BW14-0522 Bijlage 3 Maatschappelijke business case Veilig Thuis

Download Report

Transcript BW14-0522 Bijlage 3 Maatschappelijke business case Veilig Thuis

Maatschappelijke business case
‘Veilig Thuis’
Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld
en Kindermishandeling (AMHK)
Noord-Holland Noord
Colofon
Uitgave:
GGD Hollands Noorden
Grotewallerweg 1
Postbus 324
1740 AH Schagen
Intern projectleider:
Bettina de Leeuw den Bouter
Extern projectleider:
Corine van der Sluijs (BoerCroon)
Kenmerk:
U.2014-0631
Datum:
15 september 2014
versie 15 september 2014
2
Inhoud
1
2
3
4
5
Inleiding.................................................................................................................................................... 4
1.1
De opdracht ..................................................................................................................................... 4
1.2
Proces .............................................................................................................................................. 5
Positionering en rol van het AMHK in Noord-Holland Noord .................................................................... 6
2.1
Uitgangspunten................................................................................................................................ 6
2.2
Visie ................................................................................................................................................. 7
2.3
Uitvoering wettelijke taken AMHK .................................................................................................... 8
2.4
Visie op niet-wettelijke taken AMHK ................................................................................................ 8
2.5
Organisatie van het AMHK bij GGD HN ........................................................................................... 10
2.6
Wat heeft het AMHK nodig om haar functie vorm te geven? ........................................................... 10
Organisatie AMHK in Noord-Holland Noord............................................................................................ 12
3.1
Huidige situatie .............................................................................................................................. 12
3.2
Voorbereiden meldpunt vanaf najaar 2014 .................................................................................... 13
3.3
Situatie in overgangsjaar 2015 ....................................................................................................... 14
3.4
Inbedding en omvang organisatie AMHK bij GGD HN ..................................................................... 16
3.5
Aanbod AMHK vanaf 2016 ............................................................................................................. 18
Aansluiting AMHK op overige taken sociaal domein ............................................................................... 20
4.1
Aansluiting AMHK op huidige GGD-taken ...................................................................................... 20
4.2
Aansluiting AMHK op (lokale) sociaal domein ................................................................................ 20
4.3
Samenhang AMHK, Jeugdbescherming, Jeugdreclassering en Raad voor de Kinderbescherming ... 22
4.4
Beleggen regie ............................................................................................................................... 23
4.5
Samenhang AMHK en veiligheidsdomein........................................................................................ 24
4.6
Samenhang AMHK en crisisdienst .................................................................................................. 25
Financiën ................................................................................................................................................ 26
5.1
Inleiding financiën.......................................................................................................................... 26
5.2 Rekenmodel voor de berekening kostenniveau ....................................................................................... 27
5.3 Aannames voor rekengrondslag ............................................................................................................. 27
6
7
5.3.1
Aannames aantallen adviesvragen/onderzoeken/meldingen ................................................... 27
5.3.2
Aannames normtijden ............................................................................................................. 30
5.3.3
Aannames kwaliteitsniveau...................................................................................................... 31
5.3.4
Aannames berekening overhead .............................................................................................. 31
5.4
Meerjarig exploitatieoverzicht ........................................................................................................ 32
5.5
Vergelijking financiële berekeningen met contractering 2015 ...................................................... 34
5.6
Aanloop- en ontwikkelkosten ........................................................................................................ 34
Risico’s ................................................................................................................................................... 36
Jaarplan................................................................................................................................................... 38
7.1
Situatie najaar 2014 ....................................................................................................................... 38
7.2
Situatie 2015 .................................................................................................................................. 38
7.3
Situatie vanaf 1 januari 2016 ......................................................................................................... 39
Bijlage 1
Visie en uitgangspunten regio ................................................................................................... 41
Bijlage 2
Doelstelling business case ......................................................................................................... 44
Bijlage 3
Context vormgeving AMHK ........................................................................................................ 46
Bijlage 4
MATRIX ...................................................................................................................................... 49
Bijlage 5
Budget ....................................................................................................................................... 51
Literatuur/bronnen......................................................................................................................................... 54
Afkortingenlijst............................................................................................................................................... 56
Begrippenlijst ................................................................................................................................................. 57
versie 15 september 2014
3
1
Inleiding
Deze maatschappelijke business case Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling
(AMHK) Noord-Holland Noord is in opdracht gemaakt van de 19 gemeenten in ons werkgebied NoordHolland Noord. De business case geeft weer op welke wijze de GGD als opdrachtnemer van de
gemeenten in Noord-Holland Noord de samenvoeging van de meldpunten Kindermishandeling (AMK)
en huiselijk geweld (SHG’s) kan vormgeven als onderdeel van de transitie van de zorg voor jeugd.
Hierbij wordt aangegeven wat de keuze om het AMHK bij de GGD te positioneren oplevert en wat
ervoor nodig is.
1.1
De opdracht
“Februari 2014 hebben de colleges van de 19 gemeenten in Noord Holland Noord een aantal besluiten
genomen met betrekking tot de vorming van het Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling (AMHK), te weten:
1. De GGD, als beoogd opdrachtnemer voor het AMHK per 1 januari 2015, de opdracht te geven voor
1 juni een business case uit te voeren conform bijgaande opdrachtformulering;
2. De stuurgroep “Jeugd en Veiligheid”, bestaande uit leden van het bestuur GGD NHN en leden van
de Commissie Jeugd en Sociale Veiligheid van de Veiligheidsregio, de opdracht te geven:
a) Het proces met betrekking tot de realisatie van het AMHK te bewaken
b) Na 1 juni 2014 op basis van de uitgevoerde business case, de definitieve besluitvorming met
betrekking tot de uitvoering van het AMHK aan de colleges voor te leggen
Bij de opdracht worden de volgende voorwaarden gehanteerd:
1) Het opstellen van de business case vindt plaats in nauwe samenwerking met de huidige aanbieders
van de Steunpunten Huiselijk Geweld en het Advies en Meldpunt Kindermishandeling, waarbij
Bureau Jeugdzorg optreedt als materieel opdrachtnemer. Daarbij wordt bijzonder aandacht besteed
aan het behoud van expertise en het minimaliseren van de frictiekosten.
2) Het opstellen van de business case wordt gezien als regulier werk voor de GGD en de andere
partijen. Daarom wordt er geen aparte financiering voor beschikbaar gesteld. Voor de financiering
van het AMHK zijn de Transitiearrangementen van de 3 regio's leidend.
3) Er wordt een ambtelijke klankbordgroep samengesteld, die het proces van het opstellen van de
business case in de praktijk zal begeleiden. Vanuit deze werkgroep wordt teruggekoppeld in de
stuurgroep "Jeugd en Veiligheid", die nadere aanwijzingen kan geven voor de uitvoering.
4) De uitgewerkte business case wordt uiterlijk 1 januari aangeboden aan de stuurgroep.
5) Als onderdeel van de business case wordt aangegeven op welke wijze op 1 januari 2015 kan
worden voldaan aan de wettelijke verplichting om een gezamenlijke frontoffice operationeel te
hebben.
6) ln 2015 zullen de huidige aanbieders van de Steunpunten Huiselijk Geweld en het Advies en
Meldpunt Kindermishandeling hun diensten aanbieden vanuit de eigen organisatie onder regie van
de aangewezen uitvoeringverantwoordelijke voor het AMHK per I januari 2016.
7) 1 januari 2016 is het AMHK volledig operationeel en komen de medewerkers van het AMHK in
dienst van de gekozen uitvoeringsverantwoordelijke organisatie. “
(Bovenstaand is letterlijk overgenomen uit de opdracht van de stuurgroep)
versie 15 september 2014
4
1.2
Proces
Bij het opstellen van de business case heeft GGD HN samengewerkt met de betrokken Steunpunten
Huiselijk Geweld (SHG’s) en het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en overleg gevoerd met
de ambtelijke begeleidingsgroep als klankbord van de gemeenten en met de diverse betrokken
partijen. Verder is overleg geweest met de landelijke begeleiders van de AMHK vorming vanuit het
VNG.
Op 25 juni is de concept business case verstuurd aan zowel de betrokken ambtenaren in de regio als
de huidige uitvoerende organisaties. Uit de eerste reacties bleek dat het voorstel op een aantal punten
nog aanscherping en verduidelijking behoeft. In deze herziene versie zijn deze punten in de tekst
aangepast. Na overleg van de ambtelijke begeleidingsgroep op 21 augustus zijn nog een aantal punten
aangepast.
Met de SHG’s en met het AMK zijn twee keer gesprekken gevoerd naar aanleiding van de schriftelijke
uitvraag van gegevens. Er is één bijeenkomst geweest met inhoudelijke vertegenwoordigers van de
betrokken partijen. Er zijn drie overleggen geweest met de gezamenlijke directeuren/bestuurders van
de instellingen. De instellingen hebben de business case met de vraag te reageren toegestuurd
gekregen.
In de opdracht wordt als gezamenlijke naam Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling (AMHK) gehanteerd. Door de fusie worden de aanpak van geweld in huiselijke
kring en de aanpak van kindermishandeling geïntegreerd. Burgers en beroepskrachten kunnen straks
bij één punt terecht met hun zorgen en vragen over en meldingen van huiselijk geweld en
kindermishandeling.
Landelijk is recent besloten dat het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en het Steunpunt
Huiselijk Geweld (SHG) vanaf 1 januari 2015 samen onder de naam 'Veilig Thuis' verder gaan. De naam
Veilig Thuis sluit aan op de publiekscampagne 'Voor een veilig thuis' met de bekende slogan 'Het houdt
niet op, niet vanzelf'. In de business case wordt de term AMHK gebruikt.
versie 15 september 2014
5
2
Positionering en rol van het AMHK in Noord-Holland Noord
2.1
Uitgangspunten
Bij de keuzes hoe de bovenregionale organisatie van het AMHK in Noord-Holland Noord vorm te geven,
is uitgegaan van de volgende leidende principes:
A. Er komt één centraal advies- en meldpunt op het terrein van huiselijk geweld en
kindermishandeling voor Noord-Holland Noord, waarvoor geldt:

De borging van de veiligheid van kind en burger is leidend.

Wettelijke taken en kaders AMHK zijn leidend.

Voor de werkwijze dient het (Concept) Handelingsprotocol1 VNG als uitgangspunt.

De aanpak sluit aan bij de regiovisie en werkt volgens de methodiek 1Gezin1Plan.

De organisatie en uitvoering sluiten aan bij schaal en budget NHN.

Laagdrempelig voor burger en professional.

Draagt zorg voor geïntegreerd onderzoek naar de veiligheid van kinderen en volwassenen in het
geval van kindermishandeling en huiselijk geweld.
Zorgt voor toeleiding naar passende hulpverlening en sluit bemoeienis pas af als hulpverlening is

gestart (procesregie).
Sluit aan op (ontwikkelingen in) lokale infrastructuur (gebiedsteams2), schaal en problematiek

regio.

Werkt volgens de Meldcode Kindermishandeling.

Sluit aan bij Signs of Safety.

De uitgangspunten van de factsheet zorgmeldingen jeugd (VNG) geeft mede richting aan de
vormgeving van het AMHK.
B.
De GGD biedt met deze business case de regio een nieuwe professionele organisatie AMHK aan.
Binnen deze organisatie vindt een geïntegreerde aanpak van huiselijk geweld en
kindermishandeling plaats. Door het neerzetten van het AMHK als onafhankelijk advies- en
onderzoekscentrum wordt voorkomen dat werkprocessen binnen de GGD zich met elkaar
vermengen en sluiten we optimaal aan bij de regiovisie. Deze organisatie is geheel operationeel in
2016.
C. De business case is geen begroting en is voor u uitgewerkt op basis van de feiten die wij op dit
moment ter beschikking hebben. De inhoudelijke keuzes die wij voorstellen, de benodigde
personeelsomvang en het daaraan gerelateerde benodigde budget voor 2016 zijn daarop
gebaseerd. Onderdeel van de business case is het in 2015 opzetten van een goede registratie en
monitor om de feitelijke aantallen activiteiten en benodigde capaciteit te concretiseren. Hierdoor
kunnen wij u in de zomer van 2015 een goed onderbouwde begroting voor 2016 voorleggen
gebaseerd op actuele cijfers.
1
http://www.vng.nl/files/vng/nieuws_attachments/2014/201470730-amhk-veilig-thuis-protocol-concept-
webversie.pdf
2
In de business case wordt de term gebiedsteam gebruikt. Hiermee bedoelen we ook wijk- en stadsteam .
versie 15 september 2014
6
2.2

Visie
Het AMHK is het kennis-, advies- en onderzoekscentrum voor de aanpak bij huiselijk geweld en
kindermishandeling. Het adviseert professionals en burgers in de regio daar waar er zorgen of
vragen zijn. Het AMHK geeft advies over wat de eigen aanpak kan zijn van de burger en/of
professional, is beschikbaar en toegerust om te (helpen) toeleiden naar passende hulpverlening
waar dit aangewezen is. Bij een melding onderzoekt het AMHK of er feitelijk sprake is van
kindermishandeling en/of huiselijk geweld. Vanuit de beoordeling van de veiligheidssituatie zal het
AMHK ook aangeven wat de gewenste vervolgstappen zijn en of vrijwillig kader, of een vorm van
drang of opschalen naar de raad voor de kinderbescherming aangewezen is.

Het AMHK stemt af met de gebiedsteams. Om te komen tot een eenduidige aanpak van huiselijk
geweld en/of kindermishandeling binnen een gezin vindt continue afstemming, samenwerking en
terugkoppeling plaats met de gebiedsteams. Het AMHK werkt volgens de uitgangspunten van
1gezin1plan.

Het AMHK leidt toe tot hulpverlening. Het AMHK laat pas los als hulp is ingezet. Bij crisissituaties
voert het AMHK procesregie uit tot dat overgedragen kan worden naar een casusregisseur of
zorgcoördinator. Het AMHK adviseert over het inzetten van de maatregel Tijdelijk Huisverbod en
draagt zorg voor het doen inzetten van ondersteuning bij het uitvoeren van de maatregel.

Het AMHK draagt vanuit haar onafhankelijke rol bij aan het versterken van de lokale infrastructuur
van het sociaal domein en is gericht op preventie. Door in een vroeg stadium met de
gebiedsteams, de Raad voor de Kinderbescherming en de experts van het gedwongen kader af te
stemmen welk (vrijwillig of drang)hulpverleningstraject wenselijk wordt geacht, draagt het AMHK
bij aan het realiseren van zo snel mogelijke de-escalatie van de problemen. Hierdoor wordt er
regionaal bijgedragen aan de afname van de zwaarte van het in te zetten hulpverleningsaanbod.

Doelstelling is dat het AMHK in 2016 alle wettelijke taken zelf uitvoert. We maken hierbij de keuze,
dat er wordt gewerkt met een ‘lean & mean’ concept, met een hoge servicegraad voor de burger.

Het AMHK biedt professionaliteit en service vanaf het eerste contact, Een burger of professional
wordt bij telefonische adviesvraag of melding altijd door een deskundige te woord wordt gestaan.
Om dit te realiseren, zal er bij de uitvoerende AMHK-medewerkers geen scheiding in functies
bestaan tussen frontoffice (telefoondienst) en backoffice (onderzoek, advies, toeleiding
hulpverlening). De GGD HN kiest voor professionaliteit vanaf het eerste contact. Hierdoor vindt
direct 24/7 een kwalitatief goede triage plaats. Op termijn kunnen alle AMHK medewerkers zowel
casussen rond huiselijk geweld als kindermishandeling afhandelen.

Alle medewerkers hebben volgens een rooster 24/7 telefonische bereikbaarheidsdienst. Alle
medewerkers voeren onderzoek uit. Deze manier van werken levert efficiency op voor het totaal
aantal medewerkers in dienst en zorgt voor optimale deskundigheid aan de telefoon.
versie 15 september 2014
7
2.3
Uitvoering wettelijke taken AMHK
De wettelijke taken zijn:

Het AMHK adviseert bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling en over de stappen
die kunnen worden ondernomen.

Het AMHK verleent daarbij zo nodig ondersteuning aan de melder of aan het betreffende gezin.

Het AMHK fungeert als meldpunt voor gevallen of vermoedens van huiselijk geweld of
kindermishandeling.

Het AMHK stelt de melder op de hoogte van de stappen die naar aanleiding van een melding zijn
ondernomen.

