Jaarverslag 2013 Nederlandse Museumvereniging en Vereniging

Download Report

Transcript Jaarverslag 2013 Nederlandse Museumvereniging en Vereniging

Jaarverslag
2013
1
inhoud
Nederlandse Museumvereniging, voorwoord
Missie en Beleid
Sterke museumsector
Leden, aspirant-leden en gelieerde instellingen
Lidmaatschap
Secties en sectieraad
Museumcongres
Museumvisie
Museale verwervingen vanaf 1933
Voor iedereen
Museumkaart
Prijsstelling
Bezoekvergoeding
Marketingrapportages
Koers
Magazine
BankGiro Loterij
Museummaanden
Museumweekend
Museumburen
Museum.nl en Museumkaart.nl
Stimulering museumbezoek door kinderen t/m 12 jaar
Museumkids
Museuminspecteurs
Museumklas van het Jaar
Midden in de samenleving
De maatschappelijke betekenis van musea uitdragen: Meer dan Waard
Lobby
Museumbrief
Brief cultuurstelsel
Stuurgroep Asscher-Vonk
Museumcijfers
LAMO
Ethische Codecommissie
2
3
4
5
6
7
7-8
9-10
9-11
11
12
13
13
14
14
14
15
15
15
16
16
16
17
17
18
18
19
20
21
21
22
22
23
24
24
Goede vereniging
Algemene ledenvergadering
Bestuur
Governance
Organisatie
Interview met Irene Asscher-Vonk,
voorzitter Museumvereniging 2014
25
26
26-27
28
28
29-30
Vereniging van Rijksmusea 2013
31
Voorwoord
32
Cao
Huisvesting
Raadsadvies
Museumbrief
Regeling samenwerking musea
Collectiemobiliteit
Indemniteit
LAMO
Onderzoeksagenda cultuur en wetenschap
Werkgeverszaken
Verlaging pensioenen PFZW afgewend
Stichting Wachtgeld
Commissies
P&O
Herziening handboek referentiefuncties
Leeftijdsfasebewust personeelsbeleid
Financiën
Visitaties
Nieuwe leden
Federatie Cultuur
Bestuur en bureau
Colofon
33
34-35
35
36
36
37
37
38
38
39
39
39
39
39
39
39
39
40
41
41
42
43
Nederlandse
Museumvereniging
Foto: Fred Ernst
voorwoord
De vereniging van twee verenigingen gaat in 2014
van start met een nieuw samengesteld bestuur en
leiding van het bureau. De nieuwe vereniging heeft
een compleet pakket aan diensten en activiteiten,
en is in staat om nog meer invloed uit te oefenen
door met één mond te spreken namens het gehele
museumveld.
De fusie is aangegaan met een beleidsplan voor
de periode 2014-2017, waarbij het nieuwe bestuur
de ruimte is gegeven om binnen dit plan accenten
te leggen. In dat proces zal het bestuur ook zoeken
naar de mogelijkheden om het begrote tekort voor
2014 terug te dringen en met een sluitende begroting voor 2015 te komen.
Uitdagingen zijn er genoeg. Op politiek vlak zal
alle aandacht uitgaan naar de nieuwe erfgoedwet,
die onder meer de afstoting van museale collecties
door overheden beter regelt, in lijn met de nieuwe
LAMO. Ook de bekostiging en huisvesting van
rijksmusea zal drastisch veranderen, en als het aan
ons ligt, wordt dit structureel beter georganiseerd.
Bij gemeenten treden nieuwe colleges aan die we
via onze leden de vijf maatschappelijke waarden
van musea bijbrengen, onder meer met stages bij
musea. En in Brussel propageren we het belang
van musea voor de Europese 2020 strategie, via
ons Europese netwerk NEMO.
Binnen de museumsector bieden we meer dan
ooit stof tot debat en inspiratie. Via ons Museumcongres, dit jaar in Leeuwarden, waar het belang
van de collecties centraal staat. Via de secties, met
wie we een vergaande vorm van versterking aan
het voorbereiden zijn.
En met de commissie Putters, die in opvolging van
de commissies Asscher-Vonk 1 en 2 een advies zal
uitbrengen over de versterking van de positie van
het museale veld in de komende tijd, met name op
gebied van collectiemobiliteit en de relatie met het
primair onderwijs.
Het publiek zal ook van ons horen. De 1,1
miljoen Museumkaarthouders stimuleren we tot
museumbezoek met ons maandelijkse Museumkaartmagazine en via Museum.nl. De financiële
meerwaarde van de Museumkaart voor de deelnemende musea houden we in stand met een redelijke uitkering per bezoek. In de marketing richten
we ons op de nieuwe doelgroepen Jong & Hip en
het Gezin, en blijven we de vaste klanten koesteren. Tijdens het Museumweekend zetten we een
stap in de richting van een Museumweek, met de
Museumkidsdag als nieuwe loot aan de tak. En we
verkennen of we onze aanwezigheid op televisie
verder kunnen uitbreiden. Al onze inspanningen
zullen zijn gericht op het versterken van de sector,
door te werken aan een breder draagvlak voor musea, een permanente ontwikkeling van de sector en
een groot en divers publieksbereik. Het zet daarmee de traditie voort van haar voorgangers,
de VRM en de NMV, met vereende kracht.
Irene Asscher-Vonk (voorzitter) en
Siebe Weide (directeur)
Missie
De Nederlandse Museumvereniging bestaat
sinds 1926 en is een branchevereniging voor alle,
geregistreerde musea in Nederland.
‘Een sterke museumsector, voor
iedereen, midden in de samenleving,
dat is waar de Nederlandse
Museumvereniging naar streeft.’
Foto: Roy Beusker
Wij willen dit bereiken door musea die lid zijn te
ondersteunen in hun streven naar kwaliteit, bereik
en financiering. Door de collectieve belangen
van de leden te behartigen, musea een forum te
bieden, diensten te verlenen die musea helpen in
hun werkzaamheden en het collectieve imago van
musea te versterken.
Beleid
Nadat in het najaar 2012, in opdracht van de
Nederlandse Museumvereniging en de Vereniging
van Rijksmusea, het rapport Musea voor Morgen
van de commissie Asscher-Vonk verscheen,
drongen de leden van beide verenigingen aan
op een fusie – de ultieme samenwerking tussen
de verenigingen. Met één mond spreken is een
nuttige en effectieve stap naar een sterke(re)
museumbranche.
Ondertussen hebben we in 2013, het laatste jaar
van het beleidsplan 2011-2013, doorgewerkt aan
de meeste kernpunten:
4
Speerpunten
Strategische
ontwikkelgebieden
Vaste
waarden
• Maatschappelijke betekenis
musea uitdragen
• Werkgeverschap
bevorderen
• Museumkaart als bron
van ontdekking
• Agenda zetten, zichtbare en
actieve lobby
• Resultaten Experimenten
museumbezoek t/m 12 jaar
• Museumcongres als
bron van inspiratie
• Branche-informatie en
benchmarking
• Internationaal museumtoerisme bevorderen
• Secties als bronnen van
kennis
5
Foto: Fred Ernst
Sterke
museumsector
Leden, aspirant-leden en gelieerde
instellingen
Een sterke branchevereniging bestaat bij de gratie
van een sterke binding met de leden. De keuze
voor lidmaatschap moet weloverwogen en vrij zijn,
de voorwaarden voor lidmaatschap moeten echter
bindend zijn. Daarom zijn in 2008 lidmaatschap,
acceptatie van de Museumkaart en registratie in
het Museumregister zoveel mogelijk ineengeschoven. Organisaties in de museale sector die geen
museum zijn maar wel een werkrelatie met musea
hebben, konden zich liëren.
Museale instellingen die de Museumkaart willen
accepteren, moeten opgenomen zijn in het Museumregister en lid zijn van de Museumvereniging.
Leden uit 2008 die nog niet opgenomen zijn in het
Museumregister hebben tot en met 2014 de tijd
gekregen hier alsnog aan te voldoen. Het gaat om
81 (aspirant-)leden. De exploitatie van de Museumkaart is ondergebracht in een andere rechtspersoon. Eind 2013 waren er meer dan 1 miljoen
Museumkaarthouders die ongeveer 6,4 miljoen
bezoeken met de Museumkaart hebben afgelegd.
6
De contributie van leden, aspirant-leden en gelieerde
instellingen wordt jaarlijks vastgesteld op basis van
een contributiestelsel. Bepalend voor het indelen
in een van de tien categorieën zijn de totale baten
die ten goede komen aan de instelling, inclusief
de door derden gedragen kosten. Het gaat om de
totale baten over het kalenderjaar twee jaar vóór
het lopende kalenderjaar. De contributie voor het
jaar 2013 is ten opzichte van 2012 verhoogd met
het consumentenprijsindexcijfer. In 2013 heeft de
Museumvereniging aan contributie ongeveer
€ 541.000 ontvangen.
