1 STATUTEN KNSB Begripsomschrijvingen. Artikel 1 In deze

Download Report

Transcript 1 STATUTEN KNSB Begripsomschrijvingen. Artikel 1 In deze

STATUTEN KNSB
Begripsomschrijvingen.
Artikel 1
In deze statuten wordt verstaan onder:
1. afgevaardigden, zowel de gewestelijke afgevaardigden, als de topsportafgevaardigdenatleten, als de topsportafgevaardigden-merkenteams;
2. algemeen bestuur, het orgaan bedoeld in artikel 2:44 van het Burgerlijk Wetboek en
artikel 18 lid 1 en in artikel 19 lid 1 van deze statuten, te weten het bestuur van de
bond;
3. algemeen directeur, de door het algemeen bestuur als zodanig benoemde persoon als
bedoeld in artikel 26 lid 2, zijnde een persoon bedoeld in artikel 18 lid 2 van deze
statuten, door wie het algemeen bestuur onder zijn verantwoordelijkheid onderdelen
van zijn taak laat uitvoeren, welke onderdelen schriftelijk zijn vastgelegd in een door
het algemeen bestuur vastgesteld directiestatuut als bedoeld in artikel 26 lid 3;
4. algemeen reglement, het reglement van de bond bedoeld in artikel 10, in artikel 13, in
artikel 14, in artikel 24 en in artikel 29 van deze statuten;
5. bond, de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid bedoeld in artikel 2 lid 1 van
deze statuten, die ook in de reglementen van de bond als zodanig wordt aangeduid;
6. bondsblad, vanwege de bond uit te geven officiële mededelingenblad van de bond;
7. bondsbureau, het bureau bedoeld in artikel 26 van deze statuten;
8. commissie van beroep, het orgaan van de bond bedoeld in artikel 23 lid 3 van deze
statuten;
9. directeur sport, de door het algemeen bestuur als zodanig benoemde persoon als
bedoeld in artikel 26 lid 2, zijnde een persoon bedoeld in artikel 18 lid 2 van deze
statuten, door wie het algemeen bestuur onder zijn verantwoordelijkheid onderdelen
van zijn taak laat uitvoeren, welke onderdelen schriftelijk zijn vastgelegd in een door
het algemeen bestuur vastgesteld directiestatuut als bedoeld in artikel 26 lid 3;
10. financiële commissie, de commissie bedoeld in artikel 22 lid 3 van deze statuten;
11. geschillencommissie, het orgaan van de bond bedoeld in artikel 24 lid 1 van deze
statuten;
12. gewest, een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatorische eenheid binnen en lid
van de bond, waarin de gewone leden zijn ingedeeld, bedoeld in artikel 7 van deze
statuten;
13. gewestelijk bestuur, het orgaan bedoeld in artikel 2:44 van het Burgerlijk Wetboek en
artikel 7 lid 8 van deze statuten, te weten het bestuur van een gewest;
14. gewestelijke afgevaardigden, de door en uit (leden van) de gewone leden gekozen
afgevaardigden voor de ledenraad bedoeld in artikel 2:39 van het Burgerlijk Wetboek
en in artikel 5 lid 2 en in artikel 13 lid 3 van deze statuten, die stemgerechtigd zijn in
de ledenraad, hetgeen blijkt uit artikel 14 lid 4 van deze statuten;
15. gewestelijke algemene vergadering, het orgaan bedoeld in artikel 2:40 van het
Burgerlijk Wetboek en in artikel 7 lid 8 van deze statuten, te weten de algemene
vergadering van een gewest;
1
16. jaarlijkse ledenraad, de verplichte, jaarlijkse, in beginsel binnen zes maanden na
afloop van het boekjaar, te houden algemene vergadering van de bond bedoeld in
artikel 13 lid 12 van deze statuten;
17. jaarrekening, de balans en de staat van baten en lasten met de toelichting van de bond;
18. langs elektronische weg, indien degene met wie wordt gecommuniceerd hiermee
instemt, kunnen schriftelijke mededelingen aan respectievelijk van de bond geschieden
door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan
het adres dat door de bond respectievelijk degene met wie wordt gecommuniceerd
voor dit doel aan de degene met wie wordt gecommuniceerd respectievelijk de bond
bekend is gemaakt;
19. leden, zowel de gewone leden, bedoeld in artikel 5 lid 1 sub a en lid 2 van deze
statuten, als de gewesten, bedoeld in artikel 5 lid 1 sub b en lid 3 van deze statuten, als
de ereleden, bedoeld in artikel 5 lid 1 sub c en lid 4 van deze statuten, als de leden van
verdienste, bedoeld in artikel 5 lid 1 sub d en lid 5 van deze statuten, als de
buitengewone leden, bedoeld in artikel 5 lid 1 sub e en lid 6 van deze statuten, als de
topsportleden-atletenverenigingen, bedoeld in artikel 5 lid 1 sub f en lid 7 van deze
statuten, als de topsportleden-merkenteamsverenigingen, bedoeld in artikel 5 lid 1 sub
g en lid 8 van deze statuten, voor zover deze statuten geen nader onderscheid maken of
het tegendeel uit het zinsverband blijkt;
20. ledenraad, het orgaan bedoeld in artikel 2:40 van het Burgerlijk Wetboek en in artikel
13 lid 1 van deze statuten, te weten de uit afgevaardigden bestaande algemene
vergadering van de bond bedoeld in artikel 2:39 van het Burgerlijk Wetboek;
21. licentiehouders, de personen bedoeld in artikel 6 van deze statuten;
22. lidmaatschap, zowel het lidmaatschap van de gewone leden, bedoeld in artikel 5 lid 1
sub a en lid 2 van deze statuten, als het lidmaatschap van de gewesten, bedoeld in
artikel 5 lid 1 sub b en lid 3 van deze statuten, als het lidmaatschap van de ereleden,
bedoeld in artikel 5 lid 1 sub c en lid 4 van deze statuten, als het lidmaatschap van de
leden van verdienste, bedoeld in artikel 5 lid 1 sub d en lid 5 van deze statuten, als het
lidmaatschap van de buitengewone leden, bedoeld in artikel 5 lid 1 sub e en lid 6 van
deze statuten, als het lidmaatschap van de topsportleden-atletenverenigingen, bedoeld
in artikel 5 lid 1 sub f en lid 7 van deze statuten, als het lidmaatschap van de
topsportleden-merkenteamsverenigingen, bedoeld in artikel 5 lid 1 sub g en lid 8 van
deze statuten, voor zover deze statuten geen nader onderscheid maken of het tegendeel
uit het zinsverband blijkt;
23. orgaan, het algemeen bestuur, de ledenraad, commissies met een rechtsprekende taak,
alsmede andere instanties binnen de bond die bij of krachtens de wet of deze statuten
met een vast omschreven taak zijn belast en aan wie daarbij beslissingsbevoegdheid is
toegekend;
24. reglementencommissie, het orgaan van de bond bedoeld in artikel 24 lid 3 van deze
statuten;
25. sectie, een niet rechtspersoonlijkheid bezittende organisatorische eenheid binnen de
bond bedoeld in artikel 10 van deze statuten;
2
26. stuurgroep breedtesport, de door het algemeen bestuur ingestelde permanente
commissie bedoeld in artikel 11 van deze statuten, zijnde een commissie bedoeld in
artikel 18 lid 3 van deze statuten;
27. stuurgroep topsport, de door het algemeen bestuur ingestelde permanente commissie
bedoeld in artikel 12 van deze statuten, zijnde een commissie bedoeld in artikel 18 lid
3 van deze statuten;
28. topsportafgevaardigden-atleten, de door de gezamenlijke besturen van de
topsportleden-atletenverenigingen uit de leden van de topsportledenatletenverenigingen gekozen afgevaardigden voor de ledenraad bedoeld in artikel 2:39
van het Burgerlijk Wetboek, in artikel 5 lid 7 en in artikel 13 lid 4 van deze statuten,
die stemgerechtigd zijn in de ledenraad, hetgeen blijkt uit artikel 14 lid 4 van deze
statuten;
29. topsportafgevaardigden-merkenteams, de door de gezamenlijke besturen van de
topsportleden-merkenteamsverenigingen uit (vertegenwoordigers van) de leden van de
topsportleden-merkenteamsverenigingen gekozen afgevaardigden voor de ledenraad
bedoeld in artikel 2:39 van het Burgerlijk Wetboek, in artikel 5 lid 8 en in artikel 13
lid 5 van deze statuten, die stemgerechtigd zijn in de ledenraad, hetgeen blijkt uit
artikel 14 lid 4 van deze statuten;
30. tuchtcommissie, het orgaan van de bond bedoeld in artikel 23 lid 2 van deze statuten;
en
31. tuchtreglement, het reglement van de bond bedoeld in artikel 23 lid 4 van deze
statuten.
Naam en zetel.
Artikel 2
1. De bond draagt de naam: Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond.
2. Als verkorte naam gebruikt de bond: KNSB.
3. De bond heeft zijn zetel in de gemeente Amersfoort.
Doel en werkterrein.
Artikel 3
1. De bond stelt zich ten doel het bevorderen en het doen bevorderen van de schaatssport
en de skatesport in Nederland in welke verschijningsvorm dan ook.
2. De bond tracht dit doel te bereiken door alles te doen wat tot het in het vorige lid
vermelde doel bevorderlijk kan zijn.
Geldmiddelen.
Artikel 4
1. De geldmiddelen van de bond bestaan uit:
a. contributies van gewone leden en buitengewone leden;
b. licentiegelden;
c. subsidies;
d. donaties, erfstellingen en legaten;
e. andere inkomsten.
2. Erfstellingen kunnen alleen worden aanvaard onder het voorrecht van
boedelbeschrijving.
Leden.
3
Artikel 5
1. De bond kent als leden:
a. gewone leden;
b. gewesten;
c. ereleden;
d. leden van verdienste;
e. buitengewone leden;
f. topsportleden-atletenverenigingen;
g. topsportleden-merkenteamsverenigingen.
