paardenkrant extra-stamceltherapie

Download Report

Transcript paardenkrant extra-stamceltherapie

VETERINAIR
DE
PAARDENKRANT
EXTRA
JUNI/JULI
2014
TEKST:
FerrY
hOllander
BEELD:
dierenkliniek
den ham,
dierenkliniek
wOlvega
30 31
30-33_stamceltherapie.indd 30
VERNIEUWD
STAMCELTE
geeft impuls
aan de praktijk
16-05-14 10:16
3Stamcellen worden
ingespoten in de meniscus
van de patiënt volgens de
nieuwe stamceltechniek.
b
WDE
TECHNIEK
k
Stamceltherapie bij paarden werd zo’n tien jaar geleden
gepresenteerd als baanbrekend, maar vervolgens
verdween de behandeling van beschadigde weefselstructuren om uiteenlopende redenen weer naar de
achtergrond. Dankzij een nieuwe, beter toepasbare en
minder kostbare methode klinkt er vanuit de veterinaire
wandelgangen andermaal positief nieuws.
30-33_stamceltherapie.indd 31
ij veel blessures in het paardenlichaam is er sprake van schade
aan weefselstructuren. De oorzaak van deze schade kan acuut
traumatisch zijn als gevolg van
een ongeval of verwonding, of chronisch repetitief als gevolg van overbelasting. Door deze
oorzaken is de oorspronkelijke weefselstructuur dusdanig beschadigd dat de aangedane
anatomische structuur zoals banden, pezen,
gewrichten en kraakbeen niet meer in staat is
om aan zijn functie te voldoen. Een pees kan in
zo’n geval de belasting niet meer aan en zonder
optimaal functionerend kraakbeen is er onvoldoende schokdempende werking.
De schade wekt een steriele ontstekingsreactie
op, waarbij pijnsignalen doorkomen en eventuele zwellingen optreden. Het paard uit deze
gevolgen in de vorm van kreupelheid. Eén van
de meest gebruikte behandelingen is volgens
Don van de Winkel van Dierenkliniek Wolvega
dat artsen de ontsteking proberen te onderdrukken door ontstekingsremmers in te spuiten dan
wel toe te dienen via de mond. “Deze behandelingen zijn helaas gericht op de gevolgen van
het probleem in plaats van op het probleem
zelf. Daarnaast bleken met name de gewrichtsbehandelingen negatieve gevolgen te hebben
voor het kraakbeen als ze herhaaldelijk toegepast worden. Het probleem is vaak dat er dusdanig veel schade is ontstaan dat er te weinig
cellen zijn om te zorgen voor natuurlijk herstel.
Reden genoeg dus voor de geneeskunde om
op zoek te gaan naar medicatie en therapieën
om het herstellend vermogen van weefsel te
stimuleren.”
sOOrten stamcellen
Het injecteren van stamcellen afkomstig van de
patiënt zelf is een uitmuntend voorbeeld van
zo’n therapie. Het lichaam is opgebouwd uit verschillende soorten cellen, zoals darmcellen, levercellen, spiercellen, kraakbeencellen, botcellen
en peesweefselcellen. Ieder zoogdier beschikt
ook over zogenaamde stamcellen. Dit zijn cellen
die nog geen specifieke functie hebben, oftewel
nog niet gedifferentieerd zijn. Deze zijn in staat
om zich te ontwikkelen tot verschillende types
cellen. Onder invloed van omgevingsfactoren die
in weefsels aanwezig zijn, kunnen stamcellen
16-05-14 10:16
bevat. Hierdoor treedt een duidelijke verschuiving op in de gehanteerde techniek.
Oude methode
Profiel
Don van de Winkel
32 33
Don van de Winkel studeerde begin
2008 af als dierenarts aan de Universiteit Utrecht. Direct daarna trad
de geboren Limburger in dienst bij
Dierenkliniek Wolvega. In zeer korte
tijd heeft Van de Winkel zich opgewerkt tot één van de aanjagers als het
gaat om stamceltechniek. Hij is tevens
erkend keuringsdierenarts en sinds
kort certified member of ISELP, wat in
de volksmond ook wel internationaal
specialist orthopedie en medische
beeldvorming paard wordt genoemd.
