083 Regesten van oorkonden - Regionaal Archief Zutphen

Download Report

Transcript 083 Regesten van oorkonden - Regionaal Archief Zutphen

ARCHIEFNUMMER 83
REGESTEN VAN OORKONDEN
TOT EN MET HET JAAR 1599
1
4 november 1299
Swederus, heer van Ringelberge, knaap, verkoopt, met het recht van wederkoop binnen
twee jaar, aan Martinus, burger van Sutphania, erfelijk zijn tienden in de parochie Voorst,
met wat daarbij behoort, nl. die in Appen, Getele en Eschede, welke hij in leen houdt van
den graaf van Clyvia.
Datum anno domini MoCCmononagesimo nono feria quarta post omnium sanctorum.
Gelijktijdig afschrift (inventarisnummer 729). Het zegel van de scholasticus van Zutphen is
verloren gegaan.
2
13 oktober 1305
Richter en schepenen van Sutphania oorkonden, dat Nerbordus de Putthen aan Bernardus
en zijn zuster Sophia, genaamd de Wamminckhorst, hun goed, gelegen in Vorstonden,
heeft opgedragen tegen een jaarlijkse erftyns van 12 kleine penningen, te betalen in het
goed te Bobbinck.
Actum et datum in anno domini MoCCCo quinto feria quarta post Victoris.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 608). Met het geschonden zegel en contrazegel der
stad in groene was.
b. Nederlandse vertaling in inventarisnummer 19a, folio 2.
3
18 augustus 1306
Svederus, ridder, genaamd van Ringelenberch, draagt in vaste acht van 3 molder rogge en
3½ molder koren aan Bernardus en zijn zuster Sophia, genaamd van Wamminchorst, en
hun nakomelingen zijn grote en smalle tiende op uit de goederen van voornoemde
Bernardus en Sophia, gelegen in Vorstonden.
Actum et datum anno domini MoCCCmosexto feria quinta post assumptionem beate
virginis.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 730). Met het enigszins geschonden zegel van
Swederus van Ringelenberch in groene was.
b. Nederlandse vertaling in inventarisnummer 19a, folio 2 vo.
4
8 februari 1318
Richter en schepenen van Zutphania oorkonden, dat heer Wolterus van Keppele verklaard
heeft, aan Johannes Sartor het goed Elshof in het kerspel Vorden met toebehoren te
hebben opgedragen. Datum anno domini MoCCCo decimo octav
o feria quarta post
purificationem beate Marie.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 646). Met fragment van het stadszegel in groene was.
5
22 februari 1320
Richter en schepenen van Zutphania oorkonden, dat heer Borro, kanunnik van de kerk in
Zutphania, het huis, dat hij van Mr. Johannes Saevus heeft gekocht met het erf, de weg en
de uitgang en al wat erbij behoort, bij testament op bepaalde voorwaarden als een gift aan
de armen en zieken heeft vermaakt en in handen van de schepenen van Zutphania heeft
gegeven, om het te beheren en te besturen.
Datum anno domini MoCCCmo vicesimo in cathedra Petri.
a. 19e Eeuws afschrift (inventarisnummer 683).
N.B. Gedrukt in de Bijdr. Med. Gelre, dl. XX (1917), p. 127.
b. 16e Eeuwse Nederlandse vertaling (inventarisnummer 683).
6
14 februari 1321
Richter en schepenen van Sutphania oorkonden, dat Truda, weduwe van Nyso, inwoner
van Sutphania, aan Christina, dochter van wijlen Lambertus Cupeken, Lambertus, broeder
van Christina, Wilhelmus, zoon van Wilhelmus Otterman, en aan de “huesarmen” een
jaarlijkse erfrente van 3 pond, 3 penningen en 3½ hoen heeft opgedragen, o.m. uit het huis
Rijnbergh, met dien verstande, dat na de dood der drie genoemden alle inkomsten aan de
armen zullen komen.
Datum anno domini MoCCCmovicesimo primo in die sancti Valentini martiris.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 750). Met fragment van het zegel en contrazegel der
stad in groene was.
7
14 februari 1321
Conradus, genaamd Yserne, en Ludolphus, zoon van wijlen Hannebole, schepenen van
Sutphania, oorkonden, dat Truda, weduwe van Nyso, inwoner van Sutphania, aan
Christina, dochter van wijlen Lambertus Cupeken, Lambertus, broeder van Christina,
Wilhelmus, zoon van Wilhelmus Otterman, en aan de “huesarmen” een jaarlijkse erfrente
van 3 pond, 3 penningen en 3½ hoen heeft opgedragen, o.m. uit het huis Rijnbergh, met
dien verstande, dat na de dood der drie genoemden alle inkomsten aan de armen zullen
komen.
Datum anno domini MoCCCmovicesimo primo in die sancti Valentini martiris.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 750). Met resten van de zegels der oorkonders in
groene was.
8
11 augustus 1322
Richter en schepenen van Sutphania oorkonden, dat Maes de Maleye en zijn vrouw Mylla
aan de huisarmen een erfrente van 1 pond kleine penningen uit het huis en erf van
Johannes Wilde in de Molenstrate verkocht hebben.
Datum anno domini MoCCCovicesimo secundo crastino beati Laurencii.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 748). Het stadszegel is verloren gegaan.
b. Nederlandse vertaling in inventarisnummer 19a, folio 6.
9
4 april 1324
Richter en schepenen van Sutphania oorkonden, dat Aleydis en Ulendis, zusters van heer
Borro, kanunnik van de kerk in Sutphania, afstand hebben gedaan van alle recht, dat zij op
het huis, erf en tuin van hun broeder mochten hebben, ten bate van de armen en zieken,
die daarin na Borro’s dood zullen wonen.
Datum anno domini MoCCCovicesimo quarto feria quarta post dominicam qua cantatur
judica me deus.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 683). Met fragment van het zegel en contrazegel der
stad in groene was.
b. 19e Eeuws afschrift (inventarisnummer 683).
N.B. Gedrukt Bijdr. Med. Gelre, dl. XX (1917), p. 128.
Archiefnummer 83
Pagina 2 van 40
10
24 november 1325
Richter en schepenen van Sutphania oorkonden, dat Benedicta, zuster van heer Borro,
kanunnik van de kerk in Sutphania, weduwe van Godekinus, genaamd Wijr, afstand heeft
gedaan van alle recht, dat zij heeft op het huis, tuin en erf van genoemde heer Borro,
gelegen naast de muur van de stad tussen Hospitaal- en Larepoort, ten bate van de
armen, die daar na Borro’s dood zullen wonen.
Datum anno domini MoCCCovicesimo quinto in crastino beati Clementis artiris.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 683). Met fragment van het zegel en contrazegel der
stad in groene was.
11
9 augustus 1328
Richter en schepenen van Sutphania oorkonden, dat Mr. Bertoldus, vicaris van de kerk van
Sutphania, aan zijn zuster Greta heeft vermaakt zijn goed, gelegen in Vorstonden, dat hij
heeft gekocht van heer Bernardus de Wamminchorst, terwijl na haar dood hun broeder
Gerardus het zal krijgen en het na diens dood aan de huiszittende armen zal komen, terwijl
na de dood van Bertoldus en Gerardus de schepenen zich van hun goed in Wichtmunda in
het bezit mogen stellen ten behoeve van dezelfde armen, alles behoudens zekere
lijftochten.
Datum anno domini MoCCCovicesimo octavo in vigilia beati Laurencii martiris.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 608). Met fragment van het zegel en contrazegel der
stad in groene was.
b. Nederlandse vertaling in inventarisnummer 19a, folio 1.
12
22 mei 1330
Richter en schepenen van Sutphania oorkonden, dat de provisoren der huisarmen
verklaard hebben, ontvangen te hebben het bedrag van de afgeloste renten, bedragende 2
pond, 7 schellingen, 6 penningen, uit het huis genaamd Rynberghen e.a., welk geld aan
Christina, dochter van wijlen Lambertus Cupeken, tijdens haar leven toekwam en dat
provisoren met toestemming van richter en schepenen deze renten uit andere panden
betaalbaar hebben gesteld, o.m. uit huis en erf van Gerardus, genaamd Rubollen.
Datum anno domini MoCCCmotricesimo feria tercia post ascensionem dominicam.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 750). Met fragment van het zegel en contrazegel der
stad in groene was.
13
20 april 1338
Richter en schepenen van Sutphania oorkonden, dat Jacobus de Puteo, zijn moeder
Bertha en zijn zuster Stouwa aan Henricus de Turri een erfrente van 2 pond kleine
penningen hebben verkocht uit hun huis waarin zij wonen, uit het huis van Egidius tor
Bodolf en uit hun bezit in de nieuwe stad bij de hameyder haweide, gelegen tussen de
muur van de stad en de schuur van Mathias de Svipe.
Datum anno domini MoCCCmotricesimo octavo feria secunda post diem dominicam qua
cantatur quasimodo.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 749). Met fragment van het zegel en contrazegel der
stad in groene was.
14
24 november 1339
Richter en schepenen van Sutphania oorkonden, dat Henricus de Turri aan de huiszittende
armen Deremansmaet, gelegen bij Wightmunden, en een rente van 2 pond kleine
penningen uit het huis van Egidius tor Bodolf en uit het bezit van Jacobus de Puteo en zijn
moeder in de Nieuwe stad tussen de muur bij den ouden haweide en de schuur van
Mathias de Svipe heeft geschonken.
Datum anno domini MoCCCmotricesimo nono in vigilia Katerine.
a. Oorspronkelijk(inventarisnummer 749). Het stadszegel is verloren gegaan.
b. Nederlandse vertaling in inventarisnummer 19a, folio 2.
15
30 maart 1341
Richter en schepenen van Sutphania oorkonden, dat Lubbertus Kelreman in
tegenwoordigheid van leenmannen van de hertog van Gelria op verzoek van heer
Johannes, zoon van Ludolfus, zijn verwant, die genoemde goederen van Lubbertus in leen
Archiefnummer 83
Pagina 3 van 40
houdt, aan heer Theodericus Hannebole, priester, voor zijn leven alle inkomsten heeft
opgedragen, die hem uit het goed Volradynck in het kerspel Stienre toekwamen.
Datum anno domini MoCCCmoquadragesimo primo feria sexta post annunciacionem
beate Marie virginis gloriose.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 593). Het stadszegel is verloren gegaan.
16
9 oktober 1342
Harmannus Cupeken en Henricus Louwer, schepenen van Sutphania, oorkonden, dat
Johannes, genaamd Hannebole, verklaard heeft, geen recht te hebben op het roerend en
onroerend goed, door zijn broeder Theodericus Hannebole nagelaten.
Datum anno domini MoCCCmoquadragesimo secundo in vigilia beatorum Gereonis et
Victoris martirum.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 593). Met fragmenten van de zegels der oorkonders in
groene was.
17
26 juli 1343
Richter en schepenen van Sutphania oorkonden, dat Christina, dochter van Nyso, afstand
heeft gedaan van alle recht, dat zij heeft op de inkomsten, genoemd in de brief, waaraan
deze is gehecht, en wel ten bate van de huiszittende armen, behoudens vruchtgebruik voor
heer Wilhelmus Otterman en Lambertus Cupeken.
Datum anno domini MoCCCmoquadragesimo tercio in crastino beati Jacobi.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 750). Het stadszegel is verloren gegaan.
N.B. De brief, waaraan deze gehecht is geweest, is waarschijnlijk de brief d.d. 14 februari
1321 (regestnummer 6 of 7).
18
27 februari 1345
Richter en schepenen van Sutphania oorkonden, dat Gerardus Cremers en zijn vrouw Ella
aan de huiszittende armen een jaarrente van 13 schellingen min 3 Brabantsche penningen
(?) en 3 hoenders verkocht hebben uit twee huizen en erven, nl. 9 schellingen min 3
Brabantsche penningen en 3 hoenders uit dat van Conradus van den Bivanche, in de
nieuwe stad gelegen bij het huis van Reynoldus Brevis Harmanni en 4 schellingen uit dat
van Jutta Conradi op dezelfde plaats bij de Luekerkule naast het huis van Evese Sagers,
uit welke huizen de stad 21 schellingen heeft.
Datum anno domini MoCCCmoquadragesimo quinto die dominica Oculi.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 751). Met fragment van het zegel en contrazegel der
stad in bruine was.
b. Nederlandse vertaling in inventarisnummer 19a, folio 5.
19
26 januari 1347
Richter en schepenen van Zutphania verkopen aan de huisarmen een jaarlijkse losrente
van 100 pond kleine penningen.
Datum anno domini millesimo trecentesimo quadragesimoseptimo in crastino conversionis
beati Pauli.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 747). Het stadszegel is verloren gegaan.
b. Nederlandse vertaling in inventarisnummer 19a, folio 8.
20
29 januari 1347
Richter en schepenen van Sutphania en Lambertus de Amsen, schout binnen en buiten
Sutphania, oorkonden, dat Henricus Reijnardijnck en zijn vrouw Elburgis bekennen, aan
Henricus Lower den Oude en aan Henricus, zoon van Lubbertus Lower, zijn verwant,
schuldig te zijn 60 mark Brabantsch, voor welke schuld zij hen voor 8 jaar een akker bij het
huis Reijnardijnck, de Heegacker en twee stukken land in Zuderenck bij Bijshorst ten
gebruike geven.
Datum anno domini MoCCCmoquadragesimo septimo feria secunda post conversionem
beati Pauli.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 652). Met het geschonden zegel en contrazegel der
stad en dat van Lambertus de Amsen in groene was.
b. Idem (inventarisnummer 652).
N.B. Het ene stuk is blijkens aantekening op de „pliek‟ bestemd geweest voor Henricus
Reijnardijnck, het andere voor Henricus Lower.
Archiefnummer 83
Pagina 4 van 40
21
13 mei 1348
Henricus Bolleken en Arnoldus ten Goije, schepenen van Sutphania, en Henricus
Gronloeck, schout binnen en buiten Sutphania, oorkonden, dat Henricus Reijnardijnck en
zijn vrouw Elburgis aan Henricus Louwero Lubbertuszoon 45 mark Brabantsch schuldig
zijn, voor welke schuld zij hem hun weide in de “Hoemmersche” bij Werensfelt tot
onderpand hebben gesteld en een stukje land bij Rijtlant voor 16 jaar.
Datum anno domini MoCCCmoquadragesimo octavo in die beati Servatii.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 652). De zegels der oorkonders zijn verloren gegaan.
b. Oorspronkelijk (inventarisnummer 652). De zegels van de stad en van de schout zijn
verloren gegaan.
N.B. Dit stuk verschilt slechts in zoverre van het eerste, dat richter en schepenen zonder
naamsopgave oorkonders zijn.
22
26 augustus 1348
Richter en schepenen van Sutphania oorkonden, dat Gerardus, zoon van Arnoldus
Dereman, en zijn vrouw Aleydis erfelijk aan Gerardus de Angheren, provisor van het huis
en de goederen der huisarmen, hun huis, erf en tuin bij de muur tussen het houten huis en
de tuin der armen aan de ene zijde en de tuin van Boldewinus Gerard Evereldis aan de
andere zijde hebben verkocht, waarna Gerardus deze weer schenkt aan heer Gerardus
Lapicida, priester, vicaris in de kerk van Sutphania.
Datum anno domini MoCCCmoquadragesimo octavo feria tercia post festum beati
Bartholomei.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 684). Met fragment van het zegel en contrazegel der
stad in groene was.
23
11 augustus 1350
Richter en schepenen van Sutphania oorkonden, dat Elsebee van Veeracker, weduwe van
Johannes de Hetfelde (?) verklaard heeft, aan Rodolfus de Veeracker, haar neef (?), 50
mark schuldig te zijn, waarvoor zij hem twee stukken land, genaamd de twee Stencampe,
in het kerspel Wichmunden tot onderpand stelt.
Datum anno domini MoCCCoquinquagesimo crastino Laurentii martiris.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 671). Met fragment van het zegel en contrazegel der
stad in groene was.
24
16 juni 1351
Richter en schepenen van Sutphania oorkonden, dat Johannes, zoon van wijlen Lubbertus
Kelremans, in leen heeft opgedragen aan heer Johannes, zoon van wijlen Ludolphus,
priester, het goed Volradynck, gelegen in het kerspel Stienre.
Datum anno domini MmoCCCmoquinquagesimo primo in crastino Viti en Modesti.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 593). Het stadszegel is verloren gegaan.
25
15 juni 1352
Johannes ten Mersche en Johannes Spaen, schepenen van Zutphania, oorkonden, dat
heer Arnoldus Pelegrimi, kanunnik van de kerk in Zutphania, zijn broeder Wilhelmus
Pelegrimi en diens vrouw Oda aan de huisarmen een jaarrente van 9 pond, 10 schellingen
kleine penningen hebben verkocht uit twee erven bij de Zoutmarkt, waarop het gebouw van
de nieuwe kapel der armen verbrand is, en 20 schellingen kleine penningen uit het erf van
wijlen heer Borro, kanunnik van de kerk van Zutphania, ook bij de Zoutmarkt gelegen.
Datum anno domini MmoCCCmoquinquagesimo secundo feria sexta post Odulfi.
a. Oorspronkelijk (inv. nr. 752). Met fragmenten van de zegels der oorkonders in groene
was.
N.B. In dorso met 16e eeuwse hand: “uth Kuijlshuijs an den Saltmerckt jarlicx XIIII str.”
b. Nederlandse vertaling in inventarisnummer 19a, folio 6 vo.
N.B. “van 9½ lb. dar dies heiligen Geistes Capelle upgetimmert is.”