2. Gewone leden kunnen slechts zijn verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid, welke
als zodanig door het algemeen bestuur, dan wel door de ledenraad, zijn toegelaten.
Gewone leden hebben als zodanig geen stemrecht in en toegang tot de vergaderingen
van de ledenraad, maar kunnen wel middellijk of onmiddellijk deelnemen aan de
verkiezing van de gewestelijke afgevaardigden.
3. Gewesten kunnen slechts zijn verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid, welke als
zodanig door het algemeen bestuur, dan wel door de ledenraad, zijn toegelaten.
Gewesten hebben als zodanig geen stemrecht in en toegang tot de vergaderingen van de
ledenraad, maar de gewestelijke algemene vergaderingen kiezen de gewestelijke
afgevaardigden.
4. Ereleden kunnen slechts zijn natuurlijke personen aan wie het erelidmaatschap is
verleend door de ledenraad op voorstel van het algemeen bestuur. Ereleden hebben als
zodanig geen stemrecht in de vergaderingen van de ledenraad en zijn als zodanig
vrijgesteld van het betalen van contributie. Ereleden hebben toegang tot de jaarlijkse
ledenraad bedoeld in artikel 13 lid 12 van deze statuten.
5. Leden van verdienste kunnen slechts zijn natuurlijke personen aan wie het lidmaatschap
van verdienste is verleend door het algemeen bestuur. Leden van verdienste hebben als
zodanig geen stemrecht in de vergaderingen van de ledenraad en zijn als zodanig
vrijgesteld van het betalen van contributie. Leden van verdienste hebben toegang tot de
jaarlijkse ledenraad bedoeld in artikel 13 lid 12 van deze statuten.
6. Buitengewone leden kunnen slechts zijn rechtspersonen met volledige
rechtsbevoegdheid, welke als zodanig door het algemeen bestuur, dan wel door de
ledenraad, zijn toegelaten. Buitengewone leden hebben als zodanig geen stemrecht in en
toegang tot de vergaderingen van de ledenraad.
7. Topsportleden-atletenverenigingen kunnen slechts zijn verenigingen met volledige
rechtsbevoegdheid die, naar het oordeel van het algemeen bestuur, dan wel de ledenraad,
de belangen van die personen die als atleet de schaatssport of de skatesport als topsport
beoefenen, in voldoende mate behartigen, welke als zodanig door het algemeen bestuur,
dan wel door de ledenraad, zijn toegelaten. Topsportleden-atletenverenigingen hebben
als zodanig geen stemrecht in en toegang tot de vergaderingen van de ledenraad, maar
kunnen wel middellijk of onmiddellijk deelnemen aan de verkiezing van de
topsportafgevaardigden-atleten.
8. Topsportleden-merkenteamsverenigingen kunnen slechts zijn verenigingen met
volledige rechtsbevoegdheid die, naar het oordeel van het algemeen bestuur, dan wel de
ledenraad, de belangen van die personen die in het verband van een merkenteam de
4
schaatssport of de skatesport als topsport beoefenen, in voldoende mate behartigen,
welke als zodanig door het algemeen bestuur, dan wel door de ledenraad, zijn
toegelaten. Topsportleden-merkenteamsverenigingen hebben als zodanig geen stemrecht
in en toegang tot de vergaderingen van de ledenraad, maar kunnen wel middellijk of
onmiddellijk deelnemen aan de verkiezing van de topsportafgevaardigden-merkenteams.
9. Ingeval van niet-toelating tot het lidmaatschap van de bond kan op verzoek van de
betrokkene alsnog door de ledenraad op de eerstvolgende vergadering van de ledenraad
tot toelating worden besloten.
10. De toelatingsprocedure kan nader in een door de ledenraad vast te stellen reglement
worden uitgewerkt, in welk reglement nadere vereisten aan de toelating tot het
lidmaatschap van de bond kunnen worden gesteld.
11. Het algemeen bestuur houdt een ledenregister bij waarin de namen en adressen van
alle leden zijn opgenomen en waaruit tevens blijkt tot welke categorie lidmaatschap
als bedoeld in artikel 5 lid 1 en tot welk gewest het lid behoort. Ieder lid kan daarvan
op zijn verzoek bij toetreding een uittreksel ontvangen met betrekking tot zijn
lidmaatschap. Het algemeen bestuur draagt zorg dat het ledenregister zodanig wordt
bijgehouden, dat daaruit te allen tijde de samenstelling van de gewesten kan worden
gekend. Ieder lid is verplicht zijn adres, alsmede wijzigingen daarin onverwijld
schriftelijk of langs elektronische weg aan de bond op te geven. Met het oog op een
snelle en eenvoudige bereikbaarheid van de leden, is het wenselijk als eveneens
opgave wordt gedaan van andere communicatiemiddelen, zoals emailadres,
telefoonnummer en telefaxnummer.
Licentiehouders.
Artikel 6
1. De bond kent als licentiehouders:
a. natuurlijke personen, die lid zijn van een gewoon lid en als zodanig, mede op grond
van het in artikel 8 lid 2 sub a bepaalde, zijn onderworpen aan de statuten,
reglementen en besluiten van de bond en van de organen van de bond en die op
grond van de door de bond aan hen verstrekte licentie gerechtigd zijn deel te nemen
aan trainingen en wedstrijden, georganiseerd door of namens de bond;
b. natuurlijke personen, die lid zijn van een gewoon lid en als zodanig, mede op grond
van het in artikel 8 lid 2 sub a bepaalde, zijn onderworpen aan de statuten,
reglementen en besluiten van de bond en van de organen van de bond en die op
grond van de aan hen door de bond verstrekte technisch kader licentie gerechtigd
zijn les te geven aan trainingsgroepen en de sub a bedoelde licentiehouders.
2. Licentiehouders zijn in het kader van de licentieverlening een financiële bijdrage
(licentiegelden) verschuldigd aan de bond.
Indeling van gewone leden in gewesten inzake verkiezing gewestelijke afgevaardigden.
Artikel 7
1. De bond kent gewesten waarin de gewone leden, die middellijk of onmiddellijk kunnen
deelnemen aan de verkiezing van de gewestelijke afgevaardigden, zijn ingedeeld.
2. Het doel van de gewesten is gelijk aan het doel van de bond, echter beperkt tot het
gebied waarbinnen het gewest werkzaam is.
5
3.
De gewesten zijn verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid en toegelaten als lid
van de bond. Vaststelling of wijziging van de statuten van de gewesten behoeft de
goedkeuring van het algemeen bestuur.
4. De grenzen van de onderscheidenlijke gewesten worden door de ledenraad vastgesteld
op voorstel van het algemeen bestuur na instemming van de betrokken gewesten.
5. Een gewoon lid behoort tot het gewest tot hetwelk het als lid is toegelaten. Een gewoon
lid wordt in beginsel door het algemeen bestuur ingedeeld bij het gewest, waarbinnen dit
gewone lid zijn zetel heeft en als lid tot dat gewest toegelaten.
6. In afwijking van het vorige lid kan een gewoon lid worden ingedeeld bij en als lid
worden toegelaten tot een ander gewest dan waarin het zijn zetel heeft, indien het
algemeen bestuur daarover met de desbetreffende gewesten en het desbetreffende
gewone lid overeenstemming bereikt. Een zodanige overgang heeft betrekking op alle
activiteiten van het desbetreffende gewone lid.
7. De bond kent zoveel gewesten als er op enig moment door de ledenraad, op voorstel
van het algemeen bestuur, zijn vastgesteld.
8. Elk gewest kent een gewestelijk bestuur en een gewestelijke algemene vergadering,
die zijn samengesteld en functioneren overeenkomstig het daaromtrent in de statuten
van het gewest bepaalde. Elk gewoon lid kan, mits hij niet is geschorst, door middel
van het uitoefenen van zijn stemrecht in de gewestelijke algemene vergadering van het
gewest van hetwelk hij lid is middellijk of onmiddellijk deelnemen aan de verkiezing
van de gewestelijke afgevaardigden.
Verplichtingen van de leden.
Artikel 8
1. De leden van de bond zijn verplicht:
a. de statuten, reglementen en besluiten van de bond en van de organen van de bond
na te leven;
b. de belangen van de bond en van de schaatssport en de skatesport in het algemeen te
dienen en niet te schaden;
c. alle overige verplichtingen, die de bond in naam of ten behoeve van de leden
aangaat of die uit het lidmaatschap van de bond voortvloeien, te aanvaarden en na
te komen.
2. De gewone leden, de gewesten, de buitengewone leden die een vereniging zijn, de
topsportleden-atletenverenigingen en de topsportleden-merkenteamsverenigingen zijn
daarnaast verplicht:
a. in hun statuten een bepaling op te nemen en opgenomen te houden, krachtens
welke natuurlijke personen of rechtspersonen die als lid toetreden of zijn
toegetreden tot het desbetreffende gewone lid casu quo het desbetreffende gewest
casu quo het desbetreffende buitengewone lid casu quo de desbetreffende
topsportlid-atletenvereniging casu quo de desbetreffende topsportlidmerkenteamsvereniging, daardoor onderworpen zijn aan de statuten, reglementen
en besluiten van de bond en van de organen van de bond;
b. ieder jaar, op de door het algemeen bestuur bij reglement bepaalde wijze, een voor
hen bindende opgave van hun leden op dertig juni daaraan voorafgaand
(peildatum) te verstrekken aan de bond;
6
c.
3.
4.
5.
vaststelling of wijziging van hun statuten ter goedkeuring voor te leggen aan het
algemeen bestuur.
De buitengewone leden die een stichting zijn, zijn verplicht:
a. in hun statuten een bepaling op te nemen en opgenomen te houden, krachtens welke
natuurlijke personen die toetreden tot casu quo zich aansluiten bij of zijn
toegetreden tot casu quo zijn aangesloten bij het desbetreffende buitengewone lid
daardoor onderworpen zijn aan de statuten, reglementen en besluiten van de bond
en van de organen van de bond;
b. vaststelling of wijziging van hun statuten ter goedkeuring voor te leggen aan het
algemeen bestuur.