Een actueel overzicht van alle (aspirant-)leden en
gelieerde instellingen staat op onze site.
Foto: Fred Ernst
Op 31 december 2013 telde de Museumvereniging
487 contribuanten, waarvan 455 (aspirant-)leden
en 32 gelieerde instellingen. We mochten in 2013
zeven nieuwe leden verwelkomen. Per 1 januari
2014 hebben acht instellingen op moeten zeggen
vanwege sluiting of ingrijpende bezuinigingen. Van
onze leden en gelieerde instellingen accepteren
396 de Museumkaart.
Lidmaatschap
Leden van de Museumvereniging worden geacht
zich te houden aan de Ethische Code voor Musea.
Dit geldt ook voor de gelieerde instellingen, voor
zover deze code van toepassing is. Dit zijn nietmuseale non-profit instellingen die naar inzicht
van de Museumvereniging een belangrijke rol
spelen in de museale sector.
Een museum verwerft, behoudt, onderzoekt, presenteert, documenteert en
geeft bekendheid aan de materiële en
immateriële getuigenissen van de mens
en zijn omgeving, voor doeleinden van
studie, educatie en genoegen.
7
Foto: Pedro Sluiter
In Nederland zijn naar schatting meer dan 1.200
museale instellingen, waarvan het Centraal Bureau
voor de Statistiek er voor haar tweejaarlijkse museumstatistiek 773 enquêteert. Het kwaliteitskeurmerk
voor musea is het Museumregister.
De eisen hiervoor zijn gebaseerd op de museumdefinitie van het International Council of Museums
uit 2006 (ICOM): Een museum is een permanente
instelling, niet gericht op het behalen van winst,
toegankelijk voor publiek, die ten dienst staat aan
de samenleving en haar ontwikkeling.
Secties en sectieraad
Foto: Laurens Aaij
De sectieraad kwam in 2013 drie keer bijeen onder
voorzitterschap van een bestuurslid en bestaat uit
de voorzitters van de besturen van de negen secties. De professionals die werken bij een museum,
dat lid is van de Museumvereniging, kunnen deelnemen aan activiteiten van maximaal drie secties.
De secties bieden de participanten binding met
hun vak of functie, alsook een forum voor actuele
onderwerpen en vormen een klankbord voor de
vereniging. In 2013 zijn tijdens de vergadering van
de sectieraad de eerste stappen gemaakt voor de
herstructurering van de secties. In 2014 zal de herstructurering verder worden uitgewerkt.
Voorzitter van de sectieraad Jos Schatorjé trad eind
2013 af als bestuurslid van de NMV en daarmee
ook als voorzitter van de sectieraad. Toine Berbers
nam het voorzitterschap per 2014 over.
In 2013 hebben de negen secties gezamenlijk 22
activiteiten georganiseerd die 664 deelnemers
trokken. Ook hebben de secties acht workshops
op het Museumcongres georganiseerd. In het oog
sprongen de Rijksmuseummiddag voor acht van de
negen secties en het minicongres Integraal veiligheidsmanagement in musea georganiseerd door de
sectie Veiligheidszorg en Facility Management.
Sectie Collecties
Voorjaarsdag: Verzamelen van hedendaags erfgoed, Museum Rotterdam, met 28 deelnemers.
Depotbezoek samen met de sectie SIMIN: Collectiecentrum Amsterdam Museum en Hulshoff,
met 43 deelnemers.
Sectie Culturen
Tentoonstellingsanalyse: Beeld en werkelijkheid:
perspectief en keuzes, met 11 deelnemers.
Tentoonstellingsanalyse: Het Afrika Museum in
de 21e eeuw, met 9 deelnemers.
Foto: Fred Ernst
Sectie Historische Huizen
Studiereis: Zweden, met 30 deelnemers.
Najaarsdag: Kasteel Loenersloot,
met 10 deelnemers.
Sectie Kunstmusea
Tentoonstellingsanalyse: ‘The making of’ van
de tentoonstelling Frans Hals. Oog in Oog met
Rembrandt, Rubens en Titiaan, geannuleerd.
Sectie Historische Musea
Voorjaarsdag: Beleef Huygens en de Gouden
Eeuw!, met 29 deelnemers.
Tentoonstellingsanalyse: IN Vredesnaam,
met 10 deelnemers.
Tentoonstellingsanalyse: Rembrandt in ZwartWit.
Sectie PR & Marketing
Studiemiddag: Crowdfunding: gouden ei of
plofkip? Met 29 deelnemers.
Heidesessie: Effectief campagne voeren,
met 24 deelnemers.
Studiemiddag: Marketinganalyse,
met 27 deelnemers.
8
Sectie Publiek & Presentatie
Publieksanalyse: 10 jaar Museumschool,
geannuleerd.
Sectie Informatievoorziening in Musea
(SIMIN)
Depotbezoek samen met de sectie Collecties:
Collectiecentrum Amsterdam Museum en Hulshoff, met 43 deelnemers.
Sectie Veiligheidszorg en Facility
Management
Studiereis: London, met 17 deelnemers
Studiemiddag: Ik heb een plan – en dan?
Foto: Fred Ernst
Museumcongres
In het Beleidsplan 2011-2013 is het Museumcongres aangemerkt als vaste waarde en bron van inspiratie. Het vindt jaarlijks plaats op de donderdag
en vrijdag van de eerste week in oktober, in 2013
op 3 en 4 oktober in ’s-Hertogenbosch. Met het
thema Dwarsverbinden sloot het zevende Museumcongres met een knipoog aan bij het Advies van
de Raad voor Cultuur (Ontgrenzen en verbinden)
en de aanbevelingen van onze eigen commissie
Asscher-Vonk.
De Brabantse gastvrijheid deed haar reputatie
alle eer aan en de start was verrassend door het
klaagkoor. Op basis van door musea ingestuurde
publieksklachten was een compositie gemaakt
(muziek en tekst) en uitgevoerd door de Koningstheateracademie uit ’s-Hertogenbosch. De compactheid van de stad maakte het lopen van en naar
de werkgroeplocaties eenvoudig en overzichtelijk.
Passend bij het thema was het deelnemersdiner op
donderdag, verspreid over acht restaurants in de
Korte Putstraat, waarbij het een verrassing was met
wie je daar zou zitten – veel nieuwe contacten zijn
op deze manier ontstaan. Het lopen naar de restaurants en daarna naar het Museumkwartier werd
begeleid door studenten van de opleiding Toerisme.
Het programma in het Museumkwartier startte
met een rondleiding op zaal, kijkjes achter schermen, toelichtingen door restauratoren, architecten,
ontwerpers en meer. Ook kon er direct getekend
worden naar model, dat uiteindelijk uitmondde in
het vrolijke feest.De Culturele wandeling op vrijdag,
langs Het Zwanenbroedershuis, Museum Slager
9
en het Jheronimus Bosch Art Center, was levendig.
Voor directeuren (48) was er gelegenheid om op
vrijdag deel te nemen aan een besloten politieke
lunch.
De wens het congres duidelijker te verbinden met
een andere vaste waarde, te weten de secties, is
met workshops van bijna alle – op één na – secties
geslaagd te noemen. Op de beursvloer stonden 18
bedrijven, waarbij een voorzichtig begin was gemaakt
om niet-commerciële instellingen een goedkopere,
kleine plaats op de galerij aan te bieden. Met 605
deelnemers is het Museumcongres een bepalend
moment in de agenda van museaal Nederland. Het
is onze ambitie dit beter te benutten door actuele
onderwerpen te behandelen. Daarmee dient het
congres de vakmatige ontwikkeling van professionals alsook de opinievorming en de belangenbehartiging van de branche.
Het vaktijdschrift Museumvisie wil verdieping
bieden, museale kwesties in binnen- en buitenland
belichten, aandacht besteden aan spraakmakers,
ideeën en meningen. Museumvisie heeft een onafhankelijke hoofdredacteur, die in opdracht van de
Museumvereniging werkt, met een redactieadviesraad van museumdirecteuren en andere professionals. Het blad verschijnt elk kwartaal in een oplage
10
Foto: Fred Ernst
Museumvisie
van 2.250. Leden ontvangen gratis een aantal
exemplaren (maximaal vijf, afhankelijk van hun contributie). Ook is er een groep trouwe abonnees die
€ 45,- per jaar betalen.
Museale verwervingen vanaf 1933
Foto: Fred Ernst
Sinds 2009 werkten 162 musea samen aan een
landelijk onderzoek gericht op kunstvoorwerpen
om te kunnen vaststellen in hoeverre zich in de
museale collecties objecten bevinden waarvan de
herkomstgeschiedenis verwijst naar roof, confiscatie, gedwongen verkoop of andere verdachte
omstandigheden, in de periode vanaf 1933 tot en
met het einde van de Tweede Wereldoorlog. Een
monumentaal werk, waar vele curatoren, kunsthistorici en archivarissen bij betrokken zijn geweest.