26
14 december 1352
Andreas Creyinch en Henricus Hoghe, schepenen van Zutphania, oorkonden, dat
Gerardus ter Welle aan Gerardus de Drynen een brief, bezegeld door Hermannus de
Traiecto, schout van Zutphania, heeft opgedragen van 10 mark, door Henricus Honekonc
Archiefnummer 83
Pagina 5 van 40
en zijn zoon Henricus aan Gerardus verschuldigd en van een jaarrente van 1 mark uit het
goed Honekonck, gelegen bij Vyracker in het kerspel Warensvelde.
Datum anno domini MmoCCCmoquinquagesimo secundo feria sexta post beate Lucie
virginis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 753). Met de geschonden zegels van Andreas Creyinch
en Henricus Hoghe in groene was.
N.B. Vergelijk de akten van 16 okt. 1351 en 1 nov. 1364 (regestnummer 24c en 44b).
27
17 mei 1353
Gerloch Willemszoon, schout binnen en buiten Zutphen, Andries Creyinch en Egbert van
den Rijne, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Henric Rynerdinch en zijn vrouw
Elborgh aan Herman Kupen Rolofsz en zijn vrouw Trude 90 pond kleine penningen
schuldig zijn, waarvoor zij tot onderpand stellen 7 malder nader beschreven zaadlands in
het kerspel Warnsvelt
Geghieven int jaer ons heren dusent driehondert drie ende vijftich des Vrijedaghes na
Pinxter.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 652). Met fragmenten van de zegels van de 1e en 3e
oorkonder, terwijl dat van de 2e verloren is gegaan.
N.B. Door deze brief is gestoken de brief d.d. 10 maart 1357 (regestnummer 35).
28
12 maart 1355
Arnoldus Bannunch en Everardus ten Walle, schepenen van Zutphania, oorkonden, dat
Gerardus de Angheren en zijn vrouw Jutta aan Egbertus de Angheren, Gerardus’ broeder,
een erfrente hebben verkocht van 1 pond kleine penningen uit het huis en erf van
Conradus Carpentarius in de platea portitorum tegenover het huis van Henricus Holekens,
Jutta aanbestorven van haar vader Johannes de Drijnen.
Datum anno domini MmoCCCmoquinquagesimo quinto ipso die beati Gregorii.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 754). Met de geschonden zegels van Arnoldus
Bannunch en Everardus ten Walle in groene was.
29
16 maart 1355
Richter en schepenen van Zutphania verkopen aan de huisarmen en hun huis een
jaarrente van 4 pond, 4 schellingen kleine penningen uit de schuur en het erf van wijlen
Hermannus ten Walle, buiten de Hospitaalspoort bij de schuur van Everardus de Vorden,
en het recht op het ledig erf achter het huis van wijlen Hermannus ten Walle, bij dezelfde
poort tegenover het huis van Fredericus Stienbicker.
Datum anno domini MmoCCCmoquinquagesimo quinto feria secunda post beati Gregorii.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 755). Het stadszegel is verloren gegaan.
b. Nederlandse vertaling in inventarisnummer 19a, folio 8 vo. Met aantekening dat deze
schuur voor 5 pond en 6 hoenders in tijns is uitgegeven.
30
11 oktober 1355
Richter en schepenen van Zutphania verkopen aan heer Johannes Vos, priester, geboren
van Cosveldia, en aan Aleydis, genaamd Smedes, ook aldaar geboren, een lijfrente van 10
oude gouden schilden ’s jaars uit het huis en goed der huisarmen.
Datum et actum anno domini MoCCCoquinquagesimo quinto in crastino beaterum
Gereonis et Victoris martirum.
Gelijktijdig afschrift (inventarisnummer 793).
31
31 oktober 1355
Richter en schepenen van Zutphania verkopen aan de huisarmen een jaarrente van 5
pond, 5 schellingen kleine penningen uit de huizen en erven van Reghelant Groenloec in
de stad, Conradus ten Byvangh in de nieuwe stad op de hoek naast het huis van Gwyde,
genaamd heer Ghijen, en Petrus Coninck in de nieuwe stad in de Halrestraat.
Datum anno domini MmoCCCmoquinquagesimo quinto in vigilia omnium sanctorum.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 756). Met fragment van het zegel en contrazegel der
stad in groene was.
b. Nederlandse vertaling in inventarisnummer 19a, folio 10. Met aantekening over de
aflossing van de rente uit het huis van Regelant Gronloch.
Archiefnummer 83
Pagina 6 van 40
32
14 februari 1356
Richter en schepenen van Zutphania oorkonden, dat Wilhelmus Pelegrimi en zijn zoon
Johannes Puls met diens broeders Pelegrimus en Wilhelmus en hun verwanten Wilhelmus
en Gerardus Crauwel aan heer Ludolfus, pastoor van de kerk in Wijchmunden, als provisor
der huisarmen de helft van het goed Colkinch op de Velua te Voerstoenden in het kerspel
Voerst verkocht hebben.
Datum anno domini MmoCCCmoquinquagesimo sexto ipso die beati Valentini.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 609). Met het fragment van het zegel en contrazegel der
stad in groene was.
33
14 februari 1356
Andreas Creyinch en Henricus Louwer, schepenen van Zutphania, oorkonden, dat
Wilhelmus Pelegrimi en zijn zoons Pelegrimus en Wilhelmus en Wilhelmus Sculteti aan de
huisarmen de verkoop van de helft van het goed Colkinch op de Velua in Voerstoenden in
het kerspel Voerst, gedaan door Wilhelmus Pelegrimi en zijn zoon Johannes Puls, volledig
garanderen.
Datum anno domini MmoCCCmoquinquagesimo sexto ipso die beati Valentini martiris.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 609). De zegels der oorkonders zijn verloren gegaan.
33a
14 maart 1356
Dyric van Arnhem, ridder, richter te Arnhem en Brummen, oorkondt dat Willem heer
Pielegrimszoon en zijn zoons Pelegrim en Willem en Johan Puls, zoon van voornoemde
Willem aan heer Ludolf, pastoor te Wychmunt, “verware” van huis en goed der huisarmen
te Zutphen, de helft van het goed Colkinch op de Velue in Voerstonden heeft opgedragen.
Gegieven int jaer ons heren dusent driehondert zes ende vijftich des Manendaghes na
sunte Gregoriusdaghe.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 609). Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan.
N.B. Door deze brief is gestoken de brief d.d. 8 november 1363 (reg.nr. 43a).
34
3 maart 1357
Engelbertus de Herstele, schout binnen en buiten Zutphania, Everardus ten Walle en
Henricus Vriese, schepenen van Zutphania, oorkonden, dat vrouwe Hadewigis, weduwe
van Arnoldus de Drijnen, met toestemming van haar zoons Volkerus en Arnoldus aan haar
zoon Johannes de Drijnen de halve tiend van wijlen Arnoldus in Warensvelde heeft
opgedragen, haar na de dood van haar dochter Margareta aanbestorven, waarna deze
hem weer aan Andreas Yseren opdraagt.
Datum anno domini MmoCCCmoquinquagesimo septimo feria sexta post beati Mathye
apostoli.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 734). Met de geschonden zegels van Engelbertus de
Herstele en Everardus ten Walle in groene was, terwijl dat van de 3e oorkonder verloren is
gegaan.
35
10 maart 1357
Conradus van den Walle en Henricus Vriese, schepenen van Zutphania, oorkonden, dat
Hermannus Kupe, zoon van Rodolfus, en zijn vrouw Truda aan Henricus Louwer en zijn
erfgenamen met toestemming van Henricus Rynerdinch al hun recht hebben afgestaan op
de brief, waardoor deze is gestoken, betreffende 7 malder zaadlands in het kerspel
Warensvelt, als onderpand gesteld voor een schuld van 90 pond kleine penningen.
Datum anno domini MmoCCCmoquinquagesimo septimo feria sexta post dominicam qua
cantatur reminiscere.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 652). Met fragment van het zegel van de 1e oorkonder
in groene was, terwijl dat van de 2e verloren is gegaan.
N.B. Deze brief is gestoken door de brief d.d. 17 mei 1353 (regestnummer 27).
36
13 augustus 1357
Engelbert van Horstele, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt, dat Wolter Rijnerdinck,
broeder van Henric Rijnerdinck, bekend heeft, dat deze hem heeft voldaan van het goed
Rijnerdinch, gelegen in het kerspel Waernsvelt, en van het andere goed, hem van ouders,
zusters en broeder aanbestorven.
Archiefnummer 83
Pagina 7 van 40
Geghieven int jaer ons heren dusent driehondert zeven ende vijftich des Sonnendaghes na
sunte Laurenciusdaghe.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 652). Met het enigszins geschonden zegel van
Engelbert van Horstele in groene was.
37
8 maart 1358
Engelbert van Horstele, schout binnen en buiten Zutphen, Evert ten Walle en Steven
Hughinch, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Henric Rijnerdinch aan Hendrik
Louwer zijn goed Rijnerdinch, gelegen in het kerspel Warensvelt, heeft verkocht en dat hij
hem, daar hij dit goed nog niet “vesten” kan, voor 100 oude gouden schilden ten gebruike
geeft het huis en de hofstede te Rijnerdinck en verscheidene stukken land.
Geghieven int jaer ons heren dusent driehondert acht ende vijftich des Donredaghes na
den Sonnendaghe in der vastene als men singhet Oculi mei.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 652). Met het geschonden zegel van Engelbert van
Horstele en het zwaar geschonden van Steven Hughinch in groene was. Dat van de 2e
oorkonder is verloren gegaan.
38
12 maart 1358
Gerardus ten Brinke en Stephanus Hughinch, schepenen van Zutphania, oorkonden, dat
Pelegrimus, zoon van Wilhelmus, zijn vrouw Sophya en Conradus senior, hun zoon,
verklaard hebben, dat heer Ludolfus, pastoor van de kerk in Wychmunden, als provisor der
huiszittende armen heeft afgelost de jaarrente van 24 schellingen kleine penningen, die
Conradus en zijn broeders en zusters uit huis en goederen der huisarmen hadden.
Datum anno domini MmoCCCmoquinquagesimo octavo ipso die beati Gregorii.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 794). Met het zwaar geschonden zegel van Gerardus
ten Brinke en het geschonden van Stephanus Hughinch in groene was.
39
5 oktober 1358
Rechter en schepenen van Zutphania en Engelbertus de Horstle, schout binnen en buiten
Zutphania, oorkonden, dat Hilla de Lichtenberch en Gesa Creinc (?), haar dochter, aan
Jacobus de Beijnem een stuk land, genaamd Tuijnacker, 2 malder groot, gelegen op
Emereijnck, hebben verkocht.
Datum anno domini MmoCCCmoquinquagesimo octavo feria sexta post beati Remigii.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 656). Met een fragment van het stadszegel en het zegel
van Engelbertus de Horstle in groene was.
40
14 februari 1359
Willem heer Pielegrimszoon, burger van Zutphania, verklaart, dat hij twee pond kleine
penningen heeft ontvangen van heer Ludolf, pastoor van de kerk in Wijchmunde, “meijster
ende verwarre” van de huisarmen, en dat daarmede de tijns van één hoen en 6 penningen,
die hij uit hun erf aan de Zaltmarkt had, is afgelost.
Geghieven int jaer ons heren dusent driehondert nieghen ende vijftich op sunte
Valentijnsdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 795). Met de geschonden zegels van Willem heer
Pielegrimszoon en Pelegrim Willemszoon in groene was.
41
7 november 1360
Richter en schepenen van Zutphania verkopen aan de huiszittende armen een jaarrente
van 9 pond kleine penningen uit de stadsgruit, op voorwaarde, dat deze rente gedurende
het leven van heer Gerardus de Hyeken (?), pastoor van Dalfsen, niet mag worden
afgelost.
Datum anno domini MmoCCCmosexagesimo sabbato post omnium sanctorum.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 747). Met fragment van het zegel en contrazegel der
stad in groene was.
b. Nederlandse vertaling in inventarisnummer 19a, folio 9 vo.
42
18 november 1360
Deken en kapittel van de kerk in Arnhemia oorkonden, dat de provisor der huiszittende
armen in Zutphania een jaarrente van 5 schellingen kleine penningen heeft afgelost, door
de begijn Ghertrudis, genaamd Coppers, eertijds aan genoemde kerk nagelaten.
Archiefnummer 83
Pagina 8 van 40
Anno domini MoCCCoLXo in octava beati Martini episcopi.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 796). Het zegel is verloren gegaan.
N.B. Dit stuk is zeer slecht leesbaar.
43
18 november 1360
Wolterus, provisor van het hospitaal in Arnhemia, verklaart, dat de provisor van de
huiszittende armen in Zutphania een jaarrente van 5 schellingen kleine penningen heeft
afgelost, door de begijn Gertrudis, genaamd Coppers, eertijds aan het hospitaal vermaakt.
Anno domini MoCCCoLX octava beati Martini episcopi.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 796). Het zegel van het hospitaal is verloren gegaan.
N.B. Dit stuk is zeer slecht leesbaar.
43a
8 november 1363
Herman van Weylhusen, richter in Aernem en Brummen, oorkondt dat Johan Puls, zoon
van Willem heer Pelegrims, aan heer Ludolph als “verware” van huis en goed der
huisarmen afstand heeft gedaan van de helft van het goed Kolking op Velue in
Voerstunden, door zijn vader aan de huisarmen verkocht.
Ghegheven int jaer ons heren dusent drehondert dre ende sestich des Wondesdaghes vor
sunte Mertijnsdaghe in de winter.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 609). Met het zegel van Herman van Weylhusen in
groene was.
44
21 september 1363
Johannes ten Mersche en Gerardus de Dryenen, zoon van Alphardus, schepenen van
Zutphania, oorkonden, dat heer Ludolphus de Vreden, vicaris van de kerk in Zutphania,
provisor van de huiszittende armen aldaar, ener- en Everardus ten Walle anderzijds een
goederenruil hebben aangegaan, zó, dat heer Ludolphus vanwege de armen aan
Everardus heeft opgedragen een jaarrente van 27 schellingen kleine penningen uit het huis
en erf van wijlen Hermannus, genaamd Onderstroe, en van 14 schellingen kleine
penningen uit twee erven van wijlen Arnoldus Sinneken, gelegen in de nieuwe stad,
waartegenover Everardus aan de armen heeft opgedragen Synnekensacker, één malder
zaads groot, gelegen in Eme, een jaarrente van 10 schellingen kleine penningen uit het
huis en erf van Gesa de Dulmen aan de Korenmarkt naast het huis van Johannes Danielis
den baardscheerder en een jaarrente van 7 schellingen, 9 groot (?) kleine penningen en
een hoen uit het huis en erf van wijlen Wibbe in de Calenstrate.
Datum anno domini MoCCCosexagesimotercio die beati Mathri apostoli et evangeliste.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 653). Met de enigszins geschonden zegels van
Johannes ten Mersche en Gerardus de Dryenen in groene was.
45
25 maart 1365
Richter en schepenen van Zutphania oorkonden, dat heer Ludolfus de Vreden, vicaris van
de kerk in Zutphania en provisor van de huisarmen, met goedvinden der medeprovisoren,
nl. Wilhelmus Sculteti en Johannes de Drijnen, en na schepenen geraadpleegd te hebben,
ener- en Gerardus de Drijnen, zoon van Alphardus, en zijn vrouw Truda anderzijds een ruil
met elkander hebben aangegaan, zó, dat Gerardus en Truda aan de huisarmen hebben
opgedragen 3/8 deel van Balverencamp in het kerspel Warensveld tegen een jaarrente van
8 pond kleine penningen, die de armen plachten te hebben uit het huis en erf van Gerardus
en Truda bij het kerkhof.
Datum anno domini MoCCCosexagesimo quinto die annunciacionis beate Marie virginis.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 654). Met fragment van het stadszegel in groene was.
b. Nederlandse vertaling in inventarisnummer 19a, folio 13 vo.
46
4 april 1365
Rolof van Vieracker, knaap, zijn vrouw en erfgenamen schelden de huisarmen in Zutphen
kwijt de jaarlijkse rente van 1 oude Hollandsche, gaande uit een half stuk land, gelegen in
het kerspel Warensfelt, genaamd “Winckelstucke”.
In den jare godes MoCCCovijf ende tsestich up sunte Ambrosiusdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 797). Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan.
47
13 maart 1366
Archiefnummer 83
Pagina 9 van 40
Richter en schepenen van Zutphania bekennen, dat zij aan Ludolphus de Vreden, vicaris in
de Groote Kerk, provisor van de huiszittende armen, ten behoeve van de armen een
jaarlijkse losrente van 11 oude gouden schilden, vnl. gaande uit de gruit, schuldig zijn.
Datum anno domini MoCCCosexagesimosexto feria sexta post beati Gregorii pape.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 747). Het stadszegel is verloren gegaan.
b. Nederlandse vertaling in inventarisnummer 19a, folio 9 vo. Met aantekening over
verlaging van de rentevoet.
48
23 mei 1371
Harman Kempingh, schout binnen en buiten Zutphen, Egghebert van den Rijne en Gelijs
Yseren, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Henric Rijnerdingh, zijn vrouw Elborch en
hun kinderen Gelijs en Armegert aan Henric den Louwer het goed te Rynerdingh, gelegen
in de buurschap en het kerspel Warensfeld hebben verkocht, te vertijnsen aan de proost
van St. Pieter.
Gegeven int jaer ons heren dusent driehondert eene ende tseventich des Vriedaghes na
den achtendendach van ons heren Hemelvaertsdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 652). De zegels der drie oorkonders zijn verloren
gegaan.
49
10 september 1371
Dierick Kievit oorkondt, dat Wyer Arntszoon hem 6 schilden heeft betaald vanwege Heynrik
Momme Frederickszoon.