De gewone leden, de gewesten, de buitengewone leden, de topsportledenatletenverenigingen en de topsportleden-merkenteamsverenigingen zijn bovendien
verplicht:
a. in hun statuten een bepaling op te nemen en opgenomen te houden krachtens
welke natuurlijke personen, die een al dan niet betaalde functie binnen het
desbetreffende gewone lid casu quo het desbetreffende gewest casu quo het
desbetreffende buitengewone lid casu quo de desbetreffende topsportlidatletenvereniging casu quo de desbetreffende topsportlid-merkenteamsvereniging
uitoefenen of zullen uitoefenen, met uitzondering van hen, die uitsluitend door een
financiële bijdrage dat gewone lid casu quo dat gewest casu quo dat buitengewone
lid casu quo die topsportlid-atletenvereniging casu quo die topsportlidmerkenteamsvereniging steunen of zullen steunen en van hen die met de
schaatssport en de skatesport generlei bemoeienis hebben of zullen hebben, zich
onderwerpen aan de statuten, reglementen en besluiten van de bond en van de
organen van de bond;
b. om te bereiken dat de sub a omschreven natuurlijke personen eveneens
onderworpen zijn aan de statuten, reglementen en besluiten van de bond en van de
organen van de bond, alle nodige maatregelen te nemen en alle vereiste regelingen
te treffen; zo nodig is een gewoon lid casu quo een gewest casu quo een
buitengewoon lid casu quo een topsportlid-atletenvereniging casu quo een
topsportlid-merkenteamsvereniging verplicht met iedere zodanige individuele
persoon een daartoe strekkende overeenkomst aan te gaan;
c. ervoor te zorgen dat hun statuten en reglementen de bepalingen bevatten, waarvan
opneming bij of krachtens deze statuten en/of de reglementen van de bond
verplicht wordt gesteld;
d. ervoor te zorgen dat hun statuten en reglementen geen bepalingen bevatten, welke
in strijd zijn met deze statuten en/of de reglementen van de bond;
e. een wijziging in de samenstelling van hun bestuur zo spoedig mogelijk doch
uiterlijk binnen twee maanden na de wijziging schriftelijk of langs elektronische
weg mede te delen aan de bond.
Behalve de in deze statuten vermelde verplichtingen kunnen door de bond slechts
verplichtingen aan de leden worden opgelegd na voorafgaande toestemming van de
ledenraad.
7
6.
Een lid kan de toepasselijkheid van een besluit waarbij andere verplichtingen dan van
geldelijke aard zijn verzwaard, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9 lid 6,
door opzegging van het lidmaatschap te zijnen opzichte uitsluiten.
7. Gewone leden en buitengewone leden zijn jaarlijks gehouden tot het betalen van
contributie, waarvan de hoogte door de ledenraad zal worden vastgesteld. Zij kunnen
daartoe in categorieën worden ingedeeld, die een verschillende contributie betalen.
8. Wanneer het lidmaatschap in de loop van het verenigingsjaar eindigt, blijft men de
contributie voor het gehele verenigingsjaar verschuldigd.
9. Voorzover dit voortvloeit uit de relatie tussen de bond en de International Skating Union
(ISU) respectievelijk de Fédération Internationale de Roller Sports (FIRS)
respectievelijk de Confédération Européenne de Roller Skating (CERS), zijn de leden,
de leden van leden, de aangeslotenen bij leden en de licentiehouders verplicht zich te
houden aan de statuten, reglementen en besluiten van (organen van) de ISU
respectievelijk de FIRS respectievelijk de CERS.
10. Het is leden, leden van leden, aangeslotenen bij leden en licentiehouders verboden
stimulerende middelen (doping) te gebruiken of doen gebruiken. Leden, leden van
leden, aangeslotenen bij leden en licentiehouders zijn verplicht hun volledige
medewerking te geven aan dopingcontroles en zich te houden aan het dopingreglement
van de bond.
Einde lidmaatschap.
Artikel 9
1. Het lidmaatschap van de bond eindigt:
a. door de dood van het lid, indien het een natuurlijk persoon betreft; bij een lid,
rechtspersoon zijnde, eindigt zijn lidmaatschap doordat hij ophoudt te bestaan;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging door de bond;
d. door ontzetting.
2. De bond kan het lidmaatschap opzeggen wanneer een lid heeft opgehouden aan de
vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn
verplichtingen jegens de bond niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de bond
niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. Opzegging door de
bond geschiedt door het algemeen bestuur. Indien de bond het lidmaatschap van een
gewoon lid dan wel van een buitengewoon lid beëindigt, is het gewest tot hetwelk het
betrokken gewone lid dan wel het betrokken buitengewone lid als lid is toegelaten,
gehouden het lidmaatschap van het desbetreffende gewone lid dan wel van het
desbetreffende buitengewone lid door opzegging met onmiddellijke ingang te
beëindigen.
3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de bond kan slechts schriftelijk
of langs elektronische weg geschieden en tegen het einde van een verenigingsjaar en
met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste vier weken. Het
lidmaatschap kan echter onmiddellijk worden beëindigd indien van de bond of van het
lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
8
4.
Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid doet het lidmaatschap
eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was
opgezegd.
5. Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand
nadat hem een besluit is meegedeeld tot omzetting van de bond in een andere
rechtsvorm tot fusie of tot splitsing.
6. Een lid is niet bevoegd zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang op te zeggen in het
geval zijn geldelijke rechten en verplichtingen worden gewijzigd. Een opzegging als
bedoeld in artikel 8 lid 6 dient te geschieden binnen één maand na publicatie van het
bedoelde besluit in het bondsblad, dan wel op de officiële website van de bond.
7. Ontzetting kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten,
reglementen of besluiten van de bond of van organen van de bond handelt, of de bond
op onredelijke wijze benadeelt. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het
algemeen bestuur, tenzij de tuchtcommissie het daartoe bevoegde orgaan van de bond
is. Indien de bond het lidmaatschap van een gewoon lid dan wel van een
buitengewoon lid beëindigt, is het gewest tot hetwelk het betrokken gewone lid dan
wel het betrokken buitengewone lid als lid is toegelaten, gehouden het lidmaatschap
van het desbetreffende gewone lid dan wel van het desbetreffende buitengewone lid
door opzegging met onmiddellijke ingang te beëindigen.
8. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de bond op grond dat een lid
zijn verplichtingen jegens de bond niet nakomt, alsook dat redelijkerwijs van de bond
niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit van
het algemeen bestuur tot ontzetting staat de betrokkene binnen een maand na de
ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep op de ledenraad open. Hij wordt
daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis
gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst, met
dien verstande dat het geschorste lid het recht heeft zich in de vergadering van de
ledenraad, waarin het beroep wordt behandeld, te verweren.
Van een besluit van de tuchtcommissie tot ontzetting staat de betrokkene beroep open
zoals nader bepaald in het tuchtreglement. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk
van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de
beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
9. Behalve voor zover het betreft een lid, rechtspersoon zijnde, in geval van het hebben
opgehouden te bestaan en voor zover het betreft een lid, natuurlijk persoon zijnde, in
geval van overlijden en behalve in geval van ontzetting, wordt een lid dat heeft
opgezegd, geacht nog lid te zijn zolang het niet heeft voldaan aan de geldelijke
verplichtingen ten opzichte van de bond of zijn organen, of zolang enige aangelegenheid
waarbij het lid is betrokken niet is afgewikkeld. De tenuitvoerlegging van een opgelegde
straf is daarbij inbegrepen. Gedurende deze periode kan het betrokken lid geen
lidmaatschapsrechten uitoefenen. Het algemeen bestuur stelt alsdan de datum vast
waarop het lidmaatschap eindigt.
Secties.
Artikel 10
9
1.
Ter behartiging van de nationale en gewesten overstijgende wedstrijdsportbelangen van
de schaatssport en de skatesport kent de bond secties. De te onderscheiden secties
worden genoemd in het algemeen reglement.
2. Elke sectie wordt bestuurd door een sectiebestuur. Leden van een sectiebestuur worden
benoemd en ontslagen door het algemeen bestuur in beginsel op bindende voordracht
van de desbetreffende gezamenlijke gewestelijke technische commissies, een en ander
op de wijze als nader uitgewerkt in het algemeen reglement. De leden van de
sectiebesturen worden benoemd voor een periode van ten hoogste drie jaar en zijn ten
hoogste tweemaal, al dan niet aansluitend, herbenoembaar, telkens voor een periode
van ten hoogste drie jaar.
3. De taken en bevoegdheden van de sectiebesturen worden geregeld in het algemeen
reglement.
Stuurgroep breedtesport.
Artikel 11
1. De bond kent de door het algemeen bestuur ingestelde permanente stuurgroep
breedtesport. De stuurgroep breedtesport heeft tot taak op het terrein van het
breedtesportbeleid inzake de schaatssport en de skatesport te initiëren, te adviseren, te
ontwikkelen en te entameren. De stuurgroep breedtesport volgt nauwgezet de wijze
waarop de schaatssport en de skatesport als breedtesport gestalte krijgen en neemt
actief deel in de beleidsvorming. De stuurgroep breedtesport staat het algemeen
bestuur met raad terzijde. Bij de vervulling van hun taak richten de leden van de
stuurgroep breedtesport zich naar het belang van de leden die de schaatssport of de
skatesport als breedtesport (doen) beoefenen.
2. De stuurgroep breedtesport is een door het algemeen bestuur ingestelde permanente
commissie als bedoeld in artikel 18 lid 3, die op basis van de door het bondsbureau
ingebrachte conceptbeleidsplannen en conceptbegrotingen adviseert aan het algemeen
bestuur. Het algemeen bestuur is bevoegd te beslissen tot het geheel of ten dele niet
overnemen van deze adviezen, doch dient hiervan schriftelijk en gemotiveerd aan de
stuurgroep breedtesport, alsmede aan de ledenraad, mededeling te doen.
3. Het algemeen bestuur verschaft de stuurgroep breedtesport tijdig de voor de
uitoefening van diens taak noodzakelijke gegevens, zoals nadere richtlijnen voor het
inhoudelijke beleid en de financiële ruimte die voor de conceptbegroting op het gebied
van de schaatssport en de skatesport als breedtesport beschikbaar is.
