Transcript Profielschets vacature Raad van Toezicht WFZ

Profielschets vacature Raad van Toezicht WFZ
1.
Het Waarborgfonds voor de Zorgsector
Het Waarborgfonds voor de Zorgsector (hierna te noemen: WFZ) is een onafhankelijk, not for profit garantiefonds
voor intramurale zorginstellingen. Het WFZ is in 1999 opgericht door de brancheverenigingen van intramurale
zorginstellingen in samenwerking met het Ministerie van VWS. Het WFZ verstrekt garanties op leningen aan
zorginstellingen. Het gaat hierbij om leningen voor investeringen in grond, gebouwen en/of inventarissen, en dus
niet om kredietverlening ten behoeve van bijvoorbeeld de maandelijkse salarisbetalingen. De garantie houdt in
dat het WFZ de betalingsverplichtingen met betrekking tot de rente en aflossing van de desbetreffende
zorginstelling jegens de financier (bank of belegger) overneemt, als de zorginstelling daar zelf niet meer aan kan
voldoen. Door deze garantieverlening neemt het WFZ dus de kredietrisico's van de financier op de
gegarandeerde lening(en) geheel over. Om aan eventuele garantieclaims te kunnen voldoen heeft het WFZ een
financiële buffer die bestaat uit drie lagen. Op de eerste plaats is er het risicovermogen van het WFZ (het
'spaarvarken'). Mocht dit onverhoopt niet voldoende zijn om aan de financiële claims te kunnen voldoen, dan kan
het WFZ vervolgens van de aangesloten deelnemers vragen om financieel bij te springen (de 'collectebus').
Mocht ook dit niet voldoende zijn, dan kan het WFZ in laatste instantie een beroep doen op het Rijk (de
'achtervang'). Op basis van deze zekerheidsstructuur kan een geldverstrekker er van uitgaan dat de rekening
'linksom of rechtsom' altijd zal worden betaald. Voor de zorginstelling levert een WFZ-garantie hierdoor een
probleemloze toegang tot de kapitaalmarkt op en zeer gunstige lening condities (onder meer lage rentekosten en
lange looptijden). Bovendien zijn de lening condities niet eenzijdig door de geldgever aan te passen en zijn de
leningen niet tussentijds opeisbaar. WFZ-geborgde financiering onderscheidt zich hiermee fundamenteel van
ongeborgde bancaire kredietverlening. WFZ-borging bevordert de continuïteit van de financiering van
zorginstellingen en daarmee van de zorg. Dit is niet alleen relevant vanuit het perspectief van de individuele
zorginstelling, maar ook vanuit het perspectief van de cliënt/patiënt.
Aan de ene kant verstrekt het WFZ een indirecte staatsgarantie. Aan de andere kant is het WFZ te beschouwen
als een 'onderlinge waarborgmaatschappij': de deelnemende zorginstellingen staan onderling voor elkaar garant.
Dit laatste verklaart waarom het WFZ risicobeoordelingen en daarop gebaseerde selectie kent. Zowel met
betrekking tot de deelname van zorginstellingen (selectie 'aan de poort') als met betrekking tot de
garantieverlening op investeringsprojecten van deelnemers. Het handelen van het WFZ is er in eerste instantie op
gericht dat de 'collectebus'-regeling niet in werking hoeft te treden. Het WFZ beoordeelt dus bij wijze van spreken
'namens de andere deelnemers' (en de overheid, als achtervang) of een zorginstelling zijn zaken voldoende op
orde heeft om te kunnen toetreden (en blijven deelnemen), en of de investeringsplannen vertrouwenwekkend
genoeg zijn om voor garantie in aanmerking te komen. Risicobeoordeling en risicobewaking zijn de
kernactiviteiten van het WFZ.
Het WFZ opereert op het snijvlak van de zorgsector, de bancaire sector en de overheid. Deze positie laat zich
weergeven zoals in onderstaande figuur.
Pagina 1 van 4
De ontwikkelingen in de externe omgeving van het WFZ zijn van grote invloed op het functioneren van het WFZ in
de praktijk van alledag en de wijze waarop het WFZ invulling geeft (kan geven) aan zijn doelstellingen. Met
betrekking tot elk van de in de figuur vermelde clusters van omgevingsfactoren zijn grote veranderingen gaande,
die zowel op dit moment als in de komende jaren invloed op het WFZ hebben, en dus ook in hoge mate bepalend
zijn voor de agenda van de RvT.
2.
De Raad van Toezicht
Het WFZ heeft een bijzondere positie: het is een private stichting, geen beursgenoteerde onderneming, en
(ondanks de nauwe banden met de overheid) geen zelfstandig bestuursorgaan (ZBO). De RvT richt zich enerzijds
op de realisering van de maatschappelijke functie en doelstellingen van het WFZ (met als kerntaak het voor
deelnemers bevorderen van continuïteit van financiering tegen zo laag mogelijke kosten). Het toezicht richt zich
anderzijds op de realisering van interne organisatiedoelstellingen op strategisch en beleidsmatig niveau
(bijvoorbeeld met betrekking tot: deelname, garantieverlening, producten en diensten, organisatorische en
procedurele vormgeving, risicobeheer, klantentevredenheid, personeelsbeleid en het financiële beheer). De RvT
staat de directie hierbij gevraagd en ongevraagd met advies terzijde. De RvT vervult tevens de werkgeversrol ten
aanzien van de directie.