Het stokpaardje van Van de Winkel is
het belang van een accurate diagnose,
in zijn ogen essentieel wanneer je
stamcellen zo doelgericht mogelijk wilt
inzetten.
zich dus omvormen naar een specifiek soort cel.
Er zijn twee soorten stamcellen: hematopoietische en mesenchymale stamcellen. Hematopoietische stamcellen kunnen rode en witte
bloedcellen en bloedplaatjes worden. Ze worden veelal gebruikt in de humane geneeskunde
voor chemotherapie en behandelingen tegen
leukemie. Mesenchymale stamcellen kunnen
zich differentiëren tot bot, kraakbeen of collageen producerende cellen. Om de beschadigde
weefselstructuren bij paarden te herstellen, zijn
deze cellen nodig.
Stamcellen zijn te winnen via beenmerg, vetweefsel en de nageboorte. Aan elke locatie kleven voor- en nadelen. Toen de stamceltherapie
nog in de kinderschoenen stond, werd uitsluitend gebruikgemaakt van stamcellen uit beenmerg. Later bleek dat vetweefsel ook stamcellen
30-33_stamceltherapie.indd 32
Arthur Asveld van Dierenkliniek Den Ham zette
zo’n tien jaar geleden de stamceltherapie in Nederland op de kaart door de samenwerking aan
te gaan met vooraanstaande experts uit andere
landen. “Ik merk dat wij in Nederland conservatief en terughoudend zijn als het gaat om
nieuwe ontwikkelingen. Waar men in Amerika
mee experimenteert, wordt bij ons vaak pas acht
jaar na dato geïntroduceerd. Zelf wilde ik graag
het voortouw nemen en ik ging aan de slag
met de methode van collega-veterinair Roger
Smith, professor aan de universiteit van Londen.
Het ging hierbij om beenmergtransplantatie,
waarbij stamcellen uit het beenmerg van het
borstbeen van het paard ingebracht werden in
de gekwetste pees. Wij hebben gebruikgemaakt
van onze eigen verfijnde methode. We hebben
geen pure beenmerg ingespoten, maar slechts
de stamcellen vermeerderd met de paardeigen
groeifactoren. Dit zijn stoffen die het lichaam
zelf automatisch aanmaakt bij schade, zij zorgen vervolgens voor herstel. Om de concentratie
stamcellen op te vijzelen werden ze, nadat ze
gezuiverd waren, op kweek gezet. Binnen twee
à drie weken vermeerderden deze cellen zich
tot zo’n twee miljoen stuks. Deze werden vervolgens geïnjecteerd in het kwetsuur.”
Volgens Asveld is het niet zo dat stamceltherapie de herstelperiode verkort, maar ligt het grote
voordeel op een ander vlak. “Ook bij deze techniek is het paard een halfjaar tot een jaar uit de
roulatie, maar het herstel is vele malen functioneler. De slagingskans van de ingreep is hoger
dan de traditionele therapieën en het behoudt
de mate van elasticiteit van de pees.”
Financieel nadeel
Hoewel deze stamceltechniek middels beenmergtransplantatie veel mogelijkheden biedt, is
het in de praktijk toch niet aangeslagen. Volgens Don van de Winkel heeft dat vooral met
het kostenplaatje te maken. “Het punctaat van
de beenmergpunctie werd opgestuurd naar een
speciaal laboratorium in het Verenigd Koninkrijk,
waar de cellen gekweekt werden. De concentratie van stamcellen in beenmerg is relatief laag,
waardoor dit proces een aantal weken in beslag
nam. Bovendien zijn deze cellen zo weinig ge-
differentieerd dat het zowel hematopoietische
als mesenchymale cellen kunnen worden. En
voor paarden hebben we juist mesenchymale
cellen nodig die bot, kraakbeen of collageen
producerende cellen worden. Om ervoor te
zorgen dat de stamcellen zich inderdaad tot
mesenchymale cellen ontwikkelen, moet het
kweekproces continu begeleid en gestuurd worden. Dit alles schroeft de productiekosten flink
op tot wel drie duizend euro per behandeling.