Gegeven int jaer ons heren dusent drijhondert een end tzieventich des Goedensdaeghs na
onser vrouwendach nativitas.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 877). Met fragment van het zegel van Dierick Kievit in
groene was.
50
21 september 1371
Harman Kempingh, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt, dat Clauwes Henric
Rynerdingheszoon afstand heeft gedaan van het goed Rijnerdingh, gelegen in het kerspel
Warensfeld, ten behoeve van Henrick Louwers.
Gegeven int jaer ons heren dusent driehondert eene ende tseventich op zonte
Mathiasdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 652). Met het zegel van Harman Kempingh in groene
was.
51
14 oktober 1373
Richter en schepenen van Zutphania verkopen aan heer Ludolphus, provisor van de
huisarmen, een jaarrente van één oude gouden schild uit de stadsgruit.
Datum anno domini millesimo trecentesimo septuagesimo tercio ipso die Kalixti pape.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 747). Met het geschonden zegel en contrazegel der
stad in groene was.
b. Nederlands afschrift in inventarisnummer 19a, folio 9 vo. Met aantekening over verlaging
van de rentevoet.
52
14 november 1373
Herman Kempinc, schout binnen en buiten Zutphen, Gerd van den Brinke en Gerloch van
der Cappellen, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Willem Heijnken Reynerdingszoon
Gertrut, dochter van Henric Louwers, heeft kwijtgescholden alwat hij van haar vader en
haar te eisen had en dat hij heeft verklaard, dat hetgeen zijn ouders met het goed
Reijnerdinc hadden gedaan, met zijn wil was gebeurd.
Gegeven int jaer ons heren dusent driehondert drie ende tzeventich des Manendaghes na
sente Mertijnsdach in den winter.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 652). Met de zegels van Herman Kempinc, Gerd van
den Brinke, beide geschonden, en Gerloch van der Cappellen in groene was.
53
23 november 1374
Evert van Stienre en Dideric, bastaard van Bronchorst, mannen van den heer van
Bronchorst, oorkonden, dat zij erbij tegenwoordig waren, toen de heer van Bronchorst
Archiefnummer 83
Pagina 10 van 40
Alfert van Drinen beleende met de tiend in Eschede in het kerspel Gorslo en met de tiend
in Appen en Gietele in het kerspel Voerst.
Gegeven int jaer uns heren MoCCCovier ende soventich up sunte Clemensiusdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 729). Het zegel van de 1e oorkonder is verloren gegaan;
dat van Dideric, bastaard van Bronchorst, in groene was.
54
11 mei 1375
Gerd van den Brinke en Alfert van Drinen, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Alijt to
Brunsberghe en haar zoon Lubbert to Brunsberghe aan Godevert Arntszoon bi den
Kirchave 14 gouden oude schilden schuldig zijn, waarvoor zij hem tot onderpand stellen de
erfwaar, die zij van de stad hebben.
Gegeven int jaer uns heren dusent driehondert vijf ende soventich up sunte
Pancraciusavont.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 680). De zegels der beide oorkonders zijn verloren
gegaan.
N.B. Waarschijnlijk is door deze brief gestoken geweest de brief d.d. 14 april 1431
(regestnummer 114).
55
10 november 1377
Notaris Johannes, genaamd Wolzach van Doeseborch, instrumenteert, dat heer Johannes,
genaamd Schaep, priester en rector van de kapel in Bake, tot zijn executeurs-testamentair
heeft aangewezen heer Gerardus, gezegd Blanke, priester en kapelaan in Bronchorst,
Gisebertus, genaamd Lansing, zijn bloedverwant, zijn broeders Celekinus en Lambertus,
genaamd Schaep, en Johannes Nycolauszoon, om over zijn nalatenschap te beschikken.
Acta sunt hec Doeseborch in domo habitationis Johannis Nycolai anno (nativitatis.....
millesimo trecentesimo septuagesimo septimo indictione decima sexta mensis Novembris
die decima hora vesperarum vel quasi).
Oorspronkelijk (inventarisnummer 876). Met de signatuur van de notaris.
56
6 juni 1379
Andries van Ampsen, schout binnen en buiten Zutphen, Johan van den Merschen en
Johan Tijeselinch, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Arent, zoon van Henrich
Reijnerdingh, de verkoop bevestigt, door zijn vader en zijn moeder gedaan aan Henric
Louwer van het goed Reijnerdinck, gelegen in het kerspel Warnsfelt.
Gegeven int jaer uns heeren MoCCConeghen ende soventich des Manendaghes na sente
Bonifaciusdaghe.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 652). De zegels der beide eerste oorkonders zijn
verloren gegaan; het geschonden van Johan Tijeselinch in groene was.
57
28 juni 1380
Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan Hein Vriese, als “verwarre” van
Borrenhof, een jaarlijkse tijns van 1 pond, die de stad had uit het huis van wijlen Egbert van
Heilevort, gelegen buiten de Spittaelspoort.
Gegheven int jaer ons heren MoCCCotachtentych up sunte Peter ende Pouwelsavont.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 757). Met fragment van het zegel en contrazegel der
stad in groene was.
b. Afschrift in inventarisnummer 19a, folio 12.
58
21 september 1380
Willem van Steijnbergen, richter in Veluwe, oorkondt, dat Bernt die Onbedwongen en zijn
vrouw Gheertruut aan Willem van der Voert twee derde deel van Twentebonengoed,
gelegen in het kerspel Voerst, buurschap Holtwijch, losbaar met 90 oude gouden schilden,
verkocht hebben.
Dit geschede tot Opvorest..... Gegeven int jaer ons heren dusent driehondert ende
tachtentich op sente Matheusdach des heyleyghen apostels ende ewangelista.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 611). Met fragment van het zegel van de oorkonder in
groene was.
N.B. Door deze brief is gestoken de brief d.d. 20 maart 1382 (regestnummer 61).
59
14 maart 1381
Archiefnummer 83
Pagina 11 van 40
Bernd Onbedwongen, schout binnen en buiten Sutphen, oorkondt, dat Henric Vryese,
ambtman en “verwarre” der huisarmen, ener- en Lambert Bekevelt anderzijds, weiden met
elkander hebben geruild, zó, dat de eerste zal hebben Ghersync Ghoereken in het kerspel
Wijchmont bij de Bakerbrug en de tweede Schuringhmathe in het zelfde kerspel.
Ghegheven int jaer ons heren dusent dryehondert een ende tachtentich des Donredaghes
na sente Gregoriusdach.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 672). Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan.
b. Afschrift in inventarisnummer 19a, folio 14.
60
12 januari 1382
Willem van Gulich, hertog van Ghelre en graaf van Zutphen, verklaart, dat hij zijn goederen
Wesselinch en Craynch, “vulschuldige eyghen” goederen, gelegen in het kerspel Steenre,
voor Heinrich Wesseling tot twee tijnsgoederen maakt, te vertijnsen met één oude groot,
terwijl hij elk jaar 5 malder, half rogge, half koren, zal betalen, hem alle volschuldig recht en
eigendom wordt kwijtgescholden en hij wederom ontvangen wordt als een dienstman, en
Stijne, dochter van Reynken Schaden, als een dienstvrouw.
Gegeven in den jaer ons heren dusent dryehondert twe ende tachtentich des neesten
Sonnendages na den heiligen derthiendach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 594). Met het zegel van Willem van Gulich in rode was.
61
20 maart 1382
Gelis Yseren en Andries Yseren, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Willem van der
Voert, geheten Wulveken, verklaard heeft dat Heine Vriese, “verwarre” der huisarmen in
heer Borrenhof, hem 90 oude schilden heeft betaald, waarvoor hij hem het recht op twee
derde deel van het goed te Holtwijch, gelijk dit beschreven is in de brief, waardoor deze
gestoken is, afstaat.
Gegeven in den jare ons heren MoCCCotwee ende tachtentijch des Donredags nae letare.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 611). Met de zegels van Gelis en Andries Yseren en van
Willem van der Voert in groene was.
N.B. Deze brief is gestoken door de brief d.d. 21 september 1380 (regestnummer 58).
62
29 juli 1382
Andries Yseren en Willem Pelegrims, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Herman
Lederingh en Heijne Lederingh Heine Vriesen, als “verwarre” der huisarmen in Borrenhof,
alle goed kwijtschelden, dat hun aanbestorven was van Gese Lederinghs.
Gegeven in den jare ons heren MoCCCotwe ende tachtentijch de Dinxtaghs nae Marie
Magdalene.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 851). Met fragment van het zegel van de 1e oorkonder
en het zegel van Willem Pelegrims in groene was.
63
15 maart 1383
Gerd Blanke, priester, “verwarre” van de kapel van Bronchorst, Johan Clauyszoon, Cele
Schaep, Lambert Schaep, Jutte, weduwe van Willem Lansinc, en haar zoon Gisebert
Lansinc, executeurs van het testament van heer Johannes Schaep, “verwarre” van de
kapel van Bake, verklaren, dat zij voor de goede uitvoering van zijn laatste wil zorg zullen
dragen.
Gegeven int jaer uns heren dusent... hondert driee ende tachtentich up den hilgen
Palmedach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 876). De zegels van Gerd Blanke, Johan Clauyszoon,
Cele Schaep en Gisebert Lansinc zijn verloren gegaan.
N.B. Dit stuk is zwaar beschadigd.
64
27 april 1383
Ghisebert van der Huete scheldt Wyer Derricszoon alle beloften kwijt, door hem gedaan
voor Henric Mommen heer Wyerszoon bij Claes van Camphusen voor 100 rosekens
mottoenen.
Gegheven in den jaere onses heren dusent drehondert drie ende tachtentich des
Manendaghes na sunte Marcusdaghe eens ewanghelisten.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 878). Met het zegel van Ghisebert van der Huete in
groene was.
Archiefnummer 83
Pagina 12 van 40
65
29 maart 1384
Aelt van Steenbergen, proost van Zutphen, oorkondt, dat Engele, weduwe van Heine
Hogen, aan Hille, haar dochter, gehuwd met Jacop Slateken, 295 oude gouden schilden
schuldig is wegens haar medegave, waarvoor zij het goed Egginch, gelegen te Rusen in
het kerspel Warensvelt, leenroerig aan de proostdij, verpandt.
Gegeven in den jaer ons heren MoCCCovijr ende tachtentych des Dinxtags nae Judica.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 655). Met fragmenten van de zegels van heer Ludof van
Elten, deken, Gert ten Brinck en Willem Pelgrims in groene was.
66
11 april 1384
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Henric van Goch smid en zijn vrouw
Beijle een jaarlijkse erftijns van 30 schellingen aan heer Borrenhuis ten behoeve der
huisarmen schuldig zijn vanwege een erf, door Henric Vryese, ambtman der huisarmen,
hen afgestaan.
Gegeven int jaer uns heren MoCCCovijr ende tachtentich des Manendages na
Passchedach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 758). Met het geschonden zegel en contrazegel der stad
in groene was.
67
24 september 1384
Roelof van Ysendoren, proost, deken en gemeen kapittel van St. Peter te Utrecht,
schelden de tins van 10 schellingen, die zij jaarlijks uit het goed Reijnerdinc in het kerspel
Warensvelt hebben, kwijt, daar Gheerloch Kempinc deze heeft afgelost.
Ghegheven int jaer ons heren dusent driehondert vier ende tachtich des Saterdaghes na
sinte Mathijsdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 652). Met het geschonden zegel van Roelof van
Ysendoren en het zegel en contrazegel van het kapittel van St. Peter in groene was.
68
14 december 1384
Herman Kempinc, schout te Zutphen, oorkondt, dat Jan van Dorenborgh en zijn vrouw
Mette aan Heyne Vriesen, als “verwarre” der huisarmen in heer Borrenhof, twee stukken
land hebben verkocht van 4½ malder zaad, gelegen op Emerengh, nl. de Weitacker en de
Stapelacker, terwijl zij er een tins van 1 penning ’s jaars voor moeten geven in het huis te
Ghelre bij de Logenbrug.
Gegeven in den jare ons heren dusent driehondert vier ende tachtentijch des Wonsdaghs
nae sunte Luciendach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 656). Met het zegel van Herman Kempinc in groene
was.
69
18 mei 1387
Johan van Zolmisse, heer van Ottensteine, oorkondt, dat zijn burger Berent Hoppe
verklaard heeft, van Henric die Vriese, ambtman en “verwarre” van heer Borrenhof, de
goederen te hebben ontvangen, hem aanbestorven van zijn oom Jan des Heren.
Gegeven in den jare onss heren MoCCCosoven ende tachtentijch des Saterdags nae onss
heren hemelvaertsdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 852). Met fragment van het zegel van de oorkonder in
gele was.
70
7 juli 1389
Willem Pelegrims en Henric Serijs, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Johan die
Scroder verklaard heeft, van Johannes van Dorenborgh 300 Geldersche guldens
ontvangen te hebben vanwege het goed Volradinch, die Jan Scroder als medegave van
zijn vrouw Stine heeft gebeurd.
Gegeven in den jaer ons heren MoCCConegen ende tachtentych des Wonsdaghs nae
translacio Martini.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 593). Met fragmenten van de zegels der beide
oorkonders in groene was.
71
(zie regestnummers 77, 78)
Archiefnummer 83
Pagina 13 van 40
72
29 mei 1391
Gerd dije Boze, drost in het land van Zutphen, oorkondt, dat heer Johan Schaep, priester,
voor de ziel van zijn ouders en van zichzelf bij testament aan heer Borrenhuis een maat in
Oelborch in het kerspel Dijederen, een akker lands bij Doseborch en een slag lands in de
mark van Wichtmont heeft gegeven, om er kleding en schoeisel voor de armen voor te
kopen.
Gegeven int jaer uns heren dusent driee hondert een ende negentich des Manendages na
Sacramenti.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 590). Met het zegel van Gerd dije Boze in groene was.
73
14 februari 1392
Willem van Gulich, hertog van Gelre en graaf van Zutphen, oorkondt, dat Heinrich
Wesseling hem voldaan heeft, zodat hij hem kwijtscheldt alle aanspraak, die hij op hem als
horig man had, bevestigend de brief, hem in 1382 Zondag na Dertiendag gegeven, waarbij
de goederen Wesseling en Creynch in het kerspel Steenre tot tijnsgoederen zijn gemaakt.
Gegeven int jaer onss heren dusent driehondert twe ende negentich in die beati Valentini
martiris.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 594). Met het geschonden zegel van Willem van Gulich
in rode was.
74
23 mei 1392
Kracht die Rode verklaart, dat hij gezworen heeft nooit iets tegen Frederich, graaf van
Muerse, heer van Baer, en de zijnen te zullen doen.
Int jaer ons heren M CCC XCII in assensionis domini.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 879). Met de zegels van Johan van Lole en Heinrich de
Rode in groene was.
75
25 mei 1392
Aernt the Boechop, richter van Velue en van het ambt van Brummen, oorkondt, dat Henric
die Onbedwonghen aan heer Johan Schaep, als “bewaerre” van heer Borrenhof, twee
derde deel van het goed te Holtwic, gelegen in het kerspel Voerst, heeft opgedragen.
Dit geschiede tot Brummen...
Gegeven int jaer onss heren dusent driehondert twe ende tnegentich des Satersdages na
onss heren hemelvaertsdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 611). Met het zegel van Aernt the Boechop in groene
was.
76
13 mei 1394
Richter en schepenen van Zuytphen komen met Johannes Scaep, priester, ambtman van
Borrenhoff, overeen, dat de stad ter vereffening van een schuld der stad aan de stichting
twee waren of koeweiden op de stadsweide verkoopt.
Gegeven in den jaer ons heren MoCCCovier ende tnegentich up sunte Servaesdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 679). Het stadszegel is verloren gegaan.
77
20 mei 1394
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat heer Johan Schaep, priester, ambtman
en “verwarre” van Bornhof, verklaart, dat hij van het goed Rinardinch, door Gertruet
Louwers aan Bornhof vermaakt, na haar dood en dien van Lubbert upten Kelre elk jaar op
Paschen en Sacramentsdag 15 hoenders zal laten braden en die met 30 weitebroden en
30 kwart bier aan de armen zal laten uitdelen en tevens, dat hij van wat het goed meer
oplevert, linnen en wollen lakens en schoenen zal uitdelen.
Gegeven in den jaere ons heeren MoCCCovier entnegentich des Swonsdachs nae
Cantate.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 652). Met fragment van het stadszegel in groene was.
b. Afschrift in inventarisnummer 20, folio 1 vlg. Met foutief 1390.
c. 17e Eeuws afschrift (inventarisnummer 652).
78
20 mei 1394
Archiefnummer 83
Pagina 14 van 40
Richter en schepenen van Zuytphen en Gerijt van Elten, schout binnen en buiten
Zuytphen, oorkonden, dat Geertrut Louwers aan heer Johannes Scaep, priester, als
ambtman en “verwarre” van heer Borrenhof, het goed Rynardinch, gelegen in het kerspel
Warensvelt, heeft verkocht als een vrij eigen goed.
Gegeven in den jare ons heren MoCCCovier ende tnegentich des Wonsdags nae Cantate.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 652). Met fragment van het stadszegel en dat van Gerijt
van Elten in groene was.
79
20 juni 1404
Johan van Steinbergen, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt, dat Jacop Slateken,
Lambert Tolner, Zweeder Reessingh, Engele des Hoghes en Hille, haar dochter, en Alit en
Hille, dochters van Hille, aan Dirck van Hokelem en zijn vrouw Nenne het goed Egginc,
gelegen in het kerspel Warensvelt, buurschap Rijsele, hebben verkocht.
