orde spreekbeurt hippocrates 2014

Download Report

Transcript orde spreekbeurt hippocrates 2014

Geachte jubilarissen,
Geachte jonge collega's,
Geachte aanwezigen,
Naar jaarlijkse gewoonte is het mij een eer u hier vandaag voor de derde maal te mogen toespreken
gedurende dit mandaat als voorzitter. Na een uiteenzetting over ‘de titel van Arts’ in 2012 en een
voorstelling van het project 'Arts in Nood' in 2013, wil ik u vandaag meenemen in een wandeling
doorheen de geschiedenis van de Orde der Geneesheren waarbij ik uw bijzondere aandacht vraag
voor de verschuiving in de werkzaamheden van de Orde. Vooral na 1980 evolueerde de Orde van
tucht naar dienstbetoon aan de collega-artsen en het bewaken van de kwaliteit van zorgen voor de
gemeenschap.
De Orde zoals we ze vandaag kennen werd opgericht bij wet van 25 juli 1938. De Tweede
Wereldoorlog legde de uitvoering van deze wet stil totdat een besluit van 3 april 1947 de eerste
verkiezingen regelde welke plaats vonden op 13 juni 1947. Het KB n° 79 van 10 november 1967
'betreffende de Orde der Geneesheren' was de belangrijkste wetswijziging in voorgaande decennia.
Dit KB is nog steeds van kracht, maar onderging op zijn beurt aanpassingen in 1970, 1972 en 1985.
De Orde had hiervoor reeds een lange geschiedenis. Een vrij uitgebreid overzicht van de
ontwikkeling van de Orde vind je op de website van de Nationale Raad.
Het Collegium Medicorum werd opgericht in 1649. De Franse Revolutie schaften de universiteiten,
geleerde genootschappen en corporaties af daar ze van mening waren dat gezagsmonopolies
misbruiken veroorzaakten. 12 maart 1818 werden de Provinciale Geneeskundige Commissies
opgericht. Vrij snel stelde men toen vast dat deze toch niet werkten zoals gepland. De Academie
voor Geneeskunde werd opgericht in 1841 en bracht meer structuur in het medisch corps met als
eindpunt de wet van 1849 tot invoering van het enig diploma van doctor in de genees, heel- en
verloskunde. In 1859 werd een eerste mislukte poging gedaan tot oprichting van 'disciplinaire
raden'. Ook een tweede poging in 1899 mislukte. De Fédération Médicale Belge werd opgericht in
1863 om ondermeer de PGC te hervormen.
Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog was de vraag tot oprichting van een Orde van
Geneesheren verworden tot een parlementair en communautair steekspel. Tijdens de bezetting
speelden de Duitsers de taalkwestie, met een zekere mate van succes uit. De Von Bissing
Universiteit is nog steeds een ‘zwarte’ bladzijde in de geschiedenis van deze Universiteit.
In 1924 nam de Academie voor Geneeskunde in haar programma, in aanloop tot de oprichting, de
studie van een Orde van geneesheren op.
Eind 1941 werd door de bezetter een Orde van Geneesheren opgericht met een Franstalige en
Vlaamse Kamer. Deze werden een instrument in handen van de Duitse bezetter. Deze 'Nieuwe'
Duitse Orde werd na 33 maanden ontbonden bij de bevrijding van België.
In 1947 werden de activiteiten van de Orde, zoals we ze nu kennen, effectief opgestart.
We kunnen de periode tot aan de artsenstaking van 1964 omschrijven als een periode waarin de
Orde functioneerde zonder dat deze werd gecontesteerd.
De artsenstaking van 1964 zal de hier aanwezige jubilarissen nog scherp in het geheugen staan. De
wet Leburton van 1963 probeerde een eenheidsmutualiteit in te stellen en bij de artsen het vrij
honorarium af te schaffen. Op het eerste punt mislukte hij schromelijk. Het artsenhonorarium werd
na het beëindigen van de staking, onderwerp van het MedicoMutualistisch overlegorgaan. Hierbij
werden conventietarieven afgesproken waarbij de arts de mogelijkheid had deze conventie al dan
Spreekbeurt Feestviering Orde van Artsen 2014
niet te volgen. Het liberale model van geneeskunde, steunend op de vrijheid van artsenkeuze, een
vrijheid van behandeling en een tariefvrijheid in een prestatiegerichte geneeskunde, was een feit.
