Voor niks gaat de zon op

Download Report

Transcript Voor niks gaat de zon op

Uitwerkingen Praktische Economie VWO Module 1 Hoofdstuk 1 Voor niks gaat de zon op www.uitwerkingensite.nl
E
VWO 2 FASE
ANTWOORDEN MODULE 1
SCHAARSTE, GELD EN HANDEL
Hoofdstuk 1 Voor niks gaat de zon op
Verkenning
1
Hij is snel en kan per uur goed verdienen (of: hij vindt het minder vervelend werk dan de
alternatieven).
2
Geld.
3
Een gewerkt uur kan Erik niet aan zijn studie besteden. Kortom: het keuzeprobleem. Tijd
is schaars.
4
Geld en tijd zijn schaars. Je moet kiezen wat je met tijd en geld doet.
5
De middelen zijn nooit onbegrensd, de behoeften wel. Daarom is er schaarste. Mensen
willen dus vaak meer dan mogelijk is.
6
Zonder onbegrensde behoeften kunnen de middelen gelijk zijn aan de behoeften en
hoeft er geen keuzeprobleem te zijn.
7
a De vraag is groter dan de capaciteit. De aanbieders kunnen de vraag niet aan,
waardoor er wachtlijsten ontstaan.
b Nee, bij economie zijn alle goederen en diensten waaraan de behoefte groter is dan
de beschikbaarheid schaars. Dus ook de goederen en diensten waarbij de aanbieders
de vraag aankunnen.
8
Geld en goederen.
9
Bijvoorbeeld: om je af te drogen na het douchen, om op te liggen aan het strand, om
tocht onder een deur tegen te gaan.
10 A, D en E zijn juist.
11 Tijd.
12 Ronald verliest € 20 aan baten omdat hij met het tuinwerk het werk in de supermarkt
misloopt. In plaats van € 20 netto baten levert tuinwerk maar € 14 netto baten op, een
verlies van € 6.
13
Activiteit
Kosten
Baten
€ 10
Netto
baten
€7
Meehelpen in de
keuken
Werken bij C1000
Uitgaan
€3
€8
€0
Opofferingskosten
€5
Gecorrigeerde
netto baten
€2
€ 12
€ 5
€4
€5
€7
€7
–€3
–€2
14 Werken bij C1000 had boven de € 7 aan netto baten moeten uitkomen. De baten
hadden meer dan € 8 + € 7 = € 15 moeten zijn. Dus meer dan € 15 / 4 = € 3,75 per uur.
© MALMBERG
1
E
VWO 2 FASE
ANTWOORDEN MODULE 1
SCHAARSTE, GELD EN HANDEL
15 a Bijvoorbeeld: haar eigen smaak, of omdat zij denkt dat broccoli meer vitamines bevat.
b
Activiteit
Kosten
Baten
500 gram broccoli
2 kilo prei
1 kilo boontjes
€2
€2
€2
€7
€3
€4
Netto
baten
€5
€1
€2
Opofferingskosten
€2
€5
€5
Gecorrigeerde
netto baten
€3
–€4
–€3
16 In een restaurant geldt niet dat een klant onbeperkte behoeften heeft; hij heeft immers
op een bepaald moment genoeg gegeten. Bij de slager geldt dat wel, omdat een klant
heel veel kan kopen om ze als partij in te vriezen of onder zijn familie te verdelen.
17 A
18 a
b 36 = 2q1 + 12q2
19 a Product 2.
b
c 120 = 4q1 + (12 × 5)
q1 = 15
d Zie de grafiek bij b.
e Zie de grafiek bij b.
20 a Hij kan in totaal meer cd’s en dvd’s kopen, tenzij hij alleen dvd’s koopt.
b Cd’s zijn zo goedkoop geworden dat hij veel meer cd’s koopt en minder geld (dan in
de oude situatie) overhoudt voor dvd’s.
Toepassing
1
a Mensen hebben geen onbegrensde behoeften aan goederen en diensten. Het zijn
‘troostaankopen’, omdat er niet aan de echte behoeften (bezinning, goede relaties met
andere mensen) wordt voldaan.