4. De stuurgroep breedtesport kan zich door een of meer deskundigen laten bijstaan in
het kader van de uitoefening van zijn taak. Een en ander wordt nader geregeld in het
reglement bedoeld in lid 13.
5. De stuurgroep breedtesport bestaat uit zoveel stuurgroepleden als de bond gewesten
kent en uit de directeur sport. De leden van de stuurgroep breedtesport kiezen uit hun
midden een voorzitter. Een niet voltallige stuurgroep breedtesport behoudt zijn
bevoegdheden.
6. Alleen meerderjarige natuurlijke personen die de functie van voorzitter, vicevoorzitter, secretaris of penningmeester binnen een gewestelijk bestuur vervullen en de
directeur sport kunnen tot lid van de stuurgroep breedtesport worden benoemd. De
leden van de stuurgroep breedtesport worden benoemd door het algemeen bestuur met
10
inachtneming van het bepaalde in dit artikel. De leden van de stuurgroep breedtesport
worden, met uitzondering van de directeur sport, op voordracht van de gewestelijke
besturen benoemd. Elk gewestelijk bestuur is bevoegd uit zijn midden één gewestelijk
bestuurslid voor benoeming tot lid van de stuurgroep breedtesport voor te dragen. In
ontstane vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. De directeur sport wordt als
zodanig door het algemeen bestuur tot lid van de stuurgroep breedtesport benoemd.
7. Het algemeen bestuur geeft terstond na het ontstaan van een vacature inzake een lid
van de stuurgroep breedtesport daarvan schriftelijk of langs elektronische weg kennis
aan het gewestelijk bestuur, dat bevoegd is tot het opmaken van een voordracht ter
vervulling van de vacature.
8. Het algemeen bestuur benoemt het voorgedragen lid van de stuurgroep breedtesport,
doch is bevoegd te besluiten tot afwijzing van de voordracht en niet-benoeming van
het voorgedragen lid van de stuurgroep breedtesport, indien van het algemeen bestuur
redelijkerwijze niet verlangd kan worden om het voorgedragen lid van de stuurgroep
breedtesport te benoemen. Van een besluit tot afwijzing van de voordracht en nietbenoeming geeft het algemeen bestuur terstond schriftelijk of langs elektronische weg
kennis aan het desbetreffende gewestelijk bestuur onder opgave van de overwegingen
welke tot het desbetreffende besluit hebben geleid. Alsdan wordt het desbetreffende
gewestelijk bestuur in de gelegenheid gesteld een nieuwe voordracht op te maken ter
vervulling van de vacature en wordt de in dit artikel beschreven procedure herhaald
totdat het desbetreffende lid van de stuurgroep breedtesport is benoemd op voordracht
van het desbetreffende gewestelijk bestuur.
9. De leden van de stuurgroep breedtesport, met uitzondering van de directeur sport, die
wordt benoemd voor de tijd dat hij die functie binnen de bond vervult, worden
benoemd voor een periode van ten hoogste drie jaar.
10. De stuurgroep breedtesport stelt een rooster vast dat voorziet in periodiek aftreden van
de leden van de stuurgroep breedtesport, niet zijnde de directeur sport, en is bevoegd
zodanig rooster te wijzigen. Vaststelling van of wijziging in zodanig rooster kan niet
meebrengen dat een zittend lid van de stuurgroep breedtesport tegen zijn wil
defungeert voordat de termijn waarvoor hij is benoemd, verstreken is. Een tussentijds
benoemd lid van de stuurgroep breedtesport neemt op het rooster van aftreden de
plaats van zijn voorganger in.
11. Een aftredend lid van de stuurgroep breedtesport kan ten hoogste tweemaal, al dan niet
aansluitend, worden herbenoemd, telkens voor een periode van ten hoogste drie jaar.
Hetgeen in deze statuten over de benoeming van de leden van de stuurgroep
breedtesport is bepaald is van overeenkomstige toepassing op de herbenoeming van de
leden van de stuurgroep breedtesport.
12. Een lid van stuurgroep breedtesport defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn aftreden
volgens het rooster van aftreden als bedoeld in lid 10;
c. door zijn vrijwillig aftreden;
d. door zijn ontslag verleend door het algemeen bestuur om gewichtige redenen
alsmede om redenen dat met het desbetreffende lid van de stuurgroep breedtesport
11
structurele onenigheid van inzichten bestaat, zich een onverenigbaarheid van
belangen voordoet of het desbetreffende lid onvoldoende functioneert;
e. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als
gevolg van zijn lichamelijk of geestelijke toestand een bewind over een of meer
van zijn goederen wordt ingesteld;
f. doordat hij failliet wordt verklaard, surséance van betaling aanvraagt of verzoekt
om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in de
Faillissementswet;
g. doordat hij niet langer de functie van voorzitter, vice-voorzitter, secretaris of
penningmeester van een gewestelijk bestuur vervult;
h. doordat hij niet langer de functie van directeur sport vervult.
13. De stuurgroep breedtesport stelt in een reglement van de stuurgroep breedtesport
regels vast omtrent de besluitvorming en de werkwijze van de stuurgroep breedtesport,
in aanvulling op hetgeen daaromtrent in deze statuten is bepaald.
Vaststelling of wijziging van het reglement van de stuurgroep breedtesport behoeft de
goedkeuring van het algemeen bestuur.
Stuurgroep topsport.
Artikel 12
1. De bond kent de door het algemeen bestuur ingestelde permanente stuurgroep
topsport. De stuurgroep topsport heeft tot taak op het terrein van het topsportbeleid
inzake de schaatssport en de skatesport te initiëren, te adviseren, te ontwikkelen en te
entameren. De stuurgroep topsport volgt nauwgezet de wijze waarop de schaatssport
en de skatesport als topsport gestalte krijgen en neemt actief deel in de
beleidsvorming. De stuurgroep topsport staat het algemeen bestuur met raad terzijde.
Bij de vervulling van hun taak richten de leden van de stuurgroep topsport zich naar
het belang van de leden die de schaatssport of de skatesport als topsport (doen)
beoefenen.
2. De stuurgroep topsport is een door het algemeen bestuur ingestelde permanente
commissie als bedoeld in artikel 18 lid 3, die op basis van de door het bondsbureau
ingebrachte conceptbeleidsplannen en conceptbegrotingen adviseert aan het algemeen
bestuur. Het algemeen bestuur is bevoegd te beslissen tot het geheel of ten dele niet
overnemen van deze adviezen, doch dient hiervan schriftelijk en gemotiveerd aan de
stuurgroep topsport, alsmede aan de ledenraad, mededeling te doen.
3. Het algemeen bestuur verschaft de stuurgroep topsport tijdig de voor de uitoefening
van diens taak noodzakelijke gegevens, zoals nadere richtlijnen voor het inhoudelijke
beleid en de financiële ruimte die voor de conceptbegroting op het gebied van de
schaatssport en de skatesport als topsport beschikbaar is.
4. De stuurgroep topsport kan zich door een of meer deskundigen laten bijstaan in het
kader van de uitoefening van zijn taak. Een en ander wordt nader geregeld in het
reglement bedoeld in lid 13.
5. De stuurgroep topsport bestaat uit ten hoogste zeven stuurgroepleden, waaronder de
directeur sport. Alleen meerderjarige natuurlijke personen kunnen tot lid van de
stuurgroep topsport worden benoemd. De leden van de stuurgroep topsport kiezen uit
12
6.
7.
8.
hun midden een voorzitter. Een niet voltallige stuurgroep topsport behoudt zijn
bevoegdheden.
De leden van de stuurgroep topsport worden benoemd door het algemeen bestuur met
inachtneming van het volgende:
a. twee leden van de stuurgroep topsport worden, met inachtneming van het
bepaalde in dit artikel, op voordracht van de gezamenlijke besturen van de
topsportleden-atletenverengingen uit de leden van de topsportledenatletenverenigingen benoemd;
b. twee leden van de stuurgroep topsport worden, met inachtneming van het
bepaalde in dit artikel, op voordracht van de gezamenlijke besturen van de
topsportleden-merkenteamsverenigingen uit (vertegenwoordigers van) de leden
van de topsportleden-merkenteamsverenigingen benoemd;
c. twee leden van de stuurgroep topsport worden, met inachtneming van het
bepaalde in dit artikel, benoemd op voordracht als volgt; zij worden geselecteerd
op basis van een door het algemeen bestuur vastgestelde actuele profielschets; de
selectie van deze twee leden van de stuurgroep topsport vindt plaats op basis van
een open procedure met een selectiecommissie bestaande uit een lid van het
algemeen bestuur, een gewestelijk voorzitter, een sectievoorzitter, alsmede een lid
van de stuurgroep topsport; het algemeen bestuur benoemt deze twee leden van de
stuurgroep topsport op voordracht van deze selectiecommissie; een en ander
wordt nader geregeld in het reglement bedoeld in lid 13;
d. de directeur sport wordt als zodanig tot lid van de stuurgroep topsport benoemd.
In ontstane vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
In het algemeen reglement wordt bepaald hoe de gezamenlijke besturen van de
topsportleden-atletenverenigingen en van de topsportleden-merkenteamsverenigingen
terzake dienen te vergaderen, te besluiten en te berichten.
Het algemeen bestuur geeft terstond na het ontstaan van een vacature inzake een lid
van de stuurgroep topsport daarvan schriftelijk of langs elektronische weg kennis aan
de instantie, die bevoegd is tot het opmaken van de voordracht ter vervulling van de
vacature.