Het was geen eenvoudige taak, maar het belang
van het onderzoek stond bij de musea steeds voorop. In oktober presenteerde de Museumvereniging
de resultaten. De herkomstgeschiedenis van 139
kunstwerken met een (mogelijke) problematische
herkomstgeschiedenis, afkomstig uit 41 verschillende musea, zijn nu op de speciale website
musealeverwervingen.nl te raadplegen. Ook verscheen een mooi vormgegeven brochure, waarin
de Museumvereniging een aantal bevindingen presenteert van vier jaar onderzoek naar de herkomstgeschiedenis van collecties in Nederlandse musea.
11
12
Foto: Fred Ernst
Voor
iedereen
Museumkaart
In 2013 zijn 1 miljoen Museumkaarthouders ruim
6,4 miljoen keer naar de bijna 400 deelnemende
musea geweest. De vergoeding over 2013 bedraagt
60 procent van het gemiddelde van het volbetalende bezoek en komt uit op € 37 miljoen. Het was
noodzakelijk om per 1 juli 2013 de kaartprijs te
verhogen.
De ruim 6,4 miljoen bezoeken door Museumkaarthouders in 2013 is ruim 20 procent meer dan in
2012. Het gemiddeld gebruik van de Museumkaart
steeg hiermee ten opzichte van voorgaande jaren
met ongeveer een half bezoek. Dit is te danken aan
het aantrekkelijke aanbod van de musea.
Foto: Mike Bink
Prijsstelling
Foto: Erik & Petra Hesmerg
13
Om de musea voldoende te kunnen blijven vergoeden moet de prijs van de Museumkaart meebewegen met de entreeprijzen in de musea. Een prijsverhoging van de Museumkaart kan echter vergaande
gevolgen hebben, zoals kaarthouders die afhaken
of de kaart excessief vaak gebruiken. Mede op
grond van de uitkomsten van een prijsonderzoek
besloot het bestuur van de Stichting Museumkaart
tot een prijsverhoging. Sinds 1 juli 2013 kost de
kaart € 49,95 voor volwassenen en € 25 voor jongeren tot en met 18 jaar, exclusief eenmalig € 4,95
aan inschrijfkosten. De Museumkaart is te koop in
musea, via de site museumkaart.nl en als abonnement. De musea verzorgden in 2013 bijna 23
procent van de eerste verkopen. Zij krijgen hiervoor
een provisie van € 3,50 per verkochte kaart. Veel
kaarthouders – 67 procent – hebben een doorlopend abonnement.
Bezoekvergoeding
Musea krijgen een voorschot van 50 procent van
de gemiddelde toegangsprijs op basis van hun
maandelijkse bezoekdeclaraties. Het bestuur
streeft naar een uitkering van ten minste 60 procent
van het gemiddelde van het volbetalende bezoek.
Over 2013 bedraagt de uitkering 60 procent. Dat is
lager dan in voorgaande jaren vanwege het hoge
aantal bezoeken – gemiddeld 6,53 per kaarthouder
– en de hogere gewogen gemiddelde toegangsprijs in 2013 van € 9,68 (exclusief btw). Het plafond
over 2013 was € 15 (inclusief btw). Musea met een
hogere gemiddelde toegangsprijs krijgen een vergoeding die gebaseerd is op het plafond. De totale
bezoekvergoeding bedroeg ruim € 37 miljoen.
Marketingrapportages
Foto: Ivar Pel
Door de barcode op de Museumkaart kunnen we
marketinginformatie verzamelen en ter beschikking
stellen aan deelnemende musea. Deze gestandaardiseerde gegevens bieden musea inzicht in het
gedrag van hun bezoekers met een Museumkaart.
14
Foto: Mike Bink
Koers
De Museumkaart heeft een positief effect op zowel het bezoek als de inkomsten. Het leidt ertoe
dat de Museumkaart netto geld genereert, ondanks dat per bezoek een vergoeding geldt van
60 procent van de toegangsprijs. Het belang
van dit percentage is dan ook te relativeren.
Ook is er geen reden om paal en perk te stellen
aan het aantal Museumkaarthouders zolang de
Museumkaart tot meer bezoek blijft leiden.
Koers 2016, het plan van aanpak voor de Museumkaart voor de komende jaren, luidt:
‘De Museumkaart dient bij te dragen
aan meer museumbezoek, met een
redelijke bezoekvergoeding voor de
musea. Speciale aandacht gaat uit
naar gezinnen met kinderen en 20 t/m
35-jarigen, waarbij we de 55-plussers
vanzelfsprekend blijven koesteren.’
Museummaanden
Magazine
BankGiro Loterij
Sinds 2000 zijn wij beneficiënt van de BankGiro
Loterij. Eind 2012 heeft de loterij toegezegd tot en
met 2017 jaarlijks € 500.000 bij te dragen aan de
versterking van de collectieve promotie van musea.
Naast de jaarbijdrage ontving de stichting tijdens
het Goed Geld Gala 2012 van de BGL € 1,9 miljoen
voor de campagne Museummaanden 2013.
15
Februari, maart, april en mei 2013 waren Museummaanden, als een imagocampagne voor de hele
museumsector. Zestien musea, waarvan de helft
beneficiënt van de BGL, stonden in de schijnwerpers en ontwikkelden speciale activiteiten met als
thema Doe een museum. Deze musea waren uit
meer dan 100 aanmeldingen geselecteerd. De ruim
700.000 BGL-spelers kregen speciale toegang met
een Museummaandenpas. De zestien musea ontvingen hiermee 80.000 bezoekers. De bekendheid
van Museummaanden was redelijk: 40 procent van
de mensen die de campagne kenden, zei nieuwsgierig te zijn geworden naar de musea. Bij de
BGL-spelers lag dat percentage iets lager.
Museumkaartmagazine juli t/m september 2013 nr. 45
Wij gaan digitaal. Gaat u mee?
Stuur ons uw
e-mailadres
Foto: Ernst van Deursen
Uit kostenoverwegingen is in 2013 een einde
gekomen aan de gedrukte versie van het Museumkaartmagazine. Het laatste nummer – het derde van
2013 – is eind juni verspreid, gelijk met een campagne om meer e-mailadressen van kaarthouders
te verzamelen. Het e-magazine is sinds september
vervangen door een nieuw digitaal Museumkaartmagazine dat maandelijks verschijnt. In oktober
was er een extra editie rond de Maand van de
Geschiedenis. In december ontvingen kaarthouders
met ten minste één junior kaarthouder op hetzelfde
woonadres speciale tips voor de kerstvakantie. De
totale oplage van het papieren magazine was in
2013 bijna 1,3 miljoen en die van het digitale ongeveer 3,8 miljoen.
Museumweekend
In 2013 was het Museumweekend op 6 en 7 april,
midden in de Museummaanden. Ruim 900.000 bezoekers bezochten de 400 deelnemende musea. De
musea vroegen slechts € 1 entree of waren gratis.
Ongeveer 13 procent van de bezoekers was nieuw
of had de afgelopen drie jaar geen Nederlands
museum bezocht.
Museumburen
Voor de derde keer organiseerden wij – aan de
vooravond van het Museumweekend – Museumburen, voor de directe buren van musea die BGLbeneficiënt waren. Van de ruim 60 beneficiënten
deden er 40 mee. Op een mailing naar 400.000
adressen kwamen uiteindelijk 5.000 bezoekers af.
Bijna 90 procent hiervan kende het museum al,
11 procent kwam voor het eerst. De waardering
voor Museumburen onder het publiek is groot.
Museum.nl en Museumkaart.nl
De site museum.nl presenteert geregistreerde
musea met hun vaste collecties, bezoekinformatie,
tentoonstellingen en kortdurende activiteiten. Het
doel is potentiële museumbezoekers te informeren
en te inspireren. Museumkaart.nl is een servicesite voor de kaarthouders. Beide sites versterken
elkaar. In 2013 kreeg museum.nl 180.000 bezoeken
en museumkaart.nl 2.300.000 van respectievelijk
135.000 en 1.500.000 unieke bezoekers.
16
Stimulering museumbezoek door
kinderen t/m 12 jaar
In opdracht van OCW onderzocht de Museumvereniging de afgelopen vier jaar op welke wijze
museumbezoek door kinderen tot en met 12 jaar
gestimuleerd kan worden. 2013 was het laatste jaar
van het onderzoekstraject. De meest succesvolle onderdelen, de Museuminspecteurs, de online
games en de inzet van sociale media werkte de
Museumvereniging uit in een toekomstbestendig,
museaal kinderplatform Museumkids.nl. De Museumklas van het Jaarverkiezing wordt nog één keer
gehouden in 2014.
Museumkids
In augustus 2013 lanceerde de Museumvereniging
Museumkids.nl. Het online platform moet bij kinderen interesse voor musea en cultureel erfgoed opwekken en het bezoek aan musea faciliteren. In de
eerste drie-en-een-halve maand trok de site meer
bezoekers dan verwacht. De kracht en potentie van
samenwerking met interne (museale) en externe
partners biedt mogelijkheden om het platform te
organiseren en financieren, en daarmee de aandacht
voor kinderen en museumbezoek te continueren.
