Dotter- en stentbehandeling (PCI)_december 2014

Download Report

Transcript Dotter- en stentbehandeling (PCI)_december 2014

Dotter- en stentbehandeling (PCI)
Binnenkort wordt u opgenomen voor een PCI-behandeling van de kransslagaders. PCI staat
voor Percutane Coronaire Interventie, beter bekend als het plaatsen van stent. In deze folder
kunt u lezen hoe de gang van zaken is rondom deze behandeling.
PCI
Op basis van het vooronderzoek (hartkatheterisatie) is er een vernauwing van uw kransslagaders
ontdekt. Bij een PCI wordt met behulp van een ballonnetje geprobeerd het bloedvat weer wijder te
maken op de plaats van de vernauwing. Hierna wordt er een stent geplaatst. Dit kunnen eventueel
ook meerdere stents zijn afhankelijk van de vernauwing(en). Verder kunnen er ook aanvullende
onderzoeken worden gedaan zoals bijvoorbeeld het maken van echobeelden van de binnenkant
van de kransslagader (IVUS-onderzoek).
Een stent is een klein, ontplooibaar buisje met een gaasachtige structuur, dat wordt gemaakt van
een kobaltlegering. De stent helpt bij het openhouden van het bloedvat. Na het plaatsen van de
stent zal deze permanent in uw bloedvat blijven. De meeste stents beschikken over een coating
van geneesmiddelen om te helpen voorkomen dat het bloedvat zich weer vernauwt.
De nieuwste ontwikkeling is de oplosbare stent (scaffold), deze bestaat uit materiaal dat wordt
opgenomen door de vaatwand (polymelkzuur). Deze stent is nog niet voor iedere vernauwing
geschikt. Hier wordt nog verder studie naar gedaan.
Voorbereiding
Uw cardioloog vertelt u welke voorbereiding nodig is. Volgt u de aanwijzingen goed op.
-1-
MCL | Patiënteninformatie
Dotter- en stentbehandeling (PCI)
Het gebruik van bloedverdunnende medicijnen
Bij het gebruik van Acenocoumarol of Fenprocoumon ontvangt u instructie over het (tijdelijk)
aanpassen van het antistollingsmiddel. Geeft u de datum van het onderzoek/behandeling zo
spoedig mogelijk door aan de trombosedienst. De trombosedienst kan met uw behandelend
cardioloog overleggen hoe de dosering van het antistollingsmiddel moet worden aangepast. Heeft
u geen instructie ontvangen? Neem dan contact op met de trombosedienst. Stop niet zelf zomaar
met de medicatie.
Met de DOAC-medicatie, zoals Pradaxa (Dabigatran) of Xarelto (Rivaroxaban), kunt u meestal 1 of 2
dagen voor de ingreep stoppen.
Dit is echter afhankelijk van:
•
Welke medicatie u gebruikt
•
De aard van de ingreep
•
Uw nierfunctie
U ontvangt hierover instructie bij het plannen van het onderzoek of de behandeling.
LET OP! Heeft u een kunstklep? Stop dan NIET met de antistollingsmedicijnen. De
trombosedienst geeft u ter overbrugging bloedverdunnende injecties.
Andere medicijnen
•
Gebruikt u Metformine? Dan moet u hiermee stoppen op de dag van het onderzoek. Twee
dagen na de behandeling mag u hiermee weer starten (tenzij uw arts anders aangeeft).
•
Gebruikt u plastabletten? Neem deze dan na de behandeling in.
•
Overige medicijnen kunt u gewoon innemen. Neem deze in originele verpakking mee naar het
ziekenhuis.
-2-
MCL | Patiënteninformatie
Dotter- en stentbehandeling (PCI)
Plavix en Ascal
U ontvangt een recept die u bij uw eigen apotheek kunt inleveren. Dit bevat: Plavix 75 mg
(clopidogrel) 5 stuks en Ascal 600 mg 1 sachet.
Op de dag voor de behandeling neemt u ’s morgens de vier tabletjes Plavix = 300 mg en de Ascal
600 mg (opgelost in water) in. Het vijfde tabletje Plavix neemt u in op de morgen van de
behandeling.