Zodoende hebben we het de afgelopen jaren
slechts op zeer kleine schaal en bij een select
gezelschap paarden toegepast. De nieuwe methode is een stuk betaalbaarder geworden voor
eigenaren. Eén behandeling kost nu ongeveer
duizend euro.”
Opslag van stamcellen
Arthur Asveld wijst naast de financiële reden
ook op een praktische oorzaak waarom beenmergtransplantatie niet echt van de grond is
gekomen. “Wanneer een patiënt bij ons in de
praktijk arriveerde en in aanmerking kwam voor
stamceltherapie, dan moest hij vanwege het
kweekproces hoe dan ook twee tot drie weken
wachten. De behandeling is dan geen mosterd
na de maaltijd, maar toch is die vertraging niet
ideaal voor het genezingsproces. Om de tijd die
het kweekproces in beslag neemt te compenseren, hebben we een tijdje geëxperimenteerd
met het aanleggen van een stamcellenreservoir
van pasgeboren veulens. Als die veulens in
de toekomst ooit een kwetsuur oplopen, kunnen ze direct geholpen worden met hun eigen
stamcellen, die we via de moederkoek hebben
opgeslagen. Het voor meerdere jaren bewaren
van deze stamcellen kost echter ook veel geld.”
Van de Winkel vult zijn collega hierbij aan. “De
concentratie stamcellen in de nageboorte is extreem hoog, maar die kunnen niet gewonnen
worden in een steriele situatie. Dat brengt extra
risico’s met zich mee.”
Nieuwe methode
Uit recent onderzoek bleek dat de concentratie
stamcellen in vetweefsel hoger is dan in beenmerg. Deze bevinding bracht een geheel nieuwe
methode aan het licht. Zowel in Dierenkliniek
Den Ham als in Dierenkliniek Wolvega maakt
men momenteel veelvuldig gebruik van deze
vernieuwde stamceltechniek. Don van de Winkel
plaatst de voordelen in verhouding. “In vetweef-
16-05-14 10:16
Profiel
Arthur Asveld
sel zitten tot vijfhonderd keer zoveel stamcellen
als in beenmerg. Bovendien zijn ze al van het
mesenchymale type, waardoor er geen kweekprocessen nodig zijn om het vereiste aantal tot
je beschikking te hebben. Dit drukt de productiekosten aanzienlijk. Tegenwoordig kunnen we
stamcellen isoleren uit onderhuids vetweefsel,
dat we middels liposuctie vlak naast de staartbasis verkrijgen. Twintig gram vetweefsel is al
voldoende. Onze paraveterinair isoleert de stamcellen in een drie uur durend laboratoriumproces, dat wij in eigen beheer kunnen uitvoeren.
Voor de injectie worden deze stamcellen ook
nog behandeld met een speciale laser, die ervoor zorgt dat de cellen actief worden zodat ze
zich in het weefsel differentiëren tot het benodigde type cel.”
Ideale combinatie
In de ogen van Asveld gaat de nieuwe stamceltechniek een goede combinatie vormen met
een reeds bestaande behandelingsmethode.
Voordat stamceltherapie definitief doorbrak,
werd de afgelopen jaren ook Platelet Rich
Plasma (PRP) ingezet om gewrichten, pezen,
banden en wonden te behandelen. Dit product
bestaat uit plasma van het afgetapte bloed van
de patiënt zelf. Bij de bewerking hiervan worden
de bloedplaatjes gescheiden van het bloed en
geconcentreerd door middel van centrifugeren.
Hierin zitten diverse groeifactoren die weefselgenezing op gang helpen en de doorbloeding en
ingroei van nieuwe vaten van een weefselstructuur stimuleren.