Het AMHK bepaalt binnen vijf dagen na ontvangst van een melding of het gaat onderzoeken of er
daadwerkelijk sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling. Daarbij mag het AMHK, indien
dat noodzakelijk is, zonder toestemming van degene die het betreft persoonsgegevens verwerken.
Uiterlijk binnen tien weken beoordeelt het AMHK vervolgens tot welke stappen de melding
aanleiding geeft.
2.4
Visie op niet-wettelijke taken AMHK
In de visie van GGD HN worden de niet-wettelijke taken die landelijk voor het AMHK zijn benoemd en
de taken waarop aansluiting mogelijk vanaf 2016 belegd zoals hieronder aangegeven. 2015 wordt het
overgangsjaar, waarin het loslaten van deze taken wordt voorbereid. Tegelijkertijd wordt deze tijd
benut om direct te verkennen waar de mogelijke samenhang met andere GGD-taken gezocht kan
worden en synergie behaald kan worden.
1.
Voorlichting en deskundigheidsbevordering over huiselijk geweld en kindermishandeling
Deze taak vraagt specifieke inhoudelijke kennis, die onderhouden moet worden. Wij zien deze
taak daarom als onderdeel van het AMHK. Het AMHK richt zich hierbij ook op de
gebiedsteams, om te zorgen dat daar de kennis en benodigde instrumenten (risicotaxaties,
kennis van interventies die werken) zo veel als mogelijk aanwezig zijn. Bij de organisatie van
deze taak zal voor zover mogelijk aansluiting worden gezocht bij soortgelijke taken die al
door de GGD worden uitgevoerd.
2.
Procesregie over ketenaanpak huiselijk geweld en kindermishandeling
Het AMHK houdt de procesregie tot dat deze overgedragen kan worden naar een
casusregisseur/zorgcoördinator. Vanuit de verantwoordelijkheid voor de veiligheid heeft het
AMHK de taak te adviseren over de gewenste expertise bij de in te zetten hulpverlening en een
monitor in te richten op de snelheid en intensiteit van de geboden hulp.
3.
Specifieke expertise opbouwen en onderhouden (bijv. eergerelateerd geweld)
De borging van deze taak sluit deels aan bij de specifieke expertise die de GGD al in huis heeft
(bijv. meisjesbesnijdenis, forensische geneeskunde). Daar waar het vormen betreft van huiselijk
geweld en/of kindermishandeling die te weinig voorkomen op regionale schaal om voldoende
expertise op te bouwen, is het voorstel dat er vanuit het AMHK/de GGD afspraken worden
gemaakt met landelijke expertgroepen, waar advies op dit terrein kan worden gevraagd en/of
ingekocht.
versie 15 september 2014
8
4.
Uitvoeringstaken vanuit de Wet tijdelijk huisverbod
De uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod is een taak van de politie. Een tijdelijk huisverbod
kan worden opgelegd door de burgemeester. Deze kan ook een hulpofficier van justitie hiertoe
machtigen. Vanuit de SHG’s wordt tot op heden bij melding van huiselijk geweld en een inzet
van een tijdelijk huisverbod (THV) altijd gekeken in hoeverre betrokkenen zijn te motiveren tot
hulpverlening. Deze ondersteunende taak wordt onderdeel van de taken van het AMHK3. De
feitelijke hulpverlening, de ondersteuning bij de uitvoering van het hulpverleningsplan en hoe
het tijdelijk huisverbod te realiseren, is geen taak van het AMHK. Dat is in de visie van de GGD
hulpverlening en hoort daarom niet bij het AMHK te worden belegd. In 2015 wordt deze nog
wel uitgevoerd door de huidige steunpunten huiselijk geweld conform de gemaakte afspraken
met de gemeente.
Voorstel is dat in 2015 wordt bepaald waar deze aanpak vanaf 2016 het beste wordt
gepositioneerd; bij de expertise van het AMHK of bij de hulpverlening in de keten. Daarbij
wordt de preventieve inzet van het tijdelijk huisverbod en de rol van de gebiedsteams
betrokken.
5.
Monitoring van resultaat hulpverlening
Wil het AMHK haar wettelijke verantwoordelijkheid kunnen nemen op het terrein van veiligheid
bij huiselijk geweld en kindermishandeling, dan is het essentieel dat het AMHK ook centraal
monitort in hoeverre de hulpverlening ook feitelijk van de grond is gekomen. Het AMHK neemt
daarvoor zoals het handelingsprotocol voorschrijft tenminste na drie maanden en na tien
maanden standaard contact op met de direct betrokkenen. Hiermee draagt het AMHK bij aan
risicoreductie en het genereren van beleidsinformatie.
6.
Het geven van inkoopadvies
Inkoopadvies op het terrein van huiselijk geweld en kindermishandeling zien wij vanuit de
onafhankelijke en inhoudelijk rol van het AMHK niet gerelateerd aan de taken van het AMHK.
Dit is een taak van de gemeente. De GGD kan desgevraagd en als zij daar reden toe ziet
adviseren over de inkoop van diensten door derden.
7.
Crisishulp of crisisinterventie
In de visie van GGD HN zijn de activiteiten die onderdeel uitmaken van de crisisdienst geen
onderdeel van de taken van het AMHK. Het bieden van crisisinterventie is onderdeel van
hulpverlening en vraagt andere expertise dan advies, onderzoek en toeleiding naar hulp. Het
voorstel is dat voor kindermishandeling in 2015 de afspraken met de crisisdienst van BJZ in
stand blijven. Voor huiselijk geweld blijven de afspraken rond crisisaanpak die zijn gemaakt
met de politie in stand, aangevuld met de aanpak die de ASHG’s ook nu al bieden.
Het overgangsjaar 2015 kan vervolgens worden gebruikt om te onderzoeken hoe de taken van de
crisisdienst bij BJZ en bij andere aanbieders van crisiszorg in de regio zich tot elkaar verhouden en of
nadere afstemming en samenwerking gewenst en mogelijk is.
De GGD adviseert de gemeenten om in 2015 het versnipperde aanbod en de samenwerking in de regio
op het gebied van crisiszorg (van interventie, opvang tot nazorg) verder te laten onderzoeken en uit te
werken.
3
THV wordt opgelegd door burgemeester of officier van justitie. Crisisdienst/hulpverlening gaat langs en AMHK
coördineert. Het AMHK houdt afhankelijk van de afspraak met de cliënt de procesregie, conform het
handelingsprotocol.
versie 15 september 2014
9
2.5
Organisatie van het AMHK bij GGD HN
De voordelen om het AMHK als bovenregionale dienst bij de GGD te positioneren zijn de volgende:

Het AMHK kent duidelijke bovenregionale taken, waarbij in geval van crisis snel moet worden
opgeschaald. Deze taken zijn bekend bij GGD HN vanuit haar bovenregionale taken vanuit de
Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) en haar taken in het kader van rampenbestrijding.

GGD HN is nu al nauw verboden met de Veiligheidsregio NHN en het Veiligheidshuis en heeft direct
contact met de politie bij het inrichten van de taken die in het kader van het AMHK nodig zijn en
kan hier direct gebruik van maken. Daarnaast is het belangrijk dat het AMHK een duidelijke
koppeling heeft met alle regio’s, en daarbinnen de gemeenten en gebiedsteams. Doordat GGD HN
een intergemeentelijke dienst is, zijn er nu al afspraken en overleggen met alle gemeenten en kent
GGD HN de lokale afspraken en sociale kaart/hulpverleningsketen.

GGD HN is een laagdrempelige voorziening voor de burger. De GGD heeft er belang bij dat de
juiste kennis en informatie over gezondheid en de daaraan gerelateerde veiligheidsissues zo dicht
mogelijk bij de burger is georganiseerd. Het AMHK is een inhoudelijke uitbreiding van deze taken
en blijft conform de positie van de GGD in het sociaal- en veiligheidsdomein, onafhankelijk en
toegankelijk.

Bij GGD HN is een forensisch geneeskundige eenheid werkzaam voor politie en justitie. Deze
forensische artsen hebben specialistische diagnostische expertise over huiselijk geweld en
kindermishandeling. Hun expertise is inzetbaar bij de deskundigheidsbevordering van het
gebiedsteam en kan worden ingezet bij letselbeoordeling en beschrijving. De forensisch
geneeskundige eenheid is al 24/7 bereikbaar en inzetbaar.

De GGD heeft de wettelijke taak de gemeenten te adviseren op het gebied van gezondheid en
veiligheid van de burgers. Daarom verricht GGD HN ook nu al bij uitstek de monitorfunctie voor de
gemeenten om hen inzicht te geven in de gezondheid en veiligheid van hun burgers. Door het
AMHK bij GGD HN onder te brengen kan deze monitor- adviestaak van de GGD ook voor het AMHK
worden ingezet.
2.6

Wat heeft het AMHK nodig om haar functie vorm te geven?
Borging taken hulpverlening
Wil het AMHK haar positie in de regio kunnen invullen, dan is het noodzakelijk dat het AMHK, als
onafhankelijke organisatie, ketenpartners ook kan aanspreken op de taken die deze instellingen
zijn overeengekomen met de gemeenten. Daartoe zullen de gemeenten (regionaal) eenduidige
afspraken moeten maken met de instellingen. Dit betreft onder andere de uitvoering van de
crisisdienst, het inzetten van specialisten in een vroeg stadium (preventief en ter voorkoming van
dwangmaatregelen) en de samenwerking met de gebiedsteams en het Veiligheidshuis.
versie 15 september 2014
10

Voldoende deskundigheid bij de gebiedsteams
Om het AMHK zo efficiënt mogelijk te laten zijn is het van belang dat het gebiedsteam expertise
ontwikkelt in het signaleren en bespreken van huiselijk geweld en kindermishandeling. Verder
moeten de gebiedsteams hun eigen expertise goed kunnen inschatten en zo snel als nodig is
gespecialiseerde hulp kunnen inzetten. De expertise en de bereikbaarheid van het gebiedsteam is
een belangrijke factor in de preventie en aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling en het
voorkomen van duurdere gespecialiseerde hulp. Hoe meer expertise het gebiedsteam heeft, hoe
eerder het AMHK een casus ‘los’ kan laten.
versie 15 september 2014
11
3
Organisatie AMHK in Noord-Holland Noord
3.1
Huidige situatie
In de regio Noord-Holland Noord (NHN) zijn drie steunpunten huiselijk geweld (SHG) die worden
uitgevoerd door verschillende organisaties:
1.
In Noord-Kennemerland is het SHG verbonden aan de Blijfgroep (vrouwenopvang) in Alkmaar.
2.
In de Kop van Noord-Holland is het SHG in Den Helder ondergebracht bij een ketenorganisatie
met GGD HN als hoofdaannemer.
3.
In West-Friesland draagt dnoDoen (maatschappelijke opvang) in Hoorn zorg voor het SHG.
Het AMK, dat valt onder Bureau Jeugdzorg Noord-Holland, is werkzaam in alle drie de regio's in
Noord-Holland Noord.
In voorbereiding op de business case is er door GGD HN geïnventariseerd wat de afspraken,
werkwijzen, processen zijn en wat de organisatieopbouw is bij de huidige uitvoerders. Dit leverde een
zeer divers beeld op, zie bijlage 4 voor een uitgebreid overzicht. Belangrijk voor de business case is
het feit dat bij de SHG’s de frontoffice (eerste verwerking van de telefonische meldingen) in de Kop van
Noord-Holland en in West-Friesland niet rechtstreeks door professionals van het SGH gebeurt, maar is
georganiseerd via verschillende werklijnen. Verder hebben de SHG’s ook niet in alle regio’s dezelfde
serviceafspraken voor crisis/24-uurs bereikbaarheid. Er is sprake van een ‘versnipperd landschap’. Bij
de SHG’s worden op dit moment de taken voor het nieuw te vormen AMHK gecombineerd met andere
taken. Deze taken worden door één medewerker uitgevoerd. Onderstaande Fte’s zijn dus niet allemaal
toe te rekenen aan de AMHK-taken.
Het SHG in Noord-Kennemerland telt totaal 4.62Fte.
De frontoffice (eerste verwerking van de telefonische meldingen) is als geïntegreerde taak verweven
met de andere frontoffice taken in het Oranjehuis.
Bij het SHG in de Kop van Noord-Holland is 2.80 Fte werkzaam. In de afspraken met de GGD is 1.09 Fte
begroot. De eerste verwerking van de telefonische meldingen wordt uitgevoerd door vrijwillige
medewerkers die verbonden zijn aan Sensoor. Daarnaast wordt samengewerkt met De Wering;
personele inzet bij deze organisatie is onbekend.
Bij het SHG in West-Friesland is 1.78 Fte werkzaam, verdeeld over drie medewerkers.
De (eerste) verwerking van de telefonische meldingen loopt via de telefooncentrale van dnoDoen.
Bij Bureau Jeugdzorg/AMK werken 58.54 Fte voor de hele provincie Noord-Holland. Gesteld is dat voor
Noord-Holland Noord uitgegaan kan worden van de helft van deze formatie, te weten 29.27 Fte.
4
Meldingen, inclusief alle zorgmeldingen Jeugd van de politie worden – binnen kantoortijd – verwerkt
door de bureaudienst van het AMK. Meldingen buiten kantoortijd lopen via de crisisdienst van BJZ.
4
Door BJZ aangeleverde cijfers wijken af van de cijfers van Seinstra Van de Laar (2013)
versie 15 september 2014
12
versie 15 september 2014
13
3.2
Voorbereiden meldpunt vanaf najaar 2014
Om het meldpunt per 1-1-2015 te realiseren, is het nodig dat er vanaf 1 september/oktober 2014 bij
GGD HN een kwartiermaker/beoogd leidinggevende AMHK wordt aangesteld. Deze kwartiermaker gaat
aan de slag met het voorbereiden van de werkzaamheden om het meldpunt per 1-1-2015 operationeel
te hebben.
Het meldpunt (de frontoffice) wordt in 2015 bemenst door medewerkers uit het AMK en de SHG’s die
via een rooster de voor 2015 benoemde taken op de locatie van het AMHK vervullen (frontoffice =
meldpunt). Het meldpunt is gelegen bij GGD HN. De medewerkers werken onder aansturing van de
leidinggevende AMHK per 1-1-2015. Het takenpakket van de kwartiermaker omvat tevens de opdracht
om in 2015 alle AMHK werkprocessen/protocollen/afspraken zodanig in te richten, zodat vanaf 1-12016 sprake is van volledig geïntegreerd AMHK bij de GGD (zie 6).
Gezien de nog zeer beperkte tijd die resteert voor de inrichting van het AMHK kiest de GGD ervoor om
te starten met een advies- en meldpunt, waarbij de wettelijke eisen die aan gemeentes zijn gesteld
goed worden geborgd, de al gemaakte afspraken met AMK en SHG’s voor 2015 worden gehonoreerd
en er tegelijkertijd een goede start wordt gemaakt om te zorgen voor de voorbereiding van een
centraal AMHK voor Noord-Holland Noord per 2016.
3.3
Situatie in overgangsjaar 2015
Het Rijk heeft nadrukkelijk aangegeven dat de functie van het AMK ook in 2015 goed geborgd moet
zijn. De gemeenten in NHN hebben in dat kader al per 28-2-2014 het contract met BJZ voor de
functies AMK en crisis voor 2015 gecontinueerd. Ook met de SHG’s zijn al budgetafspraken gemaakt
voor 2015, waarin het budget voor de wettelijke taken die vanuit het SHG overgaan naar het AMHK,
zijn meegenomen. Op het moment dat deze functies toch per 1-1-2015 over zouden moeten gaan
naar een nieuwe organisatie betekent het dat zowel hoge frictiekosten (ten laste van de gemeenten) als
(vanwege de beperkte tijd voor het inrichten van nieuwe processen) het risico dat de taken nog niet
voldoende zijn ingericht met alle veiligheidsrisico’s van dien. Om die redenen is een overgangsjaar
noodzakelijk.
2015 wordt een overgangsjaar voor het AMHK, waarin de integratie van processen vorm krijgt.
Doelstelling is daarbij dat het advies- en meldpunt per 1-1-2015 is ingericht, dat de continuïteit en
wettelijke taken zijn geborgd en dat de melders bij het advies- en meldpunt altijd een professional aan
de telefoon krijgen. Afspraken over borging en samenwerking tussen GGD, de SHG’s en BJZ worden
schriftelijk vastgelegd.
Taakuitvoering meldpunt
In 2015 worden de volgende taken al centraal bij het advies- en meldpunt belegd:

Het AMHK is het centrale meldpunt bij GGD HN voor (vermoedens van) huiselijk geweld of
kindermishandeling in Noord-Holland Noord. Meldingen en adviesvragen komen binnen via het
centrale nummer, via mail of via de gebiedsteams.

Het AMHK adviseert de adviesvrager of melder desgewenst over de stappen die kunnen worden
ondernomen, vraagt uit, en doet bij melding aan de hand van een risicotaxatie een eerste
beoordeling (triage conform handelingsprotocol).

Het AMHK stemt af met het gebiedsteam en zet - indien van toepassing - de melding door naar
het betreffende SHG of het AMK voor onderzoek.
versie 15 september 2014
14
Het AMHK stelt de melder op de hoogte van de vervolgstap die naar aanleiding van een melding is

ondernomen.
De taken van het AMHK blijven in 2015 onder regie van GGD HN nog gescheiden uitgevoerd door de
SHG’s per regio en het AMK voor het gehele gebied met dien verstande:
De SHG’s en/of het AMK verlenen zo nodig ondersteuning aan de melder of aan het betreffende

gezin en motiveren tot hulpverlening.

De SHG’s en het AMK voeren het onderzoek uit.

De SHG’s leveren ondersteuning aan politie bij uitvoering van het tijdelijk huisverbod.

De SHG’s en/of het AMK stellen de melder op de hoogte van de stappen die zij naar aanleiding van
een melding ondernemen.
De SHG’s en AMK dragen zorg voor terugkoppeling naar de frontoffice van het AMHK.

Wat wordt er in het overgangsjaar 2015 geborgd?
Overall borgt de aanpak zowel de veiligheid van kind en burger als de continuïteit van de

processen.
Er wordt voldaan aan de wettelijke opdracht vorming AMHK; er is sprake van een centraal meldpunt

waar 24/7 meldingen en adviesvragen binnenkomen en (binnen de afgesproken doorlooptijden)
worden opgepakt.

Er is aansluiting van het AMHK NHN bij het (landelijke) telefoonnummer AMHK.

Medewerkers ASHG en AMK worden bij elkaar gebracht voor onder meer het samenvoegen van
expertise op het gebied van risicotaxaties, procedures en sociale kaart.

Het overgangsjaar wordt benut om personele kwesties te onderzoeken en op te lossen.

Doordat de medewerkers in 2015 in dienst blijven bij de huidige aanbieders blijven frictiekosten
van huidige aanbieders beperkt.
2015 kan worden gebruikt om werkprocessen/procedures en protocollen conform landelijk model

in te voeren en aan te sluiten op landelijke (ICT-)ontwikkelingen die nu nog onvoldoende helder
zijn.
De politie heeft één telefoonnummer waar zij naar toe kan bellen/mailen ten behoeve van alle

zorgmeldingen jeugd5. Het AMHK zet niet-AMHK meldingen zo snel mogelijk door naar de
wijkteams en/of de hulpverlening.
De samenwerkingsrelatie met jeugdreclassering en jeugdbescherming is in 2015 geborgd in de

samenwerkingsrelatie met BJZ.

De onderzoekstaken AMK blijven geborgd doordat deze bij BJZ belegd blijven.

De procesregie bij crisissituaties blijft bij de huidige uitvoeringsorganisaties.

Opbouw samenwerking met de gebiedsteams.

Tijdelijk huisverbod ondersteuning blijft dit jaar bij de SHG’s.

De projectorganisatie onder leiding van de GGD heeft het opdrachtgeverschap over de
onderzoekstaak die in 2015 bij BJZ belegd blijft.
De inhoudelijke verantwoordelijkheid en kwaliteitsborging van de door het SHG en BJZ uitgevoerde

processen blijft in 2015 nog de verantwoordelijkheid van de uitvoerende organisaties.
Aan de hand van een monitor wordt de gemeenten inzicht geboden in de feitelijke meldingen en

welk type hulpverlening wordt ingezet.
5
Conform huidige (juni 2014) afspraken met AMK. Binnen de regio’s wordt verschillend gedacht over
de zorgmeldingen van de politie. Op het moment dat een regio wil afwijken in haar lokale aanpak zal
zij hierover met de politie afspraken moeten maken en zal het AMHK haar werkwijze hierop
aanpassen.
versie 15 september 2014
15
Consequenties van de gemaakte keuze:

Het AMHK-meldpunt moet verbinding maken met drie ASHG’s en één AMK met ieder een eigen
werkwijze, cultuur, sociale kaart. De overdracht van zaken vraagt meer overleg, controle en
afstemming.

