100 jaar na de Groote Oorlog 100 jaar na de Groote Oorlog

Download Report

Transcript 100 jaar na de Groote Oorlog 100 jaar na de Groote Oorlog

T I J D S C H R I F T V A N D E F A C U LT E I T I N G E N I E U R S W E T E N S C H A P P E N E N V I L v
Nr. 27 • oktober 2014
Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P802104
nieuwe ingenieursstudenten
nieuwe emeriti
nieuwe alumni
een nieuw academiejaar!
100 jaar na de Groote Oorlog
ALUMNI INGENIEURS
KU LEUVEN
Voorwoord
Beste lezers
De start van een nieuw academiejaar … en de afsluiting van een druk maar geslaagd feestjaar
‘KU Leuven ingenieurt 150 jaar’ met tal van activiteiten brengt ons terug in het normale werkritme.
Hoewel, bij nader inzien zal het nieuwe academiejaar niet minder druk verlopen. Het Arenbergsymposium
krijgt dankzij de leerstoel prof. Richard Van Cauteren – prof. Willy Dutré een vernieuwd format. De academische zitting voor de nieuwe honorary professor wordt voor het eerst gecombineerd met de uitreiking
van de Best Student Awards 2013-2014, waarmee we de top tien van de beste bachelorstudenten uit
de 1e fase in de bloemetjes zetten. Dit is maar een greep uit het aanbod van facultaire activiteiten die
in de steigers staan.
GeniaaL blijft ook niet stilstaan: we bieden ruimte voor meningen in columns, besteden meer aandacht aan de talrijke spin-offactiviteiten vanuit het ingenieursonderzoek, maar ook qua lezerspubliek willen we vernieuwen. GeniaaL kan nu ook gelezen worden
door internationale alumni, onderzoekers en onze toekomstige (nu nog studerende) collega’s, via http://eng.kuleuven.be/geniaal/GeniaaL.html.
We willen dan ook van deze gelegenheid gebruikmaken om onze eerstejaarsstudenten van harte welkom te heten: geniet van de
Leuvense pintjes maar vergeet toch niet (meer dan!) af en toe uw leergierigheid aan te scherpen en aan te vullen met het regelmatig
doorworstelen van hoorcolleges, oefeningen, practica, cursusnotities en de talrijke powerpoints. ‘De morgenstond heeft goud in de
mond’ of ‘De wijze man fundeert zijn huis op de rots en de dwaze man bouwt zijn fundering op het zand.’ Wat de rots en de pintjes
zijn, laat ik aan onze jonge lezers over.
Michiel Steyaert, decaan
Beste collega-alumni
Het nieuwe academiejaar is alweer gestart en in de aanloop hiervan hebben wij als alumnivereniging
weer een aantal boeiende activiteiten vastgelegd. Voor onze forumavonden gaan we dit jaar nog nauwer
samenwerken met de faculteit en laten we een van de forumavonden samenvallen met het Arenbergsymposium in het kader van de Van Cauteren-Dutré-leerstoel. Dit geeft ons de mogelijkheid om er
samen een heel sterk event van te maken. Reserveer alvast 26 november 2014 in jullie agenda!
Dit academiejaar zal heel wat veranderingen voor onze alumnivereniging met zich meebrengen.
Zoals vorig jaar al aangekondigd zullen we onze werking uitbreiden en ook als alumnivereniging voor
de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen optreden. We hebben hiervoor onze statuten aangepast en de Raad van Bestuur uitgebreid met de collega’s van de nieuwe faculteit. In eerste instantie
is het de bedoeling om vanuit beide faculteiten een eigen – maar gelijkaardige – werking voor de beide groepen ingenieurs uit te
bouwen. Maar uiteraard zal er ook snel synergie gevonden worden, waardoor we naast de doelgerichte activiteiten per faculteit,
ook een aantal interessante bredere initiatieven voor alle burgerlijk en industrieel ingenieurs tegelijk kunnen organiseren. Op deze
manier hopen we jullie, onze leden, een ruimer en interessanter aanbod te kunnen bieden.
Gegroet en tot gauw
Gert Sablon, voorzitter VILv – Alumni Ingenieurs KU Leuven
INHOUD
Nieuws uit de faculteit
GeniaaL gedacht: Marcel Pelgrom
GeniaaL gedacht: Adhemar Bultheel
GeniaLe alumni: Bob en Thomas Koninckx en eSATURNUS
Eminente emeriti
PhD Mokarram Abbas
Hanne Verstreken: burgerlijk ingenieur-architecte POPT-UP!
3
5
6
7
8-9
10-11
12-13
Forumavonden 2014-2015
Reünie 1984
Reünie 1984: ‘Inventaris’
1914 -2014: in memoriam
VTK Bedrijvenrelaties breidt uit met een Development-tak
VTK Internationaal
14-15
16
17
18-19-20
21
22-23
Nieuws
Prijzen, onderscheidingen, …
• Jean-Pierre Kruth, gewoon hoogleraar aan het Departement
Werktuigkunde, heeft de SME Albert M. Sargent Progress
Reward ontvangen voor ‘his original research contributions in
different areas of manufacturing science, particularly in additive
manufacturing processes and metrology, and for being
instrumental in turning these contributions into successful
spinoff companies’.
www.sme.org/SME-Recognizes-Industry-and-AcademicAchievers-for-Significant-Contributions-to-Manufacturing/
• Bart De Moor, gewoon hoogleraar aan het Departement Elektrotechniek, behoort volgens het rapport Thomson-Reuters tot de
top 1% meest geciteerde computerwetenschappers ter wereld.
www.sciencewatch.com/sites/sw/files/sw-article/media/
worlds-most-influential-scientific-minds-2014.pdf
• Tinne De Laet, docent en hoofd van de Dienst Studentenbegeleiding Ingenieurswetenschappen, heeft met de co-auteurs
Riet Callens, Jef Vanderoost en Joos Vandewalle op de SEFIconferentie in Birmingham van 15 tot 19 september 2014 de
Best Paper Award ontvangen voor ‘Engineering positioning
test in Flanders: a powerful predictor for study success?’
www.birmingham.ac.uk/facilities/mds-cpd/conferences/
sefi-2014/index-new.aspx
• Ignaas Verpoest, emeritus aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen, heeft samen met Isaac Daniel en Karl Schulte op
het congres van de American Society for Composites de
Medal of Excellence In Composites Materials van de University
of Delaware ontvangen.
www.ccm.udel.edu/Intro/medalofexc.html
• Marian Verhelst, tenure track docent aan het Departement
Elektrotechniek, treedt als wetenschappelijk adviseur op in
een aantal VTM-uitzendingen op donderdag om 20.35 u.
onder de titel ‘Het Lichaam van Coppens’.
• Hans Meyvaert, wetenschappelijk medewerker aan het
Departement Elektrotechniek, won met zijn project ‘Monolithic
mains AC-DC step-down converter with custom high-voltage
passives in CMOS technology’ de derde prijs (2.500 dollar) in
de Broadcom Foundation University Research Competition.
www.esat.kuleuven.be/news/2014/ku-leuven-graduatestudent-hans-meyvaert-wins-third-place-at-broadcomfoundation-university-research-competition
• Jef Beerten, postdoctoraal onderzoeker FWO aan het Departement Elektrotechniek, ontving de Prijs Paul Caseau voor zijn
doctoraatsthesis ‘Modeling and Control of DC Grids’.
www.chercheurs.edf.com/fichiers/fckeditor/Commun/
Innovation/theses/Communique-prix-Paul-Caseau-2014.pdf
• Els Verbakel, afgestudeerd als burgerlijk ingenieur-architect in
1999 aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen KU Leuven,
werd per 1 oktober 2014 aangesteld als Director of the Masters
in Urban Design Program, Bezalel Academy of Art and Design
in Jerusalem (Israël).
• William Vandenberghe, burgerlijk elektrotechnisch ingenieur
en doctor in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek
van de KU Leuven, nu postdoctoraal onderzoeker aan het
Department of Material Science & Engineering van de University
of Texas in Dallas, ontving op 9 september 2014 aan de KU Leuven
de Prijs van de Onderzoeksraad voor Wetenschap en Technologie voor zijn onderzoek naar de transistors van de toekomst.
www.nieuws.kuleuven.be/node/13837
Nieuwe professoren
Werden aangesteld in het ZAP-kader vanaf het academiejaar
2014-2015
• Alexander Bertrand, Departement Elektrotechniek
• Bruno Crispo, Departement Computerwetenschappen
• Viviana d’Auria: Departement Architectuur
• Michaël De Volder: Departement Werktuigkunde
• Philipp Geyer: Departement Architectuur
• Konstantinos Gryllias: Departement Werktuigkunde
• Simon Kuhn: Departement Chemische Ingenieurstechnieken
• Edwin Reynders: Departement Burgerlijke Bouwkunde
• Tom Schrijvers: Departement Computerwetenschappen
• Georgios Stefanidis: Departement Chemische Ingenieurstechnieken
• Kim Vanmeensel: Departement Materiaalkunde
• Katrien Verbert: Departement Computerwetenschappen
Arenbergbrochure 2013
In deze 24e editie van de Arenbergbrochure stelt het per 1 oktober
2013 aangestelde academisch personeel van de Groep Wetenschap
& Technologie zichzelf en zijn onderzoek voor.
www.set.kuleuven.be/nieuws/2014/news-docs/brochurearenberg-2013.pdf
Prof. Richard Van Cauteren –
prof. Willy Dutré Arenbergsymposium
Avondlezing met als thema `Security and Privacy in a Post-Snowden
World'. Zie ook p.14 van dit nummer van GeniaaL.
www.eng.kuleuven.be/evenementen/arenbergsymposium-2014
Annemie Caproens
3
Masterproefprijzen
Op vrijdagnamiddag 4 juli hebben vertegenwoordigers van topbedrijven masterproefprijzen
uitgereikt aan afstuderenden die een excellente masterproef hebben geschreven in het
vakgebied van het bedrijf. Op YouTube vind je een filmpje over de bedrijven:
www.youtube.com/watch?v=340noPjygh8 (of tik op YouTube: ‘2014BEDRIJVEN
masterproefprijzen’ in).
