De beste plek waar ze ooit hebben gewoond

Download Report

Transcript De beste plek waar ze ooit hebben gewoond

•
•
nrc next DINSDAG 30 JULI 2013
next weten
12
13
Stadsnomaden //
Naast de A5, op een braakliggend stuk grond in Amsterdam ligt
‘t Landje // De bewoners regelen zelf hun voorzieningen // Twee
documentairemakers maakten een portrettenserie
Sebastiaan, ‘de doe-het-zelver’
Sebastiaan (23), geboren en getogen in
Amsterdam, woont sinds twee jaar op
’t Landje. Hij had geen zin meer in een
huurhuis: „Je bent de godganse dag
bezig met je kop boven water houden.
Ik heb het echt geprobeerd, vijf dagen in
de week gewerkt bij een boerderij voor 8
euro per uur, maar op een dag viel ik
letterlijk van mijn fiets. Ik hield het niet
meer vol, al die stress.” Op ’t Landje zegt
hij de tijd en energie te hebben om te
ontdekken waar hij goed in is. „Ik prefereer de zelfregulatie van het ’t Landje
boven de overregulatie van de maatschappij. Ik ben een echte doe-hetzelver.”
De beste plek
waar ze ooit
hebben
gewoond
Robby, ‘de koordloper’
Robby (55) noemt zichzelf een economische vluchteling. Hij heeft een huis in
Pieterburen, maar kon daar zijn hoofd niet boven water houden. Hij besloot naar
Amsterdam te komen om te werken. Nu woont hij al twee jaar op ’t Landje. „Omdat ik niet veel geld heb, is ’t Landje praktisch en je bent nooit alleen.” Iedere
ochtend loopt hij een rondje om iedereen te wekken. Slapen vindt hij maar
zinloos.
DJ (Diederik Jeroen Cornelissen), ‘de indiaan’
DJ (51) is geboren in Haarlem. Hij leeft sinds zijn 17de op straat. „Daar word
je hard van”, zegt DJ. Hij heeft twintig jaar in een appartement gewoond en
vier jaar zijn eigen bedrijf gehad in de bouw. Toch kwam hij uiteindelijk weer
op straat terecht. Hij heeft er niet voor gekozen om op ’t Landje te wonen, het
is zo gelopen. DJ ontvangt een daklozenuitkering en moet daarvan 170 euro
afdragen aan premie voor de ziektekostenverzekering. „Dat is verplicht,
anders krijg ik deurwaarders aan m’n broek. Dus betaal ik maar. Al ben ik nog
nooit ziek geweest.”
‘De indiaan’ is al zijn bijnaam sinds zijn 8e. Hij was altijd al geïnteresseerd
in de leefwijze en filosofie van de indianen. „Ze waren de eerste ecologische
burgers. Daar kunnen wij nog wat van leren.” Veren en boeken komen
gewoon aanwaaien. „Blijkbaar laat ik een indruk achter bij anderen.”
Malcolm, ‘the chef ’
De Britse Malcolm (40) heeft naar eigen
zeggen overal gewoond. Hij heeft een
afkeer van de maatschappij, door alle
regels wordt het leven voor hem
ondraaglijk. „Ik heb nooit een handtekening gezet onder een contract dat
mij verplicht belasting te betalen. Ik zal
daar dan ook nooit aan gehoorzamen.”
In Nederland zitten volgens Malcolm zo
veel mazen in de wet dat het nog prettig
toeven is. Overal kletst hij zich uit: „De
politie is vaak niet op de hoogte van de
eigen wetten en regels. Wat willen ze me
dan maken?” Malcolm is altijd in beweging en praat graag en snel. Stilzitten
vindt hij zonde. „Als je wat wilt in het
leven moet je in actie komen.” Zijn plekje op het ’t Landje is een soort soos. Voor
1 of 2 euro krijgen alle bewoners iedere
woensdag een voedzaam bord eten.
„Dan is het echt gezellig!”
D
ocumentairemakers
Rebekka van Hartskamp
en Marjolein Busstra van
het creatief collectief Lege
Fles, stuitten bij toeval op ’t Landje,
een braakliggend stukje grond langs
de A5, aan de rand van Amsterdam.
Ze doken onder in de wereld van de
stadsnomaden en portretteerden de
bewoners.