Ghegeven in den jare onss heren duysent vierhondert ende vier des Vridaghs nae sunte
Vitus ende Modestusdaghe.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 655). Met het zegel van Johan van Steinbergen in
groene was.
80
20 juni 1404
Jacop Heye, proost van de St. Walburgskerk te Zutphen, oorkondt, dat Jacop Slateken,
leenman vanwege het goed te Egghinc, en andere gerechtigden aan Dirc van Hokelem het
goed Egghinc, gelegen in het kerspel Warensveld, buurschap Risele, hebben opgedragen.
Gegheven in den jare onss heren duysent vierhondert ende vier des Vridaghs nae sunte
Vitus ende Modestusdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 655). Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan.
81
1 september 1404
Henric van Ockenbroeck, geheten Voersteman, oorkondt, dat Wier Aerntszoon de schuld,
die hij bij hem en bij wijlen Derck van den Walle wegens een paard had, heeft betaald.
Gegheven in den jaer ons heren Movierhondert ende vier op sunte Egidiusdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 880). Met de geschonden zegels van Henric van
Ockenbroeck en Gerijt van der Voerst in groene was.
82
14 februari 1405
Willem, heer van Bronchorst, verklaart, dat hij elk jaar uit het goed der huisarmen, geheten
Wamminghorst, gelegen te Voerst, drie malder rogge en drie en een halve malder koren
heeft gebeurd.
Gegheven in den jare onss heren dusent vierhondert ende vive up sunte Valentijnsdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 730). Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan.
N.B. In dorso: “vrij gekovt.”
83
31 maart 1406
Johan van Steinbergen, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt, dat Jacop van
Beinhem aan zijn broeder Herman van Beynhem een stuk land van 5 malder zaad op den
Oestenengh heeft verkocht.
Gegheven in den jare onss heren Movierhondert ende sesse des Wonsdags nae onser
vrouwendach annunciacionis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 586). Met het zegel van Johan van Steinbergen in
groene was.
84
31 maart 1406
Johan van Steinberghen, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt, dat Herman van
Beynhem aan heer Borrenhof heeft opgedragen 5 malder zaadlands aan één stuk, gelegen
op Oestenenghe, door Herman juist van zijn broeder Jacop van Beynhem gekocht en
losbaar binnen twee jaar met 66 oude gouden schilden en ¼.
Gegheven in den jaer ons heren Movierhondert ende seess des Wonsdags nae onser
vrouwendach annunciacionis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 586). Met het zegel van Johan van Steinberghen in
groene was.
N.B. In dorso aantekening van nog een schenking van Herman van Beijnhem aan Bornhof.
Archiefnummer 83
Pagina 15 van 40
85
4 april 1407
Johan van Steinberghen, schout binnen en buiten Zutphen, Claes van den Walle en Evert
ten Merssche, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Jutte, weduwe van Gelis Yseren,
en haar zoons Gelis en Johan Yseren aan heer Borrenhof hebben opgedragen de halve
maat, geheten Dryenremaet (de andere helft hebben zij aan heer Evert ten Have, kanunnik
te Zutphen, verkocht), gelegen in Warensvelt bij het hooge vonder.
Gegheven in den jaer onss heren Movierhondert ende soeven des Manendaghs nae
quasimodo.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 657). Met de zegels van Johan van Steinberghen en
Evert ten Merssche en het geschonden van Claes van den Walle in groene was.
86
7 september 1407
Willem, heer van Bronchorst, en Ghysebert, zijn zoon, heer van Bronchorst en Borcloe,
oorkonden, dat zij aan heer Borrenhof 6½ malder, nl. 3 malder rogge en 3½ malder koren,
gegeven hebben, die zij hadden uit het goed van Borrenhof Wammynchorst op Velue in
het kerspel Vorst.
Gegheven in den jaere onss heren duysent vierhondert soeven up onser vrouwenavont
nativitatis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 730). Het zegel van de 1e oorkonder is verloren gegaan;
fragment van dat van de 2e in groene was.
87
8 september 1407
Aleph (!), graaf van Cleve en van der Marcke, staat toe, dat de 6½ malder zaad,
herkomstig uit de tienden van Ringhenbergh en leenroerig aan Cleve, geschonken door
heer Willem, heer van Brunchorst en zijn zoon, heer Ghisebert, heer van Brunchorst en
Borcloe, aan de huisarmen in heer Berrenhoff, voortaan zullen worden geheven uit het
goed der armen, geheten Wamminghorst, gelegen op Velue in Voerstonden.
Gegheven in den jaer onss heren duysent vierhondert soeven up onser vrouwen dach
nativitatis Marie.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 608). Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan.
88
16 oktober 1407
Johan van Steynberghen, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt, dat Reyner
Willemszoon, zijn vrouw Alit en haar moeder Griete van Vreden aan Gherit Schulten een
stuk land op Emerengh in het kerspel Warensveld hebben verkocht.
Gegheven in den jaer onss heren Movierhondert ende soeven up sunte Gallendach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 656). Met het zegel van Johan van Steynberghen in
groene was.
89
6 augustus 1408
Richter en schepenen van Zuytphen oorkonden, dat Griete Ratinges aan Herman van
Beijnhem het huis, gelegen achter in de straat die langs de stadsmuur tussen Larepoort en
Hospitaalspoort loopt, heeft verkocht.
Gegheven in den jare onss heren duysent vierhondert achte des Manendags nae sunte
Petersdach ad vincula.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 688). Het stadszegel is verloren gegaan.
N.B. In dorso: “van thuys in Borrenhaverstrate daer die crancken plegen te liggen an
pestilentie.”
Door deze brief is gestoken geweest de brief d.d. 31 augustus 1408 (regestnummer 90).
90
31 augustus 1408
Andries Yseren en Lambert de Meyer, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Herman
van Beynhem het huis van Griete Ratinges, gelijk dit vermeld is in de brief, waardoor deze
is gestoken, ten behoeve van het Bernenhoff heeft gekocht en wel voor de oud en ziek
geworden knechts en dienstmaagden, terwijl Herman Huysmans, die nu in dit huis woont,
er zijn leven lang zal mogen blijven wonen.
Gegheven in den jaer ons heren duysent vierhondert achte up sunte Egidiusavont.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 688). Met het zegel van Andries Yseren en het
geschonden van Lambert de Meyer in groene was.
Archiefnummer 83
Pagina 16 van 40
N.B. Met losgeraakt transfix d.d. 6 augustus 1408 (regestnummer 89).
b. Afschrift in inventarisnummer 20, folio 2 vlg.
91
20 april 1410
Gerijt van der Voerst en Evert ten Mersche, schepenen van Zuytphen, oorkonden, dat
Hille, vrouw van Jacop Slatekens, als leenvrouwe van 2/3 deel van het leengoed
Bruggingh in het kerspel Lochem, buurschap Laeren, verklaart, dat Henric Serijs met haar
toestemming dit goed voor na zijn dood aan Borrenhof heeft opgedragen.
Gegheven in den jare onss heren duysent vierhondert thiene des twintichsten dags van
Aprille.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 591). Met fragmenten van de zegels der beide eerste
oorkonders en dat van Jacop Slateken in groene was.
92
29 mei 1410
Gadert Bernheer, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt, dat Andriesen Yseren en zijn
vrouw Alyt aan Herman van Beynhem de Sluzemaet, gelegen buiten de Hospitaelspoort,
hebben opgedragen.
Gegheven in den jare onss heren duysent vierhondert thiene des Donredaghs nae sunte
Urbanusdach in den Meije.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 681). Met het zegel van Gadert Bernheer in groene was.
93
30 mei 1410
Gadert Bernher, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt, dat Herman van Beynhem
aan heer Borrenhof heeft opgedragen Dodencamp en ½ waar in de mark Warensvelt, hem
aangekomen van Henric Onbedwongen.
Gegheven in den jaer onss heren duysent vierhondert thiene des Vridags nae sunte
Urbanusdach in den Meije.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 658). Met het geschonden zegel van Gadert Bernher in
groene was.
N.B. In dorso beschikkingen voor het jaargetijde van Herman van Beynhem.
94
30 mei 1410
Gadert Bernher, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt, dat Henric Onbedwongen aan
Herman van Beynhem 50 oude gouden Fransche- of keizersschilden schuldig is, waarvoor
hij hem tot onderpand stelt een stuk land, geheten Doden Camp en een halve waar in de
mark Warensvelt.
Gegheven in den jare ons heren duysent vierhondert thiene des Vridaghs nae sunte
Urbanusdach in den meye.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 658). Met het zegel van Gadert Bernher in groene was.
95
30 mei 1410
Gaedert die Bernher, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt, dat Herman van
Beynhem aan de huisarmen in Borrenhof de Sluzemaet, door hem van Andries Yseren en
zijn vrouw Alit gekocht, gelegen buiten de Hospittaelspoort, heeft verkocht.
Gegheven in den jare onss heren duysent vierhondert thyne des Vridaghs nae sunte
Urbanusdach in den Meije.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 681). Met het zegel van Gaedert die Bernher in groene
was.
N.B. In dorso beschikking betreffende het jaargetijde voor Herman van Beynhem.
96
2 juni 1410
Herman van Beynhem geeft zijn broeder Heyne Smedeken tot lijftocht de Sluzemaet, door
hem van Andries Yseren en zijn vrouw Alit gekocht en gelegen buiten de Hospitaelspoort,
door hem aan Borrenhof opgedragen.
Gegeven in den jaer onss heren duysent vierhondert thiene des anderen daghs van der
maent Junius.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 681). Met het zegel van Herman van Beynhem en het
geschonden van Alebert ter Voerst in groene was.
97
4 december 1410
Archiefnummer 83
Pagina 17 van 40
Johan van Wijck, richter te Arnhem en Brummen en van Veluwenzoom, oorkondt, dat
Henric van Groesbeke aan Aelbert van der Voerste, als “bewaere” van Borrenhof, ¼ van
het goed Colkinc in het kerspel Voerst heeft opgedragen.
Gegeven int jaer onss heren dusent vijrhondert ende thien op sente Barbarendach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 609). Met het geschonden zegel van Johan van Wijck in
groene was.
98
14 december 1410
Aernt van den Colke en Evert Stureman, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Henric
van Groesbeke, zijn broeder Gadert en Aernt Crauwel als borgen waarborg zijn voor
Alebert van der Voerst, ambtman en “verwarre” van Borrenhof, betreffende ¼ van het goed
Colkingh op Veluwe in het kerspel Voerst, door Henric van Groesbeke aan Borrenhof
verkocht.
Gegheven in den jaren ons heren duysent vierhondert thiene des Sonnendags nae sunte
Luciendach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 609). Met fragment van het zegel van de 1e oorkonder
en dat van Evert Stureman in groene was.
99
12 juni 1412
Willem, heer van Bronchorst en Borclo, knaap, beleent Griete van Oerthusen, burgeres
van Zutphen, met de halve grove tiend en de smalle tiend in Gorslo in de buurschap
Eysghede en te Gietele en Appen in het kerspel Opvoerst, die wijlen Alphart van Drinen
van de heerlijkheid Bronchorst in leen hield.
Gegeven in den jaer onss heren dusent vierhondert ende twelve des Sonnendages nae
sunte Bonifaciusdaghe.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 729). Met het zegel van Henrick, heer van Wisch, in
groene was.
100
4 augustus 1412
Willem, heer van Bronchorst en Borclo, knaap, oorkondt als leenheer, dat Griete van
Oerthusen, burgeres van Zutphen, hem de halve tiend in het kerspel Gorslo, buurschap
Eysghede en te Gietele en Appen in het kerspel Opvoerst, haar aanbestorven van haar
broeder Alphart van Drinen, heeft opgedragen, om er Andries Yseren Andrieses weder
mede te belenen.
Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert ende twelve des Donredags nae sunte
Petersdach ad vincula.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 729). Met het zegel van Henrick, heer van Wisch, in
groene was.
101
24 mei 1414
Dirc Rijnerdinch scheldt zijn moeder Katherine en zijn broeder Gherlogh kwijt, wat hem van
zijn vader was aanbestorven.
Ghegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert ende viertijne des Donredaghes nae
ons heren Hemelvaerdsdaghe.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 652). Met het geschonden zegel van Aelbert ter Voerst
in groene was.
102
6 juli 1414
Arnt van Boechop, richter van Veluwe, oordkondt, dat Gryet van Oirthusen aan Andries
Dijseren Andries heeft opgedragen de helft van Oirthusertiende in Appen en Ghijetel in het
kerspel Voirst, haar aanbestorven van haar broeder Alphart van Drijenen.
Gegeven int jaer onss heren dusent vierhondert ende viertiene feria sexta post diem
translacionis Martini.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 729). Met het zegel van Arnt van Boechop in groene
was.
103
10 juli 1415
Lambert die Meijer en Aernt van den Walle, schepenen van Zuitphen, oorkonden, dat
Alebert Smedeken heeft bekend, dat hij in heren Borrenhoff is opgenomen op voorwaarde,
Archiefnummer 83
Pagina 18 van 40
dat hij in zal brengen wat hij eventueel nog zal erven tot een maximum van 100 oude
schilden in totaal.
Ghegheven in den jaer ons heren Movierhondert vijfftien des Wonsdags nae sunte
Mertenssdach tranlacionis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 853). Met de zwaar geschonden zegels van Lambert die
Meijer en Aernt van den Walle in groene was.
104
28 augustus 1421
Geryt die Meyer, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt, dat Heyne Beerten aan
Borrenhof 200 Hollandsche schilden schuldig is, waarvoor hij al zijn goed tot onderpand
stelt.
Gegeven in den jare onses heren dusent vierhondert een ende twyntich des Donredages
na sent Bartholomeusdaghe.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 592). Met fragment van het zegel van de oorkonder in
groene was.
N.B. Blijkens aantekening in dorso zijn de in onderpand gegeven goederen Brugginch en
tLaer.
105
28 april 1423
Geryt die Meyer, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt, dat Grete Schelewerts aan
heer Borrenhof ¼ van de Warensvelder tiend als een tijnsgoed heeft opgedragen.
Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert drie ende twyntich des Wondesdages
na Jubilate.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 735). Met fragment van het zegel van de oorkonder in
groene was.
106
9 mei 1424
Andries Yseren en Jacob Schymmelpenning, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat
Rembolt Schutte en zijn vrouw Heilewich aan Borrenhof 5 stukken land hebben verkocht,
gelegen in het kerspel Voirst, buurschap Vorstonden, als een tijnsgoed van den hertog van
Gelre.
Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert vier ende twyntich des Dynxsedages na
invencionis sancte Crucis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 612). Met fragmenten van de zegels der beide
oorkonders in groene was.
107
19 augustus 1425
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Evert van den Mersche en Andries
Yseren als “verwarres” van Borrenhof jaarlijks aan de armen schuldig zijn voor de zielen
van Coenraet Yseren en zijn vrouw Gertrut 12 malder winterrogge, 3 pond en 2 halve laken
gewandes, waarvoor zij zoveel geld van hen hebben gekregen, dat zij daarmede de halve
tiend in Evede hebben gekocht.
Gegeven in den jaer ons heren M CCCC vive ende twintich des Sondages na assumpcio
Marie.
Afschrift in inventarisnummer 20, folio 3 vo vlg.
108
12 december 1425
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Evert van den Mersche en Andries
Yseren als “verwarres” van Borrenhof schuldig zijn, om voor de zielen van Deric van
Hueculum en zijn vrouw Nenneken jaarlijks 10 malder weit aan de armen te geven,
waarvoor zij van hen het goed Egginc, gelegen in het kerspel Warnsvelt, buurschap
Rijssel, hebben gekregen.
Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert vyff ende twintich des Woensdages na
onser vrouwendage conceptio.
Afschrift in inventarisnummer 20, folio 5 vlg.
109
(vervallen)
110
11 november 1426
Archiefnummer 83
Pagina 19 van 40
Reyner Berwoldinck verklaart, aan Claes ten Lercke (?) Gerytszoon 122 Reinaldus
Arnhemsche guldens schuldig te zijn, waarvoor hij hem tot onderpand stelt de helft van een
stuk land in Voersterbroek, geheten Naeltsvelt.
Gegeven int jair onss heren dusent vierhondert ende sess ende twintich op sente
Mertensdage in den winter des heiligen bisschops.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 613). Met het geschonden zegel van Reyner Lieverdinck
in groene was.
111
6 oktober 1428
Conradus, bisschop van ?, vicaris-generaal van de aartsbisschop van Colonia, verklaart,
dat hij op de 6e oktober 1428 in de kerk van Venua (?) aan Hermannus de Bovenberg (?)
de eerste clericale tonsuur heeft toegestaan.
Datum anno (domini MoCCCCoXX octavo in octava sancti Michaelis).
Oorspronkelijk (inventarisnummer 881). Met het zegel van Conradus, bisschop van ?, in
groene was.
112
2 maart 1429
Andries Yseren en Evert van der Voerst, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Lubbe
Kruckemans aan Borrenhof een stuk land heeft verkocht, gelegen in Ragebomesslach in
Vorstonden, kerspel Voerst.
Gegeven in den jare ons heren dusent vierhondert negen ende twintich des Wondesdages
na Oculi in der vasten.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 614). Met de zegels van Andries Yseren en Evert van
der Voerst in groene was.
113
18 februari 1431
Herman van Mekeren, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt, dat Henric Ghesinc en
zijn vrouw Jutte aan Borrenhof een stuk land verkocht hebben, gelegen in het kerspel
Wernsvelt op den eng.
Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert een ende dertich des Sonnendages op
Invocavit.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 659). Met het geschonden zegel van Herman van
Mekeren in groene was.