• AnSem
Prijs uitgereikt door: Marieke Vos, hr-manager
aan Wouter Diels en Alexander Standaert
voor het werk: Ontwerp van een RRAM geheugen voor ingebedde NV toepassingen
• ArcelorMittal
Prijs uitgereikt door: Isabelle Swaegers, support manager operations,
quality & process technology | cold rolling mill
aan Sven Vandenberghe
voor het werk: Ontwikkeling van energie-efficiënte hydrostatische lagers
• BESIX
Prijs uitgereikt door: Jean Polet, algemeen directeur Europa
aan Benjamin Koyen en Thomas Van Leemput
voor het werk: Portieken opgebouwd uit samengestelde dunwandige profielen
• CFE - DEME
Prijs uitgereikt door: Lode Franken, adjunct algemeen directeur pool bouw
- aan Laure Verschoren
voor het werk: Ziekenhuisarchitectuur ontwerpen op kindermaat
Case study: het nieuwe vrouw-kind ziekenhuis van het UZ Leuven
(promotor Ann Heylighen nam de prijs in ontvangst)
- aan William Beuckelaers
voor het werk: Impedantie van de grond bij monopiles voor offshore windturbines
4
• Elia
Prijs uitgereikt door: Hubert Lemmens, senior advisor
aan Jonas Engels en Dries Guldentops
voor het werk: Quantifying the flexibility of residential electricity demand in 2050
through price elasticities: a bottom-up approach
• imec
Prijs uitgereikt door: Kristin De Meyer, director doctoral research
aan Stef Peeters
voor het werk: Cell layout optimization for partially shaded PV panels
(promotor Johan Driesen nam de prijs in ontvangst)
• Industriële Adviesraad van het Departement Chemische Ingenieurstechnieken
Prijs uitgereikt door: Ronny Ansoms, voorzitter
aan Stijn Koshari
voor het werk: Characterization of lysozyme adsorption in cellulosic chromatographic
particles using small-angle neutron scattering
• LMS - a Siemens business
Prijs uitgereikt door: Herman Vander Auweraer, director global research
aan Nathan Coox en Thomas Eens
voor het werk: Development of a multi-body modeling technique for a spiral bevel
gear transmission
• Materialise
Prijs uitgereikt door: Ben Geebelen, manager orthopaedic concept development
aan Philippe Gratessolle
voor het werk: Finite element-based traction force microscopy algorithms for efficient
force recovery (studiegenoot Maxim Van den Abbeele nam de prijs in ontvangst)
• VASCO Data Security
Prijs uitgereikt door: Tongtong Zheng, software engineer
aan Stijn Meul
voor het werk: Practical identity-based encryption for online social networks
GeniaaL gedacht
We willen meningen horen. Meningen van ingenieurs over wat hen nauw aan het hart ligt, meningen
van niet-ingenieurs over ingenieurs en ingenieuren, alles wat des mensen is, kan en mag aan bod
komen. Als het maar ‘uw gedacht’ is, mijn gedacht.
Joris Snaet
Marcel Pelgrom studeerde elektrotechniek aan de HTS (Hogere Technische
School) in Arnhem en de Universiteit Twente. Hij werkte 27 jaar als
onderzoeker en afdelingshoofd voor Philips Research op het gebied
van elektronisch ontwerp. Sinds 2006 is hij medewerker van NXP.
Pelgrom is gastdocent aan Stanford University, Universiteit Twente
en de TU Delft. Daarnaast schrijft hij regelmatig columns in Bits&Chips.
In 2013 kende onze faculteit hem een ereprofessoraat toe.
5
Abraham: plan uw toekomst!
De technologische ontwikkeling verandert de wereld in een rap tempo. Communicatie, transport, architectuur en alle andere
gebieden die onder de ingenieurswetenschappen vallen, kennen een razendsnelle ontwikkeling. Maar hoe zit het met uw
eigen baan? Ook die ontwikkelt zich en wel sneller dan u denkt. Mijn eerste industriële product was een 300 kbit geheugen
om het flikkeren van een beeldbuisplaatje te beperken. Beeldbuis? Kilobit, is dat niet 0.00000l gigabit? Al lang voltooid
verleden tijd.
Ingenieurs stuwen de techniek vooruit en maken zichzelf daarmee overbodig. Natuurlijk zal een verstandige ingenieur de
ontwikkelingen in zijn vak bijhouden, maar uiteindelijk komt hij erachter dat hij in een nauwe zijstraat van de moderne ontwikkeling is beland. Hij ziet jarenlang dezelfde collega’s, dezelfde concurrenten, dezelfde klanten. Al die ingenieurs missen die
ene ontwikkeling die op een dag hun gezellige wereldje van de aardbodem zal wegvagen, zoals het platte scherm met de
beeldbuis deed.
Een ervaren ingenieur moet meer doen dan zijn vak bijhouden. Hij moet bewust alternatieven ontwikkelen voor zijn loopbaan.
Soms is een overstap mogelijk naar een aanpalend terrein zoals onderwijs en personeelsbeleid. Maar ook een overstap
maken naar een nieuw vakgebied kan een carrière verjongen. Daar is een beetje steun bij nodig, hulp die de universiteit kan
bieden in de vorm van aangepaste cursussen. De moderne studiemiddelen zoals e-learning zijn daarvoor uitermate geschikt
maar zijn te veel op de jonge student gericht. Studeren na je 50e verjaardag vergt een ander studieaanbod op een niveau
geschikt voor ervaren ingenieurs. Er zit een gat in de opleidingsmarkt voor de leergierige Abraham!
Marcel Pelgrom
GeniaaL gedacht
Adhemar Bultheel is professoremeritus aan de Faculteit
Ingenieurswetenschappen,
verbonden aan de Afdeling
Numerieke Analyse en Toegepaste
Wiskunde van het Departement
Computerwetenschappen. Hij heeft
jarenlang opleidingsonderdelen in
de toegepaste wiskunde gedoceerd
en is dan ook een vaste waarde in de herinneringen
van vele alumni.
Jargon
6
Als opa is het soms wat zoeken om de namen van kleinkinderen
en hun vriendjes uit elkaar te houden. Zeker als ze Aron, Roan
en Arno heten. Ik weet niet of de laatste genoemd is naar de
frontman van TC Matic, benoemd tot Chevalier des Arts et des
Lettres, wellicht wegens zijn poëtische ontboezemingen zoals
daar zijn ‘Yé Yé!’ en ‘Olalala’. Maar kindernamen, dat lukt nog
best in vergelijking met de hele zwik van afkortingen en termen
uit het onderwijs die tegenwoordig het geheugen van de oudere
medemens teisteren.
Waar is de tijd dat men een richting koos en dan een aantal
vakken moest volgen. Je ging naar de les waar een professor
eigenhandig op een bord schreef, wat je rustig kon noteren.
Gedrild tijdens oefensessies en labo’s legde je daarna examens
af waarvoor je al dan niet geslaagd was in de eerste examenperiode, eventueel na een langdurige beraadslaging waarbij
er over jouw ‘geval’ beslist werd. Misschien was er uitstel tot
september en als dat ook nog niet lukte, dan moest je bissen.
Tegenwoordig kies je opo’s met ola’s, nadat je de ECTS-fiches
ervan aandachtig hebt gelezen op de website met het onderwijsaanbod van de KU Leuven (mét spatie en zónder puntjes).
Je woont dan eventueel een aantal contactmomenten bij,
waar hoogopgeleide techniekers de professor helpen zijn
presentatie op het scherm te toveren. Na de respectievelijke
eva’s kom je in het aaibare gezelschap van Schrödingers kat
in een kwantumfysisch onzekere toestand waarbij je niet echt
slaagt, maar ook niet echt zakt. Je gaat gewoon door met
windowshoppen en zo hop je sjokkend tot in een derde jaar
waar je, onderwijsleeractiviteitsgewijs twitterend voor een permanente
eva van een of ander opo, ondertussen werkt aan een eva van
een opo uit het eerste jaar toen Facebook nog hip was. Je kunt
dan maar beter goed gestudeerd hebben voor een opo kansrekening of een aantal contactmomenten meegemaakt hebben
van een vtk-opo (‘vrij te kiezen opo’, het is zo besmettelijk dat je
na een tijdje zelf begint afkortingen uit te vinden) over speltheorie,
om jouw credit-chips oordeelkundig in te zetten op de tafels van
het diplomacasino. Hoewel het ook weer niet echt een kansspel
is, want waar kan je nog het dubbele van je inzet terugverdienen.
Bah, zo erg is dat toch niet, zal je zeggen,
en inderdaad, nieuwe zakken vergen nieuwe
wijn. Hoewel in deze de nieuwe beleidsmakers misschien eerbiediger met nieuwe
vaten kunnen vergeleken worden, maar het
resultaat blijft hetzelfde: vermits holle vaten
hard klinken moeten ze gevuld worden met
nieuwe wijn. Oude wijn overgieten zou
zonde zijn van de wijn. Maar toch, die oude
wijn was zo vertrouwd. Gerijpt door de jaren
en de tranen die hij achterliet op het glas waarin hij rondgewalst
werd, waren zo heel herkenbaar. Maar oude wijn kan ook verzuren.
‘Een nieuwe lente, een nieuw geluid’ dat schreef Gorter, maar hij
voegde er wel aan toe:
‘Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit
Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht
In een oud stadje, langs de watergracht’.
Studeren, op welk niveau dan ook, doe je meestal om te overleven.
Logisch. We zijn al een tijdje het stadium van jacht en visvangst
ontgroeid en overleven is nu eenmaal wat ingewikkelder geworden.
Je kan bijvoorbeeld kiezen voor een professionele bachelor.
Dit verwijst duidelijk naar een beroep waarmee je een inkomen
kan verwerven. Daarmee koop je eten, een computer en een
smartphone en zo kan je overleven. Daarnaast heb je ook een
academische bachelor, zeg maar de vroegere universitaire carrière,
op weg naar een ‘hoger doel’: het verzetten van de grenspaaltjes
van het menselijke kennen en weten.