b In de praktijk blijkt dat mensen steeds méér willen hebben. Als een product gratis
wordt uitgedeeld, blijkt de behoefte bijna altijd groter dan het aanbod.
© MALMBERG
2
E
VWO 2 FASE
ANTWOORDEN MODULE 1
SCHAARSTE, GELD EN HANDEL
2
a Schaarse, in de zin ‘Ook de zee behoort tot onze schaarse voedselbodems.’ Want de
beschikbaarheid aan voedselbodems is kleiner dan de behoefte.
b Schaarste, in de zin ‘De oplossing is zoals meestal simpel: Kweek schaarste in
goederen. Zorg dat de mens weer blij is met wat hij kan en heeft.’ Hij bedoelt met
schaarste nu een beperkte hoeveelheid.
c De mens went aan het hogere consumptieniveau. Hij wil weer meer, waardoor er
nooit genoeg energie voorhanden is.
3
In beide artikelen is er twijfel of de behoeften wel oneindig zijn, of we onszelf niet ‘voor
de gek houden’ en de eigenlijke behoeften andere zaken betreffen, zoals goede relaties
met andere mensen.
4
a Bijvoorbeeld: hij houdt niet van studeren. Hij heeft er geld voor over om niet te
hoeven studeren.
b Pim kan met studeren het risico verkleinen of wegnemen dat hij teruggezet wordt
naar 4-vwo.
c De kosten tellen ook mee, het saldo baten – kosten is gunstiger bij een vakantie
thuis.
d
Pim (16 jaar)
Activiteit
Kosten
Baten
Vakantie in het buitenland
Vakantie thuis
Studeren
Werken
€ 500
€ 100
€ 400
€ 100
€ 800
€ 600
€ 1.000
€ 240
Netto
baten
€ 300
€ 500
€ 600
€ 140
Opofferingskosten
€ 600
€ 600
€ 500
€ 600
Gecorrigeerde
netto baten
– € 300
– € 100
€ 100
– € 460
e Studeren.
5
a Hij geeft de buitenlandse reis hoge baten en het werk hoge kosten.
b
Vader
Activiteit
Kosten
Baten
Vakantie in het buitenland
Vakantie thuis
Onderwijs volgen/studeren
Werken
€ 500
€ 0
€ 300
€ 800
€ 800
€ 200
€ 400
€ 1.000
Netto
baten
€ 300
€ 200
€ 100
€ 200
Opofferingskosten
€ 200
€ 300
€ 300
€ 300
Gecorrigeerde
netto baten
€ 100
– € 100
– € 200
– € 100
Opofferingskosten
€ 1.000
€ 300
€ 1.000
Gecorrigeerde
netto baten
– € 700
€ 700
– € 1.400
c De buitenlandse vakantie.
6
a
Oma
Activiteit
Kosten
Baten
Vakantie in het buitenland
Vakantie thuis
Cursus volgen
€ 500
€ 0
€ 400
€ 800
€ 1.000
€
0
Netto
baten
€ 300
€ 1.000
– € 400
b Omdat de aantrekkelijkheid van het alternatief heel verschillend is. Voor Pim is
studeren een betere keuze, voor oma het thuisblijven.
7
a Je kunt de ruimte op verschillende manieren gebruiken: voor een vliegveld, als
stilteruimte, en voor vele andere doeleinden.
© MALMBERG
3
E
VWO 2 FASE
ANTWOORDEN MODULE 1
SCHAARSTE, GELD EN HANDEL
b Er moet gekozen worden: stilte kost geld, want er kan ook geld verdiend worden met
de luchthaven. De schaarste zie je ook aan het verschil in huizenprijzen.
c Zone 3: € 60.500.000 / 0,023 × 28.000.000 = € 93,94.
d Zone 5: € 1.500.000 / 0,007 × 1.000.000 = € 214,29.
e Bijvoorbeeld: files in de buurt als gevolg van reizigers.
f Bijvoorbeeld: een betere infrastructuur voor alle inwoners van het gebied;
vliegtuigspotters kunnen hun hobby uitoefenen.
g 0,8 + 5 + 2,3 + 0,6 = 0,132 + 6 + X; X = 2,568 (miljard euro)
h Het saldo van de positieve en negatieve effecten.
© MALMBERG
4