De GGD is verantwoordelijk voor de AMHK meldingen. De huidige instellingen blijven
verantwoordelijk voor onderzoek en verwijzing/toeleiden naar hulpverlening. Doordat er sprake zal
zijn van een verbinding vanuit de instellingen met 3 regio’s/ 19 gemeenten en per gemeente
meerdere wijkteams, wordt coördinatie van zorg, afstemming en het maken van afspraken
complexer. Er is nog meer sprake van veel schijven in het proces.

In 2015 wordt er voor onderzoek en toeleiden naar hulpverlening nog gebruik gemaakt van diverse
registratiesystemen, waardoor het lastiger wordt eenduidige sturingsinformatie voor 2016 te
genereren.

Er zal moeten worden gewerkt vanuit het spanningsveld van aansturing binnen het meldpunt door
de leidinggevende AMHK en de eigen leidinggevenden van de medewerkers ASHG en AMK;
afhankelijk van de bereidheid tot verandering kan dit afbreukrisico met zich mee brengen.

Er moeten werkprocessen, procedures en technische koppelingen voor de bestaande applicaties
worden ingericht specifiek voor het overgangsjaar.

In 2015 wordt nog niet gewerkt met een eenduidig protocol voor het hele AMHK-proces, alleen
met protocollen voor het advies- en meldpunt.

Het is nog niet bekend wat per 1-1-2015 het landelijke telefoonnummer van het AMHK wordt en
hoe dit wordt georganiseerd.

Op dit moment is nog niet duidelijk of het landelijke registratiesysteem dat in ontwikkeling is op
tijd gereed is.
3.4
Inbedding en omvang organisatie AMHK bij GGD HN
GGD HN kiest ervoor om het AMHK te positioneren als een aparte afdeling binnen GGD HN. Het AMHK
wordt een collectieve maatwerk taak. Organisatorisch zal de afdeling AMHK worden aangestuurd door
een leidinggevende die inhoudelijk deskundig is. Deze leidinggevende valt onder de directie. De
directie valt onder het Dagelijks Bestuur en het Algemeen Bestuur. AB/DB zijn hiermee
verantwoordelijk voor het AMHK. De afdeling AMHK zal bestaan uit specifiek opgeleide professionals
op minimaal Hbo-niveau met kennis van kindermishandeling en huiselijk geweld. Daarnaast hebben zij
kennis van de sociale kaart en inzicht in de hulpverleningsketen. Ter ondersteuning van deze
professionals zal één gedragsdeskundige in het team aanwezig zijn (WO-niveau) en kan er altijd een
arts worden geconsulteerd.
Op basis van de business case vindt de vorming van een AMHK in twee stappen plaats. Voor 2015 geldt
dat taken van AMK en SHG’s deels naar een nieuwe organisatievorm overgaan en medewerkers in
dienst blijven bij de huidige organisatie. Er wordt een projectorganisatie opgericht; medewerkers BJZ
en SHG worden naar deze projectorganisatie gedetacheerd en krijgen daar taken te verrichten. Dit
heeft geen arbeidsrechtelijke consequenties. De medewerkers blijven op dezelfde rechtsgrond
werkzaam en behouden hun arbeidsvoorwaarden.
versie 15 september 2014
16
Uitgaand van het aantal meldingen zoals aangegeven door de huidige uitvoerende organisaties zijn
voor 2016 31 fte nodig voor het AMHK6. Bij de werving van dit personeel hebben de huidige
medewerkers van de huidige uitvoerende organisaties – bij geschiktheid – voorrang. Frictiekosten
blijven beperkt omdat deze medewerkers in 2015 in dienst blijven bij de huidige aanbieders. Op het
moment dat gemeenten per 1-1-2015 de huidige contracten opzeggen, kunnen de huidige
uitvoerende organisaties in hun begroting 2016 rekening houden met de taken die wegvallen7.
Vanaf najaar 2014 start de vormgeving van het AMHK en daarvoor wordt een kwartiermaker aangesteld.
In eerste instantie was het de bedoeling dat de kwartiermaker ook de beoogd leidinggevende van het
AMHK zou worden. De vacature is uitgezet bij de huidige uitvoerende organisaties. Ondertussen is
gekozen om in de periode augustus/september tot eind 2014 een kwartiermaker aan te stellen en per
januari 2015 een beoogd leidinggevende.
Door een aantal instellingen is kritiek gegeven op de concept business case, met name over de passage
overgang van onderneming. De GGD heeft hier bewust de formeel juridische status willen weergeven
omdat dit mede de mogelijkheden bepaalt om te sturen op kwaliteit. Dat staat echter niet in de weg dat
de meermalen uitgesproken intentie om zoveel mogelijk geschikt personeel van de huidige
uitvoerende instellingen werkzaam te laten zijn in het nieuw te vormen AMHK nog steeds overeind
staat.
Om bovenstaande uit te werken, gaat de GGD met de bestaande organisaties in overleg om met hen
(projectmatig) uit te werken hoe de overgang gaat plaatsvinden. Dat is niet een aspect om in een
business case uit te werken.
Tevens was een punt van kritiek dat de situatie in 2015 niet conform de eerdere afspraken zou zijn en
dat het veranderproces naar 2016 wordt verzet. De door de GGD opgevoerde kwartiermaker heeft als
taak ervoor te zorgen dat de wettelijke vereiste situatie in 2015 bestaat. Ook het doorvoeren van het
veranderproces in 2016 is niet in strijd met de eerder gemaakte afspraken.
Vanaf 2016 is er sprake van een nieuwe organisatie8, waar de taken van het AMHK worden uitgevoerd.
Omdat GGD NH het AMHK op een geheel andere wijze wil vormgegeven dan de huidige SHG’s en AMK
en medewerkers onderdeel worden van een nieuwe organisatie (GGD HN) waar zij zich zowel op taken
op het terrein van huiselijk geweld als kindermishandeling richten, is er geen sprake van overgang van
onderneming. Vacatures worden zowel binnen de GGD als de huidige uitvoerende organisaties
opengesteld.
Met de huidige uitvoerende organisaties is overeengekomen dat het behouden van de kwaliteit en de
continuïteit van het huidige personeel van groot belang is. Daarnaast hebben alle partijen belang bij
het reduceren van de frictiekosten. Deze mogelijke frictiekosten spitsen zich toe op de overname van
personeel. Om deze reden is het de intentie om binnen de mogelijkheden van de financiële kaders de
huidige medewerkers zoveel mogelijk over te nemen. Mocht dit niet volledig lukken dan hebben de
gemeenten met de huidige uitvoerende organisaties en de GGD HN afgesproken om gezamenlijk naar
oplossingen hiervoor te zoeken.
6
Als blijkt dat meer of minder formatie nodig is, wordt dit aangepast
7
Het is geen onderdeel van een business case om dat uit te werken.
8
AMHK is afdeling binnen GGD HN.
versie 15 september 2014
17
Aansturing door gemeente
Het AMHK conformeert zich aan de besluitvorming van de gemeenten met betrekking tot de besturing
van het AMHK. De GGD vraagt de gemeenten om de taken op het terrein van hulpverlening en
crisiszorg te borgen om de AMHK-functie vorm te geven. En verder dat voor het realiseren van de
geformuleerde ambitie randvoorwaarde is dat er sprake is van goede samenwerking met en
deskundigheid in de gebiedsteams.
3.5
Aanbod AMHK vanaf 2016
Vanaf 2016 (en ook in het overgangsjaar 2015, maar dan ander georganiseerd) biedt het AMHK de
volgende diensten:
Tijdigheid en toegankelijkheid

Het AMHK is herkenbaar en laagdrempelig toegankelijk voor professionals en burgers; 7 dagen per
week 24 uur per dag.
Het AMHK is te allen tijde bereikbaar en beschikbaar in situaties waar onmiddellijke uitvoering van
taken is geboden en is daartoe aangesloten op een landelijk gratis telefoonnummer. Dat betekent
ook dat in spoedeisende situaties het AMHK direct bereikbaar is en actie zal ondernemen.

Het AMHK bepaalt tenminste binnen vijf dagen na ontvangst van een melding of het gaat
onderzoeken of er daadwerkelijk sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling (zie
handelingsprotocol voor de wettelijke doorlooptijden).
versie 15 september 2014
18
Deskundigheid
Het AMHK beschikt over voldoende deskundigheid op het gebied van huiselijk geweld en
kindermishandeling. Voor de borging van kennis zal het AMHK gebruik maken van het landelijk
beschikbare opleidingsaanbod en methodieken. Er wordt geïnvesteerd in de kwaliteit van alle artsen
die de rol van vertrouwensarts gaan vervullen.
Het AMHK zal deze deskundigheid ook inzetten om de gebiedsteams te adviseren hoe huiselijk geweld
en kindermishandeling te beoordelen en over de in te zetten aanpak.
Kwaliteit
De relevante kwaliteitseisen voor jeugdhulpaanbieders en het toezicht regime van de Jeugdwet zijn van
overeenkomstige toepassing op het AMHK. Dit betreft eisen, zoals de norm van verantwoorde
werktoedeling, systematische kwaliteitsbewaking, omgaan met privacy, een verklaring over het gedrag
(VOG) voor medewerkers, de meldplicht calamiteiten, de plicht tot werken volgens de meldcode
huiselijk geweld en kindermishandeling, de verplichting om een vertrouwenspersoon in de gelegenheid
te stellen zijn werk te doen en beschikbaarheid van een klachtencommissie met in ieder geval een
onafhankelijk voorzitter.
Beleidsinformatie

Er zal door het AMHK gebruik worden gemaakt van een met de Jeugdwet en de Wet Publieke
Gezondheid (WPG) vergelijkbare regeling voor de beleidsinformatie (artikel 12m Wmo). De AMHK’s
dienen beleidsinformatie te registreren over het aantal adviezen/meldingen/onderzoeken,
doorlooptijden, hoedanigheid van de melder, uitkomst van het onderzoek en het vervolgtraject na
het onderzoek naar huiselijk geweld of kindermishandeling. Over deze beleidsinformatie zal
worden gerapporteerd aan de subsidiegevers op de daarvoor afgesproken schaal.

Bescherming van de melder
In het Uitvoeringsbesluit wordt geregeld hoe om te gaan met de openheid over de identiteit van
melders en informanten. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen professionals en ‘anderen’ (zie
handelingsprotocol AMHK).

Monitoring van resultaat hulpverlening (zie 2.4).
versie 15 september 2014
19
4
Aansluiting AMHK op overige taken sociaal domein
In dit hoofdstuk geven wij aan op welke wijze GGD HN het AMHK wil positioneren in het sociaal domein
en de aansluiting op jeugdbescherming, jeugdreclassering en de aansluiting op het veiligheidsdomein
wil realiseren.
4.1
Aansluiting AMHK op huidige GGD-taken9
Door het onderbrengen van het AMHK bij GGD HN is er op korte termijn synergievoordeel te behalen
op de volgende terreinen:

Voorlichting en deskundigheidsbevordering

Intensivering van samenwerking met jeugdverpleegkundigen en jeugdartsen voor preventie en
vroegsignalering
Inzet expertise Forensische geneeskunde

Op iets langere termijn is er synergievoordeel te behalen door:

Samenwerken bij crisis met OGGZ

Samenwerken met meldpunten (OGGZ, Zorg voor Jeugd West-Friesland).
4.2
Aansluiting AMHK op (lokale) sociaal domein
Om een zo groot mogelijk gedeelte van de taken van het AMHK dichtbij en met het Lokaal Sociaal
Domein uit te voeren is het van belang dat het AMHK flexibel kan werken. Het meld- en adviespunt
functioneert op bovenregionaal niveau, wat betreft meldingen en adviesvragen van professionals,
burgers en politie, de triage en het reageren op acute veiligheidsrisico’s binnen de wettelijke termijn en
conform het handelingsprotocol.
Door het AMHK gebiedsgericht in te richten waar het gaat om advies aan gebiedsteams, onderzoek van
en het bespreken van de risicotaxaties, wordt geborgd dat de afstemming over de aanpak aansluit op
de plaatselijke organisatie van het sociaal domein.
Onder sociaal domein wordt verstaan: de structuur waarin en de wijze waarop in een gemeente
hulpverlening in multidisciplinair verband wordt georganiseerd op alle terreinen waarvoor de gemeente
verantwoordelijkheid draagt.
In sommige gemeenten is dat multidisciplinair verband zo breed dat het alle beleidsterreinen van de
drie decentralisaties bestrijkt. In andere gemeenten worden verschillende verbanden georganiseerd,
voor jeugd, voor volwassenen en voor participatie. Dit maakt het lastig te spreken over ‘hét sociaal
domein’ of over ‘hét lokale sociaal domein’, omdat de vormgeving ervan verschilt per gemeente. We
spreken daarom in algemene termen over de aansluiting bij het sociale domein. Hierbij wordt niet
ingegaan op specifieke reeds ontwikkelde vernieuwingen. Uiteraard sluiten we aan op al ontwikkelde
methodieken, zoals het in Alkmaar door het Oranjehuis ontwikkelde preventieve aanbod, waardoor bij
huiselijk geweld vaker een succesvol ambulant hulpverleningstraject wordt gerealiseerd.
Voor het AMHK betekent dit dat sommige processtappen en activiteiten, namelijk die waarbij
samenwerking plaatsvindt in het sociale domein, per gemeente kunnen verschillen. Een flexibel
werkende organisatiestructuur is voor het AMHK dan ook vereist.
9
Zie 2.5
versie 15 september 2014
20
Omdat op dit moment de structuur nog niet duidelijk is en 2015 wordt gezien als een overgangsjaar,
zal de wijze waarop de aansluiting per gemeente vorm krijgt in 2015 verder worden uitgewerkt. Deze
uitwerking zal zich richten op de taakverdeling op de volgende terreinen:

Rolverdeling AMHK en Sociaal domein: Melding en/of adviesvraag
De wet bepaalt dat de melding in het kader van huiselijk geweld en/of kindermishandeling
regionaal bij het AMHK moet worden georganiseerd, evenals de functie advies. Informatie en
advies kunnen echter voor een deel, als de vraag niet te specialistisch van aard is, worden belegd
op andere plekken in de gemeenten, bijvoorbeeld bij een gebiedsteam. De mate waarin dit
gebeurt, is afhankelijk van de beschikbare expertise in het lokaal sociaal domein en de aard van de
vraag. Waar nodig zal het gebiedsteam de vraag doorzetten naar het AMHK.
Inzet van wettelijke bevoegdheden van het AMHK
Wanneer betrokkenen bij huiselijk geweld en kindermishandeling hun problemen bagatelliseren of
ontkennen, is het AMHK bevoegd zich ongevraagd te bemoeien met deze gezinnen en is in dat kader
bevoegd onderzoek te doen. Het AMHK kan daarbij opschalen naar drang- of dwangvarianten. Bij deze
trajecten wordt afgestemd met de aanwezige kennis en informatie welke beschikbaar zijn in het lokaal
sociaal domein en dat wordt aangesloten bij al ingezette activiteiten en interventies als 1Gezin1Plan.

Triage en veiligheidsplan
Wanneer specifieke kennis nodig is over huiselijk geweld en kindermishandeling en een inschatting
moet worden gemaakt over veiligheid en complexiteit (triage) ligt daarvoor de
verantwoordelijkheid bij het AMHK. Om dat snel en zonder kans op fouten te kunnen doen en de
kindermishandeling of het huiselijk geweld te doen stoppen (veiligheidsplan) wordt waar mogelijk
nauw samengewerkt met betrokkenen in het lokaal sociaal domein. Inhoudelijk heeft het voordelen
de uitvoering van het veiligheidsplan zo dicht mogelijk bij het sociaal domein te organiseren.
Voorwaarden daarvoor zijn dat er sprake is van de aanwezigheid en beschikbaarheid van de
benodigde specifieke kennis. De balans tussen ‘wat is nodig’ en ‘wat is beschikbaar’ in het lokaal
sociaal domein is dus mede bepalend bij de vraag of het AMHK aan zet is, wat betreft in gang
zetten van het veiligheidsplan of dat een casus kan worden overgedragen naar het sociaal domein.
In voorkomende situaties kan het lokaal tot uitvoering brengen van activiteiten niet mogelijk zijn
omdat de lokale context onveilig is, bijvoorbeeld bij eerwraak, loverboyproblematiek, stalking. In
dat geval zal aansluiting worden gezocht bij landelijk georganiseerde vormen van opvang.

Verantwoordelijkheid voor het herstelplan/hulpverleningsplan ligt bij gebiedsteam
Vaak betreft het bij casussen huiselijk geweld/kindermishandeling processen die zich voordoen op
verschillende leefgebieden en geldt daarom dat er sprake is van diverse raakvlakken binnen het
sociaal domein. Het is dan ook vanzelfsprekend dat de verantwoordelijkheid voor het
hulpverleningsplan in het Lokaal Sociaal Domein wordt belegd.