“Door de stamcellen te mengen met PRP krijg
je het beste van twee werelden. Hoewel het
Arthur Asveld voltooide in 1997 de opleiding diergeneeskunde aan de Universiteit
Utrecht. In Engeland specialiseerde hij
zich in manuele therapie en hij is zowel
humaan als veterinair acupuncturist. Verder is hij erkend patholoog en chiropracticus, die veel werkervaring heeft opgedaan
tussen de renpaarden in Groot-Brittannië
en de Verenigde Arabische Emiraten. Aan
de hand van veel casussen uit de praktijk
ontwikkelde Asveld een toenemende interesse voor paarden met peesblessures.
Met de tijd legde hij zich toe op ultrasonografisch onderzoek en de mogelijke
behandelingen van peesproblemen. Asveld kan gezien worden als de pionier van
stamceltherapie in Nederland.
eigenlijk nog bewezen moet worden, kun je via
logische redenatie aannemen dat beide producten elkaar goed aanvullen”, aldus Asveld.
Van de Winkel kan zich zeker vinden in de meerwaarde van de combinatie die geschetst wordt.
“Bij ons in de kliniek combineren wij stamcellen
altijd met PRP. De groeifactoren in PRP zorgen
namelijk voor de creatie van optimale omstandigheden voor de stamcellen. Nieuwe cellen
hebben immers een goede doorbloeding nodig.
Studies met muizen toonden aan dat kraakbeenletsels volledig kunnen regenereren binnen
twee maanden na behandeling met stamcellen
en PRP. Er zijn hieromtrent helaas nog weinig
studies uitgevoerd met paarden, maar het staat
wel hoog op de agenda van huidige wetenschappelijke onderzoeksprojecten.”
Futuristisch realisme
Als het gaat om de toegevoegde waarde van
stamcellen in het algemeen, steekt Don van de
Winkel zijn enthousiasme niet onder stoelen of
banken. “Het klinkt misschien heel futuristisch,
maar met stamcellen kunnen we in theorie alle
onderdelen van het lichaam regenereren. Bij
de humane geneeskunde zijn er veel struikelblokken als het gaat om het doorvoeren van
innovatieve methodes. Het moet voor de volle
honderd procent zeker zijn dat alles veilig en
verantwoord is. Bij de diergeneeskunde kunnen
we iets doortastender zijn, daar moeten we ons
voordeel uit halen.”
Het spits is intussen al afgebeten. De eerste behandelingen volgens de nieuwe methode zijn
begin dit jaar uitgevoerd. Asveld is zeer te spreken over de voortgang van deze procedures. “Het
is nog veel te vroeg om resultaten te vergaren,
laat staan conclusies te trekken. Maar ik geloof
wel in deze therapie. De eerste patiënten lieten
de behandelingen in ieder geval goed toe. Ik kan
niet wachten om te zien hoe het genezingsproEXTRA
ces zich verder gaat ontwikkelen.” Samenwerking Den Ham en Wolvega
Sinds vorig jaar behelst de verhouding tussen de Twentse en Friese dierenkliniek meer
dan collega’s onder elkaar. Om in verschillende situaties de juiste diagnose te kunnen
stellen, biedt de MRI-scan een extra ingang. Dit instrument is echter kostbaar in aanschaf en gebruik. Om toch allebei gebruik te kunnen maken van dit apparaat zijn de
dierenklinieken in Den Ham en Wolvega een samenwerking begonnen. De MRI-scan
staat fysiek in Den Ham, maar op basis van een huurcontract kan Wolvega eveneens
de scan raadplegen. Beide klinieken behouden hun eigen patiënten, maar werken
samen vanuit kwaliteits- en efficiencyoverwegingen.
3De MRI-scan staat in Den Ham en op basis van een huurcontract kan
Wolvega eveneens de scan raadplegen.
30-33_stamceltherapie.indd 33
16-05-14 10:16