele stukje van
centrum Parijs, langs de seksshops en tatoeagewinkels
loopt, blinken de rode wieken van de molen je tussen flikkerende neonreclames tegemoet. De Moulin Rouge aan
de Boulevard Clichy is een fenomeen. Een laatste restje
‘oh-la-la-Parijs’, dat zich qua klasse onderscheidt van de
laagdrempelige cabarets en pin-upshows erom heen. Dat
wordt alleen al bevestigd door de prijslijst die buiten
hangt: dik honderd euro voor een kaartje. Nog een paar
tientjes meer als je van tevoren wilt eten.
De toeristen worden dagelijks met bussen tegelijk
voor de deur afgeleverd en in rijen naar binnen geloodst:
door de brede gang, langs het souvenirwinkeltje, en dan
de immense zaal in waarvan de wanden bedekt zijn met
spiegeltjes en rood fluweel. Zeven dagen per week zijn de
twee avondshows nagenoeg uitverkocht. Meer dan
630.000 mensen bezoeken jaarlijks het Moulin Rougespektakel.
Binnen word je naar een tafel met rood schemerlampje geleid, waar de ober je een fles champagne aanbiedt.
Minutenlang klinkt het gezellige geplop van rondvliegende kurken. Foto’s maken is strikt verboden. Toch gebeurt
het aan de lopende band, tot ongenoegen van het strenge
personeel. Dan gaat het doek op en komt een tiental mannelijke dansers in zilverkleurig glitterpak op. Zij zijn
slechts het opwarmertje, want waar het echt om gaat,
zijn de schaars geklede mooie meisjes die in vier verschillende choreografieën over het podium paraderen: als
piraten, oosterse prinsessen, circusartiesten of Franse
courtisanes. De meer dan duizend kostuums – met veel
veren, kristallen en lovertjes – zijn handgemaakt, net als
de achthonderd paar schoenen van de dansers.
Voor showdansers is de Moulin Rouge het hoogst
haalbare. Al sinds haar vijfde danst Julia Graveland. Na
een jaartje ballet aan het conservatorium in Den Haag –
“Dat bleek helemaal niet bij me te passen” – deed ze
auditie bij Dansacademie Lucia Marthas in Amsterdam,
waar ze na vier jaar afstudeerde. Ze liep stage bij het Holland Show Ballet, maar kreeg in haar afstudeerjaar een
knieblessure. Na een meniscusoperatie en een flinke revalidatieperiode belandde ze op een dag op de website
van Moulin Rouge. “Het leek toen nog heel onbereikbaar.
Moulin Rouge is wereldberoemd, het summum voor
showdans. Op goed geluk stuurde ik mijn cv en een heleboel foto’s, en tot mijn verbazing mocht ik op auditie komen.”
240.000 flessen champagne
Begin 2012 pakte Graveland in haar eentje de trein naar
Parijs. “Ik was erg vroeg en liep nog wat door de buurt
rond. Per ongeluk kwam ik op Place Pigalle terecht, waar
allerlei mannen je rare shops in proberen te trekken.” Tijdens de auditie was het met tachtig meiden tegelijk vechten om aandacht. “Ik had mezelf dik in de make-up gezet,
mijn haren mooi opgestoken en expres een grote A4-foto
aan mijn cv geplakt.” Er was een ander Nederlands meisje
dat voor de tweede keer auditie deed, zij kwam niet door
de strenge selectie. Graveland wel, maar ze kon pas een
half jaar later aan de slag, toen er een plekje vrijkwam. In
de tussentijd mailde ze elke maand om niet vergeten te
worden. “Ik ben zelfs nog een keer naar Parijs gegaan om
mijn gezicht weer te laten zien.”
Moulin Rouge viert dit jaar haar 125-jarige bestaan.
Het gebouw met de rode molen werd in 1889 opgericht,
hetzelfde jaar dat de Eiffeltoren werd gebouwd. Het theater in art-nouveaustijl staat aan de voet van de heuvel van
Montmartre, toen een levendige wijk waar kunstenaars
als Henri-Toulouse Lautrec, Pierre-Auguste Renoir, intellectuelen en bohemiens naartoe trokken. De twee zakenlieden Joseph Oller en Charles Zidler hadden een cabaret
voor ogen waar rijkelui tot diep in de nacht konden uitgaan en zich onderdeel voelden van de artistieke buurt.
De keurige bourgeoisie kon binnen de muren van Le
Moulin het ‘oh-la-la-Parijs’ tot zich nemen, onder het genot van veel champagne.
De zinderende shows waren extravagant, met exotisch geklede danseressen die in hoog tempo de cancan
dansten. Het cabaret werd afgewisseld met acrobaten,
een olifant en loslopende apen in de tuin. Nog altijd hebben de Moulin Rougeoptredens dezelfde elementen.
Naast honderd dansers zijn er clowns, acrobaten, falabellapaardjes, een aquarium met anaconda’s en een
overvloed aan champagne. Zo’n 240.000 flessen gaan er
op jaarbasis doorheen. In de detailhandel is Moulin
Rouge daarmee de grootste afnemer ter wereld.
De eerste danseressen waren veelal amateurs: meis-
jes die overdag kleren naaiden en linnen wasten en
’s avonds de bühne beklommen. Daar dansten ze de
quadrille: met z’n allen op een rij, de benen in razend
tempo omhoog zwiepend zodat de rokken met franjes
omhoog vlogen, onderwijl uitdagend roepend. Deze populaire vorm van dans werd al snel de Franse cancan gedoopt, thans de ‘huisdans’ van Moulin Rouge. Het is één
van de fysiek meest uitdagende choreografieën, waar
minimaal vijf weken repetitie voor nodig is.
Niet ordinair
Tegenwoordig zijn de dansers streng geselecteerde professionals van over de hele wereld. De tachtig dansers
hebben veertien verschillende nationaliteiten; het merendeel komt uit Australië, het Verenigd Koninkrijk en
Canada. Julia Graveland is op dit moment de enige Nederlandse. De vrouwen zijn minimaal 1,75 meter, de mannen
1,85 meter. Ze moeten keurig op gewicht blijven; superslank, maar zeker niet te dun. Haren knippen of verven
mag alleen in overleg. Wil je halfnaakt dansen, dan gaat
daar een keuring aan vooraf: shirt uit en de borsten
tonen. De oudste dansers zijn eind dertig en sommigen
van hen hebben al kinderen. Bovendien blijven veel ouddansers plakken als manager of technicus. De Moulin
Rouge is een hechte gemeenschap.
In mei heeft Graveland een vast contract gekregen.
In korte tijd promoveerde ze van lijndanser naar topless
danser. De volgende stap is soliste worden. “Je begint in
de dancer line, dan ben je volledig bedekt. In de nude line
dans je een heel andere show, met andere choreografieën.
Je staat vaker vooraan en de kostuums zijn mooier.” Het
geeft een kick om topless voor publiek te dansen, vindt
Graveland. “Veel meer mensen kijken naar jou.”
Met erotiek en seks heeft het weinig te maken. “Sommigen denken dat het een ordinaire show is, dat vind ik
wel een beetje jammer. Het is juist heel stijlvol en vrouwelijk, het tegenovergestelde van schaars gekleed aan een
paal hangen. Ik zie het als kunst, en in de kunst zie je
toch ook veel naakt?”
Deze tekst kwam tot stand in het kader van een residentieproject
van het Vlaams-Nederlands Huis deBuren in samenwerking met de
Stichting Biermans-Lapôtre.
‘Op goed geluk
stuurde ik mijn cv
en een heleboel
foto’s, en ik mocht
op auditie komen’