Bij de bevolking werd dit echter anders gepercipieerd. De tijd van de altruïstische arts, was
definitief voorbij.
De ontwikkeling van de huisartsengeneeskunde als nieuwe specialiteit stond in zijn kinderschoenen
en vond zijn bevestiging in het oprichten van een eerste leerstoel huisartsengeneeskunde in 1968 te
Leuven. Gelijktijdig waren er initiatieven en experimenten om de algemene geneeskunde, welke tot
dan stiefmoederlijk werd behandeld, anders te organiseren, onder andere in groepspraktijken en
wijkgezondheidscentra.
Enkele initiatieven zijn in de gegeven context van de geschiedenis van de Orde belangrijk. Vanuit
een marxistisch-maoïstische ideologie werden ideologische groepspraktijken opgericht. Deze
steunden op honorariumpooling in de praktijk, gratis geneeskunde voor ingeschreven patiënten en
doorgedreven samenwerking met niet artsen. De arts Che Guevara was het grote voorbeeld. De
gratis geneeskunde van ‘Geneeskunde voor het Volk’ werd door de solowerkende klassieke artsen
beschouwd als een vorm van onderkruiperij en oneerlijke concurrentie. Dit leidde massaal tot
klachten bij de Orde van Geneesheren. De pooling van inkomsten uit honoraria voor artsen met
niet-arten werd beschouwd als een soort van dichotomie.
Eerlijkheidshalve moeten we vermelden dat in die periode de grootste artsenvakbond BVAS, sterk
vertegenwoordigd was in de Orde der Geneesheren, ondanks het feit dat deontologie en tucht die de
Orde impliceert duidelijk gescheiden moeten worden van de sociaaleconomische belangen van het
artsenkorps waarvoor de syndicaten bevoegd zijn. De BVAS ontstond ten tijde van de artsenstaking
van 1964 en is nog steeds de weerspiegeling van het liberaal model van de geneeskunde.
Klachten bij de Orde werden streng aangepakt en afhankelijk van de ideologie van de aangeklaagde
artsen al dan niet strenger gestraft. De straffen met schorsing hebben geleid tot een polarisatie. Deze
polarisatie werd gevolgd door de betaalstaking van het wettelijk verplichte lidgeld door een 300 tal
artsen, na de veel kleinere artsenstaking van 1979.
De betaalstaking voor de lidgelden was dus een zuiver ideologisch geïnspireerde keuze als resterend
wapen tegen de Orde der Geneesheren.
De stellingenoorlog die hieruit voortvloeide had vermeden kunnen worden. Zowel vanuit de
marxistisch geïnspireerde wijkgezondheidscentra van ‘Geneeskunde voor het volk’ (zie het
verhelderd interview van PVDA-topman Kris Merckx in Humo uit 1998) als vanuit de zijde van de
Orde werden fouten gemaakt. Deze fouten zijn te verklaren vanuit de sociale en politieke
constellatie van het toen heersende ideeëngoed en de clash tussen twee diametraal tegengestelde
ideologieën en de sterk militante houding van de betaalstakers.
De gevolgen van de betaalstaking waren ernstig voor beide partijen. Bij de bevolking werd de Orde
steeds in een slecht daglicht geplaatst als beschermer van de liberaal-profiterende geneesheer. Dit
gaf aanleiding tot meerdere pogingen om de Orde af te schaffen of zwaar te hervormen. Voor de
artsen die volhardden in de betaalstaking hing en hangen nog steeds de gevolgen van de
gerechtelijke (definitieve) beslissingen boven hun hoofd.
Naast deze zuiver ideologisch-politieke clash, kwam de orde nog tweemaal ernstig in aanvaring met
nieuwe maatschappelijke ideeën in de maatschappij, namelijk bij het maatschappelijk aanvaardbaar
worden van abortus en euthanasie. In beiden werd door de Orde erg conservatief gereageerd.
Het wordt tijd om een oplossing te zoeken en samen verder te bouwen aan een betere geneeskunde.
Er zijn immers maatschappelijk en sociaal veel belangrijkere zaken om onze energie naar te
oriënteren.