Toeleiding naar en uitvoering van hulpverlening
Vanuit de wettelijke taak van het AMHK is het belangrijk dat de veiligheid in het gezin tijdens het
AMHK-onderzoek geborgd is. Het is voor het AMHK belangrijk dat de hulpverlening in deze
gezinnen worden belegd bij een professional met specifieke expertise op het terrein van huiselijk
geweld en kindermishandeling. Wij zien bij deze expert ook de advies- en hulpverleningstaken
belegd die gewenst zijn bij een tijdelijk huisverbod.
In hoeverre experts in de gebiedsteams beschikbaar zijn, zal zeker in 2015 nog verschillen. In die
gemeenten waar deze experts niet (in voldoende mate) in het gebiedsteam aanwezig zijn, zal deze
expertise anders geregeld moeten worden (zie 4.4 voor opties waar casusregie geregeld kan worden).
versie 15 september 2014
21
Hulpvragen en vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling die binnenkomen bij het

wijkteam. Wanneer iemand zich tot een wijkteam wendt, doorlopen de professionals de 5 stappen
van de meldcode Kindermishandeling/Huiselijk geweld. Deze stappen zijn voor elke hulpverlener
en voor iedere situatie identiek. Een professional met kennis van de problematiek en aanpak van
kindermishandeling en huiselijk geweld zal vaker in staat zijn het probleem zelf ter hand te nemen
en dus minder vaak advies hoeven te vragen aan het AMHK.
4.3
Samenhang AMHK, Jeugdbescherming, Jeugdreclassering en Raad voor de Kinderbescherming
Zowel de casemanagers in de gebiedsteams als de AMHK-onderzoekers kunnen tot de conclusie
komen dat de situatie van een kind of kinderen in een gezin zo onveilig is dat vrijwillige hulpverlening
niet meer toereikend is, waardoor er een maatregel wordt overwogen.
De grondslag voor deze vorm van bemoeizorg bij gezinnen is een problematische opvoedsituatie. Bij
de aanvraag van een onder toezichtstelling (OTS) toetst de kinderrechter altijd of ouders (alsnog)
bereid zijn om op vrijwillige basis hulp te aanvaarden. Daarom is het voor de gemeenten bijzonder
belangrijk om er alles aan te doen deze gezinnen te bewegen tot het aanvaarden van hulp om de
opvoedsituatie te verbeteren. Daarmee wordt voorkomen dat het tot een OTS/ gang naar de rechtbank
komt.
In deze situaties worden de zorgen in de huidige situatie altijd eerst ingebracht in een casusoverleg
bescherming (COB)10, waar BJZ en de RvdK bespreken of een ondertoezichtstelling meerwaarde heeft
om de veiligheid te borgen. Tijdens het onderzoek van de RvdK is op dit moment een medewerker van
Toegang verantwoordelijk voor de borging van de veiligheid in het gezin en het maken van een plan.
Vanaf 2015 zal het overleg tussen BJZ en de RvdK niet meer in de huidige vorm kunnen bestaan. Op
meerdere plekken in het land is/wordt nu een overleg ingericht, waarin de regie (via de regio) bij de
gemeenten komt te liggen (bijv. in Rotterdam, Den Haag, Gooi- en Vechtstreek). Hierdoor kan de
gemeente mee beoordelen in hoeverre er voldoende bekend is over een gezin11, voldoende is
geprobeerd om vrijwillig (met het eigen netwerk) tot een oplossing te komen en hoe onveilig de
situatie is.
Uit diverse pilots (Vliegwielprojecten) blijkt dat het loont om bij deze gezinnen, waar vaak sprake is van
meervoudige problematiek, direct tijdens het raadsonderzoek te kiezen voor een meer specialistische
benadering. Hierbij wordt in een intensief traject met het gezin besproken op welke wijze de zorgen
worden aangepakt. Deze intensieve aanpak zorgt ervoor dat de zorgelijke situatie niet verder
verslechtert en leidt er in veel gevallen toe dat een ondertoezichtstelling óf kan worden voorkomen óf
de duur ervan kan worden beperkt.
Ook bij sommige JR-maatregelen, zoals schoolverzuim en vechtscheidingen, kan door te kiezen voor
een intensieve (‘drang’)aanpak vaak een ondertoezichtstelling worden voorkomen.
10
We spreken hier nog van het casusoverleg bescherming. Echter, in de concept regiovisie van juni 2014 wordt
voor Noord-Holland Noord voor dit overleg de term op- en afschalingsoverleg gehanteerd. Uiteraard wordt dit
overleg bedoeld .
11
Het AMHK toetst altijd of een gezin bekend is bij de gemeente/het gebiedsteam en informeert wat er aan
hulpverlening plaatsvindt.
versie 15 september 2014
22
Ook jeugdreclassering is daarom op sommige plekken of specifiek vanuit hun kennis als casemanager
aangesteld als dat de inhoud van de zaak ten goede komt of zit in een (generalistisch) samengesteld
team waarin verschillende expertises samenwerken. In Rotterdam levert jeugdreclassering inmiddels
ook een inhoudelijke bijdrage aan het casusoverleg bescherming (COB).
Wat JB/JR betreft zijn de volgende afspraken van belang:

BJZ heeft de methode Beschermen en Versterken ontwikkeld, waarbij in een aantal gevallen lukt om
door het inzetten van drang een dwangmaatregel te voorkomen. Het gezin krijgt de mogelijkheid
om door goed mee te werken te voorkomen dat een jeugdbeschermingsmaatregel door de rechter
wordt opgelegd. Er wordt op een intensieve manier met het gezin gewerkt. Dit is goedkoper dan
het inzetten van dwang (een jeugdbeschermingsmaatregel). Bij BJZ is dit onderdeel van de methode
Beschermen en Versterken.

Het budget voor het inzetten van drang wordt neergelegd bij de gebiedsteams. Voor 2015 wordt
echter de afspraak gemaakt dat 80% van het budget nog als een soort gedwongen winkelnering
wordt besteed via de Gecertificeerde Instellingen.

In de loop van 2015 wordt beoordeeld in hoeverre het inzetten van drang daadwerkelijk het aantal
dwangmaatregelen voldoende terug dringt. Op basis daarvan kunnen gebiedsteams in 2016 zelf
bepalen hoe vaak men drang van een gecertificeerde instelling afneemt of dat men zelf andere
activiteiten uitvoert of elders inkoopt voor dit doel.

Of drang wordt ingezet bij een bepaald gezin, wordt bepaald in het op- en afschalingsoverleg dat
wordt gevoerd met de Raad voor de Kinderbescherming en waarvan de gemeente voorzitter is (zie
regiovisie huiselijk geweld).
4.4
Beleggen regie
Zoals in deze business case aangegeven, hanteert het AMHK een scheiding tussen haar onderzoekstaak
en hulpverlening. De regierol voor de hulpverlening (casusregie) zal dus in principe niet bij het AMHK
liggen. Wel zal het AMHK het gebiedsteam adviseren welke aanpak zij wenselijk acht op basis van de
risicotaxatie (en het eventuele onderzoek). Dit kan rechtstreeks in overleg in het gebiedsteam, of door
dit type casuïstiek te bespreken in een casusoverleg bescherming onder leiding van de gemeente,
waarbij ook direct de Raad voor de Kinderbescherming adviserend en toetsend aanwezig is. Het AMHK
zal, indien noodzakelijk, de vangnetfunctie voor de casusregie houden.
Als wordt besloten dat er sprake moet zijn van een niet meer vrijblijvend (drang) traject kan de regie
op de hulpverleningsaanpak met het gezin in Noord-Holland Noord op meerdere manieren worden
georganiseerd.
1.
Er kan met de gecertificeerde instellingen BJZ, William Schrikker Groep (WSG) en Leger des
Heils (LdH) worden afgesproken dat zij in dit type zaken casusregie leveren. BJZ heeft hiervoor
in de afgelopen jaren het programma Beschermen en Versterken ontwikkeld. WSG het
programma DoorOntwikkeling Delta en ook LdH heeft een aanpak waarin al voor er een
maatregel is, wordt ingezet op een intensief traject. Daarbij bepaalt de gemeente in welke
gevallen welke partij de casusregie krijgt afhankelijk van de problematiek van een gezin (licht
verstandelijk beperkt naar WSG, Roma-problematiek e.d. naar LdH). Deze aanpak wordt sinds
najaar 2012 al getest in de stad Rotterdam.In deze aanpak bestaat nog de keuze of de
gemeente alle partijen zelf contracteert of via BJZ de WSG en het LdH contracteert. Beide opties
komen voor op verschillende plekken in het land.
versie 15 september 2014
23
2.
Een andere optie is dat de feitelijke regie ook in dit type zaken bij de casemanager van de
gebiedsteams blijft liggen, waarbij deze een expert inhuurt die meekijkt en adviseert, maar
niet het contact met het gezin van de casemanager overneemt. Deze aanpak is vanuit
1Gezin1Plan een aantrekkelijke optie. Echter, het vraagt veel van de casemanager. Omdat de
hulpverlening niet meer vrijblijvend is, dient de casemanager zich anders te positioneren t.o.v.
het gezin. Ook vraagt samenwerking met dit soort gezinnen specifieke kennis en ervaring die
alleen door continu daarop te worden getraind actueel blijft. (Zie voor ervaringen daarmee
bijvoorbeeld de studie van Jeugdbescherming Regio Amsterdam, WSG en Bureau Jeugdzorg
Drenthe (SoS)).
Als een gemeente deze expertise toch onderdeel wil maken van het eigen gebiedsteam kan dat
het beste starten met een overgangstraject, waarin met de huidige experts van de Bureaus
Jeugdzorg wordt geleerd hoe samen te werken als adviseur en uitvoerder. (In Gooi en
Vechtstreek start bijvoorbeeld in dit kader dit najaar een pilot waarin zowel het overleg over dit
type gezinnen wordt getest als de meest wenselijke manier van samenwerken met BJZ.)
Advies voor 2015
Voor 2015 is het advies dat gemeenten in ieder geval afspraken maken met BJZ om de regie over deze
gezinnen ook al in de drangfase op te pakken. Gedurende 2015 kan worden gekeken welke variant
verder wordt ontwikkeld.
Met betrekking tot contracteren zijn bij de verdere uitwerking van de afspraken met BJZ over dit type
multiprobleem gezinnen meerdere opties. Er kan een volumeafspraak worden gemaakt voor de
zogenaamde ‘drang’ aanpak in gezinnen, gekoppeld aan een doelstelling om het aantal OTS-en terug
te dringen. En er kan worden gewerkt met een prijs per gezin, waarbij er geen onderscheid meer
bestaat in kosten of er sprake is van drang, dwang of JR-maatregel (aanpak in Amsterdam).
4.5

Samenhang AMHK en veiligheidsdomein
Politie en Justitie/Veiligheidshuis
Een groot gedeelte van de meldingen aan het AMHK komen vanuit de politie. De politie is
daarnaast op grond van de Wet tijdelijk huisverbod in feite de poortwachter voor de inzet van een
huisverbod of het afwegen van een alternatief daarvoor. Door het AMHK wordt naar aanleiding van
de zorgmeldingen Jeugd en meldingen huiselijk geweld van de politie onder andere onderzoek
gedaan en toegeleid naar een passende hulpverlening. In veel door de politie gemelde gevallen van
huiselijk geweld/kindermishandeling loopt een justitieel traject. Een goede aansluiting tussen het
AMHK en de politie, justitie en veiligheidshuis is voorwaarde voor een efficiënte, eenduidige
aanpak van het huiselijk geweld/de kindermishandeling. In het kader van overzicht, efficiency en
de directe beschikbaarheid van de benodigde expertise en de wettelijke bevoegdheid tot het doen
van onderzoek is het noodzakelijk dat alle politiemeldingen huiselijk geweld en
kindermishandeling centraal binnen bij het AMHK. Het AMHK maakt door middel van risicotaxatie
en triage de keuze voor direct overdragen naar de gebiedsteams, het doen van nader onderzoek of
het doorgeleiden naar de Raad voor de Kinderbescherming. Bij doorgeleiden naar de Raad voor de
Kinderbescherming moet de verantwoordelijkheid voor hulpverlening bij de juiste expert belegd
worden (zie 4.3).

De GGD beschikte bij het opstellen van de business case (nog) niet over de regiovisie gedwongen
kader. Het uitgangspunt is dat het AMHK haar werkwijze zal laten aansluiten op de ontwikkeling
van de gebiedsteams in het gehele werkgebied. Bij de verdere uitwerking van de werkwijze van het
AMHK zal de regiovisie in beginsel worden gevolgd.
versie 15 september 2014
24

Het AMHK zal ook bij de inrichting van de samenwerking met het Veiligheidshuis flexibel zijn en de
aanpak afstemmen op hoe de gemeenten hun wijkteams inrichten, welke functies de teams krijgen
en voor welke werkwijze wordt gekozen. De werkwijze van het AMHK is er op gericht zo min
mogelijk dubbel werk te doen, zich te richten op de toegevoegde waarde van het AMHK rekening
houdend met de wettelijke kaders en zo veel mogelijk af te stemmen met de wijkteams.
4.6
Samenhang AMHK en crisisdienst
In de business case staat aangegeven hoe de GGD de toeleiding naar hulp wil vormgeven en hoe dat
zich verhoudt tot de crisisdienst.Ten opzichte van de huidige situatie betekent dit een
kwaliteitsverbetering bij crisismeldingen huiselijk geweld, omdat er sprake is van een centraal punt
waar 24/7 de meldingen door een professional worden opgepakt. Bij crisismeldingen over
kindermishandeling blijft de situatie zoals deze nu is: de crisisdienst pakt deze op. Het AMHK behoudt
de procesregie op de crisisinterventie. Reden waarom de crisisdienst in 2015 geen onderdeel kan zijn
van het AMHK is mede dat in het kader van de continuïteit onomkeerbare afspraken zijn gemaakt met
BJZ. In 2015 moet worden verkend hoe een centrale crisisdienst kan worden gerealiseerd.
versie 15 september 2014
25
5
Financiën
5.1
Inleiding financiën
De hierna opgemaakte financiële calculaties moeten bezien worden in het bestek van een business
case. Daarmee hebben deze financiële calculaties nadrukkelijk niet het karakter van een begroting.
Zoals elders in deze business case is aangegeven zal de begroting voor 2016 worden gerelateerd aan
de feitelijke gegevens zoals deze vanaf 1 januari 2015 eenduidig worden bijgehouden.
De financiële gegevens zoals deze zijn opgenomen in deze business case hebben het doel informatie
aan te dragen die ondersteunen bij de beslissing over de definitieve vormgeving van het AMHK in de
19 gemeenten in NHN. De feitelijke bijdrage per gemeente wordt bij de begroting 2016 vastgesteld.
(verwachting juli 2015)
In de opdrachtomschrijving staat dat 2013 het basisjaar voor het opstellen van de business case is. Dit
jaar is derhalve in eerste instantie gehanteerd. Voor het budget van het AMK geldt dat met BJZ is
besproken dat het budget 2014 een realistischere aanname is ten behoeve van de doorrekening in de
business case. Als argument hiervoor gaf BJZ dat het budget ten opzichte van 2013 is aangepast aan
het feitelijke aantal meldingen.
In de brief aan de staatssecretaris van 28 februari 2014 is aangegeven dat voor 2015 een
budgetgarantie is afgegeven van 85% van het budget 2012 voor alle taken van Bureau Jeugdzorg. De
opdracht voor de business case luidt dat een besparing van 15% ten opzichte van het samengevoegde
budget voor 2013 gerealiseerd dient te worden. Bureau Jeugdzorg gaat voor 2014 uit van meer
meldingen en een hoger budget zodat daar vanuit is gegaan in de uitwerking van de business case.
Zodat de business case is gebaseerd op de realistische situatie in Noord-Holland Noord op dit
moment.
De financiering van de toekomstige AMHK’s loopt langs twee routes:
1.
Het budget dat de provincies nu krijgen voor de financiering van de Bureaus Jeugdzorg (waaronder
het AMK) wordt (na een korting van 15%) vanaf 1 januari 2015 toegevoegd aan het gemeentefonds
en verdeeld over alle gemeenten.
2.
De financiering van het Steunpunt Huiselijk Geweld is onderdeel van de decentralisatieuitkering
aan de 35 centrumgemeenten vrouwenopvang. Deze centrumgemeenten zijn –in afstemming met
de regiogemeenten- bestuurlijk verantwoordelijk voor de vrouwenopvang en de Steunpunten
Huiselijk Geweld in hun regio. Hiervoor krijgen zij jaarlijks middelen van het Rijk in een
decentralisatieuitkering Vrouwenopvang. Deze middelen komen bovenop de middelen van het
gemeentefonds en zijn specifiek hiervoor bestemd.
De middelen voor het AMK worden aan het gemeentefonds beschikbaar gesteld via de Wmo-uitkering.
De precieze omvang van de beschikbaar gestelde middelen, verdeeld naar onderdelen, is bij de GGD
niet bekend. Bovendien hebben de gemeenten een keuzemogelijkheid in de aanwending van de
middelen, zodat de uitvoerder van de AMK-taken geen recht kan laten gelden op een precies deel van
de middelen. De financiering van de SHG-taak loopt via Alkmaar en Den Helder. Over de hoogte van de
bijdrage van iedere individuele gemeente zal in een vervolgtraject met de gemeenten verkend worden
wat de bijdrage wordt per gemeente aan het AMHK, bijvoorbeeld op basis van de systematiek van de
meicirculaire.
versie 15 september 2014
26
5.2
Rekenmodel voor de berekening kostenniveau
Voor de berekening van de kosten voor de organisatie van het AMHK is gezocht naar een rationeel
model waarin eenduidig herleidbaar is hoe de hoeveelheid werk en de gewenste kwaliteit uiteindelijk
leidt tot de hoogte van de totale kosten van het AMHK per 1-1-2016. Dit rationele model is als volgt
opgebouwd:
Aantallen adviesvragen/meldingen/onderzoeken (opgave BJZ en huidige steunpunten HG)
X
Normtijden voor behandeling meldingen/onderzoeken (opgave BJZ)
X
Benodigde aantallen uren inzet medewerker Hbo-niveau in GGD dienst (keuze voor kwaliteitsniveau)
=
Basisbekostiging uitvoering taken AMHK
+
40% overhead (leiding, administratie, bedrijfsvoering, staf)
=
Kosten AMHK
Daarmee is ook voor de langere termijn een flexibel model neergezet dat niet uitgaat van een fixed
price maar een voortdurende relatie tussen de hoeveelheid adviezen, meldingen en onderzoeken, de
kwaliteit van de dienstverlening en de uiteindelijke omvang van de begroting. Randvoorwaarde hierbij
is dat er sluitende afspraken komen over de effecten van groei en krimp van het aantal meldingen en
onderzoeken en de wijze waarop het AMHK hier op kan anticiperen.
5.3
Aannames voor rekengrondslag
Het hiervoor geschetste rationele model is opgebouwd mede op basis van een aantal aannames die
hieronder worden toegelicht
5.3.1
Aannames aantallen adviesvragen/onderzoeken/meldingen
In de business case gaan wij uit van een totaal beschikbaar budget voor het AMHK voor 2015
gebaseerd op de aan ons beschikbaar gestelde gegevens over 2013 van de drie Steunpunten Huiselijk
Geweld en de begroting 2014 van het AMK. Voor dit laatste is gekozen omdat Bureau Jeugdzorg heeft
aangegeven dat voor 2014 zowel budgettair als m.b.t. de aantallen meldingen voor 2014 een
aanzienlijke toename te zien is. In onderstaande tabel zijn de totale budgeten in de huidige situatie
opgenomen en is aangegeven welke bedragen aan het AMHK toegerekend zijn. Voor het AMK hebben
wij ons gebaseerd op de uitspraak van Bureau Jeugdzorg dat 50% van het budget voor Noord-Holland
beschikbaar is voor Noord-Holland Noord. Vervolgens is aangegeven wat het effect van de
aangekondigde bezuinigingen voor de jaren 2015 t/m 2017 is.
Verder hebben wij gerekend met de opgave van BJZ, dat de helft van het aantal adviesvragen/
meldingen van het AMK voor NHN is. Zowel op deze aantallen als daaraan gerelateerd het opgegeven
budget van BJZ is de rest van de business case gebaseerd. De hoeveelheden meldingen, onderzoeken,
adviezen en consulten van het AMK zijn door BJZ aangeleverd t/m juni 2014.
versie 15 september 2014
27
2012
2013
2014
Prognose
(januari-juni)
2014
KNH
530
487
243
486
WF
782
769
427
854
NK
667
765
323
646
Totaal Instroom AMK
1979
2021
993
1986
KNH
283
487
243
486
WF
426
421
228
456
NK
376
765
323
646
Totaal Onderzoeken AMK
1085
1673
794
1588
KNH
653
629
320
640
WF
875
843
429
858
NK
1093
1053
536
1072
Totaal Adviezen AMK
2621
2525
1285
2570
KNH
152
130
47
94
WF
203
174
62
124
NK
254
217
78
156
Totaal Consulten AMK
609
521
187
374
De uitgavenkant van de business case is opgebouwd vanuit een reconstructie van toekomstige
aantallen, te hanteren activiteiten en corresponderende normen. Daartoe is het onderstaande
stroomschema gehanteerd voor 2016. Dit stroomschema is een gesimplificeerde versie van het
processchema zoals eerder gepresenteerd (zie 3.2). De benoemde tijden (in minuten) geven aan hoe
lang de afhandeling van de betreffende processtap gemiddeld duurt. Daarbij staat steeds aangegeven
wat de inschatting is van de aantallen.
versie 15 september 2014
28
Er wordt uitgegaan van 7.250 1e contacten op jaarbasis. Dit aantal is voor de jaren 2016 en verder
vastgezet. Deze 1e contacten kunnen afkomstig zijn van politie (via e-mail) of rechtstreeks bij het
meldpunt binnenkomen (per telefoon/e-mail). Voor deze laatste categorie 1e contacten wordt een
24/7 bereikbaarheidsdienst ingericht. Deze 7.250 1e contacten zijn afgeleid van het huidige aantal
(2013) 1e contacten bij de verschillende organisaties, waarbij een lichte stijging in aantallen is voorzien
(van 6.675 in 2013 naar 7.250 in 2016 en verder). Er is hierbij rekening gehouden met dubbeltellingen
tussen de organisaties.
Elke melding verloopt volgens een bepaald stramien waarvoor gemiddeld 55 minuten wordt
uitgetrokken. In deze tijdspanne vindt het eerste contact(en) plaats, triage en registratie. Na deze
eerste fase kan een melding (1) afgehandeld zijn, (2) een advies worden of (3) leiden tot
consult/toeleiding/onderzoek (fase 2).
versie 15 september 2014
29
Aannames ten aanzien van normen/aantallen