Voor wie dat kiest: zorg dat je niet verdwaalt in de tochtige
straatjes van de banaba’s, manaba’s en manama’s, maar verzilver
je queeste met een doctoraat. Verlost van POCs moet je je dan
vooral de W&T-regeltjes van de ADS eigen maken, aangevuld
met de facultaire regeltjes van de FDC en vooral publiceren in
tijdschriften met hoge ISI IF en dat rapporteren aan de BC en
de EC. Voor je de tekst naar de drukker draagt, kijk je best na
of de faculteit of het departement ondertussen niet van naam
is veranderd. Als je dan als postdoc nog wat blijft rondwaren,
hopelijk als AAP, BAP, ZAP of, als je meer geluk hebt, als BOF,
wees dan op je hoede als je wilt steunen op de kennis van de
studenten, want de leerstof die jij te vermalen kreeg, is ondertussen
al tien keer veranderd en aangepast. Wat je als minimale kennis
veronderstelt, is misschien al tot een bijkomende, minder
belangrijke vaardigheid verworden. Hoewel een zekere cyclische
trend kan waargenomen worden, is het toch best je even te
informeren.
Binnen ongeveer 26.000 jaar zal onze aardas weer richting
Poolster wijzen, maar of ons universitair onderwijs er dan nog
hetzelfde zal uitzien is zeer te betwijfelen. Naast wetenschappers
zijn kunstenaars en poëten degenen die als eersten de toekomst
aanvoelen. En Bob Dylan wist het al een tijdje vóór Arno:
The times they are a changin’.
Adhemar Bultheel
GeniaLe alumni:
Bob en Thomas Koninckx en eSATURNUS
Bob Koninckx werd burgerlijk werktuigkundig ingenieur in 1994 en, na enkele jaren industriële ervaring,
doctor in de ingenieurswetenschappen in 2003 met een thesis over modulaire en gedistribueerde
aandrijfsystemen voor werktuigmachines. Een typisch mechatronisch onderwerp dus waarin een
originele oplossing voor de synchronisatieproblemen van de mechatronische modules voorgesteld
werd. Broer Thomas is burgerlijk elektrotechnisch ingenieur van de lichting 2001. Hij werd eveneens
doctor in de ingenieurswetenschappen in 2005 met een thesis over computervisie via realtimedieptekaarten op basis van adaptieve patroonprojectie en beeldverwerking. Toen al had hij specifiek
toepassingen in de geneeskunde op het oog binnen het veld van minimaal-invasieve chirurgie.
De combinatie van deze kennis in gedistribueerde systemen en beeldverwerking vormde de inspiratie
voor de gepatenteerde RtoRTM technologie van het sterproduct NUCLeUSTM van eSATURNUS.
Begin jaren 2000 groeiden de ideeën, gesteund en geïnspireerd
door vader Philippe Koninckx, professor verloskunde-gynaecologie
in UZ Leuven op Gasthuisberg, om de competenties (realtimenetwerken en beeldverwerking) van beide broers te bundelen en
toe te passen in operatiekwartieren. Professor Koninckx, wereldautoriteit in laserlaparoscopie toegepast tijdens gynaecologische
interventies, vond immers de bestaande informatiesystemen die
de chirurg moeten bijstaan tijdens een operatie, ontoereikend.
Hij vond ook dat medische beelden niet alleen gebruikt konden
worden in het operatiekwartier, maar ook voor legale doeleinden
en verder voor patiënteducatie en training. Er was nood aan een
medische videorecorder, die beelden van twee beeldkwaliteiten
(gewone resolutie voor medisch gebruik en archivering, hoge
resolutie voor presentaties en training) simultaan kon opnemen
en voorzien van een authenticatie en van de identiteitsgegevens
en andere medische gegevens van de patiënt.
Uit deze nood is in 2007 eSATURNUS ontstaan, met NeBULATM
als eerste product. NeBULATM maakt slimme beeldverwerking
mogelijk, zoals het gebruik van overlays voor authenticatie en met
medische gegevens van de patiënt. Integratie met EPD (Elektronisch
Patiënten Dossier), HIS (Hospital Information System) en PACS
(Picture Archive Communication System) is mogelijk in realtime.
De volgend stap was de volledige integratie van het operatiekwartier. Dit houdt in: video-opnames maken, beeldroutering
binnen een zaal, telegeneeskunde (bijvoorbeeld om tijdens de
operatie een tweede advies te vragen), de integratie van perifere
systemen (zoals ventilatie, klimaatregeling, verlichting van het
operatiekwartier), realtime realtimesignaalverwerking om snelle
diagnoses te kunnen maken (bijvoorbeeld over de bloedvatenstructuur).
Een groot voordeel van het systeem dat NUCLeUSTM genoemd
wordt, is dat het gebruik maakt van de bestaande netwerkinfrastructuur van het ziekenhuis, in tegenstelling tot concurrerende
systemen die zeer uitgebreide videobekabeling en -interfaces
nodig hebben om de hoge datadebieten bij realtimebeeldverwerking
te kunnen doorsturen. NUCLeUSTM kan elk medisch apparaat
integreren en is onbeperkt en vlot uitbreidbaar. De bekabeling
blijft eenvoudig. NUCLeUSTM biedt de mogelijkheid om de
levenscyclus van data optimaal te beheren. Een groot deel van
de data die door NUCLeUSTM gegenereerd worden, verliezen hun
relevantie na enkele weken; slechts een fractie blijft medisch relevant
over meerdere maanden en maar een heel klein gedeelte dient jaren
bijgehouden te worden. Daarom worden oudere beelden getranscodeerd via ruimtebesparende codecs (zoals mp4), getransfereerd
naar secundaire servers en desnoods verwijderd na lange tijd.
Vader en zonen Koninckx hebben grootse plannen om hun huidige
positie als marktleider in België uit te breiden naar Duitsland en
de Noord-Europese landen. Hun producten moeten nog slimmer
worden. Zoals Thomas het met een metafoor uitdrukt: ‘Nu kunnen
wij als het ware nog maar net ‘telefoneren’, de medische gebruikers
verdienen echter broodnodig dat wij evolueren naar ‘smart phones’.
Open gestandaardiseerde platformen, die vlot data kunnen
uitwisselen en waar een rijke set van waardecreërende ‘apps’
schier eindeloos nieuwe toepassingen mogelijk maken. Daarom is
onze slagzin dan ook: ‘Better Healthcare through Smart Innovation.’
Momenteel heeft eSATURNUS 25 medewerkers, waarvan ongeveer
de helft ingenieurs.
Een mooi verhaal van hoe multidisciplinair doctoraatsonderzoek,
medische expertise en visie leiden tot innovatie. Dat laatste heeft
Vlaanderen broodnodig.
Hendrik Van Brussel
Bob & Thomas Koninckx
7
Eminente emeriti
Een nieuw academiejaar betekent een nieuwe start voor heel wat studenten en professoren;
we verwelkomen een ‘verse’ lichting jonge ingenieursstudenten, maar maken even graag tijd
voor de professoren die dit jaar met emeritaat gaan. Dit academiejaar zijn dat Adhemar Bultheel,
Ann Haegemans, André Loeckx, Carlo Vandecasteele en Gerrit Vermeir. We wensen hen een deugddoende
nieuwe levensfase. Met Carlo Vandecasteele en Gerrit Vermeir blikken we even terug en vooruit.
Carlo
Vandecasteele
Verder ben ik er trots op dat ik het gros van de ingenieursstudenten heb geïntroduceerd in de industriële milieuproblematiek
en in duurzaamheid en dit toen er hiervoor nog maar weinig of
geen belangstelling was. Nu staat duurzaamheid gelukkig op de
agenda bij veel departementen.
Carrière
8
Na het behalen van een doctoraat
in de scheikunde aan de UGent
in 1975, ben ik daar nog een hele
tijd blijven werken. In 1990 – ik was
toen NFWO onderzoeksdirecteur – ben ik naar de KU Leuven
gekomen als gewoon hoogleraar. Hier heb ik een onderzoeksgroep uitgebouwd rond milieuproblematiek. Toen ik pas aan
de KU Leuven was, spitste mijn onderzoek zich vooral toe op
membraanprocessen voor (industriële) waterzuivering, evenals
de verwerking van vast (bedrijfs)afval. Later in mijn carrière is
de aandacht verschoven naar de chemische aspecten van de
verwerking, recyclage en energetische valorisatie van afvalstoffen
en naar de evaluatie van de milieuperformantie en de duurzaamheid van industriële processen en sites. Naast mijn onderzoekswerk
heb ik ook altijd een omvangrijke onderwijsopdracht vervuld
rond milieutechnologie, analytische scheikunde, recyclage en
duurzaamheid.
Ik ben jarenlang – 15 jaar om precies te zijn – programmadirecteur
van het master-na-masterprogramma ‘milieuwetenschappen
en -technologie’ geweest en nadien een paar jaar van de
opleiding chemische technologie. Verder was ik ook enkele
jaren departementsvoorzitter van het Departement Chemische
Ingenieurstechnieken.
Memorabele momenten
Er waren veel kleine momenten die het allemaal de moeite
waard maakten. Zo was bijvoorbeeld de afronding van elk
doctoraat waar ik promotor van was een bijna feestelijke
ervaring. Uitgenodigd worden voor keynote lezingen op internationale conferenties heb ik ook altijd erg geapprecieerd.
En natuurlijk gaf het verkrijgen, het zorgen voor de uitvoering
en het succesvol beëindigen van wetenschappelijke en industriële
projecten mij veel voldoening. Ik was (en ben) ook actief in
projecten van universitaire ontwikkelingssamenwerking,
voornamelijk in Zuid- en Midden-Amerika (vooral Bolivia
en Cuba), maar ook in Kenya en Vietnam.
Favoriete momenten in het jaar
Niet, zoals soms wel eens gedacht wordt van professoren,
de examens. Wel de eerste lessen van elk college. Het is erg
boeiend om kennis te maken met een nieuwe groep studenten,
te zien hoe de groepsdynamiek werkt en interesse voor het
college te kunnen wekken.
