Fistel, haarnestcyste of abces bij anus

Download Report

Transcript Fistel, haarnestcyste of abces bij anus

Een operatie aan een fistel, haarnestcyste of een abces bij de anus

Albert Schweitzer ziekenhuis oktober 2014 pavo 0969

Inleiding

De chirurg heeft met u besproken dat u geopereerd gaat worden aan uw anus. In deze folder leest u meer over deze operatie. U wordt behandeld aan:  Een fistel  Een haarnestcyste  Een abces Deze operaties worden meestal in dagbehandeling gedaan, soms moet u voor deze operatie meerdere dagen opgenomen worden. De chirurg heeft dit met u besproken. Hierna worden de verschillende aandoeningen en behandelingen uitgelegd.

Een fistel

Een fistel is een gang die ontstaan is tussen de kringspier en uw darm. Een fistel kan een vreemde vorm hebben. Een fistel net aan de onderzijde van de kringspier wordt een eenvoudige fistel genoemd. Een fistel door of boven de kringspier wordt een complexe fistel genoemd. Meestal wordt een MRI gemaakt om de vorm en hoogte van de fistel te kunnen bepalen.

Behandeling van een fistel

Een eenvoudige fistel kan onder narcose worden geopend. Het fistelkanaal wordt schoongemaakt. Daarna groeit de wond langzaam dicht.

Bij een complexe of hogere fistel wordt een drain (dun siliconen slangetje) in de fistel ingebracht. Hierdoor wordt het gebied rondom de anus tot rust gebracht. Dit slangetje kan tot enkele maanden blijven zitten. De ontlasting kan er normaal langs. De drain wordt later op de polikliniek verwijderd of blijft zitten tot een eventuele tweede operatie.

1 van 9

Als een fistel niet wil sluiten kan een soort lijmmiddel ingespoten worden. Ook kan de opening aan de binnenzijde van de anus gesloten worden met een mucosa-verschuivingsplastiek. Hierbij wordt de opening aan de binnenzijde van de anus gehecht. Vervolgens wordt het bedekt met slijmvlies van de endeldarm (mucosa). De meest voorkomende risico’s van de operatie zijn infectie, bloeding, het terugkomen van de fistel.

Abces naast de anus

De kliertjes in het slijmvlies in de anus kunnen verstopt raken. Hierdoor kan er een ontsteking en vervolgens een abces ontstaan. Een abces is een holte gevuld met pus. De holte neemt geleidelijk in grootte toe. De pus probeert naar buiten te komen. Hierdoor ontstaat een pijnlijke rode zwelling bij de anus. U kunt niet meer goed zitten. U kunt koorts krijgen en een gevoel hebben van “niet lekker voelen”.

Behandeling van een abces

De behandeling bestaat uit het openen van het abces onder narcose. Soms is de huid spontaan opengebarsten. Daardoor kan de pus vanzelf aflopen. De abcesholte wordt schoongemaakt. Hierna is de pijn grotendeels verdwenen. Daarna moet de wond dagelijks verzorgd worden. Bij de helft van de patiënten groeit de wond dicht. Bij de andere helft van de patiënten kan er af en toe weer een abces ontstaan. Dan spreken we van een restfistel.

Als een abces niet in één keer verwijderd kan worden, is een tweede operatie nodig.

2 van 9

Haarnestcyste

Een haarnestcyste (sinus pilonidalis) is een holte onder de huid tussen of bovenaan de bilspleet. De cyste heeft een verbinding door de huid heen naar buiten. Deze verbinding is te zien als een klein gaatje of een kleine intrekking in de huid.

De aandoening komt vooral voor bij jong volwassenen en bij mannen met veel lichaamsbeharing. De haren groeien op de plek van de cyste naar binnen, waardoor de holte ontstoken kan raken. Daarnaast kan de cyste pijn veroorzaken en vocht en/of bloed afscheiden.

De oorzaak van haarnestcysten is niet helemaal duidelijk.

Behandeling van een haarnestcyste

Een haarnestcyste die klachten veroorzaakt wordt altijd operatief verwijderd. Een haarnestcyste kan zowel onder plaatselijke, maar meestal onder algehele anesthesie verwijderd worden. Dat hangt af van de grote van de cyste en of er een abces is.

Tijdens de operatie wordt de cyste geopend, het ontstekingsweefsel wordt verwijderd en de holte wordt schoongemaakt. De wond wordt na de operatie opengelaten of gehecht. De meest voorkomende risico’s van de operatie zijn infectie, bloeding, het terugkomen van de haarnestcyste en de vaak langdurige wondgenezing

.

Voorbereiding

Pré-operatieve screening

Bij de pré-operatieve screening wordt beoordeeld of u een operatie lichamelijk aankunt.

De anesthesioloog bespreekt de mogelijkheden van anesthesie en pijnbestrijding met u. Verder krijgt u een beperkt lichamelijk onderzoek. Het onderzoek kan uitgebreid worden met aanvullend onderzoek zoals bloedonderzoek, ECG (hartfilmpje) en een longfoto.