De RvT komt zo vaak bijeen als wenselijk of noodzakelijk wordt geacht, maar tenminste vijfmaal per jaar. Naast
de reguliere vergaderingen wordt één keer per jaar een speciale vergadering belegd, waarin een actueel
beleidsthema wordt uitgediept. Voorts vindt er jaarlijks een evaluatie plaats van het eigen functioneren en dat van
de directeur. In ieder geval één maal per jaar is de externe accountant in een RvT vergadering aanwezig ter
bespreking van de jaarrekening. Het honorarium voor een lid van de RvT wordt ontleend aan de vigerende
normen van de Wet Normering Topinkomens (WNT). Er is een bestuursaansprakelijkheidsverzekering afgesloten.
Een toezichthouder wordt in principe aangesteld voor een periode van vier jaar met de mogelijkheid eenmaal
herbenoemd te worden. De RvT bestaat uit 5 leden met diverse deskundigheden, teneinde het brede spectrum
van verantwoordelijkheden en externe invloeden met betrekking tot het WFZ goed te kunnen overzien. Voor elk
lid gelden de volgende algemene eisen:
-
beschikt over relevante kennis van de zorgsector (in het bijzonder met betrekking tot de bekostiging van
-
heeft ervaring op het gebied van bestuur en/of toezicht
-
heeft een brede maatschappelijke ervaring en betrokkenheid
-
is onafhankelijk en onpartijdig
-
is communicatief
zorginstellingen en de financiering van investeringen)
Pagina 2 van 4
-
hecht groot belang aan kwaliteit, zowel op het terrein van de interne organisatie als op het terrein van de
externe dienstverlening.
Belangrijke algemene persoonskenmerken zijn:
-
teamgeest, geen groot ego
-
strategisch/visie
-
eigen mening vormend
-
adviseur
-
proactief
-
goed kunnen luisteren
-
knopen durven doorhakken/lef/overtuigingskracht
-
communicatieve/sociale vaardigheden.
Naast de genoemde kwaliteiten wordt veel belang gehecht aan teamgeest en het vermogen om op vruchtbare en
efficiënte wijze met de collega’s in de Raad van gedachten te kunnen wisselen over voorliggende vraagstukken.
3.
Vacature
Op grond van het rooster van aftreden bestaat er een vacature in de Raad van Toezicht. In aanvulling op de
eerder genoemde profielkenmerken gelden ten behoeve van een evenwichtige samenstelling van de RvT, voor
deze vacature de volgende specifieke eisen:
-
affiniteit met de maatschappelijke doelstellingen van de zorgsector
specifieke kennis van en ervaring in bestuur en/of toezicht van zorginstellingen, bij voorkeur AWBZinstellingen (met een sterke voorkeur voor de verpleeg- en verzorgingssector).
4.
Onafhankelijkheid
Uitgangspunt is dat de RvT zodanig wordt samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de directeur en
welk deelbelang dan ook, onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. Om elke schijn van ongewenste
belangenverstrengeling, belangentegenstelling of aantasting van de onafhankelijkheid te vermijden heeft de RvT
specifieke zorgvuldigheidsregels vastgesteld (in het Reglement voor de RvT). In dit verband zijn de volgende
kernpunten te noemen:
-
Het WFZ is opgericht door de brancheverenigingen van intramurale zorginstellingen en het ministerie van
VWS. De RvT kent echter expliciet geen (direct of indirect) geoormerkte zetels voor de oprichtende partijen.
-
Een lid van de RvT geldt in elk geval als niet-onafhankelijk wanneer het lid (dan wel degene waarmee een
gemeenschappelijke huishouding wordt gevoerd) in de drie jaar voorafgaande aan de benoeming werknemer
of directeur van het WFZ is geweest, of een persoonlijke financiële vergoeding van het WFZ ontvangt
(anders dan de vergoeding voor de werkzaamheden als lid van de RvT).
-
De RvT stelt de algemene kaders vast voor het WFZ-bureau, maar is ten principale niet betrokken bij de
besluitvorming over specifieke casuïstiek (zoals: besluitvorming over toelating of afwijzing van individuele
deelnemers of periodieke herbeoordelingen en op basis daarvan door het WFZ genomen maatregelen;
garantieverlening aan individuele deelnemers; individuele goedkeuringsverzoeken inzake fusie, splitsing,
omzetting van rechtsvorm of statutenwijziging, enzovoorts).
-
Omdat de kans op een belangenconflict of ongewenste beeldvorming op grond van de voorgaande punten
op voorhand reeds aanzienlijk wordt beperkt, wordt deelname aan de RvT van het WFZ niet onverenigbaar
Pagina 3 van 4
geacht met het gelijktijdig bekleden van een toezichthoudende functie bij een deelnemende zorginstelling (te
meer daar deze functie relevante en actuele kennis oplevert die ook binnen de RvT van het WFZ van belang
is).
-
Hierbij is wel de zorgvuldigheidsvereiste van kracht dat leden van de RvT in elk geval direct moeten aftreden
indien (met betrekking tot de zorgorganisatie waaraan zij eventueel als toezichthouder verbonden zijn)
sprake is van een ‘code rood’ kredietwaardigheidsbeoordeling, doorhaling van deelneming conform artikel 10
van het Reglement van Deelneming (RvD) op andere gronden, aanwijzingen conform artikel 11 van het RvD,
het opleggen van boetes conform artikel 11 of 13 van het RvD, of andere conflicten of geschillen, waaronder
begrepen een beroep bij de Ondernemingskamer.
-
Een bestuurlijke functie bij een intramurale zorginstelling op het werkterrein van het WFZ is vanwege de
mogelijkheid van ongewenste belangenverstrengeling, belangentegenstelling of aantasting van de
onafhankelijkheid op voorhand niet verenigbaar met een lidmaatschap van de RvT-WFZ.
-
Ook personen die actief zijn in een rol als belangenbehartiger of betaald adviseur op het werkterrein van het
WFZ komen om deze redenen niet voor benoeming in aanmerking.
Pagina 4 van 4