Er is van uitgegaan dat een investering bij de start van een traject (het 1e contact bij het AMHK)
zorgt voor een afname van het aantal langduriger trajecten inclusief het aantal onderzoeken. In de
business case gaan we uit van een ambitie in de periode 2017 –2019 in te zetten op een afname
van het aantal AMK-onderzoeken met 5% per jaar. Of deze taakstelling te realiseren is, is
afhankelijk van afspraken met gemeenten en ketenpartners12.

We zetten er op in direct een goede risicotaxatie te doen, de informatie over een cliënt te verrijken
met wat er bekend is uit de diverse systemen en af te stemmen met het betreffende gebiedsteam
en zo ervoor te zorgen dat er alleen als er echt onvoldoende bekend is wordt gekozen voor een
AMHK-onderzoek.

Hierbij kan door kennisoverdracht en samenwerking tussen het AMHK (als adviseur) en
gebiedsteams vroegsignalering nog toenemen, waardoor ook het aantal meldingen nog kan
afnemen
Kansen/risico’s ten aanzien van normen/aantallen

Het budget BJZ voor AMK en het aantal AMK-onderzoeken voor 2014 zijn aanzienlijk hoger dan
voor 2013.

In de omvang van het aantal AMK-onderzoeken ligt tegelijk ook een kans. In diverse pilots in het
land blijkt dat door in te zetten op preventie en vroegsignalering en door aan de hand van deze
signalen in te zetten op vormen van dranghulpverlening in die gezinnen waar grote zorgen over
zijn, de hulpverlening eerder van de grond komt. Hierdoor kan ook het aantal AMK-onderzoeken
afnemen.

Door goede en eenduidige registratie en monitoring komt er meer zicht op het aantal meldingen
en de opvolging daarvan.
5.3.2

Aannames normtijden
Normen en aantallen13:
o
Meldingen: 55 minuten per melding
o
20% van melding wordt advies of consult: + 60 minuten
o
40% van meldingen wordt toeleiding/onderzoek. Voor huiselijk geweld + 300 minuten,
voor kindermishandeling + 1.130 minuten
o
40% van meldingen is uitval (dubbeltellingen, geen follow-up nodig/gewenst).
In fase 3 van bovenstaand figuur zijn de activiteiten opgenomen voor (terug)rapportage, monitoring,
niet casuïstiek-gebonden overleg en beleidsvorming. Uren voor monitoring, terugrapportage en casegebonden overleg zitten in de normen. Uren voor beleidsvorming en beleidsmatig overleg zijn uren
buiten de gehanteerde 1.320 aan werkbare (directe) uren. Voor fase 3 zijn derhalve geen extra fte
toegerekend.
12
De GGD gaat er vanuit dat in 1e instantie door meer media aandacht het aantal meldingen zal toenemen. Een
eventuele daling zal pas later inzetten. Door registratie in 2015 kunnen verwachtingen worden aangepast.
13
Opgave huidige uitvoerende organisaties
versie 15 september 2014
30
5.3.3
Aannames kwaliteitsniveau
Op basis van het stroomschema, de ingeschatte aantallen en normen is uitgegaan dat voor het jaar
2016 circa 31 fte benodigd is voor het uitvoeren van de ‘directe’ werkzaamheden. Dit aantal neemt –
vanaf 2017 af naar circa 27,5 fte in 2019 en verder. GGD HN gelooft in een professionele en
hoogwaardige dienstverlening en zet een mix in van professionals uit schalen 9, 10 en 10a (Hbo+).
Voor de berekening in de business case is uitgegaan van 50% uit schaal 9, 25% uit schaal 10 en 25% uit
schaal 10a (middenloon).
5.3.4
Aannames berekening overhead
Voor bedrijfsvoeringskosten (indirecte functies, huisvesting, afschrijvingen et cetera) is een binnen
GGD HN gehanteerde overhead van 40% op de directe personeelskosten berekend en vanaf 2016 een
gangbare loonindexatie / IMOC van 1,5% vanaf 2016 toegepast. In onderstaande tabel is dit
weergegeven.14
15
Ten aanzien van de in de bedrijfsvoeringskosten opgenomen huisvestigingskosten is ervan uitgegaan
dat de medewerkers van het AMHK GGD HN gebruik maken van eigen huisvestingslocaties van GGD
HN. Daarnaast wordt per regio nader bekeken hoe AMHK-medewerkers regionaal zichtbaar kunnen
zijn voor de ketenpartners.
14
De GGD heeft met de financiële adviescommissie van de gemeenten t.b.v. haar personele kosten
twee jaar geleden de afspraak gemaakt dat er alleen directe personeelskosten worden berekend. Ten behoeve van
de indirecte functies zoals management, bedrijfsvoering, staf, administratie,
huisvesting, ict etc. wordt er op deze directe personeelskosten (aantal FTE) gerekend met een
overhead van 40%. Omdat dit de door gemeenten geaccordeerde norm is, zijn we hier voor het
AMHK in deze business case ook van uitgegaan.
NB: Daar waar andere organisaties aangeven rond 25 % overhead te berekenen, zijn daar doorgaans de kosten van
indirecte functies meegenomen in het budget personeelskosten en ligt die post dus veel hoger.
Tevens is in de post bedrijfsvoering de afschrijvingen op investeringen op ICT meegenomen. Op dit moment zijn er
twee ICT-applicaties in onze regio waarvan er één al wordt gebruikt door GGD HN. Daarnaast is er landelijk een
nieuw plan van eisen opgesteld voor de ICT-applicaties AMHK. Beide applicaties moeten worden getoetst aan deze
eisen waarna een keuze gemaakt zal moeten worden welke applicatie doorontwikkeld moet worden. Hiervoor maakt
de GGD gebruik van de eigen ICT-expertise.
15
Onderbouwing van de overhead kosten is beschikbaar.
versie 15 september 2014
31
5.4
Meerjarig exploitatieoverzicht
MEERJARIG EXPLOITATIEOVERZICHT
Inkomsten (x1.mln euro)
Exploitatie bijdragen (subsidies)
Overige inkomsten
2016
2,94
0,00
2017
2,82
0,00
2018
2,86
0,00
2019
2,90
0,00
2020
2,94
0,00
2021
2,99
0,00
2022
3,03
0,00
2023
3,08
0,00
2024
3,12
0,00
Totaal Inkomsten
2,94
2,82
2,86
2,90
2,94
2,99
3,03
3,08
3,12
Uitgaven (x 1mln euro)
Personeelskosten
Bedrijfsvoering
2016
2,11
0,83
2017
2,05
0,81
2018
2,00
0,79
2019
1,96
0,77
2020
1,98
0,78
2021
2,01
0,79
2022
2,04
0,80
2023
2,08
0,82
2024
2,11
0,83
Totaal Uitgaven
2,94
2,86
2,79
2,72
2,77
2,81
2,85
2,89
2,94
SALDO
0,00
-0,05
0,07
0,18
0,18
0,18
0,18
0,19
0,19
In bovenstaand meerjarig exploitatieoverzicht zijn de inkomsten en uitgaven ten behoeve van het
AMHK geprognotiseerd voor de jaren 2016-2024. In de volgende paragrafen 5.2 en 5.3 wordt specifiek
ingegaan op de geprognotiseerde inkomsten en uitgaven en de onderliggende aannames.
Op basis van dit overzicht en indachtig de hierna te behalen aannames kan worden geconcludeerd, dat
er sprake is van een haalbare business case, zeker in meerjarig perspectief. De uitdaging, maar zeker
ook de potentie zit in het bewerkstelligen van synergie en het op een efficiënte en effectieve wijze
vormgeven van het AMHK en het dito uitvoeren van de (wettelijke) taken binnen het AMHK. In deze
business case is slechts voor een deel een voorschot genomen op deze synergievoordelen door aan te
nemen dat het aantal uit te voeren onderzoeken in de nieuwe constellatie op termijn zal afnemen.
Voor dit exploitatieoverzicht zijn de volgende generieke aannames gehanteerd:

Voor 2015 zijn er vanuit de subsidiegevers (gemeenten) lopende afspraken met de huidige
organisaties voor in totaal een bedrag van € 3,09 miljoen.

Taakstelling aan inkomstenkant is verwerkt (2015 – 4%, 2016 – 6% en 2017 – 5%). Cumulatief naar
15% in 2017 en verder.

Vanaf 2016 is aan de inkomstenkant een inflatiecorrectie van gemiddeld 1,5% gehanteerd.

Gebaseerd op CPB-cijfers is voor de jaren 2016 en verder rekening gehouden met gemiddeld 1,5%
aan loonindexatie en IMOC (indexatie Materiële Overheidsconsumptie).
Inkomsten
Inkomsten (x1.mln euro)
Exploitatie bijdragen (subsidies)
Overige inkomsten
2016
2,94
0,00
2017
2,82
0,00
2018
2,86
0,00
2019
2,90
0,00
2020
2,94
0,00
2021
2,99
0,00
2022
3,03
0,00
2023
3,08
0,00
2024
3,12
0,00
Totaal Inkomsten
2,94
2,82
2,86
2,90
2,94
2,99
3,03
3,08
3,12
versie 15 september 2014
32
Toelichting
Basis voor het inkomstenoverzicht is een reconstructie van de budgeten voor de wettelijke taken AMHK
bij de vier organisaties (3 SHG’s en het AMK van Bureau Jeugdzorg). Voor deze reconstructie is een
inschatting gemaakt van de activiteiten en daarbij behorende kosten van deze instellingen die zijn toe
te rekenen aan de toekomstige wettelijke taken. Als basisjaar is daarvoor 2013 gehanteerd, behalve
voor de reconstructie van het budget van het AMK. Hiervoor is het de begroting 2014 gehanteerd. Dit
in verband met de toename van het aantal 1e contacten en het corresponderende subsidiebedrag (en
het structurele karakter ervan).
Uitgangspunten

Uit de reconstructie komt een som van toegerekende exploitatiebijdrage voor wettelijk taken van
€ 3,09 miljoen (voor de jaren 2013 en 2014). Op dit bedrag is zowel de taakstelling (2015 t/m
2017 e.v.) als een inflatiecorrectie (verplicht bij opstellen business case) vanaf 2016 toegepast.

Er is voor de reconstructie van het toerekenbare bedrag van Bureau Jeugdzorg nu deels een andere
aanname gedaan dan in najaar 2013 (rapport Seinstra Van de Laar). Wij baseren ons op de ons
verstrekte informatie per 19-06-2014.
Kansen/risico’s

Er is in de business case uitgegaan van de bedragen, zoals opgegeven door de vier organisaties.
Met name de SHG’s geven aan dat er meer activiteiten worden uitgevoerd dan dat er budget
beschikbaar is voor het uitvoeren van de wettelijke taken. Deels worden activiteiten integraal
opgepakt, deels door minder-gekwalificeerd personeel (bijv. stagiaires) en/of gesubsidieerd vanuit
andere inkomstenbronnen.

Alle SHG’s voeren naast de (toekomstige) wettelijke taken van het AMHK ook andere activiteiten
uit, vaak in de hulpverleningshoek. In deze business case is geen rekening gehouden met het al
dan niet voort kunnen bestaan van deze organisaties zonder de bijdragen voor de wettelijke taken
AMHK.
Uitgaven
Het budget voor het AMK zit vanaf 2015 in de Wmo-middelen. De bekostiging van de AMK-taken vindt
vanaf 2015 plaats via de gemeenten. In het bulletin Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling van de VNG uit maart 2014 is het volgende opgenomen:
Uitgaven (x 1mln euro)
Personeelskosten
Bedrijfsvoering
2016
2,11
0,83
2017
2,05
0,81
2018
2,00
0,79
2019
1,96
0,77
2020
1,98
0,78
2021
2,01
0,79
2022
2,04
0,80
2023
2,08
0,82
2024
2,11
0,83
Totaal Uitgaven
2,94
2,86
2,79
2,72
2,77
2,81
2,85
2,89
2,94
versie 15 september 2014
33
5.5
Vergelijking financiële berekeningen met contractering 2015
16
Nu ten opzichte van de eerdere versies van de business case ook bekend is geworden welke
dienstverlening en welke begroting van het AMK in 2015 zijn geaccordeerd door de samenwerkende
gemeentes kan beter een vergelijking worden gemaakt met de cijfers zoals deze in de business case
zijn opgenomen. Daaruit komt het volgende beeld naar voren:
AMK
Tarief
KNH
Aantallen
Onderzoek
WF
2157
232,2
€ 500.855
Consult
210
43,6
€ 9.156
Advies
106
40,3
€ 42.716
2157
479
€ 1033.203
210
55
€ 11.638
Onderzoek
Consult
Advies
NK
Budget
Onderzoek
Consult
Advies
106
512
€ 54.296
2157
342,9
€ 739.635
210
76,6
€ 16.077
106
707,6
€ 75.010
Totaal
2851,9
€ 2.482.586
SHG
KNH
€ 113.456
WF
€ 98.012
NK
€ 181.372
Totaal
€ 392.840
Totaal AMK
€ 2.875.426
en SHG
Business
€ 2.940.000
case GGD
HN
Verschil
-€ 64.574
Dit overzicht laat zien dat op de totale omvang van de jaarkosten voor het AMHK de feitelijke
contractering voor 2015 een afwijking laat zien van ongeveer 2% ten opzichte van de cijfers zoals in
deze business case aangegeven voor 2016. Daarmee kan worden geconcludeerd dat de business case
een betrouwbare indicatie geeft van de kosten die gemoeid zijn met een volwaardig AMHK vanaf 2016.
5.6
Aanloop- en ontwikkelkosten
Er is aangegeven dat er nog geen dekking is voor de aanloop- en ontwikkelkosten. Deze kunnen
worden gevonden in incidentele bijdragen die gemeenten ontvangen voor transitie en innovatie.
Hiernaast kan gesteld worden dat de opdracht van het Rijk is om in 3 jaar 15% te bezuinigen, waarbij
die Hoe15% voor innovatie besteedt kan/dient te worden. De GGD stelt dat de nieuwe organisatie AMHK
als innovatie gezien kan worden, en dat het budget dus uit die post te financieren is.
16
Op basis van de informatie verkregen van de 3 regio’s in NHN mbt de gecontracteerde diensten voor AMK in
2015.
versie 15 september 2014
34
Voor het vormgeven van de nieuwe organisatie wordt een bedrag genoemd voor de voorbereiding,
innovatie en integratie van het AMHK in 2014 en 2015. Dit budget is indicatief en bedoeld voor de
activiteiten die noodzakelijk dit najaar ingericht en georganiseerd moeten worden:

werven en inhuur kwartiermaker

inrichten processen voor de organisatie van het AMHK in 2015 (in afstemming met SHG’s en AMK)

technische inrichting (telefoonnummer, registratiesystemen)

verzorgen van opleiding medewerkers SHG op vakgebied kindermishandeling en medewerkers AMK
op vakgebied huiselijk geweld (AMK)

communicatie in de regio over het nieuwe telefoonnummer

deskundigheidsbevordering medewerkers

uitwerking samenwerkingsrelatie ketenpartners
Voor de projectkosten in 2014 en 2015 is respectievelijk € 100.000 en € 250.000 geraamd.
Deze raming komt overeen met andere regio’s in het land. Voor de financiering kan worden gekeken
naar de diverse subsidiemogelijkheden:

projectgelden regiovisie huiselijk geweld

subsidiemogelijkheden bij de provincie

subsidie vanuit extra middelen invoeringskosten decentralisatie jeugd.
In de meicirculaire 2014 is het volgende opgenomen:
“Invoeringskosten decentralisatie jeugd
In paragraaf 6.5 van de meicirculaire 2013 is aangekondigd dat voor invoeringskosten
decentralisatie jeugd in 2014 € 16 miljoen beschikbaar is. Gemeenten zouden hiervan € 7,75
miljoen krijgen. Er zijn echter extra middelen beschikbaar gesteld, waardoor in 2014 in totaal
€ 38,075 miljoen, € 30,325 miljoen meer, wordt verdeeld over de gemeenten. Dat gebeurt op basis
van het aantal jongeren in een gemeente (2/3 van het bedrag) en een vast bedrag per gemeente (1/3
van het bedrag).”
versie 15 september 2014
35
6

Risico’s
Wil het AMHK haar positie in de regio kunnen invullen, dan is het noodzakelijk dat het AMHK, als
onafhankelijke organisatie, ketenpartners ook kan aanspreken op de taken die deze instellingen
zijn overeengekomen met de gemeenten. Daartoe zullen de gemeenten (regionaal) eenduidige
afspraken moeten maken met de instellingen. Dit betreft onder andere de uitvoering van de
crisisdienst, het inzetten van specialisten in een vroeg stadium (preventief en ter voorkoming van
dwangmaatregelen) en de samenwerking met de gebiedsteams en het Veiligheidshuis.