Let op:
Gebruikt u al langer dan drie dagen Plavix (Clopidogrel), of het medicijn Efient (Prasugrel) of
Brilique (Ticagrelor), dan hoeft u de Plavix niet in te nemen! U neemt dan gewoon uw dagdosering
in van het medicijn dat u al gebruikt.
Indien u zelf al Ascal 100mg (of Acetylsalicylzuur 80 mg) gebruikt, mag u deze eenmalig laten
staan.
Wat neemt u mee?
•
Overzicht van uw medicijnen, op te vragen bij apotheker/huisarts
•
Uw medicijnen die u thuis gebruikt in originele verpakking
•
Spullen voor de overnachting zoals nachtkleding, toiletartikelen
•
Sokken (het is vaak vrij koud op de behandelkamer)
•
Uw patiëntenpas
•
Iets te lezen e.d.
Overige
Bent u overgevoelig voor contrastvloeistof? Meld dit dan aan uw arts of verpleegkundige. U krijgt
dan voor de behandeling een medicijn toegediend om de allergische reactie tegen te gaan.
-3-
MCL | Patiënteninformatie
Dotter- en stentbehandeling (PCI)
Meten is weten
Er wordt in ons ziekenhuis veel gedaan aan (wetenschappelijke) onderzoeken waarbij
verschillende soorten medicatie, materialen of behandelmethodes met elkaar worden vergeleken.
U kunt worden gevraagd voor deelname aan een van deze onderzoeken. U krijgt hier dan
uitgebreide informatie over.
Daarnaast zijn wij verplicht de resultaten van de PCI-behandelingen te registreren. Om gebruik te
mogen maken van uw gegevens, hebben wij uw toestemming nodig. Mocht u bezwaar hebben
dat wij uw gegevens hiervoor gebruiken, dan kunt u dit met uw arts bespreken.
De dag van de PCI
U kunt zich op het afgesproken tijdstip melden bij de opnamebalie in de centrale hal. U hoort daar
op welke afdeling u wordt verwacht. Eventueel kan een gastvrouw of gastheer u naar de afdeling
brengen.
U wordt door de verpleegkundige opgenomen en naar uw kamer gebracht. Er wordt daarna onder
andere een hartfilmpje gemaakt, een aantal gegevens genoteerd en u krijgt een infuusnaaldje in
de arm om zo nodig medicijnen te kunnen geven tijdens de behandeling.
U krijgt een operatiejasje aan. Er is gelegenheid eventuele vragen te stellen. Als u aan de beurt
bent, wordt u in bed naar de behandelkamer gebracht. Het is verstandig om van tevoren nog naar
het toilet te gaan.
U mag ‘s morgens gewoon ontbijten. Is de behandeling ’s middags? Dan mag u tussen de middag
een lichte lunch nemen.
Heeft u een verminderde nierfunctie? Dan wordt u een dag eerder opgenomen voor een
‘spoelinfuus’ om uw nieren te beschermen.
-4-
MCL | Patiënteninformatie
Dotter- en stentbehandeling (PCI)
Houdt u er rekening mee dat er, door spoedsituaties, wijzigingen kunnen optreden in het
dagprogramma.
De behandeling
Op de hartkatheterisatiekamer gaat u op de behandeltafel liggen. Uw lies en/of pols wordt
geschoren en gedesinfecteerd. Hierna krijgt u een steriel laken over u heen. Als alles klaar staat
komt de interventiecardioloog.
De interventiecardioloog begint met het geven van de plaatselijke verdoving. Hij brengt een
katheter via de slagader in de lies of de pols tot aan de betreffende kransslagader. Soms worden er
eerst nog aanvullende opnames gemaakt. Vervolgens wordt er door de katheter een dunne draad
opgeschoven tot voorbij de vernauwing. Over deze draad wordt een ballon geschoven tot in de
vernauwing. De ballon wordt vervolgens opgeblazen om de vernauwing weer wijder te maken. Dit
kan even wat druk op de borst geven.
Hierna wordt er een stent geplaatst in de vernauwing. Deze stent is een dun cilindertje van
fijnmazig materiaal die de opgerekte vernauwing beter openhoudt. Vaak is dit een stent die
medicijnen afgeeft. De medicijnen helpen het dichtgroeien van de stent te voorkomen.