114
14 april 1431
Henric Onbedwongen en Wermbolt Stuvenberch, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat
heer Arnt Godenzoon, priester, en zijn zuster Hille met haar man Johan Gherlochszoon
aan Borrenhof een erfwaar op de stadsweide hebben opgedragen, gelijk deze beschreven
is in de brief, waardoor deze gestoken is.
Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert een ende dertich des Saterdages na
Quasimodo.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 680). Het zegel van de 1e oorkonder is verloren gegaan;
fragment van dat van de 2e in groene was.
N.B. De brief, waardoor deze blijkbaar gestoken is geweest, is waarschijnlijk de brief d.d.
11 mei 1375 (regestnummer 54).
115
23 januari 1433
Evert van der Voerst en Beernt van Boerle, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat zij
huwelijkse voorwaarden hebben vastgesteld tussen Herman Berner en Engele, zuster van
Johan Kreyng Andrieszoon, waarbij Engele als medegave het goed ten Elshave in het
kerspel Vorden ten huwelijk medebrengt.
Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert drie ende dertich des Vrydags na sente
Agnetendach der heiliger joncfrouwen.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 646). Met de zegels van Evert van der Voerst en Beernt
van Boerle, van Anthonis Yseren en Henric van Vorden, het geschonden van Henric
Onbedwongen en dat van Andries Kreyng in groene was.
116
24 november 1435
Archiefnummer 83
Pagina 20 van 40
Otto, heer van Bronchorst en Borclo, verklaart als leenheer, dat Borrenhof niet meer dan
één goeden man als hulder vanwege de tienden in het kerspel Gorscelo, buurschap
Eesschede en te Gyetlo en Appen in het kerspel Upvoerst behoeft te zetten.
In den jaer ons heren dusent vyrhondert vijff ende dertich up sunte Katherineavent der
heliger jonfrouwen.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 729). Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan.
117
20 april 1437
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Henric Unbedwongen, die aan
Borrenhof het halve goed Wesselinck, gelegen in het kerspel Vorden, heeft gegeven, en
zijn vrouw Biele dit goed mogen gebruiken, zolang zij leven en dat de “verwaerres” van
Borrenhof na hun dood daarvoor spindingen zullen doen.
Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert soeven ende dertich des Saterdages
nae den Sonnendage Misericordia domini.
Afschrift in inventarisnummer 20, folio 6 vo vlg.
118
10 juni 1437
Broeder Johannes Wijnpenninck van de orde van heremieten van de H. Augustinus, door
heer Theodericus de Horst, deken van de kerk van de H. Maria ad gradus te Colonia belast
met de uitvoering der indulgenties, door de synode in Basilea toegestaan, verleent aflaat
aan Ghertrudis Serberts (i.e. Serbolts; vgl. reg. 131).
Datum... anno a nativitate domini millesimo quadringentesimo tricesimo septimo (die
decima mensis Junii).
Oorspronkelijk (inventarisnummer 854). Met het zegel van heer Theodericus de Horst in
rode was.
119
29 juli 1437
Aernt Gruter, richter te Arnhem en ambtman van Veluwenzoom, oorkondt, dat Egbert
Schock en zijn vrouw Margrieta aan Henrick Onbedwongen en Johan Kreyng, als
“verwaires” van heer Borrenhof, drie vierde deel van het goed Eppinck hebben verkocht,
gelegen in het ambt Brommen, kerspel Vorst, buurschap Tonden, als een tijnsgoed van
den graaf.
Gegeven in den jaeren onss heren dusent vierhondert ende soven ende dertich des
Manendaigs nae sente Jacobsdaige des heiligen apostols.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 615). Met het zegel van Aernt Gruter in groene was.
120
29 november 1441
Henric, heer van Wisch, drost van het land van Zutphen, oorkondt, dat Johan Kreyng en
Jacob Schimmelpenninck, “verwaerres” van heer Borrenhof, ener- en Willem Baltinck
anderzijds met elkander een ruil hebben aangegaan, zó, dat Borrenhof drie stukken land
uit het goed Baltinck in het kerspel Almen, buurschap Herfsen, zal hebben, waarvan één
stuk heet die Ruebkamp, het ander die Poellacker en het derde in de Haverbroeck ligt,
waartegenover Willem Baltinck Rybberingshuerne zal hebben.
Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert een ende viertich op sente
Andriesavondt apostoli.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 587). Met het zegel van Henric, heer van Wisch, in
groene was.
121
15 juni 1442
Wermbolt Stuvenbergh en Johan Huerninck, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat
Henric van Baeck en zijn vrouw Gheertruydt, Luytgart van Groesbeeck en Griete
Slipmeyers aan heer Alphart Stuerman, priester, als “verwaerre” in Borrenhof ¼ van het
goed Kolking hebben verkocht, gelegen in het kerspel Voerst, buurschap Voerstonden.
Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert twe ende viertich op sente Vytsdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 609). Met de zegels van Wermbolt Stuvenbergh en
Johan Huerninck in groene was.
122
23 augustus 1443
Aernt Wyginck en zijn vrouw Eefze oorkonden, dat zij met heer Alphart Stuerman, priester,
ambtman en “verwaerre” van Bornhof, een ruil van land hebben aangegaan, zó, dat
Archiefnummer 83
Pagina 21 van 40
Bornhof een stuk land gelegen in de Spykerbaer zal hebben en Aernt een stuk land op
Schoeten, beide stukken gelegen in Tonden, kerspel Opvoerst.
Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert drie ende viertich op sente
Bartholomeusavondt.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 616). Met het geschonden zegel van Aelbert Veenss en
dat van Derick ten Hoevele in groene was.
123
11 maart 1444
Henric Aelbertzoon en Willem Lering, schepenen van Doesborch, oorkonden, dat Henric
van Trier en zijn vrouw Aleit aan Borrenhof ¼ van het goed Eppynck, gelegen in het
kerspel Voirst, buurschap Tonden, hebben verkocht.
Gegeven in den jare ons heren dusent vierhondert vier ende viertich in profesto Gregorii
pape.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 615). Met de zegels van Henric Aelbertzoon, Willem
Lering en Henric van Trier in groene was.
124
4 november 1444
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Wynandus Scherff van Berichem aan
Bornhof heeft toegestaan, elk jaar 32 Arnhemsche guldens te heffen, deel van de rente
van 17 oude Fransche schilden ’s jaars, die Wynandus heft uit “Bronckhorstshues” in
Deventer, om daarvoor 2 vaten boter voor de armen buiten het huis te kopen.
Gegeven anno Mo CCCCo XL quarto des Wonsdages nae alre Helligen dach.
Afschrift in inventarisnummer 20, folio 6.
125
23 juni 1445
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Kreyng en Jacob
Schimmelpenning, raden, vanwege het Borrenhoff aan Reyner Mennyncks zeker huis aan
de Zaltmarkt hebben verkocht.
Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert vijff ende viertich op sente
Johansavondt te midsomer.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 720). Het stadszegel is verloren gegaan.
126
6 oktober 1445
Johan van Arkel, richter van Arnhem en Veluwezoom, oorkondt, dat juffrouw Griete van
Putten aan Jacob Schymmelpennyngk ten behoeve van Borrenhof twee stukken land heeft
verkocht, geheten Dynsym en Verdalenmaet; verder de Cobbinckmaet en het
Scharpehaefken, gelegen in het ambt Brummen, kerspel Opvoerst, buurschap Empe.
Gegeven in den jaer onss heren dusent vyerhondert vyff ende veertich des Guedensdages
na sunte Remeysdaghe.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 617). Met het enigszins geschonden zegel van Johan
van Arkel in groene was.
127
24 maart 1447
Henric Aelbertzoon en Willem Lering, schepenen van Doesborch, oorkonden, dat Henric
van Trier en zijn vrouw Aleit aan heer Alphert Stuerman ten behoeve van Borrenhof een
stuk land hebben verkocht, gelegen in de “meyn coppel”, kerspel Voirst, buurschap
Tonden.
Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert soven ende viertich in profesto
annunciacionis sanctissime Marie semper virginis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 618). Met de zegels van Henric Aelbertzoon en Willem
Lering in groene was.
128
11 mei 1447
Derick van den Hoevele en zijn vrouw Styne verkopen aan heer Alphert Stuerman,
priester, als “verwaerre” van Borrenhof een stuk land in het kerspel Upvoerst, buurschap
Empe.
Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert soeven ende viertich upp Donredach
nae den Sonnendage Cantate.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 619). Met de zegels van Derick van den Hoevele,
Werner Veens en Henrick den Lewen in groene was.
Archiefnummer 83
Pagina 22 van 40
129
12 januari 1448
Derick ten Walle en Gerijt ter Wedeme, kerkmeesters van de kerk te Brummen, oorkonden,
dat zij met toestemming der medekerspelslieden en van het gehele kerspel aan heer
Alphart Stuerman, als “verwaerre” van Borrenhof, de jaarlijkse erftijns van 7 schellingen,
die de kerk van Brummen uit de tiend van Borrenhof bezat, afgekocht hebben.
Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert acht ende viertich up Vrydach nae den
heilligen dertienden daege.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 742). Met fragment van het zegel van de 1e oorkonder
en dat van Herman Tuen in groene was.
130
3 september 1448
Aernt Rost, richter te Steenre, oorkondt, dat Reijnken Wesselinck aan zijn vrouw Hille tot
lijftocht voor na zijn dood 12 Rijnse guldens uit zijn helft van het goed Wesselinck, gelegen
in het kerspel Steenre, heeft vermaakt.
Gegeven int jaer ons heren dusent vierhondert acht ende viertich des Dijnsdages na sente
Egidiusdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 594). Met de zegels van Aernt Rost en Reijnken
Wesselinck in groene was.
131
13 mei 1450
Broeder Johannes Cloeck, prior van het klooster van de orde van het H. Kruis van de regel
van de H. Augustinus in Aquae, geeft Gertrudis Seerbolds deelgenootschap aan de goede
werken der orde.
Anno MoCCCCoquinquagesimo ipso die sancti Servasii (!) episcopi.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 855). Het zegel van het prioraat is verloren gegaan.
132
16 augustus 1450
Willem Lansynck Gerijtszoon, richter in het kerspel Steenre, oorkondt, dat Hertwich
Wesseling en zijn vrouw Mechtelt elkander aan hun roerend en onroerend goed hebben
getuchtigd.
In den jaer ons heren dusent vierhondert ende vyftich up sunte Arnulphusdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 594). Met de zegels van Willem Lansynck en Henrick
Lansynck, terwijl dat van Aelbert Gotyng verloren is gegaan.
133
1 juni 1451
Hadewick, vrouw van Johan Buck (Buijck ?), bekent zekere tiend in de buurschap Appen,
kerspel Voerst, te hebben ontvangen, waarvoor haar man Johan Buck hulde heeft gedaan,
waarna zij er deze het gebruik van toekent.
In den jaere onses heeren XIIIIcende LI des Dinsdags vur sinte Bonifaciusdach.
17e Eeuws afschrift op papier uit het leenboek van hof en heerlijkheid Putten
(inventarisnummer 729).
134
4 november 1452
Evert van der Voerst en Andries Tonysz, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Johan
ten Oldenberge en zijn vrouw Henrick en Grietken, dochter van wijlen Geryt Zetter, aan
Borrenhof een stuk zaadland van 8 à 9 malder zaad hebben verkocht, hun aanbestorven
van Claes Zetter, gelegen in het kerspel Upvoerst, buurschap Verstonden, liggende in het
erf Wammynckhorst.
Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende twe ende vijftich up Saterdach
nae alre heilligen dach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 620). Met de zegels van Evert van der Voerst en Andries
Tonysz in groene was.
135
5 augustus 1455
Garselys van den Gruythuyss, richter te Aernhem en ambtman van Veluwenzoom,
oorkondt, dat Derick van den Hoevell en zijn vrouw Stijn aan Goessen van Luttigem ten
behoeve van Borrenhof o.m. hun huis en hofstede, geheten “opten Keerll”, gelegen in het
kerspel Voirst, buurschap Emp, met een kampje en een halve waar in de mark hebben
verkocht.
Archiefnummer 83
Pagina 23 van 40
Gegeven in den jair onss heren dusent vyerhondert vyff ende vyfftich des neesten
Dinxsdaiges na sente Petersdach ad vincula.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 621). Met het zegel van Garselys van den Gruythuyss in
groene was.
136
6 februari 1462
Herman Berner, burger van Zutphen, verklaart, dat het goed ten Elshaeve, gelegen in het
kerspel Vorden, zijn eigen goed is en verzoekt ieder, om zijn bouwman Engelbert in het
bezit van de pacht ervan te laten.
Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende twe ende sestich op Saeterdach
nae Aghete virginis.
Oorspronkelijk op papier (inventarisnummer 646). Het zegel van de oorkonder ontbreekt.
137
26 augustus 1462
Henrick de Boene (?), richter te Steenre, oorkondt, dat Reynken Wesselinck en zijn vrouw
Hille aan heer Claes Hoefsleger, priester, vicaris in de Groote Kerk, een jaarlijkse losrente
van 9 gouden Rijnse guldens en 1½ oort hebben verkocht uit ¾ van het goed Wesselinck,
gelegen in het kerspel Steenre en uit den Ruwenghoer aldaar.
Gegeven in den jaer ons heren MoCCCCo ende twe ende sestich op Donredach nae
Bartholomei apostoli.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 594). Met fragment van het zegel van de oorkonder
en het geschonden van Reynken Wesselinck in groene was.
b. Gelijktijdig afschrift (inventarisnummer 594).
138
21 januari 1463
Wernerus Duerkoep, vicaris te Baeck, verpacht met toestemming van heer Herman Buck,
proost te Belheem, aan Jan ten Rijn een stuk land in het kerspel Steenre in de hooge
maat.
Ghegeven in den jair ons heren dusent vierhondert drie ende sestich op sunte
Agnetendach virginis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 596). Met het geschonden zegel van Andreas van
Ampsen en dat van heer Herman Buck in groene was.
139
21 januari 1463
Andreas van Ampsen, pastoor te Steenre, verpacht met toestemming van heer Herman
Buck, proost te Belheem, aan Jan ten Ryn een stuk land in het kerspel Steenre op den
Erijtenkamp.
Ghegheven in den jaer ons heren dusent vierhondert drie ende sestich op sunte
Agnetendach virginis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 597). Met het zegel van Andreas van Ampsen en het
geschonden van heer Herman Buck, proost van Belheem, in groene was.
140
20 augustus 1463
Aelbert van Zevener, richter te Stienre, oorkondt, dat Willem Lanxinck en zijn vrouw Heese
aan Geryt Bruenss een jaarlijkse rente van 2½ gouden Rijnse guldens hebben verkocht uit
hun goed Westenvelt, gelegen in het kerspel Stienre, buurschap Raede.
Gegeven in den jaer onss heren duesent vierhundert drie ende tsestich op den Saterdach
vor den dage des hilligen apostels Bartholomeus.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 760). Met het geschonden zegel van Aelbert van
Zevener in groene was.
N.B. Door deze brief zijn gestoken de brieven d.d. 8 oktober 1467, 19 november 1465 en
30 september 1500 (regestnummers 143, 146 en 164).
141
28 februari 1464
Johan de Boeze, schout binnen en buiten Zutphen, Evert van den Walle en Werner Tolner,
schepenen van Zutphen, oorkonden, dat heer Herman Staelbueck, priester, vicaris van de
St. Walburgskerk, aan Henrick Kolsack en Wilhem Lerijng ten behoeve van het Borrenhof
de helft van zeker stuk land heeft verkocht, vermeld in de brief, waardoor deze is gestoken,
behoudens de andere helft voor Mechtelt van Wezell, zuster van heer Herman.
Archiefnummer 83
Pagina 24 van 40
Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende vier ende sestich op Dinxsdach
nae dominica Reminiscere.
Niet bezegeld origineel (inventarisnummer 724).
N.B. De brief, waardoor deze gestoken is geweest, is verloren gegaan.
142
18 juni 1464
Aelbert van Sevener, richter in het kerspel Steenre, oorkondt, dat Bernt Haeck e.a. een
verklaring hebben afgelegd over de pacht, die zij jaarlijks aan Reynken Wesselinck van
landerijen onder Wesselinc betalen.
Int jaer ons heren dusent vierhondert vier ende sestich des Manendages nae sunte Vitus
ende Modestusdach.
Gelijktijdig afschrift (inventarisnummer 594).
N.B. Op één blad met het afschrift van de akte d.d. 26 augustus 1462 (regestnummer 137).
143
19 november 1465
Evert Scholdeman en Andries Schymmelpenninck, schepenen van Zutphen, oorkonden,
dat Henrick van Leisten en Johan Meyerinck de jonge voor Gerit Bruens borg zijn
geworden voor de betaling van de 2½ Rijnse guldens rente, door hem uit Willem
Lansynck’s goed gekocht.
Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende vijf ende sestich op sunte
Elizabetendach wedewen.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 760). Met de geschonden zegels van Evert Scholdeman
en Andries Schymmelpenninck in groene was.
N.B. Deze brief is gestoken door de brieven d.d. 20 augustus 1463, 8 oktober 1467 en 30
september 1500 (regestnummers 140, 146 en 164).
144
21 februari 1467
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Alyt, weduwe van Evert van der Vorst,
aan Andries Yseren Thonisz en Johan Kreynck Alphertsz, “verwaeres” van heer
Borrenhoff, een jaarlijkse los- en erfrente van 3 gouden Rijnse guldens, ½ oort, gaande uit
hun huis, geheten “des Bloeten huys”, voor de Merspoort, heeft verkocht.
Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert soven en tsestich op Saterdach na
dominica Invocavit.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 759). Met fragment van het stadszegel in groene was.