3 van 9

Soms kan het nodig zijn dat andere specialisten uw conditie beoordelen bijvoorbeeld een internist, cardioloog of longarts.

Intakegesprek

U heeft een gesprek met de intakeverpleegkundige. Deze verpleegkundige stelt u vragen over uw ziektevoorgeschiedenis en geeft u informatie over de opname in het ziekenhuis. Als u zelf vragen heeft kunt u die ook stellen.

Medicijngebruik

Als u medicijnen gebruikt, moet u dit altijd doorgeven aan de chirurg en anesthesioloog. Eén van hen bespreekt met u of en hoelang voor de operatie u moet tijdelijk stoppen met inname van de (bloedverdunnende) medicijnen.

Tijdens de operatie mag u geen sierraden, piercings, nagellak, kunstnagels en make-up dragen. Ook contactlenzen, brillen, gehoorapparaten en een gebitsprothese mogen niet mee naar de operatiekamer.

Overgevoeligheid of allergie

De chirurg, anesthesioloog en verpleegkundige vragen u of u overgevoelig bent voor bepaalde medicijnen, bijvoorbeeld antibiotica. Als u overgevoelig bent, probeert u dan te achterhalen om welk medicijn het gaat. Uw huisarts en apotheek kunnen u hier meestal over informeren.

Opnamedatum

U wordt gebeld om de datum van de operatie af te spreken.

Eén werkdag voor de operatie

U belt één werkdag voor de operatie tussen 15.00-16.00 uur naar de afdeling waar u opgenomen wordt. U hoort dan het tijdstip van uw operatie en het tijdstip waarop u opgenomen wordt. Als u op maandag wordt geopereerd, dan belt u op vrijdag.

4 van 9

Voorbereidingen thuis

Neemt u alle medicijnen die u gebruikt, in de originele verpakking, mee naar het ziekenhuis op de dag van uw opname.

Brengt u naast uw nachtkleding en toiletartikelen, pantoffels of slippers mee. Ook als u voor dagbehandeling komt.

Op de dag van de operatie neemt u thuis een douche, daarna mag u geen bodylotion gebruiken.

We vragen u uw sieraden thuis te laten en uw piercings uit te doen. Op de dag van de operatie mag u geen make-up en nagellak dragen. Als u kunstharsnagels draagt gelden de volgende regels. Zijn de kunstharsnagels blank gelakt, dan hoeft u ze niet te verwijderen. Zijn de kunstharsnagels niet blank gelakt, dan moet u één nagel per hand verwijderen. Houdt u er rekening mee dat u geen contactlenzen, bril, gehoorapparaten of kunstgebit mag dragen op de operatiekamer.

Dag van de operatie

U wordt meestal op de dag van de operatie opgenomen. U moet dan nuchter zijn. De regels over nuchter zijn leest u in de folder ‘anesthesie en pré-operatieve screening’. De anesthesioloog heeft bij de preoperatieve screening met u besproken welke medicijnen u op de dag van operatie met een slokje water mag innemen.

U meldt zich op het afgesproken tijdstip op de verpleegafdeling. De verpleegkundige legt u de gang van zaken op de verpleegafdeling uit en controleert de gegevens die tijdens uw intakegesprek zijn genoteerd. Als er geen intakegesprek plaatsgevonden heeft, stelt de verpleegkundige u nog een aantal vragen over uw gezondheid.

Vooraf is niet aan te geven op welke kamer u komt te liggen. Dit is afhankelijk van de beschikbare bedden die er op het moment van uw opname zijn.

Op de afdeling wordt gemengd verpleegd. Dit betekent dat mannen en vrouwen op dezelfde kamer kunnen liggen.

5 van 9

Voorbereiding op de operatie

De verpleegkundige geeft u voorbereidende medicijnen voor de anesthesie. Dit bestaat vaak uit een rustgevend medicijn en een pijnstiller. Het gebied rondom de anus wordt geschoren. Soms is het scheren door de pijnklachten niet mogelijk. Daarna krijgt u een operatiehemd aan. De verpleegkundige brengt u vervolgens naar de operatieafdeling.

Op de operatieafdeling wordt een infuus ingebracht.

De operatie

Op de operatieafdeling geeft de anesthesioloog u de afgesproken anesthesie. Tijdens de operatie wordt het ontstekingsweefsel verwijderd en wordt de holte schoongemaakt. De wond wordt na de operatie opengelaten of gehecht. Deze hechtingen zijn oplosbaar.

Na de operatie

U wordt naar de verkoeverkamer (uitslaapkamer) gebracht. Uw hartslag en bloeddruk worden regelmatig gemeten. De verpleegkundige let op nabloeden. Als u pijn heeft of misselijk bent, krijgt u medicijnen tegen de pijn en/of misselijkheid.