Toekomstplannen
Ik word emeritus met opdracht en zal nog enkele cursussen
verzorgen en doctoraten begeleiden. Maar ik zal nu wel meer
tijd hebben voor mijn vele andere interesses: reizen, geschiedenis
en natuur. Ik reis erg graag. Bovendien verblijven mijn beide
dochters in het buitenland (Australië en Panama), wat van familiebezoeken ineens heuse reizen maakt. Reizen met aandacht
voor cultuur en natuur zijn mijn favorieten. Geschiedenis heeft
mij altijd geboeid. Ik vind het fascinerend boeken te lezen en
na te denken over hoe samenlevingen, beschavingen ontstaan,
groeien, ontwikkelen en uiteindelijk na een zeer sterk verschillende
tijdsduur ten onder gaan. Verder kan ik ook erg genieten van
wandelen in de natuur. Een beetje in het verlengde van mijn
professionele interesse en deze passie ben ik bestuurder van
WWF België geworden.
En uiteraard zijn er ook nog theater- en muziekvoorstellingen
en lezen waar ik nu meer tijd voor zal hebben. Een hele reeks
cd’s en boeken ligt klaar!
Adviezen
Dat de studenten tijdens hun opleiding voeling krijgen met de drie
P’s (en dan vooral people en planet, niet alleen profit) is belangrijk.
En die reflex moet hen hun hele carrière bijblijven. Elke technologie,
elk proces en elk product zou tijdig op zijn duurzaamheid moeten
getoetst worden. Al te veel innovaties en ‘verbeteringen’, gelanceerd
met dure marketingcampagnes, bleken, wanneer later de balans
werd opgemaakt, enkel tot veel afval en tot een bijkomende
entropiestijging van het heelal geleid te hebben.
Gerrit Vermeir
Carrière
Ik ben afgestudeerd als burgerlijk
ingenieur-architect aan de
KU Leuven in 1972. Dat was de
allereerste promotie voor wie de
specialisatie architectuur al vanaf
de eerste kandidatuur begon.
Aanvankelijk was dit een bewuste keuze voor de praktische
bouwwereld, maar een succesvolle aanvraag bij het FWO
bracht een serieuze wending. Ik werd FWO-onderzoeker en
kreeg de mogelijkheid om mij te verdiepen in de bouwakoestiek
en specifiek in de problematiek van de geluidisolatie. Het Laboratorium Akoestiek, het WTCB en studieverblijven in Zweden
en Frankrijk vormden het werkterrein. In 1978 behaalde ik mijn
doctoraat aan de Faculteit Toegepaste Wetenschappen.
Daarna volgde een aanstelling aan het Departement Architectuur
waar ik, in de context van de groep bouwfysica en de opleiding
burgerlijk ingenieur-architect, kon werken aan de uitbouw van
onderzoek, onderwijs en dienstverlening betreffende bouw- en
zaalakoestiek en lawaaibeheersing. Mijn eerste lesopdracht in
dit verband dateert van 1987. Mijn mandaat is op termijn deel
gaan uitmaken van het Departement Burgerlijke Bouwkunde van
onze faculteit, waar mijn loopbaan zich verder heeft ontplooid.
Een constante in mijn werk was de intense samenwerking met
de Afdeling Akoestiek van het Departement Natuurkunde en
Sterrenkunde. De gemeenschappelijke belangen werden door
de universitaire overheid erkend en in 2000 resulteerde dit in
een ingrijpende aanpassing en uitbreiding van de gezamenlijke
laboratoriuminfrastructuur.
Memorabele momenten
Ik voel me bevoorrecht om in toegepaste akoestiek te hebben
kunnen werken in een periode met boeiende ontwikkelingen
op het vlak van meettechniek, regelgeving en consulting. Ik heb
het gevoel dat ik hierin een rechtstreekse en via het onderwijs
een onrechtstreekse bijdrage heb kunnen leveren. De oprichting
van het adviesbureau Daidalos door de toenmalige medewerker
Paul Mees was zeker een memorabel moment. Het publicatiewerk omtrent diverse fundamentele en andere problemen
leverde uiteraard blijvende voldoening als veruiterlijking van het
werk en de inzet van de groep. Maar toch zijn het de intense
samenwerkingsmomenten met bouwteams die als meest
memorabel in mijn gedachten opkomen: deSingel in Antwerpen,
Aula Pieter de Somer in Leuven, geluidstudio’s Galaxy in Mol,
VTS opnamestudio’s in Londerzeel, de vergaderzaal van de
Vlaamse Raad in Brussel en uiteraard het advieswerk betreffende
de renovatie van de concertzaal van het Paleis voor Schone
Kunsten in Brussel. Deze voorkeur voor de tastbare praktijk
zal zeker te maken hebben met mijn initiële beroepskeuze.
Overigens heb ik vooral mooie herinneringen aan de vele
memorabele collega’s die ik dankzij het vak en ook daarbuiten
heb mogen leren kennen.
Favoriete momenten in het jaar
Een uitgesproken voorkeur had ik niet, elk academiejaar had
zijn eigen uitschieters. Maar in het algemeen keek ik toch telkens
uit naar de start van het academiejaar: nieuwe studenten,
de aanvang van nieuwe afstudeerwerken, het verleggen van
accenten ... Meerdere jaren keek ik ook uit naar de internationale
ontmoeting met collega’s en onderzoekers op de Inter-Noise
conferenties.
Toekomstplannen
9
Voor het aankomende academiejaar heb ik nog een college te
verzorgen en wil ik nog enkele taken op het vlak van projectsamenwerking en tijdschriftredactie afronden. Uiteraard komt
er nu meer tijd vrij voor gezin, familie en voor onze vier kleinkinderen. Lezen en luisteren krijgen nu ook meer ruimte en
het contact met de akoestische wereld blijft uiteraard via vele
kanalen nog steeds mogelijk!
Adviezen
Ingenieursstudies begin je omdat je geboeid bent door wetenschap,
techniek, creativiteit en door het weefsel van maatschappij en
cultuur daaromheen. Het belangrijkste voor een student is
motivatie en overtuigde inzet. De opleiding en vorming tot
ingenieur opent de weg naar ruime mogelijkheden voor
ontplooiing van een persoonlijk traject. Maar omdat het
speelveld voortdurend in verandering is, wil ik mijn eigen
traject (architectuur-bouwkunde-wetenschappen) niet te zeer
als voorbeeld stellen. Mijn aanvoelen blijft wel dat men alles
te winnen heeft bij de brede maatschappijgerelateerde
ingenieursvorming! Zo legt bijvoorbeeld de toenemende
verstedelijking (men voorspelt 70% voor 2050) een duidelijke
claim op de akoestische kwaliteit van de leefomgeving.
Er is dus zeker nog toekomst voor de lawaaibeheersing
en de bouwakoestiek!
Liliane Pintelon
PhD Mokarram Abbas:
Looking at the city with the eyes of Arab women
In June, I met the Palestinian Mokarram Abbas at the VUB-campus in Brussels. She then finished
her PhD in engineering, which was a joint project between VUB and KU Leuven. She introduced
me into her world of Nablus, the second biggest city in West Bank, after Jerusalem. For once, this
will not be a story about the conflict, although it influences the story, but we will concentrate on
the concept of gender planning in urban design, in particular in the Arab city.
Nablus is best known for its historic centre but besides there
is the modern city which is developing fast. Historically the
development of the city has been influenced by the Ottoman
Empire, the United Kingdom, Israel and now the Palestinian
authority. All these ruling entities did not only affect the political
environment, but also the local modern planning policies and
the spatial flow of the city. The purpose of Abbas’ PhD is trying
to look at her city with the eyes of the women of Nablus in
order to include this knowledge in the urban design and
planning interventions of the city.
Different perspectives on equality
10
A lot of theory on gender planning has been developed which
focuses mainly on ‘European and North American cities’ and
this Western framework cannot be blindly adapted to the
sociospatial context of the Arab world, especially in Nablus,
a more conservative city, she writes in her thesis. In the Arab
world the perception on the equality of men and women is
different and to apply these models on the female Arab spatiality
proved to be a challenge for the research of Mokarram Abbas.
To understand the women of Nablus and the effect of the local
culture is vital to understand how the city is being used. She not
only observed but wanted to know why women do not appropriate
the public space as easily as men and why they employ indoor
spaces for social and recreational activities instead of outdoor
spaces. ‘How do we solve this problem?’ she asks herself.
From her perspective, not having outdoor spaces that suit the
sociospatial need of women, is a problem. She acknowledges
that some women do not consider it problematic but when
she interviewed the women in Nablus and asked them about
more spatial opportunities, they replied ‘we don’t have that many
places to go, we have limitations on availability’. She interviewed
middle-class women and knows that their situation is different
from that of upper-class women. The latter have access to
recreational centres where membership is very expensive.
Middle-class women can only rely on public spaces for
recreational outdoor activities. Because of the limitations of
these convenient spaces that meet their need, they avoid
spending time outdoors. For Mokarram Abbas it is clear:
in designing public spaces you have to take into account the
embedded culture and its influence on the accepted and not
accepted public behaviours, especially in Nablus. Nablus has a
very high localism because of the strong social bonding amongst the
inhabitants of Nablus. This results in a strong social control
and increases the pressure on both women and men on how
to behave. It is clear this has a high impact on how women
use the city of Nablus, especially the modern city, which only
has either public or private spaces. We need to emphasize
though that this does not imply women do not use public spaces.
Women do use public spaces as well but they are just passers-by.
They do not appropriate the space as well as men. Men act like
they own the space, they occupy it more easily than women.
One of the results is that most women spend their leisure time
inside the home. They find alternative places, they go to each
other’s house, they find their way but the problem remains that
most of these spaces are indoor. Although we tend to think it
has something to do with gender power relations and the fact
that women are not allowed to have outdoor recreational spaces,
she explains that women, not all, ask for female-only recreational
and community spaces. Many interviewed women explained
that they prefer to do sport activities, social and recreational
activities in outdoor spaces, instead of indoor, but they prefer
to do these activities away from the public-gaze, especially
the male-gaze. They do not like mixed gender activities and do
not feel comfortable. ‘We have common interests with women,
not with men’ is an often heard remark. The gender segregation
is very high and of course related to the cultural standards and
this is why urban planners need to take it into consideration.