145
1 maart 1467
Bartolt van Zallant, richter van Veluwezoom, oorkondt, dat Henrica ter Ynden en haar zoon
Lubbert ter Ynden aan heer Alphart Stuerman ten behoeve van Borrenhof een kamp land,
geheten Wyellerinckmaet, ongeveer 3 morgen groot, gelegen in de buurschap Emp, ambt
Brummen, hebben opgedragen.
Gegeven int jair onss heren dusent vierhondert soeven ende tsesstich opten Sonnendach
Oculy.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 622). Met fragment van het zegel van de oorkonder in
groene was.
146
8 oktober 1467
Andries Iseren Tonysz en Cele Keppelman, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Gerit
Bruens aan Herman Geerdinck en zijn vrouw Alyt de jaarlijkse rente van 2½ Rijnse guldens
heeft verkocht, gelijk deze beschreven is in de brief, waardoor deze is gestoken.
Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende soeven ende sestich op sunte
Dyonisiusaevent.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 760). Met het zegel van Andries Iseren Tonysz en het
geschonden van Cele Keppelman in groene was.
N.B. Deze brief is gestoken door de brieven d.d. 20 augustus 1463, 19 november 1465 en
30 september 1500 (regestnummer 140, 143 en 164).
147
27 maart 1469
Henrick Haedekinck, geheten Hoeberdinck, en zijn zuster Alyt verkopen aan Hendrick
Kolsack en Andries Iseren Tonysz als “Vorwaerre” van Borrenhof een stuk zaadland van
omtrent 3 malder zaad, gelegen in de buurschap van Empe op Emper nye camp.
Archiefnummer 83
Pagina 25 van 40
Gegeven int jaer ons heren duesent vierhondert negen ende sestich op Maendach nae
Palmdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 623). Met de zegels van Huebert van Reyt en Derick van
Hoevele in groene was.
148
3 juli 1471
Jan Dhont en Raesse van der Honne, schepenen van Brugghe, oorkonden, dat Diederic
van Buren de schipper en Phelips de Deckere, de “zwaerteledertauwere”, elkander alle
schuld, die zij op elkander hadden, hebben kwijtgescholden.
Dit was ghedaen int jaer M CCCC een ende tseventich upten darden dach van
Hoymaendt.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 882). Met fragment van het zegel van de 1e oorkonder
en het geschonden van Raesse van der Honne in groene was.
149
5 mei 1473
Johan Hyssing en zijn vrouw Kersteken en Hasseke van Dummeren, Kersteken’s zoon,
verpachten voor 20 jaar aan Gheert ter Schuren en zijn vrouw Alijt een maat land, geheten
Hassing Bredinger, horende in het erf toe Hassing, gelegen in het kerspel van de St.
Nicolaaskerk op den Berch te Deventer, buurschap Dummeren.
Ghegeven int jaer onss heren duysent vierhondert dre ende tsoventich des Wondesdages
na Philippi ende Jacobi apostolorum.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 677). De zegels van de oorkonder en van Hasseke van
Dummeren zijn verloren gegaan.
150
7 juni 1473
Johan Momme van Kelle, drost van het land van Zutphen, oorkondt, dat Derick Tympe en
zijn vrouw Mechtelt aan heer Claes van Dorsten, geheten Hoefsleger, priester, vicaris van
het Elfduizend Maagdenaltaar in de Groote kerk te Zutphen, hun ¼ deel van het goed
Wesselinck in het kerspel Steenre met den Ruwengoer, hun aanbestorven van Hartwych
Wesseling, hun zoon, hebben verkocht.
Gegeven in den jair ons heren duesent vierhondert drie ende soventich op den Maendach
nae den heilligen Pynxterdaege.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 594). Met het zegel van Johan Momme van Kelle in
groene was.
151
3 maart 1474
Johan Hoeberdinck en zijn vrouw Stijne verkopen aan Evert Schoeldeman en Aernt Berck,
als “verwaerres” van Bornhof, hun gaarde land, gelegen in het kerspel Opvoerst,
buurschap Tonden, op Bromholt.
Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert vier ende soventich op Donredach nae
dominica Invocavit.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 624). Met de zegels van Gerijt Ykinck en Derick van
Hoevele in groene was.
152
24 juli 1476
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Wilhem Lerrijnck en Derick van den
Walle, “verwairres” van Borrenhof, aan heer Claes van Dorsten, priester, vicaris in de
Groote Kerk, en zijn zuster Truede tot lijftocht verkocht hebben een rente van 10 gouden
Rijnse guldens, waarvoor deze o.m. alle verwin van rente en alle rechten die hij had op het
goed Wesselynck en op Rouwengoer in het kerspel Steenre, heeft overgegeven.
Gegeven in den jair onss heren duysent vierhondert sess ende tseventich op sunte
Jacopsavont in den bouwe.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 594). Met fragment van het stadszegel in groene was.
153
16 oktober 1476
Wijchart ter Hoeve verklaart, dat heer Claes van Dorsten, priester, “verwaerre” van
Borrenhof, van hem ten behoeve van Borrenhof heeft afgekocht de halve wrocht en
wrochtgraven tussen hun beider land bij Heckwicker aeverhach.
Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert sess ende soeventich op sunte
Gallendach confessoris.
Archiefnummer 83
Pagina 26 van 40
Oorspronkelijk (inventarisnummer 725). Met het geschonden zegel van Wijchart ter Hoeve
in bruine was, terwijl dat van heer Gerijt Voss verloren is gegaan.
154
2 november 1476
Aelbert van Zevener, rechter in het kerspel Steenre, oorkondt, dat Hille, vrouw van- en
Gertruyt, zuster van Reynken Wesseling, als naaste erfgenamen van diens goederen aan
Bornhof al hun recht opdragen, dat zij op het goed Wesselinck kunnen hebben of krijgen.
Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert sess ende soeventich op alre zielen
dach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 594). Met het zegel van Aelbert van Zevener in groene
was.
155
27 oktober 1482
Jacob van Hacfort, ridder, en zijn broeder Gherrit van Hacfort, Engbert ten Elshave en
Johan Kosters, kerkmeesters te Vorden, en de erfgenamen in de buurschap van de
Veltwijck en Mossell verkopen voor de St. Anthonisvicarie te Vorden een stuk land uit hun
mark, gelegen in het kerspel Vorden, buurschap Veltwijck, aan Gadert Berner.
Ghescreven int jaer ons heren dusent vieerhondert twie ende tachtentich op suncte Symon
Judenavent apostolorum.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 647). Met fragment van het zegel van de 1e oorkonder
in groene was, terwijl dat van de 2e verloren is gegaan.
156
13 september 1487
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Raven en zijn vrouw Griet aan
Ailbert Sweertfeger en zijn vrouw Wobbe hun huis in de Spronckstraat hebben verkocht.
Gegeven in den jair onss heren dusent vierhondert seven ende tachtentich op des heiligen
cruysavont exaltacionis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 721). Het stadszegel is verloren gegaan.
157
9 oktober 1487
Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan Henrick Kreynck en Evert Scholdman,
“verwairres” van huis en huisarmen van Borrenhoff, een jaarlijkse los- en erfrente van 20
gouden Rijnse guldens.
Gegeven in den jair onss heren duesent vierhondert seven ende tachtentich op sunte
Victoirsavont.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 747). Met fragment van het zegel en contrazegel der
stad in groene was.
158
1 februari 1488
Henrick Werners en Johan, Gelys en Gheertrut, kinderen van Henrick, verpanden aan
Anthonis ten Elshave en zijn vrouw Wyse een malder roggeland in het kerspel Vorden in
den Westenenck.
Ghescreven int jair ons heren dusent vieerhondert acht ende tachtentich op onser liever
vrouwenavent toe lichtmissen.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 646). Met fragment van het zegel van Gaert Berner in
groene was, terwijl dat van Conradus van Elldick verloren is gegaan.
159
31 juli 1489
Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan het convent van Diepenfeyn van de
regularissen een jaarlijkse rente van 32 gouden Rijnse guldens, gaande uit de
stadswijntaverne Vreden, gelegen aan de Loegenbrugge.
Gegeven in den jair onses heren duesent vierhondert negen ind tachtentich op sent
Petersavont ad vincula.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 747). Met fragment van het stadszegel in groene was.
N.B. Door deze brief is gestoken de brief d.d. 10 september 1560 (regestnummer 217).
Archiefnummer 83
Pagina 27 van 40
160
21 juli 1491
Henrick Werners en zijn zoons Johan en Gelys en Luyken Andries en zijn vrouw
Gheertruit, Henrick’s dochter, verkopen aan Anthonis ten Elshave en zijn vrouw Wyse een
stuk bouwland, nl. 1 malder roggeland, gelegen in het kerspel Vorden in den Westenenck.
Ghescreven int jaer ons heren dusent vieerhondert een ende tnegentich op suncte Maria
Magdalenenavent.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 646). De zegels van Johan Schilt en Conradus van
Elldijck zijn verloren gegaan; dat van Herman ter Havick in groene was.
161
17 februari 1492
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Peter Kippynck en zijn
vrouw Alyt aan Bernt Slotboem en zijn vrouw Gertruyt een rente van 11 gouden Rijnse
guldens schuldig zijn uit hun huis in de Torfstraat op de hoek van de Boickerstraat en uit
hun hof op de Nyestat.
Gegeven in den jair onss heren duysent vierhondert twe ende tnegentich op Vrydach na
sente Valentijnsdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 771). Met fragment van het stadszegel in groene was.
N.B. Door deze brief is gestoken de brief d.d. 10 mei 1559 (regestnummer 213).
162
24 september 1493
Otto van Kecken, richter in het kerspel Styenre, oorkondt, dat Wilhem Dempynck in 1493
op maandag St. Servaas (zich) aan het goed, geheten die Koewick, toebehorende aan
Ailbert van Sevener, gelegen in het kerspel Stienre, heeft doen panden voor een rente van
7½ gouden Rijnse guldens en dat hij Wilhem in dat goed heeft ingeleid.
Gegeven int jaer onss heren dussent vyrhondert drie ind tnegentich op Dinsdach na sunte
Lambert.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 601). Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan.
163
20 juni 1495
Heynrick Kellener en Gerairt van Reyde, schepenen van Ruremunde, oorkonden, dat heer
Johan van Meer, pastoor te Oerle, en Willem, Adriaen en Sijbert van Broickhusen,
broeders, natuurlijke zoons van heer Adriaen van Broickhusen, ridder, zekere twist over
een pacht en een kosterij hebben bijgelegd.
Gegeven int jair ons heren dusent vierhondert vijff ende tnegentich des Satersdaighs nae
sent Vijtsdach martiris.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 883). Met fragment van het zegel van de 1e oorkonder
in groene was.
164
30 september 1500
Gerrit van Broickhuesen en Gerit van Voirthuesen, schepenen van Zutphen, oorkonden,
dat Johan Klomper aan Bornhof de rente van 2½ guldens heeft opgedragen, gelijk deze
beschreven is in de brief, waardoor deze is gestoken.
Gegeven in den jair onss heren duesent vyffhondert opten Wonsdach na sunt
Micheelsdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 760). Met de zegels van Gerrit van Broickhuesen en
Gerit van Voirthuesen in groene was.
N.B. Deze brief is gestoken door de brieven d.d. 20 augustus 1463, 8 oktober 1467 en 19
november 1465 (regestnummers 140, 143 en 146).
165
14 augustus 1502
Frederich, heer van Bronckhorst en Borckelloe, beleent Gryete Stickers met Stickersgoed,
gelegen in het kerspel Styenre.
Geschiet in den jaer ons heren vifftyenhundert ind twe opten Sonnendach na sunte
Laurensdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 598). Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan.
Archiefnummer 83
Pagina 28 van 40
166
3 mei 1505
Bernt van Holthuessen, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt, dat Derick Kribbe en
zijn vrouw Anna aan Derick Hodemaeker en zijn vrouw Biele een jaarlijkse rente van 3
gouden Rijnse guldens ½ oort, o.m. uit Kribbenkamph, verkopen.
Gegeven in den jaere onses heren duesent viffhondert ind vyve des Saterdaeges op des
hilligen Crucesdaege invencionis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 761). Met het geschonden zegel van Bernt van
Holthuessen in groene was.
167
8 januari 1512
Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan de provisor van Borrenhof een jaarlijkse
rente van 6 gouden Rijnse guldens, 3 oort, o.m. uit het stadsgemaal.
Gegeven in den jair ons heren duesent vifhondert ende twelff op Donredach na
circumcisionis domini.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 803). Met fragment van het zegel en contrazegel der
stad in groene was.
N.B. Door deze brief is gestoken de brief d.d. 9 maart 1594 (regestnummer 237).
168
12 juni 1515
Derick Gelmars en Bartolt van den Beke, schepenen van Deventer, oorkonden, dat Johan
van Osenbrugge, trypmaker, en zijn vrouw Zwene aan Griete, weduwe van Evert
Brouwers, een jaarlijkse rente van 1 gouden Rijnse gulden uit hun huis in Deventer in de
Engestraat hebben verkocht.
Gegeven int jair ons heren duysent vyffhondert ende vyffthien op sanct Odulphusdach
confessoris.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 762). Met fragment van het zegel van de 1e oorkonder;
het geschonden van Bartolt van den Beke in bruine was.
169
8 mei 1521
Johan die Leege, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt, dat Gerit Swaeffken
Geritzoon en zijn vrouw Aelyt aan provisoren van Bornhof de Dammertiend, gelegen in het
kerspel Warnsfelt, buurschap Rysselle, hebben verkocht.
Gegeven in den jaere onses heren duesent vyffhondert ende een ende twintich opten
achten dach Meije.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 739). Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan.
170
17 april 1523
Joannes Holtkamp, genoemd Wessels, en Egbert Duerkoep, provisoren, “averlude” en
“verwairrers” van het H. Kruis in de kerk van Groullo, schelden met toestemming van het
stadsbestuur van Groullo Lamme Teelmans en haar dochter Styne Teelmans alle
koormede en horigheid kwijt.
Datum anno domini millesimo quingentesimo vigesimotercio feria sexta post dominicam
quasimodo geniti.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 884). Met fragment van het zegel van het H. Kruis in
groene was.
171
21 februari 1531
Burgemeesters, schepenen en raad van Zutphen verpanden aan de kerkmeesters van
Wichmont land buiten de Spitailspoort, nl. de 11e kloot van de Marschslag,
Laarmansheuvel en de 1e kloot van de Vijfmorgenkamp, opbrengende een rente van 74
gouden guldens.
Gegeven in den jair onses heren dusent viffhondert ein ende dartich op avent Petri ad
cathedram.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 885). Met het geschonden zegel en contrazegel der stad
in groene was.
Archiefnummer 83
Pagina 29 van 40
172
4 juli 1531
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Bernt, zoon van wijlen Johan
Conraetzoon, en zijn moeder Armgart aan Henrick Karsseboem en zijn vrouw Mechtelt de
“Koemstede” van wijlen Johan van Lochem op de Niestat hebben verkocht.
Gegeven int jaer ons heren dusent viffhondert ein ende dartich opten dach Martini
translationis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 712). Het stadszegel is verloren gegaan.
173
13 februari 1533
Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan de provisor van het Bornenhof een
jaarlijkse erf- en losrente van 6 goudguldens, gaande o.m. uit het stadsgemaal.
Gegeven int jair ons heren dusent viffhondert drie ende dartich Donredages nae Appollonie
virginis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 747). Met het geschonden zegel en contrazegel der stad
in groene was.
174
24 maart 1534
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat heer Alphart Kreinck, vicaris in de
Groote Kerk, aan heer Herman Boshuser, als provisor van Borrenhof, zijn hof in de
Pulsbroick heeft verkocht.
Gegeven int jair ons heren duysent viffhondert vier ind dertich Dinxdaiges nae dem
Sondaige Judica.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 718). Met fragment van het stadszegel in groene was.
175
(vervallen)
176
20 januari 1538
Andries Schimmelpenninck en Derick ten Walle, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat
juffrouw Bele Berckx aan heer Derick van Boickholt, als provisor van Borrenhof, een
jaarlijkse opbrengst van 6 schepel gerst, 1 malder rogge en 2 schepel haver heeft
opgedragen, die zij jaarlijks uit de goederen van Bornhof had.
Gegeven int jaer ons heren dusent viffhondert acht in dertich op Manendachavent Agnetis
virginis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 763). Met fragmenten van de zegels der beide
oorkonders in groene was.
177
23 januari 1538
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Joan van Vorthuesen en Derick van
Boeckhoelt, “opsienre” en provisoren van Bornhoeff, aan Joan ter Haer en zijn vrouw
Elssken een los- en erfrente hebben verkocht van 5 gouden Rijderguldens, gaande uit het
Bornhoeff, gelegen in de Bornhaverstraat.
Gegeven int jair ons heren duesent vifhondert ind acht ende dertich opten Guedesdach
nae Agnetis virginis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 798). Het stadszegel is verloren gegaan.
N.B. Deze brief is gecancelleerd.
178
23 januari 1538
Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan Derick van Boickholt, als provisor van
Bornhoff, een jaarlijkse los- en erfrente van 5 gouden Geldersche Rijderguldens, gaande
o.m. uit de brouwaccijns.
Gegeven int jair ons heren dusent viffhondert acht in dertich opten Goensdach nae Agnetis
virginis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 747). Het stadszegel is verloren gegaan.
179
12 maart 1538
Andries Schimmelpenninck en Johan van Voorthusen, “opsieners” van Borrenhof, en
Wessel ten Holler en zijn vrouw Hele gaan een ruil van land aan met elkander, zó, dat
Bornhof o.m. een stuk land van 5 schepel, genaamd Ebbinckhaverstucke, zal hebben en
Wessel een stuk land van 6 schepel uit Ribberdinck.