Zodra u goed wakker bent en de controles stabiel zijn, wordt u naar de verpleegafdeling teruggebracht. Als u niet misselijk bent, mag u weer eten en drinken. Meestal kunt u dezelfde dag weer naar huis. Meestal komt de chirurg of zijn assistent nog bij u langs. Lukt dit niet dan spreekt u uw chirurg op de polikliniek. U krijgt een afspraak mee voor controle op de polikliniek.

Zo nodig krijgt u een recept voor medicijnen en verband mee.

6 van 9

Nazorg

    Na de operatie moet de wond aan uw anus genezen. We raden u aan onderstaande adviezen op te volgen.

  Eet voldoende plantaardige vezels (zemelen, bruin brood etc.). Neem dagelijks een kommetje yoghurt of kwark met zemelen als aanvulling.

Drink voldoende (1 liter water per dag extra).

Als de ontlasting toch nog te hard is kan de huisarts of chirurg u een laxeermiddel voorschrijven. Zodra u aandrang voelt, gaat u naar het toilet. Houdt de ontlasting niet op.    Houd uw anus schoon met een nat doekje zonder zeep of door te douchen. U mag niet ruw afvegen. Droog de anus en de huid eromheen zorgvuldig en voorzichtig af door te deppen. Als u zeep wilt gebruiken, gebruik dan een 'zeepvrije' zeep.

Neem altijd vochtig toiletpapier mee. U kunt deze bij de drogist ook in éénmalige verpakking (reisverpakking) kopen. Let er op dat deze doekjes geen alcohol en/of parfum bevatten.

De eerste dagen na uw behandeling mag u geen zware lichamelijke arbeid verrichten. Ook mag u niet sporten. U voelt zelf het beste of een bepaalde houding of activiteit klachten geeft. Zware lichamelijke inspanning vergroot de kans op nabloeden. In overleg met uw arts mag u weer starten met werken en/of sporten.

Zolang de wond open is mag u niet zwemmen of in bad.

U mag op de wond zitten, maar u kunt beter regelmatig op uw zij gaan liggen.

Pijn

In de eerste dagen na een operatie kunt u pijn hebben als u zit of als u op de rug ligt.

U mag paracetamol tabletten innemen volgens de dosering die op de bijsluiter staat of de voorgeschreven pijnstillers. De pijn verdwijnt geleidelijk.

7 van 9

Huid schoonhouden

Vanaf de dag na de operatie spoelt u de wond 2-3 keer per dag onder de douche uit. Daarna dept u de wond met een gaasje droog. Vervolgens bedekt/steekt u een stukje van het gaasje in de wond en hierover legt u een absorberend verband. Deze maakt u met pleisters vast. De verpleegkundige vertelt u hoe u dit moet doen.

Het voorkomen van een nieuwe haarnestcyste

Om nieuwe klachten te voorkomen moet u het gebied rond de cyste regelmatig ontharen en goed schoonhouden, ook als de cyste al genezen is. Een haarnestcyste kan terugkomen. Als dat gebeurt is dat meestal binnen drie jaar. Boven het veertigste levensjaar komen haarnestcysten bijna niet meer voor.

Controle

U krijgt een afspraak mee voor controle op de polikliniek .

Zo nodig krijgt u een recept mee voor verband en medicijnen.

Complicaties

Bij iedere operatie is er een kans op complicaties. Zo zijn er ook bij een operatie normale risico's op complicaties, zoals trombose, longontsteking, een nabloeding en een wondinfectie. Een tweede operatie kan daardoor noodzakelijk zijn.

Als de arts de wond open heeft gelaten, kan er nog bloed uit de wond lekken. Bij een flinke nabloeding moet u bellen met het ziekenhuis.

Een voordeel van het openlaten van de wond is dat wondinfecties zelden voorkomen. Wel kan de wondgenezing traag verlopen door de vorming van 'wild vlees' (hypergranulatie).

8 van 9

Een arts waarschuwen

U moet direct een arts waarschuwen als:  de wond fors nabloedt;   de pijn erger wordt; de wond flink gaat zwellen;  u koorts heeft boven de 38.5 °C graden.

Tijdens kantooruren belt u met de polikliniek Chirurgie waar u onder behandeling bent. Buiten kantooruren belt u met de afdeling Spoedeisende Hulp van locatie Dordwijk, tel. (078) 652 32 10.

Tot slot

In deze folder is een algemeen beeld gegeven van het verloop van de opname en de operatie. Het kan zijn dat uw opname anders verloopt dan hier beschreven.

Als u nog vragen heeft, dan kunt u op werkdagen tussen 08.00 17.00 uur bellen met de polikliniek Chirurgie, tel. (078) 652 32 50. Wij zijn graag bereid uw vragen te beantwoorden.

U kunt hier ook terecht als u zich zorgen maakt over het verloop van uw herstel. 9 van 9