05. Zienswijze Zuidoost snorfiets

Download Report

Transcript 05. Zienswijze Zuidoost snorfiets

Directie Strategie & Beleid
Beleidsontwikkeling
Notitie
Aan
Het Algemeen Bestuur van de Bestuurscommissie van stadsdeel Zuidoost
Van
Het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Zuidoost
Kopie aan
Behandelend ambtenaar
Datum
Onderwerp
Zaaknummer
V. Sinester
16 september 2014
Zienswijze Zuidoost tav Snorfiets op de rijbaan(SOR) en weren brom- snorfietsen uit
parken en voetgangersgebied
14003983
1.Inleiding
In deze notitie wordt de zienswijze van stadsdeel zuidoost op de voorgenomen maatregelen
van het college van B&W t.a.v. snorfietsen toegelicht en wordt u voorgesteld met deze
zienswijze in te stemmen. De maatregelen van het College betreffen
1. Het initiatief tot wetswijziging om de snorfiets in aan te wijzen gebieden naar de
rijbaan te verplaatsen en hen een helmplicht op te leggen( SOR)
2. Voorstellen nav een motie bij het Meerjarenplan Fiets 2012 , om snorfietsen uit
parken en voetgangersgebied te weren.
De zienswijze van het stadsdeel is ,om in tegenstelling tot de voornoemde voorstellen, de
huidige status quo van brom- en snorfietsen op fietspaden in het stadsdeel te handhaven.
2. Aanleiding
2.1 Snorfiets op de rijbaan (SOR)en helmplicht
Het College van B&W is voornemens om in navolging van de bromfiets ook de snorfiets
(daar waar nodig) binnen de bebouwde kom in 50 km /uur zones naar de rijbaan te
verplaatsen en hen t.b.v.de veiligheid een helmplicht op te leggen, de maatregel SOR
(snorfiets op de rijbaan). In G4 verband is de minister van Infrastructuur en Milieu verzocht
de wet hiertoe te wijzigen. Aanleiding zijn de negatieve effecten van de groei van het aantal
fiets- en snorfietsverplaatsingen op de fietspaden, onwenselijk rijgedrag van snorfietsers
zoals het systematisch overtreden van de snelheidslimiet en het uitblijven van effecten van
voorlichting en handhaving op hun rijgedrag. Meest nijpend is de beperkte ruimte op de
fietspaden in het centrum, die ondanks grote – en nog te maken investeringen niet meer
toereikend zijn om de verschillende gebruikers te faciliteren. Snorfietsers zijn kwetsbaar in
het verkeer; van alle ernstig gewonden in Amsterdam is 16% snorfietser en van de 15
dodelijke slachtoffers in 2013 waren er 4 snorfietser. Gevolg is dat de bereikbaarheid en
verkeersveiligheid in het gedrang komen, wat haaks staat op de gemeentelijke ambitie.
De minister heeft ingestemd om aan de kamer voor te stellen de wet aan te passen. De
aanpassing houdt in dat gemeenten de mogelijkheid krijgen om bij lokaal verkeersbesluit
snorfietsen op aangewezen locaties te weren van de fietspaden én daarbij het dragen van
een helm te verplichten. Het College wenst de maatregel in te voeren in het centrum en het
gebied ten zuiden van het IJ omdat daar de grootste knelpunten zijn. De 2e kamer is per
brief d.d.2 juni 2014 geïnformeerd en het voorstel tot wetswijziging wordt in de herfst aan
de tweede kamer aangeboden.
2.2 Snorfiets weren uit parken en voetgangersgebied
Naast het initiatief wetswijziging SOR, heeft het College naar aanleiding van een motie bij
het Meerjarenplan fiets d.d. 19 december 2012, besloten om te onderzoeken welke
mogelijkheden de gemeente heeft om brom-snorfietsen te weren uit parken en
voetgangersgebied, te inventariseren op welke locaties het wenselijk en mogelijk is en daar
voorstellen toe uit te werken. Resultaat van het onderzoek door DRO/DIVV is dat in
Zuidoost voor de volgende parken wordt voorgesteld snor- en bromfietsers (gedeeltelijk) te
weren: Bijlmerpark, Bijlmerweide, Gaasperplas, Gaasperpark, Gaasperzoom, de Hoge Dijk
en Snodenhoekpark. Tevens zijn voorstellen gedaan voor andere bebording. Het voorstel
van DRO/DIVV is in concept gereed en wordt momenteel becommentarieerd.