17
Museuminspecteurs
De website van de Museuminspecteurs werd in
2013 ondergebracht op het platform Museumkids.nl.
De deelnemende kinderen aan Museuminspecteurs
wisten veel publiciteit voor musea te genereren.
Met ruim 1500 inspecteurs en bijna 3500 inspecties
bleven de aantallen iets achter bij de verwachting.
Daartegenover staat dat de inspecteurs met ruim
35.000 stemmen in 2013 veel meer aandacht wisten te realiseren dan in de eerste jaargang.
Museumklas van het Jaar
Na evaluatie van twee edities is de conclusie
gerechtvaardigd dat een derde editie, in dezelfde
vorm, geen wezenlijke vooruitgang zal bieden.
Niettemin zijn er voldoende mogelijkheden teneinde
het bereik in 2014 te vergroten. Bij de Museumklas
van het Jaar waren er 82 aanmeldingen waarvan 18
scholen daadwerkelijk hun kunstwerk online zetten.
Drie schoolklassen wonnen een prijs.
Foto: Diana Monkhorst
18
Foto: Rob Honselaar
19
Foto: Mike Bink
Midden in
de samenleving
De maatschappelijke betekenis van
musea uitdragen: Meer dan Waard
Aan dit speerpunt uit het beleidsplan 2011-2013
werd in het tweede jaar van het programma Meer
dan Waard aandacht geschonken door:
● Checklist Gemeenteraadsverkiezingen 2014 (in
april aan alle leden): een hulpmiddel en inspiratiebron om met de vijf kwalitatieve maatschappelijke
waarden – de collectie waarde, de verbindende
waarde, de educatieve waarde, de belevingswaarde en de economische waarde – de nog te schrijven
politieke verkiezingsprogramma’s te beïnvloeden.
● Studiedag Lobbyen voor en door directeuren
(april): 15 directeuren deelden met elkaar ervaringen over lobbyen. Zij ontvingen uitgebreide informatie en theorie over hoe te lobbyen (onder andere
met de vijf waarden) en konden dit in de praktijk
toetsen bij een voormalige topambtenaar en
politicus.
● Deelname aan de beurs van het VNG-congres
(juni): ruim 100 gesprekken met raadsleden, wethouders en burgemeesters over musea en hun
maatschappelijke waarde met behulp van de vijf
vastgestelde waarden.
● Museumvisie (september): een uitgebreid artikel
over de lobbytraining van april door Sandra Jongenelen.
20
Foto: Fred Ernst
● Museumstages voor politici (oktober): oproep
aan alle musea aan de hand van inspirerende,
gefilmde stages van lokale politici die een dag
letterlijk de ‘Handen uit de mouwen!’ staken in een
museum.
● Museumcongres (oktober): ruim dertig deelnemers bij de workshop over lobbyen in tijden van
crisis.
● Artikelen in Museumberichten (hele jaar) van
best practice voorbeelden van elk van de vijf
waarden.
De stuurgroep die het programma Meer dan
Waard begeleidt, bestaat uit: Toine Berbers (VRM),
Edwin Jacobs (Centraal Museum), Lidewij de
Koekkoek (Stedelijk Museum Alkmaar), Marjan
Scharloo (Teylers Museum), Paul Spies (Amsterdam
Museum), Margriet de Jong, Jurrian Meeter (tot
juli 2013), Ester Fabriek (vanaf juli 2013) en Siebe
Weide (Nederlandse Museumvereniging).
Lobby
21
het platform de Erfgoedagenda op, die breed verspreid is onder gemeentelijke politici.
Ook Europees is de vereniging actief, door deelname aan het Network of European Museum Organizations (NEMO). Dit netwerk van landelijke koepels
voor musea in landen die lid zijn van de Raad van
Europa, wisselt onderling kennis uit en spreekt
gezamenlijk in Brussel met de Europese Commissie en het Europese Parlement over museale
vraagstukken. Dit varieert van subsidievoorwaarden
tot vraagstukken als veiligheidsvoorschriften voor
transport van militaire objecten. Siebe Weide is
voorzitter van NEMO en in die hoedanigheid lid van
het bestuur van de Stichting Europeana.
Foto: Fred Ernst
Volgens het beleidsplan 2011-2013 is een goede
lobby een kerntaak van de Nederlandse Museumvereniging. De vereniging droeg bij aan het uitdragen
van de maatschappelijke betekenis van musea en
verspreidde actief positief nieuws van musea op
de website en sociale media. De vereniging hielp
musea met advies en steun bij politieke problemen in de eigen gemeentes. Zo sprak directeur
Siebe Weide in op de gemeenteraad van Oss voor
het behoud van Museum Jan Cunen en tegen de
opgelegde bezuinigingen. In tijden van bestuurlijke
en politieke veranderingen, waarin het belang van
musea met gemak onder druk kan komen te staan,
was het zaak actief en zichtbaar te lobbyen voor
musea.
De vereniging is tevens actief in de cultuurbrede
lobby, vanuit de Federatie Cultuur, waar de vereniging
lid van is en directeur Siebe Weide in het bestuur zit.
De Federatie Cultuur (FC) richt zich op het specifieke cultuurbeleid van het Rijk, maar ook op brede
zaken als fiscale issues. In 2013 verzorgde de FC
een mobiliteitsdesk voor ontslagen medewerkers
van rijksgesubsidieerde instellingen en een collectieve website voor de publicatieplicht voor ANBI’s.
De FC was tevens betrokken bij het Ondernemerschapsprogramma van OCW (de Geefcampagne
Cultuur daar geef je om, het Leiderschapsprogramma
LinC en de coach fondswerving).
De FC is ook belangenbehartiger in de erfgoedbrede
lobby, als lid van het Erfgoedplatform van Kunsten
’92 dat jaarlijks de BNG Erfgoedprijs uitreikt aan de
gemeente met een voorbeeldig erfgoedbeleid. In
aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen stelde
Foto: Fred Ernst
Museumbrief
In juni publiceerde minister Bussemaker haar museumbrief ‘Samen werken, samen sterker’. De brief
was in goed overleg met de Nederlandse Museumvereniging en de Vereniging van Rijksmusea tot
stand gekomen. De museumbrief is een steun in
de rug bij de inzet van de vereniging voor samenwerking in de museumsector. De minister erkent in
de brief de inspanningen die de musea verrichten.
Tegelijk schetst zij een aantal reële uitdagingen
en legt ze terecht de verantwoordelijkheid bij de
musea, in het vertrouwen dat die zich richten op
samenwerking, educatie en het bereiken van nieuw
publiek. Dat de minister samenwerking financieel
wil stimuleren met twee miljoen euro per jaar, is
een zeer welkome ondersteuning. De criteria voor
deze regeling worden samen met de museumverenigingen en het Mondriaan Fonds uitgewerkt. In
het verslag van de Vereniging van Rijksmusea vindt
u meer informatie over de inspanningen van beide
verenigingen naar aanleiding van de Museumbrief.
Brief cultuurstelsel
Op 1 november stuurde minister Bussemaker haar
kamerbrief over kwaliteitsverbetering van het cultuurstelsel naar de Tweede Kamer. Bij de uitwerking
van de brief is de Nederlandse Museumvereniging
nauw betrokken geweest. Beide museumverenigingen verwelkomden het voorstel van een erfgoedwet
met daarin een museumparagraaf over behoud en
beheer van collecties. De Nederlandse Museumvereniging werkt reeds aan een herziening van
de Leidraad Afstoten Museale Collecties (LAMO),
waarin wordt nagedacht over de beschermwaardigheid van erfgoed binnen een bepaalde kerncollectie. Verder is de vereniging verheugd dat in
de beoordeling van musea meer dan nu rekening
zal worden gehouden met daadwerkelijk geleverde
prestaties.
Foto: Fred Ernst
Stuurgroep Asscher-Vonk
22
In vervolg op het rapport Musea voor Morgen kreeg
de stuurgroep Asscher-Vonk de opdracht van de
Nederlandse Museumvereniging en de VRM samenwerkingsverbanden tussen musea verder te onderzoeken. De stuurgroep stond onder voorzitterschap
van Irene Asscher-Vonk en bestond verder uit
Pieter Geelen, Manfred Sellink en Claartje Bunnik
(secretaris). Het rapport Proeven van Partnerschap
was het resultaat. Dit rapport werd op het Museumcongres gepresenteerd door Irene Asscher-Vonk
aan de aanwezige museumdirecteuren. Naast 150
inspirerende voorbeelden bevat Proeven van Partnerschap criteria voor duurzame samenwerking.
De stuurgroep Asscher-Vonk rekent erop dat de
voorbeelden in het rapport navolging krijgen.