TEKST REBEKKA VAN HARTSKAMP
FOTO’S MARJOLEIN BUSSTRA
Alan, ‘de kapitein’
De Zweedse Alan (65) kwam in september vorig jaar aan op ’t Landje. Hij wil er
niet meer weg. Hij ontvangt een halve AOW van Zweden en een halve AOW
van Nederland en daar kan hij van rondkomen. ’t Landje vindt hij de beste
plek waar hij ooit heeft gewoond. Alan heeft vier kinderen die wel allemaal in
een huis wonen. Zelf denkt hij dat hij geïsoleerd zou raken in een appartement. Alan vindt dat de gemeente ’t Landje en de stadsnomaden moet respecteren. „We willen een adres, een telefoon en stromend water.” Alan is muzikant, hij speelt op zijn accordeon voor oude mensen.
Henk, ‘de Roma’
Henk (38) komt oorspronkelijk uit Brabant en is een geboren woonwagenbewoner. In 2011, in de nacht van 7 op 8 mei, heeft Henk samen met een vriend ’t
Landje gekraakt. „We zijn een hechte familie. Als iemand in de problemen zit,
komen we bij elkaar en lossen we het op.” Henk werkt op vrijwillige basis bij
DAF, Dutch Acid Family. Daar bouwt hij decors voor grote feesten. Zijn ouders
vonden zijn leven in de eerste instantie wat wild, maar inmiddels is dat anders.
„Ik leef echt nog als de eerste woonwagenbewoners, daar zijn ze trots op.”
Leen, ‘de hippie’
Vincent en Celeste, ‘het koppel’
Vincent (20) is sinds september 2011 thuisloos. Hij trok van plek naar plek en
kwam uiteindelijk een jaar geleden op ’t Landje terecht. Vincent kan niet in de
stad wonen. De maatschappij probeert volgens hem iedereen te vormen en daar
heeft hij geen zin in. „Het is raar dat je niet jezelf mag zijn. Niets is goed genoeg
en vrijwel iedereen is hebberig.” Celeste (18) kwam bij hem wonen omdat het
thuis niet meer ging. Met de zonnepanelen op het dak van de caravan zorgen ze
zelf voor hun energievoorziening.
Gouwenaar Leen (51) had een goede
baan in de financiële sector. „Je weet
wel, driedelig pak, leaseauto en een
groot appartement.” Toen hij de 45 was
gepasseerd, vroeg hij zich af waar hij
mee bezig was. „Ik deed alleen maar
dingen die andere mensen me opdroegen.” Door overmatig drugsgebruik viel
hij regelmatig in slaap op zijn werk. Hij
raakte zijn baan kwijt en zwierf langs
verschillende plekken. Leen is een
gedreven voorvechter voor het leven van
de stadsnomade en kan door zijn oude
baan goed onderhandelen en bemiddelen voor zijn groep mensen. Hij vindt
het heerlijk om in zijn nakie te lopen en
komt bijna nooit meer in de stad. Hij
heeft een hekel aan de schijnveiligheid
van de maatschappij. „Het enige wat je
zeker weet, is dat je dood gaat. Dit leven
brengt je terug naar the roots of life. Als je
eenmaal zo geleefd hebt, wil je niks
anders meer.”
Petra, ‘de kunstenares’
Petra (46) woont sinds twee maanden op ’t Landje. Naast Theo, haar beste
vriend sinds 1987. Petra werd van de ene op de andere dag haar antikraakhuis
uitgezet. Gelukkig had Theo nog een zelfgebouwde villa, Villa Rozenwater, op
’t Landje staan. Houthakken, water halen en gas kopen, het bevalt haar prima.
De winter moet ze nog meemaken, maar dat zal wel goedkomen denkt ze.
Petra heeft altijd in de kroeg gewerkt van haar ex, maar dat is niet zo lekker
afgelopen. Hier is ze vrij. „Ik kan absoluut niet tegen bureaucratisch gezeik.
Als je de sociale instanties om hulp vraagt, sturen ze je gewoon weg. Ja, dan ga
je dingen doen die niet goed zijn. Ik heb een jaar heerlijk gegeten, maar
nergens voor betaald.” Nu voelt ze zich weer gewaardeerd en kan ze haar
creativiteit kwijt. „Ik maak kastjes en krukjes in alle kleuren.”