notitie-zandwinning-ketelmeer (131.69kB)

Download Report

Transcript notitie-zandwinning-ketelmeer (131.69kB)

-
.
,
RIJKSWATERSTAAT
DIRECTIE ZUIDERZEEWERKEN.
Afdeling Planstudie.
\
Nota ZZ-AP-N-79.00.08.
CONCEPT.
1
E.1550 /
ii
Notitie Zandwitlning Ketelmeer.
1. Inleiding.
2,
Probleemstelling.
3. Afzetting van sedimenten.
4. Samenvatting.
Lelystad,
.
maart 1979.
Afdeling Planstudie.
N o t i t i e ZaiIdwiMing Ketelmeer.
1. I n l e i d i n g .
Door gemeente Kampen i s vergunning aangevraagd koor h e t winnen van
2.000.000
m3 zand n a b i j de monding van h e t Keteldiep i n h e t Ketelmeer
'
( z i e b i j l a g e 1).
De door de gemeente aangewezen zandwinlokatie i s voorzien i n de nota
nr. 292 "Zandwinning IJsselmeer en Randmeren". Eet t e ontgronden
,
.
gebied i s Rijkseigendom en behoort t e n d e l e t o t h e t beheersgebied
van d i r e c t i e Bovenrivieren en d i r e c t i e Zuiderzeewerken. I n de b r i e f van
16 janauri 1979 i s van de z i j d e van d i r e c t i e Bovenrivierenmeegedeeld,
d a t e r geen overwegende bezwaren bestaan tegen h e t verlenen van een
ontgrondingsvergunning i n h e t Ketelmeer, onder de voorwaarde d a t de
ontgronding n i e t wordt gemaakt b i m e n een a f s t a n d van 2,5 km vanaf
. .de
Ketelmond.
2. Probleemstellinq.
Met deze n o t i t i e z a l worden g e t r a c h t meer i n z i c h t t e k r i j g e n i n de
mate van a f z e t t i n g van sedimenten op de Ketelmeerbodem.
Een diepe opvangput van voldoende afmetingen voor de monding.van
h e t Keteldiep, kan w e l l i c h t een d e e l van h e t met h e t I J s s e l w a t e r meegevoerde en met zware metalen verontreinigde s l i b opvangen, waardoor
wordt voorkomen d a t g r o t e r e delen van hetKetelmeer -en h e t IJsselmeermet d i t materiaal wordt bedekt.
..
'
DPseslibafzetting hangt i n g r o t e mate af van de stroomsnelheidop h e t
meer en de m e t h e t I J s s e l w a t e r mesg,euoerdehoeveelheid s l i b .
Bij h e t v e r l a t e n van h e t Keteldiep neemt h e t n a t t e dwarsprofiel t o e ,
waardoor e r een zekere stroomverlamming o p t r e e d t . Het water komt min of
..
meer t o t r u s t en na enige t i j d z a l een d e e l van h e t s l i b bezinken.
Het i s nu de vraag i n hoeverre een diepe verzamelput voor de Ketelmond
de s l i b a f z e t t i n g z a l bevorderen en welke hoeveelheden hiermee gemoeid
0
zijn.
,
..
3. Afzetting van sedimenten.
De gemiddelde r i v i e r a f v o e r van de I J s s e l bedraagt omstreeks 250 m3/sec.
,
.
In het Keteldiep kunnen dan stroomsnelheden voorkomen van gemid-
'
deld 0,30m/sec.
De stroomsnelheid bij een afvoer van 250 m3/sec. gemeten tef hoogte
van de Ketelbrug bedraagt maximal 0,10 m/sec.
De concentratie van sedimenten in het IJsselwater is, evenals die van
de Rijn 40 5 50 p.p.m.
Dit betekent dat de IJssel gemiddeld jaarlijks omstreeks 400.000 ton
slib aanvoert. Met een gemiddeldehoeveelheid spuiwater van 13.109 m3/
jaar wordt jaarlijks 325.000 ton IJsselmeerslib naar de Waddenzee
getransporteerd.
Er blijft dus 75.000 ton slib achter in het IJsselmeergebied.
Het is thans niet mogelijk met theoretische of empirische formules
het bezinkingsproces te definieren, omdat er tal van steeds varierende
factoren een rol spelen.
In het verleden zijn er diverse putten in het Ketelmeer gemaakt.
Gegevens omtrent de snelheid van dichtslibbing van deze putten zijn
echter niet bekend. We1 kan worden gesteld dat een put vlak voor
de Ketelmond weinig zin heeft om slib van de rivier direct op te vangen
Bij het instromen van het IJsselwater in het Ketelmeer neemt de
stroomsnelheid geleidelijk a£, maar de valsnelheid en verblijftijd van
de slibdeeltjes over enige afstand blijven te gering. Vanwege de
geleidelijke afname van de stroomsnelheid heeft een opvangput verder
weg meer effect. Tevens wordt hierdoor bereikt dat de put niet door
zandtransport, waaraan weinig verontreinigingen gebonden zijn,dichtZandt.
De slibafzetting zowel in ondiepe als diepe delen (putten) vindt alleen
plaats bij gunstige weersomstandigheden. Bij onrustig weer blijft
het aangevoerde slib pruime tijd in suspensie en wordt zelfs reeds