The social structure dictates what is allowed or not. Women do
not go into the men’s space and vice versa.
Examples demostrate a number of the negative
aspects women reported in the city center of Nabius
– Case study of Nablus, Palestine
In between spaces
There is an invisible boundary between male and female spaces.
This is in contrast with ‘public life’: education, labour force,
the service sector, … Women do participate in public life,
there is no gender segregation, but they want to keep important
personal space for recreational activities. The personal space
in Nablus is very important and the need for personal space of
women is very high.
This is why Mokarram Abbas came up with the solution of
‘semi-public spaces’. It is an immediate and intermediate solution,
she says. We cannot change society as an architect and a designer.
What we can do is to include the need of the inhabitants in the
design of the city. The idea of ‘semi-public spaces’ is based
on the traditional Arab city which remained until the colonisation
era. It had very specific characteristics based on the cultural
values. Within the cultural values there is a hierarchy in spaces
from public to private. You cannot move immediately from public
to private or vice versa. Instead you move from public to semipublic to semi-private to private. This transition of spaces created
more opportunities, especially for children and women, who were
not part of the labour force and hence not of the public life at
that era.
This spatial characteristic accommodates the need of women
in Nablus. ‘Semi-public spaces’ are less public. There is a
common relationship among the people who usually use these
spaces. As a result there is more social bonding and women
do more activities in a safe environment. The modern planning
policies in the Arab world do not include these ‘semi-public
spaces’ any longer, although they were very important within
the traditional Arab cities. The modern city has been developing
much faster than the social structure in the Arab world: city
Mokarram Abba
s earned her
bachelor and ma
ster degree in
architectural engin
eering from
the An Najah Natio
nal University
in Nablus, Palestin
e. She started
her PhD in 2008
with the urban
research group CO
SMOPOLIS
directed by Eric
Corijn at the
VUB. She also joi
ned the
research group of
Hilde Heynen in
the Department of Architectu
re of KU Leuven
to work on
the sociospatial
perspective appr
oaches of
public spaces. Sh
e obtained her do
ctoral
degree in June 20
14 with the disse
rtation
‘Thinking Public
Spaces through
the Spatiality
of Women’, which
was a joint proje
ct between
the VUB and KU Le
uven. She currentl
y is assistant
professor at the
An Najah Nationa
l University in
Nablus, Palestin
e.
changes not taking into
account the social structure is asking for trouble, as explained
before. Women have to look for other options, e.g. going
indoors for certain activities.
Mokarram Abbas is eager to include ‘semi-public spaces’
in Nablus. An additional difficulty in Nablus is the pressure
on land because of the occupation. Therefore she came up
with the idea of shared spaces. For instance, we can employ
the school play yard as a form of ‘semi-public space’. School
yards usually have a defined boundary with regulated entry
and by using an existing space, we solve the problem of
land availability.
If we want women to become more dominant in the city,
we ought to take them outdoors, she continues. This is why
‘semi-public spaces’ are of vital importance. They respect the
cultural values and will help the society in organizing the activities
in a familiar space where everyone has the right to use it.
Feminism, Islamic law, modernity
Examples demostrate the recent planning interventions
in the city center of Nablus (2013), in comparison with
the previous urban image of the city center (2011)
As she states in her PhD conclusion, the female Arab spatiality
need to be discussed in three main contexts: the feminist
debates on private-public dichotomy, the influence of Islamic
law on women’s public presence and the dual aspects of
modernity (i.e. the social and the physical) that influence the
urban experience of Arab women. Mokarram Abbas has
already started her mission in Nablus!
Isabelle Benoit
11
Hanne Verstreken: burger
Dat studenten ingenieurswetenschappen hun vaardigheden ook kunnen toepassen buiten de typische
ingenieurswereld, bewees Hanne Verstreken, tegenwoordig beter bekend als ‘Hanne van Mijn Popuprestaurant’. Deze alumna van de opleiding ingenieurswetenschappen: architectuur won samen
met haar vriend Jaro het eerdergenoemde VTM-programma met hun Brusselse pop-uprestaurant
‘Sticks & Stones’. Het koppel oogstte lof omwille van hun rustige aanpak en sympathiek voorkomen.
Wij interviewden Hanne, op zoek naar de ingenieur in de horeca-onderneemster.
12
© VTM
Hanne, gefeliciteerd met je overwinning! Veel mensen zullen
het een gekke sprong vinden, van ingenieurswetenschappen
naar de horeca. Waarom koos je ervoor om deel te nemen
aan ‘Mijn Pop-uprestaurant’?
In de eerste plaats nam ik deel om mijn vriend Jaro een duwtje in
de rug te geven in de horeca. Hij is kok van opleiding. Verder wist
ik zelf ook niet goed waar ik naartoe wilde na mijn studies. Wil ik
voor de rest van mijn leven architect zijn? En wat houdt dat dan
precies in? Daarom greep ik de kans om ook eens iets totaal
anders te proberen, zodat ik nadien bewuster kan kiezen voor
een definitieve job. ‘Mijn Pop-up’ was een ideale gelegenheid
om te testen of de horeca iets voor ons is. Ik weet trouwens nog
steeds niet goed waar ik naartoe wil. Mijn droom is om zelfstandige
te worden met een eigen zaak. In welke branche, dat weet ik
zelfs niet. Ik wil mijn people skills kunnen gebruiken en ik hou
van een uitdaging. Ook daarom nam ik deel aan ‘Mijn Pop-up’.
Ik had nochtans nooit gedacht dat we zouden winnen.
En hoe beviel de horeca je?
Ik had het eerlijk gezegd wat onderschat. Ik was verantwoordelijk
voor de zaal, Jaro voor de keuken. Eigenlijk heb ik nu pas geleerd
wat hard werken is; ik heb erg veel respect voor mensen die in
de horeca meedraaien. Ik ben ervan geschrokken hoeveel werk
er elke dag moet worden verzet.
Heb je je vaardigheden als ingenieur kunnen gebruiken in
de wedstrijd?
Ja, er zijn verschillende dingen die ik heb kunnen meenemen uit
mijn opleiding. Zo leerde ik tijdens de groepswerken bijvoorbeeld
delegeren. Bij dit soort opdrachten moet je wel leren samenwerken.
Als architect had ik ook een groot voordeel bij het uitdenken van
de inrichting van ons restaurant. Ik weet hoe een concept tot
stand komt, dat dit steeds gepaard gaat met vallen en opstaan.
Vandaar dat ik goed met de kritiek van de juryleden kon omgaan,
ik was het gewoon om op een ontwerp te worden beoordeeld
en eventueel negatieve commentaar te krijgen. Jaro en ik bedachten
lijk ingenieur-architecte POPT-UP!
samen het concept achter ‘Sticks & Stones’. We hadden eerst
het idee om iets met stokjes te doen, de stenen volgden later.
Na een hele zoektocht kwamen we uiteindelijk uit bij de zoutsteen die zo tekenend werd voor de look van ons restaurant.
Het programma leerde me nog meer om kritiek te relativeren.
Je staat natuurlijk in de belangstelling; commentaar is nooit
ver weg.
Het is fijn om te horen dat je je opleiding als architect hebt
kunnen inzetten tijdens ‘Mijn Pop-up’. Waarom koos je trouwens
voor architectuur?
Ik hou van de mengeling van het artistieke en het wiskundige.
Er zijn weinig studies waarbij je die twee aspecten kunt combineren.
Voor mij was de opleiding burgerlijk ingenieur-architect het
aantrekkelijkst omdat het mij meer mogelijkheden leek te bieden
dan een architectuuropleiding waarin het ingenieursaspect niet
zo sterk aanwezig is.
Al van in de middelbare school hou ik van wiskunde. Ik volgde
dan ook de richting wetenschappen-wiskunde. Ik heb ook wel
andere opleidingen overwogen, zoals geneeskunde en bioingenieurswetenschappen. Uiteindelijk won de opleiding tot
burgerlijk ingenieur-architect het omdat ik hier ook mijn creativiteit
kon botvieren. Als ik opnieuw zou kunnen kiezen, zou ik misschien
voor bouwkunde gaan. Voor ik aan de universiteit begon, wist ik
niet zo goed wat deze opleiding inhield. Bouwkundigen maken
vaak lange dagen en moeten hard werken en het is nogal een
mannenwereld. Toch vind ik het een erg aantrekkelijke opleiding.
Ook werktuigkunde interesseert me. Het is ook een erg gewild
profiel in de bedrijfswereld.
‘Mijn Pop-uprestaurant’ onderbrak je stage. Ben je nog van
plan deze verder te zetten?
Zeker. Ook mijn ouders willen heel graag dat ik mijn stage afmaak.
Ik heb het geluk dat ik bij mijn huidige werkgever, ontwerpbureau
Crepain-Binst, de vrijheid kreeg om deel te nemen aan het
programma. Ik werkte er al toen ik op 4 augustus te horen kreeg
dat Jaro en ik geselecteerd waren. Mijn deelname was geen
probleem; ik mocht terugkomen na de opnames. Momenteel
werk ik hier dus mijn stage af. Het is een heel fijn bureau,
met veel jonge architecten en veel kansen om bij te leren.
Iedereen vraagt zich waarschijnlijk af wat jullie met het
prijzengeld zullen doen (Jaro en Hanne wonnen 100.000 euro
door hun deelname aan het programma, red.)?
Ja, die vraag krijgen we vaak. Mensen veronderstellen dat we
met dit geld een nieuwe horecazaak zullen openen. We weten
het eigenlijk niet goed. Uiteindelijk kan je met dat bedrag ook
geen zaak kopen, dus proberen we onze winst een beetje te
relativeren. We zouden het geld graag investeren in vastgoed,
idealiter in een pand waar we nog een appartement kunnen
verhuren. We zijn een beetje aan het rondkijken, maar er is
geen haast bij. Het is vooral fijn dat de heisa wat bedaard is.
