Download hier onze folder over het vervangen van pleister

Download Report

Transcript Download hier onze folder over het vervangen van pleister

Pleister vervangen www.bedi.nl

Indien een muur door vocht is aangetast, vereist dit voor de pleistervervanging specifieke aandachtspunten. Vocht – en zoutbelaste ondergronden mogen absoluut

niet

met een gipspleister worden bepleisterd. Op vocht- en zoutbelaste pleisters mogen alleen vochtregulerende en zoutbufferende pleisters (zogenaamde saneerpleisters, WTA gecertificeerd) worden toegepast.

Pleister vervangen

1 2 3 5 6

Zodra er vochttoevoer in een muur optreedt, neemt de concentratie aan zouten (sulfaten, nitraten, chloriden) toe. Dit vergt een zeer specifieke pleisterkeuze. Vocht – en zoutbelaste ondergronden mogen absoluut

niet

met een gipspleister worden bepleisterd. Gips verdraagt geen zoutbelasting en kan absoluut niet tegen vocht. Een nieuwe gipspleister op zoutbelaste ondergronden levert onherroepelijk problemen op (verkleuring, losraken van de pleister, schimmel etc.) Op vocht- en zoutbelaste pleisters mogen alleen vochtregulerende en zoutbufferende pleisters (zogenaamde saneerpleisters, WTA-gecertificeerd *) worden toegepast. De technisch noodzakelijke vervangingshoogte van de aangetaste pleister wordt bepaald conform de WTA richtlijnen (minimaal 0,8 meter boven de gemeten zoutgrens). Uiteindelijk zal afhankelijk van uw wensen bepaald moeten worden welke wanden van nieuw vochtregulerend en zoutbufferend pleisterwerk worden voorzien. Bij het vervangen van de pleister opteren wij altijd om logische grenzen te kiezen en niet slechts tot halverwege de wanden nieuw pleisterwerk aan te brengen. Een gipspleister kan in de regel in één laag met geringe dikte worden aangebracht. Een saneerpleister systeem daarentegen bestaat uit meerdere lagen, met een minimale totale dikte van ca. 2 cm. Dit vereist uiteraard een geheel andere verwerking.

Herstelwerkzaamheden pleister

Nadat de bestaande pleister afgekapt is (1), zullen de voegen ca. 2 cm diep moeten worden uitgekapt (2), om daarmee zoutbelast voegmateriaal zoveel mogelijk te verwijderen. Vervolgens worden de wanden voorzien van een aanbrandlaag (3), eventueel voorzien van een egaliseerpleister, een saneerpleister (4) en een fijnspachtel (5). Een egaliseerpleister is nodig indien de ondergrond na het afkappen van de bestaande pleister ongelijkmatig is (gaten, niet in het lood ed). Bij oude panden kan de hoeveelheid egaliseerpleister aanzienlijk zijn. Deze hoeveelheid is echter niet op voorhand in te schatten, omdat de toestand van de ondergrond pas na het verwijderen van de bestaande pleister zichtbaar wordt. In uw budgettering adviseren wij u hiermee rekening te houden. De toepassing van een fijnspachtel is een puur esthetische keuze, indien u de textuur van de saneerpleister te grof vindt. De eindafwerking van de wanden zal altijd in een dampopen (verf) systeem (dampdiffusieweerstand Sd< 0,2 m conform WTA) moeten plaatsvinden. Als verf is hiervoor een silikaat- of siliconenharsverf geschikt.

Droogtijden

Bij een saneerpleister systeem dient de benodigde droogtijd tussen de verschillende lagen van het systeem nauwlettend te worden opgevolgd. De droogtijd bedraagt in de regel 1mm per dag, e.e.a. afhankelijk van temperatuur en hoogte van de relatieve luchtvochtigheid. De onzekere factor daarbij is de benodigde dikte egaliseerpleister, omdat daarvan op voorhand de laagdikte niet bekend is. Overzicht droogtijden per laag: Aanbrandlaag: 1 dag Egaliseerpleister: 1 dag / mm laagdikte Saneerpleister: (dik ca. 1,5 – 2 cm) Fijnspachtel: minimaal 15 dagen 5 dagen *WTA = Wetenschappelijk-technische groep voor aanbevelingen inzake bouwrenovatie en monumentenzorg