Het algemeen bestuur benoemt het voorgedragen lid van de stuurgroep topsport, doch
is bevoegd te besluiten tot afwijzing van de voordracht en niet-benoeming van het
voorgedragen lid van de stuurgroep topsport, indien van het algemeen bestuur
redelijkerwijze niet verlangd kan worden om het voorgedragen lid van de stuurgroep
topsport te benoemen. Van een besluit tot afwijzing van de voordracht en nietbenoeming geeft het algemeen bestuur terstond schriftelijk of langs elektronische weg
kennis aan de desbetreffende instantie onder opgave van de overwegingen welke tot
het desbetreffende besluit hebben geleid. Alsdan wordt de desbetreffende instantie in
de gelegenheid gesteld een nieuwe voordracht op te maken ter vervulling van de
vacature en wordt de in dit artikel beschreven procedure herhaald totdat het
desbetreffende lid van de stuurgroep topsport is benoemd op voordracht van de
desbetreffende instantie.
13
9.
De leden van de stuurgroep topsport, met uitzondering van de directeur sport, die
wordt benoemd voor de tijd dat hij die functie binnen de bond vervult, worden
benoemd voor een periode van ten hoogste drie jaar.
10. De stuurgroep topsport stelt een rooster vast dat voorziet in periodiek aftreden van de
leden van de stuurgroep topsport, niet zijnde de directeur sport, en is bevoegd zodanig
rooster te wijzigen. Vaststelling van of wijziging in zodanig rooster kan niet
meebrengen dat een zittend lid van de stuurgroep topsport tegen zijn wil defungeert
voordat de termijn waarvoor hij is benoemd, verstreken is. Een tussentijds benoemd
lid van de stuurgroep topsport neemt op het rooster van aftreden de plaats van zijn
voorganger in.
11. Een aftredend lid van de stuurgroep topsport kan ten hoogste tweemaal, al dan niet
aansluitend, worden herbenoemd, telkens voor een periode van ten hoogste drie jaar.
Hetgeen in deze statuten over de benoeming van de leden van de stuurgroep topsport
is bepaald is van overeenkomstige toepassing op de herbenoeming van de leden van de
stuurgroep topsport.
12. Een lid van stuurgroep topsport defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn aftreden
volgens het rooster van aftreden als bedoeld in lid 10;
c. door zijn vrijwillig aftreden;
d. door zijn ontslag verleend door het algemeen bestuur om gewichtige redenen
alsmede om redenen dat met het desbetreffende lid van de stuurgroep topsport
structurele onenigheid van inzichten bestaat, zich een onverenigbaarheid van
belangen voordoet of het desbetreffende lid onvoldoende functioneert;
e. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als
gevolg van zijn lichamelijk of geestelijke toestand een bewind over een of meer
van zijn goederen wordt ingesteld;
f. doordat hij failliet wordt verklaard, surséance van betaling aanvraagt of verzoekt
om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in de
Faillissementswet;
g. doordat hij niet langer voldoet aan de in de in lid 6 sub c bedoelde actuele
profielschets aan hem gestelde vereisten;
h. doordat hij niet langer de functie van directeur sport vervult.
13. De stuurgroep topsport stelt in een reglement van de stuurgroep topsport regels vast
omtrent de besluitvorming en de werkwijze van de stuurgroep topsport, in aanvulling
op hetgeen daaromtrent in deze statuten is bepaald. Vaststelling of wijziging van het
reglement van de stuurgroep topsport behoeft de goedkeuring van het algemeen bestuur.
Ledenraad: bevoegdheden en samenstelling.
Artikel 13
1. De ledenraad is de uit de afgevaardigden bestaande algemene vergadering van de bond.
Aan de ledenraad komen in de bond alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de
statuten aan andere organen zijn opgedragen.
2. De ledenraad bestaat in totaal uit dertig (30) afgevaardigden, te weten vierentwintig
(24) gewestelijke afgevaardigden, drie (3) topsportafgevaardigden-atleten en drie (3)
14
3.
4.
5.
6.
7.
topsportafgevaardigden-merkenteams, welke afgevaardigden worden gekozen
overeenkomstig het in dit artikel bepaalde.
Door de gewestelijk algemene vergadering van elk gewest worden uit (leden van) de
gewone leden die lid zijn van het betrokken gewest drie gewestelijke afgevaardigden
gekozen. Gewestelijke afgevaardigden worden gekozen voor een periode van ten
hoogste drie jaar en zijn, al dan niet aansluitend, ten hoogste tweemaal herkiesbaar,
telkens voor een periode van ten hoogste drie jaar. Alleen meerderjarige natuurlijke
personen kunnen tot gewestelijke afgevaardigde worden gekozen. Een lid van een
stuurgroep, van een commissie bedoeld in artikel 18 leden 2 en 3 of van een
sectiebestuur kan niet tot gewestelijke afgevaardigde worden gekozen.
Door de gezamenlijke besturen van de topsportleden-atletenverenigingen worden uit
de leden van de topsportleden-atletenverenigingen drie topsportafgevaardigden-atleten
gekozen. Topsportafgevaardigden-atleten worden gekozen voor een periode van ten
hoogste drie jaar en zijn, al dan niet aansluitend, ten hoogste tweemaal herkiesbaar,
telkens voor een periode van ten hoogste drie jaar. Alleen meerderjarige natuurlijke
personen kunnen tot topsportafgevaardigde-atleten worden gekozen. Een lid van een
stuurgroep, van een commissie bedoeld in artikel 18 leden 2 en 3 of van een
sectiebestuur kan niet tot topsportafgevaardigde-atleten worden gekozen. In het
algemeen reglement wordt bepaald hoe de gezamenlijke besturen van de
topsportleden-atletenverenigingen terzake dienen te vergaderen, te besluiten en te
berichten.
Door de gezamenlijke besturen van de topsportleden-merkenteamsverenigingen
worden uit (vertegenwoordigers van) de leden van de topsportledenmerkenteamsverenigingen drie topsportafgevaardigden-merkenteams gekozen.
Topsportafgevaardigden-merkenteams worden gekozen voor een periode van ten
hoogste drie jaar en zijn, al dan niet aansluitend, ten hoogste tweemaal herkiesbaar,
telkens voor een periode van ten hoogste drie jaar. Alleen meerderjarige natuurlijke
personen kunnen tot topsportafgevaardigde-merkenteams worden gekozen. Een lid van
een stuurgroep, van een commissie bedoeld in artikel 18 leden 2 en 3 of van een
sectiebestuur kan niet tot topsportafgevaardigde-merkenteams worden gekozen. In het
algemeen reglement wordt bepaald hoe de gezamenlijke besturen van de
topsportleden-merkenteamsverenigingen terzake dienen te vergaderen, te besluiten en
te berichten.
Van de verkiezing van de gewestelijke afgevaardigden wordt door het gewestelijk
bestuur van het desbetreffende gewest terstond schriftelijk of langs elektronische weg
mededeling gedaan aan het algemeen bestuur. Alleen de op vooromschreven wijze
gekozen en bij het algemeen bestuur aangemelde gewestelijke afgevaardigden kunnen
stemrecht uitoefenen ter vergadering van de ledenraad. Het algemeen bestuur houdt
een rooster van aftreden van gewestelijke afgevaardigden bij. Een tussentijds verkozen
gewestelijke afgevaardigde neemt op het rooster van aftreden de plaats van zijn
voorganger in.
Een gewestelijke afgevaardigde defungeert:
a. door zijn overlijden;
15
b.
8.
9.
door het verstrijken van de periode waarvoor hij is verkozen of door zijn aftreden
volgens het rooster van aftreden als bedoeld in lid 6;
c. door zijn vrijwillig aftreden;
d. door zijn ontslag verleend door de gewestelijke algemene vergadering door welke
hij is verkozen;
e. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als
gevolg van zijn lichamelijk of geestelijke toestand een bewind over een of meer
van zijn goederen wordt ingesteld;
f. doordat hij failliet wordt verklaard, surséance van betaling aanvraagt of verzoekt
om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in de
Faillissementswet;
g. doordat hij niet langer lid is van een gewoon lid dat behoort tot het gewest,
waarvan hij tot gewestelijke afgevaardigde werd verkozen.
Van het defungeren van een gewestelijke afgevaardigde wordt door het
gewestelijk bestuur van het desbetreffende gewest terstond schriftelijk of langs
elektronische weg mededeling gedaan aan het algemeen bestuur.
Van de verkiezing van de topsportafgevaardigden-atleten wordt door de gezamenlijke
besturen van de topsportleden-atletenverenigingen terstond schriftelijk of langs
elektronische weg mededeling gedaan aan het algemeen bestuur. In het algemeen
reglement wordt bepaald hoe de gezamenlijke besturen van de topsportledenatletenverenigingen terzake dienen te handelen. Alleen de op vooromschreven wijze
gekozen en bij het algemeen bestuur aangemelde topsportafgevaardigden-atleten
kunnen stemrecht uitoefenen ter vergadering van de ledenraad. Het algemeen bestuur
houdt een rooster van aftreden van topsportafgevaardigden-atleten bij. Een tussentijds
verkozen topsportafgevaardigde-atleten neemt op het rooster van aftreden de plaats
van zijn voorganger in.
Een topsportafgevaardigde-atleten defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is verkozen of door zijn aftreden
volgens het rooster van aftreden als bedoeld in lid 8;
c. door zijn vrijwillig aftreden;
d. door zijn ontslag verleend door de gezamenlijke besturen van de topsportledenatletenverenigingen;
e. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als
gevolg van zijn lichamelijk of geestelijke toestand een bewind over een of meer
van zijn goederen wordt ingesteld;
f. doordat hij failliet wordt verklaard, surséance van betaling aanvraagt of verzoekt
om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in de
Faillissementswet;
g. doordat hij niet langer lid is van een topsportlid-atletenvereniging.
Van het defungeren van een topsportafgevaardigde-atleten wordt, overeenkomstig het
daaromtrent in het algemeen reglement bepaalde, door de gezamenlijke besturen van
de topsportleden-atletenverenigingen terstond schriftelijk of langs elektronische weg
mededeling gedaan aan het algemeen bestuur.
16
10. Van de verkiezing van de topsportafgevaardigden-merkenteams wordt door de
gezamenlijke besturen van de topsportleden-merkenteamsverenigingen terstond
schriftelijk of langs elektronische weg mededeling gedaan aan het algemeen bestuur.