Onze belangrijkste aankoop tot nu toe, was onze puppy, Lou.
Voorlopig is dat genoeg.
Valérie Wyns
Ik merk wel dat de opleiding tot burgerlijk ingenieur-architect
soms nogal ver ligt van de realiteit van het beroep. Natuurlijk is
het belangrijk te leren over de artistieke kant van ons beroep en
de deontologie die ermee gepaard gaat, maar architect zijn
houdt ook veel administratie en boekhouding in. Ik vind het
soms jammer dat ik daar weinig notie van heb. Maar je kan
natuurlijk niet alles vragen van een opleiding.
Wat vond je het meest interessant aan je studie?
Stedenbouw interesseerde me het meest, ik koos dan ook voor
de master in dit gebied. Mijn thesis schreef ik bij Hilde Heynen,
over het hergebruik van oude fabrieksgebouwen met een
nieuwe bestemming. De lessen van Bob De Lathouwer rond
stedenbouw vond ik ook zeer interessant. Ik heb getwijfeld en
twijfel nog steeds, om een master-na-master Urbanism and
Strategic Planning te volgen.
Echt ontwerpen heb ik geleerd in de ontwerpvakken van het
vierde jaar, bij Leo Van Broeck en Guido Geenen. Hier kregen
we de eerste geïntegreerde opdrachten met steeds goede
feedback. Ik heb het gevoel dat ik hier het ontwerpen in de
vingers gekregen heb.
© VTM
13
Forumavonden 2014-2015
Ook dit academiejaar organiseert VILv enkele forumavonden volgens het beproefde recept: een sterk
thema dat de nieuwsgierigheid wekt, enkele experts die hun visie en ervaring delen, een pittig of
leerrijk debat en gezellig nakaarten.
Nieuw dit jaar is dat de alumnivereniging de eerste forumavond organiseert samen met de faculteit,
in het kader van de Van Cauteren- & Dutréleerstoel. Het vroegere Arenbergsymposium dat traditiegetrouw op de laatste woensdag van november zal plaatsvinden, duurde vroeger een hele dag of
een namiddag, maar zal nu ’s avonds georganiseerd worden. Met een uiterst actueel thema belooft
het een boeiend evenement te worden.
14
ergsymposium
renb
26 november 2014: A
n World
ivacy in a Post-Snowde
Thema: Security and Pr
Cauteren & Willy Dutré
de leerstoel Richard Van
van
er
kad
het
in
,
pen
swetenschap
i.s.m. Faculteit Ingenieur
software providers
data stored with the big
What happens to our
A?
NS
a and meta-data
the
dat
for
al
son
ere
wh
per
Can we hide any
massive amounts of
re
sto
to
e
abl
ept
against abuse
acc
it
ers? Is
e in protecting citizens
and smartphone provid
rent legal regime effectiv
cur
the
Is
on?
r
late
just in case it is needed
these problems?
technical solutions for
te
of their data? Are there
eslagen zijn bij de gro
met onze data die opg
er
t
eur
geb
t
Wa
A?
lig voor de NS
Zijn we nog ergens vei
eproviders?
hon
artp
sm
en
ren bewaard
softwa
metagegevens worde
soonlijke gegevens en
per
den
ng?
lhe
rmi
vee
che
hoe
te
bes
gro
wetgeving voldoende
Is het aanvaardbaar dat
zouden zijn? Biedt de
ig
nod
st
kom
toe
de
voor het geval ze in
beveiligen?
ingen om ons beter te
Zijn er technische oploss
Sprekers:
ence
up of the Computer Sci
Information Security Gro
the
at
sor
fes
Pro
ate
oci
• George Danezis, Ass
y College London
Microsoft
department at Universit
ief Privacy Adviser at
Advisor
Advocate, formerly Ch
y
vac
Pri
Global CIP and Privacy
en,
ec,
wd
ant
Bo
r
• Caspa
ent Affairs EMEA & AP Sym
nm
ver
Go
of
r
cto
Dire
• Ilias Chantzos, Senior
n.
Engels gehouden worde
osium-2014
De lezingen zullen in het
menten/arenbergsymp
ng.kuleuven.be/evene
w.e
ww
via
gen
ijvin
chr
Meer informatie en ins
Joris Snaet
Februari 2015
15
Thema: ingenieur en hu
mor
i.s.m. Faculteit Letteren
meer informatie en ins
chrijvingen via
www.eng.kuleuven.b
e/AlumniVILv
April 2015
omst voor
er nog toek
Thema: is
n?
in Vlaandere
omika
i.s.m. Ekon
rijvingen via
tie en insch
a
rm
fo
in
r
e
me
lumniVILv
uven.be/A
le
u
.k
g
n
.e
www
ustrie
de maakind
Reünie 1984
Groot feest in Thermotechnisch Instituut
Een onzalig ochtendlijk uur ergens op een zondag in oktober 2013.
Luc belt ons met zijn immer directe aanpak om ons te melden dat we
in 2014 30 jaar afgestudeerd zullen zijn en of we iets zouden doen
om dit te vieren. Ik voel nattigheid en zeg voorzichtig: ‘Ja … en waar
dacht je zoal aan?’ We beginnen te freewheelen en wisselen een paar
ideeën uit. Maar eigenlijk had hij zijn doel al bereikt: we waren deel
van het complot geworden en wij waren niet alleen. Luc had natuurlijk
ook een paar andere ‘diehards’ opgesnord en hen van hetzelfde laken
een broek gegeven. ‘Natuurlijk willen we helpen’ en ‘Ja het is lang
geleden en tijd om eens iets te doen.’ Tenslotte was het 15 jaar geleden
dat er nog een reünie van de ir1984 lichting was geweest. Zo begon
voor ons het avontuur van een maandenlange voorbereiding tot die
ultieme dag: 21 juni 2014, de dag van onze 30-jarige reünie!
16
Om de twee à drie weken hielden we teleconferentie met de organisatoren, die verspreid zaten over verschillende landen.
Dé grote uitdaging was het terugvinden van de oud-collega’s. Met de KVIV- ledenlijst en de sociale media geraakten we al een
eind op weg. Gelukkig hadden we mensen van elk departement waar we op konden terugvallen om mee te helpen zoeken.
Dan de datum, de locatie, het dagprogramma, de catering, alternatieve scenario’s, muziek, badges, de uitnodigingen, de plannetjes,
de pr en het regelmatig contact met de kandidaat-‘reünisten’, budget, sponsoring, enzovoort. Bij elke vergadering waren er
nieuwe ideeën die de dag mee vorm gaven. Niets werd aan het toeval overgelaten. Uiteindelijk landden we bij een reünie op de
langste dag van 2014 in het Thermotechnisch Instituut (TI) aan de KU Leuven, voorafgegaan door twee mogelijke wandelingen
die de veranderingen, die zich stilletjes hadden voltrokken gedurende de laatste 30 jaar, zouden openbaren aan de deelnemers.
Na de laatste spannende weken waren we klaar om iedereen te ontvangen. Het was een overdonderend succes: 173 inschrijvingen.
Alle ingenieursopleidingen waren goed vertegenwoordigd. Tijdens de wandelingen was het al duidelijk dat de nood erg groot
was om mekaar terug te zien en honderduit te vertellen aan vroegere vrienden die we allemaal veel te lang uit het oog hadden
verloren. Iedereen werd verwend met een hapje en een drankje bij aankomst in het TI. De preses hield zijn toespraakje, we maakten
groepsfoto’s van iedereen en ook van de kleinere groepjes van ‘in-de-tijd’. Door de grote opkomst waren we zelfs in staat een
bijdrage te leveren aan een initiatief voor Kom-Op-Tegen-Kanker. Er werden permanent foto’s geprojecteerd van onze studententijd,
inclusief de foto’s van het fotoboekje – het valt niet te ontkennen dat 30 jaar iets doet met een mens! Een walking dinner met veel
en gezellig babbelen maakte dat de reünie veel te snel voorbij was. Om 23.30 uur deden we de lichten uit. Uit alle reacties die
we mochten ontvangen tijdens
en na het event, bleek duidelijk
dat het een prachtige dag
geweest was en voor herhaling
vatbaar. (Bij sommigen was de
inspiratie zo groot dat er prompt
een gedicht werd geschreven.)
De ideeën voor een volgende
bijeenkomst beginnen al te
borrelen. Hopelijk slagen we er
binnen vijf jaar weer in om dit
succes te herhalen. Dank aan
iedereen die er was, die mee
heeft geholpen om van deze
dag een succes te maken,
inclusief VILv!
Geert Jacobs
Reünie 1984: ‘Inventaris’
Wat houten la
tjes
ijzerdraad
een hamer
een kniptang
een perforator
zestien pijlen
een ingenieu
r
een oude pick
nicktafel
honderddrieë
nzeventig ba
dges
tweehonderdv
ierendertig fie
tsen
een ex-juf aa
n een tandwi
el
nog een inge
nieur
een oostwande
ling een westw
andeling
een prof die na
ar de Alma le
id
t
een echte Holla
ndse met een br
il
ee
n onechte Duits
een oud kaste
er met dubbel
el een nieuw
e bril nog een
kasteel een lu
een mooie dr
Duitser
chtkasteel
eef een rond
gebouw een kl
een voerbetogi
assieke trouw
ng
mijn kot
plus tien en no
g tien fietsen
en een hele ho
op ingenieurs
een straalmot
or een stoomm
otor een prom
het spook van
otor
Theo
zeshonderd ha
pjes vierhond
erdvijftig broo
honderd stoel
djes
en op twee pa
le
tten dertien sta
één periodieke
antafels met
tafel
blauw tafella
ken
een preses die
een woordje sp
reekt een dam
onvoldoende
e die haar bi
Surplus bier
erglas breekt
te veel krabbe
n
een oude heer
met grijzend
haar een jong
vier bolle wang
eheer met grijz
en vijf bollebu
e baard drie
iken twee diep
kaalkoppen
een baggeraa
vriesvrouwtje
r een verzeker
s
aar een arch
een zware ha
ite
ct
di
e violen bouw
nd in een man
t een bakker?
nenrug twee
een blonde da
handen die hi
me met rode
gh-fiven
jurk een grijz
een goei vrie
e heer met zw
ndin met groe
art kostuum
ne tas een an
een gele dwei
dere die er ni
l een emmer
et was
sop twee keer
borstels
en ...
honderdzestie
n ingenieurs
één groot fees
t
(avec mes excu
ses à Mr. Prév
ert)
Jan Putzeys
17
1914 -2014: in memoriam
We kunnen er niet naast kijken: honderd jaar geleden werden Leuven en de universiteit zwaar getroffen
door acties van het Duitse leger. Honderden Leuvenaars lieten het leven, duizenden sloegen op de
vlucht of werden op transport gezet.