3. Onderbouwing zienswijze
3.1. SOR en helmplicht
De wetswijziging SOR en helmplicht is vooralsnog alleen voorgesteld voor het centrum en
het gebied ten zuiden van het IJ, maar laat de mogelijkheid open om daarvoor ook andere
locaties aan te wijzen. Zuidoost heeft bezwaren tegen een mogelijke verruiming van SOR
naar het stadsdeel omdat de regeling strijdig is met in 1999 genomen verkeersbesluiten,
waaronder besluit nr. 99001515, welke hieronder wordt toegelicht. In het kader van het
Startprogramma Duurzaam Veilig en het daartoe in 1997 gesloten Convenant, hebben het
ministerie van Verkeer, de VNG, Unie van Waterschappen en Interprovinciaal Overleg
ingestemd met uitvoering van een pakket verkeersveiligheids maatregelen waaronder het
weren van de bromfietsers op de fietspaden, hen verplaatsen naar de rijbaan en het middels
verkeersbesluiten aanwijzen van brom/ fietspaden. Zuidoost heeft voor de meeste
maatregelen het landelijk beleid gevolgd, maar heeft besloten af te wijken van het
verplaatsen van bromfietsers naar de rijweg op grond van diverse overwegingen.
Zwaarwegend hierbij waren de stedenbouwkundige opzet van het stadsdeel, inhoudend
grote maaswijdten, hoge dreven en scheiding van langzaam en snelverkeer. De wegen in
Zuidoost staan veelal in verbinding met stroomwegen (80km/uur); de fietspaden grenzend
aan zuidoost zijn gelegen buiten de bebouwde kom waar meestal een max snelheid van >70
geldt; de dreven in Zuidoost zijn hoog gelegen en er is geen rechtstreekse verbinding met
fietspaden. De dreven bevinden zich daarbij op grote afstand van de woningen, waardoor in
veel gevallen de bromfietsers zich vanaf de woning met de bromfiets aan de hand lopend
richting dreven zou moeten begeven en v.v.: De zonering van veel wijken, zoals de
laagbouw in Gaasperdam die eenzijdig ontsloten en van elkaar gescheiden zijn, maakt dat
de wijken onderling alleen verbonden zijn via fiets- of voetpaden. Waar de fietspaden een
schakel vormen in de bromfietsroutes betekent het weren van bromfietsers dat zij ver
moeten omrijden, dreef op dreef af moeten, wat leidt tot discontinuïteit en onveiligheid. Dit
werkt overtreding in de hand.
In het besluit om bromfietsen toe te staan op het fietspad is in overeenstemming met de
technisch beheerder van het groengebied Amstelland ook besloten de bromfiets toe te
staan op de fietspaden in het groengebied, omvattend het Gaaperpark, , Gaasperplas, De
Hoge Dijk, Gaasperzoom en aansluitend Bijlmerweide. Overwegingen waren o.a. dat door
de ligging van de recreatiegebieden aan de stadsranden de paden een dubbelfunctie
hebben nl ontsluiting van de parken en aansluiting op de doorgaande fietsroutes buiten het
gebied ; dat het gebied maar beperkt toegankelijk is voor auto’s en dat veel gebruikers van
het park invaliden of slecht ter been zijn en gebruik maken van snorfietsen om toegang te
hebben tot het gebied. Een brom- snorfietsverbod zou juist deze groep treffen. Het
groengebied is gemeente en provincie overschrijdend en in het hele groengebied gelden
dezelfde regels tav gebruik van fietspaden door brom-snorfietsen. Ten behoeve van de
continuïteit en verkeersveiligheid is het noodzakelijk eenduidige regels te hanteren.