Om het AMHK zo efficiënt mogelijk te laten zijn is het van belang dat het gebiedsteam expertise
ontwikkelt in het signaleren en bespreken van huiselijk geweld en kindermishandeling. Verder
moeten de gebiedsteams hun eigen expertise goed kunnen inschatten en zo snel als nodig is
gespecialiseerde hulp kunnen inzetten.

Informatie en advies kunnen, als de vraag niet te specialistisch van aard is, worden belegd op
andere plekken in de gemeenten, bijvoorbeeld bij een gebiedsteam. De mate waarin dit gebeurt, is
afhankelijk van de beschikbare expertise in het lokaal sociaal domein en de aard van de vraag.

Ontwikkeling nieuwe AMHK/Veilig Thuis IT-systeem. Vertragingen in de uitrol van de AMHK/Veilig
Thuis module zal ook leiden tot vertraging in de ontwikkeling van het primaire proces

Het is nog niet bekend wat per 1-1-2015 het landelijke telefoonnummer van het AMHK wordt en
hoe dit wordt georganiseerd.

In de business case gaan wij uit van een totaal beschikbaar budget voor het AMHK voor 2015
gebaseerd op de aan ons beschikbaar gestelde gegevens over 2013 van de drie Steunpunten
Huiselijk Geweld en de begroting 2014 van het AMK. Voor dit laatste is gekozen omdat Bureau
Jeugdzorg heeft aangegeven dat voor 2014 zowel budgettair als m.b.t. de aantallen meldingen
voor 2014 een aanzienlijke toename te zien is.

Voor het AMK hebben wij ons gebaseerd op de uitspraak van Bureau Jeugdzorg dat 50% van het
budget voor Noord-Holland beschikbaar is voor Noord-Holland Noord.

Er is van uitgegaan dat een investering bij de start van een traject (het 1e contact bij het AMHK)
zorgt voor een afname van het aantal langduriger trajecten inclusief het aantal onderzoeken. In de
business case gaan we uit van een ambitie in de periode 2017 –2019 in te zetten op een afname
van het aantal AMK-onderzoeken met 5% per jaar. Of deze taakstelling te realiseren is, is
afhankelijk van afspraken met gemeenten en ketenpartners

Op basis van het stroomschema, de ingeschatte aantallen en normen is uitgegaan dat voor het jaar
2016 circa 31 fte benodigd is voor het uitvoeren van de ‘directe’ werkzaamheden. Dit aantal neemt
–vanaf 2017 af naar circa 27,5 fte in 2019 en verder.

Ten aanzien van de in de bedrijfsvoeringskosten opgenomen huisvestigingskosten is ervan
uitgegaan dat de medewerkers van het AMHK GGD HN gebruik maken van eigen
huisvestingslocaties van GGD HN. Daarnaast wordt per regio nader bekeken hoe AMHKmedewerkers regionaal zichtbaar kunnen zijn voor de ketenpartners.
versie 15 september 2014
36

Aannames voor aantal meldingen zijn op diverse manieren berekend en vergeleken met huidige
beschikbare cijfers van voorgaande perioden. Het aantal meldingen kan toenemen als gevolg van
de transities in het sociaal domein. In 2015 zullen de aantallen en daarop gebaseerde aannames
nauwgezet gemonitord worden en op juistheid getoetst.

Ouderenmishandeling. Landelijk wordt een toename van ouderenmishandeling verwacht.
Verhoging aantal meldingen hierdoor is onduidelijk. Deze trend is dan ook nog niet meegenomen
in de berekening.
versie 15 september 2014
37
7
Jaarplan
In de voorgaande hoofdstukken is uitgewerkt hoe de GGDHN het AMHK wil vormgeven. Parallel aan de
definitieve versie van de business case is een plan van aanpak tot 1-1-2015 voorbereid welke tevens
dient als onderbouwing van de projectkosten voor 201417.
In dit hoofdstuk wordt per jaar aangegeven welke activiteiten worden uitgevoerd.
7.1
Situatie najaar 2014

Schrijven plan van aanpak 2014 en 2015

Aanstelling kwartiermaker

Profielschets manager AMHK

Projectplan 2015, inclusief blauwdruk projectorganisatie

Projectbegroting 2015

Uitwerking van de geïntegreerde werkwijze bereikbaarheidsdienst waarbij de huidige werkrelaties
met de partijen in stand blijven met betrekking tot onder andere uitvoeren onderzoek,
crisisinterventie en ondersteuning THV

AMHK is aangesloten bij landelijk telefoonnummer

Aansluiting bij Corv per 1-1-2015

Afspraken over registratie per 1-1-2015 met BJZ/AMK en SHG

Afspraken over werkwijze zorgmeldingen politie

Afspraken over op- en afschaling naar wijkteams met wijkteams

Afspraken over organisatie crisisinterventie

Afspraken deelname medewerkers aan VNG programma deskundigheidsbevordering

Melding bij het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) dat AMHK met persoonsgegevens
werkt
Samenwerking JB, JR, RvdK, OM en veiligheidshuis (schriftelijk vastgelegd)

7.2

Situatie 2015
Het AMHK is het centrale meldpunt bij GGD HN voor alle meldingen en adviesvragen betreffende
vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling in Noord-Holland Noord

1 telefoonnummer AMHK 24x7 bereikbaar en bemenst door medewerkers Hbo-niveau, van het
huidige AMK en SHG.

De politie heeft één telefoonnummer waar zij naar toe kan bellen/mailen ten behoeve van alle
zorgmeldingen jeugd18.

1e contacten komen binnen via het centrale nummer of via mail.

Medewerkers zijn in 2015 in dienst bij de huidige aanbieders, zo blijven frictiekosten van huidige
aanbieders beperkt

Medewerkers ASHG en AMK worden bij elkaar gebracht voor onder meer het samenvoegen van
expertise op het gebied van risicotaxaties, procedures en sociale kaart.
17
Dit plan van aanpak 2014 ontvangt u als separate notitie
18
Conform huidige (juni 2014) afspraken met AMK. Binnen de regio’s wordt verschillend gedacht over
de zorgmeldingen van de politie. Op het moment dat een regio wil afwijken in haar lokale aanpak zal zij
hierover met de politie afspraken moeten maken en zal het AMHK haar werkwijze hierop aanpassen.
versie 15 september 2014
38

Het overgangsjaar wordt benut om personele kwesties te onderzoeken en op te lossen

2015 wordt gebruikt om werkprocessen/procedures en protocollen conform landelijk model in te
voeren en aan te sluiten op landelijke (ICT-)ontwikkelingen die nu nog onvoldoende helder zijn;

Het AMHK adviseert de melder desgewenst over de stappen die kunnen worden ondernomen,
vraagt uit, en doet aan de hand van een risicotaxatie een eerste beoordeling (triage)

Het AMHK stemt een melding af met het gebiedsteam en zet - indien van toepassing - de melding
door naar het betreffende SHG of het AMK voor onderzoek en/of andere vervolgstappen.

Het AMHK stelt de melder op de hoogte van de vervolgstap die naar aanleiding van een melding is
ondernomen en informeert de belanghebbenden conform de wettelijke voorschriften.

De samenwerkingsrelatie met jeugdreclassering en jeugdbescherming is in 2015 geborgd in de
samenwerkingsrelatie jeugdreclassering BJZ

De onderzoekstaken AMK blijven geborgd doordat deze bij BJZ belegd blijven

De procesregie bij crisissituaties blijft bij de huidige uitvoeringsorganisaties

De ondersteuningstaak ten behoeve van de Tijdelijk huisverboden blijft in 2015 bij de SHG’s

De projectorganisatie onder leiding van de GGD heeft het opdrachtgeverschap over de
onderzoekstaak die bij BJZ belegd blijft

De inhoudelijke verantwoordelijkheid en kwaliteitsborging van de door het SHG en BJZ uitgevoerde
processen blijft in 2015 nog de verantwoordelijkheid van de uitvoerende organisaties

De SHG’s en AMK dragen zorg voor terugkoppeling naar de frontoffice van het AMHK

SHG en BJZ blijven de ‘backoffice’ taken uitvoeren.
7.3
Situatie vanaf 1 januari 2016

Doelstelling is dat het AMHK in 2016 alle wettelijke taken zelf uitvoert

Er is sprake van een nieuwe organisatie (AMHK als apart georganiseerde afdeling binnen de GGD).

Er wordt gewerkt met een hoge servicegraad voor de burger.

Burger of professional wordt naar aanleiding van een telefonische melding of adviesvraag altijd
door deskundigen te woord gestaan.

Er bestaat bij het AMHK geen scheiding in uitvoerende functies; er zijn geen aparte medewerkers
front office (telefoondienst) en back office (onderzoek, advies, toeleiding hulpverlening).

Vanaf het 1e contact wordt een advies vrager en/of melder professioneel te woord gestaan.

Alle medewerkers hebben volgens een rooster 24/7 telefonische bereikbaarheidsdienst.

Alle medewerkers voeren onderzoek uit. Deze manier van werken levert efficiency op voor het
totaal aantal medewerkers in dienst en zorg voor optimale deskundigheid aan de telefoon.
versie 15 september 2014
39
2015
2016
GGD is verantwoordelijk voor het AMHK
GGD is verantwoordelijk voor het AMHK
Meldingen AMHK komen binnen bij AMHK
Meldingen AMHK komen binnen bij AMHK
Medewerkers AMHK zijn in dienst van SHG en BJZ
Medewerkers AMHK zijn in dienst van GGD
Medewerkers AMHK worden functioneel
Medewerkers AMHK vallen onder leidinggevende
aangestuurd door leidinggevende AMHK
AMHK
Onderzoek wordt onder verantwordelijkheid van
Onderzoek wordt uitgevoerd door AMHK
de GGD uitgevoerd door SHG en BJZ GGD maakt
hierover schriftelijke afspraken met SHG en BJZ.
versie 15 september 2014
40
Bijlage 1
Visie en uitgangspunten regio19
Uitgangspunt 1: Eén organisatie AMHK voor Noord-Holland-Noord
In de regionale transitiearrangementen jeugd is opgenomen dat het Advies- en Meldpunt Huiselijk
Geweld en Kindermishandeling Noord-Holland-Noord door de drie regio's gezamenlijk wordt
uitgewerkt. Dit moet leiden tot een (boven)regionaal AMHK in 2015.
Samenvoeging tot één nieuwe organisatie AMHK voor Noord-Holland-Noord heeft hierbij de voorkeur.
Dat betekent samenvoeging van de huidige drie steunpunten huiselijk geweld met het afgesplitste AMK
NHN in één nieuwe organisatie AMHK. Alle werknemers treden in dienst bij deze nieuwe organisatie.
Dit model heeft om een aantal redenen de voorkeur:

Voldoende omvang om alle taken uit te kunnen voeren, waaronder ook specialistische functies.

lntegrale aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling.

Eenduidige aansturing van alle medewerkers.

Eén gezicht naar buiten.

Verminderen kwetsbaarheid van SHG's, die vooral in Den Helder en Hoorn een erg kleine bezetting
hebben.
De wetgever heeft in de concept-Jeugdwet opgenomen, dat de colleges gehouden zijn om op dit
beleidsonderdeel met elkaar samen te werken (artikel 12a). Indien de schaalgrootte naar de mening
van de rijksoverheid niet voldoende is, dan kan via een AMvB een andere schaalgrootte worden
opgelegd.
Uitgangspunt 2: Positionering AMHK ten opzichte
Er dient een aantoonbare en gewaarborgde koppeling te zijn tussen de vorming van het AMHK, het
gedwongen kader en de eerstelijns zorg.
Het veiligheidsaspect vormt het belangrijkste onderscheid met andere beleidsvelden in het sociaal
domein. Bij huiselijk geweld en kindermishandeling gaat het soms om levensbedreigende situaties. Dat
vereist een nauwe samenwerking met politie en justitie en opschalingsmogelijkheden als de veiligheid
dat vereist.
Als de veiligheid in de thuissituatie niet direct te herstellen is, moet er voor worden gekozen om de
betrokkenen in veiligheid te brengen. Het regelen van een veilig onderdak (bij familie, in safe houses of
in de opvang in de eigen regio of juist daarbuiten), het opleggen van een tijdelijk huisverbod, het
nemen van kinderbeschermingsmaatregelen zijn daarbij hulpmiddelen.
Zodra de veiligheid geborgd is moet onmiddellijk worden gestart met een hulpverleningsplan voor
zowel slachtoffer, dader als eventuele kinderen. Primair moet gezocht worden naar de eigen kracht en
de eigen mogelijkheden van de direct betrokkenen om de situatie van geweld en onveiligheid te
beëindigen, waar mogelijk in samenhang met het sociale netwerk. Dit onderdeel van de aanpak moet
nadrukkelijk onderdeel uitmaken van de lokale infrastructuur die momenteel in alle gemeenten in
ontwikkeling is in het kader van de drie decentralisaties. Hierdoor kunnen dwarsverbanden worden
gelegd naar andere leefgebieden (wonen, schulden, werk), maar ook naar andere disciplines (bijv. de
LVB-sector voor mensen met een verstandelijke beperking).
De ontwikkeling van het sociaal domein in de drie regio's in NHN verloopt in een verschillend tempo en
er kunnen ook per subregio of soms zelfs per gemeente verschillende keuzes worden gemaakt. Het
AMHK moet kunnen inspelen op deze verschillen.
19
Regiovisie Huiselijk Gewelden Kindermishandeling
versie 15 september 2014
41
Uitgangspunt 3: Werkwijze en taakverdeling
De wettelijke taken van het AMHK zijn:

Meldpunt voor gevallen of vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling.

Verlenen van advies en consult aan de melder.

Doen van onderzoek naar aanleiding van een melding.

Informeren van, indien nodig, de politie en de raad voor de kinderbescherming en inschakelen van
passende hulpverlening.