In het algemeen reglement wordt bepaald hoe de gezamenlijke besturen van de
topsportleden-merkenteamsverenigingen terzake dienen te handelen. Alleen de op
vooromschreven wijze gekozen en bij het algemeen bestuur aangemelde
topsportafgevaardigden-merkenteams kunnen stemrecht uitoefenen ter vergadering
van de ledenraad. Het algemeen bestuur houdt een rooster van aftreden van
topsportafgevaardigden-merkenteams bij. Een tussentijds verkozen
topsportafgevaardigde-merkenteams neemt op het rooster van aftreden de plaats van
zijn voorganger in.
11. Een topsportafgevaardigde-merkenteams defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is verkozen of door zijn aftreden
volgens het rooster van aftreden als bedoeld in lid 10;
c. door zijn vrijwillig aftreden;
d. door zijn ontslag verleend door de gezamenlijke besturen van de topsportledenmerkenteamsverenigingen;
e. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als
gevolg van zijn lichamelijk of geestelijke toestand een bewind over een of meer
van zijn goederen wordt ingesteld;
f. doordat hij failliet wordt verklaard, surséance van betaling aanvraagt of verzoekt
om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in de
Faillissementswet;
g. doordat hij niet langer (vertegenwoordiger van een) lid van een topsportlidmerkenteamsvereniging is.
Van het defungeren van een topsportafgevaardigde-merkenteams wordt,
overeenkomstig het daaromtrent in het algemeen reglement bepaalde, door de
gezamenlijke besturen van de topsportleden-merkenteamsverenigingen terstond
schriftelijk of langs elektronische weg mededeling gedaan aan het algemeen bestuur.
12. De jaarlijkse ledenraad wordt, behoudens verlenging van deze termijn door de
ledenraad, gehouden binnen zes maanden na afloop van het boekjaar. In de jaarlijkse
ledenraad wordt in ieder geval aan de orde gesteld:
a. het jaarverslag van het algemeen bestuur;
b. de goedkeuring van de jaarrekening;
c. de verlening van decharge aan het algemeen bestuur voor het gevoerde beleid
over het afgelopen boekjaar, voor zover van dat beleid uit de jaarrekening blijkt of
over dat beleid in de vergadering van de ledenraad mededelingen zijn gedaan;
d. de vaststelling van de begroting van het algemeen bestuur, van de beleidsplannen
en van de contributie, indien en voor zover deze onderwerpen niet in de in de
eerste zin van het volgende lid bedoelde vergadering van de ledenraad aan de orde
zijn of worden gesteld;
e. de voorziening in eventuele vacatures, overeenkomstig hetgeen daaromtrent bij of
krachtens deze statuten en het algemeen reglement is bepaald;
17
f.
de voorstellen van het algemeen bestuur of van een zodanig aantal afgevaardigden
als is gerechtigd tot het uitbrengen van ten minste een tiende gedeelte van het
aantal stemmen dat in een voltallige ledenraad kan worden uitgebracht,
aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering van de ledenraad.
13. Daarnaast wordt jaarlijks ten minste nog één andere, door het algemeen bestuur bijeen
te roepen, vergadering van de ledenraad gehouden, waarin in ieder geval aan de orde
wordt gesteld:
a. de vaststelling van de begroting van het algemeen bestuur, van de beleidsplannen
en van de contributie, indien en voor zover deze onderwerpen niet in de jaarlijkse
ledenraad aan de orde zijn of worden gesteld;
b. de voorziening in eventuele vacatures, overeenkomstig hetgeen daaromtrent bij of
krachtens deze statuten en het algemeen reglement is bepaald;
c. de voorstellen van het algemeen bestuur of van een zodanig aantal afgevaardigden
als is gerechtigd tot het uitbrengen van ten minste een tiende gedeelte van het
aantal stemmen dat in een voltallige ledenraad kan worden uitgebracht,
aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering van de ledenraad.
Andere vergaderingen van de ledenraad worden gehouden zo dikwijls het algemeen
bestuur dit wenselijk oordeelt.
14. Voorts is het algemeen bestuur op schriftelijk verzoek van een zodanig aantal
afgevaardigden als is gerechtigd tot het uitbrengen van ten minste een tiende gedeelte
van het aantal stemmen dat in een voltallige ledenraad kan worden uitgebracht,
verplicht tot het bijeenroepen van een vergadering van de ledenraad op een termijn van
niet langer dan vier weken. Aan de eis van schriftelijkheid van het verzoek wordt
voldaan indien het verzoek elektronisch is vastgelegd. Indien aan het verzoek binnen
veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die
bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig het bepaalde in artikel 17 of
bij advertentie in ten minste één landelijk dagblad, met inachtneming van de in artikel
17 bedoelde oproepingstermijn. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan leden van
het algemeen bestuur belasten met de leiding van de vergadering van de ledenraad en
het opstellen van de notulen.
Ledenraad: toegang en stemrecht.
Artikel 14
1. Toegang tot de vergaderingen van de ledenraad hebben de afgevaardigden, de leden
van het algemeen bestuur, de algemeen directeur en de directeur sport. Voorts hebben
tot de vergaderingen van de ledenraad toegang zij die daartoe door het algemeen
bestuur zijn uitgenodigd, met dien verstande dat de ereleden en de leden van
verdienste toegang hebben tot de jaarlijkse ledenraad bedoeld in artikel 13 lid 12 van
deze statuten. Geen toegang hebben ereleden, leden van verdienste en leden van het
algemeen bestuur die als zodanig zijn geschorst.
2. Over toelating van andere dan de in het vorige lid bedoelde personen beslist de
voorzitter van de vergadering van de ledenraad.
3. De afgevaardigden, de leden van het algemeen bestuur, de algemeen directeur en de
directeur sport hebben het recht in de vergadering van de ledenraad het woord te
18
4.
voeren. Andere personen hebben dit recht indien en voor zover de voorzitter van de
vergadering hen het woord verleend heeft.
Stemgerechtigd in de vergadering van de ledenraad zijn de afgevaardigden met
inachtneming van het volgende:
a. elke gewestelijke afgevaardigde van een gewest waarvoor geldt dat de tot dat
gewest behorende gewone leden gezamenlijk een ledenaantal hebben van ten
hoogste vijftienduizend (15.000) heeft het recht om ter vergadering van de
ledenraad één (1) stem uit te brengen;
b. elke gewestelijke afgevaardigde van een gewest waarvoor geldt dat de tot dat
gewest behorende gewone leden gezamenlijk een ledenaantal hebben van ten
minste vijftienduizend één (15.001) en ten hoogste dertigduizend (30.000) heeft
het recht om ter vergadering van de ledenraad twee (2) stemmen uit te brengen;
c. elke gewestelijke afgevaardigde van een gewest waarvoor geldt dat de tot dat
gewest behorende gewone leden gezamenlijk een ledenaantal hebben van ten
minste dertigduizend één (30.001) heeft het recht om ter vergadering van de
ledenraad drie (3) stemmen uit te brengen;
d. elke topsportafgevaardigde-atleten heeft het recht om ter vergadering van de
ledenraad één (1) stem uit te brengen;
e. elke topsportafgevaardigde-merkenteams heeft het recht om ter vergadering van
de ledenraad één (1) stem uit te brengen;
f. een gewestelijke afgevaardigde kan door een andere daartoe schriftelijk
gevolmachtigde gewestelijke afgevaardigde van hetzelfde gewest ter vergadering
van de ledenraad zijn stem(men) doen uitbrengen. Een gewestelijke afgevaardigde
kan als gevolmachtigde slechts voor één andere gewestelijke afgevaardigde ter
vergadering zijn stem(men) uitbrengen. Aan de eis van schriftelijkheid van de
volmacht wordt ook voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd. Het is
een gewestelijke afgevaardigde slechts in uitzonderlijke gevallen toegestaan een
vorenbedoelde volmacht te verlenen, een en ander op de wijze als nader
uitgewerkt in het algemeen reglement;
g. een topsportafgevaardigde-atleten kan door een andere daartoe schriftelijk
gevolmachtigde topsportafgevaardigde-atleten ter vergadering van de ledenraad
zijn stem doen uitbrengen. Een topsportafgevaardigde-atleten kan als
gevolmachtigde slechts voor één andere topsportafgevaardigde-atleten ter
vergadering zijn stem uitbrengen. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht
wordt ook voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd. Het is een
topsportafgevaardigde-atleten slechts in uitzonderlijke gevallen toegestaan een
vorenbedoelde volmacht te verlenen, een en ander op de wijze als nader
uitgewerkt in het algemeen reglement;
h. een topsportafgevaardigde-merkenteams kan door een andere daartoe schriftelijk
gevolmachtigde topsportafgevaardigde-merkenteams ter vergadering van de
ledenraad zijn stem doen uitbrengen. Een topsportafgevaardigde-merkenteams
kan als gevolmachtigde slechts voor één andere topsportafgevaardigdemerkenteams ter vergadering zijn stem uitbrengen. Aan de eis van schriftelijkheid
van de volmacht wordt ook voldaan indien de volmacht elektronisch is
19
vastgelegd. Het is een topsportafgevaardigde-merkenteams slechts in
uitzonderlijke gevallen toegestaan een vorenbedoelde volmacht te verlenen, een
en ander op de wijze als nader uitgewerkt in het algemeen reglement;
i. een afgevaardigde is bevoegd zijn stem(men) gewogen en zonder last uit te
brengen.
5. Onverminderd het bepaalde in de vorige leden kan een afgevaardigde ook door middel
van een elektronisch communicatiemiddel aan de vergaderingen van de ledenraad
deelnemen, daarin het woord voeren en zijn stem(men) uitbrengen. Daartoe is vereist
dat de afgevaardigde via het elektronisch communicatiemiddel i) kan worden
geïdentificeerd, ii) rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter
vergadering, iii) kan deelnemen aan de beraadslaging en iv) het stemrecht kan
uitoefenen.
6. Nadere regels omtrent het deelnemen aan en het stemmen in vergaderingen van de
ledenraad door middel van een elektronisch communicatiemiddel kunnen in het
algemeen reglement worden vastgesteld.
Ledenraad: voorzitterschap en notulen.