In de samenwerkingsregeling van het Mondriaan
Fonds zijn de criteria voor samenwerking ontleend
aan Proeven van Partnerschap. Bij het Mondriaan
Fonds is de komende drie jaar acht miljoen euro
beschikbaar voor musea die verregaander samenwerken dan tot nu toe het geval is. Beide verenigingen hebben actief bijgedragen aan de totstandkoming van deze regeling.
Museumcijfers
Een speerpunt uit het beleidsplan 2011-2013 is het
bevorderen van gebruik van branche-informatie en
benchmarking. In samenwerking met het CBS, de
VRM, de Stichting Museana en het ministerie van
OCW is in 2012 één nieuwe vragenlijst ontwikkeld
voor de benchmark Museana en het CBS. Deze lijst
is in 2013 voor de tweede keer aan alle leden van
de Museumvereniging toegestuurd. Zij kunnen gratis
deelnemen aan de benchmark. Door het invullen
van deze vragenlijst kunnen musea:
● gegevens aanleveren voor de verplichte
CBS-enquête,
● gegevens aanleveren voor de publicatie
Museumcijfers,
● zichzelf met andere musea benchmarken.
Foto: Fred Ernst
23
Met bijna 240 deelnemende musea is het Museana-systeem een waardevolle gegevensbank voor
de sector. Tijdens het Museumcongres konden
deelnemers van de workshop Haal meer uit Museana zich verdiepen in de mogelijkheden van de
benchmark. De gegevens uit Museana vormen
tevens de basis voor een publicatie over de sector,
Museumcijfers 2012, die gepresenteerd werd op
de nieuwjaarsreceptie van de Museumvereniging in
januari 2014.
LAMO
In 2012 heeft de commissie Leijnse een advies
geschreven over de herziening van de Leidraad
Afstoting Museale Objecten (LAMO). De Museumvereniging werd verzocht een aantal aanpassingen
uit te werken. Hiertoe is een werkgroep opgericht
met de volgende leden: Heleen Buijs (Geldmuseum), Laura Grijns (Nederlandse Museumvereniging,
secretaris), Christi Klinkert (Stedelijk Museum
Alkmaar), Arjen Kok (Rijksdienst voor Cultureel
Erfgoed), Steph Scholten (Bijzondere collecties
UVA, voorzitter) en Mariska de Wit (Rijksmuseum).
De werkgroep boog zich in de zomer van 2013 over
de tekst van de LAMO, om de definities te verduidelijken, meer invulling te geven aan de inrichting
van een beschermwaardigheidstoets en een aantal
procedures te verhelderen. Het advies van de werkgroep is in de ALV van 18 november 2013 aangenomen. De uitvoering ervan vindt in 2014 plaats.
Ethische Codecommissie
Foto: Maarten van Haaff
24
De Ethische Codecommissie voor Musea is een
onafhankelijk orgaan dat de branche – gevraagd
en ongevraagd – adviseert over ethische museale
kwesties. De samenstelling van de commissie is te
vinden op de site van de Museumvereniging. De
commissie vergaderde in 2013 vier keer. De commissie gaf in het najaar advies aan het Landelijk
Contact van Museumconsulenten (LCM) inzake de
afstoting van voorwerpen met een lage erfgoedwaarde waarvan niet of onvoldoende duidelijk is
hoe het museum deze heeft verworven (‘bulk’). Er
zijn geen andere adviezen uitgebracht. De commissie volgt de ontwikkelingen in het veld op de voet.
Waar nodig is een officiële reactie vanuit de commissie verstuurd. Door de huidige ontwikkelingen,
veelal op collectiegebied, ontstaat steeds meer
aandacht voor de museale ethiek.
25
Foto: Fred Ernst
Goede
vereniging
Algemene ledenvergadering
Foto: Fred Ernst
Leden en gelieerde instellingen kwamen in 2013
tweemaal bijeen, in mei in EYE Film Instituut Nederland te Amsterdam en in november in het Geldmuseum te Utrecht. Aan bod kwamen onder meer het
vervolg op Musea voor Morgen met een presentatie
van Pieter Geelen (lid stuurgroep Asscher-Vonk),
het nadere advies van de werkgroep LAMO, de
Koers 2016 van de Museumkaart naast reguliere
onderwerpen als vaststelling van de jaarstukken,
dechargeverlening aan het bestuur en aanvragen
voor lidmaatschap en gelieerdheid. In de meivergadering is gepeild of de voorgenomen fusie met de
VRM op onoverkomelijke bezwaren zou stuiten en
in de novembervergadering – nadat aan juridische
formaliteiten was voldaan – is ingestemd met de
fusie, de statutenwijziging, het huishoudelijk reglement en de beleidsvoornemens en begroting 2014.
Bestuur
In 2013 heeft het bestuur vijf maal vergaderd, in
februari, april, september, oktober en november.
Naast het goedkeuren van jaarplan en begroting
2014, de vaststelling van de jaarverantwoording
2012 en de halfjaarcijfers 2013 ging het over governance, organisatie, beleid en in het bijzonder over
de voorgenomen fusie met de VRM.
Foto: Fred Ernst
26
Bestuursleden worden benoemd voor een periode
van vier jaar, met de mogelijkheid tot verlenging met
nog eens vier jaar. Het bestuur van de Nederlandse
Museumvereniging vormt een personele unie met
het bestuur van de Stichting Museumkaart.
Het bestuur bestaat uit ten minste zeven en ten
hoogste negen personen en heeft het volgende
profiel:
● Voorzitter en penningmeester zijn niet werkzaam
bij een museum en maken geen deel uit van een
bestuur of een raad van toezicht van een museum.
● De voorzitter heeft een netwerk in het openbaar
bestuur, heeft affiniteit met kunst, cultuur en erfgoed en heeft ervaring met belangenbehartiging.
● De penningmeester heeft financiële kennis en
ervaring in bankwezen, bedrijfsleven of accountancy,
en heeft affiniteit met kunst, cultuur en erfgoed.
● De overige leden zijn directeuren van musea.
● Eén van de museumdirecteuren wordt benoemd
tot vice-voorzitter.
● Bij de samenstelling wordt gestreefd naar diversiteit in sekse, leeftijd en culturele achtergrond.
● De samenstelling weerspiegelt de veelzijdigheid
van musea binnen de vereniging.
27
Foto: Fred Ernst
Samenstelling bestuur
2013
Museum
Type
Groot
financiering
Middelgroot
Dhr. Hans Kamps
Extern, voorzitter
Dhr. Ewoud Goudswaard
Extern, penningmeester
Dhr. Willem Bijleveld
Directeur Het Scheepvaartmuseum, vicevoorzitter
Rijk
Mw. Jouetta van der
Ploeg
Directeur Stadsmuseum
Zoetermeer
Gemeente
Mw. Lisette Pelsers
Directeur Kröller-Müller
Museum
Rijk
●
Dhr. Jos Schatorjé
Directeur Limburgs Museum
Provincie
●
Dhr. Paul van Vlijmen
Directeur Spoorwegmuseum
Particulier
Dhr. Adrie Warmenhoven
Directeur Koninklijke Eise
Eisinga Planetarium
Mw. Diana Wind
Directeur Stedelijk Museum
Schiedam
Klein
●
●
●
●
Gemeente
●
Conform het rooster van aftreden hebben vier bestuurders in 2013 hun zetel ter beschikking gesteld.
Het bestuur heeft weloverwogen gekozen voor herbenoeming van deze bestuurders gedurende het
fusieproces van de vereniging met de Vereniging
van Rijksmusea. Na positieve besluitvorming van
de beide ledenvergaderingen heeft het bestuur het
bestuursprofiel gewijzigd. Per januari 2014 is er
sprake van maximaal zeven bestuurders, van wie
vijf museumdirecteuren. Er is per die datum een
nieuw bestuur geformeerd waarin vanwege continuïteit drie bestuurders zijn aangebleven.
Governance
Het bestuur heeft de Governance Code Cultuur
gevolgd. Bestuurders ontvangen ten hoogste een
onkostenvergoeding. Een evaluatie van het eigen
functioneren heeft het vorige jaar plaatsgevonden.
Tussen bestuur en directie is een statuut overeengekomen.
De directeur heeft de dagelijkse leiding over het
bureau. De directeur heeft een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en een in de sector
passende bezoldiging, ruimschoots binnen de
Wet Normering Topinkomens.
Het bestuur heeft Dubois & Co als externe accountant benoemd voor controle van de jaarrekening
van 2013.
Foto: Fred Ernst
Organisatie
De interne organisatie van de Museumvereniging
richt zich op drie doelgroepen: leden, publiek en
politiek. Het driehoofdige managementteam wordt
ondersteund door de staf. Wat betreft de arbeidsvoorwaarden hanteerde de Museumvereniging in
2013 een vereenvoudigde versie van de cao voor
rijksgesubsidieerde musea. De Museumvereniging
is verantwoordelijk voor de collectieve promotie
van de musea en uit dien hoofde voor de organi28
satie van de Museumkaart. De Museumvereniging
brengt voor de uitvoering van die werkzaamheden
kosten in rekening aan de Stichting Museumkaart.