Archiefnummer 83
Pagina 30 van 40
Gegeven int jaer onses heren XVc acht ende dertich op sunte Gregoriusdach des hilgen
paauses.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 726). Met de zegels van Andries Schimmelpenninck en
Wessel ten Holler en fragment van dat van Johan van Voorthusen in groene was.
180
12 maart 1538
Henrick Beuwken en zijn vrouw Geertruidt verklaren, aan Borrenhof een jaarlijkse rente
van ½ gouden Rijnse gulden schuldig te zijn uit Emperslicht en geven voor de zaligheid
hunner ziel nog een rente van1 gouden Rijnse gulden uit datzelfde land.
Int jaer onses heren vijftijnhondert acht en dertich op sunte Gregoriusdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 764). Met fragment van het zegel van Johan van
Voorthusen en het geschonden van Renso van Holthusen in groene was; dat van Thomas
van Buyrlo is verloren gegaan.
N.B. In dorso aantekening betreffende de “doding” van de rente overmits transport van
genoemd land aan Bornhof in 1544.
181
31 mei 1538
Andries Schimmelpenninck en Johan van Voorthusen, “opsieners” van Bornhof, en heer
Derick van Boeckholt, provisor, ener- en Johan Eppinck en Arnt opten As anderzijds, gaan
met elkander een ruil van land bij Wamminckhorst en Colkinck aan.
Gegeven in den jaer onses heren XVcende XXXVIII ultima mensis Maii.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 610). Met de geschonden zegels van Andries
Schimmelpenninck en Johan van Voorthusen en fragmenten van de zegels van Johan
Eppinck en Johan Vaack in groene was.
182
30 juni 1538
Andries Schimmelpenninck en Johan van Voorthusen, “opsieners” van Bornhof, en heer
Derick van Boeckholt, provisor, ener- en Bernt Ronninck en zijn zuster Wendele Ronninck
anderzijds, gaan met elkander een ruil van land bij Wamminckhorst en Colkinck aan.
Gegeven int jaer ons heren XVcende XXXVIII op den lesten dach Junij.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 610). De zegels der oorkonders en dat van Bernt
Ronninck zijn verloren gegaan.
183
30 juni 1538
Andries Schimmelpenninck en Johan van Voorthusen, “opsieners” van Borrenhof, en Bernt
Ronninck en Wendele Ronnincks, zijn zuster, gaan een ruil van land met elkander aan, zó,
dat Bornhof twee stukken land zal hebben, waarvan één genoemd is die Hacke en het
andere gelegen is bij Wamminckhorstmaet.
Gegeven int jaer ons heren XVcXXXVIII op den lesten dach Junij.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 610). Met de geschonden zegels van Andries
Schimmelpenninck en Johan van Voorthusen in groene was, terwijl dat van Bernt Ronninck
verloren is gegaan.
184
24 februari 1540
Henrick van Middachten, leenheer, geeft er zijn toestemming voor, dat juffrouw Bele,
weduwe van Henrick Berck, een opbrengst van 3 malder koren in het kerspel Wichmont
aan Borrenhof heeft kwijtgescholden.
Gegeven in den jaer onss heren dusent vyffhondert ind viertich op sanct Mathiasdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 799). Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan.
185
29 februari 1540
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat het gerechtsboek der stad inhoudt, dat
ten verzoeke van heer Derick, provisor van Bornhoeff, Henrick en Essken Raven hebben
verklaard, dat het Bornhaver land, door hun moeder Lubbe Raven of Goesschallicks gehad
en bezaaid, in de jaren 13, 14 en 15 tiendvrij was.
Gegeven int jair ons hern (duesent vijffhondert ind viertich opten Sondaech Oculi).
Oorspronkelijk op papier (inventarisnummer 744). Met het opgedrukt secreet zegel der
stad in groene was onder papieren ruit.
186
3 januari 1542
Archiefnummer 83
Pagina 31 van 40
Wilhem Hynckart, richter te Arnhem en Veluwezoom, oorkondt, dat Geertruijdt, weduwe
van Henrick Beuwekens, aan de “opsieners” van Bornhof een stuk land heeft verkocht,
geheten die Meyne of die Dasmathe in Emperslicht, terwijl zij haar goed, geheten Doyss
hofstede, als onderpand stelt.
Gegeven in den jaer onss heren duysent vyffhondert ind twe ende viertich opten IIIen dach
Januarij.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 625). Met het zegel van Wilhem Hynckart in groene was.
187
4 januari 1542
Luloff van Achtevelt en zijn vrouw Conrada verklaren, dat zij van het Bornhof in erfpacht
hebben ontvangen twee akkers, gelegen op de Veluwe, kerspel Voorst, buurschap
Tonden, in een kamp, genaamd tDort, tegen 3 goudguldens ’s jaars.
Gegeven int jaer onses heren dusent vijfhondert twe en vijrtich derden daeges na
nyejaersdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 626). Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan.
188
20 augustus 1542
Garrijdt Thonijszoon die Olde en zijn vrouw Styne, Garryd Thonijszoon de jongs en zijn
vrouw Eefse en Thomas Thonijszoon en zijn vrouw Jutte verkopen aan heer Derick van
Boeckholt, als provisor van Bornhof, 3 akkers land in het kerspel Voorst, buurschap
Vorstonde, het ene geheten die Lanterne, de andere gelegen voor het Westerbroock.
Gegeven int jaer onses heren XVcende XLII opten twyntichsten dach Augusti.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 627). Met fragmenten van de zegels van Goort Zetter en
Jan Eppinck in groene was.
189
16 december 1543
Thomas van Boerloe en zijn vrouw Gertruid oorkonden, dat heer Derick van Boickholt,
provisor van Bornhoff, hun het recht heeft afgekocht om tiend te heffen vanwege hun goed,
den hof te Empe, van een akker land in Bartoltz hofstede, die Bornhof toebehoort.
Geschiet in den jaer ons heren duysent vyffhondert drie ind viertich den XVIen dach
Decembris.
Oorspronkelijk op papier (inventarisnummer 628). Met het geschonden opgedrukt zegel
van Thomas van Boerloe in groene was.
190
9 januari 1545
Mr. Borchart van den Berge, kanunnik van St. Walburg te Arn(h)em, verklaart, dat hij de
armen in Bornhof 33 penningen erftijns schuldig is uit zijn erf Kuminck en zijn erf Mentinck,
gelegen in Veluwe, ambt en kerspel Voorst.
Gegeven int jaer onses heren dusent vijfhondert vijf ende vijrtich op den negenden dach
Januarij.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 765). Met het zegel van Mr. Borchart van den Berge in
groene was.
191
9 januari 1545
Mr. Borchart van den Berge, kanunnik van St. Walburg te Arn(h)em, en heer Derick van
Boeckholt, provisor van Bornhof, sluiten met elkander een verdrag betreffende een geschil
over een stukje land in het ambt en kerspel Voorst, geheten die Ezeler of het rouwe veen,
dat de eerste tegen overname der tinsen verkrijgt.
Gegeven int jaer onses heren dusent vijfhondert vijf ende vijrtich op den negenden dach
Januarij.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 629). Met de zegels van Mr. Borchart van den Berge en
Johan van Vorthusen in groene was.
192
14 december 1545
Arndt Berck en Lenze Veer, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Jacob Busscher, zijn
vrouw Naele en andere erfgenamen van Henrick Gertken en Johan Busscher aan heer
Derick van Boickholt, als provisor van Bornhof, den Goerhoff, gelegen in het kerspel Vorst,
buurschap Vorstthonden, verkopen voor de kost en inwoning, aan wijlen Johan Busscher
verstrekt.
Archiefnummer 83
Pagina 32 van 40
Gegeven int jaer ons heren duysent viffhondert viff ind viertich opten Manendach nae Lucie
virginis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 630). Met het zegel van Arndt Berck en fragment van het
zegel van de 2e oorkonder in groene was.
193
23 februari 1546
Andries Schimmelpenninck en Johan van Vorthusen, burgemeesters van Zutphen,
“opsienres” van het Bornhoff, oorkonden, dat dit huis aan heer Derick van Boeckholt,
provisor, een lijfrente verkocht heeft van 14 Joachimdaalders ’s jaars.
Gegeven int jaer onses heren vijftijnhondert ende sess ende vijrtich op den
drientwintichsten dach Februarij.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 800). De zegels van de oorkonders zijn verloren gegaan.
194
23 juni 1546
Johan van Vorthusen en Gerit Raesinck, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Arnt ten
Korenbleck en zijn vrouw Magdalena verklaren, met Evert ter Havick en zijn vrouw
Johanna een scheiding van de goederen Zepelinck en Ridderinck te hebben gemaakt, zó,
dat Arndt o.m. de hofstede Zepelinck zal mogen verwerven.
Gegeven int jaer ons heren duysent viffhondert seesz ind viertich opten Goensdachavent
Sacramenti.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 727). Met de zegels van Johan van Vorthusen en Gerit
Raesinck in groene was.
195
12 augustus 1547
Burgemeesters, schepenen en raad van Zutphen als “opsieners” van Bornhof en heer
Derick van Boeckholt, provisor van Bornhof, oorkonden, dat Henrick Schull, wegens de
doodslag, door hem gepleegd op Berndt Kuser, aan Bornhof 75 daalders heeft gegeven en
naderhand nog 50 daalders zal geven, om daarvan jaarlijks 5 malder rogge aan de armen
uit te delen.
Gegeven int jaer ons heren duysent viffhondert soeven ind viertich opten Fridach nae
Laurentii martiris.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 780). Het stadszegel ontbreekt; dat van Berndt
Ubbekinck in groene was.
196
16 juni 1549
Rense van Holthuesen en Albert van Stienre, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat
Margrita Laurens en Laurens Bredenbroick met de provisor van Bornhof tegen betaling van
15 daalders en een lijfrente van 1½ gulden voor beiden de twist hebben bijgelegd, die een
tijdlang tussen de erfgenamen van Laurens Kultell ener- en Bornhof anderzijds bestaan
heeft over een vermeende schuld, die Bornhof uit het goed Wesselinck te Stienre aan de
erfgenamen had.
Gegieven int jair ons heren duesent vijffhondert ind niegen ind viertich opten Sonnendach
ipso Trinitatis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 594). Met het zegel van Rense van Holthusen in groene
was, terwijl dat van de 2e oorkonder verloren is gegaan.
197
13 mei 1552
Frederick Torck, heer van Hemerden en Zinderen, en zijn vrouw Maria kopen van de
provisor van Bornhof de smalle tiend uit het goed Cloevinck in het kerspel Voorst tegen
betaling van een jaarlijkse erftijns van ½ goudgulden, daaruit te betalen.
Gegeven int jaer onses heren doe men schreef XVcLII opten XIII dach in den Mey.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 731). Met het zegel van Frederick Torck in groene was.
198
10 oktober 1552
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Coert to Kalffzeler en zijn vrouw Anna
aan Burgemeester Johan van Vorthusen Geritsz en zijn vrouw Heyle een jaarlijkse rente
van 1 goudgulden hebben verkocht uit hun huis op de Nyestadt, aan de ene kant gelegen
naast het Marienhuysken.
Gegeven int jaer ons heren duysent viffhondert twie ind vifftich opten Manendach sent
Victorsdach.
Archiefnummer 83
Pagina 33 van 40
Oorspronkelijk (inventarisnummer 769). Met fragment van het stadszegel in groene was.
N.B. Door deze brief is gestoken de brief d.d. 24 januari 1556 (regestnummer 208).
199
24 juli 1553
Broeder Arnoldus Provestinck, prior, en het convent van groot Buirlo verkopen aan heer
Derick van Bocholt, als provisor van Bornhof, een jaarlijkse rente van 5 Joachimdaalders.
Gegeven yn den jair unsz heren dusent vyffhundert dre unde vyfftich up sunt Jacobsavent
des hilgen apostels.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 766). Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan;
het zwaar geschonden zegel van het convent in groene was.
200
24 november 1553
Alphert van Till en Lenze Veer, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Johan Hoebinck
en zijn vrouw Gerthruidt aan heer Derick van Boeckholt, als provisor van Bornhof,
erfwaarschap beloven voor een jaarlijkse rente van 2 goudguldens uit hun huis in de
Laerpoort.
Gegeven int jaer ons heren duysent viffhondert drie ind vifftich opten Fridach nae unser
liever frauwendaige presentationis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 767). De zegels van de oorkonders zijn verloren gegaan.
201
10 januari 1554
Johan van Voorthusen en Derick van den Walle, burgemeesters van Zutphen, “opsieners”
van Bornhof, gaan met Sander van Mekeren en zijn vrouw Heile een ruil van land aan, zó,
dat Bornhof een stuk land in Voorsterenck krijgt.
Gegeven int jaer onses heren dusent vijfhondert LIIII opten tijnden dach Januarij.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 631). Met de geschonden zegels van Johan van
Voorthusen en Derick van den Walle in groene was.
b. Idem.
Idem.
202
10 januari 1554
Johan van Voorthusen en Derick van den Walle, burgemeesters van Zutphen, “opsieners”
van Bornhof, gaan met Herman Bushof en zijn vrouw Maria een ruil van land aan, zó, dat
Bornhof twee stukken land in de Enck zal krijgen.
Gegeven int jaer onses heren dusent vijfhondert vyr ende vijftich opten tijnden dach
Januarij.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 682). Met de zegels van Johan van Vorthusen en Derick
van den Walle en fragment van dat van Herman Bushof in groene was.
203
10 januari 1554
Johan van Vorthusen en Derick van den Walle, burgemeesters van Zutphen en “opsieners”
van Bornhof, gaan met Wessel ten Holler en zijn vrouw Hele een ruil van land aan, zó, dat
Bornhof een stuk land zal hebben, met de ene zijde aan Ilsinckcamp gelegen.
Gegeven int jaer onses heren dusent vijfhondert vijr ende vijftich opten tijnden dach
Januarij.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 588). Met de zegels van Johan van Vorthusen, Derick
van den Walle en Wessel ten Holler in groene was.
N.B. In dorso: “... int goet Ribbinck in Harfsen.”
204
21 februari 1554
Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan heer Derick van Boickholt, als provisor
van Bornhof, een jaarlijkse rente van 20 goudguldens, o.m. uit de 7e kloot van den
Ossenweerdt.
Gegeven int jaer ons heren duysent viffhondert vier ind vifftich opten Goensdach sent
Petersavent ad cathedram.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 747). Met fragment van het stadszegel in groene was.
205
30 maart 1554
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Claesz Kock en zijn vrouw Engelle aan
provisoren van Bornhof een jaarlijkse erftijns van 29 oude Vlaamsen hebben verkocht uit
hun huis op de Nyestadt.
Archiefnummer 83
Pagina 34 van 40
Gegeven int jaer ons heren duysent viffhondert vier ind vifftich opten Fridach nae den
heiligen Paischdach.
a. Oorspronkelijk (inventarisnummer 768). Met fragment van het stadszegel in groene was.
b. Oorspronkelijk (inventarisnummer 768). Het stadszegel ontbreekt.
206
14 februari 1555
Gerrit ten Pothoff en Eeffse, weduwe van Peter die Vriese, verklaren, dat zij voortaan de
jaarlijkse tijns van 1 oude Brabantsche, die zij tot nu toe uit de Jegerskamp en Dobbelstien
in het kerspel Stienre, welke landen vroeger onder Wesselinck behoorden, in het hof te
Zutphen betaalden, aan Bornhof zullen opbrengen.
Gegeven in den jair uns heren duesent viffhondert viff ind vifftich up sunt Valentijnsdach
des hilligen martelers.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 594). Met de zegels van Gerrit ten Pothoff en Thomas
Friesen in groene was.
207
14 december 1555
Thomas van Burlloe en Henrick van der Capellen, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat
Margareta Laurentz, Laurentz Bredenbroicke en zijn vrouw Merie verklaren, dat de
provisoren van Bornhof de hun beiden toekomende lijfrente van 1½ gulden hebben
afgelost.
Gegeven int jaer ons heren dhusent viffhondert viff ind vifftich opten Saterdach nae Lucie
virginis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 801). Met de geschonden zegels van Thomas van
Burlloe en Henrick van der Capellen in groene was.
208
24 januari 1556
Gerrit Schimmelpenninck en Jacob Slindewaeter, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat
Johan van Voerthuesenn en zijn vrouw Heyle aan heer Derick van Boeckholt, als provisor
van Bornhof, de rente van 1 goudgulden hebben opgedragen, gelijk deze beschreven is in
de brief, waardoor deze is gestoken.
Gegevenn in den jaer uns herenn duesent viefhundertt sess unde viftich up Vridach post
Agnetis virginis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 769). Met fragmenten van de zegels der beide
oorkonders in groene was.
N.B. Deze brief is gestoken door de brief d.d. 10 oktober 1552 (regestnummer 198).
209
15 februari 1557
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Anna, weduwe van Wilhem van
Vianen, en haar zoon Goesen aan heer Derick van Boeckholt, als provisor van Bornhof,
een jaarlijkse rente van 1 goudgulden hebben verkocht uit hun huis in de Laerpoort.
Gegeven int jaer uns heren dusent viffhondert soeven ind vifftich opten Manendach nae
sent Valentinsdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 770). Met fragment van het stadszegel in groene was.
210
21 februari 1557
Luthe Lentinx, weduwe van Herman Lentinck, c.s. doen ten behoeve van Bornhof tot
onderhoud van Johan die Hoevener of Busscher geheel en al afstand van den Goorhof,
gelegen in het kerspel Voorst, buurschap Voorstonden, ambt Brummen.
Gegeven in den jaer ons heren viftijnhondert ind sovene vijftich op sunte Petersavont ad
cathedram.