Het stadsdeel beschikt daarbij over een uitgebreid netwerk van kwalitatief goede en, in
tegenstelling tot het centrum, veelal vrij liggende fietspaden met een breder profiel dan in
de rest van Amsterdam. De paden dienen ook als brandweerroute en zijn ruim
gedimensioneerd voor fiets en brom/snorfiets waardoor er minder conflict is tussen de
gebruikers dan op de weg, en in vergelijking met fietspaden binnen de ring. De
verkeersintensiteit op de fietspaden in Zuidoost is de laagste van alle stadsdelen.
Pagina 2 van 4
De overwegingen om de bromfiets niet naar de rijbaan te verplaatsen gelden nog meer voor
de snorfiets, het besluit van 1999 voor de bromfiets geldt daarom onverkort ook voor de
snorfiets.
3.2.Snorfietsen weren uit parken en voetgangersgebied
Het weren van snorfietsen uit parken kan wenselijk zijn vanwege recreatieve doeleinden
(voorkomen van hinder) en voor natuurbehoud. Er zijn echter kanttekeningen en
zwaarwegende bezwaren tegen de voorstellen.
Allereerst is er het voornoemde verkeersbesluit over het toelaten van brom- en snor)fietsen
op de fietspaden in het groengebied Amstelland. Dit betreft vijf van de zeven aangewezen
locaties nl, Gaasperplas, Gaasperpark, Gaasperzoom en de Hoge Dijk en aansluitend
Bijlmerweide. Alleen het Bijlmerpark en Snodenhoekpark vallen hierbuiten.
In enkele gevallen betekent een verbod dat brom-snorfietsers moeten omrijden. Met name
in de avonduren vergroot dit het gevoel van sociale onveiligheid, langere afstanden dragen
bij aan luchtvervuiling, werken(snelheids) overtreding in de hand en nodigen uit tot
overtreding van verboden. Enkele voorgestelde alternatieve routes kunnen leiden tot
onduidelijkheid en oriëntatie problemen voor gebruikers omdat ze of niet logisch zijn noden
tot een veelheid aan verwijzingsborden om de juiste route te vinden.
Omdat handhaving in parken en groengebied geen prioriteit heeft is effectuering van de
maatregel twijfelachtig zonder extra handhavingscapaciteit.
Er is onvoldoende rekening gehouden met ruimtelijke infrastructurele plannen zoals het
toekomstige Spoorparkpad en de overkluizing van de A9 die gevolgen hebben voor fiets(brom- snorfiets )routes in het gebied. Noord zuid routes worden vanwege het afsluiten van
tunnels tijdelijk of permanent opgeheven, ingekort, omgeleid of afgewaardeerd. De
overkluisde Gaasperdammerweg dat getransformeerd wordt tot stedelijk gebied, verbindt
t.z.t. de Bijlmermeer met Gaasperdam. Noord zuid routes zullen over of langs het tunneldak
worden geleid en oostwest routes zullen deze kruizen. De werkzaamheden aan de A9 duren
6 jaar , in welke periode het niet wenselijk is om nog meer routes te wijzigen.
Snor –en bromfietsen worden in zuidoost gelijk behandeld. De een weren en de ander
toelaten op de fietspaden zorgt voor onduidelijkheid en is onwenselijk.
Zuidoost kent maar twee -in de zomer- druk bezochte parken, het Bijlmerpark en het
Gaasperpark. De overige parken zijn uitgestrekt en worden spaarzaam gebruikt. Na de
zomer en ‘s avonds is er minder verkeer. In de winter worden routes door parken beperkt- of
niet gestrooid, zijn slecht begaanbaar en daarom nog minder gebruikt.
De criteria voor keuze van de parken is niet duidelijk. Zo is de beleving van het
Snodenhoekpark niet recreatief en is het Centraal Park Gaasperdam dat tot de
hoofdgroenstructuur behoort niet in de inventarisatie genoemd.
In bijlage 1 Inventarisatie wordt per locatie ingegaan op de voorstellen
3.3. Kosten van de maatregelen
Kosten van implementatie van de maatregelen om snorfietsen te weren uit parken, komen
grotendeels ten laste van het stadsdeel en zijn vooralsnog onbekend. Het stadsdeel
beschikt niet over middelen om hierin te voorzien en acht dit geen prioriteit.