Voor zover bekend (uit de ‘annuaire’ van 1919) waren ‘maar’
twee personeelsleden van de universiteit onder de slachtoffers
van die augustusdagen in 1914. Voor de Speciale Scholen,
de voorloper van de ingenieursfaculteit, hadden hun namen
nochtans een meer dan gewone betekenis: het waren prof. Honoré
Ponthière en Vincent Lenertz. We zijn hen intussen vergeten,
maar dit lijkt ons dé gelegenheid om hen terug onder de aandacht
te brengen. Wie waren ze en hoe kwamen ze aan hun einde?
18
Na 1900: studenten in hun nieuw laboratorium
Honoré-Noël Ponthière was de oprichter en de eerste departementsvoorzitter (voor zover we dat moderne equivalent mogen
gebruiken) van het Instituut voor Elektromechanica, het huidige
ESAT, dat toen in de Vlamingenstraat gevestigd was (nu de
Vlerick Business School). Vincent Lenertz was directeur van de
Grafische Werken. Aan ingenieursstudies kwamen toen heel wat
tekenwerken te pas, activiteiten die nu grotendeels overbodig
geworden zijn door CAD en andere tekenprogramma’s.
Als toenmalig universitair huisarchitect ontwierp hij ook het gebouw
in de Vlamingenstraat waarvan sprake en onder meer ook het
Scheikundig Instituut in de Naamsestraat, het huidige STUK.
Wat is hun verhaal?
Honoré-Noël Ponthière werd op 25 december 1850 geboren
uit een middenstandsfamilie in het dorpje Vonêche bij Beauraing.
Hij studeerde af als ingenieur aan de Leuvense universiteit in
1872 en deed industriële ervaring op in een groot staalbedrijf.
Ten slotte werd hij aan de Leuvense universiteit aangesteld tot
professor metallurgie. Hij realiseerde zich dat elektriciteit van
alsmaar groter belang werd,
niet enkel voor de aandrijving
van werktuigen, maar ook bij
metallurgische processen.
Hij werd de drijvende kracht
achter een meer gedegen en
praktisch gerichte opleiding in
de elektriciteit. Eerst liet hij rond
1880 in het college van Premonstreit (op de hoek van de Naamsestraat en de de Bériotstraat)
een elektrisch laboratorium
bouwen en toen dit te klein
werd, kon hij met financiële
en materiële steun van de
industrie in het jaar 1900 het
instituut in de Vlamingenstraat
optrekken. De architect van dit
project was Vincent Lenertz.
In 1950 verkasten de ‘elektriciens’ ten slotte naar het
Kasteelpark.
Het toenmalige Elektromechanisch Instituut in
de Vlamingenstraat
Prof. Ponthière woonde op de toenmalige Graanmarkt 24, het
huidige Hooverplein, maar had een villa in Hermeton-sur-Meuse,
een deelgemeente van Hastière, het dorp waar de Maas België
binnenstroomt. In augustus 1914 bracht hij er zijn vakantie door.
Het leger van onze zuiderburen
was na het uitbreken van de oorlog
de vaderlandse troepen te hulp
gesneld. Voor alle zekerheid ging
op 15 augustus in de straten van
het dorp ook de processie rond
met het miraculeuze Mariabeeld.
Maar zelfs dat mocht niet baten:
na hevige gevechten en bombardementen trok de Duitse strijdmacht
op 23 augustus Hastière binnen.
De volgende dag was het de
beurt aan Hermeton. De meeste
inwoners waren de bossen ingevlucht voor de Duitse beschietingen; ook de villa van Ponthière
vormde een van de doelwitten.
Met zijn vrouw Pauline Schlögel
en een van hun dochters
(de andere zou in september bevallen), zijn schoonbroer die
pastoor was in Hastière-par-delà en nog anderen zocht hij
daarom een schuiloord in de kelders van het kerkje van
Hermeton. Toen ze merkten dat door Duits toedoen tweederde
van de huizen van Hermeton in brand stonden, besloten ze wijselijk
hun schuilplaats te verlaten, Ponthière, een witte zakdoek aan
een stok geknoopt, voorop.
Vincent Lenertz, de architect van het Elektromechanisch
Instituut in de Vlamingenstraat, was een Luxemburger, geboren
in Echternach op 22 april 1864. Hij was in de eerste plaats een
begenadigd tekenaar. Zo ontwierp hij in 1909 het ‘oermodel’ van
het zegel van de universiteit, de Sedes Sapientiae, dat intussen
een paar keer gerestyled is. (De KU Leuven en de UCL gebruiken
elk hun eigen versie.) Bij de ingenieursopleidingen was hij verantwoordelijk voor diverse tekenpractica.
Hij sprak vlot Duits, de taal van de techniek destijds, en hoopte
zo een vrije uittocht te kunnen onderhandelen voor al wie nog
in het dorp was. Maar dat viel tegen: even verder werden ze
staande gehouden, beschuldigd van op Duitsers geschoten te
hebben. Er waren franc-tireurs in het dorp! Er hielp geen lievemoederen aan. Hoewel Ponthière kon aantonen dat de inwoners
hun wapens op voorhand ingeleverd hadden, werden alle mannen
uit het gezelschap meegevoerd en na een schijnproces even
verder op een wegeltje gefusilleerd.
Drie dagen later lagen de lijken van Ponthière, zijn schoonbroer
en een oude dorpsbewoner er nog zoals ze gevallen waren.
Ze werden zonder verdere plichtplegingen ter plaatse begraven.
Nu herinnert een gedenksteen tegen de kerk van Hastière-par-delà
met de namen van de slachtoffers aan de moordpartij die zich
heeft voorgedaan. In 1921 werd op plechtige wijze een marmeren
herdenkingsplaket voor prof. Ponthière ingehuldigd in de hal van
‘zijn’ instituut. Ze verhuisde in de jaren ‘50 mee naar het Arenbergpark en bij de splitsing van de universiteit ging ze over naar
de UCL, op initiatief van de ‘Union des ingénieurs de Louvain’,
de voorloper van de VILv. Ze siert nu de ingang van het Maxwellgebouw in Louvain-la-Neuve. Merk tussen haakjes op dat de
datum van de plaket fout is: zijn dood viel niet op 23 maar wel
24 augustus, zoals het bidprentje vermeldt.
19
1909 vs. 2014 - zoek de verschillen!
In 1913 had hij een ruime eigen woning in gebruik genomen aan
de Tiensevest nummer 36 (sindsdien verdwenen). Het is vlak bij
zijn voordeur, onder de bomen van de vest, dat kanunnik Lemaire,
eveneens professor bij de ingenieursopleidingen, eind augustus
1914 het lichaam van Lenertz zou aantreffen, in een plas geronnen
bloed. Wat was er gebeurd?
Dat de Duitse troepen in die dagen grote gedeelten van Leuven
in brand staken hoeven we onderhand niet meer uit te leggen.
In de stad heerste terechte paniek. De Leuvenaars hadden maar
twee keuzes: vluchten of (de mindere optie) schuilen. Vincent
Lenertz, zijn vrouw, vijf kinderen en schoonmoeder zochten hun
heil in de kelder van hun woning. Maar toen de troepen alsmaar
meer huizen in de buurt in brand staken, sloeg de schrik hem
om het hart. In hun kelder zouden ze levend kunnen verbranden
of door de rook omkomen. Daarom verliet hij in de ochtend van
26 augustus de kelder om met de Duitsers te onderhandelen.
Als Luxemburger sprak Lenertz een aardig mondje Duits; misschien dacht hij, zoals Ponthière, de vijand in zijn eigen taal aan
te spreken en hem zo te overtuigen hen te sparen. Ook in zijn
geval was niets minder waar: zijn pleidooi was tevergeefs, in zijn
eigen deuropening kreeg hij twee kogels in de nek.
1914 -2014: in memoriam
De pastorij van pastoor Schlögel na de feiten
20
Lenertz in de tekenzaal
Als afschrikwekkend voorbeeld mocht zijn lichaam niet geborgen
worden, het bleef dagenlang liggen zoals het gevallen was; in
een grote plas geronnen bloed trof kanunnik Lemaire het dagen
later aan. Uiteindelijk kwam het op het Stationsplein (nu Martelarenplein) in een gemeenschappelijk graf terecht. Later werd hij
begraven op het stedelijk kerkhof. Zijn naam leeft voort samen
met die van de gevallen burgers en soldaten op het monument
voor het station en in de gebouwen die hij ontwierp natuurlijk,
niet enkel gebouwen voor de universiteit, maar ook andere
(vooral Limburgse kerken).
Een van de vele namen op het monument op
het Martelarenplein
Hoe verging het zijn familie? Ze bleven gelukkig gespaard. Een van
zijn zonen werd later in de oorlog aangehouden, beschuldigd van
medewerking aan de sluikpers. Zijn weduwe zou hem uiteindelijk
meer dan veertig jaar overleven. Zijn smeekbede had dus, althans
gedeeltelijk, toch succes.
Dat was het droeve verhaal van de ESAT-oervader en van iemand
die niet enkel ‘ons eerste gebouw’ ontwierp, maar die generaties
ingenieurs heeft leren tekenen. Het is een merkwaardig toeval
dat deze twee universitaire medewerkers in die augustusdagen
het leven lieten, op een gelijkaardige manier, bijna gelijktijdig
(met twee dagen verschil) maar wel honderd kilometer van elkaar.