Tijdens de behandeling kan de interventiecardioloog meerdere vernauwingen behandelen. Ook
kunnen er aanvullende onderzoeken worden gedaan. Tijdens de hele behandeling houden wij uw
hartritme en bloeddruk in de gaten. Als u iets onaangenaams voelt (pijn op de borst, misselijkheid,
jeuk e.d.), zeg dit dan meteen.
De behandeling duurt gemiddeld ongeveer anderhalf uur.
-5-
MCL | Patiënteninformatie
Dotter- en stentbehandeling (PCI)
Nazorg
Als de behandeling klaar is, wordt de katheter uit de pols gehaald en de slagader dichtgedrukt met
een “manchet”. Heeft de cardioloog de slagader in de lies aangeprikt dan wordt deze gesloten met
een oplosbaar plugje of afgedrukt, waarna een drukverband wordt aangebracht. Er wordt geen
hechting gebruikt. Soms blijft de katheter zitten en wordt er na een paar uur op de afdeling
uitgehaald.
Tijdens de behandeling heeft u bloedverdunnende medicijnen gekregen om de stent goed open
te houden. Hierdoor is de kans op nabloeding groter dan bij een hartkatheterisatie.
Na de behandeling gaat u terug naar de afdeling cardiologie of naar het Observatorium voor de
verdere nazorg. Daar hoort u hoe lang u in bed moet blijven. Dit is afhankelijk van de plaats van
aanprikken en wijze waarop de wond is gesloten.
Er wordt een hartfilmpje gemaakt, uw hartritme wordt bewaakt, de bloeddruk wordt regelmatig
gemeten en de wond gecontroleerd.
U krijgt 1 liter water, het is de bedoeling dat u dit binnen twee uur opdrinkt. Hierdoor raakt u het
contrastvloeistof versneld kwijt uit uw lichaam.
Heeft u een ‘spoelinfuus’ dan hoeft dit niet, dan wordt er opnieuw voor de duur van 12 uur een
infuus aangesloten.
Wanneer u weer pijn klachten krijgt of houdt, meld dit dan aan de verpleegkundige.
De volgende morgen wordt er bloed geprikt. Wanneer de bloedwaarden goed zijn, mag u naar
huis. Houdt u er rekening mee dat u niet zelf naar huis mag rijden.
De uitslag
De interventiecardioloog vertelt u direct na de behandeling of de behandeling geslaagd is.
-6-
MCL | Patiënteninformatie
Dotter- en stentbehandeling (PCI)
Medicatie
U bent voor de behandeling gestart met Plavix tabletten. Het is de bedoeling dat u deze medicatie
een jaar lang gaat gebruiken. Dit om te voorkomen dat er nieuwe stolsels in de stent ontstaan.
Informatie hierover kunt u terug lezen in de folder Plavix, voorlichting en gebruiksaanwijzing. Het kan ook zijn dat de arts u een ander middel voorschrijft, hierover wordt u dan
geïnformeerd.
Mogelijke risico’s
Iedere behandeling betekent een zeker risico, zo ook bij een PCI-behandeling. Het kan gebeuren
dat er tijdens of na de behandeling met spoed opnieuw moet worden gedotterd, eventueel op een
andere plaats in de kransslagader. Ook kan het gebeuren dat er alsnog een operatie noodzakelijk
is. De kans op een ernstige complicatie zoals een hartinfarct of overlijden is erg klein, maar moeten
we u toch melden.
Daarnaast kunnen er nog vervelende gevolgen zijn van tijdelijke aard, zoals een nabloeding of een
bloeduitstorting bij de aanprikplaats of overgevoeligheid voor het contrastmiddel.
Leefregels thuis
Zie hiervoor de folder: Leefregels na een dotter- en stentbehandeling (PCI)
Vragen
Heeft u nog vragen naar aanleiding van deze folder? Bel dan met het planningssecretariaat of
overleg met uw cardioloog of verpleegkundige.
-7-
MCL | Patiënteninformatie
Dotter- en stentbehandeling (PCI)
Aantekeningen
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
www.mcl.nl
www.hartstichting.nl
www.hartenvaatgroep.nl
Planningssecretariaat interventie cardiologie
058 – 286 78 41
Verpleegkundig consulent cardiologie
058 – 286 60 64
©MCL december 2014
Docnr. 24915 (4)
-8-
MCL | Patiënteninformatie