Sinds zomer 2013 zijn de bureaus van de Nederlandse Museumvereniging en VRM samengevoegd,
in de aanloop naar de fusie per 1 januari 2014.
Interview met
Irene Asscher-Vonk,
voorzitter Museumvereniging 2014
‘We moeten elkaar leren
kennen en vertrouwen’
29
Foto: Rogier Chang
Vraag Irene Asscher-Vonk naar het hoogtepunt
van het afgelopen jaar en ze noemt de fusie
van de Nederlandse Museumvereniging (NMV)
en de Vereniging van Rijksmusea (VRM). ‘Voor
een buitenstaander is het samengaan niet
meer dan logisch. De musea van beide clubs
staan voor hetzelfde. Ze bewaren de schatten
van het land en presenteren ze op zo’n manier
dat mensen komen kijken, er iets van leren en
genieten. De aparte verenigingen bleken een
erfenis uit het verleden.’
Toch is het samengaan van de twee
spreekbuizen meer dan het rechttrekken van een historisch gegeven.
‘Het is een symbool. De sector zet
zich eensgezind neer. We presenteren ons als één gezicht en dat maakt
de musea in de buitenwereld sterker’,
zegt Asscher-Vonk.
De fusie vloeit voort uit het rapport Musea voor Morgen, dat twee
jaar geleden onder haar leiding
verscheen en musea oproept tot
samenwerking. Vorig jaar volgde
Proeven van Partnerschap met
voorbeelden van samenwerking.
Die ervaring maakt Asscher-Vonk bij
uitstek geschikt als voorzitter per 1
januari 2014 van de Museumvereniging, de nieuwe organisatie.
Als emeritus hoogleraar Arbeidsrecht en Sociaal Verzekeringsrecht
en houder van commissariaten in
het bedrijfsleven, geldt de voorzitter
als nieuwkomer in de kunst- en
cultuurwereld. Ze presenteert zich
ook graag als zodanig. ‘Het voordeel
van het buitenstaanderschap is dat
mensen je daardoor dingen gaan
uitleggen. En als ze dat doen – bij
voorbeeld waarom er twee museumverenigingen zijn – dan zie je dat ze
het zelf eigenlijk ook niet begrijpen.’
De zaken die voor de Rijksmusea
aparte aandacht vragen, eisen geen
aparte vereniging. Dat kun je ook op
een andere manier doen.
De musea stemden unaniem vóór
de fusie en omarmden het voorstel
tot intensievere samenwerking. Enthousiaste reacties kwamen er ook
uit politieke hoek. ‘De minister van
Cultuur omhelsde het rapport Musea
voor Morgen. Zoiets geeft een enorme schwung, maar doet ook beseffen dat we door moeten.
‘Een kind waarvan de verwachtingen hoog zijn, kan zich geen zes
minnen veroorloven. Dat geldt ook
voor ons en daar hebben we iedereen voor nodig. De vereniging is niet
alleen een dienende service-instelling. We moeten impulsen krijgen
van musea. Voeding is belangrijk.
Daarom hoop ik dat leden zich actief
opstellen. Denk mee; de
vereniging zelf heeft geen belang of
agenda die losstaat van de leden.’
30
Het afgelopen jaar bezocht AsscherVonk een groot aantal musea. Dat
waren persoonlijke hoogtepunten.
Het gaf ook inzicht. ‘Door al die
schitterende musea raakte ik ervan
doordrongen dat we die schat moeten delen, bewaren en doorgeven.’
Tegelijkertijd werd ze verrast door de
enorme passie, het vakmanschap en
de inzet van museummedewerkers.
‘Dat heb ik me nooit zo gerealiseerd. Er wordt vaak gezegd dat
musea meer zouden moeten kijken
naar de manier waarop in het bedrijfsleven wordt gewerkt. Ik draai
het graag om. De koekjesfabriek kan
heel wat leren van het koekjesmuseum. Het is ongelooflijk hoe musea
met beperkte budgetten mensen
aan zich weten te binden; publiek,
vrienden, vrijwilligers, medewerkers.
Musea zijn in staat een enorme loyaliteit te kweken en te onderhouden.
Waarschijnlijk omdat mensen overtuigd zijn van de waarde ervan.
Graag deelt ze een recente ervaring. ‘Ik heb meegemaakt hoe ongelooflijk aardig en hulpvaardig vrijwilligers kunnen zijn. Een vrouw vertelde
over de tentoonstelling alsof ik een
vriendin van haar was en wees me
op bepaalde aspecten. Door haar
enthousiasme bleef ik langer in het
museum dan ik van plan was. Dat
kreeg zij voor elkaar. En dat lukt niet
als je een professioneel reclamepraatje
afdraait. Bedrijven kunnen daar iets
van opsteken.’
Bij haar rondgang merkt ze dat
musea zich door de recente rapporten laten inspireren. ‘In het rapport
Proeven van Partnerschap lazen de
medewerkers van het Historisch
Museum Viseum in Veenendaal dat
het Verzetsmuseum in Amsterdam
niet-museale objecten op zolder van
een nabijgelegen bejaardentehuis
opslaat. Dat gebeurt met gesloten
beurzen. Bewoners mogen gratis
de tentoonstelling bezoeken. Voor
Viseum was dat een eyeopener. Ze
overwegen iets vergelijkbaars te
doen.’
In het verlengde daarvan hecht
Asscher-Vonk aan de platformfunctie
van de Museumvereniging. ‘Het is
de kunst mensen bij elkaar te brengen. Kennen ze elkaar dan kunnen
ze elkaars best practices delen en
samen optrekken.’ Bij de presentatie
van het rapport Musea voor Morgen
zag ze met eigen ogen hoe groot
die behoefte is. ‘Mensen gingen
spontaan speed daten. ‘Weet jij veel
van de Geefwet? Wij zijn op zoek
naar die kennis.’ Er werden draden
geweven.’
Een stap verder is de gezamenlijke
presentatie bij voorbeeld op een
toeristische beurs. ‘Misschien kan
museum x ook museum y vertegenwoordigen. We gaan elkaar niet
beconcurreren. Samenwerking is
noodzakelijk. Die stap heeft de sector
nu echt gezet. En daarvoor is het
van belang dat mensen elkaar leren
kennen en vertrouwen.’
Dat laatste geldt ook voor de rest
van de samenleving. ‘We moeten
in gesprek zijn met de minister,
Kamerleden, politici, wethouders
en het bedrijfsleven en elkaars taal
leren. Pas dan kun je elkaar verstaan
en begrijpen. Ga je als musea een
relatie aan met de maatschappij dan
kun je draagvlak creëren, behouden
en onderhouden. Iedere dag moet je
daaraan werken.’
Dit onderwerp vormt een belangrijk ingrediënt van de agenda van de
Museumvereniging. ‘Door met elkaar
in gesprek te zijn, weten we wat er
aan komt, kunnen we toekomstig
beleid analyseren, een standpunt
innemen en wellicht het beleid
bijsturen. Dat gaat verder dan alleen
de ontwikkelingen volgen en reageren. We willen de discussie aangaan
met het publiek en de overheid, en
niet worden verrast door maatregelen die we hadden kunnen zien aankomen.’ De samenwerking beperkt
zich niet tot de eigen gelederen.
31
Foto: Fred Ernst
Vereniging van
Rijksmusea
Vereniging
van Rijksmusea
voorwoord
Ook bij de VRM stond 2013 in het teken van de
fusie. Door de fusie met de NMV gaat de lang gekoesterde wens in vervulling om het geluid van de
museumwereld krachtiger ten gehore te brengen bij
publiek en politiek. De verenigingen geven hiermee
een helder signaal af dat samenwerking menens is.
Een nieuwe gebundelde vereniging kan het beste
van de twee oude verenigingen verder brengen. Zo
zijn er zijn nieuwe kansen om het aantal volgers van
de cao te vergroten en goed werkgeverschap uit te
dragen, nieuwe kansen om de dienstverlening uit
te breiden en nieuwe kansen om samenwerking in
secties en commissies te verdiepen.
Het bestuur vaardigde twee leden af in het
werkbestuur dat de fusie gestalte gaf. In de fusiebesluiten heeft de NMV de wens van de VRM
gehonoreerd om het rijksmuseale en cao-belang
apart te borgen in zogenoemde kringen. Ook zijn
er afspraken gemaakt over een vertegenwoordiging van de rijksmusea in het nieuwe bestuur en
over het takenpakket van de nieuwe tweekoppige
directie. Er kwam een beleidsplan met de kanttekening dat het nieuwe bestuur in de loop van 2014
nog accenten kan aanbrengen. Met deze garanties
gaven de leden de fusie hun zegen.