Gelijktijdig afschrift (inventarisnummer 630).
211
19 februari 1558
Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan Bornhof een rente van 48½
goudguldens, o.m. uit de 10e “cloet” van de Varkensweide, de 15e “cloet” van de
Marsschlege, het 4e deel van de 1e “cloet” van de Kijffdijck en het “starcke maetken” op
Holsterbeeck.
Gegeven int jaer uns heren duysent viffhondert acht ind vifftich opten Saterdach nae
Valentini.
Archiefnummer 83
Pagina 35 van 40
Oorspronkelijk (inventarisnummer 747). Met het geschonden zegel en contrazegel der stad
in groene was.
212
27 juni 1558
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Jan sGraven e.a., ouderlieden en
gildemeesters van het H. Drievuldigheidsgilde in Zutphen, wegens schuld gerechtelijk
hebben doen verkopen het huis van Else Gelsinck in de Waterstraat en dat het verworven
is door het gilde.
Gegeven int jair unsz herrn duijsent vijffhondert acht unnd vifftich up Maenendach nae
nativitatis Johannes baptiste.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 836). Met het geschonden stadszegel in groene was.
213
10 mei 1559
Henrick van der Capellen en Steven Bentinck, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat
Lambert Lauwerman en zijn vrouw Andrea en Hilleken Sloetboems aan heer Derick van
Boickholt, als provisor van Bornhof, de rente van 11 gouden Rijnse guldens, gelijk deze
beschreven is in de brief, waardoor deze is gestoken, hebben opgedragen.
Gegeven in den jaer uns heren dhusent viffhondert negen ind vifftich opten Goensdach
nae Exaudi.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 771). Met de zegels van Henrick van der Capellen en
Steven Bentinck in groene was.
N.B. Deze brief is gestoken door de brief d.d. 17 februari 1492 (regestnummer 161).
214
12 maart 1560
Gerit Wulff, pater, en het convent van heer Hendrikshuis nemen van Bornhof een akker
land, geheten Hoiltwickerbroeck, in erfpacht aan, waartegenover zij beloven, om elk jaar op
St. Maarten een paar goede gelapte schoenen aan een door Bornhof aan te wijzen arm
mens uit te reiken.
Gegeven int jaer unsz heren duysent viffhondert und tsestich opten twelfften dach in der
Meerte.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 611). Met het enigszins geschonden zegel van heer
Hendrikshuis in groene was.
N.B. Blijkens aantekening in dorso zijn in 1670 deze schoenen gelost.
215
10 juli 1560
Johan Schetter, proost van St. Walburg in Zutphen en kanunnik van Oudmunster te
Utrecht, oorkondt, dat Thomas Middeldarp als hulder vanwege Bornhof in leen heeft
ontvangen het goed Egginck, gelegen in het kerspel Warnsfelt, buurschap Rijssell.
Gegeven int jaer uns heren viffthienhundert ind tsestich den thienden dach der maendt
Julij.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 655). Met fragment van het zegel van de oorkonder in
rode was.
216
10 september 1560
Arndt Berck en Thomas van Buerlloe, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat heer
Herman Wilbortz, pater van het klooster te Diepenveen, aan Bornhof heeft opgedragen de
rente van 22½ gouden Rijnse guldens, op naam van juffrouw Ermgart van Dorsten, gelijk
deze beschreven is in de brief, waardoor deze is gestoken.
Gegeven int jaer uns heren duysent viffhondert ind tsestich opten Dinxdach nae unser
liever frauwendaighe nativitatis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 772). Met de geschonden zegels van Arndt Berck en
Thomas van Buerlloe in groene was.
N.B. De brief, waardoor deze gestoken is geweest, is verloren gegaan.
217
10 september 1560
Arndt Berck en Thomas van Burlloe, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat heer
Herman Wilbertz, pater van het klooster te Diepenveen, aan heer Derick van Boickholt, als
provisor van Bornhof, de rente van 32 gouden Rijnse guldens heeft opgedragen, gelijk
deze beschreven is in de brief, waardoor deze gestoken is.
Archiefnummer 83
Pagina 36 van 40
Gegeven int jaer uns heren dhusent viffhondert ind tsestich opten Dinxdach nae unser
liever frauwendaige nativitatis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 747). Met de zegels van Arndt Berck en Thomas van
Burlloe in groene was.
N.B. Deze brief is gestoken door de brief d.d. 31 juli 1489 (regestnummer 159).
217a
20 november 1560
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Gerit Gedde en zijn vrouw Anna en
Henrick Simonsz en zijn vrouw Nieze aan Lambert Beeckinck en zijn vrouw Jutte verkocht
hebben hun deel aan de schuur, het huis en het hof van wijlen Herman Gedde in de
Hospitailspoort.
Gegeven int jaer ons heren dhusent viffhondert ind tsestich opten Goensdach unser liever
frauwenavont presentationis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 703). Met het geschonden zegel en contrazegel der stad
in groene was.
218
28 juni 1561
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Engelbert Berndtz en zijn vrouw
Aeltken e.a. aan heer Derick van Boickholt, als provisor van Bornhof, hun deel aan de
schuur van Herman Gedde in de Hospitaalspoort verkocht hebben.
Gegeven int jaer ons heren duysent viffhondert ein ind tsestich opten Saterdach nae
nativitatis Joannis baptiste.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 703). Het stadszegel is verloren gegaan.
219
19 augustus 1561
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Lambert Beeckinck en zijn vrouw Jutte
aan heer Derick van Boickholt, als provisor van Bornhof, hun deel aan de schuur, het huis
en het hof van wijlen Herman Gedde, gelegen in de Spittaelspoort, hebben verkocht.
Gegeven int jaer uns heren duysent viffhondert ein ind tseestich opten Dinxdach nae unser
liever frauwendaige assumptionis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 703). Het stadszegel is verloren gegaan.
220
22 maart 1563
Johan Schetter, proost van St. Walburg in Zutphen en kanunnik van Oldenmunster in
Utrecht, oorkondt, dat voor zijn stadhouder der lenen Mr. Alphart van Tyll Wilhelm
Middeldorp als hulder vanwege Bornhof het goed Egginck te leen heeft ontvangen,
gelegen in het kerspel Warnsfelt, buurschap Rissell.
Gegeven in den jaere unses heren duysent viffhondert drie ind tseestich opten Manendach
nae den Sondaighe Letare.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 655). Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan.
221
22 maart 1563
Gerit van der Capellen in den Dham, leenheer, oorkondt, dat Wilhelm Middeldarp als
hulder ten behoeve van Bornhof de halve Ryselsche tiend in leen heeft ontvangen.
Gegeven int jaer uns heren viffthienhondert drie ind tseestich opten Manendach nae den
Sondach Letare off midtfasten.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 740). Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan.
222
13 oktober 1563
Burgemeesters, schepenen en raad van Zutphen verklaren, dat Bornhof voortaan de rente
van 50 goudguldens zal hebben uit de stadsrenten en -goederen, die vroeger aan de
zusters van Lammenhuis van Dieze in Deventer toekwam.
Gegeven int jaer uns heren duysent viffhondert drie ind tsesstich opten Goensdach nae
Victoris.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 747). Met het geschonden secreet zegel der stad in
groene was.
N.B. De brief, waardoor deze gestoken is geweest, is verloren gegaan.
223
13 januari 1564
Archiefnummer 83
Pagina 37 van 40
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Lubbert then Falckenberch en zijn
vrouw Aeltgenn aan kerkmeesters van St. Walburg een jaarlijkse rente van 2 guldens uit
hun huis en hof in de Hospitaelspoort schuldig zijn.
Gegeven in den jaer ons herrn duesent vijffhondert vier und sestich opten Donderdach
octava trium regum.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 857). Het stadszegel is verloren gegaan.
224
24 juni 1564
Claeus Nordinck en zijn vrouw Henricka verkopen aan de provisoren van Bornhof een stuk
land, genaamd den Ronden Hoeff, gelegen in het kerspel Voerst, ambt Brummen,
buurschap Voerstonden, bij Wamminckhorst.
Geghyven int jaer ons heeren duysent vyffhondert vyer ind sestich op sunte Johannes
Evangelistes.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 632). Met de zegels van Claeus Nordinck, Johan then
Kollick en Wyllem Lentinck in groene was.
225
12 maart 1566
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Peter Moll en zijn vrouw Marrie aan de
ouderlieden van het H. Drievuldigheidsgilde een jaarlijkse rente van 2 guldens hebben
verkocht uit hun huis in de Barlehese.
Gegevenn in dem jair onsz herrnn vijffthienhondert seesz und sestich opten Sattersdach
nae Reminiscere.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 837). Het stadszegel ontbreekt.
226
27 april 1566
Jaspar Kreinck en Cornelis Yseren, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Catharina,
weduwe van Lenze Veer, c.s. ener- en Bornhof anderzijds een twist bijleggen over
Kribben- of Hoegenkamp in het kerspel Wichtmond, buurschap Hasewolde, zó, dat de
eersten daarvan afstand doen ten behoeve van Bornhof.
Gegeven int jaer uns heren duysent viffhondert seesz ind tseestich opten Saterdach nae
quasimodo offte nae belaicken Paisschen.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 673). Met de zegels van Jaspar Kreinck en Cornelis
Yseren in bruine was.
227
22 augustus 1566
Peter Schoelwick, stadhouder van Johan van Meckeren, landdrost van de Graafschap,
oorkondt, dat Evert van Ewick aan provisoren van Bornhof heeft verkocht een stuk land in
het kerspel Steenre, buurschap Toldick.
Gegeeven in den jaere ons heerenn duesent vyffhondert zess ind tsestich op Donderdach
octave assumptionis Marie virginis.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 599). Met de enigszins geschonden zegels van Peter
Schoelwick en Johan van Meckeren in groene was.
228
14 februari 1567
Alphart van Till en Jaspar Kreinck, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Jacob
Schlindewaeter en Cornelis Yseren als “opsieners” van het Weeshuis in Zutphen door
Bornhof voldaan zijn van de 600 guldens, door Bornhof wegens testament van Luleff te
Ryth verschuldigd.
Gegeven int jaer uns heren duysent viffhondert soeven ind tseestich opten Fridach nae
Aschdach.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 802). Met het zegel van Alphart van Till en fragment van
dat van de 2e oorkonder in bruine was.
229
19 februari 1569
Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan Bornhof een jaarlijkse rente van 12
daalders uit de brouwaccijns.
Gegeven int jaer ons heren dhusent viffhondert negen ind tseestich opten Saterdach nae
Valentini martiris.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 804). Met het geschonden stadszegel in groene was.
N.B. Door deze brief is gestoken de brief d.d. 9 maart 1594 (regestnummer 236).
Archiefnummer 83
Pagina 38 van 40
230
22 december 1569
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Wilhem Tubis en zijn vrouw Aeltgenn
aan Luetgert Sickings een jaarlijkse rente van 1 gulden hebben verkocht uit hun huis op de
Nijestadt in de Hallerstraat.
Gegeven inn dem jair onnsz herenn duesennt vijffhonndert negenn unnd sestich opten
Donderdach nae Thome apostoli.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 774). Met fragment van het stadszegel in groene was.
N.B. Door deze brief is gestoken de brief d.d. 13 oktober 1607.
231
14 augustus 1570
Maria, gravin van Hoija en Bruickhuesen, gravin van Bronckhorst, enz. beleent Hynrich van
Tyll als hulder vanwege Bornhof met de grove en smalle tienden te Gorsseloe, Eschede,
Appen en Gitell.
Imm jare unses heren viffthienhondert undt soeventich den virthiendenn maenthz Augusti.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 729). Met het zegel van Maria, gravin van Hoija, in
groene was.
232
20 december 1574
Frederich van Pallandt, heer van Voerst en Keppell, beleent Jaspar Cluick als hulder
vanwege zijn vrouw Catharina Bernners met het goed te Elshaef, gelegen in het kerspel
Voerdenn.
Gebenn inn deme jair nach Christi gepurt vunfzehenhundert siebentzich unnd vier deme
zwentzigstenn tage monaidtz Decembris.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 646). Met fragment van het zegel van de oorkonder in
groene was.
233
18 april 1581
Johan Frederich, stadhouder van Coenraet van Westerholt, schout binnen en buiten
Zutphen, oorkondt, dat juffrouw Gertruyt van Voerthuysen, weduwe van Harman Elderinck,
en haar kinderen aan Bornhof hebben verkocht de hofstede klein Wesselinck in het kerspel
Vorden, buurschap Mossel.
Gegheven opten XVIIIen Aprilis anno XVc een ende tachtentich.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 648). Met het geschonden zegel van Johan Frederich in
groene was.
234
6 juni 1584
Johan Althoff, gemachtigde van Daem Schellart van Obbendorp, als pandheer en
stadhouder van de Prumsche lenen in Gelre en Zutphen, oorkondt, dat Florentz van
Wamell toestemming van de leenheer heeft gekregen, om het leengoed Mentinck onder
Voorst met 200 daalders te bezwaren tegen een rente van 15 daalders ’s jaars.
Gheschijet int jaer ons heren viefthienhondert vier und tachtentich op Pijnxsteravent.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 633). Met het geschonden zegel van Johan Althoff in
groene was.
235
15 mei 1591
Johan Bentinck, rekenmeester van Gelre en Zutphen, en zijn vrouw Henrica van Averenck
verklaren, van Johan Huighen, burgemeester van Deventer, 582 daalders, 16 stuivers te
hebben ontvangen, tot onderpand stellende het goed die Heghe in het ambt Voorst,
kerspel Wilp.
Gegeven in den jaer onsz heeren duisent vijfhondert een ende tnegentich op den vijftijnden
dach der maents Maij stylo mutato.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 676). De zegels van de oorkonder en van Peter van
Appeltorn zijn verloren gegaan; fragment van dat van Gaerdt van Mehen in groene was.
N.B. Deze brief is gecancelleerd.
236
9 maart 1594
Lambert van Luchteren en Jacob van Winshem, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat
de “opsieners” van Bornhof aan de kinderen van Johan Hanssen wegens aan deze
Archiefnummer 83
Pagina 39 van 40
verschuldigd geld voor gevoerde administratie de rente overgeven, gelijk deze beschreven
is in de brief, waardoor deze is gestoken.
Gegeven den IXen Martii XVcXCIIII stilo antiquo.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 804). Met de zegels van Lambert van Luchteren en
Jacob van Winshem in groene was.
N.B. Deze brief is gestoken door de brief d.d. 19 februari 1569 (regestnummer 229).
237
9 maart 1594
Lambert van Luchteren en Jacob van Winshem, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat
“opsieners” en provisor van Bornhof aan de erfgenamen van Johan Hanssen de rente van
6 gouden Rijnse guldens, 3 oort hebben opgedragen, gelijk deze beschreven is in de brief,
waardoor deze gestoken is, ingevolge schuld wegens voor dit huis gevoerde administratie.
Gegeven den IXen Martii XVcXCIIII stilo antiquo.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 803). Met de zegels van Lambert van Luchteren en
Jacob van Winshem in groene was.
N.B. Deze brief is gestoken door de brief d.d. 8 januari 1512 (regestnummer 167).
238
20 mei 1595
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Nordinck en zijn vrouw Anna
Voncken aan Bornhof hebben opgedragen een rente van 13 schellingen uit hun huis en hof
op de Nieuwstad.
Gegeven tho Zutphen den twintigsten Maij anno domini duisent viffhondert tniegentig unde
viff.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 773). Met het geschonden zegel en contrazegel der stad
in groene was.
239
9 juli 1596
Johan Noordinck, schout van Brummen, oorkondt, dat Arndt Wijersz en Hans Bresser ten
verzoeke van Johan Thomasz als huismeester van Bornhof verklaard hebben, dat de mest
van het goed Runninck vanouds door den Bourkolck over het goed Ebbinck gevoerd wordt.
Actum den IX Julij anno XVcsesz ende tnegentich.
Oorspronkelijk op papier (inventarisnummer 610). Met het opgedrukt zegel van Johan
Noerdinck onder papieren ruit.
240
30 oktober 1596
Willem Bueker en Adam Kaldenbach, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Gerrit opt
Oeij en zijn vrouw Griete elkander wederkerig een vierde deel van hun huwelijksgoederen
vermaken.
Gegeven tho Zutphenn denn darttigsten Octobris anno domini XVc tniegentig seesz.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 856). Met de zegels van Willem Bueker en Adam
Kaldenbach in groene was.
241
16 februari 1599
Arndt van den Wall en Jacob Schimmelpenninck van der Oye, burgemeesters van
Zutphen, als provisoren van Bornhof en Johan Thomasz als rentmeester van Bornhof eneren Albert Pouwelsz en zijn vrouw Marritgen Wessels anderzijds, gaan een ruil van
goederen met elkander aan, waarbij Bornhof een akker land in het ambt en kerspel Voorst,
buurschap Noordempe, genaamd het kleine Stucke, verwerft.
Gegeven den XVIen Februari XVcnegen und negentich stilo antiquo.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 634). Met de zegels van Arndt van den Wall (met
contrazegel), Jacob Schimmelpenninck van der Oye (met contrazegel), Johan Thomasz,
Wilhem Jacobsz, Wilhem Bueker en Evert van Linteloo (geschonden) in groene was.
242
26 maart 1599
Gerlach van der Capellen opten Dam beleent Derrick van den Wall als hulder ten behoeve
van Bornhof met de halve Ryselsche tiend.
Geschiet und gegeven too Zutphen den XXVI Martii XVcnegen und negentich.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 740). Met het zegel van Gerlach van der Capellen opten
Dam in groene was.
Archiefnummer 83
Pagina 40 van 40