Uit persoonlijke naam wil ik nederig mijn verontschuldiging aanbieden voor hetgeen vroeger
gebeurd is of mislopen is.
Heden is ook de Orde van Geneesheren vragende partij voor fundamentele hervormingen. Deze
Spreekbeurt Feestviering Orde van Artsen 2014
vraag is vastgelopen op een communautair probleem rond Brussel-Halle-Vilvoorde.
Daar waar de Orde in oorsprong een tuchtrechtbank was, is deze geëvolueerd in de loop der jaren
naar meer dienstverlening aan de artsen.
Contracten tussen artsen worden met veel aandacht nagelezen ten einde jonge collega's te behoeden
en bij te staan. De contracten tussen instellingen en artsen worden nagelezen en van commentaar
voorzien in functie van de evolutie van de huidige Nationale en Europese wetgeving in de
veronderstelling dat de instelling geen misbruik wil maken van het enthousiasme van een jonge pas
afgestudeerde arts.
Websites worden nagezien op correcte informatieverwerving voor de patiënten waarbij de kwaliteit
van de geneeskunde als basisrichtlijn wordt genomen.
Iedere arts kan advies vragen aan de Raad in elke omstandigheid waar hij dit deontologisch
belangrijk vindt. Ook adviezen welke geen rechtstreekse deontologische basis hebben worden
binnen de Raad geheroriënteerd wanneer de bevoegdheid van de Raad om te antwoorden wordt
overschreden.
Artsen kunnen altijd een onderhoud vragen met het Bureau van de Provinciale Raad. De
aanwezigheid van een magistraat bij al deze activiteiten beoogt een juridisch correcte insteek bij
alle adviezen.
Sinds vorig jaar is 'Arts in Nood' operationeel in de Provincie Oost-Vlaanderen. Dit project werd
opgestart vanuit deze Provinciale Raad nadat duidelijk werd dat artsen meer dan andere beroepen
onderhevig zijn aan burn-out, stressgerelateerd disfunctioneren en zelfmoord. Ondertussen werd dit
project ook opgestart in de Provincie Luxemburg, Namen en Vlaams Brabant. De Nationale Raad
steunt dit project ten volle en heeft opdracht gegeven om dit nationaal verder uit te bouwen. Arts in
Nood is ook het onderwerp van het avondsymposium dat wordt verzorgd door de Alumni van Gent
in samenwerking met de Orde van Oost-Vlaanderen op woensdagavond 22 oktober.
Ten aanzien van de jubilarissen wil ik mijn persoonlijke dank betuigen voor de vele jaren van inzet
en werk in de geneeskunde. Jullie hebben de geneeskunde gemaakt wat ze vandaag in België
betekent: hoogstaande kwalitatieve zorgverlening aan iedereen en voor iedereen toegankelijk en dit
op alle echelons van de geneeskunde. Dit brengt onze geneeskunde op eenzame hoogte in het
internationale landschap. Mijn dank gaat ook uit naar de partners welke vaak in de schaduw, het
werk van de arts mogelijk maakten. Ze waren de toeverlaat, klankbord van de arts, ze verzorgden
het secretariaatswerk en de telefonische permanentie, vaak door persoonlijke offers te brengen in de
uitbouw van hun eigen carrière.
Naar de jonge collega's wil ik mij wenden met een vraag: jullie staan aan het begin van een
loopbaan in het mooiste beroep waarvoor jullie konden kiezen: hulp aan de lijdende, zieke
medemens. De genoegdoening voor dit werk zal u niet vinden in een financiële recompensatie maar
wel in een persoonlijk geluk, hulp te hebben kunnen bieden. Over 50 jaar zitten jullie op de plaats
van de jubilarissen en zullen jullie opnieuw geduldig moeten luisteren naar een voordracht. Weet
dat de tijd bijzonder vlug vooruitgaat. Verlies geen tijd met onbenulligheden of ruzies. Zoek de
waarde in je collega in de plaats van hem te veroordelen. Steun elkander en vooral draag zorg voor
uzelf en uw medecollega.
Wij als Orde beloven u te ondersteunen.
Michel Bafort
Voorzitter
Spreekbeurt Feestviering Orde van Artsen 2014