afgezet slib van de ondiepe delen van de meerbodem opgewoeld ten
gevolge van
turbulentiestromingen door de wind en golven. Het afgezet-
te slib in putten wordt door de orbitale bewegingniet gevoeld en blijft
dus liggen.
De slibafzetting in diepe putten neemt dus alleen toe (opvangfunctie).
,.
Bij storm kunnen op het Ketelmeer grote op- of afwaaiingen voorkomen
met als gevolg vulling of lediging van het meer.
Bij vulling stromen grote hoeveelheden water met slib van het
IJsselmeer naar het Ketelmeer. Bij lediging vindt er transport
plaats van een deel van dit IJsselmeerslib en IJsselslib naar het
'~~sselmeer.
Door de heen-en weergaande beweging van het water ontstaat er vermenging van Ketelmeerslib met IJsselmeerslib. Ten gevolge
van de intensieve mengprocessen tijdens storm, waarbij enkele malen de
.I
jaarlijkse aanvoer van de IJssel'in suspensie wordt gebracht,is het
slib homogeen van samenstelling. Voorts is komen vast te.staan dat
de concentratie van zwaremetalen
in hit Ketelmeer met de af-
gelegde afstand afneemt in de richting van de Ketelbrug. (Rapport:
Zware metalen en fosfor in sedimenten uit het IJsselmeergebied;
WL
+
..
IB).
I
..
? .
In de putten komen hogere concentraties van verontreinigd slib voor
dan in de directe omgeving.
, .
.
De vormgeving van de put moet zodanig zijn dat het slib tijdens storm
zo weinig mogelijk wordt opgewoeld.
Daarom zijn putten van voldoende grote diepte en een zo stijl mogelijk
talud (1
:
3 a 1
:
4) gewenst. De oppervlakte van de insteek van de
van de put moet niet te groot zijn.
Geisoleerde putten zijn beter voor het tegengaan van opwoeling. Bekeken
zou moeten worden of deze vormgeving uit andere hoofde (waterkwaliteit)
overwegende bezwaren ontmoet.
Samenvatting.
1. De door de gemeente Kampen aangewezen'zandwinlokatie behelst eveneens
het beheersgebied van directie Bovenrivieren. De vergunning dient te
worden verleend in overleg met directie Bovenrivieren.
2. Het is thans niet mogelijk het bezinkingsproces door middel van
theoretische formules te definisren, omdat er tal van steeds varisrende
factoren een rol spelen.
3. De verwachte stroomverlamming na uitmonding in het Ketelmeer is pas over
enige afstand merkbaar.
Vlak bij de monding van het Keteldiep zijn .valsnelheid en verblijftijd
van de slibdeeltjes te gering om boven de relatief kleine lengte van
de put tot bezinking te komen.
De door de gemeente Kampen aangwraagde lokatie is dus uit een oogpunt
van slibvang niet de gunstigste.
4. De slibafzetting vindt alleen plaats bij rustig weer. Bij onrustig
weer blijft het slib in suspensie en wordt reeds afgezette slib van
de ondiepe delen van de meerbodem opgewoeld.
De mate van opwoeling is afhankelijk vande turbulentiestroming ten
gevolge van de wind en golven. Het afgezette slib in putten wordt
niet gevaeld en blijft dus liggen.
5. Tijdens storm kunnen grote op- of afwaaiingen voorkomen met als gevolg
. . grote hoeveelheden water en slib van het IJsselmeer naar
transport van
het Ketelmeer en omgekeerd.
Door de heen-. en weergaande bewegin4 ontstaat er vermenging van IJsselmeer- met Ketelmeerslib. De samenstelling van het slib is'homogeen.
6. In putten komen hogere concentraties van verontreinigd slib voor, dan
in ondiepe delen. Dit kan worden verklaard door aan te nemen dat het
onder punt 5 beschreven proces in putten minder effect (vermenging
van slibl sorteert dan op'de niet-verdiepte meerbodem daarnaast.
7. Voor de slibvang is het gewenst dat de vormgeving van de put zed-ig is
dat er tijdens storm weinig kans is op opwoeling van slib, dus:
a. "oldoende grote diepte;
b. steile taludhelling (1
'
:
3
1
:
4);
,,
c. geisoleerde putten met niet a1 te grote oppeirvlakte.
.
,
Bekeken zou moeten worden of deze vormqeving uit andere hoofde
(waterkwaliteit) overweqende bezwaren ontmoet.
Lelystad,
maart' 1979.
Ing. B. Balgobind.
+
d.
+
+
+
noordoostpolder
,
I
I
I
kete'lmeer
1
I
I
I
I
LJ
+
+
+
grens zandw~ngeb~ed
( tnsteek
-.
7
I
aangewezen zondwlngeb~ed
+
ketelhoven
+
+
+
+
flevoland oost
+
+
notitie zandwinning keteimeer
get 1 gez noto ZZ-AP-M-79-004
r~jkswaterstaai
d~reche zu~derzeewerkel
,
8-3-7
2E
bljlage 1
school 1 2 5 0 l f c r AL
~
rea nr RFK790388