Overdragen van een casus aan de Raad voor de Kinderbescherming zodra blijkt dat vrijwillige
hulpverlening de problemen niet kan oplossen en een kind bedreigd wordt in zijn ontwikkeling.
Geen hulpverlening
Het zelf aanbieden van hulpverlening behoort niet tot de (wettelijke) taken van het AMHK. Deze taken
zullen (zoals ook nu het geval is) primair worden belegd bij de partners in het sociaal domein.
Uiteraard nadat de veiligheid is geborgd. Dit geldt ook voor taken op het gebied van signaleren en
melden en het bieden van vrijwillige hulpverlening die erop is gericht geweld te voorkomen. Ook deze
taken horen thuis in het sociaaldomein.
Eigen omgeving en eigen kracht centraal
Het AMHK stelt hulp in eigen omgeving en eigen kracht centraal. Het gaat uit van mogelijkheden en
niet alleen van beperkingen. Er wordt systematisch, outreachend, generalistisch gewerkt volgens het
principe, één gezin/huishouden, één plan, één regisseur. Er wordt ingezet in op duurzame veiligheid
met borging in het systeem.
Screening en triage
Middels screening en triage wordt vastgesteld wat de geëigende route is na een melding van huiselijk
geweld en/of kindermishandeling, daarbij staat continuïteit van zorg voorop: zo min mogelijk
overdrachtsmomenten in de meld- en crisisfase, korte lijnen, en zo spoedig mogelijk regie (weer)
beleggen bij het systeem en de lokale hulpverlening, indien nodig.
Snel hulp
Bij crises en huiselijk geweld is het van belang dat snel hulp wordt ingezet zodat (eventuele)
mishandeling stopt en gebruik kan worden gemaakt van het crisismoment t.b.v. noodzakelijke
verandering. Het centrale telefoonnummer van het AMHK is 24/7 bereikbaar en crisisinterventie kan
binnen twee uur ter plaatse zijn, het eerste contact, om hulp op gang te brengen, buiten de
crisisinterventie, gebeurt binnen 48 uur na melding. De politie dient op iedere zorgmelding binnen
veertien dagen een reactie te krijgen over de opvolging.
ln de huidige werkprocessen rondom crisissituaties bij verschillende organisaties zien we overlap met
de rol van het AMHK. Daarbij speelt ook een rol dat crisisinterventieteams een bepaalde schaal nodig
hebben om efficiënt te kunnen functioneren. Bij de verdere uitwerking zal hieraan de nodige aandacht
moeten worden besteed.
Lokaal wat lokaal kan, specialistisch als het moet.
Preventie en voorlichting gericht op potentiële slachtoffers en plegers dient laagdrempelig en dicht bij
de burgers te worden georganiseerd in het sociaal domein. Deze taak wordt dus niet primair bij het
AMHK belegd. Dit in tegenstelling tot advies en consult aan (meestal professionele) melders, wat een
wettelijke taak van het AMHK is. Bij een extreem veiligheidsrisico en als er (zeer) specialistische hulp
nodig is voor problematiek wordt niet naar lokale teams verwezen. Dit geldt in ieder geval bij eer
gerelateerd geweld, seksueel misbruik, achterlating, huwelijksdwang en extreme stalking. Bij een
multidisciplinaire aanpak voor het hele gezin in de backoffice van het AMHK, dient de verbinding met
lokale wijkteams gewaarborgd te zijn.
versie 15 september 2014
42
Gebruik onderzoeksbevoegdheid
Onderzoek naar mishandeling is alleen van toegevoegde waarde als na triage van de melding nog
onvoldoende helderheid bestaat over de zorgen of de te nemen vervolgstap(pen). lndien dat nodig is
zal onderzoek parallel ingezet worden met casusregie en eventueel hulpaanbod, opdat huiselijk geweld
en/of kindermishandeling direct stopt.
Spreken met en niet over mensen
Bij het opstellen van een integrale analyse van de gebeurtenissen wordt, zo mogelijk, met alle
betrokkenen gesproken. Inclusief pleger(s) en de kinderen (indien van toepassing).
Uitgangspunt 4: beperken van het afbreukrisico
Als er iets misgaat rond de zorg voor een kind, als slachtoffer van kindermishandeling of als er
wachtlijsten ontstaan, zal de gemeente, c.q. de betrokken wethouder hier door de gemeenteraad, de
pers of de burgers op worden aangesproken. Uiteraard moet alles worden gedaan om dit te
voorkomen, maar als het gebeurt, is het belangrijk dat er korte lijnen zijn met het AMHK en dat de
uitvoerende organisatie flexibel genoeg is om hierop snel en effectief te kunnen reageren.
Uitgangspunt 5: Positionering AMHK
De medewerkers van het AMHK beschikken over gespecialiseerde kennis om meldingen te kunnen
beoordelen en onderzoek te kunnen uitvoeren. Het oppakken van zorgmeldingen is per definitie niet
laagdrempelig. Indien de veiligheid van minderjarigen in het geding is en vrijwillige hulpverlening niet
van de grond komt, dan kan dit worden afgedwongen via de Raad voor de Kinderbescherming en de
rechter (drang en dwang).
De SHG's hebben in de Wet meldcode ook een onderzoeksbevoegdheid gekregen. Daarmee heeft de
wetgever gekozen voor een verhoging van de drempel. ln het kader van de transities en de
ontwikkelingen binnen het sociaal domein is het logisch om de laagdrempelige functies (preventie en
voorlichting) in de lokale teams te beleggen. Er is dan wel scholing van deze teams nodig op het
gebied van kennis, signalering en handelen bij vermoedens van huiselijk geweld of
kindermishandeling.
Uitgangspunt 6: Behoud deskundigheid
Om opgebouwde deskundigheid te kunnen behouden, worden de huidige medewerkers van de SHG’s
en het AMK, mits zij voldoen aan af te spreken criteria op het gebied van kennis en vaardigheden, bij
voorkeur geplaatst op functies binnen het AMHK. ln het vervolgtraject moet blijken hoe groot de
formatie van het AMHK moet zijn, mede afhankelijk van duidelijkheid over de beschikbare financiële
middelen. Tevens wordt op deze wijze het risico van frictiekosten zoveel mogelijk beperkt.
Uitgangspunt 7: Financiële kaders
Voor de financiering van het AMHK wordt uitgegaan van het samengevoegde budget dat in 2013 voor
de SHG's en het AMK in Noord Holland Noord beschikbaar was. Hierop worden kortingen toegepast
conform het macrobudget Jeugd oplopend tot maximaal 85% van het huidige budget.
versie 15 september 2014
43
Bijlage 2
Doelstelling business case
GGD NHN werkt een maatschappelijke business case uit waarin de drie steunpunten huiselijk geweld
en het AMK samengaan in één (netwerk)organisatie AMHK Noord-Holland Noord.
Onderzoeksvragen
De volgende vragen dienen te worden beantwoord:
1. Op welke wijze kan de uitvoering van de wettelijke taken binnen het AMHK worden georganiseerd?
2. Door wie moeten de bovenwettelijke taken worden uitgevoerd. En hoe ziet de samenwerking met
het AMHK m.b.t. deze taken eruit? Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de positionering van de
crisisdienst.
3. Op welk (kwaliteits-)niveau dienen de (wettelijke en bovenwettelijke) taken tenminste te worden
uitgevoerd, zodat aan de wettelijke vereisten kan worden voldaan en gewerkt kan worden conform
de uitgangspunten als verwoord in de bijlage ‘Visie en uitgangspunten’.
Toelichting:
Bij de vorming van het AMHK zijn de kwaliteit en het behoud van expertise uitgangspunt naast
efficiency. De opdracht is: hoe kunnen, met behoud van kwaliteit, door samenvoeging en
schaalvergroting efficiëntie voordelen worden behaald ter grootte van minimaal 15% van het
(samengevoegde) budget van 201320.”
(bovenstaand is letterlijk overgenomen uit de opdracht van de stuurgroep)
Deze bezuinigingsopdracht hoeft pas over 3 jaar gerealiseerd te zijn, voor 2015 is de
bezuinigingsopdracht 4%.
Kaders
In de uitwerking van de maatschappelijke business case wordt aan de volgende randvoorwaarden
voldaan:
1.
De opdracht betreft een toekomstbestendige inrichting van de functie AMHK en gaat niet om de
continuïteit van bestaande instellingen. De maatschappelijke business case wordt echter in
beginsel samen met de huidige aanbieders uitgewerkt.
2.
Frictiekosten worden tot een adequate terugverdientijd beperkt (uitgegaan wordt van het mens
volgt werk principe).
3.
De expertise en betrokkenheid van de huidige zorgaanbieders dient te zijn gewaarborgd.
4.
Het budget voor het AMHK is maximaal 85 procent van het budget dat in 2013 voor het Advies- en
Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en de (Advies- en) Steunpunten Huiselijk Geweld ((A)SHG)
beschikbaar was (daarbij wordt de bezuinigingstaakstelling conform macrobudget Jeugd gevolgd).
5.
De ontwikkelde landelijke handelingsprotocollen voor het AMK en de SHG's zijn tot realisatie
vooralsnog uitgangspunt voor de werkwijze van het AMHK. Daarbij wordt wel zo veel mogelijk
vooruit gekeken naar het nieuwe handelingsprotocol AMHK, dat door de VNG wordt ontwikkeld.
6.
De uitgangspunten uit bijlage 1, die de visie van de samenwerkende gemeenten op het AMHK
weergeeft.
20
Zie brief I 2014-198
versie 15 september 2014
44
7.
De notitie 'AMHK en gedwongen kader Jeugd’ te laten functioneren als uitgangspunt voor het
proces van de realisatie van het AMHK.
Eindproduct
Het eindproduct is een maatschappelijke business case, waarin aandacht wordt besteed aan:
1.
Een missie voor en visie op het AMHK.
2.
De uitvoering van de wettelijke AMHK-taken.
3.
De uitvoering en beleggen van de bovenwettelijke AMHK-taken (bij het AMHK of elders).
4.
De huisvesting van het AMHK NHN in relatie tot de front- en backoffice.
5.
De bekostigingsmethodiek van het AMHK.
6.
De structurele en incidentele kosten voor het AMHK.
7.
Advies m.b.t. de bovenwettelijke taken (waar beleggen, op welk niveau uit te voeren, wat is er
nodig om organisaties en medewerkers hierop toe te rusten)
8.
De verbinding met het gedwongen kader en het sociaal domein.
9.
Een risicoparagraaf.
versie 15 september 2014
45
Bijlage 3
Context vormgeving AMHK
De context van het AMHK wordt gevormd door de landelijke opdracht om tot een regiovisie huiselijk
geweld en kindermishandeling te komen en de steunpunten huiselijk geweld en meldpunten
kindermishandeling samen te voegen en de (verplichte) meldcode kindermishandeling die op 1 juli
2013 in werking is getreden.
Regiovisie huiselijk geweld en kindermishandeling
De (centrum)gemeenten hebben met het ministerie van VWS afgesproken dat de gemeenten regiovisies
zullen opstellen. In de zomer van 2014 dient de regiovisie Huiselijk geweld en kindermishandeling
klaar te zijn. De aanleiding voor de regiovisie staat in de zogenoemde Geweld In
Afhankelijkheidsrelaties (GIA)-brief van de staatssecretaris van VWS (14 december 2011). Zij stelt
daarin dat op basis van de Wmo niet alleen de centrumgemeenten, maar alle gemeenten
verantwoordelijk zijn voor de ketenaanpak van geweld in huiselijke kring. Dat betreft zowel opvang,
preventie, vroegsignalering en nazorg. Het formuleren van een regiovisie huiselijk geweld en
kindermishandeling moet leiden tot een sluitende aanpak; meer samenhang en eenduidigheid in de
signalering en aanpak ervan. De vormgeving en invulling van de taken van het AMHK zijn idealiter
congruent aan de (nog op te stellen) regiovisie huiselijk geweld en kindermishandeling.
De visie in het kort:
Bij de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling staat de aandacht voor preventie steeds
centraal. Hulp vindt zo snel mogelijk plaats en is bij voorkeur ambulant. Eventuele opvang vindt plaats
in de eigen regio, zo mogelijk met inzet van het sociale netwerk. Alleen als de veiligheid daarom
vraagt, is de opvang buiten de regio.
De aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling is altijd maatwerk.
De gemeenten in Noord-Holland Noord maken momenteel hun gezamenlijke regiovisie op huiselijk
geweld en kindermishandeling. In deze regiovisie formuleren de gemeenten hun
beleidsuitgangspunten en kaders met als doel tot een integrale aanpak te komen van huiselijk geweld
en kindermishandeling. Hierin worden belangrijke keuzes gemaakt op zowel regionaal als
bovenregionaal niveau. Het is de bedoeling dat in de tweede helft van 2014 meer gedetailleerde
regionale actieprogramma’s worden opgesteld voor de regio’s Kop van Noord-Holland, West-Friesland
en Regio Alkmaar. Dit op basis van de in deze visie geschetste kaders en afspraken.
De regiovisie ligt op dit moment bij de gemeenten en wordt eind juni 2014 naar de stuurgroep Jeugd &
Veiligheid gestuurd. In de business case AMHK dient met bovenstaande planning rekening te worden
gehouden.
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Vanaf 1 juli 2013 is de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling wettelijk verankerd. De
meldcode is een overzichtelijk vijfstappenplan waarin staat wat een professional het beste kan doen bij
een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling. De meldcode leidt de professional door
het proces vanaf het eerste vermoeden tot aan het moment dat hij moet beslissen over het doen van
een melding.
versie 15 september 2014
46
De vijf stappen betreffen:
1.
Het in kaart brengen van signalen.
2.
Collegiale consultatie en zo nodig raadplegen SHG, AMK (wordt AMHK) of een deskundige op het
gebied van letselduiding.
3.
Een gesprek met de cliënt.
4.
Wegen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling en bij twijfel altijd raadplegen van het
SHG of het AMK (wordt AMHK).
5.
Beslissen: hulp organiseren of melden bij een SHG of een AMK (wordt AMHK).
Verwacht wordt dat door deze werkwijze het aantal adviesvragen en meldingen zal toenemen.
Overige landelijke ontwikkelingen

De Commissie De Jong heeft geadviseerd om de functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld
(SHG’s) samen te voegen met de functies van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK).

Vanaf januari 2015 krijgen de gemeenten de verantwoordelijkheid voor de gehele keten op het
gebied van jeugdzorg.

Decentralisaties (Jeugd, AWBZ en Participatiewet) en door een herverdeling van de landelijke
middelen voor de vrouwenopvang (de decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang) is er een
teruggang in financiële middelen.

De kanteling in de zorg en de nadruk op preventie (eigen kracht en de eigen verantwoordelijkheid
van inwoners). Dit vindt onder andere zijn weerslag in het werken met de methodiek 1Gezin1Plan
in Noord-Holland Noord.

Op dit moment wordt gewerkt aan een landelijk Handelingsprotocol AMHK. Naar verwachting is het
protocol in het najaar van 2014 gereed. Uitgangspunten in dit protocol zijn:

o
Bij crises en huiselijk geweld is het van belang dat er snel hulp wordt ingezet.
o
Het centrale telefoonnummer van het AMHK is 24 uur per etmaal bereikbaar.
o
Crisisinterventie kan binnen twee uur ter plaatse zijn.
De doorlooptijd voor AMHK onderzoek wordt maximaal 10 weken.
De uitvoering van de wettelijke AMHK-taken
Vanuit het Rijk zijn de volgende wettelijke taken opgesteld waar het AMHK tenminste aan moet
voldoen. Deze zullen door GGD HN worden uitgevoerd:
1.
Het verstrekken van advies en zo nodig het bieden van ondersteuning aan degene die een
vermoeden heeft van huiselijk geweld of kindermishandeling.
2.
Het fungeren als meldpunt voor gevallen of vermoedens van huiselijk geweld en
kindermishandeling.
3.
Het doen van onderzoek naar aanleiding van een melding van huiselijk geweld of
kindermishandeling.
4.
Het beoordelen van de vraag of er na een melding stappen gezet moeten worden, en zo ja welke.
5.
Indien noodzakelijk inschakelen van passende hulpverlening.
6.
Het zo nodig in kennis stellen van de politie of Raad voor de Kinderbescherming en het in kennis
stellen van het college van burgemeesters en wethouders indien er een verzoek tot onderzoek bij
de Raad voor de Kinderbescherming wordt ingediend.
7.
Het (terug)rapporteren aan de melder van datgene wat er met de melding is gebeurd.
De huidige taken van de SHG's en het AMK zijn in Noord-Holland Noord breder dan bovengenoemde
taken. De WMO geeft aan dat signaleren en in gang zetten van hulpverlening een taak is van het AMHK,
hulpverlening aan het gezin is dit niet.
versie 15 september 2014
47
Niet-wettelijk taken AMHK
Tot de niet-wettelijke taken van het AMHK behoren:
1.
Voorlichting, deskundigheidsbevordering
2.
Regie over ketenaanpak huiselijk geweld
3.
Expertise opbouwen en onderhouden
4.
Uitvoeringstaken bij de Wet tijdelijk huisverbod
5.
Monitoring van de ketenaanpak op resultaat
6.
Crisisdienst of crisisinterventie.
versie 15 september 2014
48
Bijlage 4
MATRIX
Deze matrix bevat de feiten, zoals de GGD deze heeft gekregen uit de gesprekken met de huidige
uitvoerende organisaties en geven alleen de situatie weer per juni 2014.
Structuur
ASHG NK
ASHG KNH
ASHG WF
AMK
Onderdeel stichting
Ketensamenwerking
Onderdeel
Onderdeel
Blijfgroep/Oranjehuis
Sensoor, De Wering en
dnoDoen
BJZ.
Blijf DH, GGD
Werkzaam
voor Noorden Zuid NH
Huidige subsidie
In 2013 € 435.000
Begroting 2013:
subsidie
€276.131
€ 2.822.500
€ 212.560
Overige baten €6.000
Blijf : € 99.879
Wering € 89.401
GGD coördinatie
€ 78.614
Hiervan toe te
€181.372
€113.456
€98.012
schrijven aan
daarnaast
wettelijke taken
wordt
AMHK
jaarlijks extra
€2.822.500
geld
aangevraagd
Aantal Fte
4.61 fte
Begroot 1.09 fte
2.22 fte
58.54 fte
gedeeld door
twee = 29.27
fte
Opleidingsniveau
80% van de medewerkers
Inzet vrijwilligers
O.a. Mbo-
heeft een vast dienst-
telefoondienst
stagiaire en
verband ingeschaald in
Sensoor (Hbo-niveau)
maatschappel
salarisschaal 8 of 9 CAO
ijk werkers
Welzijn. Dit is gelijk aan
(Hbo-niveau)
Mbo en Hbo
het niveau van
maatschappelijk werker.
Aantal telefonische
Bijna 800 (in 2013)
Bijna 600 (in 2013)
Ruim 800
meldingen
Advies
Consultatie
onderzoek
Aantal
Ruim 1.000 (in 2013)
Bijna 700 (in 2013)
Wel/geen
Ja, vanuit ambulant team
Inzet eerste opvang
Ja, vanuit
Wel
hulpverlening
Oranjehuis
door ambulant team
ambulant
onderzoek,
blijf/de Wering,
team, doel
hupverlening
daarna met cliënt
doorgeleiden
via BJZ
doorzetten naar
passende
hulpverlening
hulp
politiemeldingen
ketenpartners
Wel/geen uitvoering
Ja
Ja
taken tijdelijk
huisverbod
versie 15 september 2014
49
Ja
Nee
Wel/geen
ASHG NK
ASHG KNH
ASHG WF
AMK
?
Via projectleider, op
Nee
Vanuit AMK
deskundigheids-
verzoek gemeenten
ondersteuning
bevordering
ook voor 3 regio’s
ketenpartners
actief
Crisisdienst
Via Oranjehuis
In weekend piket-
?
Via BJZ
Geen veiligheidsscan,
Risicotaxatie
Ja, beiden
Landelijk protocol
Verwey-
aanwezig
Huiselijk Geweld, wel
Jonker
vanuit
dienst voor THV.
Afspraken met politie
meldingen na 17.00
uur volgende dag.
Veiligheidsscan/
Ja, beiden aanwezig
protocollen
werkafspraken,
wettelijke
Risicotaxatie Verwey-
kaders
Jonker in
voorbereiding
Afspraken met
Subsidie centrumgemeente
Subsidie van
Subsidie
Subsidie van
gemeente/subsidie-
Alkmaar
centrumgemeente
centrum-
provincie
Den Helder, budget
gemeente
deskundigheidsbevor
Alkmaar,
dering
separate
regiogemeenten
subsidie
gevers
gemeente
Hoorn ,
separate
subsidie THV
versie 15 september 2014
50
Bijlage 5
Budget
Budget SHG’s
Met de SHG’s is doorgenomen welke taken overgaan naar de wettelijke taken van het AMHK en
welke taken achterblijven in Oranjehuis, dnoDoen en Blijf Den Helder. Hieronder is uitgewerkt welke
taken dit betreft en welk budget er achterblijft. Overall geldt dat de activiteiten van de SHG niet altijd
even goed zijn uit te splitsen naar wettelijke taken, niet- wettelijke taken en taken Tijdelijk HuisVerbod
(THV). Om de uitsplitsing per SHG duidelijk weer te geven, zijn hieronder reconstructies opgenomen.
Deze reconstructies zijn besproken met de SHG’s (19 juni 2014).
SHG Kop van Noord-Holland:
-
Begroting 2013: € 276.131
-
Opgenomen tbv budget AMHK: € 113.456
-
Rest blijft achter bij de drie onderdelen; de Wering, Blijf van mijn lijf Den Helder en coördinatie deel
GGD
Totaal Blijf: € 99.879 (2013) onderverdeeld in 5 posten:
1.
Op gang brengen hulpverlening (melding/toeleiding) + zorgcoördinatie: wettelijke taak minus €
64.080 THV (niet wettelijk)
2.
Participatie regiegroep huiselijk geweld: niet wettelijk, blijft achter
3.
Coördinatie/deelname platform huiselijk geweld: niet wettelijk, blijft achter
4.
Participatie platform justitieel (ZSM) en schakel met platform hulpverlening: wettelijk, volledig
meegenomen
5.
Licentie Regas/Conclusion tbv ambulant team: wettelijk, volledig meegenomen
Totaal Blijf naar AMHK: € 29 .605
Blijft achter bij Blijf: € 99.879 - € 29.605 = € 70.274
Totaal de Wering: € 89.401 (2013), onderverdeeld in 5 posten
1.
Pluspakket: Niet wettelijk, blijft achter
2.
Ouderbegeleiding Piep zei de muis: niet wettelijk, blijft achter
3.
Participatie in AT w.o. platform en regiegroep; 50% meegenomen als wettelijk taak
4.
Secretariaat: (meldingen); volledig meegenomen als wettelijke taak
5.
Inzet maatsch werk voor incidenten Ambulant team: volledig meegenomen als wettelijke taak
Totaal De Wering naar AMHK: € 39 .42 3
Blijft achter bij de Wering: € 89.401- € 39.423 = €49.978
versie 15 september 2014
51
Totaal GGD/coördinatie: € 78.614, onderverdeeld in 13 posten:
1)
Coördinatie regiegroep en stuurgroep: niet wettelijk, blijft achter indien nodig
2)
Netwerkcoördinator: volledig tbv wettelijk taken, meegenomen in budget AMHK
3)
Reiskosten: niet wettelijk, blijft achter indien nodig
4)
Accountantskosten: niet wettelijk, blijft achter indien nodig
5)
Piketdienst crisisinterventie Wering, Blijf, Slachtofferhulp: tbv THV; niet wettelijke taak -> blijft
achter
6)
Abonnement www.huisverbod-online voor Blijf en piketdienst: tbv THV; niet wettelijke taak
7)
Uitvoeren Eigen Kracht conferenties (3x € 3.955): Niet wettelijke taak, blijft achter indien nodig
8)
9)
Sign of Safety: tbv THV; blijft achter
Deskundigheidsbevordering huiselijk geweld: tb v wettelijke taak -> meegenomen
10) Frontoffice Sensoor (24 uur bereikbaarheid): tbv wettelijke taak -> meegenomen
11) Website Hosting hg, Conclusion, handelingsprotocol, digitale nieuwsbrief: tbv wettelijke taak ->
meegenomen
12) Kosten KPN 0900-nummer: tbv wettelijke taak – meegenomen
13) Eergerelateerd geweld: Niet wettelijk, blijft achter
Totaal GGD / coördinatie naar AMHK: € 44 .42 7
Blijft achter bij GGD: € 78.614 - € 44.427 = € 34.187
SHG Noord-Kennemerland:
-
Obv realisatie 2013.Stichting Blijf/Oranjehuis voert uit. SHG taken zijn gescheiden van opvang
-
Totaal realisatie 2013: € 494.000 tov 441.000 budget
Tbv SHG Alkmaar kent Stichting Blijf 6 posten:
1.
THV: niet wettelijk, tbv THV blijft achter
2.
Aware: niet wettelijk, blijft achter
3.
Frontoffice: tbv wettelijk taak -> meegenomen
4.
Politiemelding Alkmaar: tbv wettelijk taak -> meegenomen
5.
Regulier traject Alkmaar: niet wettelijke taak -> blijft achter
6.
Instroomtraject Alkmaar: niet wettelijk taak -> blijft achter
Toerekening overige kosten vindt plaats obv toerekening 1,72 fte
Totaal Oranjehuis naar AMHK : € 18 1 .3 72
Blijft achter bij Oranjehuis: € 441.000 - € 181.372 = € 259.628
SHG West-Friesland:
- Totaal subsidie 2013: € 212.560
Subsidie bestaat uit 3 onderdelen:
1.
WMO-subsidie: incidenteel: niet toegekend aan wettelijke taak: blijft achter
2.
ASHG: volledig toegerekend
3.
THV: Niet toegerekend
Totaal dnoDoen naar AMHK: 98 .01 2 (is subsidie ASHG)
Blijft achter bij dnoDoen: € 212.560- € 98.012= € 114.548
versie 15 september 2014
52
Budget Tijdelijk Huisverbod
Zoals hierboven aangegeven geldt overall dat de activiteiten van de SHG niet altijd even goed zijn uit te
splitsten naar niet wettelijk/ wel wettelijk / THV. Zoals in de hierboven uitgewerkte uitsplitsing is
duidelijk gemaakt, is er in het toerekenen van budgetten van uitgegaan dat THV niet aan het AMHK
wordt toegerekend. Hieronder de cijfers voor zover de SHG’s deze konden aangeven.
SHG Kop Noord-Holland
-
Blijf: ten minste € 64.080 THV
-
De Wering: Niet uit cijfers op te maken/niet besproken
-
GGD/coördinatie: ten minste € € 25.146 (posten 5,6 en 8, zie hierboven)
SHG Noord-Kennemerland
-
Niet specifiek uitgesplitst
-
Ten minste € 61.400+indirecte toerekenbare kosten aan THV
SHG West-Friesland
Aparte subsidie ad. € 100.564
versie 15 september 2014
53
Literatuur/bronnen
Baldewsingh, R. et al. Een veilig thuis : gemeentelijke visie op de aanpak van huiselijk geweld en
kindermishandeling. Den Haag et al.: G4 [Gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht], 20
juni 2013
http://www.regioaanpakveiligthuis.nl/sites/default/files/files/nieuwste_g4_telijke_visie_huiselijk_gewe
ld_en_kindermishandeling.pdf
Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling : besluit van 16 juli 2013,
houdende vaststelling van de minimumeisen voor de verplichte meldcode huiselijk geweld en
kindermishandeling. In: Staatsblad 2013, 324 http://wetten.overheid.nl/BWBR0033723
Conceptmodel Handelingsprotocol AMHK/Veilig Thuis
https://www.vng.nl/files/vng/nieuws_attachments/2014/201470730-amhk-veilig-thuis-protocolconcept-webversie.pdf
Factsheet Zorgmeldingen jeugd
https://www.vng.nl/files/vng/publicaties/2014/20140527_factsheet-zorgmeldingen-jeugd.pdf
Goldschmeding, M. [voorzitter bovenregionale stuurgroep Jeugd en Veiligheid] Opdracht Business Case
AMHK [brief aan GGD Hollands Noorden kenmerk I 2014-0198, 8 april 2014]
Handreiking deskundigheid huiselijk geweld en kindermishandeling
www.vng.nl/files/vng/publicaties/2014/20140728_amhk_handreiking_deskundigheid_huiselijk_gewel
d_kindermishandeling_0.pdf
Jeugdwet (concept) : wet van 1 maart 2014 inzake regels over de gemeentelijke verantwoordelijkheid
voor preventie, ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei en
opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen. In: Staatsblad 2014, 105
http://wetten.overheid.nl/BWBR0034925
Notitie AMHK en gedwongen kader Jeugd, 8 februari 2014
Notitie niet-wettelijke taken AMHK. Den Haag : VNG, 2014
http://www.vng.nl/files/vng/20140509_notitie_niet_wettelijke_takenamhk.pdf
Opzet Regiovisie Huiselijk geweld en Kindermishandeling (conceptversie 18 april 2014). [S.l:
gemeenten in Noord-Holland Noord, 2014]
Pattje, W. Handelingsprotocol AMHK : presentatie voor landelijk platform AMK SHG. Den Haag: VNG,
[juni] 2014
Regionaal Transitie Arrangement Regio Alkmaar/West-Friesland [concept 18 oktober 2013]. Utrecht:
S.n., 2013
Seinstra, A. et al. Het AMHK in de provincie Noord-Holland : verkennend onderzoek naar mogelijke
vormen en positionering van het Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling onderzoek in opdracht van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland. Haarlem: SeinstravandeLaar, 2013
versie 15 september 2014
54
Transitiearrangement jeugd Regio Kop van Noord-Holland [vastgesteld op 30 oktober 2013]. S.l.:
gemeenten Texel, Den Helder, Schagen, Hollands Kroon, 2013
Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg : besluit van 16 december 2004, houdende regels ter
uitvoering van de Wet op de jeugdzorg. In: Staatsblad 2004, 703
http://wetten.overheid.nl/BWBR0017751
Veldhuijzen van Zanten-Hyllner. Aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Brief d.d. 14 december
2011van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten Generaal http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/kamerstukken/2011/12/14/kamerbrief-aanpak-geweld-in-afhankelijkheidsrelaties.html
Vliegwielprojecten, informatie zie o.a.: verslag landelijke vliegwielconferentie 28-01-2014 en
presentatie Meer veiligheid, kortere OTS-duur en minder uithuisplaatsingen
Vorming AMHK’s en toegang jeugdhulp : organisatievormen en arbeidsrechtelijke consequenties. Den
Haag: VNG, april 2014 http://www.vng.nl/files/vng/publicaties/2014/201404_vormingamhk_arbeidsrechtelijke_gevolgen.pdf
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), § 2a. Advies- en meldpunt huiselijk geweld en
kindermishandeling, art.12 http://wetten.overheid.nl/BWBR0020031
Wet publieke gezondheid (Wpg): wet van 9 oktober2008, houdende bepalingen over de zorg voor
publieke gezondheid. In: Staatsblad 2008, 460 http://wetten.overheid.nl/BWBR0024705
Wet tijdelijk huisverbod : wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van
een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat. In:
Staatsblad 2008, 421 http://wetten.overheid.nl/BWBR0024649
versie 15 september 2014
55
Afkortingenlijst
AMHK
Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling
AMK
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling
ASHG
Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld
BJZ
Bureau Jeugdzorg
CAR-UWO
Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling-Uitwerkingsovereenkomst (cao voor
gemeenteambtenaren)
COB
Casus Overleg Bescherming
CPB
Centraal Planbureau
GGD HN
Gemeentelijke Gezondheidsdienst Hollands Noorden
ICT
Informatie en Communicatie Technologie
IMOC
Prijsindex netto materiële overheidsconsumptie
JB
Jeugdbescherming
JR
Jeugdreclassering
SHG
Steunpunt Huiselijk Geweld
OGGZ
Openbare Geestelijke Gezondheidszorg
OM
Openbaar Ministerie
OTS
Ondertoezichtstelling
RvdK
Raad voor de Kinderbescherming
SLA
Service Level Agreement
THV
Tijdelijk huisverbod
VNG
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
VOG
Verklaring Omtrent het Gedrag
VVT
Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg
versie 15 september 2014
56
Begrippenlijst
Backoffice
Organisatieonderdeel waar onderzoek, advies, toeleiding hulpverlening plaatsvindt.
Casusregie
de casusregie heeft tot doel er voor te zorgen dat het veiligheidsplan en het hulpverleningstraject
volgens plan worden uitgevoerd. (Bron: Een veilig thuis/G4)
CORV
CORV staat voor Collectieve Opdracht Routeervoorziening. Met CORV wordt de formele
berichtenstroom tussen het justitiedomein en het gemeentelijk domein, in de justitiële jeugdketen,
gedigitaliseerd en geüniformeerd. CORV is meer dan alleen een infrastructurele voorziening voor
gegevensuitwisseling. CORV omvat ook de noodzakelijke set afspraken op business niveau, de
interactieprocessen tussen partijen en borgt de berichtenspecificatie. Dit draagt bij aan het
verminderen van de administratieve last en voorkomt dat alle partijen onderlinge, bilaterale, afspraken
dienen te maken. CORV richt zich nadrukkelijk niet op ondersteuning van ketenprocessen als geheel
binnen het nieuwe jeugdstelsel. Aansluiting voor 1 januari 2015 en het gebruik van CORV door alle
betrokken partijen is in de nieuwe Jeugdwet verplicht voorgeschreven.
CORV zal worden ingezet voor de berichtuitwisseling van de vastgestelde berichten ten behoeve van
jeugdbescherming en jeugdreclassering tussen het justitiedomein en het gemeentelijk domein.
Momenteel zijn voor CORV de volgende processen en berichten in scope:
Verzoek tot onderzoek (VTO): indienen van een verzoek tot onderzoek door of namens de gemeente,
door het AMHK en door de gecertificeerde instelling, aan de RvdK. Er zijn landelijk circa 12.500
verzoeken op jaarbasis. Het indienen van een VTO zal leiden tot opvolgberichten aan gemeenten:
notificaties omtrent intake en onderzoek vanuit de RvdK en notificatie jeugdbeschermingsmaatregel na
uitspraak door de rechtbank;
Opgelegde jeugdreclassering maatregel: Toezicht en Begeleiding (T&B): deze kunnen worden verstrekt
door de RvdK, of opgelegd door de rechtbank. Gemeenten ontvangen hierover een notificatie. Er zijn
landelijk circa 12.500 initiaties voor berichten op jaarbasis;
Zorgformulier Politie (ZOF): doen van een zorgmelding door de politie aan de door een gemeente
aangewezen partij die de toegangsfunctie vervult. Er zijn landelijk circa 50.000 meldingen op jaarbasis.
Crisis
Situatie waarin een acute en ernstige bedreiging plaats heeft van de veiligheid van een persoon waarbij
directe interventie nodig is om het gevaar te doen afwenden.
Eén gezin één plan
Eén gezin één plan is het afstemmen van de hulp en zorg, die vanuit verschillende voorzieningen
geboden wordt aan een gezin. Deze hulp en zorg moeten erop gericht zijn dat gezinnen zo
ondersteund moeten worden dat zij de verantwoordelijkheid voor de opvoeding zo zelfstandig
mogelijk kunnen dragen. De coördinatie richt zich zowel op de inhoud van de zorg als de wijze van
samenwerking tussen professionals. Het uiteindelijke doel is dat de jeugdigen veilig kunnen opgroeien
en zich gezond kunnen ontwikkelen. (Bron:
http://www.vng.nl/files/vng/vng/Documenten/Extranet/Sez/JOC/GezinPlanCoordinatieZorg_2010.pdf)
De één gezin-één plan-één regisseur aanpak heeft zijn wettelijk beslag gekregen in de nieuw Jeugdwet
die in 2015 van kracht wordt.
versie 15 september 2014
57
Frontoffice
Organisatieonderdeel waar de adviesvraag/melding binnenkomt, triage plaatsvindt en de eerste
telefonische advisering aan de adviesvrager/melder wordt gegeven.
Huiselijk geweld
Geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd. Met ‘huiselijke kring’
worden (ex-)partners, familieleden en huisvrienden bedoeld. Het woord huiselijk verwijst niet naar de
plaats van het delict (het kan zowel binnenshuis als buitenshuis plaatsvinden) maar naar de relatie
tussen pleger en slachtoffer. Bij huiselijk geweld kan het gaan om lichamelijk, psychisch of seksueel
geweld. Het kan de vorm aannemen van (ex-)partnergeweld, eergerelateerd geweld,
kindermishandeling, verwaarlozing van ouderen of geweld tegen ouders. (Bron: Een veilig thuis/G4)
Kindermishandeling
Elke vorm van een voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke,
psychische of seksuele aard die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in
een relatie van afhankelijkheid of onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige
schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of
psychisch letsel. Het gaat hierbij om: seksuele mishandeling, fysieke mishandeling,
emotionele/psychische mishandeling, fysieke verwaarlozing, emotionele/psychische verwaarlozing en
getuige zijn van partnergeweld.
Kindermishandeling is in het merendeel van de gevallen een vorm van huiselijk geweld maar het kan
zich ook buiten de huiselijke kring voordoen. (Bron: Een veilig thuis/G4)
Procesregie
De procesregie heeft tot taak er voor te zorgen dat er op iedere melding de juiste actie wordt
ondernomen. De procesregisseur beschikt over de expertise om adequaat te kunnen beoordelen welke
specifieke actie op een melding moet volgen en bewaakt de voortgang, het resultaat en de uitvoering
van de acties op basis van de gemaakte afspraken (Bron: Een veilig thuis/G4).
Triage
Na iedere melding/adviesvraag betreffende huiselijk geweld of kindermishandeling wordt door experts
op het gebied van huiselijk geweld of kindermishandeling ingeschat wat de ernst van de situatie en de
veiligheidsdreiging voor slachtoffer en of kinderen is. Er wordt daarbij een analyse gemaakt van de
situatie in het gezin, familie of huishouden en van de oorzaken die geleid hebben tot het geweld of de
mishandeling. Daarbij wordt de problematiek bezien vanuit het perspectief van alle betrokken
gezinsleden. Op basis van die analyse aan het begin wordt ingeschat hoe ernstig of hoe complex de
problematiek is, welke veiligheidsmaatregelen acuut moeten worden genomen en eventueel welke
specialistische behandeling, dan wel welke begeleiding moet worden geboden. Naast de informatie van
gezinsleden, de familie of het huishouden, kan bij het maken van die analyse ook gebruik worden
gemaakt van informatie over het gezin, de familie of het huishouden, die bekend is bij de politie, bij
andere meldpunten of bij zorgorganisaties. Daarvoor is het nodig dat er informatie tussen politie en
justitie enerzijds en de hulp- en zorgverlening anderzijds wordt uitgewisseld, opdat de synergie tussen
het justitie- en het zorgtraject kan worden geoptimaliseerd. (Bron: Een veilig thuis/G4)
versie 15 september 2014
58
Veiligheidsplan
Het vaststellen van een veiligheidsplan is nodig voor het duurzame herstel van veiligheid. Het opstellen
van een veiligheidsplan vereist een specifieke deskundigheid. Er moet een analyse worden gemaakt van
de situatie in het gezin, de familie of het huishouden. De ernst van het geweld of de mishandeling
moet worden ingeschat, evenals de complexiteit en de kans op verdere escalatie. Er moet worden
beoordeeld of de bedreigde betrokkenen in veiligheid moeten worden gebracht, hoe escalatie kan
worden voorkomen en hoe ruimte gegeven kan worden om de opgebouwde spanning te laten
wegvloeien. Hulpmiddelen die de maker van het veiligheidsplan ten dienste staan om de betrokkenen
in veiligheid te brengen zijn het regelen van een veilig onderdak, het opleggen van een tijdelijk
huisverbod en het nemen van kinderbeschermingsmaatregelen. (Bron: Een veilig thuis/G4)
versie 15 september 2014
59