Artikel 15
1. De vergaderingen van de ledenraad worden geleid door de voorzitter van het algemeen
bestuur. Ontbreekt de voorzitter, dan treedt een van de andere leden van het algemeen
bestuur door het algemeen bestuur aan te wijzen als voorzitter op. Wordt ook op deze
wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de ledenraad daarin zelf.
2. Van het verhandelde in elke vergadering van de ledenraad worden notulen opgemaakt.
Deze notulen worden in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering van de ledenraad
vastgesteld, en ten blijke daarvan ondertekend door de voorzitter en de secretaris. Zij
die de vergadering van de ledenraad bijeenroepen kunnen een notarieel proces-verbaal
van het verhandelde doen opmaken. De inhoud van de notulen of van het procesverbaal wordt ter kennis van de leden gebracht.
Ledenraad: besluitvorming.
Artikel 16
1. Het ter vergadering van de ledenraad uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent
de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een
genomen besluit voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd
voorstel.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van een in het vorige lid bedoeld oordeel
de juistheid ervan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de
meerderheid van de ledenraad of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk
of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze
nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Voor zover in deze statuten of de wet niet anders is bepaald, worden alle besluiten van
de ledenraad genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
4. Ongeldige en blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
5. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft
verkregen, heeft een tweede stemming, of in geval van een bindende voordracht, een
tweede stemming tussen de voorgedragen kandidaten, plaats. Heeft alsdan weer
20
niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats,
totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft gekregen, hetzij tussen twee
personen is gestemd en de stemmen staken. Bij deze herstemmingen, waaronder niet is
begrepen de tweede stemming, wordt telkens gestemd tussen de personen, op wie bij
de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, op wie bij
die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. In geval bij
een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden
is gekozen. Ingeval van loting bepaalt de voorzitter van de vergadering de wijze van
loting.
6. Indien de stemmen staken over een voorstel niet betreffende een verkiezing van
personen, dan is het verworpen.
7. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke
stemming wenselijk acht of een of meer van de stemgerechtigden zulks vóór de
stemming verlangen. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende gesloten
briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde
hoofdelijke stemming verlangt.
8. Een eenstemmig besluit van alle afgevaardigden, ook al zijn deze niet in een
vergadering van de ledenraad bijeen, heeft, mits met voorkennis van het algemeen
bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de ledenraad.
9. Zolang in een vergadering van de ledenraad alle afgevaardigden aanwezig of
vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene
stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen, dus mede omtrent een
voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding, ook al heeft geen oproeping
plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander
voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen van de ledenraad of
een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.
Ledenraad: bijeenroeping.
Artikel 17
1. De vergaderingen van de ledenraad worden, onverminderd het bepaalde in artikel 13
lid 14, bijeengeroepen door het algemeen bestuur. De oproeping geschiedt door
toezending van een schriftelijke dan wel langs elektronische weg verzonden
aankondiging aan de adressen van alle gewesten en van alle afgevaardigden. De
termijn voor de oproeping van de jaarlijkse ledenraad en voor de vergadering van de
ledenraad bedoeld in artikel 13 lid 13 eerste zin bedraagt ten minste vier weken, de
dag van de verzending niet meegerekend.
Onverminderd het bepaalde in artikel 27 lid 1 bedraagt de termijn voor de oproeping
van andere dan in de vorige zin bedoelde vergaderingen van de ledenraad ten minste
zeven dagen, de dag van de verzending niet meegerekend.
2. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het
bepaalde in de artikelen 27 en 28.
Algemeen bestuur.
Artikel 18
1. Het algemeen bestuur is, behoudens de beperkingen volgens de statuten, belast met het
besturen van de bond.
21
2.
Het algemeen bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid, tijdelijk dan wel
permanent, onderdelen van zijn taak te laten uitvoeren door personen of door
commissies waarvan de leden door het algemeen bestuur worden benoemd en kunnen
worden ontslagen.
De bevoegdheden en werkwijze van deze door het algemeen bestuur aangestelde
personen dan wel ingestelde commissies worden geregeld in een of meer door het
algemeen bestuur vast te stellen reglementen.
3. Het algemeen bestuur is bevoegd zich, tijdelijk dan wel permanent, te doen adviseren
door personen of door commissies waarvan de leden door het algemeen bestuur worden
benoemd en kunnen worden ontslagen.
De bevoegdheden en werkwijze van deze door het algemeen bestuur aangestelde
personen dan wel ingestelde commissies worden geregeld in een of meer door het
algemeen bestuur vast te stellen reglementen.
Algemeen bestuur: benoeming leden.
Artikel 19
1. Het algemeen bestuur bestaat uit een door de ledenraad te bepalen aantal van ten minste
vijf leden. Leden van het algemeen bestuur worden benoemd, geschorst en ontslagen
door de ledenraad overeenkomstig hetgeen daaromtrent in het algemeen reglement is
bepaald.
De voorzitter, secretaris en penningmeester van het algemeen bestuur worden in functie
benoemd. Leden van het algemeen bestuur worden benoemd voor een periode van ten
hoogste drie jaar en zijn ten hoogste tweemaal, al dan niet aansluitend, herbenoembaar,
telkens voor een periode van ten hoogste drie jaar.
Overige bepalingen omtrent de benoeming van de leden van het algemeen bestuur zijn
in het algemeen reglement vastgesteld.
2. Tot lid van het algemeen bestuur kunnen slechts worden benoemd meerderjarige
natuurlijke personen die lid zijn van een gewoon lid. Leden van het algemeen bestuur
mogen geen andere functies vervullen in de bond of bij gewone of buitengewone leden
van de bond.
3. Het algemeen bestuur stelt een rooster vast dat voorziet in periodiek aftreden van de
leden van het algemeen bestuur en is bevoegd zodanig rooster te wijzigen. Vaststelling
van of wijziging in zodanig rooster kan niet meebrengen dat een zittend lid van het
algemeen bestuur tegen zijn wil defungeert voordat de termijn waarvoor hij is
benoemd, verstreken is. Een tussentijds benoemd lid van het algemeen bestuur neemt
op het rooster van aftreden de plaats van zijn voorganger in.
Algemeen bestuur: einde lidmaatschap.
Artikel 20
1. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt voor een lid van het algemeen
bestuur:
a. door zijn overlijden;
b. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn aftreden
volgens het rooster van aftreden als bedoeld in lid 3 van het vorige artikel;
c. door zijn vrijwillig aftreden;
22
d.
door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als
gevolg van zijn lichamelijk of geestelijke toestand een bewind over een of meer
van zijn goederen wordt ingesteld;
e. doordat hij failliet wordt verklaard, surséance van betaling aanvraagt of verzoekt
om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in de
Faillissementswet;
f. doordat hij niet langer voldoet aan het bepaalde in lid 2 van het vorige artikel;
g. door zijn ontslag verleend door de ledenraad.
2. Een lid van het algemeen bestuur kan door de ledenraad te allen tijde worden geschorst
en ontslagen. Een besluit tot schorsing of ontslag van een lid van het algemeen bestuur
kan slechts door de ledenraad worden genomen met een meerderheid van ten minste
twee derden van de uitgebrachte stemmen en mits het desbetreffende lid van het
algemeen bestuur in de gelegenheid is gesteld zich tegenover de ledenraad te verklaren.
3. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag
eindigt door verloop van die termijn. Gedurende de periode waarin een lid van het
algemeen bestuur is geschorst kan dit lid van het algemeen bestuur zijn functie niet
uitoefenen.
4. In tussentijdse vacatures wordt door de eerstvolgende vergadering van de ledenraad
voorzien.
Algemeen bestuur: vertegenwoordiging.
Artikel 21
1. Het algemeen bestuur vertegenwoordigt de bond. De bond kan bovendien worden
vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende leden van het algemeen bestuur,
waarvan ten minste één lid de voorzitter, de secretaris of de penningmeester is.
2. Het algemeen bestuur is, mits met goedkeuring van de ledenraad, bevoegd te besluiten
tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van
registergoederen en van overeenkomsten waarbij de bond zich als borg of hoofdelijk
medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot
zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt en tot vertegenwoordiging
van de bond terzake van deze handelingen. Op het ontbreken van deze goedkeuring
kan tegen derden beroep worden gedaan.
3. Het algemeen bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan een of meer
leden van het algemeen bestuur, alsook aan de algemeen directeur, aan de directeur
sport en aan derden, om de bond binnen de grenzen van die volmacht te
vertegenwoordigen
4. In alle gevallen waarin de bond een tegenstrijdig belang heeft met een of meer leden
van het algemeen bestuur kan de ledenraad een of meer personen aanwijzen om de
bond te vertegenwoordigen.
Boekjaar, jaarverslag en jaarrekening.
Artikel 22
1. Het verenigingsjaar (tevens het boekjaar van de bond) loopt van één juli tot en met
dertig juni.
2. Het algemeen bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de bond en van alles
betreffende de werkzaamheden van de bond, naar de eisen die voortvloeien uit deze
23
3.
4.
5.
6.
7.
werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe
behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te
bewaren, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de bond kunnen
worden gekend.
Het algemeen bestuur brengt op een vergadering van de ledenraad binnen zes maanden
na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de
ledenraad, een jaarverslag uit over de gang van zaken in de bond en over het gevoerde
beleid. Het algemeen bestuur legt de jaarrekening ter goedkeuring aan de ledenraad
over, waarbij gevoegd een verklaring omtrent de getrouwheid daarvan afkomstig van
de accountant als bedoeld in het volgende lid aan wie opdracht tot onderzoek van de
jaarrekening is verleend. Tevens wordt alsdan bij de jaarrekening het verslag van de
financiële commissie gevoegd, zijnde de door ledenraad ingestelde commissie die de
ledenraad adviseert omtrent zijn bevindingen inzake de jaarrekening en omtrent het
verlenen van decharge aan de leden van het algemeen bestuur. De samenstelling van de
financiële commissie, evenals de werkwijze worden bij algemeen reglement vastgesteld.