En het moet gezegd, ondanks de zware tol die Leuven moest
betalen, was de materiële schade en het verlies aan mensenlevens
in Hastière in verhouding veel groter.
Jan Cuypers
Herkomst van de afbeeldingen:
Gebouw Vlamingenstraat en studenten in het laboratorium:
archief, bibliotheek KU Leuven
Doodsprentje Ponthière: Delcampe.net
Plaket: Isabelle Dargent
Portret Lenertz: Europeana 1914-1918, Ons land in woord en
beeld 1919, collectie Meulemans
Pastorij Hastière-par-delà: http://meuse-histoire-balade.e-monsite.com/pages/hastiere-abbatiale-aout-1914.html
VTK Bedrijvenrelaties breidt
uit met een Development-tak
VTK Bedrijvenrelaties bereidt ingenieursstudenten
voor op de arbeidsmarkt door hen stageplaatsen
en vacatures aan te bieden en hen in contact te
brengen met bedrijven op allerlei evenementen.
Tot voor kort lag de focus voornamelijk op
Branding & Recruitment. Vanaf dit jaar richt VTK
Bedrijvenrelaties een nieuwe Development-tak
op. Hierdoor krijgen de studenten de kans om
hun vaardigheden verder te ontplooien met het
oog op het bedrijfsleven. We spraken met de
gloednieuwe groepscoördinator Development,
Lucas Vanlaer, over zijn visie en de verscheidene
opties voor bedrijven.
VTK Bedrijvenrelaties doet vooral aan Branding & Recruitment.
Wat kan dit betekenen voor bedrijven?
Lucas: Branding brengt bedrijven onder de aandacht bij studenten.
Deze naambekendheid komt tot stand via verschillende communicatiekanalen: het tijdschrift Ir.Reëel, het wekelijks krantje
’t Bakske, e-mailing, advertenties op onze website of banners
op evenementen.
Recruitment omvat allerhande activiteiten waar bedrijven op zoek
kunnen gaan naar potentiële werkkrachten. Het belangrijkste
recruitmentevenement van het jaar is de Jobfair in maart. Dit is
met 90 bedrijven de grootste jobbeurs van België voor studenten
burgerlijk ingenieur(-architect). Zo’n 750 studenten doen de
beurs aan.
Verder houden we ook een kleinere Stagefair in november en
bieden we het cv-boek aan met de cv’s van alle laatstejaarsstudenten. Mijn collega-groepscoördinator, Willem Schroé,
neemt dit jaar de verantwoordelijkheid voor Branding & Recruitment.
Kunnen bedrijven hun vacatures online plaatsen op de
VTK-website?
Lucas: Uiteraard, dit kan op het BR-platform
(vtk.be/nl/career/company). Hierop kunnen bedrijven gratis
stageplaatsen en vacatures aankondigen. Dit zorgt niet enkel
voor naambekendheid van de bedrijven, maar zo’n stage is ook
voor studenten een goede voorbereiding op de arbeidsmarkt.
Dit platform biedt hen een duidelijk overzicht van de openstaande vacatures per afstudeerrichting.
Panelgesprek op de Jobfair (maart 2014)
Dit jaar wordt VTK Bedrijvenrelaties uitgebreid met het
oprichten van een Development-tak. Wat houdt dit in?
Lucas: Bedrijvenrelaties brengt de studenten al jaren in contact
met de bedrijfswereld. Maar dit jaar willen we nog een stapje
verder gaan: we willen hen nog beter voorbereiden op het werkleven. Dit doen we met workshops, soirées en screenings.
Voorbeelden van workshops zijn het voorbereiden op sollicitatiegesprekken, het opstellen van cv’s en het oplossen van business
cases. Hierbij ligt de focus op de studenten en het ontwikkelen
van hun skills en niet zozeer op de bedrijven. Om de interactie
en efficiëntie te bevorderen worden deze workshops in kleine
groepen georganiseerd.
Een tweede onderdeel van Development zijn soirées. Dit zijn
lezingen die meer focussen op het overdragen van kennis aan
een groter doelpubliek in plaats van op interactie. Deze soirées
kunnen gevolgd worden door workshops waar dieper wordt
ingegaan op de aangeleerde kennis in kleinere groepjes.
Ten derde zijn er de screenings. Hierbij worden de cv’s en
portfolio’s van studenten gescreend door een bedrijf om zo
de kwaliteit ervan te verbeteren.
Vermits we dit jaar starten met de Development-tak, is er nog
veel ruimte voor verbetering en nieuwe ideeën. Hiervoor krijgen
wij ook graag input van bedrijven.
Waar kunnen bedrijven terecht met hun ideeën voor workshops en soirées?
Lucas: Specifiek voor Development kan gemaild worden naar
[email protected]. Voor algemene vragen of opmerkingen,
kan contact opgenomen worden met [email protected].
Karen De Leener
21
VTK Internationaal
Ongeveer eenvijfde van de studenten aan onze faculteit
zijn internationaal. Daarom werd vorig jaar een volwaardige post ‘Internationaal’ geïntroduceerd binnen VTK.
Met een intensieve openingsweek en tal van andere
activiteiten hebben we toen geprobeerd om iedereen
een ‘thuisgevoel’ te geven en ze met onze lokale
studenten te integreren. Daarnaast werd ook nog
een ‘Think-abroad’ week georganiseerd waar lokale
studenten alle info konden verkrijgen zodat ook zij
hun internationale ervaring konden starten.
Eén jaar verder is de internationale vlam binnen VTK
nog niet gedoofd, integendeel. Met een nieuw team
zijn we klaar om ook dit jaar de nieuwe internationale
studenten een fantastische openingsweek te
bezorgen. Maar dit is nog maar het begin van
wat hopelijk een uitzonderlijk jaar wordt.
22
Allereerst willen we ons dit jaar nog meer
inzetten voor het samenbrengen van de internationale en lokale studenten. Dit doen we niet
alleen door kleinere activiteiten te organiseren
waarop iedereen welkom is; we zetten ons ook
in om de internationale studenten te begeleiden
naar de andere activiteiten van VTK zoals onder
andere de sporten van de maand, de free podia
en de grotere activiteiten zoals ons jaarlijks
Galabal. Zo wordt de stap tot integratie voor
iedereen wat kleiner en kan iedereen maximaal
genieten van zijn verblijf in België.
Verder zijn we van plan om de communicatie dit jaar
volledig tweetalig te laten verlopen en ons actief bezig te
houden met promo voeren. Bij de internationale studenten
zal dit in het Engels gebeuren zodat ook zij op de hoogte
blijven van wat er in Leuven door VTK wordt gedaan.
Dit gaat gepaard met het in de watten leggen van
onze buddy’s, die
ons een handje
helpen bij het
meenemen en
informeren van
onze internationale
studenten.
Sebastien Cantillon
De Faculteit zorgt elk jaar samen
met VTK Internationaal voor een
warm onthaal van de internationale studenten, met de nodige
praktische informatie maar ook
en vooral een spel om mekaar
en de campus op een informele
manier te leren kennen.
23
v.l.n.r. 1e rij (onderaan): Brecht Wuyts, Torben Lefebvre
2e rij: Isabeau Veelaert, Britt Beynaerts, Nina Lauwers, Dieter Boeyaert, Shoera Sels, Jeroen Blommaert, Koen Certyn, Emily Haest, Tine Exelmans,
Karen De Leener, Alberick Lismont
3e rij: Jan Van Schoubroeck, Victor Verlinden, Senne Van Woensel, Karen Baert, Kristof Fransen, Sebastien Cantillon, Ankatrien Demarsin,
Kristof Dens, Mattias Decrop, Eline Vanermen, Stefaan Botteldoorn
4e rij: Jonas Codron, Toon Van Hemelen, Jorn Hendrickx, Margo Parmentier, Job Soethoudt, Siri Derwael, Jannes Aertsen, Jef Haagen,
Roeland Van Roosbroeck, Niels Peters, Wout Van der Veken, Eline Smet, Michiel Meulemans, Pieter Meulemans, Manu De Block, Emil Loevbak
5e rij: Raf Verbist, Dario Incalza, Wout Vekemans, Willem Schroé, Lucas Vanlaer, Pieter Reumers, Wout Geboers (tussen 2 rijen), Lukas De Backer,
Mathijs Cuppens, Jurgen Daenen (tussen 2 rijen), Joris Gevaert, Jens Piedfort, Hans Geypen, Bert Van Loock, Jan Everaert, Pieter Fiems,
Marijn Blommaert, Michiel Verbeeck
Niet op de foto: Thomas Swerts, Jeff Geudens, Maxim Vanrusselt, Evelien Pommé, Thomas Delputte, Nathalie Voeten, Axel Vanmeulder,
Dries Claes, Pieter Laenen, Matthias Hoernaert, Jens Ghys, Elias El Kharraz
COLOFON
‘GeniaaL’ is een tijdschrift
van de Faculteit Ingenieurswetenschappen en VILv Alumni Ingenieurs KU Leuven,
met bijdragen van medewerkers
van de faculteit, alumni en
studenten.
‘GeniaaL’ verschijnt viermaal
per jaar: in januari, april, juli
en oktober.
verantwoordelijke uitgever:
Michiel Steyaert
redactie:
Isabelle Benoit, Adhemar Bultheel,
Annemie Caproens, Jelle De Borger,
Iris De Coster, Jan Cuypers,
Elke Kalokerinos, Sigrid Maene,
David Maes, Marcel Pelgrom,
Liliane Pintelon, Patrick Pype,
Gert Sablon, Michiel Steyaert,
Hendrik Van Brussel,
Yves Willems, Valérie Wyns,
VTK-Communicatie
redactieadres:
GeniaaL
Faculteit Ingenieurswetenschappen
Jelle De Borger
Kasteelpark Arenberg 1 bus 2200
3001 HEVERLEE
tel. + 32 16 32 16 89
fax + 32 16 32 19 82
[email protected]
www.eng.kuleuven.be
grafisch ontwerp:
altera.be
drukwerk:
Artoos
Oudestraat 19
1910 KAMPENHOUT
tel. + 32 16 61 83 59
coverfoto:
Universiteitsarchief,
bibliotheek KU Leuven