Foto: Fred Ernst
Erik van Ginkel (vice-voorzitter) en
Toine Berbers (directeur)
32
Cao
MUSEUM
CAO
2013
2015
Looptijd 1 april 2013 – 1 april 2015
De VRM bereikte op 1 oktober 2013 op Paleis Het
Loo een akkoord met de vakbonden over verlenging van de cao van 1 april 2013 tot 1 april 2015.
De onderhandelingen, gevoerd vanaf maart, verliepen moeizamer dan gebruikelijk. De bonden eisten
een salarisverhoging van 4,5 (of vijf) procent in
twee jaar en waren mordicus tegen afschaffen van
toeslagen. De cao-delegatie had van de leden een
mandaat van 1 procent per jaar en het dringende
verzoek om van de toeslagen af te komen. De twee
partijen hebben elkaar gevonden in gedeeltelijke,
stapsgewijze afschaffing van één toeslag en een
extra loonstijging van 0,25 procent. De bonden
gingen akkoord met deze modernisering van de
cao in ruil voor verhoging van het loon en de eindejaarsuitkering. Een argument dat bij hen zwaar
woog, was dat de lonen in de museumsector sinds
1 januari 2012 niet meer structureel omhoog waren
gegaan. Bij ons speelden enkele andere feiten: de
gemiddelde loonstijging in de sector dienstverlening bedroeg op het moment van akkoord 1,06
procent per jaar. De besparing door de stapsgewijze afschaffing van de zondagtoeslag levert
voor musea met wat ouder personeel al snel meer
op dan 0,25 procent per jaar.
Het akkoord in een notendop:
Salarisverhoging - over twee jaar + 2,5%:
● 1% met ingang van 1 april 2013
(dus met terugwerkende kracht)
● 0,25% eindejaarsuitkering per december 2013
(dus structureel naar 2,5%)
● 1% met ingang van 1 april 2014
● 0,25% eindejaarsuitkering per december 2014
(dus structureel naar 2,75%)
Zondagtoeslag:
● Per 1 oktober 2013 wordt aan nieuwe
werknemers geen zondagtoeslag meer uitgekeerd.
Voor huidige medewerkers is de bestaande toeslag
van 60 procent gegarandeerd en geïndexeerd voor
de duur van hun dienstverband op basis van de
gewerkte zondagen tussen 1 oktober 2012 en
1 oktober 2013.
0-urencontracten:
● Geen passage over 0-urencontracten. Deze
contracten worden in de museumwereld op
verzoek van werknemers gesloten. De bonden
laten de eis tot opname vervallen.
Verdere afspraken:
● Ouderenhalfuurtje: vervalt met ingang van
1 juli 2014.
● Heilige communie: dit bijzonder verlof vervalt.
33
● Reorganisatie: een stappenplan voor
reorganisatie wordt een bijlage in de cao.
Huisvesting
Na een intensief debat over de huisvesting van de
rijksmusea, koos minister Bussemaker op 13 december in een brief aan de Tweede Kamer ervoor
het opdrachtgeverschap voor instandhouding van
het gebouw bij de musea zelf te leggen. Dit is een
opsteker voor de rijksmusea, die in enkele brieven
aan de minister en aan de Tweede Kamer hadden
gepleit voor dit zogeheten scenario 2.
Staatssecretaris Zijlstra was de discussie begonnen door in februari 2012 de huurovereenkomsten
van de 17 rijksmusea met de Rijksgebouwendienst
(RGD) op te zeggen – om voor 1 januari 2017 het
stelsel opnieuw in te richten. Zijn opvolger schetste
in haar museumbrief (juni 2013) drie varianten:
(1) eigendom aan en verantwoordelijkheid bij de
musea; (2) eigendom bij het Rijk (Rijksgebouwendienst), musea verantwoordelijk voor onderhoud
(opdrachtgeverschap); (3) musea in rijkshuisvestingsstelsel onder vernieuwde RGD. Een werkgroep
van OCW, BzK (RGD) en Financiën werkt de scenario’s uit. Uiteindelijk gaan de andere twee ministeries akkoord met scenario 2 mits er vijf musea
worden gevonden die hun onderhoud willen laten
uitvoeren door de RGD.
De musea vinden meer zeggenschap over het gebouw efficiënter. Het stimuleert ondernemerschap.
De bestaande situatie met de RGD is kostbaar en
tijdrovend. Het is een logische volgende stap in het
proces van verzelfstandiging, die in de jaren negentig is ingezet en door alle partijen als een groot
succes is bestempeld.
34
Foto: Erik Smits.
Na deze optredens is de knoop doorgehakt met
de concessie dat vijf musea bij de RGD blijven. De
uitwerking van dit besluit geschiedt in de departementale werkgroep die voor de gelegenheid is uitgebreid met een vertegenwoordiging van de musea
(en vereniging) en elke twee weken in Den Haag
bijeenkomt. Binnen de kring Rijksmusea blijft de
eigen werkgroep bijeenkomen, die ook zelf contact
houdt met OCW.
35
Foto: Corné Bastiaansen
Toch waren de andere partijen niet overtuigd. De
RGD wilde de musea graag onder zich houden en
Financiën was kopschuw geworden door affaires
als Amarantis en Vestia. De musea hebben met
cijferwerk aangegeven wat de financiële voordelen
konden zijn. Vervolgens werden ze in september
door de departementale werkgroep gehoord op
twee bijeenkomsten (in Amsterdam en Den Haag).
Hier hebben ze overtuigend laten zien dat ze heel
goed hun gebouwen zelf in stand kunnen houden en bovendien prima in staat zijn ingewikkelde
onderhouds- en verbouwingsklussen tot een goed
einde te brengen. De musea vinden het belangrijk
dat één partij verantwoordelijk wordt voor huisvesting en exploitatie en de samenhang tussen beide
aspecten eindelijk optimaal vorm krijgt. Er wordt
zo minder dubbel werk verricht, de korte lijnen
voorkomen tijdverlies en inschakeling van derden
verzekert scherpe prijzen. Het Rijk kan als eigenaar
van de musea via inspectie een minimum kwaliteit
afdwingen. Het hoeft de RGD niet uit te sluiten. Als
de RGD met een gunstige offerte komt, kunnen musea hiervoor kiezen. Het verschil is dat zij opdrachtgever zijn.
Raadsadvies
Foto: Eddo Hartman
De verschijning van het raadsadvies over het
museumbestel komt uiteindelijk op 31 januari
2013. De museumverenigingen omarmden het
pleidooi van de Raad voor meer samenwerking,
zoals ook gepleit in het rapport van de commissie
Asscher-Vonk, waar het advies meermalen naar
verwijst. Minister Bussemaker liet weten dat ze
de ideeën van de Raad voor Cultuur over een van
boven opgelegde samenwerking niet overneemt en
dat ze bereid is na te denken over een erfgoedwet
met een museumparagraaf. Andere plannen van de
raad konden evenmin op haar instemming rekenen.
Ze zei met de musea in gesprek te willen. Het is
aan de musea om hier een vervolg aan te geven.
Museumbrief
Op het departement van OCW is vanaf de zomer
naarstig gewerkt aan het Uitvoeringsplan Museumbrief 2013-2016. De minister betrekt beide verenigingen nauw bij de uitvoering en het opstellen
van Samen werken, samen sterker; deze ervaring
smaakte naar meer. De museumsector wordt geprezen om zijn actieve rol in het toekomstdebat en
de rapporten van de commissie en de stuurgroep
Asscher-Vonk zijn goed gevallen. In het Kamerdebat van 11 november heeft de minister zich dan
ook vol lof uitgelaten over de musea. De museumverenigingen waren afgelopen jaar op verschillende
deelgebieden actief, al dan niet in samenwerking
met de ambtenaren:
Regeling Samenwerking Musea
36
Foto: Fred Ernst
Bij het Mondriaan Fonds is de komende drie jaar
acht miljoen euro beschikbaar voor musea die verregaander samenwerken dan tot nu toe het geval is.
De regeling is 28 november van kracht geworden.
De NMV en VRM hebben in hoge mate meegedacht aan de uitvoering en vormgeving van deze
regeling. De criteria voor samenwerking zijn ontleend aan Proeven van Partnerschap van de stuurgroep Asscher-Vonk.
Collectiemobiliteit
De opzet van de minister is om dit onderwerp
uiteindelijk op te nemen in de prestatieafspraken
met musea. Ze is op zoek naar mogelijkheden om
dit verder te stimuleren en ziet hierin een rol voor
de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).
Het aanbod van de Museumvereniging om een
onderzoek te verrichten, is positief ontvangen.
Wij werkten intussen aan de onderzoeksopzet en
hebben hierover contact met de RCE. Doel van het
onderzoek is in eerste instantie het in kaart brengen
van de bestaande collectiemobiliteit en in tweede
instantie het benoemen van mogelijkheden om
meer activiteit los te maken.