4. Overlast en verkeersveiligheid brom- en snorfietsen in Zuidoost.
Cijfers over het brom-snorfietsbezit en -gebruik in Zuidoost zijn niet bekend. Het beeld bij
de afdeling Handhaving en daarom aannemelijk is, dat in Zuidoost geen grote aantallen
brom- en snorfietsers zijn. Van de overlast zoals binnen de ring is in Zuidoost dan ook geen
sprake. In de klachtenmelding wordt incidenteel te hard rijden, rijden op (voet)paden waar
Pagina 3 van 4
het niet is toegestaan, op de stoep rijden en geluidsoverlast genoemd. Te hard rijden wordt
vooral waargenomen op regionale fietspaden die door de inrichting (vrij liggend, breed en
doorgaand) uitnodigen tot het opvoeren van de snelheid.
Zuidoost kende tussen 2002 en 2012 vijf dodelijke verkeersslachtoffers. Bij geen van alle
was een brom-of snorfiets betrokken. In juli 2014 heeft zich op de Provinciale weg een
eenzijdig bromfietsongeval voorgedaan met dodelijke afloop. De oorzaak van het ongeluk
wordt momenteel onderzocht.
5. Conclusie en Advies
Het stadsdeel stelt zich op het standpunt de huidige status quo van brom- en snorfietsen op
de fietspaden en in parken te handhaven onder andere op grond van in 1999 genomen
besluiten om de bromfiets toe te laten op fietspaden in het stadsdeel en in het groengebied
Amstelland dat provincie overstijgend is . De overwegingen die destijds hebben geleid tot
het besluit zijn nog steeds van kracht en gelden onverkort ook voor de snorfiets.
De verkeersintensiteit en overlast van brom- en snorfietsen op de fietspaden in zuidoost,
inclusief de parken staat in geen verhouding tot die in het centrum en binnen de ring en van
de problematiek als in het centrum is in Zuidoost geen sprake. Er is geen aanleiding om te
veronderstellen dat dit zich binnen afzienbare tijd anders zal ontwikkelen. Zuidoost
beschikt daarbij over kwalitatief goede en brede fietspaden die geschikt zijn om zowel fiets
als brom- en snorfiets te faciliteren. Het stadsdeel wenst daarom grote terughoudendheid
te betrachten bij het nemen van maatregelen.
Mocht er in de toekomst op bepaalde locaties wel aanleiding toe zijn, dan bestaat binnen de
(toekomstige) maatregel SOR en de maatregel bromfiets op de rijbaan uit 1999, de
mogelijkheid om met een lokaal verkeersbesluit een wijziging te entameren. Sociale- en
verkeersveiligheid, bereikbaarheid en consistentie voor de weggebruiker zullen hierin
zwaarwegende factoren moeten zijn.
Gezien het bovenstaande zal het Dagelijks Bestuur een brief versturen aan het College van
Burgemeester en Wethouders over haar zienswijze en het College adviseren om de huidige
status quo van brom- en snorfietsen op fietspaden en in parken te handhaven. Mocht u deze
zienswijze willen bespreken dan verzoeken wij u dit te melden vóór vrijdag 3 oktober per
email op [email protected].
De behandeling zal dan plaatsvinden in de eerstvolgende AB-vergadering. Het verzenden
van de brief zal dan worden aangehouden.
Bijlagen (ter inzage)
140324 Brief gemeente aan minister van I&M over helmplicht en snorfiets
Brief Minister van I&M uitkomsten overleg met Amsterdam
Brief 2 bij Brief gemeente d.d. 140324 aan minister van I&M over helmplicht snorfiets
Brief College aan gemeenteraad
Rapport SWOW 20131
Rapport weren snorfietsen algemeen
Rapport weren snorfietsen stadsdeel Zuidoost
Bijlage 1. Inventarisatie Parken
Verkeersbesluit nr .99001515 Zuidoost d.d. 19 oktober 1999
Brief aan het College inzake de zienswijze van Zuidoost
Pagina 4 van 4