De jaarrekening wordt ondertekend door de leden van het algemeen bestuur; ontbreekt
de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van
redenen melding gemaakt. Na verloop van de termijn kan ieder lid van de
gezamenlijke leden van het algemeen bestuur in rechte vorderen dat zij deze
verplichtingen nakomen.
De bond verleent opdracht tot onderzoek van de jaarrekening aan een accountant
bedoeld in artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Tot het verlenen van de
opdracht aan de accountant is de ledenraad bevoegd. Gaat deze daartoe niet over, dan
is het algemeen bestuur bevoegd.
De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het algemeen bestuur, en
geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van
de jaarrekening. Het algemeen bestuur is verplicht de accountant ten behoeve van zijn
onderzoek alle door hem gevraagde inlichtingen te verschaffen, hem desgewenst de
kas en de waarden te vertonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers
van de bond voor raadpleging beschikbaar te stellen.
De goedkeuring van de jaarrekening door de ledenraad strekt niet ook tot decharge van
de leden van het algemeen bestuur voor het gevoerde beleid over het afgelopen
boekjaar.
Pas nadat het voorstel tot goedkeuring van de jaarrekening aan de orde is geweest, zal
aan de ledenraad het voorstel worden gedaan om decharge te verlenen aan de leden
van het algemeen bestuur voor het door hen gevoerde beleid over het afgelopen
boekjaar, voor zover van dat beleid uit de jaarrekening blijkt of over dat beleid in de
vergadering van de ledenraad mededelingen zijn gedaan.
Het algemeen bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in dit artikel gedurende
zeven jaren te bewaren.
De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde
balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden
overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige
24
weergave van de gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd
beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.
Tuchtrechtspraak.
Artikel 23
1. Aan de leden, aan de leden van leden, aan de aangeslotenen bij leden en aan de
licentiehouders kunnen straffen of maatregelen worden opgelegd wegens het niet, of niet
behoorlijk, naleven van de statuten, de reglementen of bevoegd genomen besluiten van
de bond of van organen van de bond en van de organisaties waarbij de bond is
aangesloten, alsmede wegens gedragingen waardoor de belangen van de bond of de
schaatssport en de skatesport, in welke verschijningsvorm dan ook, worden geschaad.
2. Met de berechting van de in het eerste lid strafbaar gestelde overtredingen is de
tuchtcommissie belast, behoudens voor zover het overtreding van de
wedstrijdbepalingen betreft, waarvan de beoordeling naar haar aard dient plaats te
vinden door die official(s), die speciaal met de handhaving daarvan ter plaatse van de
betrokken wedstrijd of evenement belast is (zijn). De tuchtcommissie is bevoegd tot
strafoplegging.
3. Tegen een uitspraak van de tuchtcommissie kan binnen een termijn van één maand
beroep aangetekend worden bij de commissie van beroep.
4. De competentie en samenstelling van de in het vorige lid genoemde commissies, de
strafbaarstelling van overtredingen, de op te leggen maatregelen dan wel straffen,
waaronder geldelijke boeten, en de maximering daarvan, de procesgang en de
tenuitvoerlegging van de opgelegde straffen worden geregeld in het tuchtreglement, met
dien verstande dat ook andere reglementen ter zake dienende regels kunnen bevatten.
Geschillen.
Artikel 24
1. Alle geschillen, voor zover deze samenhangen met de beoefening van de schaatssport en
de skatesport in de bond, in welke verschijningsvorm dan ook, die zijn gerezen tussen:
a. enerzijds de bond en anderzijds een orgaan van de bond, een lid, een lid van een lid,
een aangeslotene bij een lid of een licentiehouder;
b. enerzijds een lid en anderzijds een orgaan van dat lid, een lid van dat lid of een
aangeslotene bij dat lid;
c. leden onderling, leden van leden onderling, aangeslotenen bij leden onderling,
organen van leden onderling,
worden, met uitsluiting van de burgerlijk rechter in de vorm van bindend advies beslecht
door de geschillencommissie. De competentie en samenstelling van deze commissie,
evenals de procesgang worden nader bij algemeen reglement vastgesteld.
2. Een geschil wordt geacht aanwezig te zijn, indien een van beide partijen verklaart dat dit
het geval is.
3. In alle gevallen, waarin de uitleg van deze statuten of de reglementen van de bond
twijfel oproept of aanleiding geeft tot een geschil, kan, een belanghebbende partij dit
schriftelijk of langs elektronische weg voorleggen aan de reglementencommissie. De
reglementencommissie doet daarover in de vorm van een bindend advies uitspraak. De
samenstelling van de reglementencommissie, evenals de werkwijze worden bij
algemeen reglement vastgesteld.
25
Bondsonderscheidingen.
Artikel 25
1. Het erelidmaatschap wordt op voorstel van het algemeen bestuur toegekend door de
ledenraad. Het lidmaatschap van verdienste wordt toegekend door het algemeen bestuur.
2. Aan personen die zich in de actieve schaatssport en de skatesport op algemeen erkende
bijzondere wijze hebben onderscheiden kan een waarderingsspeld in goud door het
algemeen bestuur worden toegekend.
3. Het algemeen bestuur kan ook een bestuursonderscheiding met de naam "Blijk van
erkenning" toekennen aan personen die zich, in welke vorm dan ook, verdienstelijk
hebben gemaakt voor de schaatssport en de skatesport in al haar verschijningsvormen.
Bondsbureau.
Artikel 26
1. Voor de ondersteuning van zijn werkzaamheden heeft de bond een bondsbureau.
2. Het bondsbureau wordt geleid door twee directeuren, te weten de algemeen directeur
en de directeur sport, die aangesteld worden door het algemeen bestuur.
3. Het algemeen bestuur stelt de taken en bevoegdheden van de algemeen directeur en
van de directeur sport bij directiestatuut schriftelijk vast en is bevoegd dit
directiestatuut te wijzigen. Dit directiestatuut geldt als een reglement bedoeld in artikel
18 lid 2.
4. Binnen de grenzen van de door het algemeen bestuur te geven bepalingen en
richtlijnen is de algemeen directeur van het bondsbureau belast met de leiding en het
beheer van het bondsbureau en verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken
van de bond.
5. De werkzaamheden van de algemeen directeur, van de directeur sport en van de
overige aan het bondsbureau verbonden functionarissen worden verricht onder
verantwoordelijkheid van het algemeen bestuur. De algemeen directeur en de directeur
sport zijn verantwoording verschuldigd aan het algemeen bestuur over de door hen en
door de overige aan het bondsbureau verbonden functionarissen verrichte
werkzaamheden.
Statutenwijziging.
Artikel 27
1. In de statuten van de bond kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit
van de ledenraad, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van
de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige
vergadering van de ledenraad bedraagt ten minste vier weken, de dag van de
verzending niet meegerekend.
2. Zij, die de oproeping tot de vergadering van de ledenraad ter behandeling van een
voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste veertien dagen vóór
de vergadering van de ledenraad een afschrift van dat voorstel, waarin de
voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, aan alle gewesten en aan alle
afgevaardigden schriftelijk of langs elektronische weg ter kennis brengen. Bovendien
wordt een afschrift als in de vorige zin bedoeld ten minste veertien dagen vóór de
vergadering van de ledenraad op een daartoe geschikte plaats, voor de leden ter inzage
26
gelegd tot na afloop van de dag waarop de vergadering van de ledenraad wordt
gehouden.
3. Een besluit van de ledenraad tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van ten
minste twee derden van de uitgebrachte stemmen.
4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat daarvan een notariële akte is
opgemaakt. Tot het doen verlijden van zodanige akte is ieder lid van het algemeen
bestuur zelfstandig bevoegd.
Ontbinding en vereffening.
Artikel 28
1. De bond kan slechts worden ontbonden door een besluit van de ledenraad. Het bepaalde
in de leden 1, 2 en 3 van het vorige artikel is ten aanzien van een zodanig besluit van
overeenkomstige toepassing.
2. Bij ontbinding van de bond wordt zijn vermogen vereffend door de leden van het
algemeen bestuur, indien en voor zover de ledenraad niet anders bepaalt.
3. Bij het besluit tot ontbinding stelt de ledenraad de bestemming vast van hetgeen na
voldoening van de schuldeisers van het vermogen van de ontbonden bond is
overgebleven, met dien verstande dat dit niet zal worden uitgekeerd aan de leden,
maar, overeenkomstig de doelstellingen van de bond, zal worden uitgekeerd aan een of
meer instellingen met een vergelijkbare doelstelling.
4. Na de ontbinding blijft de bond voortbestaan voorzover dit tot vereffening van het
vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten
en reglementen van de bond voor zover mogelijk van kracht. In stukken en
aankondigingen die van de bond uitgaan, moet aan zijn naam worden toegevoegd 'in
liquidatie'.
5. De boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden bond worden,
nadat de bond heeft opgehouden te bestaan, bewaard gedurende de door de wet
daarvoor bepaalde termijn, door de door de vereffenaars daartoe aangewezen persoon.
Algemeen reglement en andere reglementen.
Artikel 29
1. Voor zover bij of krachtens deze statuten niet anders is bepaald, worden de
reglementen van de bond, waaronder begrepen het algemeen reglement, door de
ledenraad, al dan niet op voorstel van het algemeen bestuur, vastgesteld.
2. In het algemeen reglement en andere reglementen van de bond worden die
onderwerpen geregeld die in deze statuten niet of niet volledig zijn geregeld.
3. Het algemeen reglement en andere reglementen van de bond mogen niet in strijd zijn
met de wet, ook waar deze geen dwingend recht bevat, en deze statuten.
4. Op een besluit tot vaststelling of wijziging van het algemeen reglement dan wel van
een ander door de ledenraad, al dan niet op voorstel van het algemeen bestuur, vast te
stellen reglement van de bond is het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van artikel 27 van
overeenkomstige toepassing.
Slotbepaling.
Artikel 30
27
Onverminderd het bepaalde in artikel 24 lid 3, beslist het algemeen bestuur in alle
gevallen, waarin noch de wet, noch deze statuten, noch de reglementen van de bond
voorzien.
28