Indemniteit
Foto: Maarten van Haaff
37
De minister heeft de Kamer toegezegd naar verbetering van de indemniteitsregeling te kijken. De
NMV en VRM hebben een onderzoek naar verbetering verricht onder leden die de regeling hebben
gebruikt. Eind november is een brief aan de minister uitgegaan met de resultaten van dit onderzoek.
De minister is van plan een verruiming van de
regeling te vragen bij de voorjaarsnota (februari). Ingewijden hebben twijfel over de haalbaarheid – het
ministerie van Financiën is immers fel gekant tegen
garantieregelingen.
LAMO
Om te voorkomen dat voorwerpen van nationaal
belang naar het buitenland verdwijnen, wil de
minister maatregelen treffen als aanscherping van
de Leidraad Afstoten Museale Collecties (LAMO)
en een koppeling tussen de LAMO en nieuw op te
stellen erfgoedwet. De NMV heeft de herziening
van de LAMO in november afgerond en werkt nu
aan de uitvoering. OCW is in goed en regelmatig
contact getreden met de verenigingen bij het opstellen van de erfgoedwet.
Onderzoeksagenda Cultuur en Wetenschap
Foto: Maarten van Haaff
38
In samenwerking met de RCE, het Karel van Mander Instituut, de Museumvereniging en enkele
andere initiatieven wordt gewerkt aan coördinatie
en prioritering van de onderzoeksagenda Cultuur
en Wetenschap in Nederland. Er is een werkgroep
gestart waarin namens de verenigingen twee personen zitting hebben. Daarnaast is voor werkbeurzen een bedrag van een miljoen euro beschikbaar,
dat via NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) zal worden besteed.
Werkgeverszaken
Het bestuur van pensioenfonds SFP in liquidatie
heeft in november 2013 voor het laatst vergaderd.
Het liquidatieoverschot van ruim een miljoen
euro wordt verdeeld onder alle medewerkers die
zijn overgegaan naar PFZW dan wel elders zijn
ondergebracht. Het verantwoordingsorgaan heeft
in november 2013 op de laatste bijeenkomst zijn
goedkeuring gegeven aan het liquidatieproces.
Verlaging pensioenen PFZW
afgewend
Zoals bijna alle pensioenfondsen heeft ook PFZW
in 2013 te maken met wisselende vooruitzichten
over de dekkingsgraad. In 2013 hoeft PFZW de
pensioenen in elk geval niet te verlagen, maar over
2014 valt nog niets met zekerheid te zeggen.
Stichting Wachtgeld
Op 6 december 2012 stemden de leden van
de VRM in met het liquideren van de Stichting
Wachtgeld. De restsom is na afwikkeling met
de Kamer van Koophandel en de accountant in
de loop van 2013 naar rato verdeeld onder de
betrokken musea.
39
Commissies
P&O
Leeftijdsfasebewust personeelsbeleid
In 2013 vergaderde de commissie P&O vijf keer. Er
is veel gesproken over de cao en de pensioenovergang. De commissie heeft de werkgroep Herziening
handboek referentiefuncties en de werkgroep
Levensfasebewust personeelsbeleid ingesteld.
Vanuit de commissie P&O ontstond de behoefte
om opnieuw met dit onderwerp aan de slag te
gaan. Een hernieuwd besef dat de sector aan het
vergrijzen is, dat mensen langer moeten doorwerken en dat (museale) kennis dient te worden
overgedragen, heeft geleid tot het instellen van
de werkgroep. Een eerste stap is het opstellen van
enkele cao-teksten. De werkgroep buigt zich daarna
over hoe levensfasebewust personeelsbeleid het
beste te implementeren is in de sector.
De verwachting is dat medio 2014 een advies zal
volgen.
Herziening handboek referentiefuncties
De werkgroep is in 2012 ingesteld omdat het huidige functiehandboek (2006) niet meer past bij de
dagelijkse museale realiteit. Oude functiebeschrijvingen waren te gedetailleerd en nieuwe ontbraken
op het gebied van commercie en ICT. Het functieraster is herzien en alle functies zijn opnieuw
beschreven met specifieke aandacht voor loopbaanpaden. Ook zijn competenties toegevoegd.
Eind 2013 kwam een herzien concept gereed dat
nog moet worden afgestemd met de AWVN.
De werkzaamheden zijn over 2013 in twee fasen
verlopen: eerst is het raster aangepast en werd
een standaardfunctiebeschrijving ontwikkeld door
Erik Jager van Entrance HRM Interim. Daarna heeft
Marja van der Vlis, personeelsadviseur bij het Van
Goghmuseum, alle functies opnieuw beschreven.
De werkgroep heeft als klankbord gediend. De
verwachting is dat het nieuwe handboek in het
voorjaar van 2014 gereed zal komen.
Financiën
De commissie Financiën kwam in 2013 tweemaal
bijeen, in Paleis Het Loo te Apeldoorn en in Teylers
Museum te Haarlem. Naast vaste onderwerpen als
de begrotingen bespreekt de commissie uitgebreid
de gevolgen van de bezuinigingen, de politieke
situatie, de vennootschapsbelasting en horizontaal
toezicht door de belastingdienst. De commissie
geeft de wens te kennen ook onder de nieuwe fusievereniging te willen blijven functioneren en graag
apart bijeen te komen.
Visitaties
De ledenvergadering van de VRM heeft besloten
het systeem van periodieke visitatie voort te zetten,
zij het in afgeslankte vorm. Met een vereenvoudigde en ingekorte visitatie- en rapportagevorm zijn
eind 2012 Volkenkunde, Muiderslot, Loevestein en
Catharijneconvent naar tevredenheid gevisiteerd.
Uitgangspunten van deze visitatievorm, die als
basis dient voor het nieuwe visitatiemodel, zijn het
activiteitenplan voor de kunstenplanperiode 20132016 en de aanbevelingen van de vorige visitatie.
De musea is gevraagd in een toelichting aan te
geven wat er met de aanbevelingen is gedaan en
in hoeverre die in het beleid zijn terug te vinden.
In 2013 is deze vorm van visiteren geëvalueerd
en aangevuld. Er is inmiddels een nieuw concept
visitatiemodel gemaakt, dat nog moet worden afgestemd met het Museumregister om deze onderzoeksinstrumenten goed op elkaar af te stemmen
en administratieve druk te minimaliseren. In 2014
gaan we van start met de tweede visitatieronde,
waarvoor naar alle waarschijnlijkheid de musea zelf
de financiering zullen moeten vinden.
Foto: Fred Ernst
Foto: Peter Hilz
40
Nieuwe leden
Vier musea treden in 2013 toe tot de VRM als
C-lid. Het zijn het Museum voor Moderne Kunst
in Arnhem, het Stedelijk Museum in Den Bosch,
Boijmans Van Beuningen in Rotterdam en het
Stedelijk Museum te Alkmaar.
Federatie Cultuur
De VRM is lid van de Federatie Cultuur, die er
langzaam maar zeker steeds beter in slaagt om als
gesprekspartner te fungeren namens de wereld
van kunst en cultuur. Er is periodiek overleg op
OCW met de directies Kunsten, Media, Letteren en
Bibliotheken en Cultureel Erfgoed over algemeen
cultuurbeleid van OCW.
Een delegatie van de FC, onder wie de VRMdirecteur, heeft zitting in de begeleidingscommissie
voor het door de Tweede Kamer gevraagde
onderzoek naar de economische effecten van de
bezuinigingen en voor de OCW-publicatie Cultuur
in Beeld. Ook over de besteding van frictiegelden
in een mobiliteitsplatform met het UWV is een
begeleidingsgroep geformeerd, waarin de VRMdirecteur zitting neemt.
41
Foto: Clara van Wijnen
Foto: Mike Bink
Bestuur en bureau
Het jaar 2013 kent geen wijzigingen in de bestuurssamenstelling maar wel op het bureau. Toine
Berbers en Gea Wold waren actief als respectievelijk directeur en secretaris. Lisa Doeland nam in
augustus ontslag, om elders in dienst te treden.
Haar functie wordt in afwachting van de fusie niet
opgevuld. Sinds augustus werkt het bureau nauw
samen met de NMV in afwachting van de fusie.
Foto: Fred Ernst
42
colofon
Teksten:
Ellen Bakema
Antoinette Beijen
Toine Berbers
Camille Boyer
Caroline Bunnig
Ester Fabriek
Janneke van Hardeveld
Margriet de Jong
Carla Keijzer
Marieke Krabshuis
Nina Merz
Mirjam Moll
Helen Schretlen
Koen van Veen
Siebe Weide
Gea Wold
Redactie:
Saskia Bekke-Proost
Interview Irene Asscher-Vonk:
Sandra Jongenelen
Vormgeving en beeldredactie:
LAVA i.s.m. Janneke van Hardeveld
43
Rapenburgerstraat 123
Postbus 2975
1000 CZ Amsterdam
(020) 551 2900
[email protected]
www.museumvereniging.nl
Foto: Fred Ernst